De magie als natuurwetenschap - The Alchemy Web Site

De magie als natuurwetenschap - The Alchemy Web Site De magie als natuurwetenschap - The Alchemy Web Site

alchemywebsite.com
from alchemywebsite.com More from this publisher
30.09.2013 Views

ezit, zoals Agrippa van Nettesheim reeds heeft ingezien: Spiritus in nobis, qui viget, illa facit 3 Magische vermogens hebben echter ook allemaal hun natuurkundige basis, die dus niet bovennatuurlijk, doch slechts bovenzintuiglijk is, en waarvan het onderzoek ons voornaamste streven moet zijn. Om iedere twijfel te elimineren dat de magische vermogens in ons liggen, en om die reden reeds door het ontdekken ervan en het wetenschappelijke onderzoek eraan, aan het daglicht moeten treden, heb ik minder de nadruk gelegd op de praktische magie - wat toch al een voortijdige onderneming zou zijn - dan op de natuurlijke patronen daarvan, die spontaan en ongewild optreden, en hun wetmatigheid openbaren doordat ze steeds onder dezelfde voorwaarden optreden. Ik hoop dan ook in ieder geval de basisregels van de magie voor eens en voor altijd te hebben vastgelegd: het magnetisme is de sleutel tot de magische natuurkunde; het monoideïsme, dus de toegespitste gedachte en wil, is de sleutel tot de magische psychologie. Er is geen andere weg om tot inzicht in de magische praktijk te geraken dan dat wij de natuurlijke patronen van de magie bestuderen; de voorwaarden onderzoeken om entree tot haar te krijgen; en ons dan wijden aan de kunstmatige kopie ervan. Het bijgeloof heeft de praktische magie zeer ontwricht, omdat het niet inzag hoe natuurlijk en wetmatig die is. De kern van de waarheid van de magie en haar natuurwetenschappelijke wetmatigheid kunnen wij echter kennen, wanneer we, als ze wordt vergeleken met de natuur - cum mundi codice primario, originali et autographo, zoals Campanella zegt - weten welke overeenstemming er is tussen de kunstmatige prestatie en de natuurlijke, spontane verschijnselen. Wanneer de lezer ziet dat talrijke, natuurlijke patronen van de magie gegeven zijn uit ervaring, en dat anderzijds de natuur- 3 ["De geest in ons, die sterk is, verricht zulke dingen." vert.] 22

wetenschap zelf op enige punten reeds de verdieping heeft bereikt waardoor magische verschijnselen verklaarbaar worden - bijvoorbeeld het helderzien via de röntgenstralen; de telepathie door het telegraferen zonder draad; de betovering door de suggestie; de hekserij door de exteriorisatie van de gevoeligheid -, zullen de aanvankelijke bedenkingen van de lezer steeds meer wijken. Tot slot zal hij tegen zichzelf zeggen dat, wanneer onze wetenschap eenmaal voltooid is, er geen magie meer zal wezen. En ook, dat wij dit doel het snelst bereiken wanneer wij de feiten bestuderen die onze theorieën weerspreken en daarom tegenwoordig nog magisch worden genoemd. Slechts één bekentenis hoeft de lezer - juist om deze reden - niet van mij te verwachten. Als hij mocht geloven, dat in ons natuursysteem het laatste woord al is gesproken, wanneer hij het systeem net als een streek van de spaan wil gebruiken, die alles wat boven de schepel uitsteekt, eraf strijkt, mag hij mijn boek meteen aan de kant leggen. Naar mijn mening namelijk staan wij ondanks al onze ontdekkingen en uitvindingen pas aan het begin van de wetenschap, en zoals de natuur tot nu toe als des te wonderbaarlijker werd ervaren naarmate ze verder doorvorst werd, zo zal het ook in de toekomst zijn. Ook moeten wij eindelijk leren inzien, dat de op dit moment nog onbekende krachten van de natuur en de mens geenszins latente krachten zijn die zich niet uiten, doch veeleer werkzame krachten die zich onder bepaalde voorwaarden voortdurend uiten. De appels vielen reeds van de boom voordat Newton de wet van de zwaartekracht ontdekte, en evenzeer moeten zelfs in tijden dat niemand aan magie gelooft, op zijn minst toch de natuurlijke patronen daarvan optreden. Er moeten dus voortdurend verschijnselen voorhanden zijn die de bekende wetten tegenspreken, ook al zijn ze, omdat ze overeenkomen met onbekende wetten, eveneens onderworpen aan de wetten van de causaliteit. Dit inzicht zal het middeleeuwse bijgeloof, dat slechts dwaalde in de uitleg van de feiten, verzoenen met de moderne weten- 23

wetenschap zelf op enige punten reeds de verdieping heeft<br />

bereikt waardoor magische verschijnselen verklaarbaar worden<br />

- bijvoorbeeld het helderzien via de röntgenstralen; de telepathie<br />

door het telegraferen zonder draad; de betovering door de<br />

suggestie; de hekserij door de exteriorisatie van de gevoeligheid<br />

-, zullen de aanvankelijke bedenkingen van de lezer steeds meer<br />

wijken. Tot slot zal hij tegen zichzelf zeggen dat, wanneer onze<br />

wetenschap eenmaal voltooid is, er geen <strong>magie</strong> meer zal wezen.<br />

En ook, dat wij dit doel het snelst bereiken wanneer wij de<br />

feiten bestuderen die onze theorieën weerspreken en daarom<br />

tegenwoordig nog magisch worden genoemd.<br />

Slechts één bekentenis hoeft de lezer - juist om deze reden - niet<br />

van mij te verwachten. Als hij mocht geloven, dat in ons<br />

natuursysteem het laatste woord al is gesproken, wanneer hij<br />

het systeem net <strong>als</strong> een streek van de spaan wil gebruiken, die<br />

alles wat boven de schepel uitsteekt, eraf strijkt, mag hij mijn<br />

boek meteen aan de kant leggen. Naar mijn mening namelijk<br />

staan wij ondanks al onze ontdekkingen en uitvindingen pas aan<br />

het begin van de wetenschap, en zo<strong>als</strong> de natuur tot nu toe <strong>als</strong><br />

des te wonderbaarlijker werd ervaren naarmate ze verder doorvorst<br />

werd, zo zal het ook in de toekomst zijn. Ook moeten wij<br />

eindelijk leren inzien, dat de op dit moment nog onbekende<br />

krachten van de natuur en de mens geenszins latente krachten<br />

zijn die zich niet uiten, doch veeleer werkzame krachten die<br />

zich onder bepaalde voorwaarden voortdurend uiten. <strong>De</strong> appels<br />

vielen reeds van de boom voordat Newton de wet van de<br />

zwaartekracht ontdekte, en evenzeer moeten zelfs in tijden dat<br />

niemand aan <strong>magie</strong> gelooft, op zijn minst toch de natuurlijke<br />

patronen daarvan optreden. Er moeten dus voortdurend verschijnselen<br />

voorhanden zijn die de bekende wetten tegenspreken,<br />

ook al zijn ze, omdat ze overeenkomen met onbekende<br />

wetten, eveneens onderworpen aan de wetten van de causaliteit.<br />

Dit inzicht zal het middeleeuwse bijgeloof, dat slechts dwaalde<br />

in de uitleg van de feiten, verzoenen met de moderne weten-<br />

23

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!