De magie als natuurwetenschap - The Alchemy Web Site

De magie als natuurwetenschap - The Alchemy Web Site De magie als natuurwetenschap - The Alchemy Web Site

alchemywebsite.com
from alchemywebsite.com More from this publisher
30.09.2013 Views

noemt dat alles slechts misleiding is, en dat onze voorouders eeuwenlang bij het geloof in heksen iets niet bestaands hebben achternagelopen. Wij zullen veeleer de hekserij - die overigens op het platteland nog voortbestaat 238 - weer zien opleven. Ze zal echter nooit meer, zoals in de middeleeuwen, een maatschappelijke verschrikking kunnen worden, want wanneer de duivelse uitleg aan de kant wordt geschoven, zal het natuurwetenschappelijke inzicht in de tovenarij gelijke tred houden met het inzicht in de tegentovenarij. Uit het voorgaande blijkt, dat de levenskracht en de sensitiviteit, die beide aan het od gebonden zijn, geëxterioriseerd kunnen worden. We kunnen dus nu reeds het bestaan van wezens van een odisch karakter, uitgerust met leven en bewustzijn, niet meer betwijfelen. Aangezien wij zelf reeds tijdens het aardse bestaan qua innerlijke essentie zulke wezens zijn, en ook de veronderstelling acceptabel is, dat wij bij het sterven gebruikmaken van onze mogelijkheid tot exteriorisatie, valt iedere principiële bedenking tegen het geloof aan spoken en het moderne spiritisme weg. Dat de innerlijke essentie van de mens van odische aard is, blijkt nog duidelijker uit het feit dat onze odische inwerking afhankelijk is van onze psychische condities. Dit is zo opvallend, dat men zelfs de theorie heeft opgesteld van een psychische kracht waar inderdaad slechts een psychisch gemodificeerde odische kracht zichtbaar wordt. Mesmer was nauwelijks ten tonele verschenen, of er maakte zich van hem een school los die in de wil en in de gezindheid van de magnetiseur de toereikende oorzaak zag van de door hem bewerkte verschijnselen, maar het magnetiseren voor ontbeerlijk hield. Het natuurkundige proces onttrok zich nu eenmaal aan de waarneming, en zo sprak men over een psychische kracht, terwijl het ging om een psychomagnetische 238 Du Prel: Die monistische Seelenlehre, 258. 130

kracht. Evenzo heeft men ook recentelijk, nauwelijks nadat de verschijnselen van het spiritisme bekend werden, geprobeerd om alles te verklaren vanuit de psychische kracht van de mediums, wat slechts voor een deel van de verschijnselen kan gelden, bij welke verschijnselen - de zogenaamde animistische - echter eveneens de natuurkundige basis niet kan ontbreken. De psychische factor bij de magnetische behandeling is kwantitatief en kwalitatief voorhanden. Reichenbach zegt, dat het oog van de mens in de donkere kamer bijna geheel zonder licht is, doch plotseling oplicht en bundels lichtstralen uitzendt op het moment dat aandoeningen het van binnenuit begeesteren. 239 In de aandoening vindt dus een kwantitatieve toename van de exteriorisatie plaats, die als lichtschijnsel zichtbaar wordt. Doorgaans vindt men de ervaringsregel opgesteld, dat de invloed van de magnetiseur des te intensiever is naarmate zijn wil en zijn gedachten zich op de patiënt concentreren. Daarentegen is hij bijna onwerkzaam wanneer hij verstrooid en willoos, dus werkelijk niet betrokken is. Alle somnambulisten spreken op deze wijze. Auguste K. zegt, "Sch. magnetiseert nu veel juister, aangezien hij daar meer dan anders bij denkt. Het denken versterkt de uitwerking. Wanneer men de gedachten niet daarop fixeert, vindt weliswaar ook een uitstraling plaats, maar die kan niet hechten. De uitstraling is slechts lichamelijk, en niet geestelijk." 240 Dergelijke uitspraken van de somnambulisten zijn voor ons zeer maatgevend, omdat zij de inwerking van de magnetiseur voelen, als lichtschijnsel zien, en daarbij op grond van het magnetische contact weten of hij psychisch deelnemend is of niet. Ook kwalitatief blijkt de odische inwerking afhankelijk te zijn van de psychische toestand van de agent. Plinius zegt reeds, dat de afscheidingen van de mens al naar gelang van zijn 239 Reichenbach: [onleesbaar. vert.], 110. 240 Mitteilungen aus dem Schlafleben der Auguste K., 118. 131

noemt dat alles slechts misleiding is, en dat onze voorouders<br />

eeuwenlang bij het geloof in heksen iets niet bestaands hebben<br />

achternagelopen. Wij zullen veeleer de hekserij - die overigens<br />

op het platteland nog voortbestaat 238 - weer zien opleven. Ze zal<br />

echter nooit meer, zo<strong>als</strong> in de middeleeuwen, een maatschappelijke<br />

verschrikking kunnen worden, want wanneer de<br />

duivelse uitleg aan de kant wordt geschoven, zal het <strong>natuurwetenschap</strong>pelijke<br />

inzicht in de tovenarij gelijke tred houden<br />

met het inzicht in de tegentovenarij.<br />

Uit het voorgaande blijkt, dat de levenskracht en de sensitiviteit,<br />

die beide aan het od gebonden zijn, geëxterioriseerd kunnen<br />

worden. We kunnen dus nu reeds het bestaan van wezens van<br />

een odisch karakter, uitgerust met leven en bewustzijn, niet<br />

meer betwijfelen. Aangezien wij zelf reeds tijdens het aardse<br />

bestaan qua innerlijke essentie zulke wezens zijn, en ook de<br />

veronderstelling acceptabel is, dat wij bij het sterven gebruikmaken<br />

van onze mogelijkheid tot exteriorisatie, valt iedere<br />

principiële bedenking tegen het geloof aan spoken en het<br />

moderne spiritisme weg.<br />

Dat de innerlijke essentie van de mens van odische aard is,<br />

blijkt nog duidelijker uit het feit dat onze odische inwerking<br />

afhankelijk is van onze psychische condities. Dit is zo<br />

opvallend, dat men zelfs de theorie heeft opgesteld van een<br />

psychische kracht waar inderdaad slechts een psychisch<br />

gemodificeerde odische kracht zichtbaar wordt. Mesmer was<br />

nauwelijks ten tonele verschenen, of er maakte zich van hem<br />

een school los die in de wil en in de gezindheid van de<br />

magnetiseur de toereikende oorzaak zag van de door hem<br />

bewerkte verschijnselen, maar het magnetiseren voor<br />

ontbeerlijk hield. Het natuurkundige proces onttrok zich nu<br />

eenmaal aan de waarneming, en zo sprak men over een<br />

psychische kracht, terwijl het ging om een psychomagnetische<br />

238 Du Prel: Die monistische Seelenlehre, 258.<br />

130

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!