30.09.2013 Views

M: -sJaa

M: -sJaa

M: -sJaa

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

PIPPÜIPÜI<br />

Achterdocht, goedmoedigheid en een tikje<br />

Weensche filosofie, vereenigd in Moser'»<br />

type.<br />

Karl Geschwandtner is al 35 jaar huisknecht<br />

in het Europa Hotel. Daar in de huid van dezen<br />

huisknecht Hans Moser steekt, is duidelijk, dat<br />

Karl een toonbeeld is van eenigszins achterdoch-<br />

tige, opvliegende toewijding en van lichte zelf-<br />

overschatting.<br />

Vijf en dertig jaren de boodschappen voor<br />

anderen doen heeft Karl niet van zijn idealisme<br />

beroofd. In hem brandt het vurige ideaal portier<br />

van het hotel te worJen. Want een portier van<br />

een groot hotel is in macht haast te vergelijken<br />

met den Lieven Heer zelf. . . .<br />

Eindelijk komt Karl's kans. Althans voor één<br />

avond en nacht, als de brutale nachtportier door<br />

zijn chef wordt ontslagen. Karl besluit alle ge-<br />

droomde beginselen, waarop een goed portier<br />

zich zijns inziens dient te baseeren, in practijk te<br />

brengen. Zijn goedigheid en zijn vertoon van<br />

ÉÉN NACHT<br />

PORTIER<br />

J^en Bavarian film onder regle van H. H. Zerlett<br />

strenge waardigheid brengen hem daarbij danig<br />

in moeilijkheden. Een naar engagementen zoe-<br />

kend, half verhongerd tooneelspeelstertje geeft hij<br />

stiekum onderdak op zijn eigen zolderkamer. Een<br />

naar talenten zoekende toonèeldirecteur wordt<br />

met een soort van goedmoedige afpersing tot aan-<br />

dacht voor het tooneelspeelstertje gedwongen.<br />

Een professor, die miniaturen schildert en naast<br />

een charmante pianiste een appartement bewoont,<br />

moet Karls pogingen hem aan de pianiste te kop-<br />

pelen en los te maken van een temperamentvolle<br />

danseres, per sé over zich heen laten gaan. De<br />

temperamentvolle danseres veroorzaakt een vree-<br />

selij k schandaal door serviezen stuk te gooien en<br />

haar paarlcollier aan een onbekenden hotelrat<br />

kwijt te raken. De onbekende hotelrat geeft zich<br />

uit voor politiedeskundige en berooft, tijdens het<br />

door Karl geleide onderzoek, haast alle gasten<br />

van een kostbaarheid. Het wordt een gekkenhuis<br />

in het Europa Hotel. Een gekkenhuis van pro-<br />

testeerende, opgesloten zijnde, huilende gasten en<br />

een in zijn machtsgevoel volkomen losgeslagen<br />

portier. De directeur keert terug en ontslaat Karl<br />

op staanden voet. Karl begaat de impertinentie<br />

een kamer voor zichzelf en een kamer voor zijn<br />

tooneelspelende beschermelinge te huren. Dan<br />

komt hij er achter, dat de hulpvaardige politie-<br />

deskundige de dief is, ontmaskert dezen dief op<br />

omslachtige doch afdoende wijze, redt de eer van<br />

het Europa Hotel en aanvaardt goedgunstig het<br />

opnieuw aangeboden baantje van. . . . huisknecht.<br />

De ervaring heeft hem geleerd, dat het niets pret-<br />

tig is zoo hoog te stijgen! Het behoeft geen be-<br />

toog, dat het tooneelspeelstertje een „engage-<br />

ment" (zij trouwt hem namelijk) van den too-<br />

nèeldirecteur ontvangt, dat de miniaturen-<br />

professor het eens wordt met de pianiste, dat de<br />

temperamentvolle danseres zich troost met haar<br />

allerzotsten secretaris, dat een van zijn vrouw<br />

weggeloopen zakenman de door Karl gewenschte<br />

verzoening toch maar aanvaardt. Dit alles heeft<br />

Karl bewerkstelligd. Zijn onhandigheid blijkt een<br />

zeer gesublimeerde vorm van handigheid te zijn.<br />

gekruid met hier en daar een vleugje Weensche<br />

philosofie.<br />

Dus wel een rol voor Hans Moser. Jazeker I<br />

Maar ik zag den komiek in deze film wel wat te<br />

vaak op het doek. Wij mogen hem niet rekenen<br />

tot de filmkomieken, die het van ,,gags", val- en<br />

smijtpartijen, acrobatiek moeten hebben. De<br />

corypheeën van dit „gag"-genre — dat ik zeer<br />

zeker ook weet te waardeeren! — behooren wèl<br />

voortdurend in het beeld te zijn, omdat alles aan-<br />

komt op hun persoonlijke capriolen. Hans Moser<br />

daarentegen is een humoristische karakterspeler<br />

van een reeds overbekend type. De voortdurende<br />

aanwezigheid van karakterspelers in het beeld is<br />

niet noodig, zelfs niet wenschelijk. Juist met de<br />

scènes, waarin zij eens even ontbreken, heeft men<br />

een mooie kans hun karakters en de gevolgen<br />

van hun uit deze karakters voortvloeiende daden<br />

van allerlei kanten te belichten.<br />

Hier laadde men al het grappige op Mosers<br />

schouders, maakte als het ware een film haast vol-<br />

komen in den „ik-vorm". Het spijt mij, maar op<br />

den duur werd dat mij van het Mosersche te<br />

veel. . . .<br />

Te meer daar hij in „Een nacht portier" om-<br />

geven is door een aantal voortreffelijke spelers.<br />

Zoo was bijvoorbeeld Viktor Afritsch' typeering<br />

van den braven zakenman een klein juweeltje en<br />

de gentleman-oplichter van Fritz Odemar van<br />

hetzelfde laken een pak.<br />

Alles bij elkaar heb ik dan ook dikwijls ge-<br />

noeglijk zitten grinniken om deze pariodeerende<br />

hotel-historie. P. BEISHUIZEN.<br />

nieronder links: De portier (Hans Mo-<br />

ser) en de pseudo-speurder (Fritz Odemar)<br />

deelen de gasten mede, dat een pijnlijk<br />

onderzoek noodig zal zijn. — Rechts: De<br />

op scheiding staande zakenman (Viktor<br />

Afritsch) en zyn vrouw (Ruth Eweler) in<br />

een moeilijk parket, verdacht van juweelen-<br />

roof. (Foto't Bavaria)<br />

,*''""<br />

te<br />

De ontslascn portier, die eerst 35 jaar<br />

huisknecht icas, laat zich nu zelf eens be-<br />

dienen (Hans Moser en Otto Briiggeman).<br />

Hieronder: Het arme actricetje (Irene von<br />

Meyendorff) op zoek naar een engagement.<br />

(Foto's Bavaria)<br />

S/^ EEN NACHT PORTIER<br />

Einmal der liebe Herrgott sein<br />

Draaiboek: Hans G. Kernmayr en Fritz Koselka. —<br />

Muziek: Leo Leux. — Camera: Bruno Stephan. —<br />

Architecten: Reiber en Pfenninger. — Geluid: Lud-<br />

wig Heiss. — Montage: Ludolf Grisebach. — Pro-<br />

ductieleiding: Ottmar Ostermayr.<br />

Regie: HANS H. ZERLETT.<br />

Personen:<br />

Kari Geschwandtner Hans Moser<br />

Marie Christine .... Irene von Meyendorff<br />

Clusius, theaterdirecteur . Hans Zesch-Ballot<br />

Prof. Freiburg Ivan Petrovich<br />

Elvira del Basto Margit Symo<br />

Prof. Scherck-Klerck Fritz Odemar<br />

Verder met Willem Holsboer, Anton Pointner, Lotte<br />

Lang, Ruth Eweler, Viktor Afritsch.<br />

Een BAVARIA-Film<br />

DE TIJD GAAT SNEL ....<br />

Het verschil tusschen de eerste filmstrooken,<br />

die even voor het begin der twintigste eeuw ver-<br />

schenen, en de film van heden is enorm; gevolg<br />

van den onvermoeibaren arbeid verricht door<br />

lieden, die hun heele kunnen zoowel op technisch<br />

als artistiek gebied in dienst hebben gesteld van<br />

de celluloid-strook. Telkens hebben nieuwe vin-<br />

dingen op cinematografisch gebied groote om-<br />

wentelingen veroorzaakt en ook telkens heeft de<br />

filmwereld zich met verbluffende snelheid en sou-<br />

plesse weten aan te passen.<br />

Toen in 1895 het Europeesche publiek, dat<br />

nauwelijks eenige interesse toonde, in een kermis-<br />

tent werd vergast op een voor die dagen zeer<br />

sportief gekleed heer, die op een primitief scherm<br />

ettelijke malen per dag een robbertje bokste met<br />

een kangeroe, heeft wel niemand kunnen vermoe-<br />

den, welke vlucht dit nieuwtje nemen zou.<br />

De tentoonstelling „Veertig jaren Duitsche<br />

Film", die de Ufa in het enorme Palais des<br />

Heaux Arts te Brussel organiseerde, naar aanlei-<br />

ding van haar zoojuist herdacht vijf en twintig<br />

jarig bestaan, brengt ons dit in herinnering. Hier<br />

is in enkele zalen van het groote gebouw in een<br />

serie foto's, plakkaten en maquettes de ontwikke-<br />

lingsgang der Duitsche filmindustrie in beeld<br />

gebracht.<br />

Men zou misschien in sommige opzichten deze<br />

expositie anders gewenscht hebben, meer ter zake<br />

doende; want veel van wat hier hangt en staat is<br />

ten hoogste interessant voor statistici, en van<br />

geenerlei essentieel belang voor het wezen of de<br />

ontwikkeling der film.<br />

Het geheele eerste gedeelte der tentoonstellings-<br />

ruimte vertelt aan de hand van teekeningen en<br />

fotografische opnamen min of meer interessante<br />

bijzonderheden over de uitgestrektheid der Duit-<br />

sche filmstad te Neu-Babelsberg,.<br />

Dan hangt er in een volgende zaal, naast een<br />

serie foto's van filmsterren in hun vrijen tijd, een<br />

verzameling uit het archief van het Ufa-museum,<br />

waaraan men vrij nauwkeurig de diverse ontwik-<br />

kelingsstadia zoowel in opname- als projectie-<br />

• techniek kan nagaan.<br />

Een volgend gedeelte is verder gewijd aan de<br />

Duitsche Cultuurfilm, die in den loop der jaren<br />

over de geheele wereld zoo'n uitnemenden naam<br />

gekregen heeft.<br />

In deze afdeeling heeft ook de Wochenschau,<br />

die op het oogenblik de geheele Europeesche ge-<br />

meenschap doet meeleven met den strijd aan het<br />

front, de haar toekomende voorname plaats ge-<br />

kregen.<br />

En dan, na een serie reclame-plakkaten in alle<br />

talen van Europa (en dat zijn er heel wat als men<br />

zoo eens rondkijkt) geeft een lange reeks uit-<br />

stekende foto's den gang weer van draaiboek via<br />

decorbouw en regieconferenties tot de uiteinde-<br />

lijke film, zooals deze haar weg vindt door ge-<br />

heel Europa. Dit, stellig het interessantste ge-<br />

deelte van deze exposi-<br />

tie brengt werkopnamen<br />

van vrijwel alle bekende<br />

Duitsche repisseurs.<br />

Intusschen is het uiter-<br />

mate interessant een ver-<br />

gelijking te trekken tus-<br />

schen de filmproducten<br />

der laatste jaren en de<br />

rolprenten uit den tijd,<br />

toen de cinematografie<br />

nog nauwelijks haar kin-<br />

Een beeld uit het<br />

Ufa-museum: De. ver-<br />

vaardiging van tee-<br />

ken-trucfilms; nan de<br />

ham] van schema's<br />

«n voorbeelden wordt<br />

hier het ontstaan aan-<br />

gegeven. (Foto Ufa)<br />

hten Uja~juoileumtentoonstelllng te Brussel<br />

derschoenen ontwassen was.<br />

Een film van Hans Adelbert von Schlettow:<br />

„Kinder, wie die Zeit vergeht", die eveneens ter<br />

gelegenheid van het Ufa-jubileum in de bioscoop<br />

van hetzelfde gebouw draaide, geeft hiertoe ruim-<br />

schoots gelegenheid, en het is bijna droevig hier<br />

van tijd tot .tijd filmfragmenten te moeten zien,<br />

die hoewel technisch verouderd van filmisch in-<br />

zicht en filmischen smaak getuigen, die in onze<br />

dagen dikwijls ontbreken.<br />

Deze — behoudens enkele min of meer banale<br />

grollen — werkelijk amusante en onderhoudende<br />

film toont ons o.a. de eerste en opmerkelijk goed<br />

geslaagde poging tot massa-figuratie in de Itali-<br />

aansche film „Julius Caesar" en men realiseert<br />

zich met aangename verbazing de soberheid in<br />

regie, decor en aankleeding, die hier ten toon ge-<br />

spreid is. Een voorbeeld voor verschillende coh-<br />

temporaire regisseurs.<br />

En ook de eerste trucfilms, waarvan de enthou-<br />

siaste en niet meer zoo heel jonge bioscoopbezoe-<br />

ker zich zonder eenigen twijfel „Het Spookslot"<br />

met Max Linder zal herinneren, en misschien ook<br />

de „Papiermensch", verrassen door hun uitsteken-<br />

de trucage, hoewel zij door verschillende onver-<br />

geeflijke onnauwkeurigheden de belangrijkheid<br />

van zooiets moderns als de script-girl scherp<br />

onderstreepen. Het is niets ongewoons om in deze<br />

films den jeugdigen held in een licht pak de trap<br />

af te zien gaan, waarna hij in rouwkleeding door<br />

de voordeur verdwijnt.<br />

De meeste opnamen dateeren omstreeks 1910,<br />

en hoewel het interessant is de „Wochenschau"<br />

uit die dagen te zien, zou men toch iets meer af-<br />

wisseling wenschen, waarvoor zeer zeker scènes<br />

uit de groote L'fa-films, die over de geheele<br />

wereld een succes waren, in de eerste plaats in<br />

aanmerking zouden komen.<br />

Tot slot nog een opmerking over de smalfilm.<br />

In het kader der voorstellingen rond het zilveren<br />

Ufa-jubileum heeft men voor de pers eenige<br />

strecken uit de Ufa , Wochenschau overgebracht<br />

op 16 mm film, evenals een gedeelte uit „Trenck<br />

de Pandoer".<br />

Het probleem der smalfilm heeft sedert langen<br />

tijd de belangstelling der produceerende maat-<br />

schappijen gehad omdat de groote voordeelen er-<br />

van evident zijn, voornamelijk in deze oorlogs-<br />

jaren : materiaalbesparing bij eenvoudige ver-<br />

plaatsing der projectie-apparaten.<br />

De grootste bezwaren waren tot nu toe echter<br />

het moeilijk aanbrengen van ondertitels in de<br />

taal van het land, waarnaar de film geëxporteerd<br />

werd, en het beeld, dat bij vergrooting veel van<br />

zijn scherpte verloor. Na het zien van deze stroo-<br />

ken kan men echter met een gerust geweten zeg-<br />

gen dat deze problemen op radicale wijze zijn<br />

opgelost, zoodat de toekomst der smalfilm weinig<br />

meer in den weg staat.<br />

Brussel. CHARLES KRUPA.


Mum>'*-wv*<br />

GROOT DANSDEBUUT IN<br />

'S-GRAVENHAGE VAN<br />

INDRADEV<br />

Als bezoeker op de vele dansavonden in het<br />

Haagsche Diligentia is de overslanke, nobel-<br />

geprofileerde verschijning van den Hindoe-danser<br />

Indradev Prasad in zijn nationale kleederdracht<br />

overbekend. Nederlandsche vrienden hebben hem,<br />

meen ik in oorlogstijd uit Parijs hierheen gehaald<br />

en zijn dansschool heeft naam gekregen, zonder<br />

dat hij tot dusverre zelf of met zijn leerlingen in<br />

het openbaar optrad.<br />

Nu dat in een lang van te voren aangekondigden<br />

middag wel het geval was, moet ik eerlijk beken-<br />

nen dat ik er eenigszins huiverig naar toe gegaan<br />

ben. De voorliefde van sommige rijkelui's krin-<br />

gen in ons land voor alles wat uit Britsch-Indië<br />

komt, loopt veelal via kanaaltjes en sluisjes,<br />

waar mijn scheepje niet zoo makkelijk doorheen<br />

wil. Nog daargelaten het feit, dat den Haag<br />

altijd nogal gauw snobistisch warm loopt voor<br />

alles wat maar vreemd, wonderlijk en exotisch is<br />

en bij voorkeur door bevoorrechte ingewijden<br />

(waartoe iedereen zich dan rekent) „begrepen"<br />

kan worden.<br />

Welnu, aan uiterlijk vertoon heeft het dezen<br />

middag ook stellig niet ontbroken. Heel den<br />

Haag was in een uitverkochte zaal present, er<br />

werd na elk der veertien dansen zulk een schat'<br />

van bloemen opgedragen als een heel ziekenhuis<br />

in een week niet bij elkaar ziet. En van heinde<br />

en verre waren alle kunstzusters en kunstbroeders<br />

uit de danswereld samengestroomd. De lijst der<br />

aanwezigen en het „Drum und Dran" van dezen<br />

middag zou in tijden van grooteren papierover-<br />

vloed op zichzelf al een zeer leesbare lectuur ge-<br />

vormd hebben.<br />

Maar laat mij dan terstond mogen zeggen, dat<br />

Indradev het pleit glansrijk gewonnen heeft en<br />

dat wel ieder aan dezen eersten middag diepe en<br />

onvergankelijke herinneringen zal behouden. Het<br />

was temidden van veel pracht en praal een uiterst<br />

gekund, voornaam en bezield dansen. De Hindoe<br />

heeft tijd en rust. Terwijl wij bij de grootste<br />

dansers vaak na een uur weer op straat staan,<br />

bleven wij hier de volle drie en een half uur ge-<br />

boeid staren naar de geheimen en verfijningen<br />

van een oude, mythologische gebaren-taal, die ons<br />

bovendien minder ver af staat dan wij wel eens<br />

denken.<br />

In den loop der jaren heeft men, ook in ons<br />

land, verschillende vooraanstaande Hindoe-dan-<br />

sers gezien. De grootste en nobelste van hen,<br />

Udai Shan Khar, placht hier vrijwel ieder seizoen<br />

op te treden. Hindoe-danseressen, over het alge-<br />

meen zeldzamer dan de dansers (als ik het wel<br />

heb, bestaan daar kaste-bezwaren tegen en laat<br />

men dat gemeenlijk aan de beroeps-odalisken, de<br />

nautch-meisjes, over), volgden eveneens en min-<br />

stens een van haar — de kleine, sierlijke Saba —<br />

heeft zich blijvend in ons land gevestigd.<br />

Wat zij brachten, is den Europeaan in wezen<br />

verwanter dan de overigens technisch niet minder<br />

kunstige dans van Java of Cambodja. De oer-<br />

arische oorsprong van den Hindoe, zijn klare,<br />

loutere, vaak zonnige en op een stil-droomend<br />

hedonisme afgestemde thema's blijven ons ver-<br />

want, zelfs in de letterlijk „aan handen en voeten<br />

gebonden" symbolische uitdrukkingsmiddelen.<br />

In het Sanskrit, heb ik wel eens gelezen, is er<br />

maar één en hetzelfde woord voor tooneel en<br />

dans. De danser „speelt" alles met zijn lichaam<br />

en zijn dansen zijn zuivere „hieroglyphen": een<br />

uitdrukkingstaai van vingertoppen en voet- en<br />

halsstanden, die den onkundigen toeschouwer<br />

weliswaar voorbij gaat als een soort „doofstom-<br />

mentaal", maar die door andere „doofstommen"<br />

dusdanig duidelijk „verstaan" word|, dat zij<br />

geen detail onduidelijk laat. Het was daarom<br />

goed gezien om deze dansen<br />

vooraf te doen gaan door een<br />

demonstratie van de aloude, vaste<br />

rhythmen, die niet alleen in vier-<br />

en vijfkwartsmaat, of zooals bij<br />

de Russen in zevenkwartsmaat,<br />

maar door den Hindoe zelfs in<br />

zestien en tweeëntwintig-kwarten<br />

gedanst worden. Ook de verschil-<br />

lende „moedra's", de vaste hiero-<br />

glyphen van hand en vingertop-<br />

pen, werden van te voren ge-<br />

demonstreerd en al kunnen wij<br />

moeilijk zeggen, dat wij nu ineens<br />

de 24 „wortelmoedra's" en de<br />

650 andere „danswoorden" van<br />

het rhythmisch gemouvementeer-<br />

de lichaam kunnen „aflezen", het<br />

maakte toch zonder twijfel de<br />

daarop volgende dansen veel en<br />

veel duidelijker. En Indradev is<br />

inderdaad volleerd en zelfs gróót<br />

in zijn moedra's. Voegt men daar-<br />

bij het beheerschte en sterk-man-<br />

nelijke temperament, de vaste<br />

planting van zijn voetschellen op<br />

den dansvloer en zijn groote,<br />

vorstelijke allure voor costuum<br />

en detail, dan kan men wellicht<br />

eenigszins den indruk voelen, die<br />

deze middag maakte. Prachtige<br />

natuur- en lente-dansen, lyrische<br />

liefdesrhythmen, culmineerend in<br />

Indradev en Mohini Devi in<br />

een herdersdans.<br />

Een der „Moedra's" of „danstcoorden"<br />

van Indradev^ (Foto's Woldringh)<br />

een geheel in goud gedansten parendans, een<br />

„Mogul Nautch" uit vroeger eeuwen, religieuze<br />

Shiva en Krishna-riten na de pauze vormden<br />

bonte, pralende stoeten van dansenden tegen den<br />

achtergrond van een voortreffelijk samengesteld<br />

Hindoe-orkest, waarvan het koninklijke beeld<br />

zich diep in de herinnering grift. Ik moet zeggen,<br />

dat ik nog nimmer zooveel smaak en verfijning<br />

in het costuum, in de als pauwestaarten ten<br />

toongespreide dansrokken der partners, en in de<br />

zonder twijfel authentieke requisieten heb gezien<br />

als hier ten tooneele werd gebracht, terwijl de<br />

geheele middag in volmaakte harmonie met groep<br />

en orkest werd afgewerkt. Men kan zich in de<br />

groote steden van Europa geen gavere voorstel-<br />

ling denken dan hier in den Haag, met zooveel<br />

Nederlandsche hulpkrachten, plaatsvond.<br />

Want achter de namen Damayanti en Mohini<br />

Devi verbergen zich twee welbekende Nederland-<br />

sche solo-danseressen, die sinds geruimen tijd tot<br />

de leerlingen van Indradev zijn gaan behooren<br />

en reeds verbluffende resultaten hebben bereikt.<br />

Is Mohini de plastisch sterkere persoonlijkheid<br />

van beiden, van Damayanti daarentegen vielen<br />

b.v. de zeer fraaie „moedra" in een apsara of<br />

nymfendans op, als ook een bekende „Marwari<br />

Nautch" of Hindoe-zigeunerdans. Beide danse-<br />

ressen zongen tevens, evenals Indradev, zelf de<br />

welluidende en kunstige sanskrit-rhythmen en<br />

zetten zich ook temidden der anderen om de<br />

prachtige zinderende houtinstrumenten van het<br />

orkest te bespelen.<br />

Dit orkest stond onder leiding van Peter van<br />

Hoboken, dien ik reeds twintig jaar geleden als<br />

ernstig beoefenaar der Hindoe-muziek aantrof<br />

en die zich sindsdien door vele jaren van oefe-<br />

ning ter plaatse bekwaamd heeft. Dat de sera-<br />

phina, die hij meestal bespeelde (een in vele op-<br />

zichten nogal klagelijk hand-harmonium) blijk-<br />

baar een m.i. vrij ongelukkige erfenis aan den<br />

Indischen dans van onze missionnarissen is ge-<br />

weest en stellig zooveel minder dan de Hindoe-<br />

fluit, kan hij tenslotte ook niet. helpen. Ook het<br />

fluitspel van een onbekende was overigens zeer<br />

goed en de „tabla's", de verschillende trommen,<br />

werden voortreffelijk bespeeld door een andere<br />

onbekende, wier zang eveneens tot de vele schoone<br />

herinneringen aan dezen uitzonderlijk rijken,<br />

bezielden en geraffineerd voorbereiden dans-<br />

middag behoorde. HENRIK SCHÖLTE.<br />

NAPOLEON OP ST .HELE.VA.<br />

Een nieuwe, groote Italiaansche film behandelt<br />

de verbanning en den dood van Napoleon op<br />

St. Helena. Renato Simoni heeft de regie. De<br />

voornaamste spelers zijn: Ruggero Ruggeri,<br />

Carla Candiani, Rubi Dalma, Elsa de Giorgi,<br />

Luigi Cimara, Lamberto Picasso, Annibale<br />

Betrone, Paolo Stoppa. „Napoleon op St. Helena"<br />

behoort tot de productie-Scalera.<br />

CINEMA (^ THEATER — (nr. 17) 4<br />

Het is niet anders: voor ons zijn de gestalten<br />

van Otto Gebühr en Frederik den Grooten tot één<br />

wezen samengesmolten. Gebühr is er zelf „schuld"<br />

aan. Meer dan een halven menschenleeftijd was<br />

hij telkens weer „de groote koning". Hij is voor<br />

velen Frederik de Groote en eerst in de tweede<br />

plaats Otto Gebühr.<br />

De verpersoonlijking van Fridericus Rex in<br />

zijn kunst is Gebühr's dierbare levenstaak ge-<br />

worden. Het is hem in zekeren zin door het too-<br />

neel- en filmpubliek opgelegd om deze rol verder<br />

te spelen. Resultaat tot heden: niet minder dan<br />

tien Gebührfilms, gewijd aan het leven van zijn<br />

tweede ik. Vijf in den „stommen" tijd en vijf met<br />

een „sprekenden" koning. . . .<br />

Het was echter geenszins een concessie aan het<br />

publiek, waarom Gebühr doorging met het spelen<br />

van zijn levensrol. Het was. . . . Maar neen,<br />

Gebühr kan het beter zélf vertellen in den loop<br />

van het gesprek, dat wij met hem mochten heb-<br />

ben bij zijn bezoek aan Nederland.<br />

Gebühr verscheen ons geheel zooals wij hem<br />

van de film kenden : kras voor zijn jaren met hel-<br />

der rondblikkende oogen in een expressief gelaat.<br />

Het eenige verschil met zijn bekende filmfiguur<br />

was het moderne colbertcostuum, dat hij droeg.<br />

De indruk van zijn reeks Fridericusvertolkingen<br />

had ons half doen verwachten hem in den wapen-<br />

rok van den Pruissischen koning te zien ver-<br />

schijnen ....<br />

Onder den arm droeg Gebühr een foudraal,<br />

dat duidelijk een of ander snareninstrument om-<br />

hulde. Speelt Gebühr mandoline of luit ? In de<br />

veelheid van andere vragen is deze ééne helaas<br />

niet aan de beurt gekomen. Dat Gebühr's liefheb-<br />

berijen zich ook op muziekgebied uitstrekken<br />

meenen wij echter wel te mogen concludeeren.<br />

Gebühr's begroeting was — hoe kon het anders<br />

bij dezen „koningsspeler" — „vorstelijk": tege-<br />

moetkomend en indrukwekkend. Alles met korte<br />

krachtige gebaren onderstreept. Zijn stem dwingt<br />

tot luisteren alleen reeds door zijn — ietwat<br />

scherpen — indringenden klank.<br />

Meteen volgt Gebühr's antwoord op onze ge-<br />

ijkte eerste vraag, of hij Nederland reeds van vroe-<br />

ger kende : „Ja, dit is niet mijn eerste bezoek aan<br />

uw land. Maar het is lang geleden, dat ik hier<br />

voor het laatst was. Ongeveer twintig jaar ge-<br />

leden woonde ik in Rotterdam de Nederlandsche<br />

première bij van de eerste van mijn reeks films<br />

over den grooten koning, „Fridericus Rex" heet-<br />

te dat — nog „zwijgend" — begin. Ook daar-<br />

vóór was ik nog enkele malen in Nederland. . ."<br />

uEn nu de historische vraag: wat zijn uw in-<br />

drukken van ons land ?"<br />

„Ik ben Rijnlander van geboorte en daar-<br />

om ..."<br />

„Weet u, dat wij u altijd voor een Pruis heb-<br />

ben gehouden? Vermoedelijk ook alweer een<br />

gevolg van uw creatie van den Pruissischen<br />

koning..."<br />

„Ja, de „alte Fritz" heeft een stempel op mijn<br />

leven gedrukt," glimlacht Gebühr, „maar u vroeg<br />

mijn indrukken van Nederland. Als Rijnlander<br />

interesseer ik mij buitengewoon voor uw land. Er<br />

is zooveel overeenkomst op te merken. Uw taal<br />

doet mij steeds aan het Keulsch denken. Ik kan<br />

haar daardoor ook gemakkelijk volgen. Ook heb<br />

ik veel waardeering voor het verzorgde uiterlijk<br />

van het land. Dat zal wel vaker door buiten-<br />

landers bij een vraag als de uwe gezegd zijn.<br />

maar niettemin: het treft mij ook nu weer."<br />

„Over uw kunst en speciaal over uw Fridericus-<br />

rol gesproken, hoe is u begonnen met de uitbeel-<br />

ding van den grooten koning?"<br />

„Min of meer toevallig. Ik was reeds twintig<br />

jaar aan het tooneel, toen ik bij de rolverdeeling<br />

5 (nr. 17) — CINEMA & THEATER<br />

van een stuk over koning Frederik voornamelijk<br />

om mijn lichamelijke overeenkomst „den grooten<br />

koning" kreeg toegewezen."<br />

„Is de ,koningsrol" ook uw liefste rol?"<br />

„Stellig. Die rol is mij lief, omdat ik er mee<br />

groot geworden ben. Het is ook een prachtige<br />

opdracht, den grooten Fritz voor het volk weder-<br />

om tot leven te brengen. Vele van zijn daden en<br />

gedachten passen volkomen bij dezen tijd, waarin<br />

het nationale gevoel zoo sterk naar voren treedt."<br />

,,U hebt behalve voor de film de „koningsrol"<br />

ook vele malen ten tooneele uitgebeeld. Waar<br />

kunt u deze figuur het meest laten spreken: op<br />

het tooneel of voor de camera?"<br />

„Film en tooneel zijn twee in wezen verschil-<br />

lende zaken. Aan den kunstenaar zelf geeft het<br />

tooneel meer voldoening; het is meer een afge-<br />

rond geheel. De film daarentegen heeft een veel<br />

breeder werkingsterrein. Zij bezorgt populariteit,<br />

juist voor een figuur als Frederik de Groote zoo<br />

van noode.... En nu: wilt u mij verontschul-<br />

digen, want het wordt tijd voor mijn optreden."<br />

Wij leggen Gebühr tenslotte nog enkele van<br />

zijn eigen portretten voor. Hij klemt een monocle<br />

in zijn rechteroog en zet met een vulpen — een<br />

anachronisme bij koning Frederik — enkele<br />

-<br />

wn<br />

(Foto Tohis)<br />

malen zijn naam: Otto Gebühr. . .<br />

Het is wat ondeugend, maar wij kunnen niet<br />

nalaten nog te vragen: „Zet u nooit bij vergis-<br />

sing als handteekening Fridericus Rex. ..."<br />

Gebühr glimlacht. „Gelukkig heb ik steeds<br />

Otto Gebühr en Frederik de Groote uit elkaar<br />

weten te houden ..."<br />

Met een krachtigen, pittigen handdruk neemt<br />

de acteur afscheid. Wij hadden hem nog zoo-<br />

veel willen vragen. Naar zijn andere tooneeU<br />

en filmwerk, zijn andere rollen, zijn liefhebbe-<br />

rijen. Ook hadden wij graag gehoord of het fluit-<br />

spel in zijn laatste film „De Groote Koning"<br />

door hemzelf voortgebracht werd, en of. . .<br />

Maar laten wij tevreden zijn; het is al een heele<br />

onderscheiding, dat wij ter audiëntie zijn toe-<br />

gelaten bij den tweeden „grooten koning".<br />

Enkele uren na dit interview stond Gebühr op<br />

het tooneel en hield hij het publiek bezig met zij n<br />

kunst, die ook ditmaal weer op het Frederik de<br />

Groote-motief berustte: voordracht van citaten<br />

en anecdotes uit 's konings werken en leven.<br />

Frederik de Groote heeft in Otto Gebühr een<br />

„onverbeterlijken" pleitbezorger gevonden....<br />

CHRIS. J. RENDERING,<br />

'^^i.<br />

:l<br />

.<br />

'


.<br />

TOSCA<br />

door ISederlandt ers ten tooneele gebracht<br />

Zoo heeft de Amsterdamsche Opera het be-<br />

roemde Puccini-trio: Bohème—Butterfly—Tosca<br />

voltooid en te samen met de Italiaansche Stagioae<br />

den echten opera-liefhebber gelegenheid gegeven<br />

zijn hart op te halen. Men zou dien liefhebber<br />

wel in herinnering willen brengen, dat er behalve<br />

het dikke hout, waarvan men planken zaagt, ook<br />

nog zoo veel en zulk mooi fijn-hout is en dat hij<br />

zich zelf te kort doet, wanneer hij alleen maar<br />

belangstelling heeft voor die dikke-planken-<br />

zagerij, doch ik weet, dat het niet veel zou helpen.<br />

In elk geval heeft men nu twee Italiaansche<br />

en een Nederlandsche Puccini gehoord en men<br />

moet onmiddellijk toegeven, dat — waar we geen<br />

détail-vergelijkingen wenschen te maken — ons<br />

eigen gezelschap een uitmuntend figuur geslagen<br />

heeft. Italianen blijven Italianen en worden nooit<br />

Nederlanders en omgekeerd! Die echte weg-<br />

smij terij van de klinkende en pakkende passages,<br />

gevolg van een doorgewinterde routine en deze<br />

weer gevolg van een eeuwen-lange cultuur ligt<br />

den Noorderling niet. Het zou hem trouwe'ns al<br />

bijster slecht afgaan.<br />

En ook: wie in Parijs wel eens een Wagner-<br />

werk gehoord heeft slaakt met mij de verzuch<br />

tmg: „Liever niet meer". Toen ik te Rome op<br />

bezoek was bij Ottorino Respighi. conservatorium-<br />

directeur en ook te onzent bekend als componist<br />

ging daar juist de Parsifal. Hij raadde me niet<br />

alleen een bezoek af, maar vroeg, guitig lachend,<br />

of ik er as-je-blieft niet heen wilde gaan, omdat<br />

hij wilde voorkomen, dat ik met een ongunstigen<br />

opera-indruk de Eeuwige Stad zou verlaten. Ik<br />

,,mocht" wel naar Aida, zei hij, maar moest dan<br />

nog immer bedenken, dat er maar één Milaan<br />

was! Hoewel die Aïda in Rome ook prachtig ver-<br />

liep, dat kan ik u zeggen!<br />

Dus: geen vergelijkingen!<br />

Wij voelden ons eenigszins vreemd te moede,<br />

in één week van een jong gezelschap twee zoo<br />

uifeenloopende werken te hooren als Pelléas en<br />

, ■ ■,:.. t.... ■■ .■,*:. .■<br />

Tosca. Het was als een<br />

val uil de sereniteit<br />

naar de realiteit. Stel<br />

je je een open doekje<br />

voor in den Pelléas!<br />

En Tosca was nog<br />

geen vijf minuten aan<br />

den gang, of Chris<br />

Reumer had het eerste<br />

reeds te pakken, al<br />

was hert dan om zijn<br />

mooie „hooge bes", die<br />

voor een oogenblik bij<br />

het dankbare publiek<br />

de plaats innam van de<br />

traditioneele „hooge c".<br />

Meer kwamen er ech-<br />

ter niet, noch na Tos-<br />

ca's aria in II „Vissi<br />

d'acte", noch na Cava-<br />

radossi's sterren-aria<br />

in III. En dat zit 'm<br />

nu juist in die weg-<br />

smijterij. Dat wil niet<br />

zeggen, dat het in een<br />

of andere voorstelling,<br />

wanneer iedereen zich<br />

meer „thuis" gaat ge-<br />

voelen en het heilige<br />

vuur plotseling uit-<br />

slaat, niet eens zal ge-<br />

beuren, maar dezen<br />

eersten avond bleef het<br />

succes in dezen vorm<br />

uit, hoewel na afloop<br />

de uitverkochte zaal<br />

wel fanatiek geapplau-<br />

disseerd heeft.<br />

Chris Reumer heeft<br />

voor den Cavaradossi<br />

de stem en de figuur,<br />

zoodat hij met groote<br />

tevredenheid deze nieu-<br />

we rol op zijn reper-<br />

toire kan plaatsen. De<br />

heftige scènes liggen<br />

hem muzikaal èn dramatisch het best, de ge-<br />

voelige minder. Nemen we als voorbeeld den<br />

eersten inzet van „O dolci mani", wanneer hij na<br />

Tosca's bekentenis van den moord op Scarpia<br />

haar handen streelt. Het vertolken van de op die<br />

plaats geëischte emotie ligt vooralsnog buiten<br />

zijn bereik. Ook zou men zijn houding in gaan<br />

en staan wat voornamer willen zien voor den<br />

man-van-de-wereld, die de schilder ongetwijfeld<br />

toch is.<br />

Ruth Horna's uitbeelding van de titelrol toont,<br />

dat zij enorm vooruitgegaan is. Wat klinkt dié<br />

stem in alle liggingen mooi en hoe weet zij veelal<br />

Boven: Ruth Hor-<br />

na ah Tosca en Otto<br />

Couperus als Scarpia<br />

in de kapel. —<br />

Rechts: Tosca knielt,<br />

na Scarpia vermoord<br />

te hebben, bg het<br />

lijk neer.<br />

(Foto's Staff/Borrius)<br />

■\mmmm.<br />

de dramatische situatie juist te treffen. Al groei-<br />

end in deze veeleischende taak kan zij zich het<br />

fascineerende element steeds meer eigen maken.<br />

Otto Couperus bevindt zich in de eigenaardige<br />

positie, dat zijn stem de hoogte, .het penetrante<br />

karakter en het volume voor den Scarpia eigen-<br />

lijk mist. Vandaar wellicht ook nu en dan een<br />

lichte detonatie. Te meer moet men het in dezen<br />

artist dan ook bewonderen, dat hij de figuur<br />

treffend uitgebeeld heeft.<br />

De Koster van Henk Angenent vond ik zonder<br />

voorbehoud ideaal. Hij heeft de rol werkelijk ge-<br />

zongen, typeerde het mannetje zeer juist en ver-<br />

viel niet in de charges, welke menige zanger ten<br />

beste meent te moeten geven, als hij deze rol<br />

spelen gaat. Siemen Jongsma frappeerde als<br />

Angelotti wederom door zijn mooi geluid.<br />

Ook de kleinere partijen werden door Jan<br />

Voogt, F. Bosch, F. Mahn en Jo van de Meent<br />

zeer bevredigend vertolkt, terwijl het koor, als<br />

altijd, zich eveneens voortreffelijk van zijn taak<br />

kweet.<br />

Glastra van Loon, die uit het orkest haalde wat<br />

er in zat en speciaal de felle pagina's tot haar<br />

dramatisch recht deed komen, kan hier en daar,<br />

als alles meer ingespeeld raakt, stellig zijn tempo<br />

wel iats versnellen. De manier, waarop hij deze<br />

opera leidde, is waarborg voor een groot aantal<br />

succes-volle uitvoeringen.<br />

De regie bood van alles, wat men zoo gewoon-<br />

lijk in een Tosca ziet, genieten of niet-genieten<br />

kan. Speciaal de processie in I biedt moeilijk-<br />

heden, welker oplossing een glimlach om het<br />

poovere resultaat niet kan doen weerhouden.<br />

Sommige „geestelijken" zijn wel in zeer eigen-<br />

aardige kleedij gestoken.<br />

Het succes liet niet den minsten twijfel om-<br />

trent de bereikte resultaten. Natuurlijk speelt het<br />

kasvraagstuk bij deze keuze een groote rol en dat<br />

is volledig te begrijpen, en daarom kwam de<br />

wensch bij mij op, dat de Italiaansche Stagione<br />

het volgend jaar iets anders moge brengen.<br />

Deze Stagione in dezen vorm verkeert niet in<br />

dezelfde omstandigheden als onze vroegere „Itali-<br />

aantjes" en dan verlangen we hier zeer naar iets<br />

anders dan het overbekende repertoire.<br />

Een Falstaff zouden we gaarne elk jaar hier<br />

hooren en dan ook in Amsterdam, dat er thans<br />

van verstoken moest blijven. Voor deze Matthäus-<br />

Passion der opera-litteratuur is één jaarlij ksche<br />

uitvoering toch stellig niet te veel. En dan den-<br />

ken we — wanneer men toch Puccini wil bren-<br />

gen —- aan diens Tryptichon (Il Tabarro, Suor<br />

Angelica en Gianni Schicchi) en wat Verdi be-<br />

treft aan een Nabucco of een Otello; of om eens<br />

een anderen kant uit te kijken: een juweel als<br />

Don Pasquale van Donizetti, dat inderdaad<br />

alleen door geroutineerde Italianen volmaakt te<br />

CINEMA & THEATER — (ar. 17) 6<br />

, , ._ ^t. . . ..ü-aäEÄ<br />

mmw**®****<br />

Chris Reumer ah Cavaradossi en Henk<br />

Angenent als de koster.<br />

brengen is. Nog heel iets anders zou een werk<br />

wezen als Mose van Rossini, dat hier geheel<br />

onbekend is.<br />

Men heeft — om het eens zeer simplistisch<br />

voor te stellen — uit het overrijke Italiaansche<br />

materiaal slechts te kiezen en over te sturen.<br />

Juist nu blijkt, dat men ook hier de over-<br />

bekende werken zelf goed kan brengen, zou men<br />

zoo gaarne zien, dat de Stagione iets bracht, dat<br />

minder direct met de financiën en meer met de<br />

cultuur-alleen te maken heeft.<br />

THEO VAN DER BIJL.<br />

AANPAKKEN<br />

Wij hebben ons grootsch verleden niet aan het<br />

toeval te danken. Het aanpakken zit ons in het<br />

bloed en als de gelegenheid zich daartoe nist<br />

direct biedt, wel, dan moeten we ons die gelegenheid<br />

scheppen.<br />

Vakstudie is niet gemakkelijk in deze dagen.<br />

Er moet hard gewerkt worden en dan is er niet<br />

altijd de gelegenheid om 's avonds nog lessen te<br />

volgen. Vooral voor hen, die in Duitschland<br />

werken, is dit een groot probleem. De jaren vervliegen<br />

echter snel en stil zitten heeft geen zin.<br />

Wie werkelijk vooruit wil, wete, dat het Langemarck-studium<br />

ook hem de kans wil geven iets<br />

te bereiken.<br />

Nederlandsche jonge mannen, tusschen 16 en<br />

22 jaar, waar zij ook wonen, kunnen zich bij deze<br />

instelling aanmelden voor een voortgezette vakstudie<br />

of, als ze voor het hoogste doel niet terugdeinzen,<br />

voor een academische opleiding.<br />

Het Langemarck-studium, Waalsdorperweg 12,<br />

den Haag, verstrekt hierover nadere inlichtingen.<br />

t OONEELVOORSTELLING VAN ZES UUR.<br />

Het stedelijk theater van Freiburg heeft<br />

onlangs een waagstuk met goed gevolg volbracht.<br />

De trilogie van Hebbel „Die Nibelungen"<br />

werd daar namelijk in één voorstelling opgevoerd.<br />

Achtereenvolgens speelde men: „Der<br />

gehörnte Siegfried", „Siegfrieds Tod" en<br />

„Kriemhilds Rache". De geheele voorstelling<br />

duurde niet minder dan zes uur.<br />

7 (nr. 17) — CINEMA & THEATER<br />

.:,. , _.. ^ ■<br />

mmm<br />

Onze Peter Kreuder-prijsvraag<br />

KRIJGT EEN STAAKTJK I<br />

Wie zoekt een tekst?<br />

Het was Peter Kreuder, door zijn drukke<br />

werkzaamheden en vele reizen, nog niet mo-<br />

gelijk de compositie op een der op onze des-<br />

betreffende'prijsvraag ingekomen teksten te<br />

voltooien. Allen inzenders zij reeds meege-<br />

deeld, dat de redactie van „Cinema & Thea-<br />

ter" haar keuze uit de meer dan honderd in-<br />

zendingen eenige weken geleden heeft bepaald.<br />

Deze keuze werd naar Berlijn gezonden, en<br />

wij wachten thans het definitieve oordeel en<br />

.... de compositie van Peter Kreuder af.<br />

Die inzenders, wier tekst aan den compo-<br />

nist werd voorgelegd , zijn hiervan op de<br />

hoogte gesteld; degenen, die geen bericht van<br />

ons hebben ontvangen, konden helaas niet<br />

tot de bekroonden behooren, hetgeen niet wil<br />

zeggen, dat deze inzendingen onbruikbaar of<br />

slecht zijn. Integendeel, er zijn zeer veel goe-<br />

de onder, alleen. . . . zij zijn geen „schla-<br />

ger"-teksten, doch cabaret- of levensliedjes<br />

— hetgeen heel iets anders is! Eeft „Schla-<br />

ger" vereischt in de eerste plaats veel minder<br />

intrigue; ook het eerste couplet, ja zelfs het<br />

refrein moet op zichzelf tot op zekere hoogte<br />

een-geheel zijn, daar immers meestal niet veel<br />

méér door „het groote publiek" wordt ge-<br />

kend. Bovendien moet ieder couplet precies<br />

hetzelfde rhythme hebben en dit rhythme<br />

van couplet èn refrein moet zeer straf zijn.<br />

Het cabaret- of levenslied echter, waarbij<br />

de woorden over de muziek domineeren, dat<br />

veel minder in het gehoor behoeft te liggen<br />

en veel minder rhythmisch behoeft te zijn (in-<br />

tegendeel, juist accenten verkrijgt door<br />

a-rhythmiek!), moet een verbalenden inhoud<br />

hebben en sneuvelt geenszins bij dichterlijke<br />

vrijheden tegen rhythme en regellengte, ter-<br />

wijl bij de coupletten verschillende muziek<br />

juist zeer gewenscht kan zijn.<br />

Met deze paar aanduidingen — die geen<br />

axioma's willen heeten, alleen reeds omdat de<br />

grenzen tusschen „Schlager"-teksten, caba-<br />

ret- en levensliedjes zeer vaag zijn — be-<br />

oogen wij slechts aan te geven, welke maat-<br />

staven de jury aanlegde, toen zij op zoek<br />

was naar een tekst speciaal voor Peter Kreu-<br />

der ; en zij had zich daarbij dus bovendien<br />

bewust te zijn van het karakter, dat Kreuder's<br />

composities als regel van die van andere suc-<br />

cesvolle componisten onderscheidt. De vol-<br />

ledige uitslag, dien wij spoedig hopen te pu-<br />

bliceeren, moge onze keuze rechtvaardigen.<br />

Inmiddels bleven onder onze berusting als<br />

gezegd tal van Nederlandsche teksten, die het<br />

in een revue, in het cabaret, als levenslied<br />

zeer goed zouden doen. Wij Willen er gaarne<br />

toe bijdragen deze teksten in handen te doen<br />

komen van Nederlandsche componisten, die<br />

teksten zoeken (uiteraard na verkregen in-<br />

stemming der auteurs ; de voor uitvoering ver-<br />

eischte toestemming der bevoegde overheids-<br />

instantie dienen de betrokkenen daarna zelf<br />

aan te vragen). Nederlandsche comfonisten,<br />

revue-artisten, cabaretiers, chansonniers, die<br />

belangstelling hebben voor de bij ons inge-<br />

komen teksten, gelieven ons te schrijven on-<br />

der opgave van het genre, dat zij wenschen.<br />

Men adresseere deze brieven aan de Redac-<br />

tie van „Cinema & Theater", Paulus Potter-<br />

straat 4, Arnsterdam-Z., schrijve linksboven<br />

op de enveloppe en het briefpapier of op de<br />

'briefkaart: ,,Prijsvraag-tekst", verzuime niet<br />

volledig naam en adres te vermelden en ver-<br />

klare aan zijn aanmeldingsplicht bij de Ne-<br />

derlandsche Kultuurkamer te hebben voldaan<br />

en niet te zijn afgewezen.<br />

Aldus hopen wij vele Nederlandsche tekst-<br />

dichters, musici en uitvoerenden tot elkaar te<br />

brengen, die elkaar anders niet gevonden zou-<br />

den hebben. In het belang der Nederlandsche<br />

muzikale amusementskunst!<br />

OPLEIDING TOT . . .<br />

BIOSCOOPBEZOEKER<br />

In Amsterdam bestaat reeds sinds eenigen tijd een<br />

instituut, dat zich bezig houdt met het geven van lessen<br />

in een wetenschap, welke men het best zou kunnen aan-<br />

duiden als „filmkunde". Het doel van deze lessen is<br />

ongetwijfeld nobel: den cursisten wordt een inzicht<br />

gegeven in het wezen der film en alles wat men maar<br />

eenigszins met de film in verband kan brengen, staat<br />

op het rooster vermeld. Er wordt echter met nadruk<br />

de aandacht op gevestigd, dat de cursisten niet moeten<br />

rekenen op een vak-opleiding.<br />

Waarop dan wel?<br />

Ja, dat lijkt ons niet gemakkelijk te definieeren. Er<br />

zijn natuurlijk filmliefhebbers, voor wie de bioscoop<br />

-méér beteekent dan hetgeen er op het witte doek ver-<br />

schijnt, en die graag het naadje van de kous willen<br />

weten. Wij kunnen ons echter moeilijk voorstellen, dat<br />

deze lieden dan niet eigener beweging naar de leeszaal<br />

stappen en zich in de daar aanwezige filmliteratuur ver-<br />

diepen. Voor de belangstellenden die dat niet doen, het-<br />

zij omdat zij het gebouw van de Leeszaal niet weten te<br />

vinden, of om een andere reden nimmer verklarende en<br />

beschouwende filmliteratuur in handen krijgen, schijnt<br />

de ,,filmcursus" bestemd te zijn.<br />

Wij zeggen „schijnt", omdat wij tijdens de eerste les,<br />

die wij bijgewoond hebben, niet den indruk kregen, dat<br />

er iets anders dan geciteerde lectuur over het „ont-<br />

staan van de film" ten beste werd gegeven. Het pros-<br />

pectus vermeldt als docenten een „zeer bekend cineast"<br />

en een „filmjournalist", terwijl het rooster drie en<br />

veertig weke lij ksche lessen van anderhalf uur omvat.<br />

Het valt ons moeilijk te veronderstellen, dat er op<br />

film gebied menschen zijn, die een zoo uitgebreide ken-<br />

nis van allerlei facetten ter beschikking hebben als het<br />

rooster ten opzichte van de twee ,,docenten" preten-<br />

deert.<br />

Wij stonden werkelijk even paf, toen wij aan het<br />

einde der eerste -les den „zeer bekenden cineast" lijn<br />

auditorium hoorden adviseeren om ten kaarsje aan te<br />

steken en schaduwen op den muur te laten vallen, als<br />

men onder den indruk van een aangrijpend film werk<br />

thuisgekomen is.<br />

„Want die schaduwen op den muur," zoo beweerde<br />

hij, „zijn toch eigenlijk precies hetzelfde als de film."<br />

Ook zou, volgens hem, de gedachte aan den operateur<br />

in de cabine van het theater een probaat middel zijn om<br />

eventueele tranen terug te dringen. . . .<br />

Na een eerste les bijgewoond te hebben, kunnen wij<br />

natuurlijk nog geen oordeel over den geheelen cursus<br />

geven, doch wij houden ons hart vast als wij iemand,<br />

met het air van deskundigheid, leukweg het dramati-<br />

sche vermogen van de film hooren ontkennen. Wij zijn<br />

zelfs nog geneigd te veronderstellen, dat de man het<br />

andera bedoelde dan hij zei, doch dat is tegenover een<br />

gehoor van leeken op zijn minst genomen onverant-<br />

woordelijk te noemen.<br />

Het ware wenschelijk, dat deze cursussen vooraf op<br />

deugdelijkheid gekeurd konden worden door vaklieden,<br />

die van de goede bedoeling evenzeer doordrongen zijn<br />

als de organisatoren. Anders lijkt het er veel op dat<br />

ook hier weer een ideëel paardje voor een commercieel<br />

wagentje wordt gespannen. C.<br />

BEKRONINGEN IN<br />

VLAAMSCHE TOONEELPRIJSVRAAG.<br />

De jury van de Duitsch-Vlaamsche Arbeids-<br />

gemeenschap „De Vlag" heeft dezer dagen haar<br />

beslissing bekend gemaakt in een vorig jaar uit-<br />

geschreven prijsvraag voor Vlaamsche en Duitsche<br />

tooneelwerken.<br />

De eerste prijs voor een Vlaamsch blijspel<br />

werd toegekend aan Felix Timmermans en<br />

Dr. Karl Jacob voor „Pieter Breughel", die voor<br />

een Vlaamsch drama aan Frans Demers voor zijn<br />

stuk „Heropstanding".<br />

Het beste Duitsche blijspel was naar het oor-<br />

deel der jury „Till Eulenspiegel" door Friedrich<br />

Hedler. De prijs voor een Duitsch drama werd<br />

niet toegekend.<br />

De bekroonde Vlaamsche stukken zullen in den<br />

Kon. Nederlandschen Schouwburg te Antwerpen<br />

worden opgevoerd. „Till Eulenspiegel" wordt te<br />

Keulen opgevoerd.<br />

LEVENSAVOND VAN KUNSTENAARS.<br />

Te Milaan is een tehuis voor bejaarde zangers<br />

en andere kunstenaars, gesticht door Giuseppe<br />

Verdi. Dank zij den grooten componist brengen<br />

in dit tehuis mannen en vrouwen, die eens<br />

tooneelberoemdheid genoten en door het inter-<br />

nationale publiek toegejuicht werden, hun levens-<br />

avond op waardige wijze door. In het statige en<br />

toch vriendelijke gebouw klinkt nog steeds mu-<br />

ziek, hoort men nog altijd gezang. De musicee-<br />

renden vergeten den last hunner jaren en worden<br />

v weer jong in de illusie tot het verleden terug te<br />

keeren.<br />

In deze omgeving heeft Giovanni Paolucci, een<br />

der beste vervaardigers van cultuurfilms in Italië,<br />

een op hoog peil staand filmpje opgenomen.


■ . ■ ■!'.'■J»..W}IW» .^/.^ipi^lffiW<br />

MARC HOLMAN'S TWEEDE STUK<br />

ER VIEL EEN STER<br />

BU HET RESIDENT1E-TOONEEL<br />

Mare Holman heeft (met zijn stuk ,,Gif") suc-<br />

ces gehad.<br />

Arme Mare Holman!<br />

Want als het tweede boek van een schrijver al-<br />

tijd zeker kan zijn van een slechte critiek en als<br />

een tweede voorstelling altijd de helft minder is<br />

dan de première, hoe gevaarlijk is het dan om<br />

beide slechte~ voorteekenen te combineeren en als<br />

schrijver kort na een debuut met een tweede<br />

tooneelstuk voor den dag te komen, vooral wan-<br />

neer dat van te voren nogal rijkelijk overgoten is<br />

met de saus der publiciteit en geforceerde ge-<br />

heimzinnigheid rondom de persoon van den<br />

maker!<br />

Mare Holman laat in zijn detective-stuk „Er<br />

viel een Ster" (de vèr-gezochte en misleidende<br />

titel heb ik pas in de tram begrepen) een<br />

„wereldberoemde" Italiaansche operazangeres<br />

vermoorden in een kleinburgerlijk pensionnetje<br />

in den Achterhoek. Zij had een bom duiten<br />

(maar hoe komt zoo'n buitenissige vrouw dan uit-<br />

gerekend in zoo'n stom vervelende gribus terecht ?)<br />

en zij had veel liefde te geef. Zij is niet meer in<br />

den bloei harer jeugd (en Mimi Boesnach moest<br />

zich met een zwarte pruik en veel tandengekners<br />

zoo onaantrekkelijk mogelijk maken, wat haar<br />

met moeite gelukte). Zij heeft een secretaris, die<br />

nog wel iets méér is ook, maar die intusschen<br />

een jongeren jaargang heeft uitgekozen in de ge-<br />

daante vän een allerliefst holderdebolder-meisje.<br />

En de manier, waarop dan deze secretaris sinds<br />

het opgaan van het doek tot aan haar dood in<br />

het „tusschenspel" voor de pauze zijn groote,<br />

maar vallende „ster" uitkaffert en in haar bijzijn<br />

met haar opvolgster vrijt, gaat alle perken te<br />

buiten — zelf naar het mij voorkomt die van den<br />

goeden smaak. Het is altijd een zwak teeken.<br />

wanneer een schrijver zijn personages zoo houte-<br />

rig opstelt, dat bij elke claus dubbel onderstreept<br />

moet worden : „Ik heb de pest aan jou en haar<br />

vind ik aardig". Meer „tusschentoonen" alstu-<br />

blieft I<br />

Zoo'n beetje onbehouwen is eigenlijk dit heele<br />

stuk. dat ook in zijn soort niet bepaald een hoog-<br />

vliegertje is, maar misschien nog net genietbare<br />

kost voor wie zijn aardappels maar op één manier<br />

weet te eten. En omdat wij — dunkt mij —<br />

terecht eischen zijn gaan stellen, niet alleen aan<br />

onze tooneelspeelkunst, maar ook aan onze<br />

tooneelschrijfkunst, heb' ik tegen dezen nieuwen<br />

Mare Holman nogal ernstige bezwaren.<br />

Het is gemaakt naar het aloude recept der<br />

„thrillers". De persoon, aan wie ons tenslotte het<br />

minste gelegen is, wordt kort voor de pauze koud<br />

gemaakt. En terwijl zwaardere stukken dan mees-<br />

tal na de pauze met een complete rechtzaal terug-<br />

komen, wordt in lichtere stukken, zooals dit, de<br />

tooneelkamer afgestaan aan een min of meer<br />

snuggeren inspecteur van politie, die na „niemand<br />

er in en niemand er uit!" geroepen en een komiek<br />

mannetje op post gezet te hebben, iedereen die<br />

we voor de pauze aan het woord hebben gezien,<br />

aan den tand voelt. Meestal is dan juist de per-<br />

soon, aan wie ons voor de pauze het mééste ge-<br />

legen was, de sigaar. Dijt is in dit geval niet zoo.<br />

Variatie II van dit soort stukken is namelijk,<br />

dat men in eens een hoogst onopvallend persoon-<br />

tje op den voorgrond schuift en langzamerhand<br />

zooveel kwaad van hem of haar gaat vertellen<br />

wat wij tevoren nog niet wisten of konden weten,<br />

dat we hem of haar tenslotte met een zucht van<br />

verlichting aan het snel vallende doek over-<br />

leveren.<br />

Nu kan men dit beproefde schema volgen .<br />

■<br />

mits men er of tóch nog weer een origineele draai<br />

aan weet te geven (zoo werd bv. de moord al eens<br />

door den vermoorde zelf begaan, ook wel eens<br />

door den schrijver, of door de zaal) — of zijn<br />

eigen procédé zelf parodieert. Noch met het een<br />

noch met het ander wist Mare Holman weg. Hij<br />

voert zichzelf in dit stuk ten tooneele, wat allicht<br />

kan omdat iedereen wel weet dat er toch geen<br />

Mare Holman bestaat. Maar hij doet het nogal<br />

ijdel en zonder zelf-ironie. De tooneel-Marc<br />

Holman (door Jan Retel licht gespeeld) is een<br />

onuitstaanbaar manneke, van het slag dat „rustig<br />

z'n gang gaat en het allemaal wel geweten heeft".<br />

Had hij nu zelf de „Italiaansche nachtegaal"<br />

maar vermoord! Maar nee, hij is alléén maar<br />

snugger en laat zich daarover bewierooken!<br />

Een moord is echter — zelfs in een detective-<br />

stuk — niet iedermanswerk en een vrouw ver-<br />

moord te weten, is nooit prettig voor de zenuwen<br />

van de toeschouwers, tenzij er alle aanleiding<br />

voor was. Die'was hier niet. Mijn sympathie bleef<br />

althans volledig aan de zijde van de vermoorde<br />

en ik was geneigd om uit te roepen „'t Is toch<br />

niet wäär?"<br />

Het kon eigenlijk ook moeilijk waar zijn, want<br />

in dit stuk is de psychologie maar bedenkelijk<br />

zwak, de onwaarschijnlijkheden zijn te groot en<br />

te doorzichtig en de figuren zijn voor de pauze<br />

maar even in niet erg sprankelende dialogen stuk<br />

voor stuk aangetipt, terwijl rij na de pauze alle-<br />

maal lange verhaleh doen of dankbare zwarte<br />

handel-mopjes maken en de heele handeling dus<br />

voorgoed is stopgezet, nadat er nog nauwelijks<br />

iets gebeurd was, behalve „de moord".<br />

Gegeven en uitwerking zijn eerlijk gezegd nog-<br />

al banaal. Wanneer een dilettant-tooneelschrijver<br />

„veel menschen" in één kamer noodig heeft, kiest<br />

hij altijd het veelbespotte „pension". Zoo ook<br />

Mare Holman. Als er iets buitenissigs moet ge-<br />

beuren, kiest een dilettant-tooneelschrijver altijd<br />

een stelletje „vreemdelingen", die eigenlijk nie-<br />

mand letterlijk en figuurlijk thuis kan brengen,<br />

daarvoor uit. Zoo ook Mare Holman. Wat zwak<br />

is bv. zoo'n aanhangsel van zoo'n Hongaarsche<br />

morphinist (ook al in zoo'n achterhoeksch pen-<br />

sionnetje!), die voor de pauze een paar seconden<br />

zijdelings en in zwaar „verinneweerden" toestand<br />

binnen komt stuiven om vooral óók maar even<br />

mee „verdacht" te worden. En wat zeldzaam on-<br />

sympathiek is zoo'n patjepeejer. van een secre-<br />

taris geteekend, nog wel zóó'n hoofdrol dat Paul<br />

Steenbergen hem moest spelen — om hem dan de<br />

nogal realistische minnaar te doen worden van<br />

de eenige persoon in deze bonte volière, waarnaar<br />

ons hart uitgaat: het jonge meisje, dat door Rini<br />

Otte met dankbare verve werd gespeeld!<br />

De eenige.... dat is niet heelemaal waar.<br />

Mare Holman heeft een klein figuurtje „naar<br />

het leven" geteekend, en dat is de vrouw van een<br />

suffen dokter-met-een-verleden, zoo'n heerlijk<br />

huis-tuin- en keukenvrouwtje, dat allerliefste<br />

stomme en onnoozele dingen zegt en toch dage-<br />

lijks naast ons kan staan, in een winkel, in .gen<br />

pensionkamer of. . . . in een schouwburg. Marie<br />

Meunier-Nagtegaal gaf aan dit figuurtje die<br />

juiste zorgzaamheid en dat levensechte, dat voor<br />

mij de grootste winst van de voorstelling was.<br />

Men merkt het dikwijls in niet zoo erg geslaagde<br />

stukken, dat zij juist aan figuren, die anders op<br />

liet tweede plan staan, de beste kansen geven.<br />

In deze. overigens door Bets Ranucci met zorg<br />

geregisseerde voorstelling waren het niet de groo-<br />

te talenten Jan Retel, Paul Steenbergen, Mimi<br />

Boesnach en Coba Keiling, die immers met hun<br />

rollen geen raad wisten. Maar zoo'n uitgelaten<br />

meisje als Rini Otte en vooral dat heel beschei-<br />

den en natuurlijke burgermansvrouwtje van<br />

Marie Meunier.<br />

Ik zou overigens Mare Holman zelf wel eens<br />

in een minder intelligente rol of nog liever heele-<br />

maal niet zelf op het tooneel willen zien. Mis-<br />

schien schrijft hij dan achter de schermen met<br />

iets minder gemak en iets meer diepte en over-<br />

gave een beter stuk! HENRIK SCHÖLTE.<br />

Mimi Boesnach ah de Italiaansche zange-<br />

res met Coba Keiling (links) in Mare Hol-<br />

man'« nieuwe Stuk. (Foto Sdiimmelfetiningli)<br />

C/NE MA &» THEATER — (nr. 17) 8<br />

::\:,:^<br />

Mmmmmmmwwwm<br />

De vroolijke vrouwtjes van Windsor<br />

BIJ HET DEUTSCHES THEATER<br />

Shakespeare's klucht over de vroolijke vrouw-<br />

tjes van Windsor heeft verschillende malen tot<br />

het operalibretto geïnspireerd. De vermaardste<br />

verwerking van het oude gegeven is wel Verdi's<br />

„Falstaff" en hoewel een vergelijking op zuiver<br />

kunstzinnige grondslagen steeds in het voordeel<br />

van den grooten Italiaan zal moeten uitvallen,<br />

kan Otto Nicolaï's opera „Die lustigen Weiber<br />

von Windsor" toch wel een avond het muziek-<br />

lievende gemoed bezig houden.<br />

Met opzet zeg ik, dat het als muziek meer be-<br />

vrediging schenkt dan als tooneelspel. Er ont-<br />

breekt datgene, wat men zeker in den tegenwoor-<br />

digen tijd in het gecombineerde spel van muziek<br />

en theater zoekt, nl. vaart en actie. De handeling<br />

ontwikkelt zich in dit libretto nogal traag en in<br />

Shakespeare's erigineelen tekst van drie. eeuwen<br />

terug is heel wat meer vlotheid te vinden. Maar<br />

de muziek is in dit geval de redding, zoowel door<br />

haar zangerige en pakkende melodie als door<br />

verdere kwaliteiten. De componist Nicolai, een<br />

beroemdheid op operagebied in zijn tijd (1810-<br />

1849), heeft hier wel het beste gegeven, wat in<br />

hem was en hét is om deze reden, dat van zijn<br />

Onder: De „vroolijke vrouwtjes". Me-<br />

vrouw Fluth (Jeanette Wenzel) en Mevrouw<br />

Reich (Dorothee Grelle) beramen de poets,<br />

die zy den ouden gek Falstaff zullen bak-<br />

ken. — Rechts: De jaloersche Fluth door-<br />

zoekt het huis naar den „minnaar" Falstaff.<br />

Boven: Falstaff (Sanders Schier) snijdt op<br />

over zijn verovering; links Fluth (Theo<br />

Lienhard. (Foto's Peter Tijssen/Slaff)<br />

werken juist deze opera, die thans bijna honderd<br />

jaar oud is, tot heden, repertoire heeft gehouden.<br />

Het „Deutsches Theater" heeft het werk hier ten<br />

tooneele gevoerd kort na de Amsterdamsche opera.<br />

Weliswaar kwam men ook ditmaal tot het tref-<br />

fen van vergelijkingen met Verdi, omdat dit<br />

seizoen de Italiaansche opera ons de „Fall-<br />

staff" nog kort geleden heeft gebracht. Niettemin<br />

is de waardeering groot genoeg en ook al heeft<br />

men hier niet te doen met een onsterfelijke schep-<br />

ping, er is niet veel in Nicolaï's partituur, dat<br />

uitgesproken zwak of zelfs maar verouderd kan<br />

worden genoemd. Het romantische accent ver-<br />

staan wij nog altijd.<br />

Voorts is er een lichtheid van toets, die ook het<br />

moderne oor aangenaam aandoet, en tenslotte is er<br />

weer een vertrouwdheid met het melodische ele-<br />

ment, die vele wendingen als goede en oude be-<br />

kenden doet begroeten. Reeds de ouverture brengt<br />

dat contact tussehen spelers en auditorium, dat<br />

het succes, al is het dan geen louter kunstzin-<br />

nig, bij voorbaat vastlegt.<br />

Regisseur f/ans Strohbach heeft van deze voor-<br />

stelling wel iets weten te maken, maar tooh<br />

behoort dit werk tot de enkele sporadische in-<br />

zinkingen, die het speelseizoen van het „Deut-<br />

sches Theater" tot nu toe hebben gekenmerkt.<br />

Na het grootsche werk „Sly" komt deze opera<br />

wel als een anti-climax en iets dergelijks hebben<br />

wij in den loop van den winter reeds kunnen con-<br />

stateeren na de zeer goede „Don Giovanni", toen<br />

..Der Barbier von Sevilla" ook al een terugtocht<br />

van een eens gestelden standaard beteekende<br />

Knfin, laten wij zeggen, dat wij verwend zijn.<br />

En tenslotte dient men te bedenken, dat van<br />

een dankbare speelopera hier eigenlijk niet kan<br />

wo.den gesproken. De dansen van elfen en woud-<br />

beesten in het derde bedrijf verlevendigen een<br />

traag tooneelbeeld en brengen een prettige ver-<br />

ademing.<br />

Het is tenslotte de muziekliefhebber, die —<br />

ook al was het orkest niet zoo op dreef en bleven<br />

eenige zangers en zangeressen nu en dan beneden<br />

hun kunnen — bevredigd het gebouw verlaat.<br />

Want hij heeft aan het einde volledig genoten en<br />

bekende motieven blijven nog lang in zijn oor<br />

nazingen. Zoodat ook deze minder geslaagde op-<br />

voering haar wezenlijke waarden heeft.<br />

W. H. A, VAN STEENSEE VAN DER AA,


JÜÊÊ$&<br />

Jan de Ruiter ah „Narcissus",<br />

Het Amsterdamsche Concertgebouw, met het<br />

kämmet je van zijn harp in top, rust breeduit als<br />

een muzikale kloekhen op het stadsbeeld. En zoo-<br />

als advocaten rondom het gerechtshof, tramcon-<br />

ducteurs rondom hun remise wonen (men vergeve<br />

mij deze uitzonderlijke vergelijkingen), zoo<br />

wonen de muzikanten, de impresario's en de<br />

dansers rondom den muziektempel.<br />

Eén huis heeft het welhaast onder zijn vleugels<br />

genomen en dat huis heeft op zijn manier een<br />

Groote en een Kleine Zaal, en ook daaruit klinkt<br />

muziek op, zelfs bij nacht en ontij. Het is echter<br />

een hoogst eerbiedwaardig huis en het heeft uit<br />

gemakkelijker dagen een telefoon overgehouden.<br />

Als men dat nummer opbelt, weet men nooit of<br />

een Spaansche danseres,<br />

een Hindoe-dansspecialiste<br />

of een Friesche ballet-<br />

danser tusschen de muziek<br />

door zal antwoorden.<br />

De laatste heet Jan de<br />

Ruiter en hij is ondanks<br />

zijn Zeeuwschen naam een<br />

ras-echte Fries. Hij ziet er<br />

naar uit: slank, lichtblond<br />

met dat dunne Friesche<br />

haar, waar de wind altijd<br />

vat op schijnt te hebben,<br />

zwijgzaam en hardnekkig.<br />

Men zou hem zonder be-<br />

zwaar den grootsten Frie-<br />

schen danser ter wereld<br />

kunnen noemen, want hij is<br />

de eenige. Nog nooit is een<br />

jongen uit Leeuwarden van<br />

zijn moeder weggeloopen<br />

met de woorden: „Mem, ik<br />

ga naar Leistikow!" En<br />

toen Leistikow het tengere<br />

geval, dat bedremmeld voor<br />

haar stond, zag, moet zij<br />

ook gezegd hebben wat<br />

Tacitus zei (of was het<br />

Cicero?) : „Frisia non. ..."<br />

,, Oogenblik, lezer — ik<br />

ben in de war, maar het<br />

gymnasium is ook al lang<br />

geleden. Tacitus zei „Frisia<br />

non cantat" ofwel ,,men<br />

zingt niet in Friesland". En<br />

Cicero, de oude brompot,<br />

zei: „Nemo saltat nisi<br />

ebrius", ofwel „niemand<br />

danst tenzij hij boven zijn theewater is". Maar<br />

moeder de Ruiter voegde beide Romeinen samen<br />

én rei: „Een Fries, die ballet wil dansen, moet<br />

nog geboren worden". Hetgeen sinds twintig jaar<br />

blijkbaar even onjuist was als de andere be-<br />

weringen sinds tweeduizend.<br />

Jan de Ruiter, een onzer heel weinige ballet-<br />

dansers, die een volledige technische beheersching<br />

van het aloude métier paart aan een gave voor<br />

zelfstandige choreografie en een deugdelijk lei-<br />

derschap over een reeds meer of minder geschoold<br />

„corps de ballet" — werd destijds leider van het<br />

Nederlandsch Ballet, helaas een te vroege en te<br />

vooze concentratie van al onze weinige ballet-<br />

krachten dat het slechts één seizoen uithield, en<br />

daarna Van de Haagsche Balletgroep: op het<br />

oogenblik de eenige Nederlandsche ballet-groe-<br />

Zondagmiddag! Een tot den nok gevuld Ge-<br />

bouw van K. en W. in Den Haag. Veel kinderen,<br />

troepen kinderen. Ze joelen en lachen en praten<br />

en roepen van beneden naar de hoogste galerij,<br />

waar weer andere kinderen over de balustrade<br />

hangen. Daartusschen door tal van moeders en,<br />

dank zij den Zondag, ook enkele vaders, die over<br />

het algemeen het escorte naar een kindervoorstel-<br />

ling overlaten aan moeder de vrouw.<br />

Dan een Indianen-gekrijsch. Het brandscherm<br />

gaat op. Het jeugdig publiek weet wat dit te be-<br />

teekenen heeft. Hernieuwd gejoel: nu splijt ook<br />

het doek vaneen en opeens valt de stilte. Plots<br />

hebben de jeugdige toeschouwers zooveel te kijken<br />

en te luisteren, dat ze zelf er stil van worden.<br />

Een leuk tooneel met aan den eenen kant een<br />

poppenwinkel en de school en aan den anderen<br />

kant een aardig huisje met bloempotten voor het<br />

venster. En op het schoolplein een menigte kin-<br />

deren, nee maar! en allemaal leuk gekleed. Daar<br />

beginnen ze te dansen en te zingen... zóó zou<br />

je het zelf ook willen kunnen. O, kijk, dat eene<br />

meisje is een zusje van vriendinnetje Mies en<br />

daar, nee, zeg, die jongen, dat is heel gewoon<br />

Anneke in de handen van de heks uit Het<br />

Betooverde Bosch.<br />

^wm kitj^m^im^^mii^mmmm^m<br />

JAN DE RUITEPVER HET BALLET<br />

peering naast de terecht befaamd geworden<br />

school van Yvonne Georgi.<br />

De Haagsche Balletgroep is een plant uit den<br />

wonderlijken tuin van Jaap Koo] en dus een<br />

zusteronderneming van de Nederlandsche Kamer-<br />

opera. Nu is het een der eigenaardigheden van<br />

een kameropera, dat er reeds krachtens haar<br />

naam geen plaats is voor een corps de ballet bij<br />

hare voorstellingen en dat die dus zelfstandig<br />

gegeven moeten worden. Over deze Haagsche<br />

Balletgroep is dit seizoen reeds eenige malen met<br />

lof in deze kolommen geschreven, zonder dat het<br />

steeds sterker in dansen en vooral in balletdansen<br />

geïnteresseerd rakende publfek er het fijne van<br />

weet. Vandaar dat wij Jan de Ruiter op den man<br />

af om opheldering zijn gaan vragen.<br />

„Dat het Nederlandsche Ballet het niet uit-<br />

hield, kwam niet, zooals men wel eens gedacht<br />

heeft, omdat het in een zoo groote groepeering<br />

om zooveel hoofden zooveel zinnen ging. Het<br />

mankeerde alleen aan de zakelijke basis: we<br />

waren met teveel menschen, te weinig gelegenheid<br />

om op te treden, geen eigen theater, geen eigen<br />

publiek. Maar de werken die wij vertoonden, zoo-<br />

als de „Préludes" van Debussy onder choreogra-<br />

fie van Iril Gadescov en mijn „Mozart Suite",<br />

toonden juist wat reeds mogelijk was. En wat<br />

mogelijk zou moeten zijn. Want niet iedereen is<br />

zoo gelukkig geweest om sindsdien een plaats te<br />

krijgen in Yvonne Georgi's balletgroep van de<br />

Amsterdamsche Opera, of in die van het Deut-<br />

sches Theater of in de Haagsche Balletgroep. Er<br />

zijn, op een oogenblik dat juist vrij veel talenten<br />

van een jongere generatie aan de markt waren,<br />

verschillenden naar het buitenland vertrokken,<br />

die wij hier hadden moeten houden en die nu in<br />

Posen of in Rijssel of waar ter wereld ook dansen.<br />

Er zij n andere prachtige balletkrachten, als Anna<br />

Rimskaja, die ten onrechte aan de revue zijn<br />

afgestaan. Er zijn daarnaast, die in het geheel<br />

geen emplooi meer hebben en niet meer optreden,<br />

terwijl zij in hun beste kracht zijn en hun<br />

jaren heenvlieden. Vaak komen zij bij mij en<br />

klagen over dat wat niet kan, nóg niet kan. Zij<br />

zouden willen wat voor een balletdanser, in<br />

tegenstelling met den solist die slechts af en toe<br />

optreedt, hoofdzaak is: werken en nog eens wer-<br />

ken aan het harde ambacht. Overdag aan de<br />

barre, 's avonds op de Bühne: die ijzeren tucht<br />

en die regelmaat wil elke balletdanser! Het mooie<br />

van het streng vormelijke ballet is juist de hou-<br />

KINDEREN ZIN<br />

óók een meisje. Dat woont immers vlak bij je in<br />

de straat. Dat dat kind zóó kon dansen en zoo<br />

leuk comedie spelen, dat had je toch zeker niet<br />

gedacht. En dan die afgemeten schoolmeester,<br />

óók een meisje, dat had je op het programma<br />

kunnen lezen. „Echt" deed ze het.<br />

Dan kwam de eigenaar van den poppenwinkel,<br />

die den volgenden dag honderd jaar zou bestaan<br />

en wat die allemaal te vertellen wist van de be-<br />

tooverde poppenfee en hoe eens alle poppen<br />

's nachts om twaalf uur aan het dansen waren<br />

gegaan. De kinderen, aan wie hij dat allemaa'<br />

vertelde, hadden het dolgraag willen zien. Geluk-<br />

kig vertelde de poppenbaas het allemaal zóó dui-<br />

delijk, dat de kinderen op het tooneel het zagen<br />

in hun verbeelding en... . de kinderen en groote<br />

menschen in de zaal het in werkelijkheid kregen<br />

te zien. Het was een alleraardigst ballet, dat,<br />

van de levende poppen en heel wat executantjes<br />

kregen een open doekje.<br />

Eigenlijk was dit allemaal slechts een inlei-<br />

ding. Want toen begon het sprookje van „Het<br />

Betooverde Bosch" eerst recht. Want hierna kwa-<br />

men ook de groote kinderen uit school en gingen<br />

allen naar huis. Ook Anneke, die bleek te wonen<br />

in dat leuke huisje met de bloempotten vlak bij<br />

school. Om half zes vroeg zij moeder of zij haar<br />

CINEMA & THEATER — (nr. 17) 10<br />

' ^.A-*.<br />

■<br />

vast die het geeft. Al het andere vervaagt. Alleen<br />

de heel grooten kunnen er misschien buiten.<br />

Maar het ballet is dagtaak. En de opleving in de<br />

balletkunst in dezen tijd komt misschien juist wel<br />

door die behoefte aan houvast, aan tucht, aan<br />

training onder de dansers. Als we maar een vast<br />

ballettheater hadden! Maar ja, dat kan niet. We<br />

hebben nog maar nauwelijks een begin van een<br />

publiek. Wij hebben hier nooit een eigen opera<br />

gehad, dus ook geen ballet. Vooral in de kleinere<br />

steden is het publiek nog soms zoo onwennig<br />

tegenover het klassieke ballet. Men weet soms niet<br />

wat men in dié plaats of in dié zou moeten<br />

spelen. Men zou wel eiken avond eerst door het<br />

gaatje in het gordijn willen kijken en dan pas<br />

beslissen: vanavond dansen we Strauss, of Pou-<br />

lenc, klassiek of modern".<br />

Ik vraag de Ruiter waar hij zelf dan het<br />

meest van houdt en tot mijn groote voldoening<br />

bekent hij zich tot den meest strengen vorm van<br />

het klassieke ballet, het „ballet blanc". Er komt<br />

vuur, het ware Sint Elmusvuur van den dans, in<br />

zijn lichte oogen als hij zegt;<br />

„Ik geloof onvoorwaardelijk in het klassieke<br />

ballet! Er is voor mij geen hoogere dansvorm<br />

dan het ballet blanc, een „Sylphides" van Chopin<br />

of een „Lac du Cygne". Maar het is tevens de<br />

allermoeilijkste vorm en het vraagt een groot<br />

corps de ballet met vaste verdeeling der obligaat-<br />

partijen — het vraagt minstens dertig tot veertig<br />

menschen op het tooneel. En die kunnen wij nog<br />

niet leveren. Ik zoek dan ook het volgende jaar<br />

naar kleiner bezette werken en ik zou, na „Fest<br />

im Süden" van Blacher, waarmee de Haagsche<br />

Balletgroep dit jaar debuteerde, de „Aubade" van<br />

Poulenc willen dansen, of zijn nieuwe „Les Ani-<br />

maux Modernes", of Debussy's „Boite aux<br />

Joux"."<br />

Het is alles buitenlandsch, veelal Fransch<br />

repertoire en ik herinner hem aan zijn keurig en<br />

fleurig gedanste Nederlandsch ballet op den<br />

„Dag van den Omroep". Het is toch niet zonder<br />

reden, dat juist buitenlandsche choreografen zoo-<br />

vaak de Nederlandsche en Vlaamsche motieven<br />

voor hun balletten kiezen, terwijl zij in eigen<br />

land nauwelijks tot stand ^komen.<br />

„Ja, als er maar eigen muziek voor gecom-<br />

' x poneerd werd! Ik heb plannen voor een groot,<br />

zuiver Nederlandsch ballet op een sterk en leutig<br />

Frans Hals-motief."<br />

En zoo komen wij vanzelf te praten op den<br />

mmm*F*m*****m<br />

GEN EN SPELEN<br />

vader in het bosch tegemoet mocht als hij van<br />

zijn werk kwam. Moeder vond het goed, onbe-<br />

wust, wat haar kleintje allemaal zou gaan be-<br />

leven. Want in het bosch kwam zij bij de kabou-<br />

ters, die haar overhaalden te gaan zoeken naar<br />

het prinsje Peter, dat door een heks betooverd<br />

was en dat alleen door een menschenkind kon<br />

worden gered. Anneke wilde dat natuurlijk<br />

graag doen. Maar o, toen raakte ze even zelf in<br />

de macht van de heks, maar gelukkig had zij<br />

een tooverfluitje en een gouden tooversléuteltje<br />

van den kabouterkoning gekregen en met behulp<br />

van die attributen sloeg zij zich overal doorheen.<br />

Het gelukte haar het prinsje te onttooveren en<br />

veilig thuis te krijgen.<br />

Een alleraardigste kinderoperette, door Chris<br />

Hofland ingestudeerd met een heele schaar kleu-<br />

ters (de kleinste was stellig niet veel ouder dan<br />

vier of vijf jaar) en grooteren. Hij heeft alle eer<br />

van zijn werk. De operette zat goed in elkaar;<br />

hier en daar was dankbaar gebruik gemaakt van<br />

de partituur van bekende componisten en de kin-<br />

deren waren rolvast. Een enkele aarzeling, nu ja,<br />

maar over het algemeen liep het vlot van stapel.<br />

Vooral het dansen van het kleine grut was heel<br />

aardig; er waren heel wat kleine elegantjes bij.<br />

De Elfendans en de dans van de Vuurkinderen<br />

11 (nr. 17)<br />

CINEMA é» TH EAT EU<br />

L . . ^<br />

achterstand, dien ons land,<br />

dat toch — muzikaal be-<br />

gaafd als het in het al-<br />

gemeen 'is en met zijn<br />

vaak prachtige gestalten<br />

vooral voor jonge danseres-<br />

sen — zooveel goede krach-<br />

ten zou kunnen opleveren,<br />

in te halen heeft. Maar het<br />

ballet in zijn herleving, zijn<br />

tucht, zijn durf en zijn over-<br />

gave is met reden eerst een<br />

kind van dezen tijd. Toen<br />

Jan de Ruiter begon te dan-<br />

sen, was hier nauwelijks van<br />

eenige balletopleiding spra-<br />

ke. Danseressen van naam<br />

rieden hem het ballet af.<br />

„Daar krijg je alleen maar<br />

dikke beenen en dikke bibs<br />

van", was haar meening.<br />

Eén was er: een bescheiden<br />

en nooit genoeg gewaar-<br />

deerde vrouw, die -zelf bij<br />

de revue werkte en die thans<br />

in vergetelheid in Brussel<br />

woont: Tamarova.<br />

Zij was geen choreografe<br />

van beteekenis, njaar zij gaf<br />

les in de moeilijke, eeuwen-<br />

oude, koninklijke techniek<br />

der vijf posities en honder-<br />

den passen met hun Ftan-<br />

sche namen als geen ander!<br />

Aan Tamarova dankt Jan<br />

de Ruiter zijn scholing, zoo<br />

goed als Rimskaja, Steffa<br />

Wine, Han Rijnbeck en<br />

allen, die de ballettechniek in de dagen voor<br />

Georgi in eere hielden. Later kwam Schwertzoff<br />

er korten tijd bij. Maar hij was zelden hier, zat<br />

dan hier dan daar en verdween tenslotte geheel.<br />

Toen kwam Jan de Ruiter twee jaar bij Georgi in<br />

den tijd van haar eerste balletten in los-vast ver-<br />

band voor de Wagnervereeniging. De tijd, dat zij<br />

reeds de „Copélia" durfde te brengen en de<br />

„Diana" van Alex Voormolen en Beethoven's<br />

„Prometheus", waarin de Ruiter den Eersten<br />

Man, de thans ook in de Haagsche Balletgroep<br />

werkende Marie-Jeanne van der Veen de Eerste<br />

Vrouw, Alfred Hiltmann den Prometheus en<br />

Georgi zelf de Pallas Athene danste.<br />

Het is alles nog maar recente historie. Alle^<br />

is nog in staat van Wording. Yvonne Georgi<br />

heeft reeds ontzaglijk veel goed en moeizaam<br />

waren snoezig. Heel geslaagd was ook het<br />

Heksenballet, dat trouwens door oudere meisjes<br />

werd uitgevoerd.<br />

De zaal genoot, zoowel jongeren als ouderen,<br />

elk op zijn wijs. Moeders zagen met verteedering<br />

het kleine grut in zijn artistieke evoluties en het<br />

jonge publiek vereenzelvigde zich met de kleine<br />

acteurs en actrices. Tusschen de bedrijven draaf-<br />

den ze in lange slierten door de zaal, het ballet<br />

imiteerend of krijschten ze den heksenkreet.<br />

Een middag, waarop allen met genoegen kun-<br />

nen terugzien, Chris Hofland zeker niet in de<br />

laatste plaats. Hij heeft eer van zij n werk gehad!<br />

Niet alleen had hij de geheele operette ingestu-<br />

deerd, maar hij zorgde ook voor de uitstekende<br />

begeleiding aan den vleugel. Het kapwerk vau<br />

Van Loon Jr. mocht er eveneens zijn en de aar-<br />

dige kleurige costuumpjes droegen er toé bij<br />

allerlei scènes tot oogverrukkende tafereeltjes te<br />

maken.<br />

Alleen: de opvoering duurde wel wat lang.<br />

Het was niet ver van zes uur toen wij huistoe<br />

gingen en. . om twee uur was het spel reeds<br />

begonnen. B. M. VAN DEN ENDE.<br />

Flipje op weg naar den koning uit Het<br />

Betooverde Bosch. < Fol °'' st '* ,)<br />

Jan de Ruiter en Liselole Bade in het<br />

„Rondo Turc" uit Mozart's Sonate.<br />

(Foto's Godfried He Gr not)<br />

„grondwerk" verricht. Het voorbeeld van het<br />

Deutsches Theater werkt stimuleerend. En ook<br />

de Ruiter's Haagsche Balletgroep, die dit seizoen<br />

zijn voorstellingen onder de aegide van de<br />

Nederlandsch-Duitsche Kultuurgemeenschap gaf,<br />

helpt langzaam maar zeker een nieuwe en ge-<br />

zonde traditie opbouwen van het ballet, dat, de<br />

stormen der eeuwen en alle protesten van het<br />

dans-individualisme ten spijt, zich handhaaft in<br />

zelfbezinning op oer-oude vormen èn vernieuwing<br />

daarvan naar dei» geest! HENRIK SCHÖLTE.


Rabenalt, die een groot bewonderaar is der<br />

Kransche filmkunst (ook jaren lang in Fransche<br />

studio's werkte), heeft deze bewondering in<br />

.,Mijn vrouw Teresa" zichtbaar gemaakt. Een op<br />

zichzelf niet erg sterk verhaal werkte hij uit tot<br />

een licht, mousseerend brokje filmlyriek. Het is<br />

een vermakelijk geval geworden van persoonlijke<br />

verteltrant.<br />

De regisseur schreef het draaiboek niet. Willy<br />

Clever componeerde dit naar den roman „Meine<br />

Frau Teresa" van Ellen Fechner. Echter, voor<br />

zoover wij Rabenalt en regie-aspiraties kennen.,<br />

moet hij er van meet af aan met den neus boven-<br />

op hebben gestaan.<br />

De lyriek der film Zij zoekt het in het<br />

verraden van het détail, in het laten spelen van<br />

voorwerpen evenzeer als van menschen. Zij zoekt<br />

het in vloeiende overgangen van scènes, in een<br />

vlugge, rhythmische montage, in kernachtig<br />

beeldrijm. Zij heeft een camera noodig, die zich<br />

durft te bewegen. Die begeerig is de allerindivi-<br />

dueelste intimiteiten op te zoeken. Hiervan, met<br />

minder gevoel voor discretie dan voor het ver-<br />

teederend menschelijke, ab een amusant enfant<br />

terrible te getuigen.<br />

De lyriek der film, ontstaan toen de close-up<br />

geboren werd, toen de Amerikaan Griffith op de<br />

gedachte kwam de camera mobiel te maken, was<br />

vooral den Franschen toevertrouwd in den loop<br />

der jaren. De Fransche film, zooals zij de liefde<br />

verheerlijkte, den haat, de jalouzie, de hebzucht<br />

leven in blies, kon men in de eerste plaats „de<br />

film-in-den-ik-vorm" npemen.<br />

Van haar tradities toont de Weener Rabenalt<br />

zich met „Mijn vrouw Teresa" een adept.<br />

Soms nog iets te breedsprakig, te lang van<br />

mmm^^m^^^^mmm^mm^iFw^Kmmmmm^mwmm^mi^m^<br />

„11101<br />

stof. Doch het goede overtreft de tekortkomin-<br />

gen. Blijft Rabenalt in dezen vorm, hetgeen ook<br />

van zijn opdrachten afhangt, dan kunnen wij bij-<br />

zonder plezier van hem beleven.<br />

Na deze kleine uitweiding — het heeft zijn nut<br />

af_ en toe oog te hebben voor de wederzij dsche<br />

beïnvloeding der nationale filmculturen — volgt<br />

in het kort de inhoud:<br />

Een beroemd romancier. Peter Dühren, heeft<br />

een bijna volmaakt huwelijk gesloten met de<br />

charmante Teresa. Peter, Teresa en hun model-<br />

huisknecht Alfons, die op rijn typische wijze<br />

verknocht is aan Teresa, wanen zich die eerste<br />

maanden als kinderen in een paradijs. De klad<br />

komt erin, zoodra een al te voortvarend uitgever<br />

zonder Peters medeweten reclame gaat maken<br />

voor „den nieuwen Dühren", een boek, dat een<br />

ernstige roman zijn zal. Dermate grootscheepsch<br />

is deze reclame, dat Dühren onmogelijk meer<br />

onder de opdracht uit kan. Waar haalt hij echter<br />

ßij de foto's: Rechtsboven: Zóó kwam een<br />

uit het sfan geraakte huisknecht, wien het<br />

inbrekersvak eigenlijk niet ligt, aan een<br />

nieuwe kans zijn echte beroef meer uit te<br />

oefenen. Een charmante vrouw wilde hem wel<br />

helfen (Harald Paulsen en Elfie Mayer-<br />

hof er) . — Links-midden: HeJ. gelukkige<br />

echtpaar (Elfie Mayerhofer en Hans S'óhn-<br />

ker) in een wereld, die geen zorgen kent. —<br />

Links onder: Na de scheiding moet de echt-<br />

genoot zonderlinge capriolen maken om zijn<br />

eigen vrouw te kunnen spreken (Elfie Mayer-<br />

hofer en Hans Söhnker). — Linksboven:<br />

„Wie is die man?", vraagt de bruidegom. En<br />

de man is de nieuw-aangenomen bediende, die<br />

den avond te voren nog inbreker was, thans<br />

als getuige bij het huwelijk optreedt (Harald<br />

Paulsen, Rolf Weih, Hans Söhnker, Elfie<br />

Mayerhofer). — Rechts-midden: Een geluk-<br />

kige vrouw spreekt over liefde (Elfie Mayer-<br />

hofer). — Rechtsonder: Het succes van het<br />

nieuwe boek verrukt iedereen, behalve den<br />

schrijver. (Rolf Weih, Hans Söhnker, Mady<br />

Rahl, Otto Graf). (Frto'tTMt)<br />

CtNF.MA & THEATER — fnr. 17) 12<br />

V<br />

een ernstig gegeven vandaan? Zijn huwelijks-<br />

geluk is volkomen. Die kleine Teresa is een min-<br />

nares uit duizenden. Onder dergelijke omstandig-<br />

heden vermag een auteur uitsluitend vroolijk te<br />

schrijven. Teresa en Alfons helpen mee, wat zij<br />

kunnen, om het dilemma op te lossen. Teresa's<br />

pogingen maken Peter tot een nog verliefder<br />

man. Eindelijk krijgt hij zijn ingeving. Hij zal,<br />

waarheidsgetrouw, den roman van zijn eigen ge-<br />

luk schrijven, ten vermake, maar vooral ter<br />

leering.<br />

De roman komt uit als een jubileumgave der<br />

uitgeverij. Hij bereikt enorme oplagen. Teresa's<br />

geluk ontvangt echter een barst. Peters „schaam-<br />

teloos verraad" van hun teederheden, van de ver-<br />

voering van hun liefdesspel, geeft haar het ge-<br />

voel hulpeloos en naakt in de kou te staan. Over-<br />

al waant zij lezers van Peter, die op haar wijzen,<br />

om haar lachen, zeggen; ..Dat is nu die Teresa<br />

uit het boek ..■.', !".<br />

Ss MIJN VROUW TERESA<br />

„Meine Frau Teresa"<br />

Een TOBIS-film<br />

Draaiboek: Willy Clever naar den gelijknamigen<br />

roman van Ellen Fechner. — Muziek: Ernst Erich<br />

Buder. — Camera: Eduard Hoesch. — Decors:<br />

Erich Grave en Erich Schweder. — Opnameleiding:<br />

Rolf Geile. — Productiegroep: Fritz Klotzsch.<br />

Regie: ARTHUR MARIA RABEN ALT<br />

Rolverdeeling:<br />

Teresa Elfie Mayerhofer<br />

Peter Döhren, haar man Hans Söhnker<br />

Dr. Georg Bruckner, zijn vriend Rolf Weih<br />

AI. Fleming, Teresa's vriendin . . Mady Rahl<br />

Alfons, huisknecht Harald Paulsen<br />

Dr. Grothe, uitgever Otto Graf<br />

Haase, reporter • Fritz Böttger<br />

13 fnr. 17)<br />

CINEMA & THEATER<br />

Alfons wordt niet minder geschokt tot in het<br />

diepste van zijn ziel. Enkele huisvrienden, de op<br />

Teresa verliefde Bruckner (Rolf Weih) en de op<br />

Peter verliefde Alexa Fleming (Mady Rahl),<br />

komen Peter eveneens de heftigste verwijten<br />

maken. Hij heeft het zelfs aangedurfd hèn ten<br />

voeten uit te beschrijven.<br />

Teresa, gechaperonneerd door Alfons, verlaat<br />

de woning met opgestoken zeil. Peter weet niet,<br />

wat hij moet bedenken zijn vrouw terug te win-<br />

nen. Zijn verleidingskunst doet al veel. Maar<br />

niet alles. Het is een wijze, onbekende oude<br />

dame in den trein, die Teresa's moeilijkheden<br />

raadt en haar als geneesmiddel den nieuwen<br />

succesroman „Mijn vrouw Teresa" adviseert. Die<br />

Teresa, zegt de oude dame, laat pas zien, wat een<br />

vrouw van het leven kan maken . . !<br />

Teresa stapt aan het eerstvolgende station uit.<br />

Zij keert terug en schenkt den ondernemenden<br />

Peter de kans het toch nog volledig met zijn vér-<br />

leidingskunsten te winnen.<br />

Dit laatste gedeelte is het zwakste van het<br />

gegeven. Vaart, geestige dialoog, grappig ge-<br />

vonden situaties en die persoonlijke verteltrant<br />

van Rabenalt helpen de film over de zwakte heen.<br />

Daarbij vooral niet te vergeten de prestaties der<br />

spelers in de drie belangrijke rollen: Elfie<br />

Mayerhofer als Teresa, Hans Söhnker als Peter,<br />

Harald Paulsen als Alfons.<br />

Ik zag Elfie Mayerhofer weinig, ik hoop haar<br />

meer te zien onder dit soort regie. Klein, elegant,<br />

vitaal en lief als zij is. De waardige, in achter<br />

decorum verborgen toewijding niet te overtreffen<br />

Alfons van Paulsen, verdient een standbeeld.<br />

P. BEISHUIZEN.


KIRSTEN HEIBERG<br />

Het is — vergeeft u mij deze onkiesche ver-<br />

gelijking — waarschijnlijk gemakkelijker een<br />

vloo te vangen dan een buitenlandsche filmster te<br />

spreken te krijgen, die tijdelijk in ons land ver-<br />

blijft, tenminste, als men hem of haar wil treffen<br />

buiten de enerveerende spanning van de studio-<br />

ruimte.<br />

Drie maal had ik reeds getracht Kirsten Hei-<br />

berg, die een der hoofdrollen vervult in de film<br />

,,Die goldene Spinne", die thans in Amsterdam<br />

wordt opgenomen, in haar hotel telefonisch te be-<br />

reiken, doch steeds was het antwoord, dat de<br />

gezochte zich niet in haar apartementen bevond.<br />

De vierde maal — het was op een avond dat ik<br />

opbelde — deed de portier, die mijn stem al bleek<br />

te kennen, mij met de bereidwilligheid, zijn vak<br />

eigen, een middel aan de hand. „Belt u morgen<br />

om half acht," zei hij, ,,om acht uur is zij altijd<br />

al de deur uit."<br />

Ik heb zijn raad dankbaar opgevolgd. Om half<br />

acht, den volgenden mocgen, verzocht ik den por-<br />

tier mij met Kirsten Heiberg te verbinden. Een<br />

oogenblik moest ik wachten. Toen klonk in mijn<br />

linker oor een onthutste vrouwenstem, die ver-<br />

stoord vroeg wie het daar waagde zoo onmensche-<br />

lijk vroeg al op te bellen.<br />

Het lot was mij kennelijk niet gunstig gestemd.<br />

Juist dien ochtend behoefde Kirsten Heiberg nu<br />

eens niet om half negen in de studio te rijn en<br />

wilde zij eens heerlijk uitslapen. . . .<br />

Ondanks deze weinig bemoedigende introductie<br />

gelukte het mij een afspraak te maken en dien<br />

middag trof ik haar in de hotelhall. Zij bleek de<br />

ontijdige storing van haar welverdiende nacht-<br />

rust, die ik onbewust veroorzaakt had, gelukkig<br />

alweer vergeten. Ik kan mij trouwens een zoo<br />

beminnelijk persoontje als Kirsten Heiberg on-<br />

mogelijk boos voorstellen. Overigens kan men<br />

uit deze geheele historie leeren, dat filmsterren<br />

óók gewone menschen zijn, die geregeld hard<br />

.... werd ontijdig gewekt<br />

moeten werken en even blij rijn als u en ik, als<br />

het klokje van gehoorzaamheid eens een ochtend<br />

wat later slaat.<br />

Kirsten Heiberg is geen Duitsche van oor-<br />

sprong. Haar voornaam doet reeds vermoe-<br />

den, dat haar wieg iji een der Scandinavische<br />

landen heeft gestaan en dat vermoeden wordt<br />

door haar zelf bevestigd, als zij vertelt, dat zij<br />

geboren is in Noorwegen, in een kleine kust-<br />

plaats, doch dat haar ouders al zeer vroeg naar<br />

Oslo verhuisden.<br />

Dan volgt de traditioneele vraag, hoe zij haar<br />

roeping bij de film gevonden heeft.<br />

,,Die roeping," zoo vertelt zij, „heb ik al heel<br />

jong gevoeld, ofschoon ik toen nog niet aan de<br />

film dacht. Mijn ouders, hoewel zelf niet in het<br />

métier, hadden een grqote belangstelling voor de<br />

kunst en onder onze kennissen bevonden zich dan<br />

ook verschillende toneelspelers. Al spoedig<br />

kreeg ik zang- en declamatieles en op nog zeer<br />

jeugdigen leeftijd stonÄ ik voor het eerst op de<br />

planken. In Oslo heb ik gespeeld, en ook bij het<br />

National-theater Bergen. In dienzelfden tijd<br />

kreeg ik mijn eerste filmrol, in een kleine Noor-<br />

sche productie."<br />

„Bent u van Noorwegen in Duitschland<br />

terechtgekomen ?"<br />

„Neen, eerst kreeg ik een engagement in<br />

Stockholm en tijdens mijn verblijf in Zweden heb<br />

ik ook nog aan vier Zweedsche films mee-<br />

gewerkt."<br />

Ik vraag, of de taal, eerst in Zweden en daarna<br />

in Duitschland, geen moeilijkheden heeft opge-<br />

leverd. Het onderscheid tusschen Zweedsch en<br />

Noorsch ligt dikwijls alleen maar in een klem-<br />

toon of een nuance, maar ook dat dient bij film<br />

en tooneel volkomen te kloppen.<br />

Ja, Kirsten Heiberg geeft volmondig toe dat<br />

het wel eens moeilijk was, maar zij heeft zich<br />

steeds beijverd om de .voor haar vreemde talen.<br />

Rechtsboven:<br />

Kirsten Hei-<br />

berg, die tvij<br />

van het tritte<br />

doek kennen<br />

als „gevaarlij-<br />

ke vroutc" in<br />

een harer ty-<br />

pische crea-<br />

ties in „Goud-<br />

honger". —<br />

Links: Kirsten<br />

Heiberg met<br />

Benjamino<br />

Gigli in „De<br />

moordzaak<br />

Franchetti".<br />

'Foto's Üfa/To-<br />

his I Italia).<br />

die zij bij haar spel buiten Noorwegen moest ge-<br />

bruiken, zoo snel mogelijk meester te worden.<br />

Haar grootste sprong maakte zij in 1937, toen<br />

zij een contract in Weenen kreeg. Drie maanden<br />

lang trad zij in het „Theater an der Wien" op<br />

in een muzikaal blijspel en het was bij die ge-<br />

legenheid, dat zij den componist Frans Grothe<br />

leerde kennen, met wien zij in Januari 1938 in<br />

Oslo in het huwelijk trad. Daarna, in Berlijn,<br />

eischte de film haar weer op, en zoo is het sedert-<br />

dien gebleven. Zij heeft al in heel wat Europee-<br />

sche filmcentra gespeeld en vooral aan de<br />

Italiaansche „Cinecitta" bewaart zij mooie her-<br />

inneringen.<br />

Welke rollen rij het liefst vertolkt ? Niet de rol-<br />

len die wij haar in de films „Goudhonger", „De<br />

moordzaak Franchetti" en haar andere Duitsche<br />

rolprenten zagen spelen. Kirsten Heiberg<br />

speelt bijna altijd „gevaarlijke vrouwen", zooals<br />

kroegzangeressen en spionnen. Ook nu, in „Die<br />

goldene Spinne" speelt zij weer een Russische<br />

spionne, die in vier verschillende gedaanten op-<br />

treedt. Waarom het fatum van dergelijke rollen<br />

op haar rust? Waarschijnlijk is haar buiten-<br />

landsch accent er ook wel schuld aan.<br />

Haar ideaal is echter eens op te treden in een<br />

eenvoudige en sympathieke creatie, „Desnoods in<br />

lompen", zoo verzucht zij.<br />

Of zij wel eens heimwee naar haar geboorte-<br />

land heeft ? „Doorloopend!" is het antwoord.<br />

Maar haar werk laat haar niet veel tijd om in<br />

een lange vacantie Noorwegen te bezoeken. Sinds<br />

Maart van het vorige jaar heeft zij onafgebroken<br />

gewerkt, onder andere aan de film ,,Tita!nic",<br />

„Liebespremière" en „Die Philharmoniker von<br />

Berlin", die wij alle te zijner tijd in Nederland<br />

hopen te zien.<br />

Wat zij van Holland denkt?<br />

„Reizend!" is het enthousiaste antwoord. Voor-<br />

al Wassenaar, alwaar zij voor de opnamen in<br />

Den Haag verbleef, heeft haar hart gestolen. Zij<br />

heeft echter nog niet veel tijd gehad voor touris-<br />

tische uitstapjes, want de film eischt haar voort-<br />

durend op. En dan vertrouwt zij mij toe, dat zij<br />

zoo graag eens een tijdje rustig thuis zou zijn, in<br />

Berlijn, waar haar man, Frans Grothe, als leider<br />

der af deeling amusementsmuziek van den „Reichs-<br />

rundfunk" werkzaam is.<br />

Laat ons hopen, dat zij daartoe spoedig de<br />

gelegenheid zal vinden. Zij heeft het, na zulk een<br />

werkzaam jaar — haar laatste vacantie was in<br />

Maart 1942 — zeker verdiend! C.<br />

■INF.M.4 & THFATFft — rnr. 17» \\<br />

ifti<br />

L-CA-o<br />

m<br />

* ■.,.;;.... ■<br />

ipli<br />

Msspr<br />

■i ■<br />

\— Il -/)<br />

mÊÊk<br />

AxoA


'Wmmmß' mtmmm<br />

LOGÉ-PLEZ1ER<br />

Een kort verhaal door AUG. MOOK<br />

Den eersten avond dat tante Trees bij<br />

ons was, zijn we met haar naar het Theater-<br />

der-Duizend-Sensaties gegaan. Natuurlijk!<br />

We voelden er niets voor om den heelen<br />

avond met haar thuis te moeten zitten en<br />

dan allemaal verhalen te moeten aanhooren<br />

over niet-leggende kippen en hoe gezellig<br />

het vroeger toch eigenlijk wel was. We<br />

hadden haar dus voorgesteld om met zijn<br />

drieën: mijn vrouw, tante en ik uit te<br />

gaan: écht „uit" ....<br />

Natuurlijk kon ze zich onmiddellijk met<br />

het plan vereenigen: ze was niet naar de<br />

stad gekomen om daar nu bij de familie<br />

te gaan zitten of zich op andere wijze te<br />

vervelen, maar ze was gekomen om de<br />

wereld te zien. Ze zou toch al niet te lang<br />

blijven en daar ze nog enkele andere fami-<br />

lieleden moest bezoeken, wilde ze haar tijd<br />

goed besteden: het plan kwam haar dan<br />

ook in één woord uniek voor, als we maar<br />

niet naar een film gingen! Films zag ze<br />

genoeg: lederen Zaterdagavond had ze<br />

haar vaste plaatsje in het Olvmpiatheater:<br />

dat was eigenlijk het eenige amusement<br />

wat ze kende. ledere première maakte ze<br />

zoodoende mee en ze kende die Zarah<br />

Rühmann en dien Willy Leander en al die<br />

andere sterren of ze met hen was school<br />

gegaan.<br />

Maar ja, nu ze dan bij ons was, wilde<br />

ze graag wat anders en zoo werd het het<br />

Theater-der-Duizend-Sensaties, ofschoon<br />

Toos (dat is mijn vrouw) er niet zoo bijster<br />

veel voor voelde. Maar goed . . . voor een<br />

tante, die ergens ver weg uit de provincie<br />

komt en de wereld wil leeren kennen, moet<br />

je wat óver hebben en doe je een heeleboel<br />

en laat ik maar meteen zeggen : het viel<br />

mee!<br />

Het programma begon precies een kwar-<br />

tier te laat en het was prompt een kwartier<br />

■eerder afgeloopen dan aangekondigd en. . .<br />

tante genoot. Hoorbaar van het rolletje<br />

zuigzuurtjes, waar ze nog net een bonnetje<br />

voor had gehad en zichtbaar van de gru-<br />

welijkheden, die er op de Bühne gedemon-<br />

streerd werden: er trad een messenwerper<br />

op, die letterlijk in den blinde een aantal<br />

broodmessen de zaal inkeilde, die daar<br />

door een half-ontbloote juffrouw op een<br />

plankje werden opgevangen, er was een<br />

rijwielnummer op een gespannen koord,<br />

halsbrekende toeren in den nok van de too-<br />

neelruimte door de drie Fal-Der-Appies.<br />

die tot slot van hun prestaties een duik<br />

Met een teekening vnn F. van Bemmel<br />

namen in een teil water, die ze van te voren<br />

beneden hadden neergezet, maar de Fal-<br />

Der-Appies bleken aan een touw te hangen<br />

dat aan hun enkels bevestigd was, en zoo<br />

was er nog meer.<br />

Daar moest je nou toch voor in de groote<br />

stad zijn, meende tante: zoo iets zag je bij<br />

hen in het dorp nooit... Ze was er stil van.<br />

In de pauze gingen we naar de foyer,<br />

waar we een ice-cream-soda dronken om<br />

af te koelen van de sensatie-hitte, en waar<br />

tante zoo lekker van smulde, dat Toos<br />

voorstelde er nog één te nemen, met welk<br />

exemplaar tante aantoonde over ice-cream-<br />

soda verslind-capaciteiten te beschikken,<br />

die niet gewoon wären.<br />

Na de pauze werd het programma van<br />

het Theater-der-Duizend-Sensaties nog<br />

ééns zoo sensationeel en met een gerust<br />

geweten durf ik thans te zeggen, dat ik<br />

blij was dat het afgeloopen was: ik was<br />

er beverig van geworden ....<br />

Den volgenden avond wilde tante naar<br />

neef Jan. Noch mijn vrouw noch ik voelde<br />

er iets voor om met haar mee te gaan, waar<br />

ze gelukkig ook heelemaal niet op aan-<br />

drong, sterker nog: ze toonde zich zelfs<br />

eenigszins verheugd dat ze alleeh kon<br />

gaan! Toen ze echter bij hallf elf thuis<br />

kwam en we haar vroegen hoe het geweest<br />

was, gaf ze een vrij afwezig antwoord, dat<br />

ons van verder vragen afhield. Ja, het was<br />

wöl leuk geweest. . . „Ik ga direct naar<br />

bed".<br />

Toos en ik keken elkaar eens aan: het<br />

bezoek was zeker niet in goede aarde ge-<br />

vallen, maar toen ik neef Jan den volgen-<br />

den morgen opbelde om eens te hooren of<br />

er iets geweest was, moest ik tot mijn<br />

groote verwondering vernemen, dat hij<br />

tante heelemaal niet 'bij zich gezien had!<br />

Toen ik thuis kwam zei ik natuurlijk niets<br />

en toen tante het er na het eten over had,<br />

dien avond graag eens alleen te willen uit-<br />

gaan, meende ik niet beter te kunnen doen<br />

dan haar haar gang te laten gaan. Toen ze<br />

echter vertrokken was, schoot ik mijn jas<br />

aan en de deur uit en volgde haar op een<br />

paar honderd meter: haar houding was<br />

meer dan vreemd ....<br />

Ik had mijn vrouw gezegd even een<br />

boodschap te moeten doen, zoodat mijn<br />

detective-achtig optreden niet de minste<br />

achterdocht verwekte. Zoo volgde ik tante<br />

Trees zonder dat ze er iets van bemerkte:<br />

ze stapte resoluut en kennelijk vast-besJo-<br />

ten regelrecht door, haar doel wetend.<br />

Kunt u zich echter voorstellen dat ik stom-<br />

verbaasd was haar opeens in het Theater-<br />

der-Duizend-Sensaties te zien verdwijnen?<br />

Dus dat was het en ik twijfelde er niet aan<br />

of zij had daar ook den vorigen avond<br />

doorgebracht. Toen ik even later thuis<br />

kwam en mijn vrouw mijn ontdekking<br />

mededeelde, glimlachte deze: ze had name-<br />

lijk het bewijs van mijn- ontdekking ge-<br />

vonden in den vorm van een in elkander<br />

gefrommeld entreekaartje, dat tante onder<br />

het bed in de logeerkamer had geworpen.<br />

Die tante toch! En toen ze dien avond thuis<br />

kwam en we, om haar op de proef te stellen,<br />

vroegen hoe ze het gemaakt had, knikte ze:<br />

„Goed! Het is fijn weer buiten...." en<br />

anders zei ze niet....<br />

Toen kwam de laatste avond dat tante<br />

bij ons was.<br />

„Luistert u eens", zei ik dien middag<br />

tegen haar: „Nu bent u hier nog één<br />

avond: Eergisteravond bent u naar neef<br />

Jan geweest en gisteravond bent u zelf<br />

uitgegaan, maar nu zouden wij voor dien<br />

Tante sfnulde heerlijk T/a» de ice-cream-soda.<br />

CINEMA (V THF.ATF.R — (nr. 17) 16<br />

laatsten keer toch nog wel eens met zijn<br />

drietjes kunnen gaan. Wat denkt u daar-<br />

van?"<br />

Ja, tante Trees vond het prima: en zoo<br />

vervolgde ik mijn inleiding met de vraag<br />

waar tante nu wel graag naar toe zou wil-<br />

len. En toen keek die ouwe tante ver-<br />

teederd en er vloog een glimlachje<br />

vol zoetigheid over haar vriendelijk oud<br />

gezicht: ze vond het lief en leuk en aardig,<br />

maar ze had dan eén verzoekje: één klein<br />

verlangen en misschien zouden we het wel<br />

vreemd vinden, maar ze zou nog zoo graag<br />

eens naar dat Theater willen ... dat had<br />

ze zoo mooi gevonden ... Dat Theater met<br />

al die sensaties ....<br />

Toos en ik keken elkaar eens veelbetee-<br />

kenend aan, maar och, wat doe je in zoo'n<br />

geval? En dien avond trokken wij dus ten<br />

tweede male in één week naar het Theater-<br />

der-Duizend-Sensaties en gruwelden weer<br />

bij den man, die levende goudvischjes naar<br />

binnen slikte, en onze adem stokte bij de<br />

bewegingen van de vrouw, die op een om-<br />

gekeerd bierglas op een rijwielrad boven<br />

op een bal op een paaltje op drie tafels een<br />

sigaret aanstak .... en we genoten in de<br />

pauze weer van de ice-cream-soda ... Uit<br />

pure dankbaarheid bood ook tante een<br />

rondje ice-cream-soda aan, maar Toos en<br />

ik bedankten, doch tante geneerde zich niet<br />

en werkte met hetzelfde enthousiasme als<br />

ze was begonnen, ook het derde glas met<br />

ijs en spuitwater en schuim naar binnen . . .<br />

En toen is tante weer weggegaan ....<br />

terug naar haar akkertje met boerenkool<br />

en terug naar haar kippen, naar haar<br />

huisje in het verre dorp. Maar drie dagen<br />

later kregen we een brief van haar:<br />

„Beste kinderen.<br />

Ik dank jullie nog wel voor de dagen,<br />

die ik bij jullie heb mogen doorbrengen.<br />

Het weer viel gelukkig nog al mee: ik heb<br />

mijn parapluie niet noodig gehad, ofschoon<br />

het weerglas toch niet erg best stond. De<br />

kippen zijn blij, dat ik weer terug ben. Het<br />

is toch maar een mooie stad bij jullie. Ik<br />

hoop het volgende jaar weer te komen,<br />

want die glazen met dat ijs en dat vruch-<br />

tensap waren onvergetelijk. Ik heb nog<br />

nooit zoo iets lekkers geproefd. En niet eens<br />

duur: voor vijfenzeventig cent zoo'n heel<br />

ding. Zoo iets kun je hier toch maar niet<br />

krijgen. Het is alleen jammer dat je daar-<br />

voor al die kunstenmakerij moet gaan zien,<br />

want waarvoor doen die lui allemaal zoo<br />

gek? Laten ze gewoon doen. Dat noemen<br />

ze nou sensaties! Ik noem het maar onzin:<br />

als ze dat hier in het dorp zouden geven,<br />

ging geen mensch kijken. Maar wat was<br />

dat goedje lekker, kinderen. „Daar zou ik<br />

wel pap van lusten," zou vader vroeger ge-<br />

zegd hebben. Ja! Daar hebben jullie me<br />

een reuze plezier mee gedaan... Volgend<br />

jaar gaan we er weer naar toe, maar dan<br />

moeten jullie mijn rondje ook opeten! Nog<br />

wel bedankt! Jullie Tante Trees."<br />

Toos en ik hapte"n lucht....<br />

17 (nr. 17) — CINEMA & THEATER<br />

VAN VROUW TOT VROUW<br />

KINDEREN EN TOONEEL.<br />

Dat was een festijnI Mijn dochtertjes, die haar<br />

moeder zoo vaak naar den schouwburg hadden<br />

zien trekken, zouden nu ook eens mee mogen. Er<br />

was een kindervoorstelling — kinderen zouden<br />

een operette opvoeren en ik vond, dat ik dit mijn<br />

meisjes niet mocht onthouden.<br />

Ik behoef u natuurlijk niets te vertellen van<br />

de opwinding vooraf, van alle vragen, die om<br />

mijn ooren gonsden, van de gewichtige bespre-<br />

kingen over hetgeen ze „aan" moesten — die<br />

kleine ijdeltuiten! — en van de gewichtigheid,<br />

waarmede zij het programma, dat ik mij bij het<br />

plaatsbespreken alvast had aangeschaft, bestu-<br />

deerden. Een heele lijst van tooneelfiguren met<br />

meisjesnamen er achter. „Zijn dat allemaal kin-<br />

deren hier uit de stad, moeder?" En ik antwoord-<br />

de, dat die kinderen vermoedelijk alle stad-<br />

genootjes waren. „Wat een glorie moet het voor<br />

die kinderen zijn hun namen zoo gedrukt te zien<br />

staan I" ging het door mij heen, maar toch,<br />

heelemaal paedagogisch verantwoord leek het mij<br />

niet, de jeugdige acteurs en actrices met naam en<br />

toenaam te vermelden.<br />

Laat ik mij daar echter niet in verdiepen en<br />

liever wat van de opvoering zelf zeggen. Na het<br />

spannend wachten kwam' de dag, waarop het<br />

festijn zou plaats hebben. Natuurlijk nog dolle<br />

opwinding tijdens de koffietafel en in de tram en<br />

dan ineens, bij het binnenkomen, een ongekende<br />

bevangenheid. Vijf minuten lang wel hadden ze<br />

niets in te brengen. Maar toen zagen ze een<br />

vriendinnetje en ze holden uit de stoelenrij er op<br />

af en daarmede was het ijs gebroken.<br />

Ik zou niet durven zeggen, wat voor kinderen<br />

het verkieselijkst is: een voorstelling, door vol-<br />

wassenen gegeven, speciaal voor kinderen ge-<br />

schikt gemaakt èf een voorstelling door kinderen<br />

gegeven. Mij dunkt: het laatste is natuurlijker,<br />

al heb ik nog zulke prettige herinneringen —<br />

evenals trouwens mijn meisjes — aan de sprook-<br />

jes, waarop ik boven doelde.<br />

Voor volwassenen heeft het wel een heel bij-<br />

zondere bekoring al die kleuters op het tooneel<br />

te zien. Er wären echte peuters bij. Ze stalen je<br />

hart en verteederden je, al was het alleen maar<br />

om een hoed, die wat te diep over het hoofdje<br />

zakte, zoodat An achterbuurvrouw verzuchtte,<br />

dat ze het tooneel wel zou willen opgaan om het<br />

kind te helpen.<br />

Den heelen tijd moest ik denken hoe goed het<br />

eigenlijk is kinderen aan dergelijke tooneel- of<br />

operette-opvoeringen te laten meedoen. Hoe vlot<br />

leeren ze zich bewegen: het dansen krijgt zóó<br />

meer beteekenis dan wanneer ze op „dansles"<br />

gaan en de moderne foxtrott e.d. leeren. Dit<br />

dansen moet toch heel wat meer zin hebben. Zoo<br />

leeren ze ook spelenderwijs goede manieren.<br />

Werkelijk, het instudeeren van een operette kan<br />

de „legons de maintien", waarmede onze groot-<br />

moeders werden geplaagd, vervangen. Ook<br />

leeren ze vrijmoedigheid.<br />

Ik zal trachten mijn dochtertjes ook aan zoo<br />

iets te laten meedoen, want gemakkelijkheid in<br />

hun optreden zal hun steeds te pas komen in het<br />

leven. En op die manier leeren ze ook weer eens<br />

andere kinderen kennen dan die op school.<br />

Alleen: ik zou een beetje toekijken op de rol,<br />

die hun werd toebedeeld. Er was een kleintje, dat<br />

voor „babypop" moest spelen en deswege met<br />

niet veel meer dan een zwembroekje aan tijden-<br />

lang op het koude tooneel moest staan. Neen.<br />

daar zou ik mijn kind niet aan wagen. Per slot<br />

hoeft een baby-pop niet precies drie kwart bloot<br />

te zijn om „echt" te lijken. In den winter en het<br />

vroege voorjaar zie ik een baby toch maar het<br />

liefst in een lekker wollen truitje. Waarom een<br />

levende baby-pop dan niet warm ingepakt?<br />

Met dat al was het een genot en opgetogen<br />

trokken wij alle dris huiswaarts, waar vader<br />

werd onthaald op geestdriftige verhalen en te<br />

hooren kreeg, dat hij best mee had kunnen gaan.<br />

Er waren immers méér vaders!<br />

THEATERBEZOEKSTER.<br />

Pluk<br />

uit den<br />

aether<br />

Niet alleen aan het jonge<br />

groen is het nieuwe leven<br />

te bespeuren, ook door den<br />

aether dient het geluid van<br />

een nieuwen tijd zich aan.<br />

Een reeks van goede pro-<br />

gramma's brengt dagelijks<br />

afwisseling, ontspanning en<br />

ontwikkeling in meer dan<br />

IJ millloen huiskamers.<br />

En 10 tegen 1 dat U ook<br />

figuren en klanken uit film<br />

en theater zult kunnen<br />

beluisteren.<br />

DE NEDERLANDSCHE<br />

OMROEP ^f<br />

Vrienden van film-<br />

en theaterland,<br />

Stemt dus af op den<br />

301 of 41 SM. band!<br />

aEnßo-


COSI FAN TUTTE<br />

Het genie Mozart is nog steeds onpeilbaar, ook<br />

al zijn er uitvoerige studies aan zijn leven en zijn<br />

talrijke werken gewijd. Geleerde musicologen en<br />

andere schrijvers over muziek hebben zich in zijn<br />

scheppingen verdiept. Misschien is het juist een<br />

bewijs voor Mozarts grootheid en verhevenheid,<br />

dat hq, wanneer hem de lust daartoe bekroop,<br />

ook kon zijn als de gemiddelde tijdgenoot, dat hij<br />

„gewoon" kon zijn met de „gewonen".<br />

In het vocaal-dramatische oeuvre van den<br />

componist neemt „Cos! fan tutte" niet de voor-<br />

naamste plaats in. Het meesterschap, dat door de<br />

eeuwen zelden geëvenaard, maar nimmer over-<br />

troffen is, openbaart zich niet in dit werk, dat<br />

inderdaad ook van een van zijn thans vergeten<br />

tijdgenooten zou kunnen zijn. En toch: het is<br />

zulke knappe en bevallige muziek, dat men er<br />

meer dan een avond volkomen bevrediging in kan<br />

vinden. Een melodie welt op, zoo onbevangen en<br />

zoo geïnspireerd, dat het dwaasheid ware te vra-<br />

gen naar haar diepere beteekenis. Men vraagt ook<br />

niet naar de beteekenis van een roos; haar<br />

schoonheid rechtvaardigt immers zichzelf! Naast<br />

zijn grootsche creaties, waarin het rijpe leven in<br />

zijn onderscheidene vormen is gekristalliseerd,<br />

schiep Mozart zijn luchtige muziekjes, evenzoo-<br />

vele bekoorlijke bloemen in een snel geplukte<br />

bouquet.<br />

Tot deze muziekjes, met alle respect voor den<br />

arbeid, behoort ,,Cosi fan tutte". Een werk als<br />

het onderhavige mag voor de Kamer-Opera wel<br />

ideaal heeten en daarom kan worden gezegd, dat<br />

de greep uitermate gelukkig is geweest. De zes<br />

jonge zangers en zangeressen, die zich hier in dit<br />

ensemble onder leiding van Jaap Kool hebben<br />

vereenigd, hebben bij de Haagsche première, die<br />

een langen toer door ons land is voorafgegaan,<br />

met vreugde en toewijding gekweten van een<br />

taak, die ondanks de lichtheid van het werk bij<br />

lange na niet valt te onderschatten. Alleen al niet<br />

om de speltechnische eischen, die hier naast het<br />

vocale deel worden gesteld en die om rasactenrs<br />

vragen.<br />

Men denke zich het verloop van de handeling<br />

in. Twee jonge officieren, Guglielmo en Ferran-<br />

do, scheppen op over den trouw van hun verloof-<br />

den, de lieve zusjes Fiordiligi en Dorabella en<br />

hun levenswijze vriend Don Alfonso staat maar<br />

vrij sceptisch tegenover zulke verhalen. Hij durft<br />

er om te wedden, dat elke trouw in ontrouw kan<br />

verkeeren. wat de aanleiding wordt tot een zot<br />

plan, waarvan Alfonso de leiding op zich neemt.<br />

Aldus wordt eerst een mobilisatie gefingeerd, die<br />

de officieren naar hun troepen roept. De zusjes<br />

zijn ontroostbaar over het afscheid. Doch het<br />

dienstmeisje Despina, een klein lichtzinnig wicht.<br />

komt de dames over haar verdriet heenhelpen<br />

door haar frivole visie op de liefde kenbaar te<br />

maken. Intusschen heeft Alfonso de beide brui-<br />

degoms als Albaneezen doen verkleeden en deze<br />

beide exotische mannen worden door hem binnen-<br />

gebracht. Zij beginnen prompt de zusjes het hof<br />

te maken, doch de trouw wint het van de ver-<br />

leiding, ook al helpt Despina, die in het complot<br />

is betrokken, een handje mee. De beeren meenen<br />

zeker hun weddenschap te winnen en gaan er<br />

zelfs toe over een zelfmoordscène te simuleeren.<br />

Proestend van het lachen laten zij zich weer tot<br />

leven wekken om dan te ontdekken, dat de dames,<br />

die eerst niets van de Albaneezen wilden weten,<br />

toch over hun levensmoeheid in onrust zijn ge-<br />

raakt en een meer dan normale belangstelling<br />

voor de nieuwe aanbidders aan den dag zijn gaan<br />

leggen. De Albaneezen verlangen door een kus<br />

geheel te worden genezen. Maar die krijgen zij<br />

nog niet zoo spoedig. Eerst moeten Despina's in-<br />

blazingen nog wat doorwerken en dan begint<br />

Ferrando's bruid, Dorabella, de attenties van<br />

Guglielmo wel prettig te vinden, terwijl Fiordi-<br />

ligi heel goed met Ferrando begint op te schieten.<br />

Na voortgezette veroveringspogingen is het dan<br />

eindelijk zoover, dat de paren zijn verwisseld.<br />

De beide officieren hebben thans met<br />

eigen oogen den ontrouw kunnen consta-<br />

teeren en zij zijn er danig van in de war.<br />

Doch Alfonso vergoelijkt alles: de meisjes<br />

zijn nu eenmaal zoo en zij volgen slechts<br />

de roepstem van de natuur. „Cosi fan<br />

tutte", zoo doen zij allemaal! De wraak<br />

op de aperte trouweloosheid wordt thans<br />

beraamd; de comedie zal tot de huwelijks-<br />

plechtigheid voortduren. Plotseling weer-<br />

klinkt tromgeroffel, de armee keert huis-<br />

waarts tot groote ontsteltenis van de zus-<br />

jes. De aanbidders worden vlug verstopt,<br />

doch verschijnen spoedig weer in hun ware<br />

gedaante. Bekentenissen volgen, verzoe-<br />

ningen worden bezegeld, maar Alfonso<br />

heeft zijn weddenschap gewonnen.<br />

Er is heel wat tooneelroutine voor noo-<br />

dig om een dergelijke klucht aanvaardbaar<br />

en zonder overdrijving te spelen. Met des<br />

te meer genoegen kan men vaststellen, dat<br />

het ensemble hier over het algemeen zeer<br />

wel in is geslaagd. Indien hier een aan-<br />

merking op het eindproduct zou kunnen<br />

worden geplaatst, dan zou men kunnen<br />

wijzen op een minder gewenschte neiging<br />

tot de operettesfeer, die aan het wezen van<br />

de opera, ook al is zij komisch, zoo gauw<br />

afbreuk doet. Ongetwijfeld kan dit op<br />

rekening worden gebracht van den Duit-<br />

schen regisseur Hans Strohbach, die hier-<br />

mmmmmmm<br />

Links: Een rroolijke scène. — Onder: De<br />

paren, waar alles om draait: Ferrando en<br />

Dorabella (Chris Haverne en Lidy van der<br />

Veen) en Guglielmo en Fiordiligi (Anton<br />

Eidering en Nelly Smit). (Foto's C.N.F.)<br />

door blijk geeft de tegenwoordig in het Duitsche<br />

operatheater heerschende opvattingen te volgen.<br />

Vastbesloten als men is de opera „populair" te<br />

maken, gaat men gemakkelijk over tot een al te<br />

groote lichtheid van toets, die de gaafheid van<br />

het kunstwerk als zoodanig in gevaar kan bren-<br />

gen. Niettemin heeft Strohbach uitstekend werk<br />

geleverd.<br />

Het ensemble is met de vrouwelijke krachten<br />

het sterkst bezet. Lidy van de Veen en Nelly<br />

Smit zijn lieve zusjes, die de respectievelijke rol-<br />

len van Dorabella, de dweepzieke en impulsieve<br />

en van Fiordiligi, de ernstige en beschouwende,<br />

met de noodige overgave vertolken. Lidy van de<br />

Veen was zeer goed in haar aria, waarin zij haar<br />

verdriet over den vertrekkenden geliefde uit, ter-<br />

wijl Nelly Smit haar in haar bravour-aria op ge-<br />

lijkwaardige wijze secundeert, wanneer zij den<br />

opdringerigen Albanees bruut afwijst. Tops van<br />

den Berg was een speelsch kamerkatje, dat haar<br />

dartelheid volkomen natuurlijk loost in tal van<br />

spontane bewegingen en in een levendige mimiek.<br />

Daarentegen houdt de volledige waardeering van<br />

het mannelijke element eigenlijk bij den tenor<br />

Chris Taverne (Ferrando) op. Want Anton Elde-<br />

ring is niet mijn ideaal van zangkunst en hoewel<br />

hij de rol van Guglielmo wel leven weet in te<br />

blazen, zijn de musische tekortkomingen altijd<br />

een bezwaar. Anton van Heyningen (Alfonso)<br />

daarentegen kan zingen, doch tooneelactie is zijn<br />

specialiteit niet. Te vaak vindt hij zijn houding<br />

niet en te vaak staat hij bij een gemis aan de gave<br />

van „stil spel" naast de vertooning.<br />

Muzikaal was alles zeer behoorlijk afgewerkt.<br />

Hiervoor past erkentelijkheid aan den dirigent<br />

Wim Quispel, die het slagvaardige orkest vaak<br />

tot een pure Mozartsfeer, zoo uiterst moeilijk te<br />

verwezenlijken, weet te brengen. Voorts verleende<br />

het koor „Nederlandsche Sangherconste" onder<br />

directie van Jef Somers zijn medewerking, die<br />

vocaal veel beter geslaagd mocht heeten dan<br />

dramatisch. Want deze zangers, die in de tweede<br />

acte ten tooneele moeten verschijnen, bewogen<br />

zich nog wat onwennig over de planken. Al met<br />

al echter een voorstelling, waaraan het succes in<br />

verschillende steden van ons land niet vreemd<br />

zal zijn, mede ook door de welverzorgde costu-<br />

meering. De Kamer-Opera heeft hiermede haar<br />

bestaansrecht zeker bewezen.<br />

W. H. A. VAN STEENSEL VAN DER AA.<br />

C/NEMA. & YHEATER — (nr. 17) 18<br />

.<br />

;,.•.....<br />

tiet tweede Uuitsche 1 heater<br />

debuteert te JLrnnem met<br />

„SCHÖN IST DIE WELT"<br />

Toen het Duitsche Theater in Nederland<br />

eenigen tijd in Den Haag en van daar uit ook in<br />

verscheidene andere plaatsen van ons land zijn<br />

opvoeringen had gegeven, bleek de noodzakelijk-<br />

heid naast dit ensemble nog een tweede Duitsche<br />

troep in ons land te vestigen. Het gezelschap te<br />

Den Haag, dat meestal grootsch gemonteerde<br />

opvoeringen geeft, kon daarmee niet in de klei-<br />

nere plaatsen van ons land komen omdat de<br />

accomod^tie van zaal en tooneel daar in den regel<br />

ontoereikend is.<br />

Het tweede Duitsche theater, dat thans te Arn-<br />

hem is gevestigd en waarvoor het gezelschap van<br />

het Rheinisches Landestheater uit Neuss naar ons<br />

land is gekomen, heeft daarom tot taak gekregen<br />

in de kleinere en middelgroote plaatsen van ons<br />

land, dus meer in de provincie de Duitsche kunst<br />

te brengen, niet alleen voor de daar verblijf hou-<br />

dende Duitschers maar tevens voor de vele be-<br />

langstellende Nederlanders. Ook in ander opzicht<br />

zal het tweede Duitsche theater een aanvulling<br />

van het eerste zijn. Brengt dit namelijk in hoofd-<br />

zaak de serieuze kunst, tooneelspel en opera, het<br />

gezelschap te Arnhem zal zich voornamelijk met<br />

kunst van lichter gehalte bezighouden en zang-<br />

spelen, operettes en waarschijnlijk in de toekomst<br />

kleine opera's ten tooneele brengen. Het is ge-<br />

dacht als een specifiek reizende troep, die van-<br />

daag misschien in het Noorden en morgen in het<br />

Zuiden van ons land optreedt.<br />

Met dit alles moet men rekening houden als<br />

men de opvoering beoordeelt, waarmee Zaterdag<br />

17 April in den Arnhemschen Schouwburg het<br />

tweede Duitsche theater in Nederland officieel<br />

werd geopend en die door tal van autoriteiten,<br />

waaronder ook den Rijkscommissaris, Rijks-<br />

minister Dr. Seyss Inquart, werd bijgewoond.<br />

Men had voor de openingsvoorstelling de<br />

operette „Schön ist die Welt" van Franz Léhar<br />

gekozen, een werk dat in Nederland minder be-<br />

kend is dan bijvoorbeeld „Das Land des<br />

Lächelns'" doch alle goede Léhar-eigenschappen<br />

bezit. De muziek is knap geschreven, bekoorlijk<br />

en melodieus. Zang-melodieën uit deze operette,<br />

zooals „Schön ist die Welt", „Frei und jung<br />

dabei", „Es steht vom Liebe so oft geschrieben"<br />

en vooral ook „Liebste glaub' an mich, denn ich<br />

liebe dich" zijn populair geworden, ook bij zeer<br />

velen die de operette zelf nooit hebben gezien.<br />

Het gegeven is wel een beetje poover en niet bijs-<br />

ter origineel. Een voor elkaar uitgezochte prin-<br />

ses en prins, die al bij voorbaat niets van elkaar<br />

willen weten doch incognito bij de eerste kennis-<br />

making smoorlijk verliefd op elkaar worden,<br />

hebben wij al in tal van operettes en films zien<br />

optreden. Van heel veel belang is dit overigens<br />

niet daar goede muziek ook het simpelste gegeven<br />

aanvaardbaar kan maken.<br />

Regisseur Robert Sawallich (de intendant van<br />

het gezelschap) had de voorstelling smakelijk<br />

geënsceneerd en Harald Quedenfeld zorgde voor<br />

decors, die wel vrij sober waren, maar het toch<br />

uitstekend deden.<br />

De regisseur zelf gaf een knappe uitbeelding<br />

van een typischen operette-koning en Lee Wie-<br />

denbruch leverde als hertogin Marie goed tegen-<br />

spel. Vocaal de beste kracht van het gezelschap<br />

is ongetwijfeld de sopraan Rosemarie Bollenbeck.<br />

Zij zingt gemakkelijk, heeft een goed dragende<br />

stem, die ook in de hooge toonen mooi van klank<br />

blijft en daarbij acteert zij zeer behoorlijk. Haar<br />

tegenspeler, de tenor Rudi Heinz, was een vlot<br />

acteerende prins, die als zanger het best is in<br />

lyrische pa&ages.<br />

19 (nr. 17)<br />

_^^^___^_<br />

CINEMA & THEATER<br />

Een goed komisch duo bezit het gezelschap in<br />

Lissy Kampf-Erkath en Hans Erich Kreibich,<br />

een paar echte operette-artisten, die op bijzonder<br />

aardige wijze een liefdespaar uitbeelden. Dan<br />

moet Fritz Beckmann nog genoemd worden als<br />

een komieke hoteldirecteur. Bij de namen der<br />

vertolkers van kleine partijen zagen wij die van<br />

den Nederlander Albert Heineman, die nog niet<br />

zooveel jaren geleden op de Amsterdamsche plan-<br />

ken een populaire operette-bariton was. Hij heeft<br />

in deze voorstelling niet gezongen zoodat wij niet<br />

konden beoordeelen of zijn stem nog haar oude<br />

kracht en glans heeft behouden. Het koor zong<br />

gedisciplineerd en bewoog zich goed op het<br />

tooneel. Dirigent Herbert Doge, die accuraat<br />

leidde, had de beschikking over een goed klin-<br />

kend orkest. Tilly Schwarz-Zorn zorgde voor<br />

enkele aardige dansen, die door de ballettroep<br />

charmant werden uitgevoerd.<br />

Na afloop werden tientallen bloemstukken het<br />

podium opgedragen hetgeen de feestelijkheid van<br />

deze première, die als besloten voorstelling ge-<br />

geven werd, verhoogde. Den volgenden avond is<br />

in den zelfden Schouwburg de eerste voorstelling<br />

voor het publiek gegeven. Daarna komen tal van<br />

andere plaatsen aan de beurt. Het tweede Duit-<br />

sche 'Theater heeft zijn moeilijk werk, reizend<br />

door Nederland (het gezelschap beschikt over<br />

twee autobussen), aangevangen en zal in vele<br />

zalen amusement, in duizenden harten een tikje<br />

vroolijkheid brengen. In Arnhem zal de troep<br />

iedere week een voorstelling geven in den Stads-<br />

schouwburg. Het ligt in de bedoeling binnenkort<br />

nog verscheidene andere operettes ten tooneele te<br />

brengen, waaronder Léhar's „Lustige Witwe" en<br />

„Das Land des Lächelns". TJ. DE BOORDER.<br />

Een scène uit „Schön ist die Welt" van<br />

Franz Léhar, zooals het door het „Rheini-<br />

sches Landestheater Neuss" te Arnhem<br />

wordt opgevoerd. (Foto Staff/Borrius)<br />

^i^^in^mßmß^mimm^v- ■'<br />

-1;.,,.,<br />

FRANSCH TOONEELSTUK<br />

OVER WAGNER.<br />

De ballingschap van Richard Wagner in Zwit-<br />

serland heeft de Fransche tooneelschrijver Saint-<br />

Cieorges de Bouhélier tot onderwerp van een<br />

tooneelspel gekozen, dat getiteld is „Le drame<br />

du Génie".<br />

De schrijver stelt hierin het probleem van den<br />

moeilijken omgang met een kunstenaar, die leeft<br />

voor zijn werk en vaak onmogelijk is voor zijn<br />

omgeving.<br />

De drie vrouwen, die in Wagner's leven naar<br />

voren treden, spelen in dit P'ransche stuk een<br />

belangrijke rol. Zij zijn: de eerste echtgenoote<br />

van den componist Minna, zijn ' inspiratrice<br />

Mathilda Wesendonk en zijn tweede vrouw<br />

Cosima.<br />

De Geneefsche correspondent van „Het Vader-<br />

land" heeft de première, die te Genève plaats<br />

vond, bijgewoond. De opvoering schijnt den in-<br />

druk gewekt te hebben, dat Bouhélier in de tee-<br />

kening van het egocentrische genie overdreven<br />

heeft, hoewel deze correspondent dit meer aan de<br />

opvatting der spelers toeschreef.<br />

NIEUW PROJECTIESYSTEEM.<br />

Het Haagsche Studio-Theater heeft zijn<br />

projectiedoek doen bestrijken met een speciaal<br />

soort verf, waardoor een deel der ultraviolette<br />

stralen der projectielampen wordt vervormd tot<br />

zichtbare stralen. Dit z.g. ,,Euphan"-systeem<br />

heeft ten doel de beelden „plastischer" te maken<br />

en daardoor het effect van de film te verhoogen.<br />

DUITSCHE PREMIÈRE VAN NIEUWE<br />

ITALIAANSCHE OPERA.<br />

De opera Liola van den Italiaanschen com-<br />

ponist Giuseppe Mulé is dezer dagen voor het<br />

eerst in Duitschland en wel te Chemnitz opge-<br />

voerd onder den titel „Hahn im Korb". Het<br />

scenario is van Arturo Rossato, die werkte naar<br />

een blijspel van Pirandello.<br />

DRIE OPERA-ÉÉNACTERS.<br />

De dirigent Eugen Bodart uit Mannheim<br />

heeft drie samenhangende opera-éénacters ge-<br />

schreven, die tezamen een avond zullen vullen:<br />

Sarabande, spelende in 1740, Heimlicher Walzer<br />

(1840) en Kleiner Irrtum (1940).<br />


Binnen afzienbaren tijd wordt het befaamde<br />

Miller Kwartet van Ab de Molenaar (die zijn<br />

muzikale gaven heeft geërfd van zijn vader, den<br />

bekenden concert-pianist Johan de Molenaar)<br />

uitgebreid met twee extra-Sanny Daytjes. Be-<br />

wonderaars van Sanny Day gelieven dus voor-<br />

zichtig te zijn en niet tot de overijlde conclusie te<br />

komen dat zij drie dubbel zien, als zij op een<br />

goeden dag ,,Palace" binnen wandelen en drie<br />

Sanny Daytjes op een rij zien staan.<br />

De tweede Sanny is een zusje van de origineele<br />

Sanny en nummer drie is Guusje Bousché. Het<br />

verbijsterende van deze heele geschiedenis is, dat<br />

ze alledrie even groot zijn en alledrie beschikken<br />

over gitzwart haar. Er wordt lederen morgen<br />

hevig gerepeteerd, zoodat radioluisteraars reik-<br />

halzend kunnen uitzien naar een nabije en nieuwe<br />

sensatie.<br />

Het Miller-kwartet neemt in Holland een ge-<br />

heel eigen plaats in. Het is een typisch voorbeeld<br />

van een ensemble dat perfect is in zijn simpele<br />

kern-combinatie, een geheel, dat stijl heeft,<br />

karakter en een strikt eigen persoonlijkheid, die<br />

haar stempel drukt op elke vertolking van elke<br />

denkbare compositie. De leider, Ab Miller, heeft<br />

een hart, dat een tijdlang heen en weer gezweefd<br />

heeft tusschen de zee en de muziek.... juist zoo-<br />

als Dick Willebrandt's hart zweeft tusschen sport<br />

en muziek. Tenslotte is zyn hart met een plof in<br />

de handen van Sanny Day terecht gekomen, maar<br />

dat is wéér een ander verhaal.<br />

Op een gegeven oogenblik, althans, woog de<br />

muziek het zwaarst en Ab verliet de zeevaart-<br />

school en trok met zijn guitaar in de hand door<br />

het gansche land. Het Miller-kwartet, zooals wij<br />

het nu kennen en zooals het thans speelt in<br />

„Palace", op het Amsterdamsche Rembrandt-<br />

plein, heeft een vaste kern bestaand uit Ab Mole-<br />

naar (guitaar), Joop Maten (piano) en Sanny<br />

Day (zang en algemeene charme). Met Frans<br />

Wouters' ensemble en eenheden als de Kilima<br />

Hawaiians e.d. vormt het Miller-kwartet een<br />

hecht blok van orkesten, welke voornamelijk ge-<br />

bruik maken van snaarinstrumenten in tegenstel-<br />

ling met Theo Uden Masman, Willebrandts, Piet<br />

van Dijk en anderen, wier muzikale basis de<br />

blaasinstrumenten vormen.<br />

Inderdaad is het Miller-kwartet verrassend<br />

goed. Met piano, bas, guitaar en zang van Sanny<br />

wordt een geheel verkregen, waarin elke toon op<br />

zijn plaats is en een definitieve functie vervult.<br />

iPiPPPiiiiPi<br />

Dolly Mollinger<br />

(Foto Ufa)<br />

Nederlandsche film-<br />

actrices, die „naam"<br />

hebben gemaakt in het<br />

buitenland, zijn zeld-<br />

zaam. Dolly Mollinger<br />

is één van haar.<br />

Haar eerste groote<br />

rol kreeg zij in Neder-<br />

land in de film „De<br />

Kribbebijter": haar<br />

creatie van de schoon-<br />

dochter tegen-wil-en-<br />

dank viel hierin op.<br />

Spoedig trok zij over<br />

de grenzen. In Frank-<br />

rijke, Engeland en<br />

Duitschland filmde zij,<br />

èn met succes!<br />

Onlangs bereikte ons<br />

het bericht, dat onze<br />

landgenoote zich ook<br />

Inders dan als actrice<br />

voor de film interes-<br />

seert. Zij heeft een<br />

scenario en een draai-<br />

boek geschreven, die<br />

door de Prag-Film zijn<br />

aangekocht. De Chef-<br />

dramaturg en regis-<br />

seur van den Duitschen<br />

radio-omroep Werner<br />

Bergold stond haar<br />

daarbij met raad en<br />

daad ter zijde.<br />

Dolly's film komt<br />

binnenkort in produc-<br />

tie. Als titel heeft men<br />

gekozen: „Komm zu<br />

mir zurück".<br />

Hun spel ademt een levend enthousiasme — hun<br />

vondsten zijn veelvuldig en frisch — hun samen-<br />

spel is intuïtief volkomen raak. Als zij voor de<br />

microfoon spelen, wordt hun bezetting uitgebreid<br />

met een viool, gestreken door: (schrik niet) Jan<br />

Doedel, of Theo van Brinkom.<br />

Hoe Ab Miller aan Sanny Day gekomen is?....<br />

Ab kwam op een warmen zomerdag door een<br />

straat slenteren en hoorde plotseling door de<br />

open ramen van een dansschool een geluid, zóó<br />

goed, dat hij mompelde: „Ik ga vragen hoe die<br />

gramofoonplaat heet". Hij ging naar binnen en<br />

ontdekte tot zijn verbazing Sanny Day in leven-<br />

den lijve, zingend voor een microfoon. Ab zei<br />

ademloos: „Jij bent de eenige.... Zoowel wat<br />

liefde als wat zang betreft. Te eeniger tijd in de<br />

toekomst zal ik een<br />

eigen orkest hebben.<br />

Wil je komen zin-<br />

gen?". . . .<br />

Zij mompelde „Ja"<br />

.... en ziet I In Juni<br />

1940 ontstond het<br />

Miller-Kwartet, dat<br />

onmiddellijk ten he-<br />

mel voer op wolken<br />

van succes.<br />

Een mooi verhaal<br />

is de historie van<br />

Eddie Christiani, die,<br />

na een paar luttele<br />

weken oefenen, in<br />

staat was, twee, zeg-<br />

ge en schrijve twee<br />

Links: Het Miller-<br />

kwartet, - Rechts:<br />

de jonge zangeres<br />

Carola Benner, die<br />

thans met Frans<br />

Wouters, Guus<br />

Brox en • Eddie<br />

Christiani op tour-<br />

nee is.<br />

(Foto's N.R.O.IC.N.F.)<br />

foxtrotjes op zijn guitaar te pingelen, en op een<br />

mooien zomeravond bezeten werd door de Show-<br />

lust, eiken'goeden musicus aangeboren. Hij voer<br />

voort uit zijn huis en ging staan spelen op het<br />

pleintje voor datzelfde huis. Binnen tien minuten<br />

stonden veertig jongens en meisjes te dansen op<br />

Eddie's snarenspel. Aan dit feest van zang en<br />

dans en snarenspel werd echter een einde gemaakt<br />

door een agent van politie, welke de schare ruw<br />

uiteen joeg. In de krant stond den volgenden<br />

ochtend, dat onverlaten met behulp van guitaren<br />

een Bal-Champêtre hadden georganiseerd op een<br />

plein in de stad, aan welk snood bedrijf door den<br />

sterken arm een einde was gemaakt. Dit was<br />

Eddie's eerste recensie, waarop hij nu nóg<br />

trotsch is. WILLEM W. WATERMAN.<br />

CINEMA & THEATER — (nr. 17) 20<br />

. __._. _„..___ z ; ■_..,_ _'■ _.._■<br />

mm^mm^m^^^^9mmmm^<br />

rirniii"»!"»-«« Ni ir-irr»«"*''«: »"«nN nnnri rww^wv&^&r**^*^ •"«ri<br />

LANCÓME<br />

jli. Mwilt...»»..!»!!.!!»! t »■„A.ll II! llKJ).,4l!.A.tlll!l.Jl...l»>,.!t lfc.fci,ill!lMft.il( «üb Jl.Jilll..*.*.***.'».^»!« < ^-'-<br />

.■.irif,i,.,fr,,i iji (rii^r'ir'iirsr'iiriii « ir"! ■» wwwn » mir'» ^p^|I'"^^ | ■"r ,, I^lll->r■ , '^ ,, l' , ""I , ' ,1 «■ ,<br />

21 (nr. 17)<br />

MUZIEKSCHOOL A. ZWAAG<br />

Scholen te<br />

Amsterdam - Den Haag<br />

Haarlem - Alkmaar<br />

en Langendijk<br />

CLUBLESSEN<br />

voor alle muiiekinstrumenten<br />

vanaf f 2.50 per maand<br />

Scliriftelijke lessen<br />

door het leheele land f 3.00 p. maand.<br />

Alle inllcLUngen ■<br />

JAC. VAN LENNEPKADE 15<br />

AMSTERDAM - Wert — TEL. 80940<br />

CINEMA 6* THEATER<br />

't"-..<br />

HET PAASCH-PROGRAMMA IN<br />

STATION S-ÄOFJFIKMUIS<br />

Leo v. d. Have<br />

Verzorgde dag- en avondscholels<br />

STATIONSPLEIN 12 - HAARLEM<br />

$&Ü*t<br />

TREESJE VRIJDAG"<br />

if<br />

Toegang 14 jaar — Sonora-Wm<br />

OP HET TOONEEL;<br />

Dick Willebrandts<br />

„RIJPENDE JEUGD"<br />

Toegang 14 jaar - Sonora-film<br />

OP HET TOONEEL:<br />

RIE HELLMIG met haar Orchest<br />

n


RAADSEL-VARIÉTÉ<br />

Oplossingen der onderstaande opgaven zende men — liefst op een<br />

briefkaart — uiterlijk 6 Mei as. aan den „Raadsel-regisseur",<br />

Redactie „Cinema & Theater", Paulus Potterstraat i. Amsterdam-Z.<br />

Op de adreszijde te vermelden: „Raadselvariété 6 Mei".<br />

Onder de inzenders van ten minste twee der drie opgaven worden<br />

verloot: een hoofdprijs van ƒ 2.50 en vijf troostprijzen van ƒ 1.-.<br />

i 1<br />

* f i ^ d> ■ ■ ■ y<br />

P<br />

3<br />

i<br />

■ i ■ ■ ■ m Z3 Lt<br />

■ ■<br />

20 'S<br />

11<br />

■<br />

V' ■<br />

V<br />

■<br />

'f<br />

Jl» 3/<br />

il<br />

it<br />

■<br />

zi<br />

* ■ ■<br />

P ■<br />

J/ w ■ ■ ■ ■<br />

il *> f/<br />

*-/ vS « 'f fa opgewekt.<br />

"AKKERTJES" zijn onschadelijk voor Uw gezondheid en<br />

ongeëvenaard bij hoofdpijn, kiespijn, aangezichtspijnen,<br />

rheumatische pijnen, spierpijn, lendenpijn, spit enz.<br />

Maar ook dadelijk helpend bij kou, koorts en griep I<br />

Ni eemn uA<br />

AKKERTJE<br />

De Nederlandsche Pijnsfiller<br />

Aan de Ae/m/nistratfe van CINEMA Ä THEATER<br />

Paulus Potterstraat 4 — Amsterdam Zuid<br />

Mijne Heeren,<br />

Elke week wil ik op de hoogte blijven van nieuwe films,<br />

tooneelstukken, opera's enz. Noteert u mij dus, op de gebrui-<br />

kelijke voorwaarden, als abonné voor toezending per post/per<br />

bezorger è. 12% ct. per nummer*).<br />

Het abonnementsgeld wordt betaald met ƒ6.50 per jaar*/<br />

ƒ3.25 per halfjaar*/ƒ 1.62% per kwartaal* en voldaan bij aan-<br />

bieding van uw kwitantie.<br />

Naam ."_* _ ■<br />

Adres , )'■ • Handteekening<br />

te ..:..'. i \ « "<br />

Datum-^ : * ,' 'M<br />

•* • *' "V<br />

Verzenden in enveloppe als brief of geplakt op een briefkaart.<br />

•) Doorhalen wat niet van toepassing is.<br />

23 (nr. 17) — CINEMA b' THEATER<br />

J<br />

RESTAURANT<br />

A. W. FRIJLINK<br />

WAGENSTRAAT<br />

(naait Scala)<br />

's-GRAVENHAGE - TELEFOON 116560<br />

mmm. enJUITSU KEUKEN<br />

DIVERSE BELEGDE BROODJES<br />

J"DÜITSCH TI ËNGELSCH"!<br />

leeren in 8 maanden fl. 2.05 p. mnd.<br />

I Nieuwste schriftelijke methode, elke week Uw les thuis. I<br />

M.O.-leeraren met jarenlange ervaring.<br />

| Middenstandsdiploma (alg. ontwikkeling) "<br />

Ned. Taal en Corresp. II. 1.50 p. mnd. ■<br />

9 Boekhouden . . fl. 1.— p. mnd., met correctie.<br />

■ D AU NE[)ERLAH[)SCHTALENINSTITUUT - R ' DAM |<br />

iS il ^i (Hel /nsfifuul me( 5000 cursislon/;<br />

_ ^^^^^^^^^^^ (als brief t« zenden) - Gratis les van M<br />

■ Naam: B<br />

(No. C) Adres: te<br />

k ..... . . . J<br />

U is zakenman ?<br />

U interesseert zich<br />

voor reclame ?<br />

Leest dan hei interessante boekje<br />

„RECLAME<br />

(H schaücschieiijd"<br />

dat de bij uitstek deskundige op dit<br />

gebied: W. N. VAN DER SLUYS Jr.<br />

voor U schreef.<br />

Prijs f 1.50<br />

Verkrijgbaar in den boekhandel en bij de<br />

NV. NEDERLANDSCHE UITGEVERIJ .OPBOUW"<br />

Paulus Potterstraat 4, Amsterdam (Z.) - Telefoon 98145 - Postgiro 78676<br />

Het weekblad „CINEMA & THEATER" verschijnt des Vrijdags.<br />

Hoofdredacteur: Louis Thijssen, Voorburg (Z.-H.); plaatsvervanger:<br />

Joh. T. Hulsekamp, Amsterdam. — Chef-van-dienst der redactie:<br />

R. H. J. Pfaff, Amsterdam. — Redacteur: L. J. Capit, Amsterdam.<br />

— Uitgave der N.V. Nederlandsche Uitgeverij „Opbouw", Paulus<br />

Potterstraat 4, Amsterdam-Zuid.<br />

Alle bijdragen, foto's, teekeningen en redactioneele correspondentie,<br />

zonder vermelding van persoonsnamen, te richten aan de' Redactie,<br />

abonhementsopgave en andere administratieve correspondentie aan<br />

de Administratie van Het Weekblad ,,Cinema & Theater", Paulus<br />

Potterstraat 4, Amsterdam-Zuid. Telefoon: 98145, 21511, 21424. —<br />

Postgiro no. 7S67G. — Prijs der losse nummers 15 cents. Abonne-<br />

mentsprijs voor Nederland franco per post ƒ C.50 per jaar, ƒ 3.25 per<br />

half jaar, ƒ 1.62% per kwartaal, bij vooruitbetaling; in plaatsen, waar<br />

bezorgers zijn gevestigd, desgewenscht 12% cents per week bij be-<br />

zorging in de week na verschijning. Abonnementen worden stil-<br />

zwijgend telkens voor dezelfde periode verlengd, indien niet twee<br />

weken vóör afloop schriftelijk opzegging is ontvangen. — Nadruk<br />

alleen toegestaan voor korte gedeelten, mits met bronvermelding. —<br />

Bij ongevraagde bijdragen sluite men retourporto in.


„Drledolzcnd heb Ik voor dat dJng betaald en Je speelt<br />

alleen maar In het midden !"<br />

n doekjes f<br />

(Teekening W. de Mooy)<br />

U BENT NIET DE EENIGE,<br />

die ,.Cinema en Theater" zoo'n aardig blad vindt!<br />

Wilt U er daarom van verzekerd zijn,<br />

dat U het blad elke week ontvangt,<br />

NEEMT DAN EEN ABONNEMENT!<br />

Vult de bon in, die op de vorige bladzijde onderaan staat afgedrukt!<br />

vt^m^nV 11 nt.h^" 1 ' ^"'f Thljssen Voorburg; verantwoordelijk voor de advertenties R. M. A. Ausems, Amsterdam. Uitgeefster N.V.<br />

Ned. Uitgeverij „Opbouw , AmsterdHm-Z. Druk van drukkerij Elsevieï, Amsterdam. Verschijnt 1 X per week. Abonnement voor Nederland<br />

ƒ 6.50 per jaar; losse nummers / 0.15. Volledige gegevens op blz. 23. P. 1083/4.<br />

.,: IM<br />

CINEMA & THEATER — zsste Jaargang — No. n — 23 A f ril 1943<br />

.;►.; , . ... . _,:^ _„,__

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!