30.09.2013 Views

Projectnaam - Zichtbare Zorg

Projectnaam - Zichtbare Zorg

Projectnaam - Zichtbare Zorg

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Klantpreferente<br />

keuze–informatie Kraamzorg<br />

Welke aspecten van een kraamzorgaanbieder willen consumenten weten<br />

als zij voor de keuze staan van een kraamzorgaanbieder?<br />

Opdrachtgever : Stuurgroep <strong>Zichtbare</strong> <strong>Zorg</strong> Kraamzorg<br />

Projectleider : Lidewij Sekhuis<br />

Achtervanger : Ramona de Jong<br />

Projectnummer : PSO09002S1-5<br />

Kennisgroep : Onderzoek Gezond Leven<br />

Datum : 06-10-2009<br />

Copyright: © afdeling Onderzoek<br />

Dit onderzoekverslag is opgesteld door de Afdeling Onderzoek van de Consumentenbond. Het auteursrecht op<br />

dit onderzoekverslag berust bij de Afdeling Onderzoek. Overname van (of delen van) dit onderzoekverslag door<br />

derden is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de Afdeling Onderzoek, onverminderd de rechten<br />

van de opdrachtgever.<br />

En verder werkten mee / deelnemers projectgroep; Marjon Schoneveld


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

Inhoud<br />

Samenvatting .................................................................................................. 3<br />

1. Inleiding.................................................................................................... 4<br />

2. Methode.................................................................................................... 5<br />

2.1 Literatuurstudie.................................................................................... 5<br />

2.2 Focusgroepen ...................................................................................... 5<br />

3. Resultaten ................................................................................................. 7<br />

3.1 Literatuurstudie en interviews ................................................................ 7<br />

3.2 Focusgroepen .................................................................................... 16<br />

3.2.1 Werven van panelleden ................................................................. 16<br />

3.2.2 Resultaten................................................................................... 17<br />

4. Criterialijst .............................................................................................. 22<br />

Bijlage .......................................................................................................... 26<br />

Literatuurlijst ........................................................................................... 29<br />

2/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

Samenvatting<br />

Om meer inzicht te krijgen in de kwaliteit van kraamzorg in Nederland heeft <strong>Zichtbare</strong><br />

<strong>Zorg</strong> Kraamzorg een project opgestart om een duidelijke set van kwaliteitsinformatie<br />

te realiseren. Deze is onder te verdelen in de zorginhoudelijke kwaliteitsindicatoren, de<br />

CQ-index (cliëntervaringen) en de klantpreferente keuze-informatie. Aangezien de CQindex<br />

en de kwaliteitsindicatoren reeds ver gevorderd zijn, wilde de Stuurgroep graag<br />

weten of deze twee meetmethoden voldoende keuze-informatie biedt voor<br />

consumenten. De Consumentenbond heeft daarom de opdracht gekregen om te<br />

achterhalen op basis van welke aspecten consumenten het liefst voor een<br />

kraamzorgaanbieder willen kiezen. Hiervoor zijn twee focusgroepen georganiseerd met<br />

ouders die ofwel het afgelopen jaar bevallen waren van hun eerste kind, ofwel het<br />

afgelopen jaar bevallen waren van een tweede of later kind. Uit de resultaten blijkt dat<br />

consumenten aspecten als voorlichting, deskundigheid, ervaringen van anderen en<br />

communicatie belangrijk vinden. Deze aspecten kunnen het beste gemeten worden<br />

met de CQ-index of de (zorginhoudelijke) kwaliteitsindicatoren. Daarnaast zijn er<br />

aspecten die een plek kunnen krijgen in de klantpreferente keuze-informatie. Te<br />

denken valt aan de aspecten zorg in de avonduren, specialisaties, één<br />

kraamverzorgende, dezelfde kraamverzorgende als bij de andere kinderen en de<br />

bezettingsgraad. Aan de hand van de opgestelde lijst keuze-items kan de Stuurgroep<br />

bepalen of vervolgonderzoek noodzakelijk is.<br />

3/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

1. Inleiding<br />

De kraamzorg in Nederland staat regelmatig in de belangstelling. De IGZ constateerde<br />

in 2001 dat er op het gebied van kwaliteit van zorg nog veel te verbeteren was [1].<br />

Sinds 2001 is er echter veel veranderd. Partijen in de kraamzorg zijn bewust naar een<br />

beter kwaliteitsbeleid toe gaan werken. Op dit moment willen alle betrokken partijen<br />

meer inzicht verkrijgen in de kwaliteit zoals deze nu is. Daartoe is het project<br />

‘<strong>Zichtbare</strong> <strong>Zorg</strong> Kraamzorg’ gestart [2]. Het doel van het project is om een duidelijk<br />

set kwaliteitsinformatie te realiseren. Deze set kan cliënten helpen een passende<br />

aanbieder te kiezen, verzekeraars helpen om goede zorg in te kopen en de Inspectie<br />

voor de Gezondheidszorg (IGZ) helpen goed toezicht te houden. Eveneens kan de<br />

aanbieder zich door de verkregen kwaliteitsinformatie verbeteren [3]. De<br />

kwaliteitsinformatie bestaat uit drie delen:<br />

- cliëntervaringen, ofwel CQ-index;<br />

- zorginhoudelijke kwaliteits-indicatoren; en<br />

- klantpreferente keuze-informatie<br />

De Consumentenbond speelt een belangrijke rol bij het inzichtelijk maken van dit<br />

laatste onderdeel, de keuzeinformatie. Hiermee wordt informatie bedoeld die cliënten<br />

van een zorgaanbieder willen hebben wanneer zij kiezen voor een<br />

kraamzorgaanbieder. Belangrijk daarbij is dat zorgaanbieders ook in staat moet zijn<br />

om deze informatie aan te kunnen leveren. Zo is het voor een kraamzorgaanbieder<br />

bijvoorbeeld heel lastig om aan te geven in hoeverre hun kraamverzorgenden<br />

vriendelijk zijn tegen cliënten. Dit aspect wordt gemeten in cliëntervaringen, ofwel de<br />

CQ-index. Bij klantpreferente keuze-informatie gaat het voornamelijk om<br />

structuurinformatie; consumenten kunnen vanuit hun specifieke behoefte de keuze<br />

voor een kraamzorgaanbieder op deze informatie baseren. De klantpreferente keuzeinformatie<br />

is in de eerste plaats niet bedoeld als indicator van kwaliteit maar geeft aan<br />

wat cliënten willen weten bij de keuze voor een kraamzorgaanbieder.<br />

Met dit onderzoek wordt bekeken of de belangrijkste aspecten voor consumenten wat<br />

betreft de keuze van een kraamzorgaanbieder voldoende tot hun recht komen in zowel<br />

de kwaliteitsindicatoren als de CQ-index. Bekeken wordt of er belangrijke keuze-items<br />

ontbreken. Vervolgonderzoek is noodzakelijk om te bepalen of deze aspecten ook<br />

daadwerkelijk een plek verdienen in de klantpreferente keuze-informatie.<br />

Om consumenten ondersteuning te bieden bij het maken van een keuze voor een<br />

kraamzorgaanbieder, is het uiteindelijke doel van het project om aspecten te<br />

onderscheiden waar consumenten op kunnen en willen kiezen. Eveneens moeten de<br />

aspecten beschikken over een onderscheidend vermogen, zodat kraamzorgaanbieders<br />

zich kunnen profileren op bepaalde aspecten. Het ontsluiten van deze informatie aan<br />

consumenten kan plaats vinden via het internet.<br />

In dit rapport worden achtereenvolgens in hoofdstuk twee de gebruikte methoden<br />

beschreven, waarna in hoofdstuk drie de resultaten volgen. In hoofdstuk vier wordt de<br />

lijst met keuze-items besproken.<br />

4/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

2. Methode<br />

Om te achterhalen welke aspecten consumenten belangrijk vinden bij de keuze voor<br />

een kraamzorgaanbieder zijn verschillende methoden van onderzoek gebruikt. Deze<br />

zullen hieronder besproken worden.<br />

2.1 Literatuurstudie<br />

Om keuzeaspecten in de kraamzorg te ontwikkelen, is er met name gebruik gemaakt<br />

van de bestaande literatuur, aangeleverd door de werkgroep kraamzorg. Belangrijke<br />

bronnen waren de focusgroepen gehouden voor het visiedocument en de CQ-index.<br />

Daarnaast is er kort een studie verricht naar de stand van zaken bij kraamzorg.<br />

Hiervoor zijn belangrijke rapporten bestudeerd van onder andere het Landelijk<br />

Indicatie Protocol Kraamzorg (LIP Kraamzorg), het IGZ en de Nederlandse<br />

<strong>Zorg</strong>autoriteit. Ook zijn er interviews gehouden met een aantal organisaties uit het<br />

veld, waaronder een beleidsmedewerker van ActiZ, een verloskundige en een grote<br />

kraamzorgaanbieder. Met behulp van deze gegevens kon bekeken worden welke<br />

gegevens reeds bekend waren over de wensen van de consument wat betreft<br />

kraamzorg. De resultaten van dit onderzoek zijn kort weergegeven in hoofdstuk 3.<br />

Met behulp van de literatuurstudie werd een groslijst gemaakt van aspecten die voor<br />

consumenten belangrijk kunnen zijn bij de keuze van een kraamzorgaanbieder. De<br />

aspecten van deze lijst werden vervolgens besproken in de volgende stap, de<br />

focusgroepen.<br />

2.2 Focusgroepen<br />

In totaal zijn er twee discussiegesprekken, ofwel focusgroepen, gehouden met ouders<br />

die recentelijk een kind hadden gekregen. Focusgroep 1 bestond uit ouders die<br />

bevallen waren van hun eerste kind, in focusgroep 2 zaten ouders die recentelijk een<br />

tweede of later kind hebben gekregen. De focusgroepen hadden een open karakter. Dit<br />

houdt onder andere in dat het voornaamste doel was om de ouders zelf het woord te<br />

laten voeren en hun ideeën en opvattingen over kraamzorg kenbaar te laten maken.<br />

Het gesprek bestond uit twee delen.<br />

Na een korte introductie, waarin het doel van de bijeenkomst duidelijk werd gemaakt<br />

en de aanwezigen aan elkaar werden voorgesteld, is er aan de aanwezigen gevraagd<br />

of zij allen voor zich wilden opschrijven wat zij belangrijk vinden in kraamzorg.<br />

Vervolgens werden deze aspecten in de groep besproken, waardoor er een discussie<br />

ontstond. Na afloop werden de nog niet besproken aspecten, afkomstig van de<br />

groslijst, genoemd en alsnog besproken.<br />

Na een korte pauze is de discussie hervat en werd er aan de respondenten gevraagd<br />

om voor zichzelf op te schrijven op welke aspecten zij een kraamzorgaanbieder zouden<br />

willen kiezen als zij opnieuw voor de keuze van een aanbieder zouden staan. Eveneens<br />

is gevraagd wat zij een goede vriendin, die voor het eerst voor de keuze staat, zouden<br />

adviseren.<br />

Na afloop van de focusgroepen werden de resultaten van de focusgroepen vergeleken<br />

en samengevoegd met de groslijst van de literatuurstudie. Eveneens werd gekeken of<br />

het aspect ook daadwerkelijk onder te verdelen is in structuurinformatie en daarmee<br />

een plaats verdiend in de klantpreferente keuze-informatie. Van de overige aspecten,<br />

die door consumenten als (zeer) belangrijk worden ervaren, wordt aangegeven waar<br />

5/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

zij te vinden (zouden moeten) zijn, ofwel in de CQ-index ofwel in de (zorginhoudelijke)<br />

kwaliteitsindicatoren.<br />

Vervolgonderzoek is noodzakelijk om van deze lijst aspecten een vragenlijst te maken<br />

voor kraamzorgaanbieders. Bovendien moet besproken worden of de aspecten<br />

geprioriteerd dienen te worden met behulp van een digitaal panel. Eveneens moet er<br />

met aanbieders bekeken worden hoe de keuze-items het beste vertaald kunnen<br />

worden in duidelijk in te vullen vragen. Aan de hand van de resultaten van dit<br />

onderzoek zal de Werk/Stuurgroep <strong>Zichtbare</strong> <strong>Zorg</strong> Kraamzorg bepalen of zij het<br />

noodzakelijk achten om deze stap uit te voeren.<br />

6/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

3. Resultaten<br />

Hieronder zullen de resultaten besproken worden van het onderzoek. In §3.1 zijn de<br />

resultaten van de literatuurstudie en de verschillende interviews weergegeven. In §3.2<br />

de resultaten van de focusgroep.<br />

3.1 Literatuurstudie en interviews<br />

Hieronder zal allereerst kort besproken worden wat kraamzorg is, welke organisaties<br />

daarbij betrokken zijn en een aantal protocollen. Vervolgens zullen de interviews en de<br />

focusgroepen voor het visiedocument en de CQ-index besproken worden. Met behulp<br />

van deze literatuurstudie kon er een groslijst gemaakt worden van mogelijke keuzeaspecten.<br />

Wat is Kraamzorg?<br />

Kraamzorg is gericht op het voorspoedige herstel van de moeder en de integratie<br />

van het kind in het gezin. Hiermee wordt de basis gelegd voor een gezonde<br />

ontwikkeling van het kind. Daartoe biedt de kraamzorg verzorging, ondersteuning,<br />

nstructie en voorlichting en worden risico’s en problemen ten aanzien van gezondheid<br />

en veiligheid gesignaleerd. De wensen en behoeften van de cliënt vormen het<br />

uitgangspunt van de zorgverlening en de waarden en normen van de cliënt worden<br />

gerespecteerd. Kraamzorg ondersteunt de verantwoordelijkheid van de ouders voor de<br />

eigen gezondheid en het functioneren in het eigen gezin [4].<br />

In Nederland heeft iedere zwangere recht op kraamzorg. Deze vorm van zorg wordt<br />

tijdens en na de bevalling geleverd aan de vrouw en haar gezin. De taken van de<br />

kraamverzorgende zijn grofweg in te delen in a) het voorbezoek (de intake), b) de<br />

partusassistentie en c) de kraamverzorging [5].<br />

Tijdens het voorbezoek informeert en adviseert de kraamzorgaanbieder de zwangere.<br />

Zij krijgt tijdens de zwangerschap eveneens informatie over de zorgmogelijkheden en<br />

de noodzakelijke voorbereidingen in huis op de bevalling en het kraambed [6]. Tijdens<br />

dit gesprek wordt in overleg met de vrouw (en haar partner) vastgesteld hoeveel zorg<br />

er vermoedelijk gegeven moet worden.<br />

Partusassistentie is gericht op het goed laten verlopen van de thuisbevalling en de<br />

eerste uren na deze bevalling. De kraamverzorgende assisteert de verloskundige bij<br />

haar werkzaamheden. Voornaamste taken hierbij zijn het klaarzetten van de<br />

benodigdheden voor de bevalling, de verzorging en ondersteuning van moeder en<br />

kind, het ondersteunen van de verloskundige hulpverlener, het opruimen van de<br />

ruimte waar de bevalling heeft plaatsgevonden en het verzorgen en bewaken van<br />

moeder en kind na de bevalling [6].<br />

Bij de kraamverzorging zijn de belangrijkste taken vroegsignalering van problemen bij<br />

moeder en kind, waarborgen van een goede hygiëne, goede verzorging en controle<br />

van moeder en kind, observering, voorlichting en instructie, het tijdelijk ondersteunen<br />

van huishoudelijke taken, én de opvang van andere kinderen indien noodzakelijk [6].<br />

Financiering kraamzorg<br />

Kraamzorg is opgenomen in de basisverzekering. Er is sprake van een eigen bijdrage<br />

van €3,80 per uur [7]. Een eventuele aanvullende verzekering kan de eigen bijdrage<br />

opheffen [7]. In de basisverzekering is minimaal 24 uur en maximaal 80 uur<br />

7/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

kraamzorg verdeeld over 10 dagen opgenomen. Aan de hand van het Landelijk<br />

Indicatieprotocol Kraamzorg (LIP Kraamzorg) bepaalt de zorgaanbieder hoeveel<br />

kraamzorg iemand nodig heeft. Het basispakket kraamzorg is van toepassing als er<br />

geen extra bijzonderheden zijn in het gezin. In totaal heeft zo’n gezin na de<br />

partusassistentie recht op 49 uur kraamzorg gedurende de eerste 8 dagen, gerekend<br />

vanaf de geboortedag van het kind. Het geven van borstvoeding is in dit pakket<br />

opgenomen. De verzorging en opvang van huisgenoten en de ondersteuning of tijdelijk<br />

overnemen van extra huishoudelijke taken niet. Per gezin zal (allereerst tijdens het<br />

voorgesprek, maar ook gedurende de kraamverzorging), bekeken worden of er meer<br />

of minder hulp noodzakelijk is. Redenen om van het aantal uur af te wijken zijn<br />

bijvoorbeeld: een niet ingeplande ziekenhuisbevalling, het niet geven van borstvoeding<br />

en de aanwezigheid van onvoldoende mantelzorg. Het LIP Kraamzorg werkt eveneens<br />

uit wat het minimumpakket aan kraamzorg inhoud, dat is gebaseerd op het wettelijk<br />

minimum van 24 uur exclusief de partusassistentie. Een consument kan – buiten de<br />

indicatiestelling om - altijd meer uren kraamzorg inkopen. De kosten zijn dan voor<br />

rekening van de klant [8].<br />

Van aanmelding tot bevalling<br />

Tijdens de zwangerschap oriënteert de zwangere zich op de verschillende<br />

kraamzorgaanbieders. Zij meldt zich tussen de derde en de zesde maand van de<br />

zwangerschap aan bij een aanbieder. Het oriënteren gebeurt vaak met behulp van<br />

internet en ervaringen van kennissen en vrienden [9]. Ook worden verloskundigen en<br />

zorgverzekeraars geraadpleegd. Consumenten kiezen bij een tweede of later kind bij<br />

goede ervaringen vaak voor dezelfde aanbieder. Tenminste als zij daar goede<br />

ervaringen mee hebben gehad [10].<br />

De eerste ontmoeting tussen klant en aanbieder (naast mogelijk informatiemateriaal<br />

ontvangen, etc.) is meestal het intakegesprek. Het is noodzakelijk dat dit gesprek op<br />

tijd plaats vindt, het liefst voor de 36 e week van de zwangerschap. Dit aspect is dan<br />

ook opgenomen in de kwaliteitsindicatoren [11]. Het intakegesprek kan zowel<br />

telefonisch, op kantoor bij de aanbieder, als bij de cliënt thuis plaatsvinden. Dit laatste<br />

heeft de voorkeur, aangezien de aanbieder op deze manier een betere inschatting kan<br />

maken van de benodigde uren [9]. Bij een eerste kind is het gebruikelijk dat dit<br />

gesprek bij de klant thuis plaats vindt. Na dit gesprek zal de zwangere zich<br />

voorbereiden op de bevalling. Tijdens de intake heeft de klant te horen gekregen<br />

welke hulpmiddelen in huis gehaald moeten worden en waar de zwangere mee te<br />

maken kan krijgen. Per aanbieder kan verschillen hoe zij met dit aspect omgaan. Er<br />

zijn aanbieders die de consument voorzien van voorlichtingsmateriaal, maar er zijn<br />

ook organisaties die de zwangere diverse cursussen aanbieden. Te denken valt aan<br />

informatieavonden, borstvoedingscursussen, zwangerschapsbegeleiding en Yoga [12].<br />

De verloskundige begeleidt de zwangere bij de thuisbevalling. Eveneens dient er een<br />

kraamverzorgende aanwezig te zijn. In de kwaliteitsindicator is opgenomen dat de<br />

kraamverzorgende binnen één uur na oproep van de verloskundige aanwezig dient te<br />

zijn [11]. Op deze manier is er voldoende tijd om de werkzaamheden op elkaar af te<br />

stemmen (overleg) en de noodzakelijke voorbereidingen te treffen.<br />

8/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

Verschillende aanbieders:<br />

Er zijn in Nederland verschillende aanbieders van kraamzorg. De aanbieders zijn<br />

grofweg onder te verdelen in [13]:<br />

1. (Thuis)<strong>Zorg</strong>instellingen;<br />

2. Gespecialiseerde kraamzorgaanbieder;<br />

3. Zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) aangesloten bij een<br />

bemiddelingsbureau;<br />

4. Zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) niet aangesloten bij een<br />

bemiddelingsbureau;<br />

5. Kraamzorghotels en geboortehotels.<br />

(Thuis)<strong>Zorg</strong>instellingen leveren zowel intra- als extramurale AWBZ-zorgverlening<br />

(Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten). Kraamzorg is daar een uitzondering op.<br />

Aangezien (Thuis)<strong>Zorg</strong>instellingen zich veelal bezighouden met jeugdgezondheidszorg<br />

(consultatiebureaus) en thuiszorgwinkels kunnen er, naar zeggen van een<br />

thuiszorgorganisatie, makkelijk onderlinge afspraken gemaakt worden over<br />

bijvoorbeeld de levering van bedverhogers en de overdracht naar de<br />

jeugdgezondheidszorg [12]. Andere instellingen die kraamzorg leveren zijn de<br />

gespecialiseerde kraamzorgaanbieders. Deze aanbieders richten zich enkel op<br />

kraamzorg. Verder zijn er bemiddelingsbureaus voor zelfstandige kraamverzorgenden<br />

(zelfstandigen zonder personeel, ofwel zzp’ers). De bemiddelingsbureaus, en daarmee<br />

de zzp’ers, worden door zorgverzekeraars gecontracteerd en hebben afspraken<br />

gemaakt over de gehanteerde tarieven. De kraamverzorgenden zijn niet in dienst van<br />

het bemiddelingsbureau, maar worden ingehuurd. Een zzp’er kan ook zonder<br />

bemiddelingsbureau werken. Zzp’ers hebben voorheen vaak bij een instelling gewerkt<br />

en hebben op gegeven moment besloten voor zichzelf te beginnen. Belangrijkste<br />

beweegredenen hiervoor zijn het zelf kunnen indelen van de tijd (het makkelijker<br />

combineren van werk en privé) en het meer inspraak hebben in de zorg die ze aan<br />

consumenten bieden. Een laatste groep kraamzorgaanbieders wordt gevormd door<br />

kraamzorghotels en geboortehotels. Hierbij verblijft de kraamvrouw in de instelling en<br />

vindt de zorg ook in deze instelling plaats. De verblijfsduur hangt af van de<br />

indicatiestelling van de verloskundige in samenspraak met de kraamverzorgende<br />

volgens het Landelijk Indicatie Protocol Kraamzorg (LIP Kraamzorg) en de wensen van<br />

de consument. De kraamvrouw kan er eveneens voor kiezen om in het kraamzorghotel<br />

of geboortehotel te bevallen. Een kraamhotel is een alternatief voor een thuisbevalling,<br />

bijvoorbeeld als blijkt dat de thuissituatie hier ongeschikt voor is.<br />

Er zijn verschillende brancheorganisaties voor kraamzorg. De meeste aanbieders zijn<br />

aangesloten bij één van de twee grote brancheorganisaties: ActiZ, organisatie van<br />

zorgondernemers – voorheen de Landelijke Vereniging voor Thuiszorg (LVT) – en<br />

Branchebelang Thuiszorg Nederland (BTN) [6]. Deze organisaties doen onder andere<br />

aan belangenbehartiging voor zorgondernemers op het gebied van thuiszorg en<br />

kraamzorg. Zo probeert ActiZ onder andere het beleid op overheidsniveau te<br />

beïnvloeden en signaleert en analyseert deze ontwikkelingen in de samenleving en de<br />

branche. Tevens probeert ActiZ uit te dragen “hoe de leden werken en denken, en hoe<br />

ze om willen gaan met de ontwikkelingen in de sector” [14]. Bij ActiZ is ongeveer 70%<br />

van alle kraamzorgaanbieders aangesloten en bij BTN 20% [9]. Er bestaan ook<br />

kleinere brancheorganisaties zoals SPOT (Samenwerkende Professionele Organisaties<br />

Thuiszorg). Deze organisatie richt zich met name op de kleinere aanbieders in de<br />

kraam- en thuiszorg [6]. Ook bestaat er een beroepsvereniging voor en door de<br />

uitvoerende zorgverleners in de kraamzorg, de Nederlandse Beroepsvereniging voor<br />

Kraamverzorgenden (NBvK). Ook zij bewaken de inhoud van het vak kraamverzorging.<br />

Binnen de NBvK is er een apart platform voor ZZP’ers. Hier kunnen ZZP’ers terecht<br />

kunnen voor het uitwisselen van ervaringen en het volgen van cursussen [15].<br />

9/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

Protocollen en certificaten<br />

Om de kwaliteit van de geleverde zorg inzichtelijk te krijgen, hebben verschillende<br />

partijen, waaronder de Consumentenbond, een visiedocument opgesteld over<br />

verantwoorde kraamzorg [4]. Verantwoorde kraamzorg bestaat volgens dit document<br />

uit een zestal aandachtsgebieden en een viertal randvoorwaarden.<br />

De zes aandachtsvelden zijn:<br />

- Cliëntgerichtheid;<br />

- Lichamelijke gezondheid, psychisch welbevinden en veiligheid;<br />

- Integratie van het kind in het gezin;<br />

- Zelfredzaamheid ouders bij verzorging van het kind;<br />

- Vroegsignalering van risico’s en problemen bij opvoeden en opgroeien.<br />

De vier randvoorwaarden zijn:<br />

- er is een zorgplan opgesteld, waarin alle relevante gegevens en afspraken<br />

staan voor de cliënt. Bovendien wordt het gebuikt als communicatiemiddel<br />

voor de diverse zorgverleners;<br />

- kraamverzorgenden/organisaties zijn professioneel;<br />

- Voldoende informatie en communicatie. Consument krijgt informatie over visie,<br />

aanbod, werkwijze en leveringsvoorwaarden. Schriftelijk worden de duur en de<br />

inhoud van de zorg vastgelegd;<br />

- Goede samenwerking met andere partijen, zoals de verloskundige.<br />

Naast dit visiedocument zijn er nog een aantal protocollen en certificaten binnen de<br />

kraamzorg, dit zijn onder andere:<br />

1. Het Landelijk Indicatie Protocol Kraamzorg (LIP Kraamzorg);<br />

2. Basiskwaliteitseisen (BKE) kraamzorg;<br />

3. Certificaat Leveranciersbeoordeling;<br />

4. Borstvoedingscertificaat;<br />

5. Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de <strong>Zorg</strong>sector (HKZ) certificaat.<br />

Het LIP Kraamzorg is een instrument voor de toekenning van kraamzorg. In het<br />

document komt onder andere naar voren welke kraamzorgpakketten er zijn, hoe een<br />

indicatie gesteld en gewogen moet worden en welke factoren een rol spelen bij het<br />

stellen van een (her)indicatie voor kraamzorg [8]. Een herindicatie voor kraamzorg<br />

vindt plaats indien de oorspronkelijke indicatie (tijdens de intake) niet meer bij de<br />

situatie past, bijvoorbeeld in geval van complicaties. Tijdens het kraambed zijn er<br />

verschillende wegingsmomenten mogelijk voor herindicatie. De eerste herindicatie<br />

vindt plaats vlak na de bevalling. Kraamzorgaanbieders zijn niet verplicht het protocol<br />

te volgen, maar voor financiering maakt het wel uit of ze dit doen. Het wordt namelijk<br />

door zorgverzekeraars opgenomen in de polisvoorwaarden. Aanbieders krijgen bij<br />

zorgverzekeraars alleen rechtstreeks een contract als zij volgens protocollen als het<br />

LIP Kraamzorg werken [16]. ZZP’ers worden daarom vaak niet rechtstreeks<br />

gecontracteerd door zorgverzekeraars. Zij kunnen als zelfstandige vaak niet voldoen<br />

aan deze eisen.<br />

Kraamzorgverleners en/of organisaties kunnen verschillende certificaten behalen. De<br />

eerste betreft het certificaat Basiskwaliteitseisen (BKE) kraamzorg [17]. Dit certificaat<br />

krijgt een kraamzorginstelling indien de kwaliteit van de informatieverstrekking, de<br />

zorg en de zorgafsluiting voldoende is. Dit wordt beoordeeld door o.a. het TNO en is<br />

drie jaar geldig [17]. Een minder uitgebreide en goedkopere versie van dit certificaat is<br />

het certificaat Leveranciersbeoordeling. Ook deze wordt door het TNO verstrekt [17].<br />

Een ander certificaat dat door kraamzorginstellingen behaald kan worden, is het<br />

borstvoedingscertificaat [17]. Om dit certificaat te verkrijgen, dient de aanbieder<br />

akkoord te gaan met externe beoordeling door de Stichting <strong>Zorg</strong> voor Borstvoeding.<br />

Elke drie jaar wordt de aanbieder opnieuw beoordeeld. Het certificaat vormt het<br />

aantoonbaar bewijs dat de kraamzorgaanbieder voldoet aan “de tien vuistregels die<br />

gelden voor het succesvol geven van borstvoeding en die ontwikkeld zijn door de WHO<br />

en Unicef” [17]. Ook kunnen kraamzorginstellingen het Harmonisatie<br />

10/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

Kwaliteitsbeoordeling in de <strong>Zorg</strong>sector (HKZ) certificaat behalen [17]. Een<br />

onafhankelijke instelling onderzoekt of een zorgaanbieder in aanmerking komt voor dit<br />

certificaat. Dit is zo als hij de klant centraal stelt, intern goede orde heeft, betrouwbare<br />

resultaten presenteert en continue verbetering van zorg- en dienstverlening voor het<br />

oog heeft. Ook voor dit certificaat geldt dat de instelling elke drie jaar wordt getoetst.<br />

Eveneens zijn er elk half jaar tussentijdse controles [17]. Als men het HKZ certificaat<br />

heeft voldoet met ook aan de basiskwaliteitseisen kraamzorg.<br />

Opleidingen<br />

Er zijn verschillende opleidingen tot kraamverzorgende. De reguliere opleiding is de<br />

driejarige Dagopleiding Verzorgende (MDGO-VZ). Met dit diploma kan men zowel in de<br />

kraamzorg, thuiszorg als in een verzorgings-, verpleeg- of ziekenhuis gaan werken.<br />

Ook is er een verkorte versie (2 varianten) op deze studie. Een kortdurende cursus (9-<br />

12 maanden) voor mensen die in een andere sector van de zorg hebben gewerkt, en<br />

een langere cursus (18 maanden) die studenten specifiek opleidt tot<br />

kraamverzorgende. In de kwaliteitsindicatoren-set is het percentage<br />

kraamverzorgenden of verzorgenden niveau 3 met deelkwalificatie 311 (verzorgen<br />

barende, kraamvrouw en pasgeborende) en 313 (kraamverzorging) opgenomen.<br />

Kraamverzorgenden op dit niveau zijn bevoegd en bekwaam geacht om “het zorgplan<br />

zelfstandig, vakkundig en methodisch op te stellen, uit te voeren, de zorg aan te<br />

passen aan wijzigingen in de situatie van de cliënt en adequaat samen te werken met<br />

collega’s en andere beroepsgroepen.” [11]<br />

Kraamzorg, op dit moment<br />

De kraamzorg in Nederland staat al een aantal jaar extra in de belangstelling. In 2001<br />

kwam er een rapport uit van de IGZ waarin naar voren kwam dat de kwaliteit van<br />

kraamzorg in Nederland te wensen overliet. Een groot deel van de aanbieders die<br />

kraamzorg leverden, hadden nog geen kwaliteitsbeleid vormgegeven [1]. Ook een<br />

kwaliteitssysteem ontbrak in de meeste organisaties. Verder was de cliëntgerichtheid<br />

onvoldoende. Hierbij ging het met name om het privacyreglement en de<br />

klachtregeling. Ten slotte waren ook de ketenzorg (contacten met bijvoorbeeld<br />

verloskundigen, lactatiespecialisten en de jeugdgezondheidszorg) en de<br />

toegankelijkheid van organisaties niet voldoende [1]. Op basis van het uitgevoerde<br />

onderzoek concludeerde de IGZ in het rapport uit 2001 dat “de randvoorwaarden voor<br />

verantwoorde zorg, volgens de Kwaliteitswet zorginstellingen, bij een groot aantal<br />

kraamzorgaanbieders niet of onvoldoende aanwezig [waren]”[1].<br />

Sinds 2001 is de kwaliteit van de kraamzorg echter verbeterd [2]. Dit komt onder<br />

andere door de invoering van verschillende keurmerken, zoals het HKZ-certificaat en<br />

het borstvoedingscertificaat. Daarnaast beschikken kraamzorgaanbieders<br />

tegenwoordig over protocollen en richtlijnen ter ondersteuning van het professioneel<br />

handelen. Tot slot heeft de ontstane mogelijkheid tot bij- en nascholing voor<br />

kraamverzorgenden bijgedragen aan het verbeteren van de kwaliteit [2]. Er zijn echter<br />

nog verbeteringen te realiseren. Zo kunnen er verbeteringen komen in het beleid op<br />

het gebied van vroegsignalering van problemen, beleid bij gezinnen van niet-<br />

Nederlandse afkomst en betere MIC registratie (medicatieveiligheid en het melden van<br />

incidenten en calamiteiten) [2]. Voor vroegsignalering is er nog niet bij elke aanbieder<br />

een ondersteunend protocol. Bij niet-Nederlandse gezinnen is onder<br />

kraamverzorgenden weinig bekend over gezondheidsrisico’s, terwijl dit wel een<br />

kwetsbare groep is [2]. Ook leerden kraamverzorgenden in de praktijk over de<br />

gebruiken en rituelen van gezinnen van niet-Nederlandse afkomst, maar bleek deze<br />

zorg op maat bij niet Nederlandse gezinnen niet bij elke kraamzorgaanbieder in beleid<br />

vastgesteld [2]. Verder is geconstateerd dat de samenwerking in de keten nog steeds<br />

onvoldoende is. Daarbij wordt volgens het IGZ onvoldoende gebruik gemaakt van het<br />

kraamzorgdossier als communicatiemiddel. Verbeteringen kunnen op dit punt<br />

11/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

gerealiseerd worden als kraamverzorgenden, verloskundigen, huisartsen en<br />

Jeugdgezondheidszorg beter met elkaar communiceren [2].<br />

Interviews<br />

Om meer inzicht te krijgen in het veld zijn er gesprekken gevoerd met de<br />

branchevereniging ActiZ, een verloskundige, en een kraamzorgaanbieder. Daarnaast is<br />

er gekeken naar de reeds uitgevoerde focusgroepen bij het visiedocument en de cqindex<br />

kraamzorg. Hieronder zullen de belangrijkste aspecten wat betreft keuzeinformatie<br />

besproken worden:<br />

Weinig onderzoek. Er is in Nederland weinig onderzoek gedaan naar de voorkeuren<br />

van consumenten bij kraamzorg. Kraamzorgaanbieders evalueren met bijvoorbeeld<br />

vragenlijsten elke kraamverzorging, maar deze vragenlijsten van de verschillende<br />

organisaties zijn niet gekoppeld en/of openbaar.<br />

Regionale verschillen. In de kraamzorg is er in de loop van de jaren veel veranderd. Zo<br />

is er een visiedocument opgesteld en is er het LIP Kraamzorg dat structuur probeert te<br />

geven aan voornamelijk het indiceren van de zorgvraag. Ook veel zorgverzekeraars<br />

vragen aanbieders om het LIP Kraamzorg te gebruiken. Op deze manier staat veel<br />

beter vast wat een kraamverzorgende allemaal moet, dan wel niet moet doen. Uit<br />

meerdere bronnen blijkt dat men vroeger veel meer kraamzorg(uren) gewend was.<br />

Met name buiten de Randstad waren ouders gewend om meer uren kraamzorg te<br />

ontvangen. Het is daarom voor aanbieders moeilijk aan klanten uit te leggen dat ze die<br />

zorg niet meer mogen en kunnen geven. Klanten hebben daardoor in het begin al een<br />

verkeerd verwachtingspatroon en moeten deze bijstellen. Vandaar is het intakegesprek<br />

ook zo belangrijk, zodat er goed uitgelegd kan worden wat men van de kraamzorg<br />

mag verwachten. Een goede communicatie staat dus voorop [9]. Ook kunnen er<br />

regionale verschillen bestaan tussen aspecten die men belangrijk vindt. Bij de<br />

focusgroepen zullen deze verschillen mogelijk niet te zien zijn. De keuze-items laten<br />

prioriteren met behulp van een digitale vragenlijst zal hier een uitkomst in kunnen<br />

bieden. Mogelijke verschillen zijn een tekort van personeel in de grote steden tijdens<br />

de zomermaanden [10] en het gewend zijn om meer uren zorg te ontvangen in<br />

gebieden buiten de Randstad [9].<br />

Intake. Het is zeer belangrijk dat, voornamelijk bij het eerste kind, de intake bij de<br />

ouders thuis plaatsvindt. Op deze manier kan de organisatie bekijken hoeveel en wat<br />

voor hulp noodzakelijk is. Aan de telefoon is dat zeer moeilijk vast te stellen[9].<br />

Bijkopen of juist verminderen van het aantal uren zorg. Een consument kan uren<br />

bijkopen, maar als een organisatie dit aanbiedt moeten deze uren ook gerealiseerd<br />

worden. Door een tekort aan personeel is dit voor sommige kraamzorgaanbieders<br />

lastig te organiseren [12]. Er zijn ook genoeg mensen die juist minder uren kraamzorg<br />

willen ontvangen. Dit heeft vaak te maken met de eigen bijdrage van €3,80 per uur.<br />

Een eigen bijdrage betalen bij bijvoorbeeld 49 uur kraamzorg is op een maandsalaris<br />

voor mensen met een laag inkomen veel geld. Ook allochtonen vragen vaak om<br />

minder uur. Naast het feit dat er een bijdrage is, hebben allochtonen vaak, naar eigen<br />

zeggen, minder uren nodig, aangezien zij voornamelijk de hulp inroepen van<br />

familieleden. In land van herkomst zijn zij vaak niet bekend met het concept van<br />

kraamzorg, waardoor er misvattingen kunnen ontstaan; ze zijn bijvoorbeeld niet altijd<br />

gediend van het ‘gemoeder’ van vreemden. Bovendien hebben zij gebruiken die voor<br />

Nederlandse begrippen onverantwoord zijn. Te denken valt aan het ophangen van een<br />

mes bij de wieg om boze geesten te verjagen en het gegeven dat de kraamvrouw niet<br />

regelmatig gewassen wil worden of zichzelf wil wassen. Goede communicatie en samen<br />

een oplossing vinden is dan de enige manier om hier samen met de familie uit te<br />

komen [12]. Vaak is er niet zozeer een probleem met de ouders van het net geboren<br />

12/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

kind, maar meer met de familie (opa, oma, tantes, etc.). De ouders zijn vaak in<br />

Nederland geboren en opgevoed. Zij voelen zich ook een Nederlander en weten heel<br />

goed hoe de zorg in Nederland geregeld is. En deze zorg, en dus ook kraamzorg, willen<br />

zij ontvangen. Als oplossing van het probleem vertelde een kraamverzorgende dan ook<br />

dat zij de kraamvrouw waste als oma net even buitenhuis was [12]. Aan de andere<br />

kant geven kraamverzorgenden aan dat er een grens is aan het rekening houden met<br />

geloof en cultuur. Als iets niet ten goede komt aan de zorg moeten zij een grens<br />

kunnen trekken [18].<br />

Verschillen tussen kraamzorgaanbieders. Kraamzorgaanbieders werken verschillend.<br />

Zo zijn er kraamverzorgenden (vaak zelfstandigen) die al het werk (van intake tot<br />

kraamzorg) zelf uitvoeren. De consument heeft dan alleen met één persoon te maken.<br />

Andere, vaak grotere organisaties, hebben de taken verdeeld. Zo zijn er speciaal<br />

mensen in dienst voor de intake en ook mensen in dienst voor de partusassistentie.<br />

Deze mensen hebben zo een specialisatie en zijn goed op de hoogte van alle aspecten<br />

en zijn daardoor zeer bekwaam. Daarnaast heeft een apart team partusassistenten als<br />

voordeel dat dienstroosters makkelijker te maken zijn voor de andere<br />

kraamverzorgenden [12].<br />

Niet alle aanbieders zijn een opleidingsinstituut. Een gegeven is ook dat niet iedere<br />

kraamvrouw een stagiaire (MBO) of leerling in huis willen ontvangen. Dit kan een<br />

keuze-item zijn voor consumenten [9]. Ook bieden kraamzorgaanbieders extra<br />

diensten aan die gezien kunnen worden als keuze-items. Te denken valt aan weblogs<br />

van de kraamvrouwen, het aanbieden van een persoonlijke coach, welkomstcadeaus<br />

en kortingsbonnen. Ook worden er cursussen aangeboden (yoga, massages,<br />

zwemmen, etc.) en zijn er kraamzorgaanbieders die hulpmaterialen te huur aanbieden<br />

[9].<br />

Ook is de bereikbaarheid van kraamzorgaanbieders verschillend. Ouders bellen voor<br />

medische vragen meestal de verloskundige, maar voor de overige vragen belt men de<br />

kraamzorgaanbieder. Hoe is deze te bereiken? En tussen welke tijden? Zou deze 24<br />

uur moeten zijn [9]? Is er duidelijk maar één aanspreekpunt of zijn er verschillende<br />

nummers en zijn er wel voldoende contactmomenten [12]? Ook kunnen<br />

kraamzorgaanbieders zich onderscheiden door te werken buiten normale kantoortijden<br />

(in de avonduren). Ouders kunnen hier in het bijzonder interesse in hebben net na de<br />

bevalling. Bijvoorbeeld: Na het leveren van de partusassistentie gaat de<br />

kraamverzorgende direct naar huis indien de situatie dit toelaat. Er is dan weinig tijd<br />

om de vrouw en man voor te bereiden op de kraamtijd [9].<br />

Eén vaste kraamverzorgende versus planning. Kraamzorg is zorg die moeilijk te<br />

plannen is. Zo kan er sprake zijn van vroeggeboortes, meer of juist minder zorg<br />

noodzakelijk dan geïndiceerd, etc. Door aspecten als de intake en partusassistentie af<br />

te splitsen van de zorg rondom het kraambed is de zorg makkelijker te plannen.<br />

Kraamzorgaanbieders hebben namelijk niet alleen te maken met hun klanten, maar<br />

ook met hun personeel [12]. Personeel wil vaak weten wanneer ze moeten werken.<br />

Onregelmatige diensten is voor kraamverzorgenden goed, maar niet altijd. Toch willen<br />

consumenten het liefst maar één persoon. Een tegenstrijdig aspect, waar een<br />

organisatie een tussenweg in moet vinden. Om consumenten tegemoet te komen zijn<br />

er kraamzorgaanbieders die voor geheel flexibele werkroosters kiezen, maar er zijn<br />

ook organisaties die juist voor geheel vaste roosters kiezen. Op deze manier is de kans<br />

groot dat een consument meerdere personen in huis zal krijgen. Er zijn ook<br />

organisaties die kiezen voor half regelmatig en half onregelmatig. Ook in de<br />

kwaliteitsindicatoren is de continuïteit van persoon belangrijk. In deze indicatoren is<br />

dan ook opgenomen dat de verzorging (dus alles na de partusassistentie) het liefst<br />

door maximaal 2 verzorgenden mag uitgevoerd worden. Of dit als voldoende<br />

continuïteit wordt gezien door de consument is een goed punt om te bespreken tijdens<br />

de focusgesprekken. Mogelijk vinden consumenten dit een interessant keuze-item.<br />

13/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

Samenwerking met andere partijen in het veld. Voor het belang van het kind is het<br />

noodzakelijk dat er een goede communicatiestroom is tussen de verschillende partijen<br />

(huisarts, ziekenhuis, verloskundige, jeugdgezondheidszorg, etc.). Niet bij iedere<br />

kraamzorgaanbieder is deze samenwerking optimaal. Er is op dit moment geen<br />

eenduidig landelijk format voor het kraamzorgdossier. Bij de ene kraamzorgaanbieder<br />

schrijft de verloskundige eveneens in het dossier, bij de ander is het een los dossier.<br />

De dossiers zijn dan ook zeer verschillend per kraamzorgaanbieder. Zo kunnen er<br />

mappen voor foto’s bijzitten, een afdruk van de voetjes, of juist alleen het<br />

noodzakelijke [9]. Volgens Thuiszorg West Brabant kunnen grote kraamzorgaanbieders<br />

als een thuiszorgorganisatie op dit vlak voordelen bieden in vergelijking met kleinere<br />

kraamzorgaanbieders, zoals zelfstandigen. De overdracht in de keten<br />

(jeugdgezondheidszorg, diëtiste, huishoudelijk hulp) verlopen soepeler, aangezien ze<br />

werkzaam zijn binnen dezelfde firma, de thuiszorg. Dossiers zijn makkelijk uit te<br />

wisselen en bij extra informatie is de juiste persoon makkelijk te vinden [12]. Ook<br />

hebben grote organisaties samenwerkingsafspraken gemaakt met mensen uit de<br />

eerste lijn (huisarts, verloskundige) en de tweede lijn (ziekenhuizen). Hier zijn<br />

protocollen voor opgesteld. Op deze manier kan de ketenzorg beter verlopen [12].<br />

Communicatie en de wensen van de consument. Kraamzorg is een emotioneel product<br />

[12]. Mensen krijgen een kind en willen daar het beste voor. Daarnaast komt er een<br />

vreemde in huis, die aangeeft hoe de zaken het best kunt aangepakt kunnen worden.<br />

Dit roept een hoop emoties op. Goede communicatie is daarom van groot belang.<br />

Kunnen kiezen op kenmerken van de kraamverzorgende kunnen consumenten dan ook<br />

vertrouwen geven. Aan de andere kant kiest men op aanbieders niveau. Men schrijft<br />

zich in bij een organisatie, niet bij een kraamverzorgende. Te specifieke kenmerken<br />

van kraamverzorgenden kunnen daardoor niet waargemaakt worden en te persoonlijke<br />

informatie bevatten [9]. Ook is klanttevredenheid belangrijk en moeten er elke dag<br />

opnieuw duidelijke afspraken gemaakt worden tussen kraamvrouw en verzorgende.<br />

Communicatie is één van de belangrijkste aspecten voor tevredenheid. Op deze<br />

manier komt er een goede ‘klik’ tussen verzorgende en familie [12]. Ook zijn er<br />

organisaties die halverwege de kraamweek het gezin opbellen om te vragen of de zorg<br />

naar wens is [18].<br />

Deskundigheid en ‘afspraak is afspraak’. Een van de belangrijkste aspecten waar<br />

consumenten naar vragen is volgens de verloskundige deskundigheid van personeel en<br />

organisatie. Zij willen weten of ze in goede handen komen [10]. Het personeel moet<br />

goed opgeleid zijn (ofwel verzorgende niveau 3 ofwel de verkorte opleiding BBL). Hier<br />

kan de organisatie een rol in spelen door erkend opleidingsinstituut te zijn, maar ook<br />

door goede bijscholingen (ervaringen delen en kennis geven over onderwerpen als<br />

borstvoeding en vroegsignalering) [12]. Ook kan men deskundigheid aantonen met<br />

een goede bedrijfsvoering (certificaten, samenwerkingsverbanden, protocollen, etc.).<br />

Dit aspect is voor consumenten vaak alleen niet zichtbaar. Ze weten niet dat het<br />

bijzonder is om al die bijscholingen aan te bieden en weten niet zozeer waar al die<br />

protocollen goed voor zijn. Het is een taak van de organisaties om dit aan de<br />

consument duidelijk te maken [12]. Ook willen consumenten de garantie krijgen dat ze<br />

ook daadwerkelijk het aantal uren zorg krijgen waar ze voor geïndiceerd zijn [10].<br />

Kraamzorgaanbieders moeten zich houden aan de afspraken die gemaakt zijn met de<br />

consument [12]. Dit aspect is eveneens opgenomen in de kwaliteitsindicatoren onder<br />

betrouwbare zorg; het percentage geleverde zorg versus de afgesproken zorg [11].<br />

14/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

Focusgroepen voor visiedocument en CQ-index<br />

Visiedocument: Voor het visiedocument Verantwoorde Kraamzorg zijn er in 2007 twee<br />

focusgroepen gehouden, waarvan één met kraamverzorgenden (n= 6) en één met<br />

kraamvrouwen (n=7). Eveneens zijn er interviews gehouden met een vrouw van<br />

Marokkaanse afkomst en met de vereniging het Ouderschap. [18, 19]<br />

Kraamverzorgenden geven aan dat er bij de intake duidelijk aangegeven moet worden<br />

wat mensen kunnen (en mogen) verwachten van kraamzorg. Ook is het van belang<br />

dat er geluisterd wordt naar de zorgvraag van de cliënt. Daarnaast kan de planner<br />

rekening houden met het type kraamverzorgende dat de kraamzorgaanbieder naar<br />

een gezin stuurt. Communicatie is een belangrijk onderdeel van het werk van<br />

kraamverzorgenden.<br />

De kraamvrouwen in de focusgroep hadden allemaal zelf een kraamzorgaanbieder<br />

uitgekozen. Aspecten die de keuze bepaalden waren: 1) de werkzaamheden die<br />

verricht zouden worden door de kraamzorgaanbieder, 2) het kunnen kiezen voor een<br />

vaste kraamverzorgende, 3) de aanwezigheid van expertise met betrekking tot<br />

borstvoedingsbegeleiding (certificaat), 4) prettige communicatie en 5) de zorg die de<br />

kraamzorgaanbieder biedt aan andere kinderen in het gezin. Eveneens werd door<br />

enkelen opgemerkt dat het prettig zou zijn om de zorguren flexibeler in te kunnen<br />

delen. Verder zou de partner betrokken moeten worden bij de intake. De vrouwen van<br />

vereniging Het Ouderschap merkten op dat hun partners geen idee hadden van wat ze<br />

van de kraamzorg konden verwachten. Deze vrouwen vinden het minder belangrijk om<br />

te weten of een kraamzorgaanbieder gespecialiseerd is in bijzondere zorg<br />

(bijvoorbeeld door aanwezigheid van een lactatiedeskundige of zorg rondom een baby<br />

met een aangeboren afwijking). Wel is van belang dat ze naar organisaties die<br />

bijzondere zorg leveren kunnen verwijzen. Ook bleken deze vrouwen niet te weten dat<br />

er zzp’ers actief zijn op het gebied van kraamzorg. Hier zouden ze graag op willen<br />

kiezen, zij verwachten namelijk dat zzp’ers flexibeler zijn dan grote organisaties.<br />

Sommige vrouwen vonden de intake te gehaast. Andere punten die zij van belang<br />

achtten bij de intake waren dat ze deze het liefst thuis hadden en dat er tijdens de<br />

intake voldoende aandacht besteed moest worden aan de specifieke wensen en<br />

eventuele psychische problemen van de klant. Ook is aandacht voor de eisen en het<br />

zorgaanbod van de instelling vereist. De samenwerking tussen verloskundige en<br />

kraamverzorgende werd als goed ervaren. Het Ouderschap geeft aan dat er betere<br />

afstemming moet komen tussen verloskundige en kraamverzorgende. Ook bleken er<br />

bij de vrouwen tegenstrijdige adviezen gegeven te worden binnen één organisatie. Dit<br />

gaf onduidelijkheid. Protocollen zouden dit kunnen voorkomen. Bij de bevallingen<br />

bleek driemaal de kraamverzorgende te laat aanwezig te zijn; eenmaal werd dat als<br />

onprettig ervaren. De vrouwen merkten op dat er een groot verschil zit in de kwaliteit<br />

tussen kraamverzorgenden. Vaak was de ‘persoonlijke klik’ er niet. Ook is het<br />

kennisniveau van borstvoeding onvoldoende volgens het Ouderschap. Eveneens werd<br />

er opgemerkt dat er veel minder tijd was om de dag door te nemen, aangezien de<br />

uren vergeleken met vroeger sterk zijn teruggeschroefd. Het zorgplan werd door<br />

sommigen als leuk ervaren, anderen vonden het kinderachtig. Ook over het<br />

overdrachtformulier was niet iedereen positief. Opgemerkt is dat het<br />

overdrachtsformulier alleen feiten zou moeten bevatten die er toe doen voor het<br />

consultatiebureau. Kraamzorgaanbieders moeten rekening houden met de verschillen<br />

die er zijn in de wensen van gezinnen. Protocollen zijn goed, maar moeten soms ook<br />

wat flexibeler uitgevoerd worden. Vereniging het Ouderschap geeft aan dat ouders<br />

meer betrokken zouden moeten worden bij het vaststellen van het aantal zorguren.<br />

CQ-index [20]: Voor de CQ-index Geboortezorg zijn er focusgroepen georganiseerd,<br />

waarvan één met zwangeren en twee met kraamvrouwen. Geïnteresseerden waren<br />

moeilijk te vinden, totaal 6 zwangeren en 6 kraamvrouwen. De focusgroepen gingen<br />

over de gehele zorg rondom de geboorte. Hieronder zullen de belangrijkste aspecten<br />

15/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

besproken worden die te maken hebben met kraamzorg. Tijdens de zwangerschap,<br />

maar ook tijdens de kraamtijd, is er voornamelijk behoefte aan informatie. Deze<br />

informatie moet alleen wel op elkaar afgestemd worden. Ook wordt het erg<br />

gewaardeerd als er voldoende tijd wordt uitgetrokken voor een gesprek. Vijf en een<br />

half uur kraamzorg per dag is te weinig volgens de vrouwen indien er meer kinderen in<br />

het gezin zijn en de vrouw gekluisterd is aan bed. Aan de andere kant wordt 8 uur<br />

kraamzorg per dag bij een eerste kind zonder complicaties als te veel ervaren. Zeker<br />

als de vader, die de eerste dagen toch vaak vrij neemt, ook nog thuis is. De vrouwen<br />

geven aan dat er geen goede communicatie is tussen de verschillende organisaties<br />

binnen de sector. Iedereen vraagt naar gegevens die al aan een andere zorgverlener<br />

zijn doorgegeven, waardoor de kraamvrouw en partner steeds opnieuw hetzelfde<br />

aspect moeten uitleggen. Ook is er onduidelijkheid over wie het aanspreekpunt is na<br />

afloop van de kraamzorg. Bij deze vrouwen was het in ieder geval niet de<br />

kraamzorgaanbieder. Zij waren niet meer bereikbaar. De vrouwen vonden dit jammer.<br />

Om een meetinstrument te ontwikkelen voor de ervaringen zijn er ook vragenlijsten<br />

uitgestuurd naar vrouwen die de afgelopen maand bevallen zijn. Hieruit bleek dat er<br />

bij de helft van de kraamvrouwen die bevallen waren in het ziekenhuis geen<br />

kraamverzorgende op tijd aanwezig was. Soms bleek de verzorgende iets te laat of<br />

was het zo afgesproken. Het kwam ook voor dat het tijdstip van thuiskomst buiten de<br />

werktijd van de kraamverzorgende viel. Andere oorzaken waren dat er geen<br />

kraamverzorgende beschikbaar was wegens drukte of dat de kraamverzorgende niet<br />

op de hoogte was. Eén op de zes van deze vrouwen had problemen met dit feit. Het<br />

rapportcijfer voor de kraamverzorgende was gemiddeld een 8,59. 6,7% geeft een<br />

cijfer onder de 6. In ditzelfde onderzoek is er een top 10 gemaakt van belangrijkste<br />

verbeteringspunten voor zowel de zorg tijdens de zwangerschap, als de bevalling en<br />

kraamzorg. In de top 10 tijdens de zwangerschap bleek het punt ‘Kraamcentrum moet<br />

voorbereidend gesprek voeren’ te staan. In de top 10 bevalling en kraamzorg kwamen<br />

de punten ‘U moet aantal uren kraamzorg krijgen dat was afgesproken’ en ‘bij<br />

thuiskomst moet de kraamverzorgende aanwezig zijn’ voor.<br />

3.2 Focusgroepen<br />

3.2.1 Werven van panelleden<br />

In totaal zijn er twee discussiegesprekken ingepland. Gezocht is naar ouders die het<br />

afgelopen jaar een kind hebben gekregen. Tijdens de werving is eveneens aandacht<br />

besteedt aan het werven van vaders en ouders met een allochtone achtergrond.<br />

Aangezien de vakantieperiode voor de boeg stond, en bekend is dat het in deze<br />

periode moeilijk is om panelleden te vinden, is ervoor gekozen om de focusgroepen<br />

vlak vóór de vakantieperiode te houden (1 en 2 juli in de avonduren). Voor de werving<br />

is gebruik gemaakt van verschillende kanalen.<br />

Allereerst is er een oproep geweest op de website van de Consumentenbond, deze<br />

stond onder de kop ‘groepsacties 2009’ (2.900.000 bezoekers tussen juni-augustus<br />

2009). In totaal hebben 321 mensen de oproep gelezen. Ook is er met behulp van een<br />

banner meer aandacht gegeven aan dit onderzoek en heeft de oproep in de<br />

nieuwsbrief van de Consumentenbond gestaan, zowel voor leden (40.000) als voor<br />

niet-leden (120.000). Daarnaast is er een betaalde oproep geplaatst op het forum van<br />

‘Ouders Online’. Ouders Online is de grootste ouders-community van Nederland voor<br />

ouders (en toekomstige ouders) van baby's tot en met pubers. Maandelijks ontvangt<br />

deze site 300.000 verschillende bezoekers [21].<br />

Verder is er voor de werving van respondenten contact opgenomen met de internetsite<br />

‘Bewuste Ouders’, verschillende consultatiebureaus in Rotterdam en Den Haag, een<br />

16/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

vestiging van Prenatal, verschillende kraamzorgaanbieders en beheerders van hyves<br />

pagina’s die met kraamzorg te maken hebben. Vanwege drukte en gebrek aan tijd<br />

konden zij echter hun (ex)klanten/leden niet op de hoogte brengen van het onderzoek.<br />

Middels deze kanalen zijn er niet voldoende respondenten geworven. Daarom is<br />

gezocht naar andere mogelijkheden. Vier peuterspeelzalen/crèches in Leiderdorp en<br />

Den Haag hebben hun klanten geïnformeerd met behulp van een flyer die geplaatst<br />

werd in de postvakken van de kinderen.<br />

In totaal hebben 18 mensen zich opgegeven, hiervan waren 15 vrouw en 3 man. In<br />

bijeenkomst 1, van ouders met een eerste kind, zaten twee koppels, waarvan één<br />

vrouw met een Thaise achtergrond en één vrouw die afkomstig was uit Roemenië. Drie<br />

respondenten zijn helaas niet op komen dagen. In totaal waren er acht respondenten<br />

bij deze bijeenkomst. Voor bijeenkomst 2, van ouders met een tweede of later kind,<br />

hebben zeven mensen zich aangemeld, waarvan één van allochtone afkomst. Helaas<br />

bleken vier mensen verhinderd te zijn. Wat precies de reden was dat deze mensen<br />

toch niet konden komen, was onduidelijk. Zij hebben zich niet afgemeld. Mogelijk had<br />

het mooie weer op die eerste zomerdagen hier iets mee te maken.<br />

3.2.2 Resultaten<br />

Eerste kind<br />

In totaal wilden drie mensen thuis bevallen, één in het ziekenhuis en één in een<br />

kraamkliniek. De bevallingen bleken zwaar te zijn, waardoor op één na iedereen een<br />

bevalling had in het ziekenhuis. De baby’s van de respondenten waren op het moment<br />

dat het gesprek gehouden werd, tussen de twee en veertien maanden oud. Het aantal<br />

uur kraamzorg dat de respondenten gekregen hebben, varieerde tussen de 21 en 40<br />

uur. Eén gezin kreeg maar drie uur op een dag, omdat er niet meer uren gegeven kon<br />

worden. Het gezin kreeg ook drie verschillende kraamverzorgenden. Een andere vrouw<br />

kreeg eveneens (vier) verschillende verzorgenden. Bij het regelen van de kraamzorg,<br />

zijn enkelen zelf op zoek gegaan naar een kraamzorgaanbieder, anderen kwamen bij<br />

een kraamzorgaanbieder terecht via de ziektekostenverzekeraar. Ook was er een stel<br />

dat geen keuzevrijheid had, de vrouw kwam net uit Roemenië en er was te weinig tijd<br />

om de kraamzorg van te voren te regelen. Bovendien wisten zij niet dat kraamzorg zo<br />

vroeg in de zwangerschap geregeld diende te worden. Het stel kreeg in totaal twee uur<br />

extra kraamzorg, omdat de vrouw het Nederlands niet voldoende beheerste. De vrouw<br />

die wilde bevallen in de kraamkliniek is uiteindelijk twee en een halve dag in een<br />

kraamkliniek geweest en heeft de laatste dag nog kraamzorg thuis ontvangen.<br />

Door een vader werd aangekaart dat informatie geven heel belangrijk is. Hierbij gaat<br />

het niet zozeer om het vertellen alleen, men moet het ook voordoen (concreet<br />

maken). Dat is volgens deze vader de basis. De anderen in de groep beamen dit.<br />

Eveneens moet de informatie gedoseerd worden. Daarnaast zijn er natuurlijk ook nog<br />

andere taken. Daar zou meer keuzemogelijkheid in mogen zijn. Van te voren konden<br />

zij kiezen tussen twee pakketten; ofwel wat meer zorg voor moeder, kind en gasten<br />

ofwel wat meer huishouden. Ze kozen voor het tweede, maar kregen dit niet echt. Hij<br />

zou het mooi vinden als klanten voor de secundaire taken (huishouden, gasten, etc.)<br />

meer keuzevrijheid krijgen (“ …dat je er bijvoorbeeld drie kunt uitkiezen”). Gasten<br />

nodigt hij zelf uit en koken kan hij ook zelf, dus had hij liever andere taken laten<br />

uitvoeren door de kraamverzorgende. Ook zou het prettig geweest zijn als de intake<br />

thuis was geweest. Het stel koos er zelf voor om dit telefonisch te doen, maar het was<br />

beter geweest als de kraamverzorgende langs was geweest. Ook moet de man<br />

betrokken worden bij de zorgverlening. De vrouw merkt natuurlijk wel veel van de<br />

verzorging, maar niet zo goed wat er voor de rest in het huis gebeurd (“ …zij ligt<br />

namelijk in bed”). Een vrouw merkt op dat zij hier helemaal geen problemen mee had,<br />

aangezien zij tijdens de intake, de dag na de bevalling en ook nog halverwege de zorg<br />

een evaluatie kreeg. De zorg werd daardoor goed op haar wensen afgestemd. Een<br />

17/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

ander stel bleek door de drukte (in april) geen intake gehad te hebben. Aan de<br />

deelnemers werd gevraagd of zij het prettig zouden vinden om een<br />

kennismakingsgesprek te hebben met de kraamverzorgende. De deelnemers geven<br />

aan dit interessant te vinden, maar ook een waarschijnlijk niet haalbare vraag voor<br />

kraamzorgaanbieders. Daarom kan men beter instellen op de intake met iemand<br />

anders. Deze persoon moet dan wel duidelijk de wensen bespreken en deze doorgeven<br />

aan de planner. Ook wordt er aangevoerd dat het belangrijk is dat organisaties flexibel<br />

zijn in hun uren. In overleg werd er bij veel respondenten afgesproken dat er minder<br />

uren kraamzorg gegeven zou worden, omdat de organisatie te weinig personeel had.<br />

“… Wij kregen minder uur. Dit werd besproken, maar na hercalculatie bleek het aantal<br />

uur nog steeds niet te kloppen. Het gevolg was dat de kraamvrouw de laatste dag<br />

helemaal alleen zou zijn. De kraamzorgaanbieder kon er niets meer aan doen.<br />

Uiteindelijk is de kraamverzorgende in haar eigen tijd nog een paar uur gekomen.”<br />

Ook anderen beamen dat de uren die bij de intake afgesproken zijn ook gegeven<br />

zouden moeten worden. Ook is het handig om zelf te kunnen bepalen wanneer ze<br />

komen en niet alleen in de uren dat het de organisatie uitkomt. “ Een organisatie moet<br />

zich kunnen aanpassen, maar deze flexibiliteit past niet in de planning van de<br />

kraamzorgaanbieder.” “…Vooral als tijdens de intake al aangegeven is welke uren het<br />

gezin het beste uitkomen.” Aangegeven wordt dat dit wel per kraamzorgaanbieder kan<br />

verschillen, want bij een andere deelnemer werd per dag gevraagd of ze de uren<br />

anders ingedeeld wilden hebben. “…Als je de volgende dag minder uur zou willen,<br />

konden deze uren verschoven worden naar later in de week.”<br />

Een klik met een persoon is ook belangrijk. Dit merk je als cliënt voornamelijk als er<br />

meer kraamverzorgenden komen. Het liefst heeft men dan ook maar één verzorgende<br />

gedurende de hele periode. Er moet namelijk een vertrouwensband ontstaan. Ook<br />

willen de ouders een deskundige. Een vrouw is zelf verpleegkundige en kreeg een<br />

meisje dat wel alle papieren had, maar alleen maar dingen vertelde uit een boekje.<br />

“Als je een andere vraag stelde wist ze er niets over te vertellen… Inzicht krijgen in de<br />

certificaten en diploma’s heeft niet altijd zin. Dat betekent namelijk nog niet dat ze<br />

deskundig zijn, alleen dat ze een tentamen hebben gehaald.” Een andere vrouw gaf<br />

aan dat ze kraamzorgaanbieders soms ook te rigide vond in de uitvoering van<br />

certificaten, bijvoorbeeld certificaten van borstvoeding en veilig slapen. Ze merkte dat<br />

voornamelijk het management gericht is op het precies volgen van de certificaten en<br />

protocollen. De kraamverzorgenden in de kraamkliniek gingen met de protocollen<br />

gelukkig iets vrijer om. Alhoewel de verzorgende thuis weer veel rigider was. “Het zou<br />

fijn zijn als kraamverzorgenden bereid waren om met je mee te gaan als je iets minder<br />

strak de regeltjes wil volgen. Het is goed en fijn als ze zeggen dat er richtlijnen zijn,<br />

maar belangrijk is dat je daar een eigen weg in vindt. Niet elk geval is namelijk<br />

hetzelfde.” Ook anderen beamen dit. “Deskundigheid overbrengen is goed, maar de<br />

verzorgende blijft een gast in het huis van de kraamvrouw. Natuurlijk als iemand echt<br />

iets heel slechts doet als roken naast de wieg, dan moet de verzorgende daar wel<br />

strikt in zijn.” Iemand anders gaf aan dat een kraamverzorgende ook zelf haar gang<br />

moet gaan in het huis. Niet moet wachten op opdrachten, maar gewoon inzicht moet<br />

hebben in wat er gedaan moet worden. De vrouw die de zorg in een kraamkliniek<br />

kreeg was eveneens heel blij als kraamverzorgenden gewoon leuk een praatje kwamen<br />

maken. Dat maakt het allemaal wat persoonlijker en vrijer.<br />

De Thaise en Roemeense vrouwen merkten grote verschillen met een bevalling in hun<br />

eigen land. Kraamzorg bestaat daar niet. In Roemenië is de bevalling altijd in het<br />

ziekenhuis en men moet daarna terugvallen op familie. Ook nu wilde zij geen 8 uur<br />

kraamzorg op een dag (“…daar was gelukkig ook geen tijd voor”). Er was namelijk ook<br />

veel familie over de vloer. De Thaise vrouw had in het begin ook wat moeite met de<br />

kraamzorg. Soms werd het te intiem, bijvoorbeeld het bed verschonen. Door een<br />

goede communicatie kwamen ze daar gelukkig wel uit. Dit gezin heeft uiteindelijk twee<br />

18/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

kraamverzorgenden gekregen en had een hele goede klik met een vrouw uit<br />

Joegoslavië.<br />

Een vrouw merkte eveneens op dat de overgang van ziekenhuis naar eigen huis niet<br />

goed verliep. Zij hadden op tijd gebeld. Met veel moeite kwam uiteindelijk een<br />

kraamverzorgende (een invaller) voor twee uur, maar zij schreef alleen maar dingen in<br />

het dossier en vertelde de kraamvrouw niets. De volgende dag (“…in de middag, want<br />

ze komen alleen op de uren als het hun uitkomt”) kwam er pas weer een<br />

kraamverzorgende. Deze verzorgende vroeg waarom zij alleen was (man was op werk:<br />

ze kreeg maar 4 uur kraamzorg per dag) en waarom zij geen gegevens had<br />

opgeschreven (zoals wanneer het kind had gepoept e.d.). Dit had de eerste<br />

verzorgende helemaal niet verteld. Ze wist dus niet dat ze die gegevens moest<br />

opschrijven. “Communicatie blijft dus enorm belangrijk. Vooral de eerste uren, want je<br />

weet dan nog geheel niet wat er gaat gebeuren.”<br />

De deelnemers vinden het geen must dat een kraamzorgaanbieder bijvoorbeeld een<br />

lactatiedeskundige in huis heeft. Basisinformatie moeten ze hebben, en voor<br />

ingewikkelde zaken moeten ze kunnen doorverwijzen. Dat dit in dezelfde organisatie<br />

is, is op zich handig, maar hoeft niet perse. Dit geldt ook voor het huren van<br />

apparaten als bedklossen en kolfapparaten. Het kan een pluspunt zijn, maar is niet<br />

noodzakelijk. “Als ze je maar op weg helpen met wat je wanneer in huis moet<br />

hebben.”<br />

De deelnemers vinden dat elke zichzelf respecterende organisatie een klachtenregeling<br />

moet hebben. Ook het evalueren van cliëntervaringen is belangrijk. Inzicht in<br />

cliëntervaringen is volgens de deelnemers alleen nuttig als het evalueren onafhankelijk<br />

is uitgevoerd. Anders geloven de deelnemers van de discussiegroep de beweringen<br />

niet. Eveneens kan men de mening vragen van de verloskundige of op de zoekmachine<br />

Google de bedrijfsnaam en het woord ‘slecht’ intypen. “…Als er dan veel ‘hits’ komen,<br />

weet je genoeg”. Op de vraag of een organisatie goed bereikbaar moet zijn (24 uur)<br />

reageert men verschillend. Als er echt iets medisch niet klopt, willen de meesten toch<br />

de verloskundige bellen. Eén vrouw geeft aan dat ze het wel prettig zou vinden om<br />

eerst de kraamzorgaanbieders te bellen. Zij geeft in ieder geval aan dat ze het op prijs<br />

zou stellen als er één contactnummer komt (voornamelijk om aan te geven als je gaat<br />

bevallen). Zij kreeg een lijst met vier verschillende nummers (een nummer voor de<br />

middag, avond, nacht en weekend). Dit vraagt om moeilijkheden. Eveneens is het<br />

goed als ze bij de intake kijken naar de specifieke gezinssituaties, zoals roken de<br />

ouders, de aanwezigheid van huisdieren, etc. Ook zou men moeten vragen of je een<br />

bezwaar hebt tegen stagiaires. Bij deze groep deelnemers was de levensovertuiging of<br />

het geloof van de kraamverzorgende niet belangrijk. Men moet zich wel goed in<br />

verschillende gezinssituaties kunnen inleven.<br />

Als er specifiek gevraagd wordt naar keuze-items (zowel voor vrienden die een eerste<br />

kind krijgen als voor henzelf bij een tweede kind) komen aspecten ter sprake als<br />

deskundigheid, een duidelijke taakomschrijving, de houding ten opzichte van andere<br />

kinderen, garantie van het aantal uur kraamzorg zoals besproken, flexibiliteit in uren<br />

en taken (mogelijkheid tot spreiden), inzicht in de achtergrond van de<br />

kraamzorgaanbieder (ofwel motto en missie (zoals werken uit een geloofsovertuiging,<br />

gebruik makende van bepaalde opvoedkundige stroming,etc.)), een persoonlijk<br />

intakegesprek bij de mensen thuis waar eveneens de man bij wordt betrokken, de<br />

mogelijkheid om het intakegesprek, maar ook de kraamzorg te krijgen in de<br />

avonduren, de personeelsbezetting versus werkdruk, de grootte van de organisatie, de<br />

bereikbaarheid (één centraal nummer), mogelijkheid om een andere<br />

kraamverzorgende te krijgen als het niet klikt, tevredenheid/ervaringen op basis van<br />

evaluatieformulieren en de lengte van de wachtlijst.<br />

19/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

Tweede of later kind<br />

Bijna alle bevallingen van de respondenten in deze focusgroep zijn in het ziekenhuis<br />

uitgevoerd. Twee deelnemers hebben drie kinderen en één deelnemer heeft twee<br />

kinderen. Allen hebben ze zowel goede als slechte ervaringen met kraamzorg. Na een<br />

verblijf in het ziekenhuis (3 tot 6 dagen) hebben de vrouwen thuis tussen de 5 en 10<br />

dagen zorg ontvangen. Meerdere vrouwen hebben minder uren gekregen dan vooraf<br />

vastgesteld werd, met name door de drukte.<br />

Als eerste punt wordt genoemd dat de vrouwen het belangrijk vinden om één vaste<br />

verzorgende tijdens de kraamtijd te krijgen. “Bij de derde kraamverzorgende (binnen<br />

5 dagen) had ik geen zin meer om daar tijd in te investeren. Dus die wilde ik liever<br />

afzeggen, maar dat mocht niet van de verloskundige. Ik heb haar dan ook alleen maar<br />

huishoudelijke taken laten doen.” Eveneens heeft het met een vertrouwenskwestie te<br />

maken, zowel met betrekking tot de gezinsleden als bij het verlenen van toegang tot<br />

het eigen huis. Bovendien leggen verschillende verzorgenden alles net weer iets<br />

anders uit, zodat daar ook verwarring door ontstaat. Met name als er andere kinderen<br />

aanwezig zijn, is het van belang dat er één bekend gezicht is gedurende de gehele<br />

periode. Verder zou een organisatie voldoende personeel beschikbaar moeten hebben,<br />

ook in de vakantie. De uren die beloofd zijn moeten ook geleverd worden (“afspraak is<br />

afspraak”). “Als iedere kraamverzorgende dubbele diensten moet draaien, weet je van<br />

te voren al dat dit natuurlijk niet gaat lukken. Een organisatie moet daar rekening mee<br />

houden in de planning, ook al is dat moeilijk”. Van de beloofde acht uur kreeg een<br />

vrouw door dubbele diensten slechts vier uur kraamzorg per dag. Eveneens zal het fijn<br />

zijn als een kraamzorgaanbieder zijn best zou doen om dezelfde verzorgende naar<br />

hetzelfde gezin te sturen. Dit is eveneens leuker en prettiger voor de<br />

kraamverzorgende zelf. De vrouwen geven wel aan dat ze begrijpen dat dit niet altijd<br />

mogelijk is. Daarnaast zou het fijn zijn als organisaties flexibel zouden zijn in de uren.<br />

“De werktijden dienen aan het gezin aangepast te worden en niet te worden opgelegd<br />

door de planning van de organisatie”. Voorbeeld: “De man gaat ’s ochtends om 6 uur<br />

naar werk. Dan zou het prettig zijn als de kraamhulp om 7.00 uur komt, aangezien dat<br />

in ons schema past. Ze kon alleen tussen 11.00 uur en 14.00 uur. Juist op die<br />

tijdstippen (gezien de andere kinderen in het gezin weg zijn) dat de vrouw eigenlijk<br />

kan slapen. Resultaat: de kraamvrouw slaapt niet en het kind, dat eigenlijk ook zou<br />

moeten slapen, wordt juist op die tijd in bad gedaan.” “…Het zou prettig zijn als je<br />

uren kunt doorschuiven, maar het zou ook al helpen dat je bij de intake je wensen<br />

kunt aangeven qua tijd.” Kraamzorg in de avonduren, is eveneens besproken. De<br />

vrouwen vinden dit heel prettig, met name als men net terugkomt uit het ziekenhuis.<br />

Een vrouw bleek in de avonduren nog hulp te kunnen krijgen als zij voor 21.00 uur<br />

dezelfde dag belde. Ook zou het fijn zijn als ze zelf wat meer zeggenschap krijgen over<br />

de taken die de kraamverzorgende kan vervullen. “Van de in totaal drie uur dat de<br />

verzorgende er was ging er anderhalf uur op aan administratie (het bijhouden van het<br />

verplichte dossier). Een naslagwerk is fijn en ik snap dat het belangrijk is, maar<br />

anderhalf uur is wel heel veel. Bovendien kwam ik erachter dat de kraamverzorgende<br />

dingen had opgeschreven die ze helemaal niet uitgevoerd had.”<br />

De deelnemers zijn het er over eens dat een bedrijf hart voor het werk moet hebben,<br />

en niet alleen uit moet zijn op commercieel belang. “Mensen moeten met plezier bij<br />

het bedrijf werken. Van de organisatie en de kraamverzorgenden moet het als het<br />

ware hun roeping zijn om deze zorg te geven”. Volgens de deelnemers is dit helaas<br />

een aspect dat niet gemeten kan worden. ‘Deskundigheid is er een onderdeel van,<br />

maar toch zeker niet alles. Het gaat namelijk niet alleen om ervaring, protocollen en<br />

certificaten”. Alhoewel de certificaten wel belangrijk zijn: “Bij één organisatie vroegen<br />

ze bijvoorbeeld vier verschillende schoonmaakdoekjes klaar te leggen. Dan weet je<br />

tenminste dat de organisatie er over nadenkt en dat er met meerdere doekjes het hele<br />

huis wordt schoongemaakt. Bij de andere organisatie was dat namelijk wel gebeurd.”<br />

Toch geeft een deelneemster aan dat ze wel inzicht wil hebben in het niveau van de<br />

20/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

kraamverzorgende en zijn/haar specialisatie (bv. medisch inzicht en kennis, ervaring<br />

met grote gezinnen, en het aantal jaren ervaring). Een hoger tarief zal ze bijvoorbeeld<br />

geen probleem vinden.<br />

Ook moet men inzicht hebben in de taken die de kraamverzorgende behoort te doen.<br />

Zo blijken alle vrouwen geen extra uren te hebben gekregen voor het gezin. “De uren<br />

waren al niet veel, mijn man werkte en ik mocht na mijn keizersnede niet tillen.<br />

Gevolg, mijn kind van 1 moest extra dagen naar het kinderdagverblijf.” De vrouwen,<br />

die een goede ervaring hadden met hun kraamverzorgende, lieten ook weten dat de<br />

verzorgende deze taken eigenlijk ook niet mochten uitvoeren, maar dit toch deden.<br />

“…Ze waren dus bereid om breder na te denken. De verzorgende moet in de week de<br />

taak van de kraamvrouw overnemen en daar hoort het gezin bij.”<br />

Het intakegesprek wordt als belangrijk ervaren en het is fijn als dat thuis plaatsvindt.<br />

Het hoeft niet perse de kraamvrouw zelf te zijn, maar er moet wel duidelijk naar de<br />

wensen van het gezin geluisterd worden, zodat ze de goede persoon kunnen sturen<br />

voor het gezin. Eén vrouw geeft aan dat ze het wel prettig zou vinden om de<br />

kraamvrouw van te voren te zien. Er bleek wel voor de intake betaald te moeten<br />

worden of er moest een half uur kraamzorg ingeleverd worden. De meningen<br />

verschillen of de partner betrokken dient te worden bij de intake.<br />

Een vrouw geeft aan dat de kraamverzorgende met name gericht moet zijn op het<br />

bieden van praktische zorg aan moeder en kind. Dit is niet anders bij het tweede of<br />

derde kind. Wel is het van zeer groot belang dat bij het eerste kind kraamzorg van<br />

goede kwaliteit wordt gegeven. “Daar leg je de basis. Van de vier uur kraamzorg kreeg<br />

ik maar een half uur zorg voor moeder en kind. Dat was te weinig. Ook blijft deze zorg<br />

belangrijk voor de latere kinderen, want je vergeet de tips en technieken.” De<br />

deelnemers geven aan dat er voldoende informatiemateriaal is, ook bij de<br />

verloskundige. Maar de kleine handigheden (hoe leg je het kussen bij borstvoeding,<br />

etc.) leert men niet uit boeken. Eveneens moet de verzorgende goed Nederlands<br />

kunnen praten en moet men een keuze kunnen maken tussen wel of geen stagiaire,<br />

een wel of niet rokende kraamverzorgende, etc.<br />

De grootte van de organisatie kan ook van belang zijn. Ze zouden zelf nooit meer<br />

kraamzorg willen ontvangen van een landelijke kraamzorgaanbieder. Daarnaast<br />

zouden ze graag willen inzien wat de bezettingsgraad is van de kraamverzorgenden en<br />

het aantal uren kraamzorg dat de klanten werkelijk hebben ontvangen. De vrouwen<br />

zijn eveneens geïnteresseerd in de ervaringen van klanten (bv. met behulp van<br />

sterren, zoals ook gedaan wordt bij restaurants (IENS), aangevuld met een open<br />

ruimte voor opmerkingen.<br />

Als er specifiek gevraagd wordt naar keuze-items (zowel voor vrienden die een eerste<br />

kind krijgen als voor henzelf bij een nieuw kind) komen aspecten ter sprake als<br />

afspraken nakomen, professionele moeder-kindzorg, andere taken zoals het<br />

huishouden, slechts één kraamverzorgende, dezelfde verzorgende bij een later kind,<br />

aandacht voor alle andere kinderen, visie van de organisatie, beoordelingen en<br />

ervaringen van klanten, werken in flexibele tijden en op de tijden die handig zijn voor<br />

het gezin, intake thuis, zorg in de avonduren, voldoende personeel in dienst, inzicht in<br />

de kunde en kennis van de verzorgende en professionaliteit.<br />

21/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

4. Criterialijst<br />

In dit hoofdstuk wordt bekeken welke aspecten in aanmerking komen voor opname in<br />

de klantpreferente keuze-informatie. Daarvoor zijn alle aspecten (die genoemd zijn in<br />

de literatuur of in de discussiegesprekken) samengevoegd in de bijlage. In deze lijst<br />

staat eveneens aangegeven onder welke component (klantpreferente keuzeinformatie,<br />

kwaliteitsindicatoren en/of CQ) het aspect het beste onder te verdelen is.<br />

Te zien is dat sommige aspecten zowel in de ene als in de andere component gemeten<br />

kunnen worden.<br />

Aan de hand van deze lijst is vervolgens een criterialijst gemaakt van aspecten die in<br />

aanmerking komen voor opname in de klantpreferente keuze-informatie. In deze lijst<br />

is nog geen rekening gehouden met de prioriteiten van consumenten. De lijst laat<br />

aspecten zien die volgens consumenten van belang zouden kunnen zijn bij de keuze<br />

van een kraamzorgaanbieder, maar geeft niet weer in welke mate de aspecten van<br />

belang zijn. Daardoor kunnen er eveneens keuze-items in vermeld staan die door een<br />

deelnemer van de focusgroep als onbelangrijk werd ervaren. Indien de lijst<br />

geprioriteerd dient te worden, adviseren wij de lijst aan consumenten voor te leggen<br />

via een digitaal panel.<br />

De lijst met mogelijke keuze-items wordt hieronder weergegeven. Enkele items in<br />

deze lijst vragen om meer uitleg. Deze zullen onderaan de lijst besproken worden.<br />

Keuze-items bij intake:<br />

1. Wensen kenbaar maken wat betreft kraamverzorgende<br />

a. Geloofsovertuiging<br />

b. (niet) roken<br />

c. Nationaliteit<br />

d. Ervaringsjaren/ opleiding, etc.<br />

2. Intake in de avonduren<br />

3. Keuzemogelijkheid locatie intakegesprek<br />

4. kennismakingsgesprek verzorgende (telefonisch, mail, op kantoor, etc.)<br />

5. Betrekken van de partner bij de intake<br />

6. Tijdens intake aan kunnen geven welke tijden het gezin het beste uitkomen<br />

(ochtend of middag)<br />

7. Lengte wachtlijst/tijd<br />

8. Gecontracteerde/Geprefereerde zorgaanbieder door verzekeraar …<br />

Keuze-items bij kraamzorg:<br />

9. Eén vaste kraamverzorgende (


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

19. Kraamzorg in de avonduren (met name net na bevalling)<br />

20. Aanbieden van cursussen<br />

21. Overige extra’s (weblog, persoonlijke coach, welkomstpakket, etc.)<br />

22. Uitleen service apparaten (bedklossen, kolfapparaat, etc.)<br />

23. Bereikbaarheid (spoed, één aanspreekpunt, adresgegevens (website, aantal<br />

km van huis, etc.))<br />

24. Bezettingsgraad/dienstrooster (indicatie afgesproken uren)<br />

25. Het kunnen inkopen van meerdere uren<br />

26. Cliënttevredenheidsonderzoek (ook openbaar?)/ IENS<br />

27. Nazorg (aanspreekpunt na kraamzorg)<br />

28. Visie organisatie, flexibiliteit/rigiditeit protocollen, flexibiliteit uren<br />

(doorschuiven van uren)<br />

29. Keuze in secundaire taken van de kraamverzorgende<br />

Discussie keuze-items<br />

Ad 1, 4, 5 en 6) Wensen kenbaar maken<br />

Voor consumenten is het belangrijk dat zij weten wie er bij hun in huis komt. Niet<br />

iedereen hoeft de verzorgende van te voren te zien, maar ze willen wel hun wensen<br />

kunnen aangeven, zodat de planner daar rekening mee kan houden. Zo willen<br />

consumenten bijvoorbeeld kunnen aangeven of zij een persoon willen met voldoende<br />

ervaringsjaren, een niet-roker of iemand die gespecialiseerd is in grote gezinnen.<br />

Gegevens geven op organisatieniveau (gemiddelde ervaringsjaren, gespecialiseerd in<br />

bepaalde groepen, etc.) zijn eveneens interessant maar als consument wil je weten of<br />

daar ook tijdens de planning rekening mee wordt gehouden. Bekeken moet worden of<br />

dit item opgenomen kan worden in de klantpreferente keuze-informatie. Men zou<br />

bijvoorbeeld een aspect kunnen opnemen waarin staat dat er bij de planning rekening<br />

gehouden wordt met de wensen van de consument, waarbij een aantal aspecten met<br />

naam en toenaam worden genoemd. Als een kraamzorgaanbieder op een openbare<br />

website aangeeft dat zij daar rekening mee houden tijdens de planning, zijn<br />

consumenten ook eerder geneigd om hier naar te vragen en dus ook kritischer te<br />

worden bij hun keuze voor een kraamzorgaanbieder. Helaas zal het opnemen van dit<br />

aspect niet garanderen dat er tijdens de planning ook daadwerkelijk met deze wensen<br />

rekening wordt gehouden. Een kraamzorgaanbieder kan natuurlijk niet altijd voldoen<br />

aan alle wensen van de consument. Het is daarom ook belangrijk om ook bij het<br />

ervaringsonderzoek (CQ-index) hier voldoende aandacht aan te geven. Ook punt 5 en<br />

6 (het betrekken van de partner en de voorkeur geven aan bepaalde tijden) zijn<br />

belangrijke wensen van consumenten. Zij zouden mede op basis hiervan hun keuze<br />

voor een kraamzorgaanbieder willen bepalen. Vandaar dat er ook op deze punten<br />

bekeken moet worden of zij een plaats kunnen krijgen in de uitvraag van<br />

klantpreferente keuze-informatie (en wellicht ook in de CQ-index).<br />

Eveneens kan een kennismakingsgesprek met de verloskundige geruststelling bieden.<br />

Organisaties kunnen ook de kraamverzorgende voorstellen aan de hand van de<br />

website (een weblog), een telefonisch gesprek, een huisbezoek of een bezoek bij de<br />

organisatie. Zij kunnen zich hiermee onderscheiden van andere kraamzorgaanbieders.<br />

Ad 2 en 3) Locatie en tijdstip<br />

De intake kan per telefoon, bij de cliënt thuis of bij de organisatie plaatsvinden.<br />

Kraamvrouwen geven aan dat zij het (achteraf) belangrijk vinden om de intake thuis<br />

te ontvangen. Dit aspect is opgenomen in de kwaliteitsindicatoren, wat het belang van<br />

een thuisbezoek onderschrijft. Als keuze-informatie is het goed om aan te geven welke<br />

vormen van intake een kraamzorgaanbieder biedt en welke vorm hun voorkeur heeft<br />

bij zowel een eerste kind als bij een later kind. Tegelijkertijd moet het aan<br />

consumenten (op dezelfde website) duidelijk gemaakt worden wat de voor- en nadelen<br />

zijn van de verschillende vormen. Op deze manier kan de consument een<br />

verantwoorde keuze maken tussen de verschillende vormen. Ook het aanbieden van<br />

23/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

de intake in de avonduren kan consumenten tegemoetkomen. De vrouwen hebben<br />

namelijk tijdens de intake nog geen zwangerschapsverlof en moeten daardoor vrij<br />

nemen van hun werk voor deze intake. Bovendien is het makkelijker om dan ook de<br />

man te betrekken bij de intake (zie vorige punt).<br />

Ad 8) Gecontracteerd/Geprefereerd bedrijf<br />

Niet alle kraamzorgaanbieders zijn gecontracteerd door elke verzekeraar. Voor een<br />

consument is het bij de keuze van een aanbieder makkelijk om te weten of zij<br />

voorafgaand aan de kraamzorg moeten nagaan of de aanbieder gecontracteerd is bij<br />

hun eigen zorgverzekeraar. Bovendien zou dit een check kunnen zijn van kwaliteit,<br />

aangezien een verzekeraar kraamzorgaanbieders op kwaliteit hoort te beoordelen.<br />

Ad 9 en 10) Eén kraamverzorgende<br />

Eén van de belangrijkste aspecten is volgens de deelnemers continuïteit, ofwel één<br />

kraamverzorgende gedurende de gehele kraamperiode. Aangezien in de<br />

kwaliteitsindicatoren gekozen is voor maximaal twee kraamverzorgenden als meting<br />

van continuïteit, en dit dus niet overeenkomt met de wens van consumenten, is het<br />

raadzaam om als klantpreferente keuze-informatie wel te kijken naar de mogelijkheid<br />

van één kraamverzorgende gedurende de gehele kraamperiode. Wellicht is het<br />

mogelijk om een percentage weer te geven van het aantal verzorgingen dat uitgevoerd<br />

is door één persoon. Eveneens kan er een percentage gegeven worden van<br />

teruggekomen gezinnen die wederom door dezelfde persoon behandeld zijn.<br />

Ad 15, 16 en 17) Kenmerken kraamzorgaanbieder<br />

Zoals eerder beschreven onder ad 1 willen consumenten het liefste weten wat de<br />

specialisatie en het opleidingsniveau van de verzorgende is die ook daadwerkelijk de<br />

zorg zal leveren. Aangezien men hier te maken heeft met (vaak) grote organisaties<br />

met veel werknemers zegt het een consument minder of de organisatie gespecialiseerd<br />

is. Dat wil niet zeggen dat mensen dit niet zouden willen weten. Als men bijvoorbeeld<br />

specifiek zoekt naar een kraamzorgaanbieder die zich gespecialiseerd heeft in zorg aan<br />

Surinamers, is het voor de consument prettig om te weten dat deze aanbieder daar<br />

meer van weet. Dit wil echter niet zeggen dat de kraamverzorgende die hierin<br />

gespecialiseerd is ook daadwerkelijk bij de persoon thuis komt. Desalniettemin kan het<br />

een aanwijzing zijn voor consumenten. Ook bij het opleidingsniveau en het aantal<br />

jaren ervaring kan alleen een gemiddelde gegeven worden. Bekeken moet worden of<br />

dit aspect, behalve in de kwaliteitsindicatoren, ook in de klantpreferente keuzeinformatie<br />

thuis hoort.<br />

Ad 19) Kraamzorg in de avonduren<br />

Kraamzorg in de avonduren is duidelijk een aspect waar kraamzorgaanbieders zich in<br />

kunnen onderscheiden. Er is dan, naar verwachting, ook voldoende vraag naar. Met<br />

name de eerste dagen na de bevalling.<br />

Ad 20, 21 en 22) Extra diensten<br />

Veel kraamzorgaanbieders bieden extra diensten zoals cursussen, een personal coach<br />

en een uitleenservice. Deze aspecten zijn goed weer te geven als klantpreferente<br />

keuze-informatie. Ze hebben, naar verwachting, eveneens een goed onderscheidend<br />

vermogen. De vraag is wel of consumenten hier ook daadwerkelijk op willen kiezen en<br />

dus of deze aspecten een plaats verdienen in de klantpreferente keuze-informatie. Een<br />

prioritering kan hier meer duidelijkheid in geven.<br />

Ad 24 en 25) Bezettingsgraad<br />

Consumenten vinden één van de belangrijkste zaken dat de uren die afgesproken zijn<br />

ook geleverd worden. Bekeken moet worden hoe dit aspect een plek kan krijgen in de<br />

klantpreferente keuze-informatie. Het komt eveneens ter sprake in de<br />

24/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

kwaliteitsindicatoren. Duidelijk is dat consumenten bij de keuze hier ook inzicht in<br />

willen hebben. Mogelijk zou er naast de kwaliteitsindicator ook gevraagd kunnen<br />

worden naar de bezettingsgraad. Uitgezocht dient te worden of dit extra informatie zal<br />

opleveren. Een ander aspect dat zeker een plek kan hebben in de klantpreferente<br />

keuze-informatie, is of het mogelijk is om extra uren in te kopen. Welk bedrag betaalt<br />

de consument hiervoor? En kan de klant dan ook bepalen welke taken de verzorgende<br />

dient uit te voeren?<br />

Ad 26) Cliënttevredenheidsonderzoek/IENS<br />

Consumenten blijken de ervaringen van andere klanten erg belangrijk te vinden. Zij<br />

willen deze betrekken bij hun keuze. De data moeten dan volgens de consumenten wel<br />

betrouwbaar zijn. Dit pleit ervoor om de CQ-index openbaar te maken. Natuurlijk dient<br />

er dan wel een vertaalslag gemaakt te zijn, omdat deze anders te veel informatie<br />

bevat. Wat betreft de klantpreferente keuze-informatie zou er aan<br />

kraamzorgaanbieders gevraagd kunnen worden of zij regelmatig<br />

cliënttevredenheidsonderzoek doen, wanneer dit voor het laatst is uitgevoerd en of<br />

deze gegevens openbaar zijn.<br />

Ad 28) Visie / flexibiliteit kraamzorgaanbieder<br />

Sommige consumenten willen weten wat de visie van een kraamzorgaanbieder is.<br />

Spreekt deze hun aan? Ze willen weten met wie ze te maken hebben. Men zou bij<br />

uitvraag van dit aspect eventueel een open ruimte kunnen bieden om in een paar<br />

woorden de visie van de kraamzorgaanbieder te omschrijven. Aan de andere kant kan<br />

men zich afvragen of het noodzakelijk is om deze gegevens op een<br />

vergelijkingswebsite te zetten. De eigen website van de kraamzorgaanbieder kan daar<br />

eveneens voor dienen.<br />

Concluderend<br />

Aspecten waar consumenten op willen kiezen, hebben vaak te maken met<br />

deskundigheid, vertrouwen en ervaringen. Daarnaast blijkt communicatie een van de<br />

belangrijkste aspecten te zijn bij het leveren van goede kraamzorg. Deze aspecten<br />

kunnen het best gemeten worden in de (zorginhoudelijke) kwaliteitsindicatoren en de<br />

CQ-index. Het blijft dan natuurlijk wel noodzakelijk dat deze resultaten ook openbaar<br />

worden voor consumenten. Daarnaast moet er een vertaalslag gemaakt worden om<br />

deze aspecten behapbaar te maken voor consumenten. Deze vertaalslag geeft onder<br />

andere inzicht in waarom de aspecten die gemeten worden in de kwaliteitsindicatoren<br />

van belang zijn en wat ze betekenen. Ook moeten de resultaten van de CQ-index<br />

samengevat worden. Te veel informatie is voor consumenten namelijk onoverzichtelijk.<br />

Naast deze keuze-items zijn er een aantal aspecten die bij uitvraag goed weer te<br />

geven zijn door kraamzorgaanbieders en daardoor te gebruiken zijn als<br />

klantpreferente keuze-informatie. De vraag rijst of deze aspecten ook daadwerkelijk<br />

voldoende belangrijk zijn bij de keuze van een kraamzorgaanbieder. Een prioritering<br />

van de aspecten met behulp van een digitaal panel kan daarbij helpen. Op deze<br />

manier kan er bekeken worden welke extra aspecten, anders dan de<br />

kwaliteitsindicatoren en de CQ-index, een plaats verdienen in de uitvraag van de<br />

klantpreferente keuze-informatie.<br />

25/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

Bijlage<br />

Aspect Klantpreferente<br />

keuze-<br />

informatie<br />

INTAKE<br />

Kenmerken van de kraamverzorgende<br />

- geloofsovertuiging<br />

- (niet)roken<br />

- Specialisatie<br />

- Etc.<br />

Dezelfde kraamverzorgende als bij<br />

eerdere kinderen<br />

Intakegesprek in avonduren X<br />

Mogelijkheid kiezen van de plaats van<br />

intake (kantoor, thuis, telefonisch)<br />

(ook bij tweede kind)<br />

X<br />

Kwaliteits<br />

indicatoren<br />

CQindex<br />

X X<br />

Tijdige intake (voor 36 e week) X<br />

Goede voorlichting (ook voor partners) X<br />

Gedoseerde informatie X<br />

Genoeg aandacht bij intakegesprek X<br />

Goede informatie over eisen van instelling X<br />

Goede informatie over wat<br />

kraamverzorgende kan bieden (grenzen)<br />

Vragen naar de verwachtingen van<br />

mensen en uitleggen wat te verwachten is<br />

Ouders zijn betrokken bij bepalen van<br />

aantal uren zorg<br />

Betrekken van de partner X X<br />

Kennismakingsgesprek met<br />

kraamverzorgende<br />

Flexibiliteit bij verdeling van de uren zorg X X<br />

Lengte wachttijd X X<br />

PARTUS<br />

Aanwezigheid kraamverzorgende bij de<br />

bevalling<br />

Op tijd aanwezig zijn van de<br />

kraamverzorgende (binnen één uur na de<br />

oproep)<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X<br />

X X<br />

X X<br />

26/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

KRAAMZORG<br />

Visie kraamzorgaanbieder X<br />

Aantal kraamverzorgenden (continuïteit) X (


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

aanspreekpunt)<br />

Verschillende lijnen (bij spoed, één lijn bij<br />

bevalling)<br />

Genoeg uren zorg ingeroosterd X X X<br />

Bezettingsgraad (afgesproken uren ook<br />

krijgen)<br />

Dienstenrooster (flexibel/vast/ half om<br />

half)<br />

Meer uren kraamzorg kunnen inkopen<br />

-ook kunnen leveren<br />

- zelf mogen bepalen waarvoor<br />

Flexibiliteit in uren<br />

- aangeven welke uren beste uit<br />

komen (ochtend/middag)<br />

- doorschuiven van uren<br />

Samenwerking / Goede afstemming<br />

tussen verloskundige en<br />

kraamverzorgende (MDO)<br />

Cliënttevredenheidsonderzoek (soort<br />

IENS) (openbaar?)<br />

Nazorg (aanspreekpunt na afloop) X<br />

Gecontracteerd bij zorgverzekeraar X X<br />

X<br />

X X<br />

X<br />

X<br />

X X<br />

X X<br />

X X<br />

28/29


Kraamzorg, klantpreferente keuze-informatie<br />

I. Literatuurlijst<br />

1. IGZ, Kraamzorg. Kwaliteit, toegankelijkheid, beschikbaarheid en<br />

bereikbaarheid. 2001, Inspectie voor de Gezondheidszorg: Den Haag.<br />

2. IGZ, Kraamzorg in ontwikkeling. 2009, Inspectie voor de Gezondheidszorg:<br />

Den Haag.<br />

3. IGZ. www.zichtbarezorg.nl/page/Eerstelijnszorg/Kraamzorg. 2009.<br />

4. Projectgroep Verantwoorde Kraamzorg, Visie op Verantwoorde Kraamzorg.<br />

2008, ActiZ, Consumentenbond, IGZ, BTN, NBVK, KNV, NPCF, Sting, ZN,<br />

Ministerie van VWS.<br />

5. Welling, B.J.M. and T.A. Wiegers, Kwaliteit en toegankelijkheid van de<br />

kraamzorg: kraamcentra, callcentra en verloskundigen. 2001, Utrecht: NIVEL.<br />

6. RIVM. Wat is kraamzorg?<br />

www.rivm.nl/vtv/object_document/o2647n29736.html 3-08-2009.<br />

7. MinVWS (18-08-2009) www.minvws.nl/dossiers/zwangerschap-en-geboorte.<br />

8. LIP, Landelijk Indicatieprotocol Kraamzorg. Instrument voor toekenning van<br />

kraamzorg: Partusassistentie en kraamzorg gedurende de kraamperiode., ed.<br />

A. CVZ, KNOV, LVG, Sting, bTn, <strong>Zorg</strong>verzekeraars Nederland. 2008.<br />

9. Bruijns, S., Interview met S. Bruijns, senior beleidsmedewerker Team Jeugd<br />

ActiZ. 09-06-2009.<br />

10. Martijn, L., Telefonisch interview met L. Martijn, verloskundige en werkende bij<br />

KNOV. 22-06-2009.<br />

11. <strong>Zichtbare</strong> <strong>Zorg</strong> Kraamzorg, Kwaliteitsindicatoren Kraamzorg 2009. 2009,<br />

<strong>Zichtbare</strong> <strong>Zorg</strong> Kraamzorg: Den Haag.<br />

12. Thuiszorg West Brabant, Interview met C. van de Verwelven, M. Wisse en A.<br />

Rath-Van Zele, werzaam bij Thuiszorg West Brabant. 06-07-2009.<br />

13. NZa, Consultatiedocument Kraamzorg; Een analyse van de mogelijkheden voor<br />

vrije prijsvorming. 2009, NZa: Utrecht.<br />

14. ActiZ. www.actiz.nl/actiz/activiteiten. 5-08-2009.<br />

15. NBvK. www.nbvk.nl. 5-08-2009.<br />

16. Paans, H., Telefonisch interview met Hilda Paans, werkende bij ZN. 17-08-<br />

2009.<br />

17. NZa, Monitor Kraamzorgveiling 2006-2008; Een vervolg-analyse van een<br />

marktinstrument. 2009, NZa: Utrecht.<br />

18. Projectgroep Verantwoorde Kraamzorg, Focusgroep kraamverzorgenden Visie<br />

Verantwoorde Kraamzorg. december 2007.<br />

19. Projectgroep Verantwoorde Kraamzorg, Samenvatting focusgroep vrouwen,<br />

telefonisch interview met vrouw van Marokkaanse afkomst en opmerkingen<br />

van het Ouderschap. december 2007.<br />

20. Wiegers, T.A., Kwaliteit van de zorg rond zwangerschap, bevalling en<br />

kraambed volgens clienten; meetinstrumentontwikkeling. 2007, NIVEL:<br />

Utrecht.<br />

21. Ouders Online, www.ouders.nl 22-06-2009.<br />

29/29

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!