Een klassiek experiment - Erasmus Universiteit Rotterdam
Een klassiek experiment - Erasmus Universiteit Rotterdam
Een klassiek experiment - Erasmus Universiteit Rotterdam
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Een</strong> <strong>klassiek</strong> <strong>experiment</strong> Hoofdstuk 2 – Sociaal netwerk en culturele smaak<br />
zoals amusement of ontsnapping. Dit geeft echter geen antwoord op de vraag wat hoge<br />
kunst hoog maakt en lage kunst laag.<br />
Klassieke muziek behoort in beide visies tot het domein van de hoge cultuur. Klassieke<br />
muziek en –concerten worden namelijk veelal geconsumeerd door de hogere klasse.<br />
Daarnaast wordt <strong>klassiek</strong>e muziek gezien als complexer dan populaire muziek, als<br />
cultuurvorm die meer training vereist om begrepen te worden, en als bron van een serieuze,<br />
intellectuele en esthetische ervaring.<br />
Hierboven is te zien dat er vraagtekens kunnen worden gezet bij de mate waarin het<br />
onderscheid tussen hoge en lage kunst kan worden toegeschreven aan intrinsieke<br />
kenmerken van culturele producten. Ook in participatiepatronen zien we hoog en laag<br />
steeds meer door elkaar lopen. De hoge klasse beperkt zijn smaak niet langer alleen tot de<br />
hoge kunst, maar verbindt zich nu ook aan bepaalde vormen van lage kunst. Deze culturele<br />
mobiliteit (zie Emmison 2003) wordt door theoretici gekoppeld aan het concept van de<br />
culturele omnivoor, dat in 1992 door Peterson is geïntroduceerd. De culturele omnivoor is<br />
vaak hoogopgeleid, heeft een hoog inkomen, en combineert hoge en lage cultuur met<br />
elkaar. Hiermee verschuift het structurerend principe van culturele smaak van het hoge/lage<br />
cultuur model naar culturele omnivoriteit (Van Eijck en Lievens 2008:218). Culturele<br />
omnivoriteit als fenomeen veronderstelt kennis van zoveel mogelijk culturele vormen, zodat<br />
er een bewuste keuze gemaakt kan worden welke cultuur in het repertoire komt. Daarmee<br />
onderscheidt de omnivoor zich van de lagere klasse. Echter, de grens tussen hoge en lage<br />
kunst vervaagt daardoor en is ook minder belangrijk geworden (Taylor 2009). Klassieke<br />
muziek en –concerten worden nog steeds beschouwd als hoge cultuur, maar hebben in dit<br />
veranderde landschap van culturele smaak een minder exclusief karakter gekregen.<br />
Het idee van de culturele omnivoor en zijn repertoire is aangescherpt door Van Eijck e.a.<br />
(2008), maar ook door Relish (1997). Hij stelt dat niet alleen het opleidingsniveau een rol<br />
speelt bij de breedte van de culturele smaak, maar ook de geografische mobiliteit en de<br />
complexiteit van het sociale netwerk. Zijn onderzoeksresultaten suggereren dat het<br />
liefhebben van muziekgenres aangeleerd wordt door zowel formele als informele kanalen.<br />
Zodoende kan het sociale netwerk volgens hem de basis vormen voor een brede<br />
muzieksmaak. Op basis van bovenstaande theoretische concepten kan ik constateren dat<br />
meer cultureel kapitaal (via school, thuis, of het sociale netwerk) betekent dat men meer<br />
18