30.09.2013 Views

Een klassiek experiment - Erasmus Universiteit Rotterdam

Een klassiek experiment - Erasmus Universiteit Rotterdam

Een klassiek experiment - Erasmus Universiteit Rotterdam

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Een</strong> <strong>klassiek</strong> <strong>experiment</strong> Hoofdstuk 2 – Sociaal netwerk en culturele smaak<br />

Cultureel kapitaal bestaat uit symbolische elementen die gewaardeerd worden door de<br />

dominante klasse, variërend van correct taalgebruik en etiquette tot kennis en ervaring die<br />

opgedaan zijn door de waardering van kunst en andere culturele uitingen. Het idee is dat<br />

individuen, families en klassen ruilmiddelen – die een bepaalde socialisatie vergen ‐<br />

uitgeven om cultureel kapitaal te verwerven, dat vervolgens ingezet wordt om meer geld en<br />

macht te verkrijgen (Peterson 1979: 150). De culturele competenties ‐ zoals scholing,<br />

houdingen, opvattingen en smaak ‐ worden dus gebruikt om hogerop te komen, maar ook<br />

om de distinctie tussen sociale klassen in leven te houden en deze door te geven aan jongere<br />

generaties. De hoge cultuur wordt gedefinieerd door de hogere klasse (DiMaggio 1987).<br />

Zodra bepaalde elementen uit deze hoge cultuur meer gemeengoed worden, vinden leden<br />

uit de hogere klasse nieuwe vormen van hoge cultuur zodat ze zich kunnen blijven<br />

onderscheiden.<br />

Gelijktijdig bestaan er ideeën over de opvatting dat het onderscheid tussen hoge en lage<br />

kunst voortkomt uit intrinsieke karaktereigenschappen van deze kunstvormen. Alexander<br />

(2003: 226‐227) geeft een overzicht van drie argumenten, die zij overigens niet overtuigend<br />

genoeg vindt om bovenstaande stelling aan te nemen. Het eerste argument is dat hoge<br />

kunst rijker en complexer is dan lage kunst. Hoewel veel hoge kunstvormen complex zijn,<br />

onderschat dit argument de complexiteit van veel lage kunstvormen. Het tweede argument<br />

dat Alexander naar voren brengt is dat hoge kunst meer training vereist om begrepen te<br />

worden. Echter, de mogelijkheid om te kunnen genieten van kunst is niet afhankelijk van<br />

training, maar van een bekendheid met de conventies van die kunstvorm. Jongeren weten<br />

bijvoorbeeld meer over hun favoriete muziekgenre dan hun ouders, omdat de laatste niet<br />

geleerd hebben om het te waarderen. Het derde argument is dat hoge kunst een serieuze,<br />

intellectuele en esthetische ervaring geeft, daar waar lage kunst slechts amusant is. De focus<br />

ligt bij dit argument niet langer op de inhoud van de kunstvormen, maar op de manier<br />

waarop het publiek de kunstvormen consumeert. Dit argument blijft volgens Alexander<br />

langer overeind dan de eerste twee argumenten. Toch is het zo dat men geconcentreerd<br />

naar <strong>klassiek</strong>e muziek kan luisteren voor een intellectuele en esthetische ervaring, maar men<br />

kan <strong>klassiek</strong>e muziek ook opzetten als achtergrond tijdens bijvoorbeeld huishoudelijke<br />

klussen. Het argument suggereert dat hard werken, in de zin van intellectuele of esthetische<br />

inspanningen, om te kunnen genieten van kunst beter is dan genot dat leuk en makkelijk is,<br />

17

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!