Zeven verdedigingen en de doolhof van dwalingen der medici
Zeven verdedigingen en de doolhof van dwalingen der medici Zeven verdedigingen en de doolhof van dwalingen der medici
hetwelk de mens niet geven kan vanuit zichzelf en uit eigen begrip. Iets vormt de mens, doch onvolmaakt. Wat volmaakt moet worden, moet men verder zoeken, namelijk aan de bron waaruit alle mensen drinken. Ook al hebben God, St.-Petrus en andere heiligen de macht om de duivel uit te drijven, de doden levend te maken, et cetera, kunnen zij deze macht aan niemand schenken, want zo luiden de lering en het onderricht van God. Ook moeten wij het 150 van God en bij God verkrijgen. Daarom is het in de geneeskunde zo, dat de mens slechts een eenvoudig voorschrift kan geven. Het volmaakte moet aan het licht der natuur ontnomen worden, zoals de apostelen het aan God hebben ontnomen. U moet aan het volgende voorbeeld denken. De apostelen hebben Christus niet vanuit henzelf gepredikt, doch door Hem, die met vurige tongen in hen gesproken heeft. Die is hun onderwijzer geweest. Een dergelijke school is ook bij de artsen te vinden. Het licht der natuur onderwijze de arts, vanuit de filosofie, vanuit de astronomie. De mens krijgt het onderwijs dus niet van zichzelf, omdat het licht zich immers in het geheel niet in hem bevindt. En opdat dit door u goed wordt begrepen, heb ik mij voorgenomen de belangrijkste boeken van het natuurlijke licht te presenteren, opdat gij ziet waar de school der filosofie ligt, en hoe men de juiste boeken moet zoeken. Ik bedoel hiermee, dat het niet nodig is om verder de papieren boeken ter hand te nemen; voor u, net zo min als voor mij. Want wie komt met het aanhoren van de flauwekul van een willekeurige prediker tot een conclusie of vindt de waarheid? In de boeken 151 kan niemand verleid worden, want als men die doorleest, treft men daarin alleen de waarheid aan, hetgeen hierna zal blijken. Want in hen staat geschreven hoe wij allen onze naasten moeten en mogen dienen, tot hun nut en niet tot hun schade. Daarmee beveel ik u, zoals gij zijt - nu gij lichaamsverzorgers wordt - van ganser harte aan bij de 150 Het natuurlijke licht. 151 “in den Büchern”. Hier is bedoeld: „in de belangrijkste boeken van het natuurlijke licht‟, waarnaar Paracelsus zojuist verwees. 78
loffelijke heren in de gemeente van het aartshertogdom Kärnten 152 , die zich u - als in een natuurlijke hulp verordineerd - getrouwelijk laten aanbevelen, met name gezien de grote liefde en welgezindheid die gij redelijkerwijs alle zieken betoont, opdat zij geholpen worden. Bedenk ook, dat God gezegd heeft, dat de wijze man niet de artsenij moet verachten waarin God met name werkt en woont. Gegeven op de eerste dag van augustus, in het 38e jaar. 152 Paracelsus‟ vermaning eindigt met het jaartal 38 (lees: 1538). Dat was het jaar dat hij naar Kärnten was teruggekeerd, in de verwachting dat hij daar veel hulp zou krijgen. Die hulp bleef echter uit, en in 1540 vertrok hij naar elders. 79
- Page 27 and 28: de leefgewoonten en het klimaat van
- Page 29 and 30: evinden zich in het menselijk licha
- Page 31 and 32: menige bijdrage. Ze laten ons in zi
- Page 33 and 34: leerstelling presenteert die accept
- Page 35 and 36: DE EERSTE VERDEDIGING - AANGAANDE D
- Page 37 and 38: geven en uitvoeren. 43 Dus hoewel v
- Page 39 and 40: tevens kunnen zeggen: “Onderzoek
- Page 41 and 42: DE TWEEDE VERDEDIGING - AANGAANDE D
- Page 43 and 44: enamingen gewijzigd zijn. Hoewel so
- Page 45 and 46: Mij is ook tegengeworpen, dat ik de
- Page 47 and 48: DE DERDE VERDEDIGING - AANGAANDE HE
- Page 49 and 50: Er is niets wat geen gif bevat. Sle
- Page 51 and 52: ook mogelijk om uit het kwade het g
- Page 53 and 54: DE VIERDE VERDEDIGING - AANGAANDE M
- Page 55 and 56: alleen de weifelaars 95 , die zonde
- Page 57 and 58: Als hij die wil zijn, moet hij de m
- Page 59 and 60: DE VIJFDE VERDEDIGING - AANGAANDE H
- Page 61 and 62: worden. Het behoort niemand te bevr
- Page 63 and 64: daarentegen allen gelijk acht, zoda
- Page 65 and 66: DE ZESDE VERDEDIGING - TER VERONTSC
- Page 67 and 68: verdedigd met deze analyse. Weliswa
- Page 69 and 70: veertig of zestig regels 125 , wein
- Page 71 and 72: te komen. Want met de verborgen zie
- Page 73 and 74: schied? 137 En als de schade in de
- Page 75 and 76: SLOTREDE Wanneer gij, lezer, mij al
- Page 77: HET TWEEDE BOEK, LABYRINTHUS MEDICO
- Page 81 and 82: ven. Zoals de meester is, is ook de
- Page 83 and 84: Theophrastus - De Lezer Heil 159 On
- Page 85 and 86: HET EERSTE HOOFDSTUK - OVER HET EER
- Page 87 and 88: eweegreden is als volgt. Wie kent h
- Page 89 and 90: HET TWEEDE HOOFDSTUK - OVER HET TWE
- Page 91 and 92: Want de arts wordt gedwongen - zoal
- Page 93 and 94: Christus spreekt: waar het lichaam
- Page 95 and 96: herkent als een boek waarin de filo
- Page 97 and 98: tegen de aard van de moeder kunnen
- Page 99 and 100: voortgang immers niets van en weet
- Page 101 and 102: HET VIERDE HOOFDSTUK - OVER HET LIC
- Page 103 and 104: dat er de aderen van de cypres zijn
- Page 105 and 106: en gij moet u niet door de substant
- Page 107 and 108: hand zijn, maar niet alsof ze in on
- Page 109 and 110: werkt de natuur met ons samen in de
- Page 111 and 112: de bakker, die maken brood. Zo moet
- Page 113 and 114: ment. Hoewel dit experimenten zijn,
- Page 115 and 116: Waar die niet is, is er slechts het
- Page 117 and 118: vitriool 247 als wetenschap heeft g
- Page 119 and 120: onzichtbaar; ook haar arts. Daaruit
- Page 121 and 122: ftisis 257 , ethica, et cetera, gen
- Page 123 and 124: HET ACHTSTE HOOFDSTUK - OVER HET BO
- Page 125 and 126: Daarmee moet men ook begrijpen wat
- Page 127 and 128: zodat daaruit in een uur tijds een
hetwelk <strong>de</strong> m<strong>en</strong>s niet gev<strong>en</strong> kan <strong>van</strong>uit zichzelf <strong>en</strong> uit eig<strong>en</strong><br />
begrip. Iets vormt <strong>de</strong> m<strong>en</strong>s, doch onvolmaakt. Wat volmaakt<br />
moet word<strong>en</strong>, moet m<strong>en</strong> ver<strong>de</strong>r zoek<strong>en</strong>, namelijk aan <strong>de</strong> bron<br />
waaruit alle m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> drink<strong>en</strong>. Ook al hebb<strong>en</strong> God, St.-Petrus <strong>en</strong><br />
an<strong>de</strong>re heilig<strong>en</strong> <strong>de</strong> macht om <strong>de</strong> duivel uit te drijv<strong>en</strong>, <strong>de</strong> dod<strong>en</strong><br />
lev<strong>en</strong>d te mak<strong>en</strong>, et cetera, kunn<strong>en</strong> zij <strong>de</strong>ze macht aan niemand<br />
sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, want zo luid<strong>en</strong> <strong>de</strong> lering <strong>en</strong> het on<strong>de</strong>rricht <strong>van</strong> God.<br />
Ook moet<strong>en</strong> wij het 150 <strong>van</strong> God <strong>en</strong> bij God verkrijg<strong>en</strong>. Daarom<br />
is het in <strong>de</strong> g<strong>en</strong>eeskun<strong>de</strong> zo, dat <strong>de</strong> m<strong>en</strong>s slechts e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig<br />
voorschrift kan gev<strong>en</strong>. Het volmaakte moet aan het licht <strong>de</strong>r<br />
natuur ontnom<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, zoals <strong>de</strong> apostel<strong>en</strong> het aan God<br />
hebb<strong>en</strong> ontnom<strong>en</strong>. U moet aan het volg<strong>en</strong><strong>de</strong> voorbeeld d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.<br />
De apostel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> Christus niet <strong>van</strong>uit h<strong>en</strong>zelf gepredikt,<br />
doch door Hem, die met vurige tong<strong>en</strong> in h<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> heeft.<br />
Die is hun on<strong>de</strong>rwijzer geweest. E<strong>en</strong> <strong>de</strong>rgelijke school is ook bij<br />
<strong>de</strong> arts<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong>. Het licht <strong>de</strong>r natuur on<strong>de</strong>rwijze <strong>de</strong> arts,<br />
<strong>van</strong>uit <strong>de</strong> filosofie, <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> astronomie. De m<strong>en</strong>s krijgt het<br />
on<strong>de</strong>rwijs dus niet <strong>van</strong> zichzelf, omdat het licht zich immers in<br />
het geheel niet in hem bevindt. En opdat dit door u goed wordt<br />
begrep<strong>en</strong>, heb ik mij voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>de</strong> belangrijkste boek<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
het natuurlijke licht te pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>, opdat gij ziet waar <strong>de</strong> school<br />
<strong>de</strong>r filosofie ligt, <strong>en</strong> hoe m<strong>en</strong> <strong>de</strong> juiste boek<strong>en</strong> moet zoek<strong>en</strong>. Ik<br />
bedoel hiermee, dat het niet nodig is om ver<strong>de</strong>r <strong>de</strong> papier<strong>en</strong><br />
boek<strong>en</strong> ter hand te nem<strong>en</strong>; voor u, net zo min als voor mij.<br />
Want wie komt met het aanhor<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> flauwekul <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />
willekeurige prediker tot e<strong>en</strong> conclusie of vindt <strong>de</strong> waarheid? In<br />
<strong>de</strong> boek<strong>en</strong> 151 kan niemand verleid word<strong>en</strong>, want als m<strong>en</strong> die<br />
doorleest, treft m<strong>en</strong> daarin alle<strong>en</strong> <strong>de</strong> waarheid aan, hetge<strong>en</strong><br />
hierna zal blijk<strong>en</strong>. Want in h<strong>en</strong> staat geschrev<strong>en</strong> hoe wij all<strong>en</strong><br />
onze naast<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> <strong>en</strong> mog<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong>, tot hun nut <strong>en</strong> niet tot<br />
hun scha<strong>de</strong>. Daarmee beveel ik u, zoals gij zijt - nu gij<br />
lichaamsverzorgers wordt - <strong>van</strong> ganser harte aan bij <strong>de</strong><br />
150 Het natuurlijke licht.<br />
151 “in d<strong>en</strong> Büchern”. Hier is bedoeld: „in <strong>de</strong> belangrijkste boek<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
het natuurlijke licht‟, waarnaar Paracelsus zojuist verwees.<br />
78