Zeven verdedigingen en de doolhof van dwalingen der medici

Zeven verdedigingen en de doolhof van dwalingen der medici Zeven verdedigingen en de doolhof van dwalingen der medici

alchemywebsite.com
from alchemywebsite.com More from this publisher
30.09.2013 Views

ziekte voortkomt. En datgeen wat gegroeid is, is de ziekte. Wie de ziekte wil kennen, die kent haar zoals men een boom aan zijn gedaante kent. De ene boom draagt appels, de andere bessen, de andere noten, et cetera. Zo is er ook een onderscheid tussen de ziekten, en zo moet men onderkennen dat de ziekten uit het zaad komen, en niet uit de humores; uit de vader, en niet uit de moeder. Hoewel het kind uit de moeder wordt geboren, is het toch van de vader. Wie zou hierop zeggen of toegeven, dat men de ziekten moet beschouwen als een humor, en de humor moet aanzien voor de ziekte, terwijl toch het ene de moeder is en het andere het kind, dat van haar stamt? De moeder heeft de ene ziekte, en het kind een andere. Wie zal de ziekte van het kind lang in de moeder zoeken, welke ziekte alleen in het kind is, dat bovendien van de moeder gescheiden is? En ook al zou men een argument kunnen vinden dat moeder en kind één ziekte hebben, dan is de ene toch van de andere gescheiden. Men moet de ziekte dan ook daarin zoeken, waar zij is. Iemand zou kunnen zeggen, dat - omdat ik de elementen als een vrouw beschouw, en de vrouwen ook ziek worden, dus ook de elementen - de humor een ziekte is, et cetera. Bovendien bedenk ik, dat de vrouw ook een vrucht is van háár moeder, net zoals haar kind dat is. Daarin scheiden ze zich van elkaar, de vrouw en het element; want de elementen zijn geen vruchten, doch net als de vrouw gelijk in de ontvangenis. Hoe kan de arts nu zeggen, dat de ziekten elementaal zijn, en van mening zijn, dat wanneer hij het element verdrijft, hij ook de ziekte heeft verdreven? Wil de arts aanvangen waar de filosofie ophoudt, dan moet hij zich een ander denkbeeld eigen maken. Want de filosofie leert niet, dat een arts zo moet aanvangen. Hoe kan hij zeggen, dat een appel uit de aarde komt, terwijl hij uit een zaadje komt? Daaruit volgt, dat wanneer hij met zijn artsenij de humores wil uitschakelen, het zijn kan, dat hij de zieke helpt, doch in de gedaante. Zou men de moeder wegnemen, zodat ook het kind met haar zou weggaan - dat dan zijn moeder ontnomen zou zijn -, dan zou het lichaam zijn elementen verliezen, en dan is het dood. Uit de 142

praktijk hiervan blijkt: wurg de zieke en vernietig de gezondheid. Maar het lichaam mag in geen geval van zijn lichamelijke elementen beroofd worden. Bedenk nu verder, hoe de filosofie een juiste weg aanduidt in hetgeen wij zien, namelijk dat de elementen een lijfelijke moeder vormen, die het zaad moet ontvangen en het zijn voeding en gedijen moet geven. Wie wil dan zo onervaren zijn, dat hij de geneeskunde wil toepassen zonder de filosofie te begrijpen? Want de arts moet weten, dat hij zonder een dergelijke filosofie ondeugdelijk die naam draagt. Ik mag aan u best onthullen, dat ieder zaad een tinctuur in zich heeft. Daaruit volgt, dat de elementen een ontkleuring en verandering ontvangen 317 . Het is echter niet zo, dat het element om die reden de ziekte is. Het is al een doek dat door een vreemde kleur geverfd is. Zo gebeurt het hier ook. Hij nu, die in staat is de kleur eruit te trekken, zodat het doek kan terugkeren naar zijn eerste kleur, kan er dan een proeve uit extraheren. Een voorbeeld: Wie bij geelzucht de tinctuur ervan kan nemen, heeft een zaad genomen van datgene waarvan de tinctuur uitgegaan is. Daardoor brengt hij het lichaam weer in zijn eerste, natuurlijke kleur. De kleur stamt namelijk niet uit het lichaam, maar stamt uitsluitend uit het vreemde zaad. Bedenk verder met betrekking tot bederf, of gesproken werd van bedorven lucht, van bedorven water, en hoe aan dergelijk bederf ook ziekte kan ontspringen. Dat is waar, doch in de vorm. Niets vergaat geheel; het ontvangt het zaad, dat vergaan is. Daaruit volgt, dat het zaad corrumpeert en de ene of andere 317 “empfangen”. Vertaling onzeker. Letterlijk spreekt Paracelsus weliswaar over „ontvangen‟, maar mogelijk bedoelt hij „ondergaan‟. Gezien echter de voorafgaande context, waarin de praktijk én de symboliek van de ontvangenis van het kind door de moeder via de vader, aan de orde is, past „ontvangen‟ hier ook heel goed. Ook de eerdere stellingname van Paracelsus, dat God in de belevendigde en onbelevendigde natuur doelbewust medicaties verborgen en ingeplant heeft, rechtvaardigt hier de keuze voor „ontvangen‟. 143

ziekte voortkomt. En datge<strong>en</strong> wat gegroeid is, is <strong>de</strong> ziekte. Wie<br />

<strong>de</strong> ziekte wil k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, die k<strong>en</strong>t haar zoals m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> boom aan zijn<br />

gedaante k<strong>en</strong>t. De <strong>en</strong>e boom draagt appels, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re bess<strong>en</strong>, <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re not<strong>en</strong>, et cetera. Zo is er ook e<strong>en</strong> on<strong>de</strong>rscheid tuss<strong>en</strong> <strong>de</strong><br />

ziekt<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zo moet m<strong>en</strong> on<strong>de</strong>rk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat <strong>de</strong> ziekt<strong>en</strong> uit het<br />

zaad kom<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet uit <strong>de</strong> humores; uit <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r, <strong>en</strong> niet uit <strong>de</strong><br />

moe<strong>de</strong>r. Hoewel het kind uit <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r wordt gebor<strong>en</strong>, is het<br />

toch <strong>van</strong> <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r. Wie zou hierop zegg<strong>en</strong> of toegev<strong>en</strong>, dat m<strong>en</strong><br />

<strong>de</strong> ziekt<strong>en</strong> moet beschouw<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> humor, <strong>en</strong> <strong>de</strong> humor moet<br />

aanzi<strong>en</strong> voor <strong>de</strong> ziekte, terwijl toch het <strong>en</strong>e <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r is <strong>en</strong> het<br />

an<strong>de</strong>re het kind, dat <strong>van</strong> haar stamt? De moe<strong>de</strong>r heeft <strong>de</strong> <strong>en</strong>e<br />

ziekte, <strong>en</strong> het kind e<strong>en</strong> an<strong>de</strong>re. Wie zal <strong>de</strong> ziekte <strong>van</strong> het kind<br />

lang in <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r zoek<strong>en</strong>, welke ziekte alle<strong>en</strong> in het kind is, dat<br />

bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r gescheid<strong>en</strong> is? En ook al zou m<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

argum<strong>en</strong>t kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> dat moe<strong>de</strong>r <strong>en</strong> kind één ziekte hebb<strong>en</strong>,<br />

dan is <strong>de</strong> <strong>en</strong>e toch <strong>van</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re gescheid<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> moet <strong>de</strong><br />

ziekte dan ook daarin zoek<strong>en</strong>, waar zij is. Iemand zou kunn<strong>en</strong><br />

zegg<strong>en</strong>, dat - omdat ik <strong>de</strong> elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> vrouw beschouw,<br />

<strong>en</strong> <strong>de</strong> vrouw<strong>en</strong> ook ziek word<strong>en</strong>, dus ook <strong>de</strong> elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> - <strong>de</strong><br />

humor e<strong>en</strong> ziekte is, et cetera. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>k ik, dat <strong>de</strong><br />

vrouw ook e<strong>en</strong> vrucht is <strong>van</strong> háár moe<strong>de</strong>r, net zoals haar kind<br />

dat is. Daarin scheid<strong>en</strong> ze zich <strong>van</strong> elkaar, <strong>de</strong> vrouw <strong>en</strong> het<br />

elem<strong>en</strong>t; want <strong>de</strong> elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn ge<strong>en</strong> vrucht<strong>en</strong>, doch net als <strong>de</strong><br />

vrouw gelijk in <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong>is. Hoe kan <strong>de</strong> arts nu zegg<strong>en</strong>, dat<br />

<strong>de</strong> ziekt<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>taal zijn, <strong>en</strong> <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing zijn, dat wanneer hij<br />

het elem<strong>en</strong>t verdrijft, hij ook <strong>de</strong> ziekte heeft verdrev<strong>en</strong>? Wil <strong>de</strong><br />

arts aan<strong>van</strong>g<strong>en</strong> waar <strong>de</strong> filosofie ophoudt, dan moet hij zich e<strong>en</strong><br />

an<strong>de</strong>r d<strong>en</strong>kbeeld eig<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Want <strong>de</strong> filosofie leert niet, dat<br />

e<strong>en</strong> arts zo moet aan<strong>van</strong>g<strong>en</strong>. Hoe kan hij zegg<strong>en</strong>, dat e<strong>en</strong> appel<br />

uit <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> komt, terwijl hij uit e<strong>en</strong> zaadje komt? Daaruit volgt,<br />

dat wanneer hij met zijn arts<strong>en</strong>ij <strong>de</strong> humores wil uitschakel<strong>en</strong>,<br />

het zijn kan, dat hij <strong>de</strong> zieke helpt, doch in <strong>de</strong> gedaante. Zou<br />

m<strong>en</strong> <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r wegnem<strong>en</strong>, zodat ook het kind met haar zou<br />

weggaan - dat dan zijn moe<strong>de</strong>r ontnom<strong>en</strong> zou zijn -, dan zou het<br />

lichaam zijn elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verliez<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dan is het dood. Uit <strong>de</strong><br />

142

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!