30.09.2013 Views

Landgoed Offem en omstreken Toelichting vaststelling lay-out ...

Landgoed Offem en omstreken Toelichting vaststelling lay-out ...

Landgoed Offem en omstreken Toelichting vaststelling lay-out ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

Bestemmingsplan<br />

<strong>Toelichting</strong>


procedure datum<br />

voorontwerp 14 februari 2012<br />

ontwerp 23 oktober 2012<br />

vastgesteld 28 maart 2013<br />

onherroepelijk<br />

opdrachtgever geme<strong>en</strong>te Noordwijk<br />

opdrachtnemer amer / ruimtelijke ontwikkeling<br />

Zonnehof 43<br />

3811 ND Amersfoort<br />

033-4621623<br />

bureau@amer.nl<br />

www.amer.nl<br />

status vastgesteld<br />

projectnummer 79103<br />

plan-idn NL.IMRO.0575.BP<strong>Offem</strong>landg-VA01<br />

docum<strong>en</strong>tdatum 9 april 2013


Inhoud<br />

Hoofdstuk 1. Inleiding 5<br />

1.1 Aanleiding 5<br />

1.2 Doel 5<br />

1.3 Ligging plangebied 5<br />

1.4 Plangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> 6<br />

1.5 Geld<strong>en</strong>de bestemmingsplann<strong>en</strong> 6<br />

1.6 Leeswijzer 7<br />

Hoofdstuk 2. Beschrijving van het plangebied 9<br />

2.1 Ontstaansgeschied<strong>en</strong>is 9<br />

2.2 Ruimtelijke structuur 9<br />

2.3 Functionele structuur 9<br />

2.4 Ontwikkeling<strong>en</strong> 10<br />

Hoofdstuk 3. Beleidskader 11<br />

3.1 Inleiding 11<br />

3.2 Ruimtelijk beleid 11<br />

3.3 Sectoraal beleid 18<br />

Hoofdstuk 4. Onderzoek 33<br />

4.1 Inleiding 33<br />

4.2 Geluidhinder 33<br />

4.3 Luchtkwaliteit 33<br />

4.4 Bodemkwaliteit 34<br />

4.5 Bedrijvigheid 34<br />

4.6 Externe veiligheid 36<br />

4.7 Natuur <strong>en</strong> ecologie 40<br />

4.8 Archeologie <strong>en</strong> cultuurhistorie 42<br />

4.9 Water 42<br />

Hoofdstuk 5. Juridische Planbeschrijving 43<br />

5.1 Algeme<strong>en</strong> 43<br />

5.2 Planvorm 43<br />

5.3 Opbouw regels 44<br />

Hoofdstuk 6. Economische uitvoerbaarheid 49<br />

Hoofdstuk 7. Maatschappelijke uitvoerbaarheid 51<br />

7.1 Startfase 51<br />

7.2 Voorontwerpfase 51<br />

7.3 Ontwerpfase 52<br />

7.4 Vaststellingsfase 52<br />

7.5 Handhaving 52<br />

Bijlage bij de toelichting<br />

Bijlage 1 Rijksmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Bjilage 2 Nota van beantwoording inspraak- <strong>en</strong> overlegreacties<br />

Bijlage 3 Berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> groepsrisico Texaco van Abswoude (doorzet 500 m 3 per jaar)<br />

Bijlage 4 Berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> groepsrisico Texaco van Abswoude (doorzet 1000 m 3 per jaar)<br />

Bijlage 5 Beoordeling van het individueel <strong>en</strong> groepsrisico bij het transport van LPH<br />

Bijlage 6 Brief Gasunie saneringsonderzoek<br />

Bijlage 7 Risicoberek<strong>en</strong>ing Milieudi<strong>en</strong>st West-Holland Van Berckelweg 32


1. Inleiding<br />

1.1 Aanleiding<br />

Het voorligg<strong>en</strong>de bestemmingsplan heeft betrekking op het landgoed <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> de (directe)<br />

omgeving. Bestemmingsplann<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in principe voor e<strong>en</strong> periode van ti<strong>en</strong> jaar vastgesteld.<br />

Na het verstrijk<strong>en</strong> van die periode verliez<strong>en</strong> zij niet hun rechtsgeldigheid. De wetgever heeft<br />

wel bepaald dat bestemmingsplann<strong>en</strong> na 1 juli 2013 niet ouder dan ti<strong>en</strong> jaar mog<strong>en</strong> zijn. Als<br />

dit wel het geval is, mag de geme<strong>en</strong>te ondermeer ge<strong>en</strong> leges meer heff<strong>en</strong> als in dat<br />

bestemmingsplangebied e<strong>en</strong> omgevingsvergunning wordt aangevraagd. Voor het plangebied<br />

van dit bestemmingsplan geld<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>teel meerdere bestemmingsplann<strong>en</strong> die all<strong>en</strong> ouder<br />

zijn dan ti<strong>en</strong> jaar.<br />

Bij het opstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> nieuw bestemmingsplan is het de w<strong>en</strong>s om de bestaande situatie<br />

vast te legg<strong>en</strong>, waarbij het bestemmingsplan voldoet aan de huidige eis<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> gesteld<br />

aan e<strong>en</strong> bestemmingsplan, zoals het opnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> waterparagraaf, het toets<strong>en</strong> aan<br />

habitatrichtlijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> het betrekk<strong>en</strong> van cultuurhistorische aspect<strong>en</strong>.<br />

1.2 Doel<br />

Het doel van dit bestemmingsplan is het opstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> conserver<strong>en</strong>d bestemmingsplan dat<br />

de basis vormt voor de waarborging van de cultuurhistorische, landschappelijke <strong>en</strong><br />

natuurwaard<strong>en</strong> van het landgoed <strong>en</strong> de zichtbaarheid van het landgoed in het landschap.<br />

Conserver<strong>en</strong>d wil zegg<strong>en</strong> dat de bestaande situatie (gebruik <strong>en</strong> bebouwing) <strong>en</strong> de bestaande<br />

recht<strong>en</strong> uit het oude bestemmingsplan leid<strong>en</strong>d zijn voor het toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de<br />

bestemmingsregeling<strong>en</strong> in het voorligg<strong>en</strong>de bestemmingsplan.<br />

1.3 Ligging plangebied<br />

Het plangebied ligt aan de zuidoostzijde van Noordwijk-Binn<strong>en</strong>, temidd<strong>en</strong> van de provinciale<br />

weg<strong>en</strong> N206, de Van Berckelweg (in het verl<strong>en</strong>gde van de N444), de Beeklaan <strong>en</strong> de Nieuwe<br />

<strong>Offem</strong>weg.<br />

Afbeelding - Ligging plangebied (in rood weergegev<strong>en</strong>)<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

5


1.4 Plangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong><br />

De noordgr<strong>en</strong>s van het plangebied wordt grot<strong>en</strong>deels gevormd door de Dinsdagsche Watering<br />

(de Schie), behalve daar waar het complex van voetbalver<strong>en</strong>iging SJC, het dier<strong>en</strong>asiel <strong>en</strong> de<br />

opslagloods voor rondvaartbot<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. Deze complex<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> ook in het plangebied. De<br />

zuidgr<strong>en</strong>s wordt gevormd door de Wo<strong>en</strong>sdagsche Watering. De westgr<strong>en</strong>s wordt gevormd door<br />

de Nieuwe <strong>Offem</strong>weg. In het oost<strong>en</strong> is het midd<strong>en</strong> van de N206 de gr<strong>en</strong>s van het plangebied.<br />

De provincie heeft in de Verord<strong>en</strong>ing Ruimte e<strong>en</strong> artikel voor landgoedbiotop<strong>en</strong> opgesteld.<br />

Daarin is het zog<strong>en</strong>aamde blikveld vanuit het omring<strong>en</strong>de landschap naar landgoeder<strong>en</strong> als<br />

belangrijk aspect b<strong>en</strong>oemd. Het blikveld bij dit landgoed ligt t<strong>en</strong> zuidoost<strong>en</strong> van het landgoed.<br />

Het gebied t<strong>en</strong> zuidoost<strong>en</strong> van het landgoed met ondermeer de veld<strong>en</strong> van voetbalver<strong>en</strong>iging<br />

SJC maakt daarom ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s deel uit van dit bestemmingsplan.<br />

1.5 Geld<strong>en</strong>de bestemmingsplann<strong>en</strong><br />

Voor het plangebied geld<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de bestemmingsplann<strong>en</strong>:<br />

• Bestemmingsplan <strong>Offem</strong> 1983, vastgesteld door de geme<strong>en</strong>teraad op 23 september 1986;<br />

• Eerste herzi<strong>en</strong>ing bestemmingsplan '<strong>Offem</strong> 1983', vastgesteld door de geme<strong>en</strong>teraad op 23<br />

september 1997;<br />

• Bestemmingsplan Landelijk gebied (Zwetterpolder), vastgesteld door de geme<strong>en</strong>teraad op<br />

24 februari 1998.<br />

Afbeelding - Geld<strong>en</strong>de bestemmingsplann<strong>en</strong><br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

6


1.6 Leeswijzer<br />

Het bestemmingsplan bestaat uit e<strong>en</strong> verbeelding van het GML-bestand (kaart) <strong>en</strong> regels <strong>en</strong><br />

wordt vergezeld van e<strong>en</strong> toelichting. De verbeelding van het GML-bestand <strong>en</strong> de regels<br />

vorm<strong>en</strong> het juridische deel van het bestemmingsplan <strong>en</strong> regel<strong>en</strong> tezam<strong>en</strong> het gebruik van de<br />

grond<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bebouwingsmogelijkhed<strong>en</strong>. De toelichting bij het bestemmingsplan geeft<br />

achtergrond- <strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de informatie <strong>en</strong> vormt de motivering van het bestemmingsplan.<br />

De toelichting is als volgt opgebouwd.<br />

• In hoofdstuk 2 wordt e<strong>en</strong> beschrijving van het plangebied gegev<strong>en</strong>.<br />

• In hoofdstuk 3 wordt aandacht geschonk<strong>en</strong> aan het beleidskader. Er wordt ingegaan op het<br />

relevante beleid op rijks-, provinciaal, regionaal <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>telijk niveau. Tev<strong>en</strong>s wordt<br />

ingegaan op sectoraal (thematisch) beleid.<br />

• In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op randvoorwaard<strong>en</strong> zoals bodem, water <strong>en</strong> luchtkwaliteit,<br />

archeologie, etc.<br />

• In hoofdstuk 5 komt de bestemmingsregeling aan de orde. Er wordt uitleg gegev<strong>en</strong> over de<br />

planvorm <strong>en</strong> de regels.<br />

• De economische <strong>en</strong> maatschappelijke uitvoerbaarheid kom<strong>en</strong> in hoofdstukk<strong>en</strong> 6 <strong>en</strong> 7 aan<br />

bod. Er wordt daarbij onder meer ingegaan op de terinzagelegging <strong>en</strong> het vooroverleg met<br />

betrokk<strong>en</strong> instanties als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

7


Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

8


2. Beschrijving van het plangebied<br />

2.1 Ontstaansgeschied<strong>en</strong>is<br />

Noordwijk (Nortgho) is ontstaan door e<strong>en</strong> verdichting aan de c<strong>en</strong>trale weg op de strandwal.<br />

Aan de Voorstraat, die onderdeel uitmaakte van de verbinding tuss<strong>en</strong> Katwijk <strong>en</strong> Haarlem,<br />

kwam<strong>en</strong> met name vanaf de 14e eeuw stedelijke functies tot ontwikkeling. Op de strandwal<br />

ontstond<strong>en</strong> de eerste woning<strong>en</strong> <strong>en</strong> akkerlandcomplex<strong>en</strong> in de vorm van zog<strong>en</strong>aamde geest<strong>en</strong>.<br />

Vanaf het begin van de 16e eeuw begon de winstgev<strong>en</strong>de kruid<strong>en</strong>teelt. De monum<strong>en</strong>tale<br />

gebouw<strong>en</strong> in het gebied direct rond de kerk stamm<strong>en</strong> uit deze periode. De geestgrond<strong>en</strong> rond<br />

de nieuwe kern werd<strong>en</strong> verder ontgonn<strong>en</strong> om te voorzi<strong>en</strong> in de behoeft<strong>en</strong> van de groei<strong>en</strong>de<br />

kern. De stap naar zee werd gemaakt, waardoor in de duin<strong>en</strong> nabij het strand het vissersdorp<br />

ontstond.<br />

Eind 16e eeuw kwam naast de kruid<strong>en</strong>teelt ook de boll<strong>en</strong>teelt op gang. Beide ontwikkeling<strong>en</strong><br />

leidd<strong>en</strong> tot economische voorspoed <strong>en</strong> groei van Noordwijk. Met de welvaart ontstond<strong>en</strong> de<br />

buit<strong>en</strong>plaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> landgoeder<strong>en</strong> als woon <strong>en</strong>/of recreatieverblijf van de welgestelde m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>.<br />

De oude kern van Noordwijk Binn<strong>en</strong> was verbond<strong>en</strong> met het landgoed via Zwan<strong>en</strong>steeg. De<br />

to<strong>en</strong>malige <strong>Offem</strong>weg vormde de rand van de kern.<br />

Het landgoed was ooit 'de plaats van de Heere van Noortwijk'. In 1660 kwam het landgoed in<br />

bezit van Wigbold van der Does. Daarna is het landgoed in 1812 eig<strong>en</strong>dom van de familie Van<br />

Limburg Stirum geword<strong>en</strong>. Het landgoed omvat zonder de omligg<strong>en</strong>de weiland<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

teelland ongeveer 30 hectare grond.<br />

2.2 Ruimtelijke structuur<br />

Het plangebied wordt in feite omringd door de provinciale weg N206, de Van Berckelweg (in<br />

het verl<strong>en</strong>gde van N444), de Beeklaan <strong>en</strong> de Nieuwe <strong>Offem</strong>weg. Hiervan vorm<strong>en</strong> de eerste <strong>en</strong><br />

laatstg<strong>en</strong>oemde weg de structureerde elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor het plangebied. De aanleg van de<br />

Nieuwe <strong>Offem</strong>weg heeft ervoor gezorgd dat de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> de kern Noordwijk Binn<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> het landgoed verbrok<strong>en</strong> is.<br />

Aan de noord- <strong>en</strong> zuidzijde zijn de Wo<strong>en</strong>sdagse <strong>en</strong> Dinsdagse Wetering (de Schie) de<br />

structurer<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor het plangebied. De Wo<strong>en</strong>sdagse Watering markeert de gr<strong>en</strong>s<br />

van het oude dorp <strong>en</strong> vormt ook de zuidelijke <strong>en</strong>tree tot het dorp. De Dinsdagse Watering<br />

markeert de noordelijke gr<strong>en</strong>s van het oude dorp. Beide watering<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> uit op de<br />

Maandagse Watering buit<strong>en</strong> het plangebied.<br />

Tot slot is de Nachtegaalslaan e<strong>en</strong> doorgaande r<strong>out</strong>e voor fietsers <strong>en</strong> voetgangers die sam<strong>en</strong><br />

met de eerder g<strong>en</strong>oemde (water)weg<strong>en</strong> ervoor zorgt dat het landgoed omringd wordt door<br />

infrastructuur. Tev<strong>en</strong>s zijn door deze ord<strong>en</strong>ing drie gebied<strong>en</strong> te onderscheid<strong>en</strong>: het landgoed,<br />

de aangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de agrarische land<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gebied met het sportcomplex van SJC.<br />

2.3 Functionele structuur<br />

In de vorige paragraaf is aangegev<strong>en</strong> dat door de omring<strong>en</strong>de infrastructuur drie gebied<strong>en</strong> te<br />

onderscheid<strong>en</strong> zijn. Elk gebied heeft e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> functionele indeling, die hieronder kort wordt<br />

toegelicht.<br />

E<strong>en</strong> groot deel van het plangebied wordt gek<strong>en</strong>merkt door natuurwaard<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

natuurwet<strong>en</strong>schappelijke cultuurhistorische <strong>en</strong> landschappelijke waard<strong>en</strong>. Het t<strong>en</strong> zuidoost<strong>en</strong><br />

geleg<strong>en</strong> agrarisch gebied, dat door de Nachtegaalslaan van het landgoed wordt gescheid<strong>en</strong>,<br />

heeft landschappelijke kwaliteit<strong>en</strong>, welke dit gebied vooral ontle<strong>en</strong>t door zijn ligging in de<br />

luwte van de boss<strong>en</strong> van het landgoed. Het gebied is als grasland in gebruik <strong>en</strong> heeft van<br />

oorsprong de naam Vark<strong>en</strong>bos.<br />

Het landgoed zelf bestaat uit e<strong>en</strong> aantal landhuiz<strong>en</strong> met de daarbij behor<strong>en</strong>de bebouwing,<br />

bosschages <strong>en</strong> waterpartij<strong>en</strong>. Dit gebied wordt ontslot<strong>en</strong> via de Nachtegaalslaan, die tev<strong>en</strong>s<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

9


e<strong>en</strong> recreatieve functie heeft, <strong>en</strong> heeft ook e<strong>en</strong> <strong>en</strong>tree aan de Nieuwe <strong>Offem</strong>weg. In de<br />

zuidwest hoek van dit gebied bevindt zich e<strong>en</strong> woonwijk van 16 woning<strong>en</strong>. Dit gebied wordt<br />

ontslot<strong>en</strong> door de Hogeweg.<br />

Het zuidoost<strong>en</strong> van het plangebied bestaat uit e<strong>en</strong> aantal agrarische grond<strong>en</strong> <strong>en</strong> grasland<strong>en</strong><br />

met omvangrijke (aangeplante) h<strong>out</strong>wall<strong>en</strong> <strong>en</strong> bom<strong>en</strong>rij<strong>en</strong>. Het gebied heeft landschappelijke<br />

kwaliteit<strong>en</strong> door de ligging in de luwte van de boss<strong>en</strong> van het landgoed. Overige functies in dit<br />

deel zijn: het won<strong>en</strong> op de hoek van de Nachtegaalslaan <strong>en</strong> de Hogeweg, de<br />

trainingsfaciliteit<strong>en</strong> voor dier<strong>en</strong> <strong>en</strong> de volkstuin<strong>en</strong> bij de brug over de Schie.<br />

Tot slot ligt het acc<strong>en</strong>t in het noordoost<strong>en</strong> van het plangebied op sport <strong>en</strong> ontspanning door de<br />

aanwezigheid van het complex van voetbalver<strong>en</strong>iging SJC. In dit gebied zijn ook e<strong>en</strong><br />

dier<strong>en</strong>asiel <strong>en</strong> e<strong>en</strong> opslagloods voor rondvaartbot<strong>en</strong> gevestigd. De rondvaartbot<strong>en</strong> vertrekk<strong>en</strong><br />

in het zomerseizo<strong>en</strong> van de opstapplaats aan de Schiestraat richting de Kagerplass<strong>en</strong>. In dit<br />

deel van de Schie zijn ook pleziervaartuig<strong>en</strong> afgemeerd.<br />

2.4 Ontwikkeling<strong>en</strong><br />

Uitgangspunt voor het bestemmingsplan is consolidatie van de huidige situatie. Gegev<strong>en</strong> het<br />

karakter van het plangebied, vervult het bestemmingsplan e<strong>en</strong> beheer- <strong>en</strong> gebruiksfunctie. In<br />

dit bestemmingsplan word<strong>en</strong> - in planologische zin - ge<strong>en</strong> nieuwe ontwikkeling<strong>en</strong> mogelijk<br />

gemaakt. Voor twee locaties is bek<strong>en</strong>d dat hier ontwikkeling<strong>en</strong> in voorbereiding zijn.<br />

<strong>Offem</strong>-Oost<br />

Voor het gebied tuss<strong>en</strong> het landgoed <strong>en</strong> de N206, ook wel <strong>Offem</strong>-Oost g<strong>en</strong>oemd, is bek<strong>en</strong>d dat<br />

de eig<strong>en</strong>aar de int<strong>en</strong>tie heeft om dit gebied te ontwikkel<strong>en</strong>. Dit voornem<strong>en</strong> is op dit mom<strong>en</strong>t<br />

onvoldo<strong>en</strong>de uitgewerkt om mee te nem<strong>en</strong> in het bestemmingsplan. De grond<strong>en</strong> zijn daarom<br />

voorzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> regeling die overe<strong>en</strong>komt met de huidige situatie. Als het voornem<strong>en</strong> is<br />

uitgewerkt <strong>en</strong> de b<strong>en</strong>odigde bestuurlijke goedkeuring<strong>en</strong> van de geme<strong>en</strong>te <strong>en</strong> de provincie zijn<br />

verkreg<strong>en</strong>, moet e<strong>en</strong> aparte planologische procedure voor dit voornem<strong>en</strong> word<strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong>.<br />

Voetbalver<strong>en</strong>iging S.J.C.<br />

Voor het sportcomplex aan de Lageweg heeft voetbalver<strong>en</strong>iging SJC e<strong>en</strong> principeverzoek<br />

ingedi<strong>en</strong>d voor het wijzig<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergrot<strong>en</strong> van het clubgebouw <strong>en</strong> de tribune. Dit voornem<strong>en</strong> is<br />

op dit mom<strong>en</strong>t onvoldo<strong>en</strong>de uitgewerkt om mee te nem<strong>en</strong> in het bestemmingsplan. De<br />

grond<strong>en</strong> zijn daarom voorzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> regeling die overe<strong>en</strong>komt met de huidige situatie. Als<br />

het voornem<strong>en</strong> is uitgewerkt <strong>en</strong> de b<strong>en</strong>odigde bestuurlijke goedkeuring<strong>en</strong> van de geme<strong>en</strong>te <strong>en</strong><br />

de provincie zijn verkreg<strong>en</strong>, moet e<strong>en</strong> aparte planologische procedure voor dit voornem<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong>.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

10


3. Beleidskader<br />

3.1 Inleiding<br />

Dit hoofdstuk geeft e<strong>en</strong> overzicht van het relevante ruimtelijke beleid voor het<br />

bestemmingsplan '<strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving' op rijks-, provinciaal, regionaal <strong>en</strong><br />

geme<strong>en</strong>telijk schaalniveau. Dit beleid vormt het kader waarbinn<strong>en</strong> het huidige gebruik <strong>en</strong><br />

nieuwe ontwikkeling<strong>en</strong> in principe plaats di<strong>en</strong><strong>en</strong> te vind<strong>en</strong>. Het beschrev<strong>en</strong> beleidskader is<br />

daarmee één van de bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de planregels.<br />

3.2 Ruimtelijk beleid<br />

3.2.1 Rijksbeleid<br />

Structuurvisie Infrastructuur <strong>en</strong> Ruimte<br />

Per 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing (Wro) in werking getred<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> van de<br />

c<strong>en</strong>trale uitgangspunt<strong>en</strong> is de scheiding tuss<strong>en</strong> beleid <strong>en</strong> normstelling. Het beleid wordt in<br />

eerste aanzet vormgegev<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> structuurvisie <strong>en</strong> is juridisch alle<strong>en</strong> nog bind<strong>en</strong>d voor de<br />

rijksoverheid. Naast integraal planologisch beleid, kunn<strong>en</strong> bij Algem<strong>en</strong>e Maatregel van Bestuur<br />

regels word<strong>en</strong> gesteld omtr<strong>en</strong>t onder andere bestemmingsplann<strong>en</strong>. De algem<strong>en</strong>e regels<br />

bewerkstellig<strong>en</strong> dat nationale ruimtelijke belang<strong>en</strong> doorwerk<strong>en</strong> tot op lokaal niveau, in die zin<br />

dat respectievelijk provinciale inpassingsplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>telijke bestemmingsplann<strong>en</strong><br />

daarop moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgestemd.<br />

De kaders van het nieuwe rijksbeleid zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de Structuurvisie Infrastructuur <strong>en</strong><br />

Ruimte (SVIR) die op 13 maart 2012 door de Minister van I&M is vastgesteld. In het kader van<br />

de nahangprocedure kunn<strong>en</strong> in de SVIR nog opmerking<strong>en</strong> <strong>en</strong> w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van de Tweede Kamer<br />

word<strong>en</strong> verwerkt. Deze structuurvisie vervangt de Nota Ruimte <strong>en</strong> heeft als credo "Nederland<br />

concurrer<strong>en</strong>d, bereikbaar, leefbaar <strong>en</strong> veilig". In de SVIR zijn 13 nationale belang<strong>en</strong><br />

gedefinieerd, waaronder het versterk<strong>en</strong> van de mainportfuncties <strong>en</strong> het verbeter<strong>en</strong> van de<br />

rijksinfrastructuur, het behoud van erfgoeder<strong>en</strong> van uitzonderlijke universele waarde <strong>en</strong> ruimte<br />

voor e<strong>en</strong> nationaal netwerk van natuur voor het overlev<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> van flora <strong>en</strong> fauna.<br />

De belangrijkste nationale belang<strong>en</strong> die gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voor dit bestemmingsplan zijn als<br />

volgt geformuleerd:<br />

• Efficiënt gebruik van de ondergrond<br />

In de ondergrond moet onder andere rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met archeologie,<br />

ondergrondse rijksinfrastructuur (tunnels <strong>en</strong> buisleiding<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de bescherming van de<br />

grondwaterkwaliteit <strong>en</strong> -kwantiteit;<br />

• Verbeter<strong>en</strong> van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) <strong>en</strong> bescherming teg<strong>en</strong><br />

geluidsoverlast <strong>en</strong> externe veiligheidsrisico's<br />

Het rijk <strong>en</strong> de waterschapp<strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong> <strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong> de waterkwaliteit door het treff<strong>en</strong><br />

van fysieke maatregel<strong>en</strong>, het uitgev<strong>en</strong> van vergunning<strong>en</strong> <strong>en</strong> handhaving. Luchtkwaliteit,<br />

geluidsoverlast, wateroverlast, waterkwaliteit, bodemkwaliteit <strong>en</strong> het transport van<br />

gevaarlijke stoff<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote sam<strong>en</strong>hang met de andere nationale belang<strong>en</strong>. Om<br />

toekomstige kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatschappelijke schade te voorkom<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> bij ruimtelijke <strong>en</strong><br />

infrastructurele ontwikkeling<strong>en</strong> de milieueffect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgewog<strong>en</strong>;<br />

• Ruimte voor behoud <strong>en</strong> versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische <strong>en</strong><br />

natuurlijke kwaliteit<strong>en</strong><br />

Landschappelijke <strong>en</strong> cultuurhistorische kwaliteit<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit aan e<strong>en</strong> gebied.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn culturele voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> cultureel erfgoed van groei<strong>en</strong>d belang voor de<br />

concurr<strong>en</strong>tiekracht van Nederland. Het rijk blijft verantwoordelijk voor het cultureel <strong>en</strong><br />

natuurlijk UNESCO Werelderfgoed, k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de stads- <strong>en</strong> dorpsgezicht<strong>en</strong>,<br />

rijksmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> het maritieme erfgoed. Het beleid t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van landschap laat het<br />

rijk over aan de provincies;<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

11


• Ruimte voor e<strong>en</strong> nationaal netwerk van natuur voor het overlev<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> van<br />

flora- <strong>en</strong> faunasoort<strong>en</strong><br />

De natuur in de EHS blijft goed beschermd met e<strong>en</strong> 'nee, t<strong>en</strong>zij'-regime. Binn<strong>en</strong> de EHS<br />

zijn nieuwe project<strong>en</strong>, plann<strong>en</strong> <strong>en</strong> handeling<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> significant negatief effect op de<br />

wez<strong>en</strong>lijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong> van de EHS niet toegestaan, t<strong>en</strong>zij er sprake is van e<strong>en</strong><br />

groot op<strong>en</strong>baar belang <strong>en</strong> reële alternatiev<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong>. De flexibiliteit in begr<strong>en</strong>zing <strong>en</strong><br />

de mogelijkhed<strong>en</strong> om ontwikkeling<strong>en</strong> toe te staan, die in het beleidskader Spelregels EHS<br />

zijn uitgewerkt, blijv<strong>en</strong> overeind;<br />

• Zorgvuldige afweging <strong>en</strong> transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke <strong>en</strong> infrastructurele<br />

besluit<strong>en</strong><br />

Het rijk is verantwoordelijk voor e<strong>en</strong> goed systeem van ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing inclusief<br />

zorgvuldige, transparante ruimtelijke <strong>en</strong> infrastructurele besluit<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t dat het<br />

systeem zo ingericht moet zijn dat integrale planvorming <strong>en</strong> besluitvorming op elk<br />

schaalniveau mogelijk is <strong>en</strong> dat bestaande <strong>en</strong> toekomstige belang<strong>en</strong> goed kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

afgewog<strong>en</strong>. Gebruikswaarde, toekomstwaarde <strong>en</strong> belevingswaarde zijn hier onderdeel van.<br />

Het gaat dan zowel om belang<strong>en</strong> die conflicter<strong>en</strong> als belang<strong>en</strong> die elkaar versterk<strong>en</strong>. Bij<br />

nieuwe ontwikkeling<strong>en</strong>, aanleg <strong>en</strong> herstructurering moet in elk geval aandacht zijn voor de<br />

gevolg<strong>en</strong> voor de waterhuishouding, het milieu <strong>en</strong> het cultureel erfgoed.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

In onderhavig plan moet rek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met de nationale belang<strong>en</strong>, zoals<br />

verwoord in de SVIR. Op welke wijze wordt omgegaan met nationale belang<strong>en</strong>, zoals de<br />

bescherming van archeologie, bodem, waterhuishouding <strong>en</strong> EHS, wordt omschrev<strong>en</strong> in<br />

hoofdstuk 4, in de desbetreff<strong>en</strong>de paragraf<strong>en</strong>.<br />

Besluit algem<strong>en</strong>e regels ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing<br />

Kern van de Wro is dat alle overhed<strong>en</strong> hun ruimtelijke belang<strong>en</strong> vóóraf k<strong>en</strong>baar mak<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

aangev<strong>en</strong> langs welke weg zij die belang<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>. Het Rijk <strong>en</strong> provincies<br />

houd<strong>en</strong> zich voortaan uitsluit<strong>en</strong>d bezig met wat daadwerkelijk van nationaal respectievelijk van<br />

provinciaal belang is. Ook moet<strong>en</strong> het Rijk <strong>en</strong> de provincies duidelijk mak<strong>en</strong> of de borging van<br />

e<strong>en</strong> belang gevolg<strong>en</strong> heeft voor ruimtelijke besluitvorming door provincies <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Het Besluit algem<strong>en</strong>e regels ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing (Barro), ook wel de AMvB Ruimte g<strong>en</strong>oemd,<br />

is op 22 augustus 2011 vastgesteld <strong>en</strong> heeft als doel om vanuit e<strong>en</strong> concreet nationaal belang<br />

e<strong>en</strong> goede ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing te bevorder<strong>en</strong>. De AMvB is het inhoudelijke beleidskader van<br />

het Rijk waaraan bestemmingsplann<strong>en</strong> van geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>.<br />

Dat betek<strong>en</strong>t dat de AMvB regels geeft over bestemming<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gebruik van grond<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich<br />

primair richt tot de geme<strong>en</strong>te. Daarnaast kan zij aan de geme<strong>en</strong>te opdrag<strong>en</strong> in de toelichting<br />

bij e<strong>en</strong> bestemmingsplan bepaalde zak<strong>en</strong> uitdrukkelijk te motiver<strong>en</strong>.<br />

De algem<strong>en</strong>e regels bewerkstellig<strong>en</strong> dat nationale ruimtelijke belang<strong>en</strong> doorwerk<strong>en</strong> tot op<br />

lokaal niveau. Inhoudelijk gaat het om nationale belang<strong>en</strong> die sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met het<br />

bescherm<strong>en</strong> van ruimtelijke functies, zoals natuur in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), of<br />

met het vrijwar<strong>en</strong> van functies. De AMvB Ruimte is e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e maatregel van bestuur<br />

(AMvB) zoals bedoeld in artikel 4.3, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing (Wro).<br />

Niet alle nationale ruimtelijke belang<strong>en</strong> staan in de AMvB Ruimte. Het besluit bevat alle<strong>en</strong> die<br />

nationale ruimtelijke belang<strong>en</strong>, die via het stell<strong>en</strong> van regels aan de inhoud of toelichting van<br />

bestemmingsplann<strong>en</strong> (of daarmee vergelijkbare besluit<strong>en</strong>) beschermd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Voor het bestemmingsplan is van belang dat de volg<strong>en</strong>de onderwerp<strong>en</strong> concreet in de AMvB<br />

Ruimte word<strong>en</strong> geregeld:<br />

• Ecologische Hoofdstructuur (EHS): basisbescherming van bruto begr<strong>en</strong>sde gebied<strong>en</strong>, netto<br />

begr<strong>en</strong>zing van de beschermde gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> het 'nee, t<strong>en</strong>zij'-regime (inclusief mitiger<strong>en</strong>,<br />

comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>, salder<strong>en</strong> <strong>en</strong> herbegr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>)<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

Ook vanuit de AMvB Ruimte wordt bepaald dat de waard<strong>en</strong> van de Ecologische Hoofdstructuur<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschermd <strong>en</strong> versterkt.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

12


3.2.2 Provinciaal beleid<br />

Structuurvisie Visie op Zuid-Holland <strong>en</strong> Actualisering 2011<br />

De structuurvisie, Verord<strong>en</strong>ing Ruimte <strong>en</strong> de Uitvoeringsag<strong>en</strong>da zijn gezam<strong>en</strong>lijk op 2 juli 2010<br />

vastgesteld door Provinciale Stat<strong>en</strong>. Hierin is de visie die de provincie heeft op de ruimtelijke<br />

ontwikkeling van Zuid-Holland opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> de manier waarop de provincie deze visie wil<br />

realiser<strong>en</strong>. Aangezi<strong>en</strong> de structuurvisie actueel moet zijn om aangeslot<strong>en</strong> te blijv<strong>en</strong> op<br />

ontwikkeling<strong>en</strong>, actualiseert het provinciaal bestuur jaarlijks de structuurvisie, inclusief de<br />

Verord<strong>en</strong>ing Ruimte. De Actualisering 2011 is op 29 februari 2012 vastgesteld.<br />

De provincie noemt in de structuurvisie vijf integrale <strong>en</strong> ruimtelijk relevante hoofdopgav<strong>en</strong>. Zij<br />

geeft voorrang aan programma’s of project<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> bijdrage lever<strong>en</strong> aan deze opgav<strong>en</strong>. Die<br />

opgav<strong>en</strong> zijn:<br />

1. aantrekkelijk <strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong>d (internationaal) profiel;<br />

2. duurzame <strong>en</strong> klimaatbest<strong>en</strong>dige deltaprovincie;<br />

3. divers <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d stedelijk netwerk;<br />

4. vitaal, divers <strong>en</strong> aantrekkelijk landschap;<br />

5. stad <strong>en</strong> land verbond<strong>en</strong>.<br />

Voor het plangebied zijn met name de punt<strong>en</strong> 3, 4 <strong>en</strong> 5 van belang.<br />

Divers <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d stedelijk netwerk<br />

E<strong>en</strong> aantrekkelijke leefomgeving <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gewild vestigingsmilieu voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> goede bereikbaarheid door e<strong>en</strong> efficiënte koppeling tuss<strong>en</strong> stedelijke c<strong>en</strong>tra <strong>en</strong> (op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer-) infrastructuur in combinatie met e<strong>en</strong> divers aanbod aan woonmilieus binn<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

buit<strong>en</strong> het stedelijk netwerk. Het contrast tuss<strong>en</strong> stad <strong>en</strong> land blijft behoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit van<br />

dorp<strong>en</strong> <strong>en</strong> sted<strong>en</strong> wordt versterkt.<br />

Vitaal, divers <strong>en</strong> aantrekkelijk landschap<br />

Behoud van de variatie in karakteristieke landschapp<strong>en</strong>. Inspel<strong>en</strong> op demografische <strong>en</strong> sociaaleconomische<br />

verandering<strong>en</strong>. Optimale beleving van de gebiedseig<strong>en</strong> kwaliteit<strong>en</strong> van<br />

waardevolle cultuurlandschapp<strong>en</strong>. Beeldbepal<strong>en</strong>de cultuurhistorische structur<strong>en</strong>, elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>sembles behoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> versterk<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> als inspiratiebron voor ontwikkeling<strong>en</strong>.<br />

Kwaliteit<strong>en</strong> als stilte <strong>en</strong> beleving van ruimte k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> deze luwe gebied<strong>en</strong>.<br />

Stad <strong>en</strong> land verbond<strong>en</strong><br />

Versterk<strong>en</strong> van de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> stad <strong>en</strong> land door zowel fysieke, visuele als economische<br />

relaties <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke <strong>en</strong> duurzame versterking van de kwaliteit van de gro<strong>en</strong>e ruimte<br />

nabij de stad. Dit betek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> variatie aan toegankelijke landschapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> gro<strong>en</strong>gebied<strong>en</strong> in<br />

de nabijheid van de stad. Dit zijn zowel agrarische, recreatie- als natuurgebied<strong>en</strong>, waarbij de<br />

natuurlijke ondergrond, het landschapstype <strong>en</strong> de positie van het gebied in relatie tot de stad<br />

leid<strong>en</strong>d zijn voor de verschijningsvorm.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

13


Afbeelding - Functiekaart structuurvisie - Actualisering 2011 (globale plangr<strong>en</strong>s in rood weergegev<strong>en</strong>)<br />

De kwaliteitsambities die voortkom<strong>en</strong> uit de ruimtelijke hoofdopgav<strong>en</strong> zijn vertaald naar de<br />

kwaliteitskaart met haar 17 leg<strong>en</strong>da-e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>. Met elkaar vorm<strong>en</strong> zij de provinciale<br />

kwaliteitsambities per locatie. Transformaties of (nieuwe) ruimtelijke ontwikkeling<strong>en</strong> gaan uit<br />

van of drag<strong>en</strong> bij aan de ambities van de kwaliteitskaart.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

14


Afbeelding - Kwaliteitskaart structuurvisie - Actualisering 2011 (globale plangr<strong>en</strong>s in blauw weergegev<strong>en</strong>)<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

• Het bestemmingsplan di<strong>en</strong>t het contrast tuss<strong>en</strong> dorpskern <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>gebied te waarborg<strong>en</strong>.<br />

• Agrarische bedrijfsvoering moet gestimuleerd word<strong>en</strong>. Om daartoe te kom<strong>en</strong>, moet<br />

agrarisch (mede)gebruik tot de mogelijkhed<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> op de aanwezige (agrarische)<br />

grasland<strong>en</strong>.<br />

• Voor zover mogelijk moet<strong>en</strong> stilte, de beleving van ruimte <strong>en</strong> behoud van<br />

cultuurhistorische structur<strong>en</strong>, elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>en</strong>sembles zoveel mogelijk word<strong>en</strong><br />

gewaarborgd in het bestemmingsplan.<br />

• Gro<strong>en</strong>e ruimte buit<strong>en</strong> de bebouwde contour moet zoveel mogelijk (duurzaam) word<strong>en</strong><br />

versterkt.<br />

• Ev<strong>en</strong>tuele toekomstige transformaties of (nieuwe) ruimtelijke ontwikkeling<strong>en</strong> gaan uit van<br />

of drag<strong>en</strong> bij aan de ambities van de kwaliteitskaart.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

15


Verord<strong>en</strong>ing Ruimte <strong>en</strong> Actualisering 2011<br />

Net als de provinciale Structuurvisie is de Verord<strong>en</strong>ing Ruimte vastgesteld op 2 juli 2010. In de<br />

Verord<strong>en</strong>ing zijn regels opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> voor bestemmingsplann<strong>en</strong>. Zo zijn er regels opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

voor bestemmingsplann<strong>en</strong> die betrekking hebb<strong>en</strong> op gebied<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de bebouwingscontour<strong>en</strong><br />

of in de ecologische hoofdstructuur. De Actualisering 2011 is ook van toepassing op de<br />

Verord<strong>en</strong>ing Ruimte; dit heeft geleid tot <strong>en</strong>kele tekstuele aanpassing<strong>en</strong> van de verord<strong>en</strong>ing.<br />

Gelet op de kaart bij de verord<strong>en</strong>ing ligt het hele plangebied, met uitzondering van het<br />

Hofv<strong>en</strong>nepark, buit<strong>en</strong> de bebouwingscontour. Bestemmingsplann<strong>en</strong> voor grond<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de<br />

bebouwingscontour<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> bestemming<strong>en</strong> uitsluit<strong>en</strong> die nieuwvestiging of uitbreiding van<br />

stedelijke functies, int<strong>en</strong>sieve recreatieve functies of bebouwing voor ext<strong>en</strong>sieve recreatieve<br />

functies mogelijk mak<strong>en</strong>. Onder stedelijke functies word<strong>en</strong> onder andere verstaan:<br />

woonfuncties <strong>en</strong> daaraan verbond<strong>en</strong> functies zoals parkeerplaats<strong>en</strong>, sportveld<strong>en</strong>,<br />

maatschappelijke voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, horeca, volkstuin<strong>en</strong>, bedrijfsfuncties <strong>en</strong> de daarbij behor<strong>en</strong>de<br />

infrastructuur <strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Wel is het mogelijk om voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> voor natuurbeheer,<br />

waterbeheer, veiligheid, hulpdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> of de levering van gas, water of elektriciteit te<br />

realiser<strong>en</strong>.<br />

In bestemmingsplann<strong>en</strong> waarin zich grond<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong> voor natuur moet<strong>en</strong> bestemming<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> die de natuurfunctie rechtstreeks mogelijk mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />

significante aantasting<strong>en</strong> van de wez<strong>en</strong>lijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong>. Bestaande bebouwing,<br />

erv<strong>en</strong>, tuin<strong>en</strong> <strong>en</strong> weg<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> verharding kunn<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komstig het huidige<br />

gebruik word<strong>en</strong> bestemd.<br />

Het landgoed <strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel van de omgeving is op de kaart bij de verord<strong>en</strong>ing tev<strong>en</strong>s<br />

aangewez<strong>en</strong> als onderdeel van de landgoedbiotoop. Bestemmingsplann<strong>en</strong> die nieuwe<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> mogelijk mak<strong>en</strong> voor dergelijke grond<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de waard<strong>en</strong> van de<br />

landgoedbiotoop bescherm<strong>en</strong> <strong>en</strong> waar mogelijk zich richt<strong>en</strong> op verbetering <strong>en</strong> versterking van<br />

de kwaliteit van het landgoed <strong>en</strong> zijn biotoop.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

• Voor het gebied buit<strong>en</strong> de bebouwingscontour geldt dat ge<strong>en</strong> nieuwe stedelijke functies,<br />

int<strong>en</strong>sieve recreatieve functies of bebouwing voor ext<strong>en</strong>sieve recreatieve functies mogelijk<br />

mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt.<br />

• Ontwikkeling<strong>en</strong> die nieuwe bebouwing <strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van<br />

natuurbeheer, waterbeheer, veiligheid, hulpdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, levering van gas, water, elektriciteit<br />

of kleinschalige voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> voor het b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> van aardwarmte nodig hebb<strong>en</strong> zijn wel<br />

toegestaan binn<strong>en</strong> het bestemmingsplan.<br />

• Bestaande bebouwing, erv<strong>en</strong>, tuin<strong>en</strong> <strong>en</strong> weg<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> verharding kunn<strong>en</strong><br />

overe<strong>en</strong>komstig het huidige gebruik word<strong>en</strong> bestemd.<br />

• De natuur van het landgoed moet adequaat bestemd te word<strong>en</strong>; functies die kunn<strong>en</strong><br />

leid<strong>en</strong> tot significante aantasting moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgeslot<strong>en</strong>.<br />

• Het bestemmingsplan moet de waard<strong>en</strong> van de landgoedbiotoop bescherm<strong>en</strong> <strong>en</strong> waar<br />

mogelijk versterk<strong>en</strong>.<br />

3.2.3 Regionaal beleid<br />

Holland Rijnland is e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingsverband van de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> Noordwijkerh<strong>out</strong>, Katwijk,<br />

Leid<strong>en</strong>, Hillegom, Lisse, Teyling<strong>en</strong>, Oegstgeest, Voorschot<strong>en</strong>, Leiderdorp, Zoeterwoude, Kaag<br />

<strong>en</strong> Braassem, Alph<strong>en</strong> aan d<strong>en</strong> Rijn, Nieuwkoop, Rijnwoude <strong>en</strong> Noordwijk. De regio werkt<br />

gezam<strong>en</strong>lijk aan ontwikkeling<strong>en</strong> op het gebied van won<strong>en</strong>, werk<strong>en</strong>, natuur <strong>en</strong> landschap,<br />

verkeer <strong>en</strong> vervoer, sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> welzijn. Daarin wil m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goede balans vind<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

de ontwikkeling <strong>en</strong> het behoud van het oorspronkelijke karakter met als doel dat de streek<br />

aantrekkelijk blijft voor bewoners, bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> toerist<strong>en</strong>.<br />

Regionale Structuurvisie Holland Rijnland<br />

Op 24 juni 2009 heeft het Algeme<strong>en</strong> bestuur van Holland Rijnland de Regionale Structuurvisie<br />

2020 (RSV) vastgesteld. De structuurvisie is e<strong>en</strong> strategisch beleidsdocum<strong>en</strong>t met hoofdlijn<strong>en</strong><br />

op het gebied van ruimtelijk beleid <strong>en</strong> te volg<strong>en</strong> procedures. Deze RSV verankert gemaakte<br />

afsprak<strong>en</strong> <strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> doorwerking naar 2020 <strong>en</strong> e<strong>en</strong> doorkijk naar 2030. Sectorale thema's<br />

krijg<strong>en</strong> aandacht, ev<strong>en</strong>als de integrale aanpak.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

16


Naast deze visie werkt Holland Rijnland onder andere ook aan e<strong>en</strong> woonvisie, bouwsc<strong>en</strong>ario,<br />

bedrijfsterrein<strong>en</strong>programmering, regionaal verkeer <strong>en</strong> vervoerplan <strong>en</strong> het Regionaal<br />

Investeringsfonds.<br />

Op 1 april 2010 hebb<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> Alph<strong>en</strong> aan d<strong>en</strong> Rijn, Nieuwkoop <strong>en</strong> Rijnwoude zich<br />

aangeslot<strong>en</strong> bij Holland Rijnland. De RSV is hierop aangepast door middel van e<strong>en</strong> eerste<br />

partiële herzi<strong>en</strong>ing. Deze herzi<strong>en</strong>ing is op 28 maart 2012 vastgesteld door het Algeme<strong>en</strong><br />

Bestuur van de regio. De eerste partiële herzi<strong>en</strong>ing RSV is niet als losstaand docum<strong>en</strong>t, maar<br />

als integraal onderdeel van de RSV vastgesteld.<br />

In de visie word<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de kerndoel<strong>en</strong> nagestreefd:<br />

• Holland Rijnland is e<strong>en</strong> top woonregio;<br />

• Leid<strong>en</strong> vervult e<strong>en</strong> regionale c<strong>en</strong>trumfunctie;<br />

• Conc<strong>en</strong>tratie stedelijke ontwikkeling;<br />

• 'Gro<strong>en</strong>blauwe kwaliteit' staat c<strong>en</strong>traal;<br />

• Het Gro<strong>en</strong>e Hart, de Boll<strong>en</strong>streek <strong>en</strong> Duin, Horst <strong>en</strong> Weide blijv<strong>en</strong> op<strong>en</strong>;<br />

• K<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> Gre<strong>en</strong>ports;<br />

• Verbetering van de regionale bereikbaarheid.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

• In het kader van de gro<strong>en</strong>blauwe kwaliteit moet in elk geval de gro<strong>en</strong>e verbinding, waar<br />

het plangebied toe behoort, behoud<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> versterkt word<strong>en</strong>.<br />

• De hoeveelheid boll<strong>en</strong>grond blijft gelijk.<br />

3.2.4 Geme<strong>en</strong>telijk beleid<br />

Intergeme<strong>en</strong>telijke Structuurvisie Gre<strong>en</strong>port<br />

De Intergeme<strong>en</strong>telijke Structuurvisie Gre<strong>en</strong>port (ISG) kan word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />

deeluitwerking van de Regionale StructuurVisie (RSV), die het intergeme<strong>en</strong>telijke<br />

sam<strong>en</strong>werkingsverband Holland Rijnland begin 2009 vaststelde.<br />

De grasland<strong>en</strong> in de Duin- <strong>en</strong> Boll<strong>en</strong>streek ligg<strong>en</strong> sterk van elkaar verspreid. Ze herberg<strong>en</strong><br />

veehouderijbedrijv<strong>en</strong>, die sam<strong>en</strong> als sector meer areaal nodig hebb<strong>en</strong> om individueel<br />

bedrijfseconomisch goed te functioner<strong>en</strong>.<br />

Als gevolg van ruimteclaims door stedelijke uitbreiding<strong>en</strong>, sport <strong>en</strong> recreatie <strong>en</strong> natuur(comp<strong>en</strong>satie),<br />

nam het areaal grasland in deze regio de afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nia voortdur<strong>en</strong>d af. In<br />

het totale landschapsmozaïek hebb<strong>en</strong> de grasland<strong>en</strong> echter e<strong>en</strong> belangrijke onderscheid<strong>en</strong>de<br />

functie door hun op<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> gro<strong>en</strong>e karakter. Juist de grasland<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> voor de beleving dat<br />

niet alle kern<strong>en</strong> aan elkaar zijn gegroeid. Daarmee gev<strong>en</strong> ze letterlijk <strong>en</strong> figuurlijk ademruimte<br />

aan andere functies.<br />

E<strong>en</strong> van de pijlers voor het ruimtelijk beleid tot 2030 is dan ook het faciliter<strong>en</strong> van de<br />

herstructurering, versterking <strong>en</strong> vernieuwing van het gehele boll<strong>en</strong>-, vaste plant<strong>en</strong>- <strong>en</strong><br />

bloem<strong>en</strong>complet in combinatie met verbetering van het landschap. Strategische hoofdlijn<strong>en</strong> tot<br />

2030 zijn onder andere het teg<strong>en</strong>gaan van verdergaande verrommeling van het landschap <strong>en</strong><br />

deels behoud van grasland<strong>en</strong> <strong>en</strong> deels omzetting naar boll<strong>en</strong>grond.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

De boll<strong>en</strong>grond <strong>en</strong> grasland<strong>en</strong> in het plangebied moet<strong>en</strong> behoud<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>.<br />

Toekomstvisie Noordwijk 2025<br />

Het beleid van de geme<strong>en</strong>te Noordwijk heeft als refer<strong>en</strong>tiekader de ‘Toekomstvisie Noordwijk<br />

2025’ (vastgesteld 28 september 2004). Deze visie schetst de koers voor de toekomst <strong>en</strong> geeft<br />

houvast bij te mak<strong>en</strong> beslissing<strong>en</strong>. Sam<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te, burgers <strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

gekoz<strong>en</strong> voor kwaliteit. Kwaliteit als uitkomst van e<strong>en</strong> goede afstemming tuss<strong>en</strong> won<strong>en</strong>,<br />

werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> verblijv<strong>en</strong>. In verschill<strong>en</strong>de visies is het strev<strong>en</strong> naar kwaliteit e<strong>en</strong> belangrijk<br />

uitgangspunt. Qua uitstraling <strong>en</strong> beleving di<strong>en</strong>t Noordwijk zich te onderscheid<strong>en</strong> van andere<br />

plaats<strong>en</strong> aan de Noordzeekust: ingetog<strong>en</strong>, stijlvol <strong>en</strong> charmant. Ook in de ruimtelijke visies op<br />

Noordwijk is de Toekomstvisie de achtergrond.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

• De toekomstvisie bevat ge<strong>en</strong> concrete uitsprak<strong>en</strong> voor het bestemmingsplangebied,<br />

desondanks kan gesteld word<strong>en</strong> dat het bestemmingsplan voldoet aan de uitgangspunt<strong>en</strong>.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

17


Ruimtelijke Structuurvisie Noordwijk 2030<br />

Op basis van de ‘Toekomstvisie Noordwijk 2025’ is op 2 september 2009 de ‘Ruimtelijke<br />

Structuurvisie Noordwijk 2030’ vastgesteld. De Structuurvisie vertaalt de uitgangspunt<strong>en</strong> van<br />

de Toekomstvisie in e<strong>en</strong> integraal ruimtelijk programmatisch kader voor de ontwikkeling van<br />

Noordwijk. De structuurvisie biedt de randvoorwaard<strong>en</strong> voor de integrale<br />

gebiedsontwikkeling<strong>en</strong> van Noordwijk <strong>en</strong> zijn deelgebied<strong>en</strong> Noordwijk aan Zee, Midd<strong>en</strong>gebied,<br />

Kern Noordwijk Binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Nieuw Oost. Naast de gebiedsontwikkeling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgav<strong>en</strong><br />

b<strong>en</strong>oemd voor herstructurering, kwaliteitsverbetering van de buit<strong>en</strong>ruimte <strong>en</strong> voor het<br />

landschap. Voorts word<strong>en</strong> de uitgangspunt<strong>en</strong> van de structuurvisie de basis voor ruimtelijke<br />

keuz<strong>en</strong> in de toekomst op geme<strong>en</strong>telijk <strong>en</strong> regionaal schaalniveau. Het c<strong>en</strong>trale begrip van de<br />

Toekomstvisie <strong>en</strong> de Ruimtelijke Structuurvisie is kwaliteit <strong>en</strong> daarmee tev<strong>en</strong>s het c<strong>en</strong>trale<br />

thema van de ruimtelijke ontwikkeling van Noordwijk.<br />

Het plangebied valt binn<strong>en</strong> zone 3: Strandwal - <strong>Landgoed</strong>er<strong>en</strong>. De functies in dit gebied zijn<br />

vooral won<strong>en</strong>, landgoeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>plaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> de voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die hor<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong><br />

dorpskern. In de landgoeder<strong>en</strong>zone word<strong>en</strong> nieuwe functies, in het bijzonder won<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

sport<strong>en</strong>, landschappelijk ingepast in de landgoeder<strong>en</strong>structuur van boskamers <strong>en</strong> bostong<strong>en</strong>.<br />

Op die manier wordt het karakter van de strandwal uitgebreid <strong>en</strong> versterkt.<br />

Het landgoed <strong>Offem</strong>, inclusief de zone direct langs de N206, heeft e<strong>en</strong> unieke kwaliteit als<br />

monum<strong>en</strong>taal landgoed dat in zijn totaliteit behoud<strong>en</strong> moet blijv<strong>en</strong>. Sportcomplex met<br />

voetbalver<strong>en</strong>iging SJC blijft hier gehandhaafd. De functie past in het principe om de afstand<br />

tuss<strong>en</strong> de nieuwe woonbebouwing <strong>en</strong> de N206 zo groot mogelijk te houd<strong>en</strong>, hoewel nog<br />

aandacht besteed kan word<strong>en</strong> aan de landschappelijke inpassing (beplanting).<br />

Voetbalver<strong>en</strong>iging SJC heeft moeite om de groei op de huidige locatie op te kunn<strong>en</strong> vang<strong>en</strong>. In<br />

de visie is gekoz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtige spreiding van de organiseerde <strong>en</strong> ongeorganiseerde<br />

sportvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> over het dorp. SJC heeft met het draai<strong>en</strong> van de veld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> efficiëntere<br />

indeling op de bestaande locatie gerealiseerd. De visie voorziet ook in e<strong>en</strong><br />

sportparkreservering in Nieuw Oost aan de Beeklaan.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

• Het landgoed <strong>Offem</strong>, inclusief de zone direct langs de N206, heeft e<strong>en</strong> unieke kwaliteit als<br />

monum<strong>en</strong>taal landgoed dat in zijn totaliteit behoud<strong>en</strong> moet blijv<strong>en</strong>.<br />

• Het bestemmingsplan di<strong>en</strong>t verdere landschappelijke inpassing van Sportpark Lageweg toe<br />

te staan.<br />

3.3 Sectoraal beleid<br />

3.3.1 Welstand, beeldkwaliteit<br />

Op 27 april 2011 heeft de geme<strong>en</strong>teraad de Welstandsnota vastgesteld. De Welstandsnota<br />

wordt gebruikt als toetsingskader bij ingedi<strong>en</strong>de bouwplann<strong>en</strong>. Toetsers van de geme<strong>en</strong>te <strong>en</strong><br />

de speciaal daarvoor ingestelde Welstandscommissie beoordel<strong>en</strong> aan de hand van de<br />

welstandscriteria in de nota of e<strong>en</strong> bouwplan past binn<strong>en</strong> het beleid. Tegelijkertijd biedt de<br />

nota richtlijn<strong>en</strong> bij de start van plann<strong>en</strong> <strong>en</strong> bouwinitiatiev<strong>en</strong> van burgers <strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>de<br />

partij<strong>en</strong>. De Welstandsnota geeft de geme<strong>en</strong>te de mogelijkheid om cultuurhistorische,<br />

sted<strong>en</strong>bouwkundige <strong>en</strong> architectonische waard<strong>en</strong> van Noordwijk te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee te<br />

bewak<strong>en</strong>.<br />

Welstandsnota<br />

Doel van het welstandsbeleid is het welstandstoezicht helder onder woord<strong>en</strong> te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> op<br />

e<strong>en</strong> effectieve <strong>en</strong> controleerbare wijze in te richt<strong>en</strong>. Opdrachtgevers, burgers <strong>en</strong> architect<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> vroeg stadium informer<strong>en</strong> welke criteria van toepassing zijn. Voor kleine<br />

verandering<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanpassing<strong>en</strong> aan bestaande gebouw<strong>en</strong> zijn objectieve criteria vastgesteld,<br />

die e<strong>en</strong> ambtelijke toets mogelijk mak<strong>en</strong>. Voor grotere bouwplann<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bestaande<br />

omgeving gev<strong>en</strong> de criteria e<strong>en</strong> handreiking bij het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ontwerp, dat binn<strong>en</strong> zijn<br />

context past.<br />

E<strong>en</strong> belangrijke pijler van de Welstandsnota is het gebiedsgerichte welstandsbeleid. Het<br />

plangebied behoort tot de gebied<strong>en</strong> 'Individuele woningbouw', 'Sport <strong>en</strong> recreatie',<br />

'<strong>Landgoed</strong>er<strong>en</strong>' <strong>en</strong> 'op<strong>en</strong> agrarisch landschap'. Hierna word<strong>en</strong> welstandsniveau's voor deze<br />

gebied<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd. Per niveau geld<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> welstandscriteria.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

18


Afbeelding - Welstandsgebied<strong>en</strong><br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

19


Individuele woningbouw<br />

Voor de individuele woningbouw geldt e<strong>en</strong> regulier welstandsniveau. Het beleid is<br />

terughoud<strong>en</strong>d <strong>en</strong> gericht op beheer met behoud van e<strong>en</strong> afwissel<strong>en</strong>d beeld zonder grote<br />

dissonant<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de individuele woning<strong>en</strong>, zorgvuldige detaillering <strong>en</strong> het traditionele<br />

materiaalgebruik.<br />

Sport <strong>en</strong> recreatie<br />

Voor sport- <strong>en</strong> recreatieterrein<strong>en</strong> met de veelal heldere indeling geldt e<strong>en</strong> regulier<br />

welstandsniveau. Bij beoordeling wordt gelet op e<strong>en</strong> terughoud<strong>en</strong>de architectuur <strong>en</strong><br />

landschappelijke inpassing.<br />

<strong>Landgoed</strong>er<strong>en</strong><br />

Voor de statige pand<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het gro<strong>en</strong> met de verzorgde architectuur <strong>en</strong> verfijnde details,<br />

geldt e<strong>en</strong> bijzonder welstandsniveau.<br />

Op<strong>en</strong> agrarisch landschap<br />

Voor het op<strong>en</strong> agrarisch landschap geldt e<strong>en</strong> regulier welstandsniveau in lijn met de<br />

bescheid<strong>en</strong> rol van de bebouwing. Terughoud<strong>en</strong>de vormgeving <strong>en</strong> kleurstelling zijn gew<strong>en</strong>st<br />

gezi<strong>en</strong> het op<strong>en</strong> landschap <strong>en</strong> de daaruit volg<strong>en</strong>de goede zichtbaarheid van de gebouw<strong>en</strong>. De<br />

plaatsing van de gebouw<strong>en</strong> moet recht do<strong>en</strong> aan het verkavelingspatroon van het landschap.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

Nieuwe ontwikkeling<strong>en</strong>, op basis van wijzigings- of afwijkingsbevoegdhed<strong>en</strong>, di<strong>en</strong><strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong><br />

aan de eis<strong>en</strong> die vanuit welstand voor de verschill<strong>en</strong>de gebied<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>.<br />

3.3.2 Archeologie <strong>en</strong> cultuurhistorie<br />

Kader<br />

Verdrag van Malta<br />

De afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nia is het besef gegroeid dat als gevolg van de bodemverstor<strong>en</strong>de ingrep<strong>en</strong><br />

het bodemarchief uitgeput kan rak<strong>en</strong>. In Nederland is meer dan de helft van de archeologische<br />

rest<strong>en</strong> vooral in de 20ste eeuw ongezi<strong>en</strong> verlor<strong>en</strong> gegaan. E<strong>en</strong> zorgvuldige omgang met het<br />

bodemarchief is daarom in het Europese Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch<br />

erfgoed, ook wel Conv<strong>en</strong>tie van Valletta of Verdrag van Malta g<strong>en</strong>oemd, tot stand gekom<strong>en</strong>.<br />

Het voornaamste doel van dit verdrag is behoud van archeologische rest<strong>en</strong> in de bodem. Waar<br />

behoud niet mogelijk blijkt, moet de informatie uit het bodemarchief vóór de vernietiging<br />

ervan word<strong>en</strong> gedocum<strong>en</strong>teerd door middel van archeologisch onderzoek. E<strong>en</strong> ander belangrijk<br />

punt van het Verdrag van Malta is het principe dat de veroorzaker, de initiatiefnemer van<br />

bodemverstor<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong> waarbij het bodemarchief vernietigd wordt, de kost<strong>en</strong> van<br />

archeologisch onderzoek moet betal<strong>en</strong>. Deze twee uitgangspunt<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het verdrag<br />

het beste gestalte krijg<strong>en</strong> door de archeologische belang<strong>en</strong> tijdig <strong>en</strong> volwaardig in het<br />

ruimtelijke planproces op te nem<strong>en</strong>.<br />

De uitgangspunt<strong>en</strong> van het Verdrag van Malta zijn in de Nederlandse Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>wet <strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kele andere wett<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van de archeologische monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>zorg in september 2007<br />

van kracht geword<strong>en</strong>. De wijzigingswet die geleid heeft tot de herzi<strong>en</strong>ing van de<br />

Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>wet 1988 wordt aangehaald als Wet op de Archeologische Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>zorg<br />

(WAMz). In de WAMz is het bestemmingsplan aangewez<strong>en</strong> als het meest geëig<strong>en</strong>de instrum<strong>en</strong>t<br />

om het archeologisch erfgoed te bescherm<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee is de geme<strong>en</strong>te aangewez<strong>en</strong> als<br />

primair verantwoordelijk voor het behoud van het bodemarchief.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

• Het bestemmingsplan moet het archeologisch bodemarchief bescherm<strong>en</strong>.<br />

• Voor bepaalde ingrep<strong>en</strong> in de bodem kan het nodig zijn om vooraf e<strong>en</strong> archeologisch<br />

onderzoek te moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>.<br />

Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>wet 1988<br />

De wet- <strong>en</strong> regelgeving op rijksniveau rondom cultureel erfgoed is vastgelegd in de<br />

Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>wet 1988. Het is het belangrijkste sectorale instrum<strong>en</strong>t voor de bescherming van<br />

cultureel erfgoed. In de Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>wet 1988 is geregeld hoe monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als beschermd monum<strong>en</strong>t. De wet heeft betrekking op gebouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> object<strong>en</strong>,<br />

stads- <strong>en</strong> dorpsgezicht<strong>en</strong>, archeologische waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> op het uitvoer<strong>en</strong> van archeologisch<br />

onderzoek.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

20


Er word<strong>en</strong> in de Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>wet verschill<strong>en</strong>de monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>:<br />

• Rijks-, provinciaal of geme<strong>en</strong>telijk gebouwd monum<strong>en</strong>t;<br />

• Beschermd stads- of dorpsgezicht;<br />

• Rijks-, provinciaal of geme<strong>en</strong>telijk archeologisch monum<strong>en</strong>t.<br />

Daarnaast zijn er werelderfgoeder<strong>en</strong>. Deze monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> op de Werelderfgoedlijst te<br />

staan.<br />

Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> vanuit de Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>wet 1988 de Verord<strong>en</strong>ing op de archeologische<br />

monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>zorg (Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>verord<strong>en</strong>ing) <strong>en</strong> de Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>commissie als belangrijke<br />

instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de bescherming van erfgoed. In de praktijk houdt de<br />

monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>commissie zich voornamelijk bezig met gebouwde monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> minder met<br />

archeologie <strong>en</strong> landschap. Het gaat dan om het afbrek<strong>en</strong>, verstor<strong>en</strong>, verplaats<strong>en</strong> of wijzig<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> beschermd monum<strong>en</strong>t <strong>en</strong> het herstell<strong>en</strong>, gebruik<strong>en</strong> of lat<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> wijze<br />

waardoor het wordt ontsierd of in gevaar bracht.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

De bescherming van monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is geregeld in de Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>wet (rijksmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) <strong>en</strong> in<br />

de Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>verord<strong>en</strong>ing (geme<strong>en</strong>telijke monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>). Het bestemmingsplan hoeft ge<strong>en</strong><br />

nadere regelgeving voor monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te bevatt<strong>en</strong>.<br />

Besluit ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing<br />

Per 1 januari 2012 is e<strong>en</strong> wijziging van het Besluit ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing (Bro) in werking<br />

getred<strong>en</strong>. Op basis hiervan wordt het verplicht in bestemmingsplann<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beschrijving op te<br />

nem<strong>en</strong> van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> in<br />

de grond aanwezige of te verwacht<strong>en</strong> monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing is gehoud<strong>en</strong>.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

Vanwege deze wijziging van het Bro wordt in het bestemmingsplan aandacht besteed aan de<br />

in het plangebied aanwezige cultuurhistorische waard<strong>en</strong>.<br />

Beleid<br />

Integrale Erfgoednota<br />

Met de inwerkingtreding van de Wet op de Archeologische Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>zorg (Wamz) heeft de<br />

geme<strong>en</strong>te er vanaf 1 september 2007 e<strong>en</strong> aantal verplichting<strong>en</strong> bij gekreg<strong>en</strong> met betrekking<br />

tot de zorg voor het archeologisch erfgoed, e<strong>en</strong> duidelijke financiering van het onderzoek, de<br />

verzameling <strong>en</strong> verspreiding van wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek <strong>en</strong> de bewustmaking van het<br />

publiek.<br />

Op grond van de Wet op de Archeologische Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>zorg moet de geme<strong>en</strong>te Noordwijk<br />

verantwoordelijkheid nem<strong>en</strong> voor het behoud van het eig<strong>en</strong> bodemarchief. Uitgangspunt<strong>en</strong><br />

van het nieuwe archeologiebeleid zijn door de geme<strong>en</strong>teraad vastgelegd in de Integrale<br />

Erfgoednota Noordwijk (d.d. 28 juni 2011).<br />

Beleidsbeslissing<strong>en</strong> "Bescherming van het bodemarchief" in ruimtelijke planprocedures:<br />

1. Bij process<strong>en</strong> die plaatsvind<strong>en</strong> in het kader van de ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> de<br />

archeologische belang<strong>en</strong> volwaardig meegewog<strong>en</strong> om behoud in situ na te strev<strong>en</strong>.<br />

2. Op de Archeologische Beleidskaart Noordwijk wordt per gebied met e<strong>en</strong> archeologische<br />

verwachtingswaarde in de geme<strong>en</strong>te e<strong>en</strong> regime aangegev<strong>en</strong>, dat vaststelt bij welke<br />

planomvang rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> met archeologische verwachtingswaard<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

welke eis<strong>en</strong> daaraan word<strong>en</strong> gesteld. De archeologische beleidskaart wordt vertaald in de<br />

nieuwe bestemmingsplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> gehanteerd bij de vergunningverl<strong>en</strong>ing.<br />

3. Voor de gebied<strong>en</strong> met archeologische verwachtingswaarde wordt in de planregels van<br />

nieuwe bestemmingsplann<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat aan reguliere bouw- <strong>en</strong> aanlegvergunning<strong>en</strong><br />

archeologische voorschrift<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong>. Daarvoor word<strong>en</strong> de planregels<br />

bij de integrale erfgoednota Noordwijk 2011 gebruikt. De planregels zijn gekoppeld aan de<br />

verwachtingsgebied<strong>en</strong>.<br />

4. De Erfgoedverord<strong>en</strong>ing Noordwijk 2011 is ook vastgesteld in de raadsvergadering van 28<br />

juni 2011. Daarin is de mogelijkheid opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om geme<strong>en</strong>telijke archeologische<br />

monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan te wijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> goedkeuringsvereiste opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> voor<br />

Programma's van Eis<strong>en</strong> <strong>en</strong> Plann<strong>en</strong> van Aanpak voor archeologisch veldonderzoek. Ook<br />

rapportages word<strong>en</strong> door het bevoegd gezag beoordeeld.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

21


5. Initiatiefnemers van ruimtelijke plann<strong>en</strong> <strong>en</strong> bouwplann<strong>en</strong> met bodemverstor<strong>en</strong>de<br />

activiteit<strong>en</strong> (verstoorder) di<strong>en</strong><strong>en</strong>, conform het veroorzakerprincipe, de kost<strong>en</strong> voor<br />

archeologisch (voor)onderzoek te drag<strong>en</strong>. Als de kost<strong>en</strong> excessief zijn is de geme<strong>en</strong>te<br />

medeverantwoordelijk voor de kost<strong>en</strong>. Kost<strong>en</strong> voor archeologisch onderzoek t<strong>en</strong> gevolge<br />

van bodemverstor<strong>en</strong>de project<strong>en</strong>, waarbij de geme<strong>en</strong>te initiatiefnemer is, kom<strong>en</strong> t<strong>en</strong> laste<br />

van betreff<strong>en</strong>de projectbegroting.<br />

6. De kwaliteit van archeologisch onderzoek wordt gewaarborgd door de Kwaliteitsnorm<br />

Nederlandse Archeologie.<br />

7. De geme<strong>en</strong>te hecht na onderzoek grote waarde aan de kwaliteit van het behoud ex situ.<br />

8. De geme<strong>en</strong>te heeft niet de int<strong>en</strong>tie om archeologisch veldonderzoek binn<strong>en</strong> de<br />

geme<strong>en</strong>tegr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> zelf in eig<strong>en</strong> beheer uit te voer<strong>en</strong>.<br />

Afbeelding - <strong>Landgoed</strong>biotoop (bron: Provinciale Cultuurhistorische Atlas)<br />

Archeologisch beslisproces voor ruimtelijke plann<strong>en</strong><br />

De geme<strong>en</strong>te Noordwijk k<strong>en</strong>t vier categorieën waar zij verschill<strong>en</strong>de regimes voor heeft<br />

bepaald. Deze zijn:<br />

• Archeologisch beleidsadviesgebied 1 (Archeologische terrein<strong>en</strong> <strong>en</strong> dorpskern<strong>en</strong>).<br />

• Archeologisch beleidsadviesgebied 2 (Gebied<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge archeologische<br />

verwachting).<br />

• Archeologisch beleidsadviesgebied 3 (Gebied<strong>en</strong> e<strong>en</strong> middelhoge archeologische<br />

verwachting).<br />

• Archeologisch beleidsadviesgebied 4 (Gebied<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lage archeologische verwachting).<br />

De verschill<strong>en</strong>de archeologische verwachtingswaard<strong>en</strong> die op het plangebied van toepassing<br />

zijn, zijn op de afbeelding weergegev<strong>en</strong>. Tev<strong>en</strong>s is het bijbehor<strong>en</strong>de beleid per waarde<br />

weergegev<strong>en</strong>.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

22


Afbeelding - Archeologische Waard<strong>en</strong>- <strong>en</strong> Verwachting<strong>en</strong>kaart & Archeologische Beleidskaart (globale<br />

plangr<strong>en</strong>s in blauw weergegev<strong>en</strong>)<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

23


De archeologische verwachting voor de verschill<strong>en</strong>de archeologische beleidsadviesgebied<strong>en</strong> is<br />

uite<strong>en</strong>gezet in het rapport 'In de bodem van Noordwijk', dat ter onderbouwing van de<br />

totstandkoming van de archeologische beleidskaart van de geme<strong>en</strong>te geldt. Hierna volgt e<strong>en</strong><br />

omschrijving per beleidsadviesgebied.<br />

Archeologisch beleidsadviesgebied 1 (Archeologische terrein<strong>en</strong> <strong>en</strong> dorpskern<strong>en</strong>).<br />

Voor archeologische terrein<strong>en</strong> is de archeologische waarde al vastgesteld. De aanwijzing als<br />

archeologisch terrein door de provincie heeft als doel deze terrein<strong>en</strong> te behoud<strong>en</strong>, d.w.z. het<br />

handhav<strong>en</strong> van archeologische waard<strong>en</strong> in situ. Ruimtelijke ontwikkeling binn<strong>en</strong> deze zones<br />

word<strong>en</strong> afgerad<strong>en</strong>. Is behoud in situ echter niet mogelijk, dan di<strong>en</strong>t er altijd e<strong>en</strong> zo zorgvuldig<br />

mogelijke omgang met de archeologische waard<strong>en</strong> in acht te word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Hierbij di<strong>en</strong>t<br />

de provincie betrokk<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>.<br />

Dit principe van zorgvuldige omgang met archeologische waard<strong>en</strong> is tev<strong>en</strong>s geldig voor de<br />

dorpskern<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>te. Voor deze kern<strong>en</strong> is het zeker dat er archeologische<br />

waard<strong>en</strong> aanwezig zijn vanaf t<strong>en</strong>minste de Late Middeleeuw<strong>en</strong>. Op basis van dit gegev<strong>en</strong> heeft<br />

de geme<strong>en</strong>te beslot<strong>en</strong> de betreff<strong>en</strong>de gebied<strong>en</strong> onder dezelfde beleidsadviescategorie te lat<strong>en</strong><br />

vall<strong>en</strong> als de archeologische terrein<strong>en</strong>.<br />

Daardoor geldt voor beide typ<strong>en</strong> archeologische gebied<strong>en</strong> altijd e<strong>en</strong> onderzoeksplicht vanaf de<br />

kleinst mogelijke verstoring met e<strong>en</strong> diepte van 50 cm.<br />

Archeologisch beleidsadviesgebied 2 (Gebied<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge archeologische verwachting).<br />

Voor de gebied<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge archeologische verwachting geldt, dat op basis van de<br />

geologische <strong>en</strong> bodemkundige opbouw <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel aangetroff<strong>en</strong> archeologische vondst<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

spor<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> hoge kans is op het aantreff<strong>en</strong> van archeologische vondst<strong>en</strong> of spor<strong>en</strong>. Om het<br />

archeologisch bodemarchief van deze gebied<strong>en</strong> gedeg<strong>en</strong> te beher<strong>en</strong>, is vanaf e<strong>en</strong><br />

bodemverstoring met e<strong>en</strong> minimum oppervlakte van 100 m 2 <strong>en</strong> e<strong>en</strong> diepte van 50 cm e<strong>en</strong><br />

archeologisch onderzoek vereist.<br />

Archeologisch beleidsadviesgebied 3 (Gebied<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> middelhoge archeologische<br />

verwachting).<br />

Deze gebied<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, op basis van de geologische <strong>en</strong> bodemkundige opbouw ev<strong>en</strong>als door<br />

ev<strong>en</strong>tueel aangetroff<strong>en</strong> archeologische vondst<strong>en</strong> <strong>en</strong> spor<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> middelhoge kans t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong><br />

van het aantreff<strong>en</strong> van archeologische vondst<strong>en</strong> of spor<strong>en</strong>. Vanwege dit aspect is het<br />

gerechtvaardigd om voor de gebied<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> middelhoge archeologische verwachting e<strong>en</strong><br />

ruimere norm te hanter<strong>en</strong> dan voor de gebied<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge archeologische verwachting.<br />

Immers de archeologische pot<strong>en</strong>tie van deze gebied<strong>en</strong> staat niet vast <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is de kans<br />

dat bij e<strong>en</strong> kleinschalige bodemingreep e<strong>en</strong> archeologische waarde<br />

Om het archeologisch bodemarchief van deze gebied<strong>en</strong> gedeg<strong>en</strong> te beher<strong>en</strong>, is vanaf e<strong>en</strong><br />

bodemverstoring met e<strong>en</strong> minimum oppervlakte van 500 m 2 <strong>en</strong> e<strong>en</strong> diepte van 50 cm is e<strong>en</strong><br />

archeologisch onderzoek vereist.<br />

Archeologisch beleidsadviesgebied 4 (Gebied<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lage archeologische verwachting).<br />

Het gaat hierbij om gebied<strong>en</strong> waar op archeologische <strong>en</strong> landschappelijke grond<strong>en</strong> de kans op<br />

het aantreff<strong>en</strong> van behoud<strong>en</strong>swaardige archeologische vondst<strong>en</strong> of spor<strong>en</strong> klein wordt geacht.<br />

Hieronder vall<strong>en</strong> ook de locaties waar de bodem zodanig verstoord is, dat ev<strong>en</strong>tuele<br />

archeologische rest<strong>en</strong> als verlor<strong>en</strong> beschouwd mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Om het archeologisch<br />

bodemarchief van deze gebied<strong>en</strong> gedeg<strong>en</strong> te beher<strong>en</strong>, is archeologisch onderzoek verplicht bij<br />

bodemverstoring<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> oppervlakte van meer dan 50.000 m 2 <strong>en</strong> e<strong>en</strong> diepte van meer dan<br />

50 cm.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

• De archeologische waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachtingswaard<strong>en</strong> uit het plangebied di<strong>en</strong><strong>en</strong> op de<br />

verbeelding te word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het betreft hier de (verwachtings)waard<strong>en</strong> 'Dorpskern<br />

omstreeks 1850', 'Gebied met e<strong>en</strong> hoge archeologische verwachtingswaarde' <strong>en</strong> 'Gebied<br />

met e<strong>en</strong> middelhoge archeologische verwachtingswaarde'.<br />

• De geme<strong>en</strong>te Noordwijk is voor archeologie <strong>en</strong> monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>zorg het bevoegd gezag.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

24


Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>register<br />

Aanwezige rijksmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

De rijksmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het plangebied vall<strong>en</strong> alle binn<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van het landgoed.<br />

Voor het gehele landgoed geldt e<strong>en</strong> complexbescherming als rijksmonum<strong>en</strong>t. In aanvulling<br />

hierop zijn 9 onderdel<strong>en</strong> van het landgoed, zoals de historische tuin- <strong>en</strong> parkaanleg, het<br />

koetshuis, <strong>en</strong> twee di<strong>en</strong>stwoning<strong>en</strong>, beschermd als rijksmonum<strong>en</strong>t. De volledige<br />

beschrijving<strong>en</strong> van de rijksmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in bijlage 1.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

Het landgoed <strong>en</strong> diverse onderdel<strong>en</strong> daarvan zijn aangewez<strong>en</strong> als rijksmonum<strong>en</strong>t <strong>en</strong> als<br />

zodanig wettelijk beschermd. Dit bestemmingsplan b<strong>en</strong>oemt alle<strong>en</strong> de cultuurhistorische<br />

waard<strong>en</strong> zonder daaraan nadere regels te verbind<strong>en</strong>. Deze regels vloei<strong>en</strong> al voort uit andere<br />

regelgeving, namelijk de Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>wet.<br />

3.3.3 Won<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong> doorkijk over de crisis he<strong>en</strong>, Woonvisie 2012<br />

In de raadsvergadering van 29 maart 2012 is de geactualiseerde woonvisie 2012, getiteld 'e<strong>en</strong><br />

doorkijk over de crisis he<strong>en</strong>' vastgesteld. In de geactualiseerde woonvisie 2012 is de<br />

segm<strong>en</strong>tering van de woningbouwprogramma’s aangepast. Daarnaast word<strong>en</strong> andere<br />

instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in beeld gebracht met als doel de woningmarkt in beweging te krijg<strong>en</strong>. Er moet<br />

gebouwd blijv<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, maar wel aan de hand van e<strong>en</strong> realistisch bouwprogramma.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

• De visie vermeld niets dat ruimtelijk relevant is voor het plangebied <strong>en</strong> heeft ge<strong>en</strong><br />

gevolg<strong>en</strong> voor de planopzet.<br />

3.3.4 Gro<strong>en</strong><br />

Natura 2000<br />

De Europese Unie heeft zich t<strong>en</strong> doel gesteld de achteruitgang van de biodiversiteit e<strong>en</strong> halt<br />

toe te roep<strong>en</strong>. Zij doet dit onder meer door het realiser<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> netwerk van<br />

natuurgebied<strong>en</strong>: Natura 2000.<br />

Voor beschermde Natura 2000-gebied<strong>en</strong> geldt dat er door project<strong>en</strong> <strong>en</strong> handeling<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

verslechtering van de kwaliteit van de habitats of e<strong>en</strong> verstor<strong>en</strong>d effect op de soort<strong>en</strong><br />

waarvoor het gebied is aangewez<strong>en</strong> mag optred<strong>en</strong>. De Natuurbeschermingswet k<strong>en</strong>t e<strong>en</strong><br />

externe werking: zowel project<strong>en</strong> <strong>en</strong> handeling<strong>en</strong> in als buit<strong>en</strong> e<strong>en</strong> Natura 2000-gebied kunn<strong>en</strong><br />

vergunningplichtig zijn. Voor elk plan, project of handeling die mogelijke significante gevolg<strong>en</strong><br />

heeft voor e<strong>en</strong> Natura 2000-gebied moet e<strong>en</strong> pass<strong>en</strong>de beoordeling word<strong>en</strong> gemaakt. Er is<br />

sprake van ‘significante gevolg<strong>en</strong>’ wanneer: ‘E<strong>en</strong> plan of project dat niet direct verband houdt<br />

met of nodig is voor het beheer van e<strong>en</strong> gebied, moet word<strong>en</strong> beschouwd als e<strong>en</strong> plan of<br />

project dat significante gevolg<strong>en</strong> kan hebb<strong>en</strong> voor het gebied, wanneer het de<br />

instandhoudingsdoelstelling<strong>en</strong> daarvan in gevaar dreigt te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>’.<br />

Ingrep<strong>en</strong> met mogelijke (negatief) significante gevolg<strong>en</strong> op de instandhoudingsdoelstelling<strong>en</strong><br />

van het beschermde gebied zijn niet toegestaan, t<strong>en</strong>zij e<strong>en</strong> vergunning kan word<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> zuidwest<strong>en</strong> van het plangebied ligt het Natura 2000-gebied 'Coepelduyn<strong>en</strong>'. Dit gebied is<br />

op 16 februari 2010 door de minister van LNV definitief aangewez<strong>en</strong> als Natura 2000-gebied<br />

<strong>en</strong> betreft zowel e<strong>en</strong> Vogelrichtlijn- als habitatrichtlijngebied. Mom<strong>en</strong>teel wordt e<strong>en</strong><br />

beheerplan voor dit gebied opgesteld.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

• Het plan moet rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met de instandhoudingsdoelstelling<strong>en</strong> van Natura 2000gebied<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> mag ge<strong>en</strong> ontwikkeling<strong>en</strong> mogelijk mak<strong>en</strong> die leid<strong>en</strong> tot significante<br />

aantasting daarvan.<br />

Natuurbeschermingswet<br />

De Natuurbeschermingswet 1998 is op 1 oktober 2005 gewijzigd. De volg<strong>en</strong>de gebied<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong> <strong>en</strong> beschermd op grond van de Natuurbeschermingswet:<br />

• Natura 2000-gebied<strong>en</strong> (Vogelrichtlijn- <strong>en</strong> Habitatrichtlijngebied<strong>en</strong>);<br />

• Beschermde Natuurmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>;<br />

• Wetlands.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

25


De gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 biedt onder andere de juridische basis voor<br />

vergunningverl<strong>en</strong>ing. De wet bepaalt dat project<strong>en</strong> die de kwaliteit van de habitats kunn<strong>en</strong><br />

verslechter<strong>en</strong> of die e<strong>en</strong> verstor<strong>en</strong>d effect kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op de soort<strong>en</strong>, niet mog<strong>en</strong><br />

plaatsvind<strong>en</strong> zonder vergunning. Bij ruimtelijke ingrep<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t er altijd te word<strong>en</strong> nagegaan of<br />

er e<strong>en</strong> vergunning nodig is op grond van de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998.<br />

In het vergunning<strong>en</strong>traject speelt het voorzorgsbeginsel e<strong>en</strong> belangrijke rol. Het<br />

voorzorgbeginsel houdt in dat alle aspect<strong>en</strong> die met e<strong>en</strong> project sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> (zowel op<br />

zichzelf als in combinatie met andere project<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de instandhoudingsdoelstelling<strong>en</strong> in gevaar<br />

kan br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderzocht.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

• De bescherming van Natura 2000-gebied<strong>en</strong> is verankert in de Natuurbeschermingswet.<br />

Hieruit vloeit dus ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s voort dat het plan rek<strong>en</strong>ing moet houd<strong>en</strong> met de<br />

instandhoudingsdoelstelling<strong>en</strong> van Natura 2000-gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> ontwikkeling<strong>en</strong> mogelijk<br />

mag mak<strong>en</strong> die leid<strong>en</strong> tot significante aantasting daarvan.<br />

Beleidsplan Gro<strong>en</strong><br />

Het strev<strong>en</strong> van Noordwijk om zich te ontwikkel<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> brede kwaliteitsbadplaats voor jong<br />

<strong>en</strong> oud <strong>en</strong> het hiermee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de ambiti<strong>en</strong>iveau met betrekking tot de<br />

omgevingskwaliteit heeft geleid tot e<strong>en</strong> visie op de gro<strong>en</strong>structuur vastgelegd in het<br />

Beleidsplan Gro<strong>en</strong> (BPG). Het BPG kan beschouwd word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> uitwerking van de gro<strong>en</strong>e<br />

compon<strong>en</strong>t van de Ruimtelijke Structuurvisie Noordwijk 2030 voor de periode 2008-2018.<br />

De randzone <strong>Offem</strong> vormt e<strong>en</strong> onderdeel van de ecologische verbinding in de provinciaal<br />

ecologische hoofdstructuur. Het landgoed zelf, met aangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de weiland<strong>en</strong>, gescheid<strong>en</strong> door<br />

boomwall<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong> cultureel-historisch <strong>en</strong> ecologisch waardevol elem<strong>en</strong>t. Het fungeert als e<strong>en</strong><br />

belangrijke drager van het gro<strong>en</strong>e oostelijke dorpsrandgebied van Noordwijk-Binn<strong>en</strong>.<br />

De ecologische waarde van deze zone kan word<strong>en</strong> vergroot door deze intern te versterk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

zuidwaarts, langs de provinciale weg N206, te ontwikkel<strong>en</strong>, door middel van het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

van boselem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> afgewisseld met grasland<strong>en</strong>. Hierdoor ontstaat aan de oostzijde van<br />

Noordwijk, aansluit<strong>en</strong>d op het natuurgebied Polder Hoogeweg (weidevogelgebied), e<strong>en</strong><br />

krachtige drager van de gro<strong>en</strong>e geleding, die tev<strong>en</strong>s toeristisch-recreatief aantrekkelijk is <strong>en</strong><br />

aansluit op de historische karakteristiek<strong>en</strong>.<br />

Visueel<br />

• Handhav<strong>en</strong> (monum<strong>en</strong>tale) boombeplanting<strong>en</strong> op het landgoed <strong>Offem</strong>, langs de<br />

Nachtegaalslaan <strong>en</strong> rond de grasland<strong>en</strong> t<strong>en</strong> oost<strong>en</strong> van het landgoed.<br />

• Versterk<strong>en</strong> structuur van bostong<strong>en</strong> <strong>en</strong> boomwall<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de provinciale afslag Her<strong>en</strong>weg<br />

<strong>en</strong> het Geme<strong>en</strong>telijk Sportpark Lageweg <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het sportpark <strong>en</strong> het landgoed Nieuw-<br />

Leeuw<strong>en</strong>horst (parallel aan de provinciale weg N206).<br />

Recreatie<br />

• Realiser<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aantrekkelijk wandel-/uitloopgebied voor Noordwijk.<br />

Natuur<br />

• Ecologisch beheer, <strong>en</strong> waar mogelijk de natuur grootschalig tot dicht bij Noordwijk-Binn<strong>en</strong><br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. (Het is de <strong>en</strong>ige plek waar dit nog goed mogelijk is.).<br />

• E<strong>en</strong> directe landschappelijke/natuurrelatie bewerkstellig<strong>en</strong> met de landgoeder<strong>en</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong><br />

Leeuw<strong>en</strong>horst.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

• De structuur van bostong<strong>en</strong> <strong>en</strong> boomwall<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> versterkt.<br />

• (Monum<strong>en</strong>tale) boombeplanting<strong>en</strong> op het landgoed <strong>Offem</strong>, langs de Nachtegaalslaan <strong>en</strong><br />

rond de grasland<strong>en</strong> t<strong>en</strong> oost<strong>en</strong> van het landgoed moet<strong>en</strong> gehandhaafd blijv<strong>en</strong>.<br />

• Ecologisch beheer di<strong>en</strong>t mogelijk te zijn.<br />

'Natuurlijk Noordwijk', Natuurbeleidsplan Noordwijk<br />

De geme<strong>en</strong>te Noordwijk verkeert in de bijzondere situatie dat prachtige natuurgebied<strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>tegr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. Ook buit<strong>en</strong> deze gebied<strong>en</strong> zijn in de geme<strong>en</strong>te op veel<br />

plaats<strong>en</strong> belangrijke natuur- <strong>en</strong> landschapswaard<strong>en</strong> aanwezig. De geme<strong>en</strong>te beschouwt dit<br />

alles als e<strong>en</strong> waardevol bezit, dat met zorg behandeld moet word<strong>en</strong>. Noordwijk is trots op haar<br />

positie als gro<strong>en</strong>e geme<strong>en</strong>te, e<strong>en</strong> positie die bescherming verdi<strong>en</strong>t <strong>en</strong> die daarnaast als e<strong>en</strong><br />

van de dragers van het geme<strong>en</strong>telijke imago krachtiger mag word<strong>en</strong> uitgedrag<strong>en</strong>.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

26


<strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong><br />

• Karakteristiek:<br />

Typisch landgoedbos met oude lan<strong>en</strong>, uitheemse boomsoort<strong>en</strong>, waterpartij<strong>en</strong> <strong>en</strong> gazons. In<br />

de zuidwesthoek ligt e<strong>en</strong> villawijkje. Aan de oostzijde ligg<strong>en</strong> grasland<strong>en</strong>, gedeeltelijk<br />

omzoomd door h<strong>out</strong>wall<strong>en</strong>, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> boll<strong>en</strong>veld.<br />

• Natuurwaard<strong>en</strong>:<br />

Grote betek<strong>en</strong>is vanwege het voorkom<strong>en</strong> van bijzondere stins<strong>en</strong>plant<strong>en</strong> Dit zijn soort<strong>en</strong> die<br />

in oorsprong aangeplant <strong>en</strong> later verwilderd zijn. Ze zijn voor het eerst bestudeerd op<br />

Friese buit<strong>en</strong>plaats<strong>en</strong> (stins<strong>en</strong>). Belangrijk als broedgebied voor bosvogels (o.a. gro<strong>en</strong>e<br />

specht, glanskop) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kolonie blauwe reigers. Ook kom<strong>en</strong> hier <strong>en</strong>kele soort<strong>en</strong><br />

vleermuiz<strong>en</strong> voor.<br />

Wegberm<strong>en</strong> met orchideeën<br />

De laatste jar<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ook ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> rietorchiss<strong>en</strong> langs de Waterkant aangetroff<strong>en</strong>. Dit is in<br />

mindere mate ook het geval langs de sloot die de Nieuwe <strong>Offem</strong>weg aan de kant van het<br />

landgoed <strong>Offem</strong> begr<strong>en</strong>st. De orchideeën staan hier dichtbij de waterkant, met name op het<br />

traject tuss<strong>en</strong> de Schiestraat <strong>en</strong> de ingang van het landgoed.<br />

Uitgangspunt<strong>en</strong><br />

De visie van de geme<strong>en</strong>te leidt tot uitgangspunt<strong>en</strong> op diverse terrein<strong>en</strong>:<br />

a. Bij het nem<strong>en</strong> van planologische beslissing<strong>en</strong> wordt het belang van natuur <strong>en</strong> landschap<br />

als één van de planologisch relevante factor<strong>en</strong> meegewog<strong>en</strong>. Blijkt dat andere belang<strong>en</strong><br />

zwaarder weg<strong>en</strong>, dan zal geprobeerd word<strong>en</strong> om door mitiger<strong>en</strong>de (verzacht<strong>en</strong>de) <strong>en</strong><br />

comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> de schade voor de natuur zoveel mogelijk te beperk<strong>en</strong>.<br />

b. De geme<strong>en</strong>te stelt zich in principe positief op t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van plann<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong> die<br />

beog<strong>en</strong> de natuurwaard<strong>en</strong> te behoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> te versterk<strong>en</strong>.<br />

c. Bij het beleid t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van recreatie <strong>en</strong> toerisme wordt de sterke positie van Noordwijk<br />

als kustgeme<strong>en</strong>te met veel natuur b<strong>en</strong>adrukt. Dit mag er ev<strong>en</strong>wel niet toe leid<strong>en</strong> dat<br />

natuur <strong>en</strong> landschap sterk onder druk kom<strong>en</strong> te staan. Het landschap in de Duin- <strong>en</strong><br />

Boll<strong>en</strong>streek is immers drager voor zowel sierteelt, toerisme <strong>en</strong> natuur.<br />

d. T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het op<strong>en</strong>bare gro<strong>en</strong> streeft de geme<strong>en</strong>te naar handhaving <strong>en</strong> versterking<br />

van natuurwaard<strong>en</strong> in de woonomgeving.<br />

e. De geme<strong>en</strong>te onderschrijft het belang van natuureducatie <strong>en</strong> stimuleert particuliere<br />

initiatiev<strong>en</strong> in dez<strong>en</strong>.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

De natuurwaard<strong>en</strong> in het plangebied moet<strong>en</strong> beschermd <strong>en</strong> waar mogelijk versterkt word<strong>en</strong>.<br />

Dit kan bijvoorbeeld door bepaalde werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkzaamhed<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> omgevingsvergunning<br />

te koppel<strong>en</strong>.<br />

3.3.5 Water<br />

Europese Kaderrichtlijn Water<br />

Sinds 22 december 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water van kracht. Op grond hiervan<br />

moet in 2015 e<strong>en</strong> goede (grond)waterstand zijn gerealiseerd. De kaderrichtlijn is op nationaal<br />

niveau vertaald in wetgeving, met name de Waterwet, maar er is ook doorwerking in de<br />

ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing. Het doel van de Kaderrichtlijn is het bereik<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> goede chemische<br />

<strong>en</strong> ecologische toestand van oppervlaktewater <strong>en</strong> e<strong>en</strong> goede chemische <strong>en</strong> kwantitatieve<br />

toestand van het grondwater.<br />

Bij ruimtelijke besluit<strong>en</strong>, zoals bestemmingsplann<strong>en</strong>, moet in het kader van de goede<br />

ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> beoordeeld of de gew<strong>en</strong>ste watertoestand uit de Waterwet in<br />

gevaar wordt gebracht. Als nieuwe bestemming<strong>en</strong> negatieve gevolg<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voor de<br />

watertoestand zijn maatregel<strong>en</strong> nodig.<br />

Ruimtelijke besluit<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorafgegaan door e<strong>en</strong> watertoets. Doel van deze<br />

watertoets is waarborg<strong>en</strong> dat de waterhuishoudkundige doelstelling<strong>en</strong> expliciet <strong>en</strong> op e<strong>en</strong> zo<br />

ev<strong>en</strong>wichtig mogelijke wijze in beschouwing word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij het te nem<strong>en</strong> ruimtelijk<br />

besluit. Het verband tuss<strong>en</strong> de Kaderrichtlijn Water <strong>en</strong> ruimtelijke plann<strong>en</strong> is bij uitstek<br />

onderwerp van de watertoetsprocedure.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

Het bestemmingsplan di<strong>en</strong>t het traject van de watertoets te doorlop<strong>en</strong> (vroegtijdig informer<strong>en</strong><br />

van de waterbeheerder, opstell<strong>en</strong> waterparagraaf, zie paragraaf 4.9).<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

27


Nationaal Waterplan<br />

Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 <strong>en</strong><br />

vervangt alle voorgaande Nota’s Waterhuishouding. Het Nationaal Waterplan is opgesteld op<br />

basis van de Waterwet die op 22 december 2009 in werking is getred<strong>en</strong>.<br />

Het Nationaal Waterplan beschrijft de hoofdlijn<strong>en</strong> van het nationale waterbeleid. Op basis van<br />

de Wet ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspect<strong>en</strong> de<br />

status van structuurvisie. Belangrijke onderdel<strong>en</strong> van het Nationaal Waterplan zijn het nieuwe<br />

beleid op het gebied van waterveiligheid, het beleid voor het IJsselmeergebied, het<br />

Noordzeebeleid <strong>en</strong> de Stroomgebiedbeheerplann<strong>en</strong>. Als bijlage bij het ontwerp Nationaal<br />

Waterplan zijn beleidsnota’s toegevoegd over waterveiligheid, het IJsselmeergebied <strong>en</strong> de<br />

Noordzee. Deze beleidsnota’s vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nadere uitwerking <strong>en</strong> onderbouwing van de keuzes<br />

die in de hoofdtekst staan van het Nationaal Waterplan <strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> in sam<strong>en</strong>hang ermee te<br />

word<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>. De uitgangspunt<strong>en</strong> uit het Nationaal Waterplan zijn op gebiedsniveau<br />

doorvertaald in het Waterbeheerplan van het Hoogheemraadschap van Rijnland.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

De nationale waterbelang<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> door dit bestemmingsplan niet word<strong>en</strong> geschaad.<br />

Waterbeheerplan 2010-2015<br />

Het Waterbeheerplan 4 (WBP4) is e<strong>en</strong> rapport van het Hoogheemraadschap van Rijnland.<br />

Hierin zet Rijnland de lijn<strong>en</strong> uit voor de strategie, het beleid <strong>en</strong> de uit te voer<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> in<br />

de planperiode 2010-2015.<br />

Al het werk van Rijnland is erop gericht de volg<strong>en</strong>de drie strategische doel<strong>en</strong> (hoofddoel<strong>en</strong>) te<br />

realiser<strong>en</strong>:<br />

• veiligheid teg<strong>en</strong> overstroming<strong>en</strong>;<br />

• voldo<strong>en</strong>de water;<br />

• gezond water, inclusief doelmatig <strong>en</strong> effectief beheer van de afvalwaterket<strong>en</strong>.<br />

Ecologie <strong>en</strong> recreatie<br />

Ecologie <strong>en</strong> recreatie word<strong>en</strong> onderverdeeld in ecologische beheer (waaronder<br />

natuurvri<strong>en</strong>delijke oevers <strong>en</strong> e<strong>en</strong> goede inrichting voor viss<strong>en</strong>) <strong>en</strong> recreatief medegebruik.<br />

Ecologisch beheer - Natuurvri<strong>en</strong>delijke oevers<br />

Plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> meer kans<strong>en</strong> met de aanleg van natuurvri<strong>en</strong>delijke oevers <strong>en</strong><br />

natuurvri<strong>en</strong>delijk beheer <strong>en</strong> onderhoud van oppervlaktewater<strong>en</strong>. Rijnland streeft al sinds WBP2<br />

naar e<strong>en</strong> meer natuurvri<strong>en</strong>delijke inrichting van oevers. Rijnland realiseert natuurvri<strong>en</strong>delijke<br />

oevers onder meer door werk-met-werk te mak<strong>en</strong>, zoals bij het vervang<strong>en</strong> van beschoeiing<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> het uitvoer<strong>en</strong> van kadeherstel.<br />

Hierbij wordt zoveel mogelijk aangeslot<strong>en</strong> bij bestaande structur<strong>en</strong> zoals de (provinciale)<br />

Ecologische Hoofdstructuur (EHS), ecologische verbindingszones, bestaande natuurvri<strong>en</strong>delijke<br />

oevers <strong>en</strong> gebied<strong>en</strong> die zichtbaar zijn voor de burgers, zowel in de stad als in<br />

recreatiegebied<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast draagt Rijnland financieel bij aan het realiser<strong>en</strong> van natuurvri<strong>en</strong>delijke oevers<br />

volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> subsidieregeling. Iedere burger, natuurbeher<strong>en</strong>de instantie of<br />

overheidsorganisatie kan gebruik mak<strong>en</strong> van deze regeling wanneer natuurvri<strong>en</strong>delijke oevers<br />

word<strong>en</strong> aangelegd volg<strong>en</strong>s de minimale (inrichtings-) eis<strong>en</strong> die binn<strong>en</strong> Rijnland hiervoor<br />

geld<strong>en</strong>.<br />

De oevers die in de planperiode van WBP3 natuurvri<strong>en</strong>delijk zijn ingericht, zijn versnipperd <strong>en</strong><br />

de l<strong>en</strong>gte is beperkt geblev<strong>en</strong> tot 20 kilometer bij gebrek aan initiatiev<strong>en</strong> van derd<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

beperkte uitvoering van eig<strong>en</strong> project<strong>en</strong> door Rijnland. In planperiode 2010-2015 di<strong>en</strong>t de<br />

aanleg van natuurvri<strong>en</strong>delijke oevers dan ook structureel te word<strong>en</strong> opgepakt. Het strev<strong>en</strong> is<br />

om natuurvri<strong>en</strong>delijke oevers te realiser<strong>en</strong> door gerichte aanleg in geprioriteerde gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

door aan te hak<strong>en</strong> bij bestaande uitvoeringsproject<strong>en</strong> zoals kadeverbetering<strong>en</strong>,<br />

baggerprogramma’s <strong>en</strong> project<strong>en</strong> van derd<strong>en</strong>.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

28


Recreatief medegebruik<br />

Recreatief medegebruik neemt in onze maatschappij e<strong>en</strong> steeds grotere (financiële) plaats in.<br />

Rijnland gaat daarom in de planperiode visie <strong>en</strong> beleid voor recreatief medegebruik van het<br />

watersysteem formuler<strong>en</strong>. Rijnland heeft met het watersysteem <strong>en</strong> het bijbehor<strong>en</strong>d cultureel<br />

erfgoed veel aan recreant<strong>en</strong> te bied<strong>en</strong>. Deze ontwikkeling vraagt om e<strong>en</strong> actieve(re) rol van<br />

Rijnland. Het is dan ook noodzakelijk dat Rijnland e<strong>en</strong> visie ontwikkelt over recreatief<br />

medegebruik van het watersysteem <strong>en</strong> ontsluiting van het cultureel erfgoed. Hierbij valt te<br />

d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan:<br />

• toegang tot natuurvri<strong>en</strong>delijke oevers;<br />

• ontwikkeling kanor<strong>out</strong>es, realiser<strong>en</strong> kano-overstapplaats<strong>en</strong>;<br />

• bevaarbaarheid oppervlaktewater<strong>en</strong>;<br />

• ligplaats<strong>en</strong> voor recreatievaart;<br />

• kades, duin<strong>en</strong> <strong>en</strong> dijk<strong>en</strong>;<br />

• plaats<strong>en</strong> van informatiebord<strong>en</strong> bij gemal<strong>en</strong>, sluiz<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoort.<br />

Rijnland beseft dat het hier niet gaat om de core business, maar e<strong>en</strong> actieve rol past goed bij<br />

het algeme<strong>en</strong> maatschappelijk belang van e<strong>en</strong> gezonde leefomgeving. Bij het opstell<strong>en</strong> van<br />

deze visie zal het Hoogheemraadschap belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> - zoals sportvissers,<br />

recreatieschapp<strong>en</strong> - betrekk<strong>en</strong>.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

Natuurvri<strong>en</strong>delijke oevers <strong>en</strong> natuurvri<strong>en</strong>delijk beheer <strong>en</strong> onderhoud van oppervlaktewater<strong>en</strong><br />

moet word<strong>en</strong> gestimuleerd, vooral waar sprake is van ecologische verbindingszones;<br />

Het waterschap stimuleert het recreatief medegebruik van oppervlaktewater<strong>en</strong>.<br />

Keur <strong>en</strong> Beleidsregels 2009<br />

Per 22 december 2009 is e<strong>en</strong> nieuwe Keur in werking getred<strong>en</strong>, alsmede nieuwe Beleidsregels<br />

die in 2011 geactualiseerd zijn. E<strong>en</strong> nieuwe Keur is nodig vanwege de totstandkoming van de<br />

Waterwet <strong>en</strong> daarmee verschuiv<strong>en</strong>de bevoegdhed<strong>en</strong> in onderdel<strong>en</strong> van het waterbeheer.<br />

Verder zijn aan deze Keur bepaling<strong>en</strong> toegevoegd over het onttrekk<strong>en</strong> van grondwater <strong>en</strong> het<br />

infiltrer<strong>en</strong> van water in de bodem. De "Keur <strong>en</strong> Beleidsregels" mak<strong>en</strong> het mogelijk dat het<br />

Hoogheemraadschap van Rijnland haar tak<strong>en</strong> als waterkwaliteits- <strong>en</strong> kwantiteitsbeheerder kan<br />

uitvoer<strong>en</strong>. De Keur is e<strong>en</strong> verord<strong>en</strong>ing van de waterbeheerder met wettelijke regels (gebod-<br />

<strong>en</strong> verbodsbepaling<strong>en</strong>) voor:<br />

• waterkering<strong>en</strong> (onder andere duin<strong>en</strong>, dijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> kad<strong>en</strong>);<br />

• watergang<strong>en</strong> (onder andere kanal<strong>en</strong>, rivier<strong>en</strong>, slot<strong>en</strong>, bek<strong>en</strong>);<br />

• andere waterstaatswerk<strong>en</strong> (o.a. brugg<strong>en</strong>, duikers, stuw<strong>en</strong>, sluiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> gemal<strong>en</strong>).<br />

De Keur bevat verbodsbepaling<strong>en</strong> voor werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkzaamhed<strong>en</strong> in of bij de<br />

bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde waterstaatswerk<strong>en</strong>. Er kan e<strong>en</strong> ontheffing word<strong>en</strong> aangevraagd om e<strong>en</strong><br />

bepaalde activiteit wel te mog<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. Als Rijnland daarin toestemt, dan wordt dat<br />

geregeld in e<strong>en</strong> Watervergunning op grond van de Keur. De Keur is daarmee e<strong>en</strong> belangrijk<br />

middel om via vergunningverl<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> handhaving het watersysteem op orde te houd<strong>en</strong> of te<br />

krijg<strong>en</strong>. In de Beleidsregels (voluit: Beleidsregels <strong>en</strong> Algem<strong>en</strong>e Regels Inrichting Watersysteem<br />

2011 Keur), die bij de Keur hor<strong>en</strong>, is het beleid van Rijnland nader uitgewerkt.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

Voor bepaalde werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkzaamhed<strong>en</strong> langs de aanwezige watergang<strong>en</strong> in het plangebied<br />

geld<strong>en</strong> verbodsbepaling<strong>en</strong> vanuit de Keur. Aangezi<strong>en</strong> deze bepaling<strong>en</strong> reeds in de Keur zijn<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, hoev<strong>en</strong> ze niet in onderhavig bestemmingsplan te word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

3.3.6 Verkeer <strong>en</strong> parker<strong>en</strong><br />

Beleidsregel parkeernorm<strong>en</strong><br />

In 2008 heeft de geme<strong>en</strong>teraad de Beleidsregel parkeernorm<strong>en</strong> vastgesteld. Hierin staan<br />

onder andere de parkeernorm<strong>en</strong> vermeld <strong>en</strong> hoe daarmee om moet word<strong>en</strong> gegaan. Doel van<br />

de beleidsregels voor de geme<strong>en</strong>te Noordwijk is:<br />

1. Voorkom<strong>en</strong> afw<strong>en</strong>tel<strong>en</strong> op omgeving. Indi<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de parkeergeleg<strong>en</strong>heid wordt<br />

gerealiseerd, is de kans zeer groot dat de parkeerbehoefte wordt afgew<strong>en</strong>teld op de<br />

omgeving. Dit kan leid<strong>en</strong> tot verkeersonveilige situaties, hoge parkeerdruk in woonwijk<strong>en</strong>,<br />

kortom schaadt de leefbaarheid. Dit effect is overig<strong>en</strong>s beperkt als in de omgeving sprake<br />

is van betaald parker<strong>en</strong>.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

29


2. Het faciliter<strong>en</strong> van parker<strong>en</strong>. De geme<strong>en</strong>te wil graag bedrijvigheid, toerisme <strong>en</strong><br />

werkgeleg<strong>en</strong>heid bevorder<strong>en</strong>. Te beperkte parkeergeleg<strong>en</strong>heid kan die bedrijvigheid<br />

beperk<strong>en</strong>. Primair ligt die verantwoordelijkheid bij de bedrijv<strong>en</strong> zelf, maar uit oogpunt van<br />

duurzaamheid (<strong>en</strong> het voorkom<strong>en</strong> van leegstand in de toekomst) kan de geme<strong>en</strong>te bij<br />

nieuwbouw (wie is de volg<strong>en</strong>de huurder) eis<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>. Voor de vestiging van nieuwe<br />

bedrijv<strong>en</strong> is het van belang dat de geme<strong>en</strong>te onderhandelingsvrijheid heeft bij het<br />

vaststell<strong>en</strong> van de parkeernorm. Als er sprake is van concurr<strong>en</strong>tie met andere geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />

zijn de mogelijkhed<strong>en</strong> tot het realiser<strong>en</strong> van parkeergeleg<strong>en</strong>heid al eerder van<br />

doorslaggev<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is geblek<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het won<strong>en</strong> wil de geme<strong>en</strong>te het<br />

parker<strong>en</strong> bij de woning faciliter<strong>en</strong>. Dat hoeft niet ongebreideld, maar moet er op gericht<br />

zijn dat won<strong>en</strong>, nu <strong>en</strong> in de toekomst, aantrekkelijk is. E<strong>en</strong> beperking in het parker<strong>en</strong> kan<br />

wellicht nu (door bepaalde bevolkingssam<strong>en</strong>stelling) ge<strong>en</strong> probleem zijn, maar in de<br />

toekomst wellicht wel word<strong>en</strong> als te krap wordt omgegaan met parkeernorm<strong>en</strong>.<br />

3. Het beperk<strong>en</strong> van het beslag op de beschikbare ruimte. De ruimte in Noordwijk is niet<br />

onbeperkt. Het ruimtebeslag van parker<strong>en</strong> is aanzi<strong>en</strong>lijk. Dit betek<strong>en</strong>t dat (met name)<br />

binn<strong>en</strong> de bebouwde kom het van belang is dat er e<strong>en</strong> plafond zit aan<br />

parkeervoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> voor zover deze privé gebruikt word<strong>en</strong>. Inpandig <strong>en</strong> ondergronds<br />

parker<strong>en</strong> wordt bevorderd.<br />

4. Primaire verantwoordelijkheid bij aanvrager. De aanvrager is in beginsel zelf<br />

verantwoordelijk voor de parkeerbehoefte van de functies waar de bouwvergunning<br />

betrekking op heeft. Indi<strong>en</strong> er e<strong>en</strong> parkeervisie ligt op e<strong>en</strong> hoger schaalniveau, di<strong>en</strong>t het<br />

parker<strong>en</strong> daarbinn<strong>en</strong> te vall<strong>en</strong>.<br />

5. Bevorder<strong>en</strong> dubbelgebruik. Gelet op de beperkte parkeercapaciteit op bepaalde<br />

piekmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (met name in Noordwijk aan Zee) <strong>en</strong> de onderb<strong>en</strong>utting van<br />

privéparkeergeleg<strong>en</strong>heid op zondag <strong>en</strong> in vakanties, wordt dubbelgebruik gestimuleerd. In<br />

de eerste plaats geldt dat binn<strong>en</strong> het plangebied van de aanvrager dubbelgebruik wordt<br />

nagestreefd. Daarnaast geldt dat op<strong>en</strong>bare parkeerplaats<strong>en</strong> die als gevolg van het<br />

bouwplan verdwijn<strong>en</strong> altijd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gecomp<strong>en</strong>seerd als op<strong>en</strong>bare parkeerplaats<strong>en</strong><br />

waar dubbelgebruik mogelijk is.<br />

6. Mogelijkheid tot maatwerk. In bepaalde individuele gevall<strong>en</strong> moet maatwerk mogelijk zijn.<br />

Hiervoor wordt e<strong>en</strong> vrijstellingsmogelijkheid gecreëerd (zie 5).<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

De bestaande hoeveelheid parkeerplaats<strong>en</strong> in het plangebied di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> toegestaan in<br />

het bestemmingsplan, om te voorkom<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> tekort ontstaat.<br />

3.3.7 Economie <strong>en</strong> toerisme<br />

Sociaal Economische Visie Noordwijk aan Zee<br />

In de visie geeft het geme<strong>en</strong>tebestuur aan hoe Noordwijk aan Zee haar imago als<br />

kwaliteitsbadplaats beschermt <strong>en</strong> waar nodig opnieuw inhoud geeft. De kwaliteit van de<br />

badplaats laat zich echter niet alle<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> in het voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveau voor de bezoekers,<br />

maar ev<strong>en</strong>zeer in e<strong>en</strong> hoogwaardig woon- <strong>en</strong> leefmilieu voor alle inwoners van Noordwijk.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

De visie vermeldt niets dat ruimtelijk relevant is voor het plangebied <strong>en</strong> heeft daarom ge<strong>en</strong><br />

gevolg<strong>en</strong> voor de planopzet.<br />

3.3.8 Onderwijs, welzijn, sport <strong>en</strong> cultuur<br />

Sport in Noordwijk<br />

Met deze nota wil de geme<strong>en</strong>te inzichtelijk mak<strong>en</strong> met welk beleid de geme<strong>en</strong>te de<br />

sportontwikkeling op korte <strong>en</strong> lange termijn wil ondersteun<strong>en</strong> <strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong>. In het kader van<br />

onderhavig bestemmingsplanplan is daarom belangrijk wat de geme<strong>en</strong>te zegt over de<br />

sportveld<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het plangebied:<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

30


Buit<strong>en</strong>sportvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

Drie van Noordwijks grootste sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong> zich aan de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van hun<br />

groeimogelijkhed<strong>en</strong>. Het betreft NHC (hockey), v.v. Noordwijk (voetbal) <strong>en</strong> SJC (voetbal). De<br />

positie van deze ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> is, gezi<strong>en</strong> het feit dat zij zich bevind<strong>en</strong> in het Midd<strong>en</strong>gebied<br />

(NHC <strong>en</strong> v.v. Noordwijk) waarvoor e<strong>en</strong> herontwikkeling is vastgesteld in de vorm van e<strong>en</strong><br />

"eig<strong>en</strong>" structuurvisie. Voor SJC geldt dat er géén uitbreidingsmogelijkheid meer bestaat op de<br />

bestaande locatie maar er is wel e<strong>en</strong> dring<strong>en</strong>de behoefte aan e<strong>en</strong> zesde veld.<br />

Voor alle drie de sportver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t bezi<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> op welke wijze tot<br />

capaciteitsuitbreiding kan word<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong>.<br />

Conclusie <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> voor de planopzet<br />

Het bestemmingsplan gaat uit van SJC binn<strong>en</strong> de contour<strong>en</strong> van het huidige sportpark. Bij<br />

ev<strong>en</strong>tuele verplaatsing zal e<strong>en</strong> aparte planologische procedure moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevolgd.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

31


Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

32


4. Onderzoek<br />

4.1 Inleiding<br />

Het vorige hoofdstuk heeft aangetoond dat de wijze van bestemm<strong>en</strong> recht doet aan beleid van<br />

verschill<strong>en</strong>de overhed<strong>en</strong> op veel verschill<strong>en</strong>de thema's. Daarnaast di<strong>en</strong>t ook aangetoond te<br />

word<strong>en</strong> dat de wijze van bestemm<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> belemmering<strong>en</strong> op het gebied van milieu oplevert.<br />

In de volg<strong>en</strong>de paragraf<strong>en</strong> wordt voor de thema's geluid, lucht, bodem, zonering van<br />

bedrijvigheid, externe veiligheid, natuur <strong>en</strong> ecologie, archeologie <strong>en</strong> cultuurhistorie <strong>en</strong> water<br />

aangetoond dat er ge<strong>en</strong> belemmering<strong>en</strong> zijn.<br />

4.2 Geluidhinder<br />

Algeme<strong>en</strong><br />

In 2007 is de gewijzigde Wet geluidhinder (Wgh) in werking getred<strong>en</strong>. Er wordt daarin<br />

onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> geluidsgevoelige <strong>en</strong> overige gebouw<strong>en</strong>. In de wet word<strong>en</strong> de<br />

volg<strong>en</strong>de geluidgevoelige object<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd:<br />

a. woning<strong>en</strong>;<br />

b. onderwijsgebouw<strong>en</strong>;<br />

c. ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> verpleeghuiz<strong>en</strong>;<br />

d. bij Algem<strong>en</strong>e Maatregel van Bestuur (AMvB) aan te wijz<strong>en</strong> andere<br />

gezondheidszorggebouw<strong>en</strong> dan bedoeld onder 2; e<strong>en</strong> gymnastieklokaal maakt voor de<br />

toepassing van de wet ge<strong>en</strong> deel uit van e<strong>en</strong> onderwijsgebouw.<br />

Op basis van de Wgh zijn er drie geluidsbronn<strong>en</strong> waarmee bij de <strong>vaststelling</strong> van<br />

bestemmingsplann<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong>: wegverkeers-, railverkeers- <strong>en</strong><br />

industrielawaai.<br />

Wegverkeerslawaai<br />

Artikel 76 van de Wet geluidhinder verplicht ertoe om bij e<strong>en</strong> bestemmingsplan rek<strong>en</strong>ing te<br />

houd<strong>en</strong> met de geluidzone van weg<strong>en</strong>, wanneer sprake is van realisatie van nieuwe<br />

geluidsgevoelige object<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geluidzone.<br />

Op grond van artikel 74 Wgh heeft iedere weg van rechtswege e<strong>en</strong> geluidzone, met<br />

uitzondering van:<br />

• weg<strong>en</strong> die ligg<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tot woonerf bestemd gebied;<br />

• weg<strong>en</strong> waarop e<strong>en</strong> wettelijke snelheid geldt van t<strong>en</strong> hoogste 30 km/uur.<br />

Het bestemmingsplan maakt ge<strong>en</strong> nieuwe geluidsgevoelige object<strong>en</strong> mogelijk binn<strong>en</strong> het<br />

plangebied, maar bestemd uitsluit<strong>en</strong>d de bestaande situatie. E<strong>en</strong> onderzoek is derhalve niet<br />

noodzakelijk.<br />

Railverkeerslawaai<br />

Aangezi<strong>en</strong> het plangebied niet is geleg<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de geluidzone van e<strong>en</strong> spoorweg, is dit aspect<br />

niet van toepassing.<br />

Industrielawaai<br />

Aangezi<strong>en</strong> het plangebied niet is geleg<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de geluidzone van e<strong>en</strong> geluidsgezoneerd<br />

bedrijv<strong>en</strong>terrein, is dit aspect niet van toepassing.<br />

4.3 Luchtkwaliteit<br />

Sinds 15 november 2007 zijn de belangrijkste luchtkwaliteitseis<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de Wet<br />

milieubeheer. Hierin is van bepaalde project<strong>en</strong> getalsmatig vastgelegd dat ze "niet in<br />

betek<strong>en</strong><strong>en</strong>de mate" (NIBM) bijdrag<strong>en</strong> aan de luchtverontreiniging. Met de inwerkingtreding<br />

van het Nationaal Sam<strong>en</strong>werkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) op 1 augustus 2009, zijn<br />

deze gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> verruimd. Doordat het NSL in werking is getred<strong>en</strong>, draagt op grond van het<br />

Besluit niet in betek<strong>en</strong><strong>en</strong>de mate e<strong>en</strong> project niet bij zolang de to<strong>en</strong>ame van de conc<strong>en</strong>tratie<br />

fijnstof of stikstofdioxide maximaal 3% bedraagt van de gr<strong>en</strong>swaarde.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

33


In de Regeling NIBM is e<strong>en</strong> lijst met categorieën van project<strong>en</strong> (inrichting<strong>en</strong>, kantoor- <strong>en</strong><br />

woningbouwlocaties) opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> die niet in betek<strong>en</strong><strong>en</strong>de mate bijdrag<strong>en</strong> aan de<br />

luchtverontreiniging. Deze project<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zonder toetsing aan de gr<strong>en</strong>swaard<strong>en</strong> voor het<br />

aspect luchtkwaliteit uitgevoerd word<strong>en</strong>. Voor woningbouwlocaties geldt dat voor maximaal<br />

1.500 woning<strong>en</strong> (in geval van één ontsluitingsweg) of 3.000 woning<strong>en</strong> (in geval van twee<br />

ontsluitingsweg<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> gelijkmatige verkeersverdeling) ge<strong>en</strong> beoordeling op luchtkwaliteit<br />

meer hoeft plaats te vind<strong>en</strong>.<br />

In 2009 is het Besluit gevoelige bestemming<strong>en</strong> in werking getred<strong>en</strong>. Met deze AMvB wordt de<br />

vestiging van zogehet<strong>en</strong> 'gevoelige bestemming<strong>en</strong>' - zoals e<strong>en</strong> school of kinderdagverblijf- in<br />

de nabijheid van provinciale <strong>en</strong> rijksweg<strong>en</strong> beperkt. Het besluit is gericht op bescherming van<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> verhoogde gevoeligheid voor fijn stof (PM 10) <strong>en</strong> stikstofdioxide (NO 2), met<br />

name kinder<strong>en</strong>, ouder<strong>en</strong> <strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>. Daartoe voorziet het besluit in zones waarbinn<strong>en</strong><br />

luchtkwaliteitsonderzoek nodig is: 300 meter aan weerszijd<strong>en</strong> van rijksweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> 50 meter<br />

langs provinciale weg<strong>en</strong>, gemet<strong>en</strong> vanaf de rand van de weg. Waar in zo’n onderzoekszone de<br />

gr<strong>en</strong>swaard<strong>en</strong> voor PM 10 of NO 2 (dreig<strong>en</strong> te) word<strong>en</strong> overschred<strong>en</strong>, mag het totaal aantal<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> dat hoort bij e<strong>en</strong> ‘gevoelige bestemming’ niet to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Dit wordt bereikt door op<br />

zo’n plek de vestiging van bijvoorbeeld e<strong>en</strong> school niet toe te staan. Bij uitbreiding<strong>en</strong> van<br />

bestaande gevoelige bestemming<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>malige to<strong>en</strong>ame van maximaal 10% van het<br />

totale aantal blootgesteld<strong>en</strong> toegestaan.<br />

Aangezi<strong>en</strong> het bestemmingsplan e<strong>en</strong> conservatief plan is, word<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> nieuwe<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> mogelijk gemaakt. Het plan draagt dus niet in betek<strong>en</strong>de mate bij aan de<br />

luchtverontreiniging. Tev<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> nieuwe gevoelige bestemming<strong>en</strong> in het plangebied<br />

gerealiseerd. Nadere toetsing van het plan aan de luchtkwaliteiteis<strong>en</strong> in de Wet milieubeheer is<br />

daarom niet noodzakelijk.<br />

4.4 Bodemkwaliteit<br />

De Wet bodembescherming richt zich op de bescherming van de bodem teg<strong>en</strong> verontreiniging<br />

<strong>en</strong> andere vorm<strong>en</strong> van aantasting. Op grond van de Wet bodembescherming is e<strong>en</strong>ieder die op<br />

of in de bodem handeling<strong>en</strong> verricht <strong>en</strong> die weet of redelijkerwijs had kunn<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> dat<br />

die handeling<strong>en</strong> de bodem verontreinig<strong>en</strong> of aantast<strong>en</strong>, verplicht alle maatregel<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong><br />

die redelijkerwijs van hem kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevergd om die verontreiniging of aantasting te<br />

voorkom<strong>en</strong>. Om dit te bereik<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op grond van de Wet miliebeheer regels gesteld om<br />

verontreiniging<strong>en</strong> door bedrijv<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>.<br />

Bij het opstell<strong>en</strong> van bestemmingsplann<strong>en</strong> is de vraag of de aanwezige bodemkwaliteit past bij<br />

het huidige of toekomstige gebruik van die bodem <strong>en</strong> of deze optimaal op elkaar kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> afgestemd. Het uitgangspunt hierbij is dat aanwezige bodemverontreiniging ge<strong>en</strong><br />

onaanvaardbaar risico oplevert voor de gebruikers van de bodem <strong>en</strong> dat de bodemkwaliteit<br />

niet verslechtert door grondverzet (bijvoorbeeld grondwerkzaamhed<strong>en</strong>).<br />

Aangezi<strong>en</strong> het bestemmingsplan e<strong>en</strong> conserver<strong>en</strong>d plan is, waarin uitsluit<strong>en</strong>d op<br />

perceelsniveau kleinschalige ontwikkeling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegestaan, is in het kader van het plan<br />

ge<strong>en</strong> nader onderzoek op het gebied van de bodemkwaliteit noodzakelijk.<br />

4.5 Bedrijvigheid<br />

Zowel de ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing als het milieubeleid stelt zich t<strong>en</strong> doel e<strong>en</strong> goede kwaliteit van<br />

het leefmilieu te handhav<strong>en</strong> <strong>en</strong> te bevorder<strong>en</strong>. Dit gebeurt onder andere door milieuzonering.<br />

Onder milieuzonering wordt verstaan het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de ruimtelijke scheiding<br />

tuss<strong>en</strong> milieubelast<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> of inrichting<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> milieugevoelige functies als<br />

won<strong>en</strong> <strong>en</strong> recreër<strong>en</strong> anderzijds. De ruimtelijke scheiding bestaat doorgaans uit het aanhoud<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> bepaalde afstand tuss<strong>en</strong> milieubelast<strong>en</strong>de <strong>en</strong> milieugevoelige functies. Die onderlinge<br />

afstand moet groter zijn naarmate de milieubelast<strong>en</strong>de functie het milieu sterker belast.<br />

Milieuzonering heeft twee doel<strong>en</strong>:<br />

• het voorkom<strong>en</strong> of zoveel mogelijk beperk<strong>en</strong> van hinder <strong>en</strong> gevaar bij woning<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere<br />

gevoelige functies;<br />

• het bied<strong>en</strong> van voldo<strong>en</strong>de zekerheid aan bedrijv<strong>en</strong> dat zij hun activiteit<strong>en</strong> duurzaam onder<br />

aanvaardbare voorwaard<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Voor het bepal<strong>en</strong> van de aan te houd<strong>en</strong> afstand<strong>en</strong> wordt uitgegaan van de VNG-uitgave<br />

"Bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> Milieuzonering" uit 2009. Deze uitgave bevat e<strong>en</strong> lijst, waarin voor e<strong>en</strong> hele<br />

reeks van milieubelast<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong> (naar SBI-code gerangschikt) richtafstand<strong>en</strong> zijn<br />

gegev<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van milieugevoelige functies.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

34


De lijst geeft richtafstand<strong>en</strong> voor de ruimtelijk relevante milieuaspect<strong>en</strong> geur, stof, geluid <strong>en</strong><br />

gevaar. De grootste van de vier richtafstand<strong>en</strong> is bepal<strong>en</strong>d voor de indeling van e<strong>en</strong><br />

milieubelast<strong>en</strong>de activiteit in e<strong>en</strong> milieucategorie <strong>en</strong> daarmee ook voor de uiteindelijke<br />

richtafstand. De richtafstand<strong>en</strong>lijst gaat uit van gemiddeld moderne bedrijv<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d<br />

is welke activiteit<strong>en</strong> concreet zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgeoef<strong>en</strong>d, kan gemotiveerd word<strong>en</strong> uitgegaan<br />

van de daadwerkelijk te verwacht<strong>en</strong> milieubelasting, in plaats van de richtafstand<strong>en</strong>. De<br />

afstand<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds de gr<strong>en</strong>s van de bestemming die de<br />

milieubelast<strong>en</strong>de functie(s) toelaat <strong>en</strong> anderzijds de dichtst daarbij geleg<strong>en</strong> situering van de<br />

gevel van e<strong>en</strong> milieugevoelige functie die op grond van het bestemmingsplan mogelijk is.<br />

Hoe gevoelig e<strong>en</strong> gebied is voor milieubelast<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong> is mede afhankelijk van het<br />

omgevingstype. In dit bestemmingsplan is uitgegaan van het omgevingstype "rustige<br />

woonwijk". E<strong>en</strong> rustige woonwijk is ingericht volg<strong>en</strong>s het principe van de functiescheiding:<br />

afgezi<strong>en</strong> van wijkgebond<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> vrijwel ge<strong>en</strong> andere functies voor; langs de<br />

rand<strong>en</strong> is weinig verstoring door verkeer. Vergelijkbaar met de rustige woonwijk zijn rustig<br />

buit<strong>en</strong>gebied, stiltegebied <strong>en</strong> natuurgebied.<br />

Daarvoor geld<strong>en</strong> dan ook dezelfde richtafstand<strong>en</strong>. Wanneer sprake is van omgevingstype<br />

"gem<strong>en</strong>gd gebied" kunn<strong>en</strong> de richtafstand<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> milieubelast<strong>en</strong>de functies <strong>en</strong><br />

richtafstand<strong>en</strong> met één afstandsstap verlaagd word<strong>en</strong>, zonder dat dit t<strong>en</strong> koste gaat van het<br />

woon- <strong>en</strong> leefklimaat.<br />

Milieucategorie Richtafstand<br />

1 10 m<br />

2 30 m<br />

3.1 50 m<br />

3.2 100 m<br />

4.1 200 m<br />

4.2 300 m<br />

5.1 500 m<br />

5.2 700 m<br />

5.3 1.000 m<br />

6 1.500 m<br />

Als input voor het bestemmingsplan zijn met behulp van de veldinv<strong>en</strong>tarisatie alle inrichting<strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> het plangebied geselecteerd. Per inrichting zijn de niet-gecorrigeerde milieucategorieën<br />

<strong>en</strong> milieuzones bepaald.<br />

Naast de geadviseerde milieuzonering voor bedrijv<strong>en</strong> op basis van de VNG brochure “Bedrijv<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> milieuzonering”, kunn<strong>en</strong> er ook nog afstandscriteria uit specifieke milieuwetgeving geld<strong>en</strong>.<br />

D<strong>en</strong>k hierbij aan de Wet milieubeheer, de agrarische geurwetgeving (Wgv) of de<br />

veiligheidsregelgeving (Bevi/Revi). Deze wetgeving geldt uiteindelijk als toetsingskader voor<br />

de toegestane milieueffect<strong>en</strong>.<br />

Binn<strong>en</strong> het plangebied bevindt zich het 'Dier<strong>en</strong>asiel <strong>Offem</strong>'. E<strong>en</strong> dier<strong>en</strong>asiel valt in de VNG<br />

brochure onder 'dier<strong>en</strong>asiels <strong>en</strong> -p<strong>en</strong>sions' (SBI-code 9609 A) <strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> milieucategorie<br />

3.2. Hiervoor geldt e<strong>en</strong> afstand van 30 m voor geur <strong>en</strong> e<strong>en</strong> afstand van 100 m continu voor<br />

geluid.<br />

Het terrein van SJC valt onder 'veldsportcomplex (met verlichting)' (SBI-code 931 G) <strong>en</strong> heeft<br />

e<strong>en</strong> milieucategorie van 3.1. Hiervoor geldt e<strong>en</strong> afstand van 50 m continu voor geluid.<br />

Het terrein waar dier<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getraind valt onder 'hond<strong>en</strong>dressuurterrein<strong>en</strong>' (SBI-code<br />

94991 B) <strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> milieucategorie van 3.1. Hiervoor geldt tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> afstand van 50 m<br />

continu voor geluid.<br />

T<strong>en</strong> zuidoost<strong>en</strong> van het dier<strong>en</strong>asiel bevindt zich e<strong>en</strong> rederij. E<strong>en</strong> rederij is qua<br />

omgevingsaspect<strong>en</strong> gelijk te stell<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> 'verhuurbedrijf voor transportmiddel<strong>en</strong> (excl.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

35


person<strong>en</strong>auto's)' uit de VNG-brochure (SBI-code 7739). Hiervoor is e<strong>en</strong> milieucategorie 3.1<br />

van toepassing, met e<strong>en</strong> grootste afstand van 50 m divers voor geluid.<br />

Tot slot bevindt zich e<strong>en</strong> zgn. brede school direct t<strong>en</strong> noord<strong>en</strong> van het plangebied. Dit valt<br />

onder 'schol<strong>en</strong> voor basis- <strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> voortgezet onderwijs' (SBI-code 852). Met<br />

milieucategorie 2 bedraagt de afstand voor geluid 30 meter.<br />

Doordat het plan conservatief van aard is <strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> nieuwe ontwikkeling<strong>en</strong> mogelijk word<strong>en</strong><br />

gemaakt bestaat vanuit het aspect bedrijvigheid ge<strong>en</strong> aanleiding tot nader onderzoek.<br />

4.6 Externe veiligheid<br />

Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> in hun bestemmingsplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere ruimtelijke besluit<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing<br />

houd<strong>en</strong> met de veiligheidsnorm<strong>en</strong> uit het Besluit externe veiligheid inrichting<strong>en</strong> (Bevi). Het<br />

besluit regelt hoe e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te moet omgaan met risico's voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bedrijf als<br />

gevolg van de aanwezigheid van gevaarlijke stoff<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bedrijf. Daartoe legt het besluit het<br />

plaatsgebond<strong>en</strong> risico vast <strong>en</strong> geeft het besluit e<strong>en</strong> verantwoordingsplicht voor het<br />

groepsrisico.<br />

Het plaatsgebond<strong>en</strong> risico, afgekort PR, geeft de kans aan dat iemand die zich e<strong>en</strong> jaar lang<br />

continu op e<strong>en</strong> plek bevindt, overlijdt door e<strong>en</strong> ongeval met gevaarlijke stoff<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> PR van<br />

10 -6 is deze kans 1 op 1.000.000. Het groepsrisico, afgekort GR, is de kans dat e<strong>en</strong> groep<br />

person<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> ongeval bij e<strong>en</strong> risicovolle activiteit overlijdt.<br />

Op grond van beide risico's kan e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te veiligheidsafstand<strong>en</strong> rond bedrijv<strong>en</strong> met<br />

gevaarlijke stoff<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>. Wanneer bedrijv<strong>en</strong> te dicht bij bijvoorbeeld woning<strong>en</strong> staan, zijn<br />

maatregel<strong>en</strong> nodig om toch aan de veiligheidsafstand<strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong>. Zo kan bijvoorbeeld in het<br />

uiterste geval het bedrijf word<strong>en</strong> verplaatst of de woning<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgebrok<strong>en</strong>.<br />

Omgevingsvisie Externe Veiligheid Holland Rijnland<br />

Om inhoud te gev<strong>en</strong> aan het externe veiligheidsbeleid, <strong>en</strong> om keuzes te mak<strong>en</strong> over de<br />

uitvoering ervan is de nota Omgevingsvisie Externe Veiligheid Holland Rijnland opgesteld.<br />

Hierin wordt het externe veiligheidsbeleid in de regio Holland Rijnland voor de kom<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong><br />

vastgelegd. Deze nota is nam<strong>en</strong>s de regio Holland Rijnland opgesteld door de Milieudi<strong>en</strong>st<br />

West-Holland, in sam<strong>en</strong>werking met de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van Holland Rijnland <strong>en</strong> de Regionale<br />

Brandweer Hollands Midd<strong>en</strong>.<br />

Externe veiligheidsbeleid is voor e<strong>en</strong> belangrijk deel ruimtelijk beleid. Deze nota schetst e<strong>en</strong><br />

aantal ruimtelijke beleidsuitgangspunt<strong>en</strong> op het gebied van externe veiligheid: gebiedsgerichte<br />

normstelling, clustering van risicovolle bedrijv<strong>en</strong>, het vaststell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> r<strong>out</strong>ering gevaarlijke<br />

stoff<strong>en</strong> <strong>en</strong> het niet meer toelat<strong>en</strong> van LPG-tankstations in de bebouwde kom.<br />

Deze beleidsuitgangspunt<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> door de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> door de regio, bijvoorbeeld in het<br />

Regionaal Structuur Plan, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgewerkt. Ook voor de uitvoering van het<br />

milieubeleid van de geme<strong>en</strong>te heeft deze nota gevolg<strong>en</strong>. Dat geldt met name voor het<br />

stimuler<strong>en</strong> van de risico veroorzak<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> om maatregel<strong>en</strong> te treff<strong>en</strong> de risico’s te<br />

beperk<strong>en</strong>. Ook zal in de vergunningverl<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> de handhaving aandacht aan de externe<br />

veiligheid besteed moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

36


Afbeelding - Risicokaart (globale plangr<strong>en</strong>s in blauw weergegev<strong>en</strong>, bron: provincie Zuid-Holland)<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

37


Inrichting<strong>en</strong><br />

Uit de risicokaart blijkt dat zich ge<strong>en</strong> gevaarlijke inrichting<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het plangebied bevind<strong>en</strong>.<br />

Wel bevindt zich e<strong>en</strong> kwetsbaar object in het plangebied, namelijk het clubgebouw bij de<br />

sportveld<strong>en</strong>.<br />

Aan de Schiestraat 9, direct t<strong>en</strong> noord<strong>en</strong> van het plangebied, is e<strong>en</strong> tankstation met LPG<br />

afleverinstallatie aanwezig van Texaco. Het tankstation heeft e<strong>en</strong> doorzet van minder dan 500<br />

m³ LPG per jaar <strong>en</strong> de inhoud van het ondergronds reservoir bedraagt 20 m³. Het vulpunt van<br />

het reservoir ligt aan de Gooweg met e<strong>en</strong> aparte opstelplaats voor de tankwag<strong>en</strong>. Het<br />

tankstation is e<strong>en</strong> categoriale inrichting. Het Besluit externe veiligheid inrichting<strong>en</strong> (Bevi) is<br />

daarop van toepassing. Het tankstation bezit e<strong>en</strong> plaatsgebond<strong>en</strong> risicocontour <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

groepsrisicocontour. De PR 10 -6 contour<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> echter nog aan de overzijde van de Nieuwe<br />

<strong>Offem</strong>weg <strong>en</strong> daarmee buit<strong>en</strong> het plangebied.<br />

De groepsrisicocontour van het tankstation strekt zich uit over het plangebied (invloedsgebied<br />

met e<strong>en</strong> straal van 150 m). In het kader van de herzi<strong>en</strong>ing van het bestemmingsplan<br />

‘Boechorst’ is het groepsrisico beoordeeld met behulp van het Stapp<strong>en</strong>plan<br />

groepsrisicoberek<strong>en</strong>ing LPG-tankstations (versie 6 juni 2008) van het RIVM. Er zijn twee<br />

sc<strong>en</strong>ario’s beoordeeld, te wet<strong>en</strong> e<strong>en</strong> maximale doorzet van 500 m³ <strong>en</strong> e<strong>en</strong> maximale doorzet<br />

van 1.000 m³ LPG per jaar. Bij de laatste is rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> groei van de doorzet.<br />

Uit de berek<strong>en</strong>ing blijkt dat de oriëntatiewaard<strong>en</strong> voor het groepsrisico niet word<strong>en</strong><br />

overschred<strong>en</strong> <strong>en</strong> derhalve ge<strong>en</strong> risicoberek<strong>en</strong>ing behoeft te word<strong>en</strong> uitgevoerd. Gelet op deze<br />

uitkomst wordt het groepsrisico aanvaardbaar geacht. De berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zijn als bijlage<br />

bijgevoegd.<br />

Buisleiding<strong>en</strong><br />

In het plangebied komt ge<strong>en</strong> transport van gevaarlijke stoff<strong>en</strong> via buisleiding<strong>en</strong> voor. T<strong>en</strong><br />

oost<strong>en</strong> van het plangebied loopt echter e<strong>en</strong> leiding over beukterrein richting de duin<strong>en</strong><br />

(noordelijke richting). Het plangebied valt binn<strong>en</strong> het invloedsgebied (480 m) vanaf de leiding<br />

t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het groepsrisico.<br />

Plaatsgebond<strong>en</strong> risico<br />

Volg<strong>en</strong>s de gegev<strong>en</strong>s van de Gasunie <strong>en</strong> de gegev<strong>en</strong>s op de risicokaart bevindt zich rond deze<br />

buisleiding nabij het plangebied ge<strong>en</strong> PR=10 -6 -contour. De norm voor het plaatsgebond<strong>en</strong><br />

risico vormt ge<strong>en</strong> belemmering voor het bestemmingsplan.<br />

Verantwoording groepsrisico<br />

De omvang van het invloedsgebied van e<strong>en</strong> buisleiding wordt bepaald door de afstand tot de<br />

1% letaliteitsgr<strong>en</strong>s die per hoge druk aardgasleiding moet word<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>d. Uit de gegev<strong>en</strong>s<br />

van de risicokaart <strong>en</strong> de Gasunie blijkt dat de 1% letaliteitcontour van hoge druk<br />

aardgasleiding A-560 is geleg<strong>en</strong> op 430 meter afstand van de hoge druk aardgasleiding.<br />

Binn<strong>en</strong> deze 430 meter zone ligg<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het plangebied agrarische grond<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot<br />

gedeelte van de sportveld<strong>en</strong> <strong>en</strong> het clubgebouw van voetbalver<strong>en</strong>iging SJC. Het betreff<strong>en</strong>de<br />

bestemmingsplan is conserver<strong>en</strong>d van aard waardoor het aantal person<strong>en</strong> in het plangebied<br />

binn<strong>en</strong> het invloedsgebied gelijk blijft.<br />

Het groepsrisico bij hoge druk aardgasleiding<strong>en</strong> wordt vrijwel volledig bepaald door de<br />

aanwezige person<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de 100% letaliteitcontour. De bevolking tuss<strong>en</strong> de 1% <strong>en</strong> 100%<br />

letaliteitcontour draagt niet significant bij aan de hoogte van het groepsrisico. De 100%<br />

letaliteitcontour van hoge druk aardgasleiding A-560 is geleg<strong>en</strong> op 180 meter afstand van de<br />

hoge druk aardgasleiding. De dichtstbijzijnde afstand tuss<strong>en</strong> het plangebied <strong>en</strong> de hoge druk<br />

aardgasleiding bedraagt 260 meter. Het plangebied is ruim buit<strong>en</strong> deze 100% letaliteitcontour<br />

geleg<strong>en</strong> (zie onderstaande figuur).<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

38


1%<br />

letaliteit<br />

Afbeelding - Invloedsgebied groepsrisico buisleidingA-560<br />

Omdat het plangebied buit<strong>en</strong> de 100% letaliteitcontour is geleg<strong>en</strong> zal de bevolking in het<br />

plangebied niet significant bijdrag<strong>en</strong> aan de hoogte van het groepsrisico. Verder leidt het<br />

bestemmingsplan vanwege het conserver<strong>en</strong>de karakter niet tot e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de<br />

person<strong>en</strong>dichtheid binn<strong>en</strong> het invloedsgebied <strong>en</strong> daarmee ook niet tot e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van het<br />

groepsrisico. E<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ing van het groepsrisico (berek<strong>en</strong>ing met het softwareprogramma<br />

CAROLA) is daarom vanuit rek<strong>en</strong>kundig oogpunt niet zinvol 1 . Uit de toelichting van het Bevb<br />

valt op te mak<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ing van het groepsrisico voor dergelijke situaties niet vereist<br />

is op grond van het Bevb. Op grond van het Bevb kan volstaan word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beperkte<br />

verantwoording van het groepsrisico waarbij aandacht wordt besteed aan de aspect<strong>en</strong><br />

rampbestrijding <strong>en</strong> zelfredzaamheid. In het plangebied zijn binn<strong>en</strong> het invloedsgebied (1%<br />

letaliteit) alle<strong>en</strong> person<strong>en</strong> aanwezig op de voetbalveld<strong>en</strong> <strong>en</strong> het clubgebouw van<br />

voetbalver<strong>en</strong>iging SJC. De aanwezige person<strong>en</strong> op deze locatie zijn zelfredzaam <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> in<br />

geval van e<strong>en</strong> calamiteit bij de hoge druk aardgasleiding zelf vlucht<strong>en</strong> naar veilig gebied.<br />

Bereikbaarheid<br />

E<strong>en</strong> aandachtspunt qua bereikbaarheid is het Hofv<strong>en</strong>nepark. Deze wijk heeft maar één<br />

ontsluiting namelijk op de Hogeweg. Er is ge<strong>en</strong> mogelijkheid om e<strong>en</strong> tweezijdige ontsluiting te<br />

realiser<strong>en</strong>, het betreft e<strong>en</strong> bestaande situatie.<br />

Bluswatervoorzi<strong>en</strong>ing<br />

Zowel bij voetbalver<strong>en</strong>iging SJC als op landgoed <strong>Offem</strong> is ge<strong>en</strong> primaire bluswatervoorzi<strong>en</strong>ing<br />

aanwezig. Het advies van de Veiligheidsregio Holland Midd<strong>en</strong> is om primaire<br />

bluswatervoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in de vorm van geboorde putt<strong>en</strong> op deze locaties te realiser<strong>en</strong>. Het<br />

bestemmingsplan staat de realisatie van deze voorzi<strong>en</strong>ing niet in de weg.<br />

Transportr<strong>out</strong>es<br />

De N206 aan de oostzijde van het plangebied is e<strong>en</strong> transportr<strong>out</strong>e voor gevaarlijke stoff<strong>en</strong>.<br />

De PR 10 -6 contour bedraagt volg<strong>en</strong>s de risicokaart echter 0 meter. De grootst g<strong>en</strong>oemde<br />

afstand is de PR 10 -8 contour (kans op overlijd<strong>en</strong> 1 op 100 miljo<strong>en</strong>, wanneer e<strong>en</strong> persoon zich<br />

e<strong>en</strong> jaar lang continu op e<strong>en</strong>zelfde plek bevindt) <strong>en</strong> bedraagt 102 meter. De N206 ligt echter<br />

op e<strong>en</strong> afstand van 125 m van het clubgebouw bij de sportveld<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> de PR 10 -8 contour<br />

word<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> nieuwe ontwikkeling<strong>en</strong> mogelijk gemaakt.<br />

1 Ter hoogte van het plangebied ligt het GR ruim onder de oriëntatiewaarde: Risicoberek<strong>en</strong>ing<br />

door ODWH, dd 8 februari 2011, k<strong>en</strong>merk 2011001599 tbv Indoorspeelplaats Van Berckelweg 32 te<br />

Noordwijk <strong>en</strong> saneringsonderzoek van de Gasunie van 2012 (zie brief Gasunie aan geme<strong>en</strong>te Noordwijk, 4<br />

juli 2012, k<strong>en</strong>merk OLT.W 12.4214).<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

100%<br />

letaliteit<br />

Leiding A-<br />

560<br />

39


Op 20 juli 2012 is de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoff<strong>en</strong> (cRvgs) deels<br />

herzi<strong>en</strong>. Hierin is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat in sommige gevall<strong>en</strong> de berek<strong>en</strong>ing van het plaatsgebond<strong>en</strong><br />

risico <strong>en</strong> het groepsrisico achterwege kan blijv<strong>en</strong>. Om dit te beoordel<strong>en</strong> zijn in de<br />

conceptversie van het HART (Handleiding Risicoanalyse Transport, waar de circulaire naar<br />

verwijst) zog<strong>en</strong>aamde vuistregels opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Op basis van deze vuistregels kan e<strong>en</strong> goede<br />

indicatie word<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong> of bij e<strong>en</strong> bepaalde vervoersstroom het plaatsgebond<strong>en</strong> risico<br />

kleiner is dan 10 -6 per jaar. Ook kan met behulp van de vuistregels e<strong>en</strong> goede indicatie word<strong>en</strong><br />

verkreg<strong>en</strong> of het groepsrisico onder de 0,1 keer de orië ntatiewaarde blijft. De vuistregels die<br />

van toepassing zijn voor de situatie in Noordwijk zijn:<br />

• E<strong>en</strong> weg buit<strong>en</strong> de bebouwde kom heeft ge<strong>en</strong> PR 10 -5 contour;<br />

• Wanneer het aantal GF3 (LPG, leid<strong>en</strong>de stof voor het bepal<strong>en</strong> van het groepsrisico) lager is<br />

dan 500 transport<strong>en</strong> per jaar, heeft de weg ge<strong>en</strong> 10 -6 contour;<br />

• Wanneer de vervoersstroom gevaarlijke stoff<strong>en</strong> in tankwag<strong>en</strong>s stoff<strong>en</strong> bevat uit de<br />

categorie LT3, GT4 of GT5 moet er word<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d (deze stoff<strong>en</strong> zijn niet aanwezig op<br />

basis van e<strong>en</strong> quickscan);<br />

• Wanneer het aantal GF3 transport<strong>en</strong> minder is dan 304, wordt de oriëntatiewaarde niet<br />

overschred<strong>en</strong>;<br />

• Wanneer het aantal GF3 transport<strong>en</strong> minder is dan 3040, wordt 10% van de<br />

oriëntatiewaarde niet overschred<strong>en</strong>.<br />

Aangezi<strong>en</strong> er slechts 190 transport<strong>en</strong> per jaar plaatsvind<strong>en</strong> over de N206, is op basis van de<br />

vuistregels in HART geconcludeerd dat e<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de berek<strong>en</strong>ing niet nodig is. Het aantal<br />

transport<strong>en</strong>, de afstand van de weg tot het plangebied <strong>en</strong> de bevolkingsdichtheid is hiervoor te<br />

laag. Tev<strong>en</strong>s blijkt hieruit dat de oriëntatiewaarde niet wordt overschred<strong>en</strong>. Gelet op deze<br />

uitkomst wordt het groepsrisico aanvaardbaar geacht.<br />

4.7 Natuur <strong>en</strong> ecologie<br />

In Nederland wordt de natuur beschermd op basis van gebiedsbescherming <strong>en</strong><br />

soort<strong>en</strong>bescherming.<br />

4.7.1 Gebiedsbescherming<br />

De volg<strong>en</strong>de natuurgebied<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> van invloed zijn op het project:<br />

• Natura 2000;<br />

• Beschermde natuurmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>;<br />

• Ecologische hoofdstructuur.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

Afbeelding - Gebiedsbescherming<br />

in het plangebied <strong>en</strong> omgeving<br />

(globale plangr<strong>en</strong>s in rood<br />

weergegev<strong>en</strong>)<br />

40


Natura 2000<br />

Binn<strong>en</strong> de Europese Unie wordt beoogd e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d netwerk van leefgebied<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

soort<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>, Natura 2000 g<strong>en</strong>aamd. De Vogel- <strong>en</strong> Habitatrichtlijngebied<strong>en</strong> mak<strong>en</strong><br />

hiervan deel uit. Voor beschermde Natura 2000-gebied<strong>en</strong> geldt dat er door project<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

handeling<strong>en</strong> (in of in de nabijheid van het Natura 2000-gebied) ge<strong>en</strong> verslechtering van de<br />

kwaliteit van de habitats of e<strong>en</strong> verstor<strong>en</strong>d effect op de soort<strong>en</strong> waarvoor het gebied is<br />

aangewez<strong>en</strong> mag optred<strong>en</strong> (Natuurbeschermingswet).<br />

In de omgeving van het plangebied ligg<strong>en</strong> de Natura 2000-gebied<strong>en</strong> 'Coepelduyn<strong>en</strong>' <strong>en</strong><br />

'K<strong>en</strong>nemerland-Zuid'. Het bestemmingsplan maakt echter ge<strong>en</strong> ontwikkeling<strong>en</strong> mogelijk die<br />

van invloed kunn<strong>en</strong> zijn op de instandhoudingsdoelstelling<strong>en</strong> van de Natura 2000-gebied<strong>en</strong>.<br />

Beschermde natuurmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Beschermde natuurgebied<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> als doel om gebied<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> natuurwet<strong>en</strong>schappelijk of<br />

landschappelijke betek<strong>en</strong>is te vrijwar<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> ingrep<strong>en</strong>. De aanwijzing vindt op Rijksniveau<br />

plaats. Voor beschermde natuurmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> geldt dat het verbod<strong>en</strong> is om handeling<strong>en</strong> te<br />

verricht<strong>en</strong> die schadelijk zijn voor de wez<strong>en</strong>lijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het natuurmonum<strong>en</strong>t, t<strong>en</strong>zij<br />

er e<strong>en</strong> vergunning kan word<strong>en</strong> verle<strong>en</strong>d (Natuurbeschermingswet). In of nabij het plangebied<br />

kom<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> beschermde natuurmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor.<br />

Ecologische hoofdstructuur<br />

Door nieuwe natuur te ontwikkel<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> natuurgebied<strong>en</strong> met elkaar word<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong>. Zo<br />

kunn<strong>en</strong> plant<strong>en</strong> zich over verschill<strong>en</strong>de natuurgebied<strong>en</strong> verspreid<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong> van het <strong>en</strong>e<br />

naar het andere gebied gaan. Het totaal van al deze gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verbinding<strong>en</strong> ertuss<strong>en</strong><br />

vormt de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) van Nederland. Op basis van de provinciale<br />

omgevingsverord<strong>en</strong>ing zijn ingrep<strong>en</strong> in de EHS alle<strong>en</strong> mogelijk in situaties wanneer de ingreep<br />

'van groot op<strong>en</strong>baar belang' is <strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> alternatiev<strong>en</strong> mogelijk zijn.<br />

Grote del<strong>en</strong> van het plangebied mak<strong>en</strong> deel uit van de EHS. Zo mak<strong>en</strong> de boss<strong>en</strong> van het<br />

landgoed deel uit van de EHS-natuur <strong>en</strong> zijn de Dinsdagsche <strong>en</strong> Wo<strong>en</strong>sdagsche Watering<br />

aangewez<strong>en</strong> als ecologische verbindingszones.<br />

Doordat het bestemmingsplan conservatief van aard is, word<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> nieuwe ontwikkeling<strong>en</strong><br />

mogelijk gemaakt die kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot significante aantasting van de voorkom<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong>.<br />

De bescherming van de waard<strong>en</strong> wordt gewaarborgd door middel van de bestemming<strong>en</strong> die<br />

aan het plangebied word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d.<br />

4.7.2 Soortbescherming<br />

De Flora- <strong>en</strong> Faunawet beschermt e<strong>en</strong> groot aantal in het wild lev<strong>en</strong>de plant<strong>en</strong>- <strong>en</strong> diersoort<strong>en</strong>,<br />

ook buit<strong>en</strong> beschermde natuurgebied<strong>en</strong>. De wet verbiedt e<strong>en</strong> aantal handeling<strong>en</strong> die kunn<strong>en</strong><br />

leid<strong>en</strong> tot schade aan (populaties of individu<strong>en</strong> van) beschermde soort<strong>en</strong> (algem<strong>en</strong>e<br />

verbodsbepaling<strong>en</strong>).<br />

Wanneer het bestemmingsplan handeling<strong>en</strong> mogelijk maakt die beschermde plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> bedreig<strong>en</strong>, is het verplicht om vooraf te toets<strong>en</strong> of deze plann<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot<br />

overtreding van algem<strong>en</strong>e verbodsbepaling<strong>en</strong>. Wanneer dit het geval dreigt te zijn, moet<br />

onderzocht word<strong>en</strong> of er maatregel<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om dit te voorkom<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong><br />

dit niet mogelijk is di<strong>en</strong><strong>en</strong> de gevolg<strong>en</strong> voor beschermde soort<strong>en</strong> zoveel mogelijk beperkt te<br />

word<strong>en</strong>.<br />

Doordat het bestemmingsplan conservatief van aard is, word<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> nieuwe ontwikkeling<strong>en</strong><br />

mogelijk gemaakt die leid<strong>en</strong> tot dergelijke handeling<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>tueel noodzakelijke handeling<strong>en</strong><br />

die alsnog kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot aantasting van voorkom<strong>en</strong>de beschermde plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong><br />

(d<strong>en</strong>k aan het slop<strong>en</strong> van bebouwing, kapp<strong>en</strong> van bom<strong>en</strong>, etc.) word<strong>en</strong> gekoppeld aan e<strong>en</strong><br />

omgevingsvergunning <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> slechts word<strong>en</strong> uitgevoerd wanneer burgemeester <strong>en</strong><br />

wethouders daartoe de vergunning verl<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Voor de volledigheid wordt vermeld dat in de Flora- <strong>en</strong> faunawet e<strong>en</strong> zorgplicht is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Dit houdt in dat iedere<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de zorg in acht di<strong>en</strong>t te nem<strong>en</strong> voor de in het wild lev<strong>en</strong>de<br />

plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor hun leefomgeving. De zorgplicht geldt voor alle plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong>,<br />

ook wanneer deze niet specifiek zijn beschermd.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

41


4.8 Archeologie <strong>en</strong> cultuurhistorie<br />

Sinds 2007 is in Nederland de Wet op de archeologische monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>zorg van kracht, die de<br />

volledige implem<strong>en</strong>tatie van het Verdrag van Malta (1992) in de Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>wet (1988)<br />

betek<strong>en</strong>t. Op basis van de Wet op de archeologische Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>zorg is de overheid verplicht<br />

om bij het vaststell<strong>en</strong> van ruimtelijke plann<strong>en</strong> ook de archeologische (verwachtings)waard<strong>en</strong><br />

bij de planvorming te betrekk<strong>en</strong>. In paragraaf 3.3.2 zijn de verwachtingswaard<strong>en</strong> voor het<br />

gebied reeds weergegev<strong>en</strong>. Hieraan zijn de planregels gekoppeld. Het bestemmingsplan maakt<br />

ge<strong>en</strong> nieuwe ontwikkeling<strong>en</strong> mogelijk waarvoor archeologisch onderzoek nodig is.<br />

Behalve e<strong>en</strong> waardevol bodemarchief kan er ook sprake zijn waardevolle bebouwing. Het kan<br />

daarbij gaan om rijksmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> of geme<strong>en</strong>telijke monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Rijksmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn<br />

beschermd op basis van de Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>wet (1988). Geme<strong>en</strong>telijke monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn<br />

beschermd op basis van de geme<strong>en</strong>telijke monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>verord<strong>en</strong>ing. E<strong>en</strong> vertaling van deze<br />

regelgeving in het bestemmingsplan leidt tot dubbele toetsingskaders. In paragraaf 3.3.2 is<br />

reeds aangegev<strong>en</strong> welke onderdel<strong>en</strong> van het landgoed zijn aangewez<strong>en</strong> als rijksmonum<strong>en</strong>t. De<br />

bescherming daarvan is reeds geregeld in de Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>wet. Er zijn voor het overige ge<strong>en</strong><br />

rijks- of geme<strong>en</strong>telijke monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in het plangebied aanwezig.<br />

4.9 Water<br />

De watertoets houdt in dat vroegtijdig in het planvormingsproces rek<strong>en</strong>ing moet word<strong>en</strong><br />

gehoud<strong>en</strong> met de waterhuishouding in het plangebied. Sinds 2003 bestaat de wettelijke<br />

verplichting om de watertoets bij ruimtelijke plann<strong>en</strong> <strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> te betrekk<strong>en</strong>. Daarom moet<br />

in e<strong>en</strong> vroegtijdig stadium van de planvorming overleg plaatsvind<strong>en</strong> met de waterbeheerder.<br />

In e<strong>en</strong> dergelijk overleg wordt stilgestaan bij de consequ<strong>en</strong>ties van het nieuwe ruimtelijke plan<br />

t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de waterhuishouding <strong>en</strong> mogelijk te nem<strong>en</strong> waterhuishoudkundige<br />

maatregel<strong>en</strong>. De watertoets is in de toelichting bij het bestemmingsplan opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de<br />

vorm van de waterparagraaf.<br />

Beschrijving van het watersysteem<br />

Het watersysteem binn<strong>en</strong> het gebied maakt deel uit van de boezem. Aan de noord- <strong>en</strong><br />

zuidzijde ligg<strong>en</strong> de Wo<strong>en</strong>sdagse <strong>en</strong> de Dinsdagse Wetering. Dit zijn primaire watergang<strong>en</strong> die<br />

ess<strong>en</strong>tieel zijn voor de afvoer. Binn<strong>en</strong> het gebied ligg<strong>en</strong> nog diverse overige watergang<strong>en</strong> die<br />

in op<strong>en</strong> verbinding of met duikers in verbinding staan met de Wo<strong>en</strong>sdagse <strong>en</strong> de Dinsdagse<br />

Wetering.<br />

Gevolg<strong>en</strong> van het bestemmingsplan op het watersysteem<br />

Dit bestemmingsplan hoofdzakelijk conservatief van aard is maakt ge<strong>en</strong> nieuwe ontwikkeling<strong>en</strong><br />

mogelijk. Bij ev<strong>en</strong>tuele ondergeschikte nieuwbouw (d<strong>en</strong>k aan bijgebouw<strong>en</strong> of vergunningsvrije<br />

bouwwerk<strong>en</strong>) is het belangrijk dat ge<strong>en</strong> uitlog<strong>en</strong>de bouwmaterial<strong>en</strong> (zoals koper, lood of zink)<br />

word<strong>en</strong> gebruikt.<br />

De Dinsdagsche Watering wordt in de huidige situatie gebruikt voor de recreatievaart. In<br />

onderhavig bestemmingsplan wordt dit gebruik opnieuw toegestaan.<br />

De waterbeheerder in het plangebied is het Hoogheemraadschap van Rijnland. Het<br />

bestemmingsplan is in het kader van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing toegestuurd aan<br />

het hoogheemraadschap.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

42


5. Juridische Planbeschrijving<br />

5.1 Algeme<strong>en</strong><br />

De Wet ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing (Wro) <strong>en</strong> het Besluit ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing (Bro) stell<strong>en</strong> de<br />

digitalisering van ruimtelijke plann<strong>en</strong> <strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s daartoe gestelde standaard<strong>en</strong><br />

verplicht.<br />

Het nieuwe Bro stelt verplicht dat e<strong>en</strong> bestemmingsplan in digitale vorm volg<strong>en</strong>s de rostandaard<strong>en</strong><br />

voor de digitalisering wordt vastgesteld <strong>en</strong> dat daarvan tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> analoge<br />

verbeelding wordt vastgesteld.<br />

Het voorligg<strong>en</strong>de bestemmingsplan voldoet aan de standaard<strong>en</strong> voor vergelijkbaarheid, zijnde<br />

SVBP 2008, <strong>en</strong> is e<strong>en</strong> digitaal plan.<br />

5.2 Planvorm<br />

Het bestemmingsplan is voor het grootste deel opgezet als e<strong>en</strong> bestemmingsplan, bedoeld in<br />

artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing (Wro). Verl<strong>en</strong>ing van e<strong>en</strong> 'omgevingsvergunning<br />

voor het bouw<strong>en</strong>' (per 1 oktober 2010 nieuwe terminologie ingevolge Wet algem<strong>en</strong>e<br />

bepaling<strong>en</strong> omgevingsrecht (Wabo); was: 'bouwvergunning') is direct mogelijk.<br />

De ruimtelijke indeling van het gebied, alsmede de toegestane functies <strong>en</strong> mat<strong>en</strong> zijn op de<br />

verbeelding <strong>en</strong> in de regels geregeld.<br />

Regels<br />

Het is w<strong>en</strong>selijk dat het bestemmingsplan de mogelijkheid biedt om in te spel<strong>en</strong> op redelijke<br />

<strong>en</strong> acceptabele veranderingsw<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Daartoe wordt gebruik gemaakt van de mogelijkhed<strong>en</strong><br />

die de Wro biedt, in de vorm van de daarin opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamde flexibiliteitbepaling<strong>en</strong><br />

namelijk de bevoegdheid van burgemeester <strong>en</strong> wethouders om 'bij e<strong>en</strong> omgevingsvergunning<br />

af te wijk<strong>en</strong> van .....', ex artikel 3.6 lid 1 c Wro (per 1 oktober 2010 nieuwe terminologie<br />

ingevolge Wabo; was: 'ontheffing') <strong>en</strong> het plan te wijzig<strong>en</strong>, ex artikel 3.6 lid 1 a Wro.<br />

De bedoelde afwijkings- <strong>en</strong> wijzigingsbevoegdhed<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de 'objectief' begr<strong>en</strong>sd te<br />

zijn. De kwantitatieve omvang/reikwijdte ervan is vaak al in de betreff<strong>en</strong>de regels zelf<br />

bepaald.<br />

De regels zijn als volgt gestructureerd:<br />

• hoofdstuk 1 van de regels geeft de algem<strong>en</strong>e bepaling<strong>en</strong> weer. Het betreft de<br />

begripsbepaling<strong>en</strong> (artikel 1), waarin de in het plan voorkom<strong>en</strong>de begripp<strong>en</strong>, voor zover<br />

nodig, word<strong>en</strong> gedefinieerd. In artikel 2 'wijze van met<strong>en</strong>' wordt aangegev<strong>en</strong> hoe de<br />

voorgeschrev<strong>en</strong> maatvoering (zoals goothoogte, bouwhoogte inhoud <strong>en</strong> oppervlakte) in het<br />

plan gemet<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong>.<br />

• in hoofdstuk 2 zijn de in het plan voorkom<strong>en</strong>de bestemming<strong>en</strong> geregeld. In ieder artikel is<br />

per bestemming bepaald welk gebruik van de grond<strong>en</strong> is toegestaan <strong>en</strong> welke<br />

bebouwingsregels er geld<strong>en</strong>. Tev<strong>en</strong>s zijn waar gew<strong>en</strong>st flexibiliteitsbepaling<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Uitgangspunt daarbij is geweest om t<strong>en</strong> minste de bestaande planologische situatie te<br />

bestemm<strong>en</strong>;<br />

• in hoofdstuk 3 staan algem<strong>en</strong>e bepaling<strong>en</strong> die, in aanvulling op de bestemmingsbepaling<strong>en</strong><br />

in hoofdstuk 2, in principe voor het hele plangebied geld<strong>en</strong>. Hierbij kan word<strong>en</strong> gedacht aan<br />

de algem<strong>en</strong>e 'afwijkingsregels' (per 1 oktober 2010 nieuwe terminologie ingevolge Wabo;<br />

was: 'ontheffingsregels'), die het college van burgemeester <strong>en</strong> wethouders de bevoegdheid<br />

geeft om op ondergeschikte punt<strong>en</strong> van de regels in hoofdstuk 2 af te wijk<strong>en</strong>;<br />

• hoofdstuk 4 van de regels heeft betrekking op het overgangsrecht <strong>en</strong> de slotbepaling.<br />

De omschrijving van e<strong>en</strong> aantal (kern)begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> meetwijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> de naamgeving van<br />

bepaalde onderdel<strong>en</strong> van de regels is overig<strong>en</strong>s letterlijk voorgeschrev<strong>en</strong> in de Standaard<br />

Vergelijkbare bestemmingsplann<strong>en</strong> SVBP2008 (met bijbehor<strong>en</strong>de werkafsprak<strong>en</strong>), onderdeel<br />

van de ministeriële Regeling standaard<strong>en</strong> ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

43


Verbeelding<br />

Op de verbeelding van het bestemmingsplan (de plankaart) wordt door middel van letters,<br />

cijfers, lijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanduiding<strong>en</strong> het toegestane gebruik van de grond<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mogelijke<br />

bouwhoogtes/volumes aangegev<strong>en</strong>.<br />

Als ondergrond is e<strong>en</strong> topografische kaart gehanteerd. Daarmee kan exact word<strong>en</strong> bepaald<br />

waar het plan is geleg<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe begr<strong>en</strong>zing<strong>en</strong> lop<strong>en</strong>. Om de goede leesbaarheid van de<br />

plankaart te waarborg<strong>en</strong> is voor wat betreft de analoge verbeelding gekoz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> schaal<br />

van 1:1000. De analoge verbeelding is voorzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> leg<strong>en</strong>da <strong>en</strong> e<strong>en</strong> noordpijl. Het<br />

plangebied van het bestemmingsplan is aan de hand van e<strong>en</strong> plangr<strong>en</strong>s (bolletjeslijn) op de<br />

verbeelding weergegev<strong>en</strong>.<br />

5.3 Opbouw regels<br />

5.3.1 Inleid<strong>en</strong>de regels<br />

Het betreft de begripsbepaling<strong>en</strong> (artikel 1), waarin de in het plan voorkom<strong>en</strong>de begripp<strong>en</strong>,<br />

voor zover nodig, word<strong>en</strong> gedefinieerd. In artikel 2 'wijze van met<strong>en</strong>' wordt aangegev<strong>en</strong> hoe<br />

de voorgeschrev<strong>en</strong> maatvoering (zoals goothoogte, bouwhoogte inhoud <strong>en</strong> oppervlakte) in het<br />

plan gemet<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> aantal bepaling<strong>en</strong> in artikel 1 <strong>en</strong> 2 zijn voorgeschrev<strong>en</strong> door<br />

de wetgever.<br />

5.3.2 Bestemmingsregels<br />

Enkelbestemming<strong>en</strong><br />

Agrarisch - Boll<strong>en</strong>teelt - Boll<strong>en</strong>zone 2<br />

Grond<strong>en</strong> met deze bestemming zijn bestemd voor de uitoef<strong>en</strong>ing van e<strong>en</strong> boll<strong>en</strong>teeltbedrijf <strong>en</strong><br />

voor behoud, versterking <strong>en</strong> herstel van de voorkom<strong>en</strong>de natuur-, landschaps- <strong>en</strong><br />

cultuurhistorische waard<strong>en</strong>, zoals op<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> boll<strong>en</strong>veld<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> de bestemming is voor<br />

h<strong>out</strong>opstand<strong>en</strong> de aanduiding 'h<strong>out</strong>wal' opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

In de regels is e<strong>en</strong> tabel opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> met de nev<strong>en</strong>functies die bij recht zijn toegestaan,<br />

gekoppeld aan e<strong>en</strong> maximale oppervlakte maat.<br />

Agrarisch - Grondgebond<strong>en</strong> veehouderij - Waardevolle grasland<strong>en</strong><br />

De grond<strong>en</strong> met deze bestemming zijn bestemd voor de uitef<strong>en</strong>ing van e<strong>en</strong> grondgebond<strong>en</strong><br />

veehouderijbedrijf <strong>en</strong> voor behoud, versterking <strong>en</strong> herstel van de voorkom<strong>en</strong>de natuur-,<br />

landschaps- <strong>en</strong> cultuurhistorische waard<strong>en</strong>, zoals karakteristieke grasland<strong>en</strong>, h<strong>out</strong>wall<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

waardevolle oever- <strong>en</strong> slootvegetatie.<br />

De volkstuin<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> aanduiding 'volkstuin<strong>en</strong>' gekreg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> deel van de grond<strong>en</strong><br />

mag gebruikt word<strong>en</strong> voor dier<strong>en</strong>training. Dit is aangegev<strong>en</strong> met de aanduiding 'specifieke<br />

vorm van sport - dier<strong>en</strong>training'. Binn<strong>en</strong> de bestemming is voor h<strong>out</strong>opstand<strong>en</strong> de aanduiding<br />

'h<strong>out</strong>wal' opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Op de grond<strong>en</strong> staat al e<strong>en</strong> aantal bedrijfsgebouw<strong>en</strong>. Voor de maatvoering is aansluiting<br />

gezocht bij de maat van de aanwezige bebouwing.<br />

In de regels is e<strong>en</strong> tabel opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> met de nev<strong>en</strong>functies die bij recht zijn toegestaan,<br />

gekoppeld aan e<strong>en</strong> maximale oppervlakte maat.<br />

Bedrijf<br />

Binn<strong>en</strong> de bedrijfsbestemming zijn bedrijv<strong>en</strong> toegestaan die zijn aangewez<strong>en</strong> als categorie 1 of<br />

2 in de Staat van Bedrijfsactiviteit<strong>en</strong>, zoals in de regels van dit plan is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Op deze<br />

grond<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> bedrijfsgebouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere bouwwerk<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de op de verbeelding<br />

aangegev<strong>en</strong> bouwvlakk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebouwd. Ter plaatse van de aanduiding 'dier<strong>en</strong>asiel' is e<strong>en</strong><br />

dier<strong>en</strong>asiel toegestaan.<br />

Bos<br />

Grond<strong>en</strong> met deze bestemming zijn bestemd voor het behoud <strong>en</strong> herstel van de<br />

natuurwet<strong>en</strong>schappelijke, ecologische <strong>en</strong> waterhuishoudkundige waard<strong>en</strong>, zoals boss<strong>en</strong>,<br />

andere h<strong>out</strong>opstand<strong>en</strong>, boomgroep<strong>en</strong>, tuin<strong>en</strong>, grasland<strong>en</strong>, waterlop<strong>en</strong> <strong>en</strong> pad<strong>en</strong>. Het betreft<br />

grot<strong>en</strong>deels de grond<strong>en</strong> van het landgoed <strong>Offem</strong> zelf. Alle<strong>en</strong> bouwwerk<strong>en</strong> t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>ste van het<br />

onderhoud <strong>en</strong> beheer van deze grond<strong>en</strong> zijn toegestaan.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

44


In afwijking hiervan kunn<strong>en</strong> burgemeester <strong>en</strong> wethouders e<strong>en</strong> omgevingsvergunning verl<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

voor t<strong>en</strong> hoogste twee gebouw<strong>en</strong> voor onderhoud <strong>en</strong> beheer.<br />

Voor het uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> werk, ge<strong>en</strong> bouwwerk zijnde, of van werkzaamhed<strong>en</strong> is e<strong>en</strong><br />

omgevingsvergunningstelsel van toepassing.<br />

Maatschappelijk<br />

De grond<strong>en</strong> met deze bestemming <strong>en</strong> de nadere aanduiding 'dier<strong>en</strong>asiel' zijn bestemd voor het<br />

aanwezige dier<strong>en</strong>asiel. Alle<strong>en</strong> bedrijfsgebouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere bouwwerk<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

opgericht. De bouwwerk<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de op de verbeelding aangegev<strong>en</strong><br />

bouwvlakk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebouwd <strong>en</strong> mog<strong>en</strong> niet hoger zijn dan de aangegev<strong>en</strong> maximale<br />

bouwhoogte.<br />

Sport<br />

Grond<strong>en</strong> met deze bestemming zijn bestemd voor het veldsportcomplex met de bijbehor<strong>en</strong>de<br />

voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zoals het clubhuis. Uitsluit<strong>en</strong> gebouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere bouwwerk<strong>en</strong> zijn toegestaan<br />

binn<strong>en</strong> de op de verbeelding aangegev<strong>en</strong> bouwvlakk<strong>en</strong>. Ook hier geldt dat de bouwhoogte niet<br />

hoger mag zijn dan de aangegev<strong>en</strong> maximale bouwhoogte. Ter plaatse van de aanwezige<br />

ant<strong>en</strong>nemast geldt e<strong>en</strong> aparte aanduiding <strong>en</strong> e<strong>en</strong> maximale bouwhoogte van 35 meter.<br />

Tuin<br />

Deze grond<strong>en</strong> zijn bestemd voor tuin<strong>en</strong>. Het betreft de tuin<strong>en</strong> bij de aanwezige woning<strong>en</strong> in<br />

het plangebied. Alle<strong>en</strong> bestaande gebouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> overkapping<strong>en</strong> zijn toegestaan <strong>en</strong> andere<br />

bouwwerk<strong>en</strong> zoals erf- of perceelsafscheiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> tuinmeubilair.<br />

In afwijking van de bouwregels kunn<strong>en</strong> burgemeester <strong>en</strong> wethouders e<strong>en</strong><br />

omgevingsvergunning verl<strong>en</strong><strong>en</strong> voor het bouw<strong>en</strong> van gebouw<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> woning of e<strong>en</strong> ander<br />

gebouw. Het betreft bijvoorbeeld de bouw van erkers, berging<strong>en</strong> <strong>en</strong> ingangspartij<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong><br />

deze bestemming is het toegestaan te parker<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> in de aangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de bestemming e<strong>en</strong><br />

garage aanwezig is.<br />

Verkeer<br />

De aanwezige (op<strong>en</strong>bare) weg<strong>en</strong> in het plangebied zijn bestemd als 'Verkeer'. Het gaat daarbij<br />

onder andere om weg<strong>en</strong> met maximaal twee rijstrok<strong>en</strong>, fiets- <strong>en</strong> voetpad<strong>en</strong>, gro<strong>en</strong>- <strong>en</strong><br />

parkeervoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, speelvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, waterpartij<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bijbehor<strong>en</strong>de voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>,<br />

zoals nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

Toegestane bouwwerk<strong>en</strong> zijn ondergeschikte gebouw<strong>en</strong>, brugg<strong>en</strong>, viaduct<strong>en</strong> <strong>en</strong> duikers <strong>en</strong><br />

andere bouwwerk<strong>en</strong> zoals lichtmast<strong>en</strong> <strong>en</strong> straatmeubilair. Voor de bouwwerk<strong>en</strong> is e<strong>en</strong><br />

maximale bouwhoogte opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de regels.<br />

Water<br />

De Dinsdagsche Watering <strong>en</strong> Wo<strong>en</strong>sdagsche Watering zijn bestemd als 'Water'. Deze grond<strong>en</strong><br />

zijn bedoeld voor watergang<strong>en</strong>, -partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> oeverstrok<strong>en</strong>, waterhuishouding, ext<strong>en</strong>sieve<br />

op<strong>en</strong>luchtrecreatie (zoals viss<strong>en</strong> of var<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de bijbehor<strong>en</strong>de voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

Uitsluit<strong>en</strong>d andere bouwwerk<strong>en</strong> voor deze bestemming zijn toegestaan, zoals duikers, brugg<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> beschoeiing<strong>en</strong>.<br />

Won<strong>en</strong><br />

Deze grond<strong>en</strong> zijn bestemd voor won<strong>en</strong>, beroep aan huis <strong>en</strong> tuin<strong>en</strong> <strong>en</strong> erv<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> de<br />

woonbestemming<strong>en</strong> zijn bouwvlakk<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, waarbinn<strong>en</strong> het bebouwingsperc<strong>en</strong>tage<br />

100% bedraagt. De bouwvlakk<strong>en</strong> zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> conform het viger<strong>en</strong>de beleid uit de 1 e<br />

herzi<strong>en</strong>ing van het bestemmingsplan <strong>Offem</strong> 1983. Dat wil zegg<strong>en</strong> dat er 4 meter t<strong>en</strong> opzichte<br />

van de zijdelingse perceelgr<strong>en</strong>s is aangehoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> 8 meter t<strong>en</strong> opzichte van het landgoed.<br />

Wanneer sprake is van de ligging van e<strong>en</strong> woonbestemming naast de bestemming 'Bos' of<br />

'Water', dan loopt het bouwvlak tot aan die bestemming. De som van de afstand van de<br />

woning tot de zijdelingse perceelsgr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> moet 12 meter zijn.<br />

Voor de maximale inhoudsmat<strong>en</strong> van woning<strong>en</strong> in het Hofv<strong>en</strong>nepark zijn aanduiding<strong>en</strong> op de<br />

verbeelding opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Afhankelijk van de aanduiding mog<strong>en</strong> woning<strong>en</strong> maximaal e<strong>en</strong><br />

inhoudsmaat van 1.250 m³ dan wel 1.500 m³ hebb<strong>en</strong>. Op de verbeelding is aangegev<strong>en</strong> wat<br />

de maximale goot- <strong>en</strong> bouwhoogte is van de woning<strong>en</strong>. Aan- of uitbouw<strong>en</strong>, bijgebouw<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

overkapping<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> ook buit<strong>en</strong> de op de verbeelding aangegev<strong>en</strong> bouwvlakk<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

gebouwd.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

45


De oppervlakte van beroep <strong>en</strong> bedrijf aan huis mag niet meer bedrag<strong>en</strong> dan 33% van de totale<br />

brutovloeroppervlakte van de betreff<strong>en</strong>de woning <strong>en</strong> de aan- of uitbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijgebouw<strong>en</strong>, tot<br />

e<strong>en</strong> maximum van 50 m 2 . Horeca, detailhandel of groothandel <strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong> die zijn aangeduid<br />

als categorie 1 of 2 (met uitzondering van bed & breakfast <strong>en</strong> gastouderopvang) op de in de<br />

regels opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> Staat van Bedrijfsactiviteit<strong>en</strong> zijn niet toegestaan. Ook is het gebruik van<br />

lichtreclame niet toegestaan.<br />

Het won<strong>en</strong> in vrijstaande bijgebouw<strong>en</strong> is niet toegestaan <strong>en</strong> is daarom aangemerkt als e<strong>en</strong><br />

gebruik in strijd met het bestemmingsplan.<br />

Dubbelbestemming<strong>en</strong><br />

Waarde - Archeologie 1<br />

De grond<strong>en</strong> die deze dubbelbestemming hebb<strong>en</strong>, zijn naast de ter plaatse aanwezige<br />

hoofdbestemming ook bestemd voor de bescherming van aanwezige of te verwacht<strong>en</strong><br />

archeologische waard<strong>en</strong>. Deze bestemming is van toepassing op de grond<strong>en</strong> die op de<br />

Archeologische Waard<strong>en</strong>- <strong>en</strong> Verwachting<strong>en</strong>kaart van de geme<strong>en</strong>te zijn aangewez<strong>en</strong> als<br />

'Dorpskern omstreeks 1850' (zie paragraaf 3.3.2). E<strong>en</strong> omgevingsvergunning voor het<br />

uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> werk, ge<strong>en</strong> bouwwerk zijnde, of van werkzaamhed<strong>en</strong> is onder andere nodig<br />

wanneer het werkzaamhed<strong>en</strong> betreft die dieper gaan dan 50 cm onder het maaiveld. De<br />

geme<strong>en</strong>te is het bevoegd gezag. Werkzaamhed<strong>en</strong> in het kader van normaal beheer <strong>en</strong><br />

onderhoud zijn wel toegestaan.<br />

Burgemeester <strong>en</strong> wethouders zijn bevoegd de dubbelbestemming van het plan te wijzig<strong>en</strong>,<br />

verschuiv<strong>en</strong>, vergrot<strong>en</strong> of verklein<strong>en</strong> of te verwijder<strong>en</strong>, voor zover de aanwezigheid of<br />

afwezigheid van archeologische waard<strong>en</strong> daartoe aanleiding geeft.<br />

Waarde - Archeologie 2<br />

Grond<strong>en</strong> met deze dubbelbestemming zijn naast de ter plaatse aanwezige hoofdbestemming<br />

ook bestemd voor de bescherming van aanwezige of te verwacht<strong>en</strong> archeologische waard<strong>en</strong>.<br />

Deze bestemming is van toepassing op de grond<strong>en</strong> die op de Archeologische Waard<strong>en</strong>- <strong>en</strong><br />

Verwachting<strong>en</strong>kaart van de geme<strong>en</strong>te zijn aangewez<strong>en</strong> als 'Gebied met e<strong>en</strong> hoge<br />

archeologische verwachting' (zie paragraaf 3.3.2). E<strong>en</strong> omgevingsvergunning voor het<br />

uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> werk, ge<strong>en</strong> bouwwerk zijnde, of van werkzaamhed<strong>en</strong> is onder andere nodig<br />

wanneer het werkzaamhed<strong>en</strong> betreft die dieper gaan dan 50 cm onder het maaiveld <strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s<br />

e<strong>en</strong> oppervlakte hebb<strong>en</strong> van 100 m 2 of meer. De geme<strong>en</strong>te is het bevoegd gezag.<br />

Werkzaamhed<strong>en</strong> in het kader van normaal beheer <strong>en</strong> onderhoud zijn wel toegestaan.<br />

Burgemeester <strong>en</strong> wethouders zijn bevoegd de dubbelbestemming van het plan te wijzig<strong>en</strong>,<br />

verschuiv<strong>en</strong>, vergrot<strong>en</strong> of verklein<strong>en</strong> of te verwijder<strong>en</strong>, voor zover de aanwezigheid of<br />

afwezigheid van archeologische waard<strong>en</strong> daartoe aanleiding geeft.<br />

Waarde - Archeologie 3<br />

De grond<strong>en</strong> die deze dubbelbestemming hebb<strong>en</strong>, zijn naast de ter plaatse aanwezige<br />

hoofdbestemming ook bestemd voor de bescherming van aanwezige of te verwacht<strong>en</strong><br />

archeologische waard<strong>en</strong>. Deze bestemming is van toepassing op de grond<strong>en</strong> die op de<br />

Archeologische Waard<strong>en</strong>- <strong>en</strong> Verwachting<strong>en</strong>kaart van de geme<strong>en</strong>te zijn aangewez<strong>en</strong> als<br />

'Gebied met e<strong>en</strong> middelhoge archeologische verwachting' (zie paragraaf 3.3.2). E<strong>en</strong><br />

omgevingsvergunning voor het uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> werk, ge<strong>en</strong> bouwwerk zijnde, of van<br />

werkzaamhed<strong>en</strong> is onder andere nodig wanneer het werkzaamhed<strong>en</strong> betreft die dieper gaan<br />

dan 50 cm onder het maaiveld <strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> oppervlakte hebb<strong>en</strong> van 500 m 2 of meer. De<br />

geme<strong>en</strong>te is het bevoegd gezag. Werkzaamhed<strong>en</strong> in het kader van normaal beheer <strong>en</strong><br />

onderhoud zijn wel toegestaan.<br />

Burgemeester <strong>en</strong> wethouders zijn bevoegd de dubbelbestemming van het plan te wijzig<strong>en</strong>,<br />

verschuiv<strong>en</strong>, vergrot<strong>en</strong> of verklein<strong>en</strong> of te verwijder<strong>en</strong>, voor zover de aanwezigheid of<br />

afwezigheid van archeologische waard<strong>en</strong> daartoe aanleiding geeft.<br />

Waarde - Archeologie 4<br />

Grond<strong>en</strong> met deze dubbelbestemming zijn naast de ter plaatse aanwezige hoofdbestemming<br />

ook bestemd voor de bescherming van aanwezige of te verwacht<strong>en</strong> archeologische waard<strong>en</strong>.<br />

Deze bestemming is van toepassing op de grond<strong>en</strong> die op de Archeologische Waard<strong>en</strong>- <strong>en</strong><br />

Verwachting<strong>en</strong>kaart van de geme<strong>en</strong>te zijn aangewez<strong>en</strong> als 'Gebied met e<strong>en</strong> lage<br />

archeologische verwachting' (zie paragraaf 3.3.2).<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

46


E<strong>en</strong> omgevingsvergunning voor het uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> werk, ge<strong>en</strong> bouwwerk zijnde, of van<br />

werkzaamhed<strong>en</strong> is onder andere nodig wanneer het werkzaamhed<strong>en</strong> betreft die dieper gaan<br />

dan 50 cm onder het maaiveld <strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> oppervlakte hebb<strong>en</strong> van 50.000 m 2 (5 ha) of<br />

meer. De geme<strong>en</strong>te is het bevoegd gezag. Werkzaamhed<strong>en</strong> in het kader van normaal beheer<br />

<strong>en</strong> onderhoud zijn wel toegestaan.<br />

Burgemeester <strong>en</strong> wethouders zijn bevoegd de dubbelbestemming van het plan te wijzig<strong>en</strong>,<br />

verschuiv<strong>en</strong>, vergrot<strong>en</strong> of verklein<strong>en</strong> of te verwijder<strong>en</strong>, voor zover de aanwezigheid of<br />

afwezigheid van archeologische waard<strong>en</strong> daartoe aanleiding geeft.<br />

5.3.3 Algem<strong>en</strong>e regels<br />

Anti-dubbeltelbepaling<br />

Het artikel "Antidubbeltelbepaling" bevat bepaling<strong>en</strong> om te voorkom<strong>en</strong> dat met het<br />

bestemmingsplan strijdige situaties ontstaan of word<strong>en</strong> vergroot.<br />

Algem<strong>en</strong>e bouwregels<br />

Met dit artikel is bepaald dat geld<strong>en</strong>de bestaande afmeting<strong>en</strong>, afstand<strong>en</strong> <strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tages van<br />

bouwwerk<strong>en</strong> zijn toegestaan, wanneer deze meer of minder bedrag<strong>en</strong> dan de in de regels<br />

toegestane maximale respectievelijk minimale opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> maatvoering.<br />

Algem<strong>en</strong>e gebruiksregels<br />

Deze gebruiksregel regelt het verbod om grond<strong>en</strong> te bebouw<strong>en</strong> of te gebruik<strong>en</strong> in strijd met de<br />

bestemming. Het gaat daarbij onder andere om het gebruik van grond<strong>en</strong> <strong>en</strong> bouwwerk<strong>en</strong> als<br />

of t<strong>en</strong> behoeve van e<strong>en</strong> seksinrichting of bedrijfsmatige vuurwerkopslag.<br />

Algem<strong>en</strong>e aanduidingsregels<br />

Voor het landgoed is e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> aanduiding 'landgoed' opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De grond<strong>en</strong> die vall<strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> deze aanduiding zijn mede bestemd voor de instandhouding van de cultuurhistorische<br />

<strong>en</strong> andere waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Het gaat daarbij onder andere om de gro<strong>en</strong>structuur, pad<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> lan<strong>en</strong>, waterpartij<strong>en</strong>, cultuurhistorisch waardevolle gebouw<strong>en</strong>, zoals landhuiz<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

bijbehor<strong>en</strong>de gebouw<strong>en</strong>, zoals koetshuiz<strong>en</strong>.<br />

Algem<strong>en</strong>e afwijkingsregels<br />

In de algem<strong>en</strong>e afwijkingsregels is geregeld dat burgemeester <strong>en</strong> wethouders e<strong>en</strong><br />

omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan kunn<strong>en</strong> verl<strong>en</strong><strong>en</strong> voor onder<br />

andere het afwijk<strong>en</strong> van mat<strong>en</strong> <strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tages tot maximaal 10%, t<strong>en</strong> behoeve van het<br />

bouw<strong>en</strong> van bouwerk<strong>en</strong>, niet bestemd voor bewoning, van maximaal 30 m 2 of voor het<br />

opricht<strong>en</strong> van ant<strong>en</strong>nemast<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoogte van maximaal 20 meter.<br />

Algem<strong>en</strong>e wijzigingsregels<br />

Met de algem<strong>en</strong>e wijzigingsregels kunn<strong>en</strong> burgemeester <strong>en</strong> wethouders de ligging van gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong><br />

van bestemmings- <strong>en</strong> bouwvlakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanduiding<strong>en</strong> wijzig<strong>en</strong>. De geld<strong>en</strong>de oppervlakte mag<br />

met niet meer dan 10% word<strong>en</strong> vergroot of verkleind <strong>en</strong> gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> met niet meer dan 10<br />

meter word<strong>en</strong> verschov<strong>en</strong>.<br />

Ook zijn door burgemeester <strong>en</strong> wethouders bevoegd de in de regels opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> Staat van<br />

Bedrijfsactiviteit<strong>en</strong> te wijzig<strong>en</strong>.<br />

Omgevingsvergunning voor het uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> werk, ge<strong>en</strong> bouwwerk zijnde, of van<br />

werkzaamhed<strong>en</strong><br />

In dit artikel is e<strong>en</strong> omgevingsvergunningstelsel (aanlegvergunning) opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> voor grond<strong>en</strong><br />

met de bestemming<strong>en</strong> Agrarisch, Agrarisch met waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> Bos. In dit stelsel is per<br />

bestemming aangegev<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> voor welke werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkzaamhed<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

omgevingsvergunning nodig is. Zo is het plant<strong>en</strong> of juist kapp<strong>en</strong> van bom<strong>en</strong> niet zomaar<br />

overal toegestaan. Ook mog<strong>en</strong> niet overal zonder meer graafwerkzaamhed<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>.<br />

Werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkzaamhed<strong>en</strong> in het kader van het normale beheer <strong>en</strong> onderhoud zijn wel<br />

toegestaan.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

47


5.3.4 Overgangs- <strong>en</strong> slotregel<br />

Overgangsregels<br />

Het overgangsrecht di<strong>en</strong>t om bouwwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebruiksvorm<strong>en</strong>, die in het verled<strong>en</strong> legaal zijn<br />

gerealiseerd maar nu afwijk<strong>en</strong> van het nieuwe plan, (voorlopig) gehandhaafd respectievelijk<br />

voortgezet mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Zolang voldaan wordt aan de overgangsregels, word<strong>en</strong> deze<br />

bouwwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebruiksvorm<strong>en</strong> gedoogd.<br />

De formulering van de overgangsregels is letterlijk voorgeschrev<strong>en</strong> vanuit het Bro (Besluit<br />

ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing).<br />

Slotregel<br />

In de slotregel is de officiële naam van het bestemmingsplan aangegev<strong>en</strong>.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

48


6. Economische uitvoerbaarheid<br />

Dit bestemmingsplan is in hoofdzaak e<strong>en</strong> conserver<strong>en</strong>d bestemmingsplan: in het plan is vooral<br />

de bestaande, feitelijke situatie vastgelegd <strong>en</strong> planologisch-juridisch geregeld. Het<br />

bestemmingsplan voorziet niet in grootschalige (nieuwe) ontwikkeling<strong>en</strong>, maar maakt wel, via<br />

e<strong>en</strong> aantal afwijkings- <strong>en</strong> wijzigingsbevoegdhed<strong>en</strong>, in beperkte mate kleinschalige nieuwe<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> mogelijk, naast de gebruikelijke (beperkte) uitbreidingsmogelijkhed<strong>en</strong> voor de<br />

reeds bestaande functies.<br />

De kleinschalige nieuwe ontwikkeling<strong>en</strong>, waar het bestemmingsplan via afwijking of wijziging<br />

ruimte aan biedt, betreff<strong>en</strong> uitsluit<strong>en</strong>d particuliere initiatiev<strong>en</strong>. Gelet hierop kom<strong>en</strong> de<br />

financiële consequ<strong>en</strong>ties van nieuwe ontwikkeling<strong>en</strong>, zoals planschade, te zijner tijd voor<br />

rek<strong>en</strong>ing van de initiatiefnemer (derd<strong>en</strong>).<br />

Voor bestemmingsplann<strong>en</strong> met ontwikkelingsmogelijkhed<strong>en</strong> is het voorts op grond van de Wet<br />

ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing (Wro) verplicht e<strong>en</strong> exploitatieplan op te stell<strong>en</strong>, als het kost<strong>en</strong>verhaal<br />

van die ontwikkeling<strong>en</strong> niet anderszins verzekerd is. Gezi<strong>en</strong> het Besluit ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing<br />

(Bro) biedt het bestemmingsplan echter voor het overige recht<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> ruimte aan de<br />

realisatie van bouwplann<strong>en</strong>, waar g<strong>en</strong>oemde verplichting (van e<strong>en</strong> exploitatieplan) op van<br />

toepassing is. Daarom hoeft ge<strong>en</strong> exploitatieplan opgesteld te word<strong>en</strong>.<br />

Aan de uitvoering van dit bestemmingsplan zijn voor de geme<strong>en</strong>te dan ook ge<strong>en</strong> kost<strong>en</strong><br />

verbond<strong>en</strong>. Gelet hierop is onderzoek naar de economische uitvoerbaarheid achterwege<br />

geblev<strong>en</strong>; de economische uitvoerbaarheid is niet in het geding.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

49


Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

50


7. Maatschappelijke uitvoerbaarheid<br />

7.1 Startfase<br />

Voorafgaand aan het opstell<strong>en</strong> van het voorontwerp bestemmingsplan zijn belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> in<br />

het plangebied uitg<strong>en</strong>odigd om inbr<strong>en</strong>g te gev<strong>en</strong> voor het nieuwe bestemmingsplan. Aan deze<br />

oproep heeft e<strong>en</strong> aantal belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> gehoor gegev<strong>en</strong>. De inbr<strong>en</strong>g van deze partij<strong>en</strong> is<br />

meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij het opstell<strong>en</strong> van het voorontwerpbestemmingsplan. Tev<strong>en</strong>s is e<strong>en</strong><br />

vooraankondiging (artikel 1.3.1 Besluit ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing) op 7 september 2011<br />

gepubliceerd op de geme<strong>en</strong>telijke website, in het Witte Weekblad <strong>en</strong> de Staatscourant.<br />

7.2 Voorontwerpfase<br />

Het voorontwerp bestemmingsplan is conform de geme<strong>en</strong>telijke inspraakverord<strong>en</strong>ing ter<br />

inzage gelegd. Van 1 maart 2012 tot <strong>en</strong> met 11 april 2012 is e<strong>en</strong> ieder in de geleg<strong>en</strong>heid<br />

gesteld schriftelijk of mondeling te reager<strong>en</strong> op het voorontwerp bestemmingsplan.<br />

Voorafgaand aan deze periode zijn in het plangebied huis-aan-huis briev<strong>en</strong> verspreid. Tijd<strong>en</strong>s<br />

deze periode is op 12 maart 2012 e<strong>en</strong> inloopavond georganiseerd.<br />

7.2.1 Inspraakreacties<br />

De ontvang<strong>en</strong> inspraakreacties zijn sam<strong>en</strong>gevat <strong>en</strong> beantwoord in de Nota van beantwoording<br />

inspraak- <strong>en</strong> overlegreacties voorontwerp bestemmingsplan '<strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> e.o.' (bijlage 2,<br />

d.d. 13 juni 2012). Als e<strong>en</strong> inspraakreacties aanleiding heeft gegev<strong>en</strong> tot het bijstell<strong>en</strong> van<br />

het bestemmingsplan is in de nota tev<strong>en</strong>s aangegev<strong>en</strong> op welke wijze het voorligg<strong>en</strong>de<br />

ontwerp bestemmingsplan is aangepast. Op 12 juni 2012 heeft het college ingestemd met de<br />

nota. Op 3 juli 2012 is de nota behandeld in de commissie Ruimte, Bereikbaarheid &<br />

Financiën.<br />

7.2.2 Overleg met betrokk<strong>en</strong> instanties<br />

Conform artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing di<strong>en</strong><strong>en</strong> burgemeester <strong>en</strong><br />

wethouders bij de voorbereiding van e<strong>en</strong> bestemmingsplan overleg te pleg<strong>en</strong> met de bestur<strong>en</strong><br />

van betrokk<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> waterschapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> met de Rijks- <strong>en</strong> provinciale di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> die<br />

betrokk<strong>en</strong> zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing of belast zijn met de behartiging van<br />

belang<strong>en</strong> welke in het plan in het geding zijn.<br />

In dit kader is het voorontwerpbestemmingsplan voor advies in ieder geval toegezond<strong>en</strong> aan<br />

de volg<strong>en</strong>de instanties <strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>:<br />

• Provincie Zuid-Holland, Afdeling Won<strong>en</strong> <strong>en</strong> bereikbaarheid/de Provinciale Planologische<br />

Commissie<br />

• Hoogheemraadschap van Rijnland<br />

• Ver<strong>en</strong>iging voor Natuur- <strong>en</strong> Vogelbescherming Noordwijk<br />

• NV Nederlandse Gasunie<br />

• Ministerie van Infrastructuur <strong>en</strong> Milieu<br />

• Ministerie van Economische Zak<strong>en</strong>, Landbouw <strong>en</strong> Innovatie<br />

• Archeologische Werkgeme<strong>en</strong>schap voor Nederland, afdeling Rijnstreek<br />

• Kamer van Koophandel D<strong>en</strong> Haag, Kantoor Leid<strong>en</strong><br />

• Stichting het Zuid Hollandse Landschap<br />

• Rijksdi<strong>en</strong>st voor het Cultureel Erfgoed<br />

• Dunea<br />

• Waternet<br />

• Liander NV<br />

Van de hierbov<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemde instanties zijn overlegreacties ontvang<strong>en</strong> van de provincie <strong>en</strong> het<br />

Hoogheemraadschap van Rijnland. Deze reacties zijn sam<strong>en</strong>gevat <strong>en</strong> beantwoord in de Nota<br />

van beantwoording inspraak- <strong>en</strong> overlegreacties voorontwerp bestemmingsplan '<strong>Landgoed</strong><br />

<strong>Offem</strong> e.o.' (bijlage 2, d.d. 13 juni 2012). Als e<strong>en</strong> overlegreactie aanleiding heeft gegev<strong>en</strong> tot<br />

het bijstell<strong>en</strong> van het bestemmingsplan is tev<strong>en</strong>s aangegev<strong>en</strong> op welke wijze het voorligg<strong>en</strong>de<br />

ontwerp bestemmingsplan is aangepast.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

51


Op 12 juni 2012 heeft het college ingestemd met de nota. Op 3 juli 2012 is de nota behandeld<br />

in de commissie Ruimte, Bereikbaarheid & Financiën.<br />

7.3 Ontwerpfase<br />

Na afronding van de inspraakprocedure <strong>en</strong> het vooroverleg start de ontwerpfase. Dit is de<br />

formele bestemmingsplanprocedure die is vastgelegd in de Wet ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing. Op grond<br />

van artikel 3.8 Wro (gelez<strong>en</strong> in sam<strong>en</strong>hang met afdeling 3.4 van de Algem<strong>en</strong>e wet<br />

bestuursrecht) wordt het ontwerpbestemmingsplan voor e<strong>en</strong> periode van zes wek<strong>en</strong> ter inzage<br />

gelegd. Binn<strong>en</strong> deze termijn wordt e<strong>en</strong> ieder in de geleg<strong>en</strong>heid gesteld schriftelijk <strong>en</strong>/of<br />

mondeling e<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>swijze op het ontwerp bestemmingsplan in te di<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Het bestemmingsplan heeft van 8 november tot <strong>en</strong> met 19 december 2012 voor e<strong>en</strong> ieder ter<br />

visie geleg<strong>en</strong>. Gedur<strong>en</strong>de deze periode is één zi<strong>en</strong>swijze ingedi<strong>en</strong>d. De beantwoording van<br />

deze zi<strong>en</strong>swijze is terug te vind<strong>en</strong> in de Nota van beantwoording zi<strong>en</strong>swijze<br />

ontwerpbestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving. Bij het raadsvoorstel t<strong>en</strong> behoeve<br />

van de <strong>vaststelling</strong> van het bestemmingsplan is de nota terug te vind<strong>en</strong>.<br />

7.4 Vaststellingsfase<br />

Op 28 maart 2013 heeft de geme<strong>en</strong>teraad de Nota van beantwoording zi<strong>en</strong>swijze <strong>en</strong> het<br />

bestemmingsplan ongewijzigd vastgesteld.<br />

Teg<strong>en</strong> het besluit tot <strong>vaststelling</strong> staat direct beroep op<strong>en</strong> bij de Afdeling bestuursrechtspraak<br />

van de Raad van State. Direct na de beroepstermijn treedt, indi<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de beroepstermijn<br />

ge<strong>en</strong> verzoek om voorlopige voorzi<strong>en</strong>ing is ingedi<strong>en</strong>d, het bestemmingsplan in werking. Het<br />

aantek<strong>en</strong><strong>en</strong> van beroep kan uitsluit<strong>en</strong>d wanneer ook e<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>swijze teg<strong>en</strong> het ontwerp is<br />

ingedi<strong>en</strong>d. De onderdel<strong>en</strong> die de geme<strong>en</strong>teraad gewijzigd heeft vastgesteld staan normaliter<br />

voor e<strong>en</strong> ieder op<strong>en</strong> voor beroep. Dit is bij dit bestemmingsplan niet aan de orde, omdat de<br />

geme<strong>en</strong>teraad het bestemmingsplan ongewijzigd heeft vastgesteld.<br />

7.5 Handhaving<br />

E<strong>en</strong> bestemmingsplan is voor de geme<strong>en</strong>te e<strong>en</strong> belangrijk instrum<strong>en</strong>t om haar ruimtelijk beleid<br />

vorm te gev<strong>en</strong>. Door middel van e<strong>en</strong> combinatie van positieve bestemming<strong>en</strong> <strong>en</strong> het uitsluit<strong>en</strong><br />

van bepaalde activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> functies kan sturing plaatsvind<strong>en</strong> van gew<strong>en</strong>ste <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>ste<br />

ontwikkeling<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> belangrijk aspect hierbij is de handhaving <strong>en</strong> het toezicht op de naleving<br />

van het bestemmingsplan. Deze handhaving is van cruciaal belang om de in het plan<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> ruimtelijke kwaliteit<strong>en</strong> ook op langere termijn daadwerkelijk te kunn<strong>en</strong><br />

vasthoud<strong>en</strong>. Daarnaast is de handhaving van belang uit e<strong>en</strong> oogpunt van rechtszekerheid: alle<br />

bewoners <strong>en</strong> gebruikers di<strong>en</strong><strong>en</strong> door de geme<strong>en</strong>te op e<strong>en</strong>zelfde wijze daadwerkelijk aan het<br />

plan word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>.<br />

In dit bestemmingsplan is daarom allereerst gestreefd naar e<strong>en</strong> zo groot mogelijke e<strong>en</strong>voud<br />

van in het bijzonder de regels. Hoe groter de e<strong>en</strong>voud (<strong>en</strong> daarmee de toegankelijkheid <strong>en</strong><br />

leesbaarheid), hoe groter in de praktijk de mogelijkhed<strong>en</strong> om toe te zi<strong>en</strong> op de naleving van<br />

het plan. Hoe minder knell<strong>en</strong>d de regels zijn, hoe kleiner de kans dat het met de regels wat<br />

minder nauw wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In de praktijk word<strong>en</strong> op d<strong>en</strong> lange duur immers ook alle<strong>en</strong> die<br />

regels gerespecteerd waarvan door de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> de noodzaak <strong>en</strong> de redelijkheid wordt<br />

ingezi<strong>en</strong>.<br />

De verbeelding, de regels <strong>en</strong> de toelichting zijn zodanig op elkaar afgestemd dat<br />

interpretatieproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> problem<strong>en</strong> met betrekking tot de uitvoering zo veel mogelijk<br />

word<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. Op e<strong>en</strong> aantal punt<strong>en</strong> is wel ruimte gelat<strong>en</strong> voor interpretatie om situaties<br />

niet voorzi<strong>en</strong> zijn bij het opstell<strong>en</strong> van het bestemmingsplan maar die wanneer deze zich<br />

aandi<strong>en</strong><strong>en</strong> wel w<strong>en</strong>selijk blijk<strong>en</strong> te zijn niet te frustrer<strong>en</strong>.<br />

De doelstelling<strong>en</strong> van het ruimtelijke beleid kunn<strong>en</strong> slechts verwez<strong>en</strong>lijkt word<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> de<br />

regels van het bestemmingsplan word<strong>en</strong> nageleefd. De geme<strong>en</strong>te di<strong>en</strong>t op de eerste plaats zelf<br />

haar regels na te lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s di<strong>en</strong>t de geme<strong>en</strong>te er zorg voor te drag<strong>en</strong> dat ander<strong>en</strong><br />

deze regels nalev<strong>en</strong>.<br />

Bestemmingsplan <strong>Landgoed</strong> <strong>Offem</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />

52


Bijlag<strong>en</strong> bij de toelichting


Bijlage 1 Rijksmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>


Bijlage 2 Nota van beantwoording inspraak- <strong>en</strong><br />

overlegreacties


Bijlage 3 Berek<strong>en</strong>ing groepsrisico Texaco Van Abswoude<br />

(doorzet 500 m 3 per jaar)


Bijlage 4 Berek<strong>en</strong>ing groepsrisico Texaco Van Abswoude<br />

(doorzet 1000 m 3 per jaar)


Bijlage 5 Beoordeling van het individueel <strong>en</strong> groepsrisico bij<br />

het transport van LPG


Bijlage 6 Brief Gasunie saneringsonderzoek


Bijlage 7 Risicoberek<strong>en</strong>ing Milieudi<strong>en</strong>st West-Holland<br />

Van Berckelweg 32


Geme<strong>en</strong>te Noordwijk<br />

Voorstraat 42 T (071) 36 60 000<br />

2201 HW Noordwijk F (071) 36 20 021<br />

Postbus 298 E geme<strong>en</strong>te@noordwijk.nl<br />

2200 AG Noordwijk I www.noordwijk.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!