Koerier januari 2013 - Vereniging tot behoud van Anna's Hoeve

In de omgeving van Anna’s
Hoeve volgt het pad vanaf St.
Janskerkhof de Oude Postweg
langs het Bluk. Vanaf het Bluk
wandel je langs ’t Laer en via de
noordoostpunt van Anna’s Hoeve
gaat de route naar de spoorwegoversteek
op de Dr. A. Schweitzerweg en
vervolgens door de bossen van de Hooge
Vuursche en kasteel Groeneveld verder.
Trekvogels
Vogeltrek is de jaarlijkse seizoensgebonden
verhuizing die veel vogels ondernemen.
Trekvogels broeden op de ene plek
en overwinteren op een andere plek. In
het broedgebied is het ‘s winters te koud
om te overleven; in hun overwintergebied
profiteren ze van gunstige voedsel-
en weersomstandigheden.
Weersomstandigheden en daglicht
De meeste trekvogels die onze streken
aandoen, groeien op en broeden op het
noordelijk halfrond tussen de 40e en 80e
breedtegraad en trekken dan in de winter
in zuidelijke richting. Een veel kleiner
aantal broedt ten zuiden van de evenaar
en trekt in de zuidelijke winter noord-
9
waarts.
Dit komt doordat
de grote landoppervlakten van het
noordelijk halfrond zowel meer
ruimte bieden als betere mogelijkheden
om aan voedsel te komen.
Ook is de noordelijke zomerdag
langer dan de 12-urige dag aan de
evenaar. Daglicht is een beslissende
factor voor vogels waarvan de
nestjongen meestal een veelvoud
van hun eigen lichaamsgewicht
verorberen. Wanneer de jonge vogels
aan het eind van de broedtijd
kunnen vliegen, ontwaakt door de
lange, donkere en koude nachten
de trekzin. De meest bepalende
factoren die het wegtrekken opwekken
zijn echter de plaatselijke weersomstandigheden
en de lichamelijke
toestand van de vogels.
Trekkende ganzen in V-vlucht
Trekroutes
De trekroutes over Europa lopen in
noord-zuid richting. Er is een westelijke
en een oostelijke route. De westelijke
route loopt langs Scandinavië, Nederland,
noordse stern in beschermende pose HMNatuurfotografie