tweede deel van het bijzonder bestek - Vlaamse Maatschappij voor ...

1 INLEIDING
TWEEDE DEEL
VAN HET
BIJZONDER BESTEK VM/B 97
OF "TYPE BESTEK"
-----------
vmsw - cel overheidsopdrachten
Dit 2de deel behelst de aanvullingen van de bepalingen van de wet en de Koninklijke Besluiten
betreffende overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en
diensten - zoals vastgelegd door de wet van 24 december 1993, het Koninklijk Besluit van 8 januari
1996 en het Koninklijk Besluit van 26 september 1996, die samen het algemeen bestek vormen - om die
bepalingen toepasselijk te maken op de opdrachten van de bouwmaatschappijen tot nut van het
algemeen.
Die aanvullingen omvatten tezelfdertijd afwijkende bepalingen die onontbeerlijk zijn voor de
bijzondere eisen van de opdracht, alsmede aanvullende en verklarende bepalingen van de voorschriften
van het algemeen bestek, afgestemd op de organisatie van bedoelde bouwmaatschappijen.
De hierna vermelde artikels worden op dezelfde manier vermeld als aangehaald in de wet van 24
december 1993, het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996, het Koninklijk Besluit van 26 september 1996
en de bijlage van het Koninklijk Besluit van 26 september 1996.
Onder "Bestuur" moet worden verstaan : de opdrachtgever der werken. Iedere gunningsbeslissing,
contractwijziging alsmede de voorlopige- en definitieve oplevering waartoe door de opdrachtgever van
de uit te voeren overeenkomst zal worden besloten, vergt voorafgaandelijk overleg met de Vlaamse
maatschappij voor sociaal wonen met het oog op kwaliteits-, kostprijs- en legaliteitsbewaking.
Dit voorafgaand overleg is wegens zijn finaliteit een substantieel na te leven vormvoorwaarde.
Al de documenten die betrekking hebben op de opdracht maken wezenlijk deel uit van dit bijzonder
bestek.
Door het feit alleen van zijn offerte in te dienen, ziet de aannemer ervan af om het even welke
bepalingen of voorwaarden in te roepen die afwijken van de bestekken die toepasselijk zijn op de
opdracht.
Onder oorspronkelijk bedrag van de opdracht wordt verstaan : het bestellingsbedrag zonder de BTW.
B2dl97vmsw2.doc versie 28/02/2013 1

vmsw - cel overheidsopdrachten
1.1 DE WET VAN 24 DECEMBER 1993 BETREFFENDE DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN SOMMIGE
OPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN.
Artikel 18
Voor opdrachten in verschillende percelen, behoudt het bestuur zich uitdrukkelijk het recht voor, er
slechts enkele van toe te wijzen en eventueel te beslissen dat de andere in één of meer nieuwe
opdrachten worden opgenomen die desnoods op een andere wijze worden gegund.
1.2 HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 8 JANUARI 1996 BETREFFENDE DE OVERHEIDSOPDRACHTEN
VOOR AANNEMINGEN VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN DE CONCESSIES VOOR
OPENBARE WERKEN.
Artikel 88 § 2
De inschrijvers moeten, telkens wanneer het Bestuur hierom verzoekt en ongeacht de
gunningsprocedure, vóór de gunning van de opdracht alle inlichtingen verstrekken om het bestuur in
staat te stellen de aangeboden prijzen te onderzoeken
Artikel 89 Aanvullende bepaling in verband met de samenvattende opmetingsstaten
Bij het bijzonder bestek is een samenvattende opmetingsstaat gevoegd (voor elk perceel) : nadat de
inschrijver het volledig heeft ingevuld en behoorlijk heeft ondertekend wordt dit bij zijn inschrijving
gevoegd (zie hieromtrent eveneens "Inlichtingen aan de inschrijvers" blz. 8, 9 en 10 van het VM/B97).
De inschrijver wordt gewezen op het feit dat dit document ook dient voor de controle en de
vergelijking van de diverse offertes. Het is aangewezen dat al de inschrijvers de originele
opmetingsstaat gebruiken : dit om de controles te bespoedigen, wat zowel in het belang is van het
bestuur als van al de inschrijvers.
De inschrijver die, niettegenstaande wat voorafgaat, toch gebruik wil maken van een zelf aangemaakte
opmetingsstaat moet ervoor zorgen dat zijn zelf aangemaakte samenvattende opmetingsstaat conform
is aan de originele samenvattende opmetingsstaat die deel uitmaakt van het aanbestedingsdossier.
Hij draagt tevens de volle verantwoordelijkheid voor fouten die eventueel in zijn zelf aangemaakte
samenvattende opmetingsstaat zouden geslopen zijn en waarvan hij geen kennis heeft.
Hij zal dan ook geen enkele aanspraak kunnen maken op enige vorm van schadevergoeding of
bijkomende betaling uit hoofde van mogelijke fouten die door het bestuur niet zouden ontdekt worden
in zijn zelf aangemaakte samenvattende opmetingsstaat, hetzij in de gunningsfase, hetzij in de
uitvoeringsfase.
Bovendien draagt hij de verantwoordelijkheid voor elke eventuele schadeclaim die het bestuur vanwege
derden zou kunnen ontvangen ingevolge fouten, die zouden voorkomen in zijn zelf aangemaakte
samenvattende opmetingsstaat en die het bestuur niet zou ontdekt hebben en het bestuur aldus zou
misleid hebben bij het nemen van zijn beslissing.
De aandacht van de inschrijver wordt erop gevestigd dat de kolommen 8, 9, 10 en 11 van de
Samenvattende Opmetingsstaat absoluut noodzakelijk zijn voor het nazicht der inschrijvingen door het
bestuur. De inschrijver die een zelfaangemaakte opmetingsstaat gebruikt, dient deze kolommen dan
ook te voorzien.
De inschrijver neemt, door de ondertekening van het in het aanbestedingsbundel opgenomen
inschrijvingsformulier I 97, de hierboven omschreven verantwoordelijkheid onvoorwaardelijk op zich
(zie punt G). Het niet ondertekenen van de verklaring, zoals opgenomen in het inschrijvingsformulier I
97, is een substantiële onregelmatigheid die de absolute nietigheid van de inschrijving tot gevolg heeft.
Artikel 90 - § 3: RSZ-attest.
In toepassing van het KB van 20 juli 2005 dient de Belgische inschrijver het RSZ-attest niet bij zijn
inschrijving te voegen. Het bestuur zal deze informatie zelf opvragen.
Artikel 90 - § 4: RSZ-attest (voor buitenlandse inschrijver).
De buitenlandse inschrijver voegt bij zijn offerte de attesten, overeenkomstig art 90 § 4 van het
Belgische KB van 8 januari 1996.
B2dl97vmsw2.doc versie 28/02/2013 2

Artikel 102
vmsw - cel overheidsopdrachten
De inschrijving moet op straffe van absolute nietigheid in het Nederlands worden opgemaakt.
1.3 HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 26.09.1996, TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE
UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR
OPENBARE WERKEN.
Artikel 4 - § 2
De betalingsmodaliteiten zijn opgenomen in artikel 15 van de bijlage bij het KB van 26 september 1996.
1.4 DE BIJLAGE BIJ HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 26.09.1996, TOT BEPALING VAN DE
UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR
OPENBARE WERKEN.
Artikel 4 - § 2
Behalve bij andersluidende bepaling worden de vereiste documenten door de aannemer ingediend in 6
exemplaren.
Artikel 5 - § 1
De borgtocht wordt berekend op basis van het bestelbedrag. Wanneer verscheidene percelen aan één
enkele aannemer worden toevertrouwd, stelt deze laatste een borgtocht voor ieder perceel.
Artikel 9 - § 1
De borgtocht zal worden teruggegeven 15 kalenderdagen na voorafgaande instemming door de VMSW
van de voorlopige of de definitieve oplevering.
Artikel 9 - § 3
Het verzoek tot gedeeltelijke of totale vrijgave van de borgtocht kan slechts gebeuren nà voorafgaande
instemming door de VMSW van respectievelijk de voorlopige of de definitieve oplevering.
Artikel 12 - § 1
De keuringen worden toegestaan onder de opschortende voorwaarde van instemming door de VMSW.
Artikel 12 - § 2
Behalve bij andersluidende bepaling mag voor de verificaties ten hoogste 1 % van de producten met een
minimum van één stuk worden afgenomen.
Artikel 12 - § 4
Behalve indien anders bepaald gebeuren de keuringen door een officieel erkend onafhankelijk
laboratorium. Dit is bepalend voor de kostprijs van de uitgevoerde keuring.
Artikel 13 - § 1
Modaliteiten van de prijsherziening voor de schommelingen van lonen, sociale lasten en
materiaalprijzen voor de opdrachten van werken.
1. TOEPASSING
a. De aannemer wordt geacht het bedrag van zijn inschrijving te hebben vastgesteld op
basis van het geheel der economische en sociale voorwaarden van de arbeidsmarkt, van
de marktprijzen der in de aanneming aangewende of verwerkte materialen en van de
dienstmarkten.
Alleen voor de aannemingen (percelen) waarvoor het bestelbedrag gelijk is aan of hoger
is dan tweeëntwintig duizend EURO (22.000 EUR.) wordt een forfaitaire verrekening
opgemaakt voor de schommelingen van de lonen en sociale lasten en voor de
schommelingen der prijzen van de materialen en producten aangewend of verwerkt in
de aanneming, en dit tegen de hierna bepaalde voorwaarden.
Zonder afbreuk te doen aan artikel 13 - § 3 van de bijlage van het Koninklijk Besluit van
26 september 1996, geven de schommelingen van de lasten der opdracht, van de
B2dl97vmsw2.doc versie 28/02/2013 3

vmsw - cel overheidsopdrachten
transportkosten en van om het even welke andere daarop betrekking hebbende
factoren, geen aanleiding tot verrekening.
b. De prijsherzieningsverrekeningen worden opgemaakt door de aannemer op grond van de
maandelijkse staten van de uitgevoerde werken waarvan sprake is in artikel 15 hierna
of, voor de opdrachten betreffende installaties van personen- en goederenliften, op
basis van de bedragen berekend volgens de percentages waarvan sprake in hetzelfde
artikel 15, punt 7.
Ten laatste 7 kalenderdagen voor de dag van de voorlopige oplevering overhandigt de
aannemer aan het bestuur zijn laatste maandelijkse verrekening(en), alsmede de
recapitulatie van al de vroegere verrekeningen, zodat deze kunnen opgenomen worden
in de eindafrekening.
2. BESCHOUWDE PERIODES VAN DE VORDERINGSSTATEN
Behalve wanneer het 3e deel van het bestek VM/B bepaalt dat de perioden van de
vorderingsstaten overeen zullen stemmen met schijven uitgedrukt in bedragen, zullen de
perioden van de vorderingsstaten maandelijks zijn.
Maandelijkse vorderingsstaten :
Bij maandelijkse vorderingsstaten begint de periode van de eerste vorderingsstaat op de
contractuele begindatum van het werk en eindigt op de laatste dag van die lopende
kalendermaand. Indien de aannemer conform artikel 28 § 1 - 2 (hierna) de werken vroeger
aanvat begint de periode van de eerste vorderingsstaat op de reële aanvangsdatum van de
werken De tweede en volgende vorderingsstaten lopen van de eerste dag van de maand tot de
laatste dag.
De laatste vorderingsstaat eindigt op de contractuele einddatum van de werken.
Vorderingsstaten in schijven :
De periode van de 1e vorderingsstaat start op de contractuele begindatum van de werken. De
tweede en volgende perioden van de vorderingsstaten zullen aansluiten op de laatste dag van
de vorige periode.
3. BEREKENINGSWIJZE
De verrekening wordt opgemaakt volgens de hierna vermelde forfaitaire formule :
s1
i1
s2
i2
+ c) + .... + (a
sn
(a + b
+ b
in
p=
P1
(a + b + c) + P2
Pn
+ c)
S I S I
S I
D = p - (P1 + P2 +...+ Pn)
a + b + c = 1
waarin :
p = aangepaste prijs der werken, rekening houdend met de schommelingen die aanleiding
geven tot verrekening.
P1, P2.. Pn-1 = werkelijke bedragen van de werken die tijdens de verschillende maandelijkse
perioden werden uitgevoerd. Die bedragen worden opgemaakt op grond van de gegevens
van de maandelijkse staten der uitgevoerde werken waarvan sprake in artikel 15 - § 1
hierna.
Pn = bedrag van de werken uitgevoerd gedurende de laatste periode van de contractuele
uitvoeringstermijn.
a =conventionele coëfficiënt van het in de aannemingsprijs opgenomen aandeel van de
handenarbeid, zowel deze welke op de bouwplaats als die welke in de fabriek en de
werkplaats wordt verricht.
Tenzij anders in het derde deel van dit bestek is voorgeschreven, wordt deze coëfficiënt
vastgesteld op 0,40 voor al de aannemingen van werken, voltooiïngswerken inbegrepen,
met uitsluiting van de afzonderlijke aannemingen van schilderwerken waarvoor de
coëfficiënt is vastgesteld op 0,60 en van verwarmingsinstallaties of herstelling van
B2dl97vmsw2.doc versie 28/02/2013 4

vmsw - cel overheidsopdrachten
dergelijke installaties en het installeren van personen- en goederenliften, waarvoor de
coëfficiënt 0,55 bedraagt.
S =conventioneel gemiddeld uurloon gevormd door het gemiddelde der lonen van de
geschoolde arbeiders van de 2de graad, van de geschoolde arbeiders van de 1ste graad,
van de geoefende arbeiders en van de handlangers, lonen vastgesteld door de Paritaire
Commissie welke bevoegd is voor de meerderheid der op de bouwplaats tewerkgestelde
arbeiders van de aannemer.
Wanneer de collectieve overeenkomst welke voor de handenarbeid van deze meerderheid
van kracht is, niet deze 4 categorieën behelst, wordt voor de berekening van S slechts
rekening gehouden met het rekenkundig gemiddelde van de lonen van de geschoolde
arbeiders, van de geoefende arbeiders en van de handlangers.
Wanneer in de collectieve overeenkomst geen maximumlonen zijn vastgesteld wordt
slechts rekening gehouden met de minimumlonen voorgeschreven in die overeenkomst.
Voor de afzonderlijke opdrachten betreffende installaties van personen- en goederenliften,
wordt rekening gehouden met het nationaal referentieloon dat door het Ministerie van
Verkeer en Infrastructuur wordt aangenomen voor de metaal- en machinebouw : fabriek en
werkplaats.
Voor de afzonderlijke opdrachten betreffende elektrische installaties wordt rekening
gehouden met het minimumuurloon van de ongeschoolde arbeider.
Het gemiddeld uurloon, het referentieloon of het minimumloon waarvan boven sprake,
wordt verhoogd met het globaal percentage van de erop betrekking hebbende sociale
lasten en verzekeringen, dat door het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur wordt
aangenomen voor de categorie waartoe het belangrijkste deel van het door de aannemer
uitgevoerde werk behoort.
S wordt uitgedrukt in een getal met drie decimalen; deze term vertegenwoordigt het
conventionele gemiddelde loon van kracht 10 kalenderdagen vóór de uiterste datum welke
vastgesteld is voor het indienen der offertes.
s1, s2...sn = gemiddeld uurloon (vastgesteld volgens dezelfde methode als die aangewend voor
de berekening van S) van kracht op de 1ste dag van de in de vorderingsstaat beschouwde
periode.
s1 vertegenwoordigt het gemiddeld uurloon van kracht vanaf de aanvangsdatum der werken
en sn vertegenwoordigt het gemiddeld uurloon van kracht op de eerste dag van de laatste
staat der uitgevoerde werken, opgemaakt tijdens de contractuele uitvoeringstermijn.
b = conventionele coëfficiënt van het in de aannemingsprijs opgenomen aandeel der
aangewende of verwerkte producten. Behalve indien het anders in het 3de deel van dit
bestek is voorgeschreven, is deze coëfficiënt op 0,35 vastgesteld. Voor de afzonderlijke
aannemingen van schilderwerken wordt hij op 0,15 vastgelegd.
Voor de afzonderlijke opdrachten voor de installatie of herstelling van
verwarmingsinrichtingen en van personen- en goederenliften, wordt hij op 0,20
vastgesteld.
I = maandelijks indexcijfer berekend op grond van een jaarlijks verbruik van de bijzonderste
materialen en stoffen door het Bouwbedrijf op de binnenlandse markt, vastgesteld door
het Ministerie van Economische Zaken, Administratie van de Nijverheid, aan de hand van
de prijzen die werden opgenomen door de Commissie der Marktprijzen, aangenomen door
het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, en die betrekking hebben op de
kalendermaand vóór de uiterlijke datum die werd vastgesteld voor het indienen van de
offertes (= indexcijfers van de materialen).
i1, i2...in-1 = zelfde indexcijfer, betrekking hebbend op de kalendermaand vóór de eerste
dag van de in de vorderingsstaat beschouwde periode.
in
=zelfde indexcijfer, slaande op de kalendermaand vóór de eerste dag van de laatste
termijn die binnen de contractuele uitvoeringstermijn valt.
c = vast deel dat niet voor herziening vatbaar is (c = 0,25).
D = bedrag van de verrekening der prijsherziening.
De coëfficiënten "a", "b" en "c" mogen in de loop van de opdracht niet gewijzigd worden.
B2dl97vmsw2.doc versie 28/02/2013 5

vmsw - cel overheidsopdrachten
B2dl97vmsw2.doc versie 28/02/2013 6
*
* *
s i
De verhoudingen en worden beperkt tot een getal met 5 decimalen, waarvan de vijfde verhoogd
S I
wordt met 1 wanneer de zesde gelijk is aan of hoger is dan 5.
De uitkomsten van de vermenigvuldiging der op deze wijze bekomen quotiënten met de waarde der
coëfficiënten "a" en "b" worden beperkt tot 5 decimalen, waarvan de vijfde eveneens verhoogd wordt
met 1 wanneer de zesde gelijk is aan of hoger is dan 5.
Artikel 13 - § 3
De verzoeken om herziening worden opgemaakt volgens de modaliteiten en termijnen bepaald in artikel
16 § 3.
De stavende documenten die door de aannemer worden voorgelegd, moeten verplicht de aanneming
vermelden waarop ze betrekking hebben; zij worden aan de aannemer teruggegeven na de behandeling
van zijn verzoek om herziening.
Kunnen niet in rekening gebracht worden : de verzoeken om herziening die men had kunnen vermijden
in geval van voltooiing van de werken binnen de voorgeschreven termijnen.
Artikel 14 - § 1 - 2e
De betaling van octrooi-, licentierechten, enz., is slechts verschuldigd indien de
verantwoordingsdocumenten worden voorgelegd waaruit blijkt dat die rechten moeten betaald worden.
Artikel 15 - § 1
1 De aannemingsprijs wordt vereffend na de volledige uitvoering der werken. De betaling van het
saldo gebeurt na voorafgaande instemming van het proces-verbaal der voorlopige oplevering en
de eindafrekening door de Vlaamse maatschappij voor sociaal wonen, mits eventuele aftrek van
het bedrag van de waarborgen die tussen het bestuur en de aannemer waren overeengekomen.
Binnen een termijn van 60 kalenderdagen wordt de goedkeuring van het proces-verbaal van
voorlopige oplevering én het bedrag van het goedgekeurd saldo aan de aannemer medegedeeld.
Deze termijn begint te lopen op de datum van de Voorlopige Oplevering. Desgevallend wordt de
aanvangsdatum van deze termijn verschoven tot de goedkeuringsdatum van de documenten die
noodzakelijk zijn voor de bepaling van de eindafrekening en het hieruit voortvloeiend saldo.
Vanaf dat ogenblik moet de aannemer het bestuur een factuur doen geworden die als
schuldvordering geldt en waarvan het bedrag overeenstemt met het saldo dat goedgekeurd werd.
De betalingsopdracht wordt gegeven binnen de 30 kalenderdagen nadat de factuur aan het
bestuur werd bezorgd.
Betalingen in mindering, die van het eindbedrag moeten afgetrokken worden, worden toegekend
tegen de voorwaarden bepaald in de punten 2 tot 8 hierna.
2 Voor de opdrachten waarvoor een borgtocht werd gesteld, worden voorschotten betaald tot 100
% van het bedrag van elke staat der uitgevoerde werken, rekening houdend met de regelmatig
goedgekeurde wijzigingen en bijkomende werken, alsmede met de eventueel toegestane
kortingen. De betaling van het totaal van de voorschotten wordt evenwel gelimiteerd op 95 % van
het goedgekeurde bedrag van de aanneming en van de regelmatig goedgekeurde wijzigingen en
bijkomende werken.
De aannemer staaft zijn aanvragen om betalingen in mindering door de voorlegging van de
periodieke staten van uitgevoerde werken (zie art. 13 §1,2), die genummerd, gedateerd en
ondertekend zijn, en dit voor elk toegewezen perceel. Iedere staat dient een
schuldvorderingformule te bevatten.
De staten van uitgevoerde werken moeten de verschillende posten in dezelfde volgorde
vermelden als de bij de offerte gevoegde samenvattende opmeting, met aanduiding, voor elk van

vmsw - cel overheidsopdrachten
die posten, van het volgnummer, de voorziene hoeveelheid, de eenheidsprijs, de nuttig
uitgevoerde hoeveelheid (totaal sinds de aanvang der werken) en het product van de
eenheidsprijs met deze hoeveelheid. Hierna worden de regelmatig goedgekeurde wijzigingen en
bijkomende werken op dezelfde manier vermeld.
Behalve indien een andersluidende bepaling in het derde deel van onderhavig bestek voorkomt,
en behalve voor het materiaal waarvan sprake onder punt 6 hierna, geven de aangevoerde maar
nog niet verwerkte leveringen geen aanleiding tot betalingen in mindering.
Ingeval van maandelijkse perioden, moet in ieder geval een staat van uitgevoerde werken worden
opgemaakt. Desnoods kan dit een nihil-staat zijn.
3 De betaling van de prijsherzieningen waarvan sprake is in artikel 13 gebeurt samen met de staten
van uitgevoerde werken waarop zij betrekking hebben.
4 Binnen de 7 kalenderdagen, na het verstrijken van een periode, verstuurt de aannemer de staat
van de uitgevoerde werken (zoals in 3 hierboven vermeld), samen met de berekening van de
prijsherziening in tweevoud en aangetekend naar het bestuur. Hij mag deze ook binnen dezelfde
termijn bezorgen tegen een gedateerd en ondertekend ontvangstbewijs of tegen een bewijs dat
regelmatig wordt geacteerd in het dagboek der werken.
Indien het om opdrachten gaat die werken omvatten die door derden worden gesubsidieerd,
verstuurt de aannemer de staat van uitgevoerde werken in 4 exemplaren.
De hoeveelheden van de uitgevoerde werken worden, alleen op zijn verantwoordelijkheid, door
de ontwerper nagezien en zo nodig door hem verbeterd binnen de 7 kalenderdagen volgend op de
datum waarop de aannemer de staat der uitgevoerde werken heeft ingediend. Nadat die
formaliteit is vervuld plaatst de ontwerper zijn handtekening voorafgegaan door de vermelding :
"Staat goedgekeurd en voor betaling aanvaard".
Ingeval het voorschot zou moeten verminderd worden, brengt de ontwerper de aannemer
onverwijld op de hoogte van de wijzigingen die aan de berekeningen werden aangebracht.
Op dat ogenblik verstuurt de ontwerper de staat van de uitgevoerde werken naar het bestuur dat
onmiddellijk de aannemer het goedgekeurde bedrag der uitgevoerde werken laat kennen; de
aannemer moet dan binnen de vijf kalenderdagen zijn factuur indienen.
Dadelijk na ontvangst van die factuur (in 4 exemplaren) verstuurt het bestuur de goedgekeurde
staat, samen met een behoorlijk ingevulde aanvraag om geld en een exemplaar van de
desbetreffende factuur naar de VMSW 1
Het te factureren bedrag (exclusief BTW) wordt bekomen door het bedrag der werken die
gedurende de beschouwde periode werden uitgevoerd aan te passen met de eraan verbonden
prijsherzieningsverrekening.
De facturatie van de BTW gebeurt overeenkomstig de geldende BTW-wetgeving.
De betalingen van voorschotten mogen niet aanzien worden als betaling van een gedeelte van de
aannemingssom in de zin van artikel 1791 van het Burgerlijk Wetboek : zij moeten beschouwd
worden als voorschotten op de uitbetaling van de totale prijs dermate dat de
verantwoordelijkheid van de aannemer onverminderd blijft over het geheel tot bij de definitieve
oplevering.
De betaling van die voorschotten moeten, voorzover de aannemer zijn factuur tijdig indient, in
1 Modelformulieren voor het berekenen van prijsherzieningen en voorschotten zijn gratis ten zetel van de
Vlaamse maatschappij voor sociaal wonen te verkrijgen.
B2dl97vmsw2.doc versie 28/02/2013 7

vmsw - cel overheidsopdrachten
ieder geval gebeuren binnen de 60 kalenderdagen volgend op de datum waarop de staat van de
uitgevoerde werken door de aannemer bij het bestuur werd ingediend.
5 Bijzondere bijkomende modaliteiten voor het verlenen van voorschotten voor de afzonderlijke
opdrachten van verwarmingsinstallaties :
Het niet aan bederf onderhevig materiaal dat op de bouwplaats wordt opgeslagen, mag het
voorwerp uitmaken van voorschotten. In voorkomend geval mag dit materiaal tot 60 % van zijn
handelswaarde opgenomen worden in de maandelijkse staten van de uitgevoerde werken. Dit
materiaal mag ten vroegste drie maanden vóór de verwerking ervan worden aangevoerd.
De installateur moet zijn aanvragen om voorschotten rechtvaardigen aan de hand van een
gedetailleerde lijst van de niet aan bederf onderhevige materialen die op de bouwplaats zijn
opgeslagen. Deze lijst moet voor elke post de opgeslagen hoeveelheden en de aankoopprijs per
eenheid (handelswaarde) vermelden.
De betaling van een voorschot, in mindering te brengen op de niet verwerkte materialen, heeft
de onherroepelijke overdracht aan het bestuur van de eigendom dezer waren tot gevolg.
Daarentegen behoudt de installateur echter de risico's van het door toeval ontstane verlies,
diefstal e.d.m. en moet hij instaan voor de bewaking van de waren, met alle burgerlijke gevolgen
die deze bewakingsverplichting met zich brengt. Deze overdracht van eigendom ontslaat de
installateur niet van de verplichtingen inzake waarborg, kwaliteit en andere, waarvoor hij
overeenkomstig het bestek der aanneming aansprakelijk is.
6 Bijzondere modaliteiten voor het verlenen van voorschotten voor de afzonderlijke opdrachten
betreffende installaties van personen- en goederenliften :
5 % na de goedkeuring, door de technische adviseurs van het bestuur, van de
uitvoeringsplannen van de personen- en/of goederenliften. De aannemer wordt verzocht die
plannen aan het bestuur te bezorgen binnen de maand na het tijdstip waarop hem wordt
kennis gegeven van de goedkeuring van zijn offerte;
35 % na het plaatsen van al de geleidingen en van al de machines;
25 % na het plaatsen van al de bordesdeuren;
25 % na het plaatsen van al de liftkooien en van al de elektrische installaties;
5 % na voorafgaande instemming door de VMSW van het proces-verbaal van voorlopige
oplevering van de installatie.
Iedere procentuele aanvraag tot betaling van een voorschot gaat gepaard met een
prijsherzieningsverrekening.
De prijsherziening van de eerste vier schijven geschiedt op basis van de data van het opmaken
van de factuur en die van de resterende 5 % op basis van de door de partijen aanvaarde datum
van voltooiing van de werken. Die data determineren de waarde s en de maanden vóór die data
bepalen de waarde i. De betaling van de opdracht gebeurt na voorafgaande instemming door de
VMSW van het proces-verbaal van definitieve oplevering van de installatie.
7 Bij het toekennen van voorschotten en bij de betaling zullen de boeten of andere afhoudingen
die conform de voorschriften van het contract werden toegepast, in mindering worden gebracht.
Boeten mogen de heffingsbasis van BTW niet verminderen.
Artikel 15 - § 3
In geval een verzet tegen betaling of van derden beslag ten laste van de aannemer aan het bestuur of
aan de VMSW wordt betekend, in zulke bewoordingen dat het exact in te houden bedrag niet kan
worden bepaald, worden de betalingstermijnen voor alle ingediende vorderingen opgeschort. In ieder
geval beschikken het bestuur en de VMSW over een gezamenlijke termijn van 15 kalenderdagen te
rekenen vanaf de dag dat de opheffing werd betekend om tot betaling van de ingehouden vorderingen
over te gaan.
B2dl97vmsw2.doc versie 28/02/2013 8

Artikel 15 - § 5
vmsw - cel overheidsopdrachten
Een afschrift van de eventuele rekening tot schadeloosstelling dient onmiddellijk naar de VMSW
gestuurd te worden.
Artikel 16
Een afschrift van alle briefwisseling die de aannemer met het bestuur voert in verband met dit artikel
zal eveneens naar de VMSW gestuurd worden.
Artikel 21 - § 5
In geval van verbreking worden de verschuldigde bedragen slechts vastgesteld na volledige afwerking
van de opdracht door een derde of in regie, en vereffend na voorafgaande instemming van het procesverbaal
van voorlopige oplevering en van de eindafrekening en visum door de VMSW.
Artikel 24 - § 1
De opsomming van de prestaties in de verschillende documenten moet als niet beperkend worden
beschouwd; de aannemer is ertoe gehouden, in het kader van zijn forfaitaire prijs, al de prestaties te
leveren - al dan niet omschreven - die behoren tot of in verband staan met de volledige en
onberispelijke voltooiing der werken die expliciet in het aannemingsdossier voorzien zijn. Wanneer de
plannen tegenstrijdigheden vertonen, is de aannemer gerechtigd te beweren dat hij zich op de voor
hem meest gunstige hypothese heeft gesteund tenzij het bestek of de opmetingsstaat daaromtrent
nadere aanwijzingen bevat.
Artikel 24 - § 2
De hoeveelheden vermeld op de samenvattende opmeting(en) zijn forfaitair, behalve de hoeveelheden
die volgens de document(en) tegen prijslijst worden uitgevoerd en die voorafgegaan of gevolgd worden
door de vermelding "VH" (Vermoedelijke Hoeveelheid).
De kwestie van de funderingswerken wordt in artikel 42 § 7 hierna behandeld.
Artikel 25 - § 1 Bijkomende bepalingen
Onverminderd het bepaalde in het algemeen bestek en in het bijzonder bestek, dient er bovendien o.m.
rekening te worden gehouden met de volgende elementen :
a) de aannemer is ertoe gehouden allerhande maatregelen te treffen om, gedurende de uitvoering
der werken, het verkeer van rijtuigen en voetgangers op de openbare wegen te
vergemakkelijken, de veiligheid van personen en goederen te waarborgen en de afloop van
beken, bronnen, riolen en oppervlaktewater enz... te verzekeren;
b) de aannemer is ertoe gehouden alle maatregelen te treffen opdat de wegen en de
toegangswegen tot de bouwplaats voortdurend goed onderhouden en volkomen proper zouden
blijven;
c) de aannemer is ertoe gehouden het vellen van bomen binnen de zone der werken uit te voeren
overeenkomstig de bouwvergunning; de aannemer moet hiertoe evenwel een uitdrukkelijk
bevel van het bestuur bekomen. Dit bevel wordt nog dezelfde dag in het Dagboek der werken
vermeld;
d) een kopie van het volledige aannemingsdossier is steeds op de werf voorhanden;
e) de aannemer van werken met een uitvoeringstermijn van minimum 100 kalenderdagen én een
bestelbedrag van minimum 75.000 EURO. (BTW exclusief), voor zover deze werken niet kaderen
in voltooiingswerken van een meer belangrijke aanneming, is ertoe gehouden een kantoor op te
richten - administratiekantoor genaamd - uitsluitend ten gerieve van de ontwerper, het bestuur
en hun aangestelden en de afgevaardigden der controleorganen. Hij stelt dit kantoor ter
beschikking vanaf de datum vastgesteld voor de aanvang der werken, tot op het ogenblik der
voltooiing van al de gebouwen. Dit lokaal, met een oppervlakte van ten minste 6 m², zal op
kosten en door de zorgen van de bovenbedoelde aannemer worden geïnstalleerd, bemeubeld,
onderhouden, verlicht, verwarmd, bewaakt en aangesloten op het telefoonnet. Een
telefoonaansluiting is echter slechts noodzakelijk vanaf gunningen met een uitvoeringstermijn
van minimum
200 kalenderdagen én een bestelbedrag van minimum 150.000 EURO. (BTW excl.). De prijs van
B2dl97vmsw2.doc versie 28/02/2013 9

vmsw - cel overheidsopdrachten
het abonnement en van de telefoongesprekken valt eveneens te zijnen laste.
Voor de andere bouwplaatsen moet het administratiekantoor slechts worden opgericht indien
de documenten het voorschrijven. In de uitzonderlijke gevallen waarin zou beslist worden dit
kantoor na de voorlopige keuring te behouden gedurende een termijn van meer dan een maand,
moet door het bestuur, vooraleer de beslissing tot het behouden van het kantoor genomen
wordt, een vergoeding betaald worden waarvan het bedrag vastgesteld wordt na
gemeenschappelijk overleg;
f) de aannemer die onder de voorwaarden vermeld onder art. 25 § 1 e (hierboven) valt, moet een
wit bord plaatsen met kleine open ruimten tussen de planken aan de voornaamste toegangsweg
van de bouwplaats. Het zal een minimum oppervlakte van
3 m² hebben en de onderkant ervan zal zich op ten minste 2,50 m. van de grond bevinden. Dit
bord zal het opschrift "VLAAMSE MAATSCHAPPIJ VOOR SOCIAAL WONEN" dragen en verder de
naam van het bestuur, het aantal woningen van de bouwwerf, de naam van de ontwerper(s), de
naam van de aannemer en eventueel de naam van de andere aannemers en van de
onderaannemers. De opschriften moeten gesteld zijn in de Nederlandse taal.
g) de aannemer is ertoe gehouden - conform het arbeidsreglement - keten, waslokalen,
behoorlijke en overdekte Wc’s, enz. te voorzien op de bouwplaats ten behoeve van het
personeel, en loodsen of barakken op de werf te installeren om de kalk, het cement en op de
werf opgeslagen materialen tegen het slechte weer te beschermen;
h) de aannemer is ertoe gehouden alle nodige werken uit te voeren om de veiligheid en het
gemakkelijk verkeer op en de afscherming van de bouwplaats te verzekeren (omheiningen,
formelen, stellingen, schoeiingen, dammen, enz...) inzonderheid rekening houdend met de
bepalingen van artikel 30;
i) de aannemer is ertoe gehouden alle voorlopige bouwwerken te voorzien om de uitvoering der
aanneming te verzekeren en te vergemakkelijken;
j) de aannemer dient alle mogelijke vergoedingen, controle- en opleveringskosten, belastingen en
algemene taksen die voortvloeien uit de aanneming, te betalen;
k) de aannemer is ertoe gehouden, ten behoeve van het bestuur en van de controleorganen, het
nodige materieel, leveringen en personeel ter beschikking te stellen om al de nuttig geachte
controles uit te voeren;
l) de aannemer is ertoe gehouden de aanvoer van water en elektrische stroom op de bouwplaats
te voorzien. Indien andere aannemers na hem op de bouwplaats werken, kan de aannemer
worden verplicht de verwezenlijkte aansluiting te handhaven. In dat geval heeft hij recht op
een vergoeding voor het voorlopig ter plaatse laten van zijn materieel en voor het eventueel
gebruik. Die vergoeding wordt betaald door de aannemer(s) die de installatie in kwestie
gebruikt (gebruiken). Het bedrag ervan wordt aan de goedkeuring van het bestuur
onderworpen. De aannemer mag gebruik maken van de op de bouwplaats bestaande
waterputten mits de uitdrukkelijke voorwaarde dat die putten op het einde der werken door
hem worden gereinigd, ontsmet en opnieuw in goede staat gebracht;
m) de kosten van de technische documentatie en de gebruiksaanwijzingen van de apparaten
dienen geleverd door de aannemer, in de Nederlandse taal.
n) de volledige reiniging van de gebouwen en van de omgeving ervan bij het einde van de
aanneming dient te gebeuren door de aannemer.
o) het afsluiten van de bouwwerf is aangewezen.
Artikel 26 - § 2
De bevelen van het bestuur of van de ontwerper kunnen op geldige wijze aan de aannemer worden
gegeven door een regelmatige inschrijving in het Dagboek der werken waarvan sprake in artikel 37
hierna.
B2dl97vmsw2.doc versie 28/02/2013 10

Artikel 27 - § 3
vmsw - cel overheidsopdrachten
De aanbestedende overheid beschikt over het aantal kalenderdagen die technisch noodzakelijk zijn om
de proef uit te voeren, vermeerderd met 15 kalenderdagen om kennis te geven tot aanvaarding of
weigering.
Artikel 28 - § 1
1 De uitvoeringstermijn wordt altijd uitgedrukt in kalenderdagen. Deze termijn wordt vermeld in het
bijzonder bestek en betekend aan de aannemer in de bestelbrief. In geval van tegenstrijdigheid is
het deze vermeld op het bijzonder bestek die de overhand heeft. In geval van offerteaanvraag is
de termijn, voorgesteld in de offerte van de inschrijver en aanvaard door het bestuur, de enige die
geldig is.
2 De aannemer dient de werken aan te vatten op de gestelde datum. Hij mag echter beginnen vanaf
de ontvangst van de bestelbrief. In dit geval moet hij het bestuur en de VMSW hiervan 7
kalenderdagen op voorhand bij aangetekend schrijven verwittigen. De uitvoeringstermijn vangt
aan op de reële aanvangsdatum van de werken.
Artikel 28 § 2
De aannemer moet rekening houden met alle andere werken die gelijktijdig met zijn aanneming
uitgevoerd worden om tot afwerking en bewoonbaarheid van het geheel te komen.
Dit behelst bestratings-, riolerings- en om het even welke andere nutsvoorzieningswerken. Ook
voltooiingswerken die niet tot zijn aanneming behoren, worden hiermee bedoeld.
Hij moet er op letten bedoelde werken niet te bemoeilijken; daartoe moet hij alle nodige maatregelen
treffen.
Hij dient de ontwerper te wijzen op de werken die door andere aannemers moeten uitgevoerd worden
om zelf ononderbroken verder te kunnen werken, anders zal hij mede verantwoordelijk gesteld worden
voor de vertraging die aan zijn gebrek aan vooruitzicht zou te wijten zijn (art. 32 vult dit artikel aan).
Deze gelijktijdigheid van werken kan niet resulteren in welke schadeclaim dan ook t.o.v. het bestuur.
Aannemingen andere dan de hoofdaanneming, die de afwerking van de woningen beogen, moeten
eveneens rekening houden met de vordering van de hoofdaanneming. Deze werken zullen in gedeelten
of in hun geheel uitgevoerd worden zo dat zij zich in de vordering van de hoofdaanneming inpassen.
Dienaangaande moeten zij zich strikt houden aan de instructies die zij van het bestuur of zijn
afgevaardigde ontvangen. Zij zullen in ieder geval moeten beëindigd zijn vóór of desgevallend samen
met de einddatum van de hoofdaanneming.
Artikel 30 § 2
1 De aannemer doet het nodige om de bouwplaats van water te voorzien.
Hij heeft als plicht alle nodige maatregelen te treffen voor de waterafvoer en zonder dat hij
daarvoor mag rekenen op de riolering die zou ontworpen zijn in het kader van de oprichting van de
voorziene gebouwen.
2 De aannemer is ertoe gehouden alle schade, die hij aanbrengt aan het werk van andere
aannemers, aan de bestaande wegen en uitrusting, alsmede aan derden, te vergoeden of te
herstellen.
De aannemer is ertoe gehouden, uiterlijk tien dagen voor de aanvangsdatum der werken, een
tegensprekelijke plaatsbeschrijving op te stellen.
Deze plaatsbeschrijving moet door hem opgesteld worden samen met alle betrokken partijen en
moet door alle betrokkenen meeondertekend worden. Er moet melding gemaakt worden van de
afwezigen. De aannemer dient daarop alle betrokken partijen zonder onderscheid een exemplaar
van dit ondertekend document te laten geworden voor de aanvang van de bouwwerken.
Wanneer de aannemer nalaat deze plaatsbeschrijving op te stellen, is hij verantwoordelijk voor
alle mogelijke gevolgen van deze nalatigheid.
Artikel 30 - § 3
Zie artikel 25, § 1, e) hiervoor.
B2dl97vmsw2.doc versie 28/02/2013 11

Artikel 32 - § 1
vmsw - cel overheidsopdrachten
De aannemer moet er rekening mee houden dat eventueel andere aannemers ter plaatse werkzaam
zijn. In geval van twijfel vraagt hij aan de afgevaardigde van het bestuur hem het gedeelte van de
grond dat hij zonder bezwaren mag gebruiken, precies aan te duiden. In geval er werken dienen
uitgevoerd te worden inzake wegen- en rioleringswerken, aanleg, nutsleidingen e.d.m., mag geen
enkele inrichting gebeuren op het gedeelte van de grond dat voor de uitvoering van deze werken
voorbehouden is.
Het bestuur behoudt zich, voor de ganse duur van de werken, het alleen-recht voor van afficheren op
de afsluitingen en/of op de gebouwen die het laat optrekken.
Artikel 37 - § 1
Het Dagboek der werken wordt afgeleverd door het bestuur, ten laatste op de dag waarop de werken
aanvangen, en wordt door het bestuur bijgehouden voor iedere opdracht. Het Dagboek der werken
moet zich steeds op de bouwplaats bevinden in het lokaal aangeduid door het bestuur, tot aan de
voorlopige oplevering van de opdracht. De aannemer kan het ter plaatse vrij raadplegen. Hij ontvangt
wekelijks het voor hem bestemde afschrift van de aantekeningen.
Artikel 37 - § 2
Het dagboek der werken is facultatief voor de opdrachten van minder dan 22.000 EURO.
Artikel 38 Aanvullende bepaling
Behoudens wanneer het gaat om onderhoudswerken, is de aannemer ertoe gehouden, op zijn kosten, de
gebouwen te doen verzekeren tegen elk brandgevaar, bliksem en ontploffingen bij een Belgische of een
in België gevestigde verzekeringsmaatschappij, en dit voor de waarde van zijn werken. De verzekering
dient te worden gesloten ten bate van het bestuur voor gans de duur der werken, tot aan de 30ste dag
na de voorlopige oplevering van de hoofdopdracht.
Hij overhandigt een dubbel van de verzekeringspolis aan het bestuur: hij kan ertoe gehouden worden op
ieder ogenblik het bewijs te leveren dat de verschuldigde premies betaald zijn.
Artikel 39 - § 1
De aannemer die gedurende de waarborgtermijn bepaalde werken of bepaalde delen van werken
hermaakt, herstelt of verbetert, is ertoe gehouden ook de bij die gelegenheid veroorzaakte schade aan
de aangrenzende delen (zoals schilderwerk, behangwerk, parket, enz...) te herstellen.
Het gebruik van eigendommen door wie dan ook mag door de uitvoering van werken op geen enkele
manier belemmerd worden. De aannemer is ertoe gehouden op zijn kosten alle maatregelen te nemen
die noodzakelijk zijn om dit gebruik zonder enig gevaar verder mogelijk te maken.
Artikel 42 - § 1
Onder "initieel bedrag van de opdracht" dient het bedrag te worden verstaan dat bij de bestelling werd
vastgesteld. Behalve wanneer de toestand volgens het bestuur geen uitstel gedoogt, gebeuren de
bevelen tot wijziging na voorafgaande instemming door de VMSW.
Artikel 42 - § 2
Indien een prijsvermindering werd toegestaan worden de eenheidsprijzen van alle posten verminderd in
dezelfde verhouding.
Indien voor de niet-voorziene werken geen enkele eenheidsprijs in het contract voorkomt, zal het
bestuur, in overeenstemming met de aannemer, het bedrag ervan bepalen en deze eenheidsprijs
vervolgens ter goedkeuring aan de VMSW voorleggen.
Er wordt aangenomen dat eventuele nieuwe overeengekomen prijzen i.v.m. de toe te passen
prijsherziening van lonen en materialen overeenstemmen met de situatie tijdens de opening der
biedingen. Zo wordt tijdens het opmaken van de eindafrekening de eventuele door de aannemer
gegeven korting ook toegepast op de nieuwe overeengekomen prijzen.
B2dl97vmsw2.doc versie 28/02/2013 12

Artikel 42 - § 7
Aanvullende paragraaf "Funderingen".
vmsw - cel overheidsopdrachten
De ontwerper neemt een beslissing over de diepte, de afmetingen en de aard der funderingen en
vermeldt zijn beslissing in het Dagboek der Werken, alsmede de andere onderrichtingen die hij
dienaangaande gegeven heeft.
Bij het opmaken van de afrekening wordt voor het vaststellen van de juiste hoeveelheden alleen
rekening gehouden met de aanduidingen die in het Dagboek der Werken voorkomen.
De werken, uitgevoerd op een lager niveau dan de door de ontwerper definitief voorgeschreven diepte,
mogen dus niet in de berekening van de definitieve hoeveelheden worden opgenomen : daar in
dergelijke gevallen geen grondaanvullingen onder de funderingen mogen uitgevoerd worden, vallen al
de bijkomende werken, zowel in de fundering als in het metselwerk, enz... ten laste van de aannemer.
Wanneer om redenen van technische aard de ontwerper, na onderzoek van de toestand na uitvoering
van de graafwerken, van oordeel is dat het voorgeschreven systeem van de funderingen niet voldoet,
beschikt hij over een bijkomende termijn van 30 kalenderdagen om aan de aannemer alle vereiste
onderrichtingen te verstrekken.
Artikel 43 - § 2
De termijn van 15 dagen, voorzien in paragraaf 2 van artikel 43, wordt telkens vervangen door een
termijn van 30 kalenderdagen.
Behoudens uitdrukkelijke aanvraag heeft geen enkele keuring plaats tijdens de jaarlijkse verlofperiode
van de bouwnijverheid, vastgesteld voor de regio waar de werken worden uitgevoerd. Met de duur van
deze verlofperiode wordt geen rekening gehouden voor de berekening van de termijn voorzien in de
vorige alinea's.
Artikel 43 - § 3
De termijn van 15 kalenderdagen wordt telkens vervangen door een termijn van 30 kalenderdagen.
Artikel 43 - § 4
De termijn van 15 kalenderdagen wordt telkens vervangen door een termijn van 30 kalenderdagen.
Zowel de voorlopige als de definitieve oplevering zijn slechts toegestaan na voorafgaande instemming
door de VMSW.
Artikel 43 - § 5 (toegevoegd artikel)
Wanneer de aannemer zich tijdelijk in de onmogelijkheid bevindt sommige werken uit te voeren
ingevolge omstandigheden onafhankelijk van zijn wil en/of van de wil van het bestuur, mogen de
partijen beslissen dat die werken na de voorlopige oplevering zullen uitgevoerd worden, onder
voorbehoud dat een "protocol der uitgestelde werken" wordt opgemaakt.
Artikel 44 § 1
1 Iedere wijziging, toevoeging of weglating van werken moet het voorwerp uitmaken van een
verrekening-aanhangsel 1 .
Deze worden steeds opgemaakt vóór de uitvoering van de werken die het voorwerp uit maken van
de verrekening.
Voor de funderingswerken en andere werken, die worden betaald op grond van de gecontroleerde
hoeveelheden, evenals voor de werken die nodig zijn wegens de dringende noodzakelijkheid,
worden de documenten zodra mogelijk opgemaakt.
Deze stukken worden opgemaakt onder de opschortende voorwaarde van instemming door de
VMSW.
2 De verrekeningaanhangsels worden uitsluitend opgemaakt op grond van de werkelijke
hoeveelheden in meer en/of in min, zoals zij voortvloeien uit de noodzakelijk gebleken wijziging.
1 Modelformulieren zijn gratis ten zetel van de vmsw te verkrijgen.
De verrekening-aanhangsels dragen als kenteken respectievelijk "V.A.1", en "V.A.2".
B2dl97vmsw2.doc versie 28/02/2013 13

vmsw - cel overheidsopdrachten
De verrekeningaanhangsels mogen niet gebruikt worden om, bij de aanbesteding, nietgesignaleerde
fouten van het dossier recht te zetten..
3 Na de voorlopige oplevering wordt geen enkel verrekeningaanhangsel voor wijziging, toevoeging of
weglating van werken aanvaard, behalve voor de uitgestelde werken.
Indien voorbehoud gemaakt wordt tijdens het opmaken van de documenten van de eindafrekening,
heeft dit geen enkele weerslag op de geldigheid van de voorlopige oplevering maar enkel op het
afsluiten der rekeningen van de opdracht.
Artikel 48 - § 2
1 Onder bedrag van de oorspronkelijke opdracht dient verstaan het bedrag dat bij de bestelling werd
vastgesteld.
2 Wanneer verschillende opdrachten gelijktijdig worden uitgevoerd, mogen de afhoudingen slechts
ten laste gelegd worden van de aannemers die verantwoordelijk zijn voor de vertraging; deze
verantwoordelijkheid wordt door het bestuur bepaald volgens de gegevens die tijdens de werken
werden vergaard.
3 De boeten wegens laattijdige oplevering ingevolge het overschrijden van de uitvoeringstermijn zijn
eisbaar zonder voorafgaande ingebrekestelling.
B2dl97vmsw2.doc versie 28/02/2013 14