technische beschrijving - Varkens

Energiezuinig en duurzaam
De nieuwe stal bestaat uit acht afdelingen met in totaal 900 vleesvarkens. Er staan reeds twee
bestaande stallen met ieder ongeveer 250 vleesvarkens op het perceel. De nieuwe stal wordt
direct achter deze bestaande stallen gebouwd. Er wordt van uit gegaan dat de gewichten van de
vleesvarkens over de 8 afdelingen varieert van opleg (23kg) tot afleveren (110kg).
Het belangrijkste uitgangspunt voor Fancom is een energiezuinige en duurzame oplossing.
Afzuigsysteem
Als centraal afzuigsysteem wordt CentralFlow® geadviseerd. CentralFlow® is het optimale
centraal afzuigsysteem van Fancom dat zeer energiezuinig en nauwkeurig werkt. Het afzuigkanaal
zal uitgevoerd worden boven het looppad. De afmetingen van dit kanaal moeten voldoende groot
zijn, zodat in de toekomst de afzuiging van de 2 bestaande stallen kan worden meegenomen. De
luchtsnelheid in het centraal kanaal mag maximaal 3 m/s bedragen. Uiteraard kan een
luchtwasser in dit afzuigkanaal geïntegreerd worden, eventueel gecombineerd met een
warmtewisselaar.
Voor 900 vleesvarkens moeten drie 3480P ventilatoren worden geïnstalleerd. De benodigde
ventilatiecapaciteit is maximaal 58.000 m3/uur. De oppervlakte van het centraal kanaal zou dan
minimaal 5,3 m2 moeten bedragen. Alle ventilatoren worden via één frequentieregelaar
aangestuurd. Per afdeling wordt een meet- en smoorunit geïnstalleerd. Deze combinatie zorgt
voor een gegarandeerde luchthoeveelheid. De afgezogen hoeveelheid lucht (ventilatiedebiet)
wordt met een maximale afwijking van 1 procent gemeten. Belangrijk bij de keuze van deze units
is de minimum en de maximum capaciteit. Immers, per afdeling moet er minimaal 800m3/uur en
maximaal 10.560m3/uur worden afgezogen. Met een ATM863 (diameter 63 cm) is zowel het
absolute minimum in de winter als het absolute maximum in de zomer perfect te regelen en is de
weerstand over de unit minimaal, wat zo weinig mogelijk energie kost.
Inlaatsysteem
Fancom kiest ervoor om de verse lucht via de twee kopse kanten van de nieuwe stal binnen te
laten komen. Door de nok aan beide zijden 0,5 meter over te laten steken wordt voldoende
luchtinlaat gecreëerd om ook op warme zomerdagen de totale luchthoeveelheid te garanderen.
Doordat de lucht aan zowel de voor- als aan de achterzijde binnenkomt, worden windinvloeden zo
veel mogelijk uitgesloten. De lucht zal via het goed geïsoleerde dak naar de 8 afdelingen gevoerd
worden. In de winter zal de binnenkomende lucht door de ruimte onder de dakplaten eerst
opgewarmd worden. Via geregelde plafondinlaten komt de lucht de afdeling binnen.
In de afdelingen zullen drie plafondkleppen geplaats worden, 1 boven de voergang en 2 boven de
bolle vloer. De binnenkomende lucht via de inlaatkleppen gaat van vóór naar achter in de
afdeling. Door de ATM vóór in de stal te plaatsen zal de lucht altijd eerst van het afzuigpunt
weggaan. De plafondkleppen worden op onderdruk geregeld, waardoor altijd een optimaal
luchtpatroon gecreëerd wordt:
Meet en smoorunit
Plafondklep
Temperatuursensor

Verwarming
Op de tweederde van de afdeling, eenderde van de afscheiding en op anderhalve meter hoogte
wordt één temperatuursensor geplaatst. Onder de bolle vloer wordt een vloerverwarming met
rondpompsysteem voorzien, zodat de dierwarmte van de zware varkens eenvoudig benut kan
worden bij de jonge varkens. Omdat de binnenkomende lucht onder het dak al is opgewarmd, is
de benodigde verwarmingscapaciteit heel gering. Het beste kan dan ook met een mobiele
verwarming gewerkt worden die in de winter bij de jongste vleesvarkens geplaatst wordt.
Eventueel kan per afdeling een verwarmingsunit of centrale verwarmingsbuis of deltabuis
geplaatst worden. Belangrijk is om dan de verwarming in de luchtstroom van de plafondinlaten te
plaatsen, zodat deze inkomende lucht eerst wordt opgewarmd.
Tenslotte
De principes van boven beschreven oplossingen worden al op diverse plaatsen in de wereld
toegepast. Dit geldt voor koude gebieden (b.v Winnipeg, Canada) als ook voor warme gebieden
(b.v. Lleida, Spanje). Omdat er geen inlaten of grondbuizen aan de buitenzijde worden toegepast,
blijft ook het karakter van de stal behouden. Door de lucht van beide kanten te nemen, worden
windinvloeden geminimaliseerd. Voor de centrale regelingen en de regeling per afdeling zal een
F21 worden gebruikt. Deze kan maximaal 24 afdelingen sturen in combinatie met een centraal
afzuigsysteem, dus ook de bestaande stallen kunnen eventueel hier op aangesloten worden.
Voor een centrale bediening of een bediening op een tablet of smart Phone wordt FarmManger®
geadviseerd. Hiermee is de stal letterlijk altijd en overal in beeld.