CLAIRLIEU - Canons Regular Blog
CLAIRLIEU - Canons Regular Blog
CLAIRLIEU - Canons Regular Blog
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
KRONIEK 83<br />
bevond zich op de bibliotheek van het Kruisherenklooster te Keulen (KHA, GB4,<br />
246) en is op naam van Bonaventura geschreven. Het is in werkelijkheid van de<br />
hand van Thomas Gallo, een regulier kanunnik van de abdij Sint Victor te Parijs<br />
en naderhand prior en abt van de abdij te Vercelli. Een soortgelijk is ook de<br />
Spiegel der Volcomenheit van Henricus van Herp oi.m. Dit tractaat bevond zich in<br />
de bibliotheken van de Kruisherenkloosters te Hoei (LSB, 6K7), Keulen (KHA<br />
GB8, 89) en Beyenburg (Brussel, K.B. 2140). Een volgende is de Sermo de pas'stone<br />
van Willem Jordaans van Groenendael, in de bibliotheek te Keulen (KHA,<br />
GB4, 57). Er zullen er zeker meerdere aan te wijzen of op te noemen zijn.<br />
De teal van de meeste commentaren was het Latijn. B. Spaapen wees in Ons<br />
Geesteltjk Erf, 1945, p. 85-172 op een verklaring van het Hooglied uit het Oude-<br />
Gelder. Deze verklaring of commentaar vond hij in een handschrift, dat thans in de<br />
bibliotheek van de paters Trappisten te Westmalle wordt bewaard (Liturgia A 15).<br />
Het handschrift is afkomstig van het Birgitinessenklooster Marienboom nabij Kleef\<br />
en is op het einde van de vijftiende eeuw in Oost-Middel-Nederlands dialect<br />
geschreven. Spaapen veronderstelde, dat deze commentaar op het Hooglied zou zijn<br />
samengesteld door een Kruisheer van het klooster Marienfrede, dat niet zo ver<br />
verwijderd van het Birgitenessenklooster Marienboom lag. Hij kwam tot deze<br />
veronderstelling, omdat het handschrift in de zeventiende eeuw in het Kruisheren<br />
klooster te Venlo berust had. Op een van de folio's vond hij de woorden geschre<br />
ven : pettineo ad fratres Cruets Venlo en ad f Venlo pertineo. Na de opheffing van<br />
Marienboom zou het handschrift als oorspronkelijk erfgoed der Kruisheren eerst<br />
naar Marienfrede en dan naar Venlo overgebracht zijn. Een andere reden, waarom<br />
een Kruisheer de auteur van het tractaat zou zijn, is dat de overweging van Jezus'<br />
lijden en dood aan het kruis in deze commentaar een voorname plaats innam (zie<br />
ook Clairlieu, 8 (1956), p. 47 en L. Heere, Gescbiedenis van het Kruisherenklooster<br />
te Venlo, in "Publications ... de limbourg, XCII-XCIII (1956-57), p. 278).<br />
De kloosters Marienboom en Marienfrede zullen elkaars handschriften gekopieerd<br />
hebben. De geschriften van de H. Birgitta werden b.v. te Marienfrede gekopieerd,<br />
maar verder bijna in geen enkel ander Kruisherenklooster. Marienfrede bleef echter<br />
voortbestaan tot 1803.<br />
Een andere vraag is : hoe geraakte dit handschrift in de abdij Westmalle ?<br />
Volgens Rafael Hoedt o.c.r. zou het best kunnen, dat Dr. C. R. Hermans, de<br />
schrijver van de Annales ... Ordinis Sanctae Crucis, het geschonken heeft aan'zijn<br />
neef fr. Bonaventura, die in de vorige eeuw bibliothecaris te Westmalle was en<br />
oude handschriften en oude documenten verzamelde. Ook waren er te Westmalle<br />
enkele archivalia van het Kruisherenklooster Sint Agatha, die sedert 1950 weer in<br />
dit klooster teruggekeerd zijn (zie Clairlieu, 8 (1950), p. 96).<br />
Wie zich op de hoogte wenst te stellen van de spiritualiteit in de middeleeuwse<br />
kloosters moet het boek van Dom de Monleon lezen. Hij is een van de Benedictijnen,<br />
die zich op verlangen van de paus, tot taak hebben gesteld vertalingen te bezorgen<br />
van de klassieke monastieke literatuur ofwel van de bronnen van de christelijke<br />
spiritualiteit. Ook in Nederland verscheen een dergelijk boek van Dr. J. Boot:<br />
De allegorische uitlegging van het Hooglied, voornamelijk in Nederland, Woerden<br />
1971. Beschouwden Kerk en Wetenschap de mystiek als een geestelijke afwijking,<br />
nu mag er weer over geschreven worden.<br />
P. v. d. B.<br />
In de publicatie nr. 2 van het Centrum voor landelijke geschiedenis van de<br />
Katholteke Untversiteit te Leuven (Leuven 1964) is een artikel opgenomen van