Inspiratie voor NT2-onderwijs - De Dagen
Inspiratie voor NT2-onderwijs - De Dagen
Inspiratie voor NT2-onderwijs - De Dagen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Inspiratie</strong> <strong>voor</strong> <strong>NT2</strong>-<strong>onderwijs</strong><br />
ANNIE100 is een project van DE DAGEN<br />
Met steun van het Vlaams Fonds <strong>voor</strong> de Letteren, Vlaamse Gemeenschap,<br />
Stichting Lezen Vlaanderen en Nederlandse Taalunie.<br />
2 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100
5<br />
7<br />
16<br />
Inhoud<br />
Welkom in deze koffer<br />
Boeken om te lezen, liedjes om te luisteren, fragmenten om te kijken<br />
<strong>Inspiratie</strong> <strong>voor</strong> <strong>NT2</strong>-<strong>onderwijs</strong><br />
16<br />
20<br />
24<br />
28<br />
33<br />
39<br />
43<br />
48<br />
53<br />
57<br />
61<br />
75<br />
94<br />
98<br />
3 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Over Annie MG Schmidt<br />
Het mannetje in de maan<br />
M'n Opa<br />
Dag, meneer de kruidenier<br />
<strong>De</strong> maanden<br />
Laat u maar, meneer<br />
Ik zou je het liefst in een doosje willen doen<br />
Moeder is ziek<br />
Hendrik Haan<br />
Dikkertje Dap<br />
Rieneke Tineke Peuleschil<br />
<strong>De</strong> brug bij Breukelen<br />
Pluk van de Petteflet<br />
<strong>De</strong> geit van dokter Sanders
Kinderen moeten niets<br />
behalve lezen.<br />
(Annie M.G .Schmidt)<br />
4 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100
Geachte mevrouw<br />
Geachte heer,<br />
5 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
'Moeders wil ik er niet bijhebben' zei Annie M.G. Schmidt<br />
ooit over haar boeken. Toch werd ze de (groot)moeder van<br />
iedereen die in de tweede helft van de twintigste eeuw geboren<br />
werd.<br />
Was het door herkenbaarheid?<br />
Omdat ze buiten de lijntjes van fatsoen schreef?<br />
Is het omdat ze ons allemaal deed lachen met haar poëzie?<br />
En stiekem op ons hart trapte?<br />
Omdat ze ons een mooi einde beloofde, elke keer weer?<br />
Naar aanleiding van haar honderdste geboortedag ging<br />
DE DAGEN op ontdekkingstocht in het werk van de koningin<br />
van de lage landen.<br />
Het resultaat is deze muzische koffer.<br />
Het is een koffer om te lezen, te ontdekken, om te luisteren,<br />
te spelen en te zingen.<br />
Een koffer <strong>voor</strong> de klas. Of helemaal <strong>voor</strong> de leerkracht.<br />
Want ook een leerkracht moet tenslotte niets (behalve lezen)!<br />
Er is een doemap.<br />
Er is een denkmap boordevol inspiratie.<br />
U vindt een stapel boeken, cd's en dvd's.<br />
Dat alles binnenin.<br />
<strong>De</strong> buitenkant van de koffer is de prikkelkant.<br />
Postkaartjes, foto's en notities van Annie M.G. Schmidt<br />
<strong>voor</strong> u bij elkaar gezocht in het Letterkundig Museum van<br />
<strong>De</strong>n Haag.<br />
U hoeft er niets mee (behalve lezen).<br />
Maar we zijn er zeker van dat het denken, schrijven en doen van<br />
Annie u zal inspireren en dat uw klas haar werk zal ademen.<br />
Veel plezier ermee.<br />
Lang Leve Annie!<br />
Warme groeten van Ems <strong>De</strong>preeuw<br />
(projectcoördinator DE DAGEN)
Boeken om te lezen, liedjes<br />
om te luisteren, fragmenten<br />
om te kijken<br />
Samengesteld door Stichting Lezen en DE DAGEN<br />
KinderboeKen<br />
7 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Abeltje/ Annie M.G. Schmidt en Thé Tjong Khing (ill.).<br />
Querido, 2008.<br />
Abeltje werkt als liftjongen in het warenhuis Knots.<br />
Hij weet heel goed dat hij niet op het geheimzinnige<br />
bovenste knopje van de lift mag drukken.<br />
Als hij dat op een dag toch doet, schiet hij met de passagiers door<br />
het dak van het warenhuis het luchtruim in.<br />
:: 10+<br />
<strong>De</strong> A van Abeltje/ Annie M.G. Schmidt en Thé Tjong-Khing<br />
(ill.). Querido, 2009.<br />
Abeltje gaat samen met meneer Tump, juffrouw Klaterhoen en<br />
Laura naar de kermis in Middelum. Maar daar loopt het helemaal<br />
mis: tijdens een verdwijntruc komt Laura niet meer te<strong>voor</strong>schijn.<br />
:: 10+<br />
Allemaal sprookjes/ Annie M.G. Schmidt. Querido, 2009.<br />
In dit boek vind je alle sprookjes van Annie M.G. Schmidt, met<br />
daarbij een heleboel vrolijke illustraties van gerenommeerde<br />
illustratoren als Fiep Westendorp, Philip Hopman, Harrie Geelen,<br />
Sieb Posthuma, Carll Cneut en Gerda <strong>De</strong>ndooven.<br />
:: 6+ (<strong>voor</strong>lezen)<br />
:: 8+ (zelf lezen)<br />
Floddertje/ Annie M.G. Schmidt en Fiep Westendorp.<br />
Querido, 2008.<br />
Zes verhaaltjes met steeds weer andere belevenissen over het<br />
zich <strong>voor</strong>tdurend vuil makende meisje Floddertje en haar<br />
onafscheidelijke hondje Smeerkees. Oorspronkelijk zijn deze<br />
avontuurtjes uitgegeven als reclame <strong>voor</strong> een wasmiddel.<br />
Humor voert de boventoon, water en wasmiddel lossen het<br />
(grotemensen)probleem altijd wel weer op.<br />
:: 3+
8 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Het beertje Pippeloentje/ Annie M.G. Schmidt<br />
en Harrie Geelen (ill.). Querido, 1997.<br />
Twaalf speelse versjes over de <strong>voor</strong> kleuters herkenbare<br />
belevenissen van het beertje Pippeloentje.<br />
In dit mooie prentenboek is Pippeloentje jarig, gaat hij bij<br />
oma logeren, schaatsen op het ijs, noem maar op. <strong>De</strong> perfect<br />
lopende verzen en de prachtige schilderijtjes van Harrie<br />
Geelen vormen een heerlijke combinatie.<br />
:: 3+<br />
Het grote Annie M.G. Schmidt <strong>voor</strong>leesboek/ Annie M.G.<br />
Schmidt. Querido, 2009.<br />
Verhalen over onder meer Jip en Janneke, Abeltje, Wiplala,<br />
Tante Patent, Minoes, Pluk, Otje, Floddertje, Ibbeltje,<br />
juffrouw Knoops en de Diepvriesdames. In deze bloemlezing<br />
staan ook versjes als 'Waar de koning trek in had', '<strong>De</strong><br />
mislukte fee', 'Het hele schaap Veronica', 'Ik ben lekker stout',<br />
'<strong>De</strong> Heks van Sier-kon-fleks', 'Slordige Saartje' en 'Pietertje<br />
luim'. Thematisch ingedeeld waardoor verrassende verbanden<br />
opduiken zoals die tussen de lange familie Pijpestang en het<br />
paard Langhors uit Pluk.<br />
:: 4+<br />
Het hele schaap Veronica/ Annie M.G. Schmidt en Fiep<br />
Westendorp. Querido, 2002.<br />
Humoristische, hier en daar wat kolderieke gedichtjes over de<br />
dagelijkse belevenissen van het schaap Veronica, de deftige<br />
dametjes Groen en een dominee. Ze gaan over onderwerpen<br />
in verschillende periodes van het jaar (zomer, Sinterklaas,<br />
Kerstmis, schaatsen, bollenvelden) en ademen een typisch<br />
knusse, Hollandse sfeer. Ook zitten in de tekst kleine, niet<br />
hinderlijke knipoogjes naar volwassenen.<br />
:: 7+<br />
Het toverstokje/ Annie M.G. Schmidt en Jan Jutte (ill.).<br />
Querido, 2009.<br />
Hansje Pansje Pingeling tovert zijn ouders om tot mezen met<br />
een toverstokje dat hij gevonden heeft. Daarna trekt hij naar<br />
school en gaat hij verder door de hele stad. Kinderen laat hij<br />
met rust, maar bijna alle volwassenen zijn al gauw veranderd<br />
in een dier. Alleen de meester niet, die werd een mokkataart.<br />
:: 3+<br />
Ibbeltje/ Annie M.G. Schmidt en Fiep Westendorp (ill.).<br />
Querido, 2004.<br />
Ibbeltje is een doodgewoon meisje met een doodgewone<br />
vader. Maar Ibbeltjes moeder vliegt <strong>voor</strong> elke hond de boom<br />
in, spint als geen ander en overlegt regelmatig met haar<br />
poezen. Met zo’n bijzondere moeder moét je wel een heleboel<br />
avonturen beleven.<br />
:: 6+ (<strong>voor</strong>lezen) :: 8+ (zelf lezen)
9 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Jip en Janneke/ Annie M.G. Schmidt en Fiep Westendorp (ill.).<br />
Querido, 2005.<br />
Wie kent Jip en Janneke niet, de twee buurkinderen die heel<br />
gewone, dagelijkse dingen meemaken? Elk verhaaltje in deze<br />
verzamelbundel vormt een afgerond geheel en speelt zich af in de<br />
kleuterwereld. Herkenbaar <strong>voor</strong> elk kind!<br />
:: 3+<br />
Kaapse raasdonders/ Louise Bos, Roos Voorsluis en Fiep<br />
Westendorp (ill.). Querido, 1999.<br />
<strong>De</strong> auteurs hebben uit de kinderboeken van Annie M.G.<br />
Schmidt allerlei heerlijks geselecteerd en recepten geschreven<br />
<strong>voor</strong> o.m. brandnetelsoep, Stampertjespot, hasselbramenjam<br />
enz. Met <strong>voor</strong>in duidelijk uitleg hoe het boek te gebruiken en<br />
een korte persoonsbeschrijving van de helden: Otje, Pluk, Jip en<br />
Janneke, Floddertje, Tante Patent en Ibbeltje. <strong>De</strong> recepten staan<br />
puntsgewijs, zijn duidelijk en worden soms ook nog besloten met<br />
een passend citaat.<br />
:: 10+<br />
Mijn huis, jouw huis/ Annie M.G. Schmidt, Han G. Hoekstra,<br />
Bibi Dumon Tak en Fiep Westendorp (ill.). Querido, 2008.<br />
Het boek is opgezet als een wandeling door een huis, waarbij<br />
je alle kamers bezoekt. Bij elke kamer zijn na een wervende<br />
inleiding van Bibi Dumon Tak bekende teksten van Annie M.G.<br />
Schmidt (en ook enkele van Han G. Hoekstra) opgenomen,<br />
waarvan ook vertalingen in het Engels, Hebreeuws en Arabisch.<br />
Naast de verhalen en gedichten die iedereen meteen mee kan<br />
opzeggen, zijn er ook recepten uit verschillende culturen<br />
opgenomen en een spel over talen. Op de bijbehorende cd wordt<br />
'Dikkertje Dap' gezongen in de al eerder genoemde talen door<br />
achtereenvolgens VOF de Kunst, Hakim, Gilad Nezer en Jimmy<br />
Hutchinson.<br />
:: Voor iedereen!<br />
Minoes/ Annie M.G. Schmidt en Carl Hollander (ill.).<br />
Querido, 2007.<br />
Juffrouw Minoes was vroeger een poes. Ze spint, krabt, geeft<br />
kopjes en houdt nog steeds van vogeltjes. Ze mag dan wel een<br />
gewoon meisje zijn, ze spreekt ook nog de ‘katse’ taal. En zo kan<br />
ze, via de katten-persdienst, de verlegen journalist Tibbe helpen.<br />
:: 10+<br />
Misschien wel echt gebeurd/ Annie M.G. Schmidt.<br />
Querido, 2003.<br />
Annie M.G.Schmidt heeft in de laatste fase van haar leven<br />
zelf nog bepaald welke 43 verhalen en sprookjes in dit mooi<br />
uitgevoerde boek zouden worden opgenomen. Men treft er veel<br />
bekend werk aan (Spikkeltje, Kroezebetje), maar ook enkele<br />
onbekende verhalen.<br />
:: 4+ (<strong>voor</strong>lezen) :: 8+ (zelf lezen)
10 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Otje/ Annie M.G. Schmidt en Fiep Westendorp (ill.).<br />
Querido, 2006.<br />
Otjes vader Tos is kok. Dat klinkt lekker, maar Tos heeft geen<br />
papieren en heeft last van driftbuien en kan dus nergens een vaste<br />
baan krijgen. Hij en Otje zwerven van de ene naar de andere plek.<br />
Gelukkig krijgen ze veel hulp van de dieren.<br />
:: 6+ (<strong>voor</strong>lezen)<br />
:: 8+ (zelf lezen)<br />
Pluk van de Petteflet/ Annie M.G. Schmidt en Fiep Westendorp<br />
(ill.). Querido, 2010.<br />
Pluk, die op het zolderkamertje van de Petteflet woont, is de held<br />
en de redder wanneer de andere flatbewoners en zijn vrienden, de<br />
dieren, in nood verkeren.<br />
:: 4+ (<strong>voor</strong>lezen)<br />
:: 8+ (zelf lezen)<br />
Tante Patent en de Grote Sof/ Annie M.G. Schmidt<br />
en Fiep Westendorp. Querido, 2002.<br />
<strong>De</strong> keurige Tante Patent graaft in haar tuin een offervat op en<br />
krijgt daardoor een Batavier over de vloer, die het heilige goed<br />
komt opeisen. <strong>De</strong> gevolgen zijn niet te overzien, hoewel tante zich<br />
aardig weert. <strong>De</strong> illustraties zijn onverminderd krachtig en zullen<br />
niet alleen uit nostalgische overwegingen door groot en klein<br />
worden gewaardeerd.<br />
:: 10+<br />
Wiplala & Wiplala Weer/ Annie M.G. Schmidt<br />
en Philip Hopman (ill.). Querido, 2011.<br />
Wiplala is een klein mannetje dat door zijn volkje weggestuurd<br />
wordt en bij de familie Blom terechtkomt. Als vader Blom in<br />
een restaurant niet genoeg geld heeft, tovert en tinkelt Wiplala<br />
hen klein om hen te redden van de politie. Krijgt hij hen weer<br />
teruggetinkeld?<br />
:: 6+ (<strong>voor</strong>lezen)<br />
:: 8+ (zelf lezen)<br />
Ziezo/ Annie M.G. Schmidt. Querido, 2009.<br />
In dit boek vind je alle kinderversjes die Annie M.G. Schmidt<br />
ooit geschreven heeft. Het zijn er 347 in het totaal en ze zijn<br />
chronologisch geordend. Met illustraties van Wim Bijmoer, Jenny<br />
Dalenoord, Carl Hollander, Jan Jutte, Mance Post, Thé Tjong-<br />
Khing, Peter Vos en natuurlijk ook Fiep Westendorp.<br />
:: 6+
Volwassen<br />
literatuur<br />
11 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Ik heb truffel, wat heb jij? / Alex Verburg. Arbeiderspers, 2011<br />
In de lente van 1995 voerde Alex Verburg een lang gesprek met<br />
Annie M. G. Schmidt. Achteraf bleek dit het allerlaatste interview<br />
te zijn dat de schrijfster heeft gegeven. Vele facetten van haar<br />
leven passeren de revue. Annie vertelt wat ze zich <strong>voor</strong>stelt bij<br />
haar dood en bij de eeuwigheid, ze vertelt onverbloemd over haar<br />
houding in de oorlog, en gaat in op de vraag hoe ze graag door<br />
ons herinnerd zou worden.<br />
Ik staar maar te staren/div. Eenvoudig communiceren, 2009<br />
Een bundel gedichten en proza, geïnspireerd door werk van Annie<br />
M. G. Schmidt. Niet of onvoldoende geletterde volwassenen<br />
maken op latere leeftijd kennis met een van de bekendste<br />
schrijfsters van Nederland. Het is een kennismaking met het<br />
geschreven woord en de mogelijkheid om ook eigen gedachten in<br />
woorden om te zetten.<br />
Zeur niet/ Annie M. G. Schmidt. Nygh & Van Ditmar, 2007<br />
Nergens anders in de Nederlandse letterkunde komen zo veel<br />
clivia's, fuchsia's, cyclamen en begonia's <strong>voor</strong>. Ze zette alle ramen<br />
van het bedompte Hollandse binnenhuisje open om er een<br />
frisse wind doorheen te laten waaien, maar de potplanten op de<br />
vensterbanken bracht ze nimmer tot wankelen – als de tijdloze<br />
symbolen van onze geborgenheid. En misschien verklaart dat<br />
ook wel de blijvende, ongekende populariteit van haar liedjes:<br />
glasheldere gebruikspoëzie en een huishoudelijke taal vol<br />
verrassende woorden.<br />
Doe nooit wat je moeder zegt/ Joke Linders. Querido, 1999<br />
In het uiterst toegankelijk geschreven ‘Doe nooit wat je moeder<br />
zegt’ schetst Joke Linders een beeld van het veelzijdige oeuvre van<br />
Annie M.G. Schmidt. Wie of wat waren haar inspiratiebronnen?<br />
Voor wie schreef zij het liefst? En is een van de meest gelezen<br />
auteurs van Nederland echt altijd acht jaar gebleven?<br />
Anna/ Annejet Van der Zijl. Querido,2002<br />
Op grond van brieven, aangevuld met tientallen interviews en een<br />
schat aan ander onbekend materiaal reconstrueerde Van der Zijl<br />
het leven van Schmidt.<br />
Het resultaat is een bijna eeuw omspannende biografie, waarin<br />
niet alleen getoond wordt hoezeer dit 'merkwaardige, zeldzame<br />
kunstenaarschap' (zoals Jan Greshoff haar talent al in 1951<br />
noemde) verweven was met Schmidts persoonlijke lotgevallen,<br />
maar ook hoezeer de schrijfster haar leven keer op keer in eigen<br />
handen nam en de geschiedenis ervan uiteindelijk mystificeerde<br />
en zelfs verzon.
12 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Wat we begraven onder appelflappen / Annie M. G. Schmidt<br />
Querido, 2009<br />
Sinterklaas, Kerstmis, Oud & Nieuw: het hoort vrolijk en gezellig<br />
te zijn. Maar wie het werk van Annie M.G. Schmidt kent, weet dat<br />
wat hóórt de schrijfster niet bijster interesseerde. Dus schreef ze,<br />
met de vrolijke overdrijving die haar kenmerkt, columns, liedjes en<br />
gedichten over die vermaledijde feestdagen.<br />
Wat ik nog weet/ Annie M.G. Schmidt. Querido, 2002<br />
Niemand kan beter over Annie M.G. Schmidt vertellen dan zijzelf.<br />
Zo rond haar tachtigste is ze gaan opschrijven 'wat ze nog niet wist'<br />
van haar Zeeuwse kinderjaren en van haar jeugd. In ‘Wat ik nog<br />
weet’ zien we Annie M.G. Schmidt op haar best. Dat mag literatuur<br />
van het eenvoudige soort opleveren, maar weinigen schrijven zo<br />
origineel, zo vermakelijk en <strong>voor</strong>al zo innemend als zij.<br />
Voeden, verschonen en in de wieg mikken/ Annie M. G. Schmidt<br />
Querido, 2009<br />
In al haar versjes over kinderen echoot haar beroemde dichtregel 'en<br />
als ik kwaad ben zeg ik bil!'. Ook in de vele columns die ze over hen<br />
schreef is er weinig zoetsappigheid te bespeuren en weinig volwassen<br />
vertedering. Wat we hier wel terugvinden: een kritische kijk op<br />
ouders die in hun kroost louter wonderkindertjes zien, een vrolijke<br />
blik op de eigenzinnigheid en de onafhankelijke logica van kinderen.<br />
Alleen <strong>voor</strong> dames/ Annie M. G. Schmidt. Querido, 2011<br />
Schmidt drijft in 'Alleen <strong>voor</strong> dames' regelmatig de spot met het<br />
vrouwelijke doen en laten. Maar wel op een hele leuke manier,<br />
waardoor de vrouwelijke lezer het opgeroepen schaamtegevoel kan<br />
laten varen en er juist gelachen kan worden om het soms ietwat<br />
opmerkelijke gedrag van vrouwen.<br />
Tot hier toe/ Annie M.G. Schmidt. Querido,2002<br />
'Tot hier toe' kan beschouwd worden als de 'verzamelde gedichten<br />
<strong>voor</strong> volwassenen' van Annie M.G. Schmidt (1911-1995), in de<br />
ruimste zin van het woord, zowel wat 'gedichten' als wat 'volwassenen'<br />
betreft. Zo zijn alle gedichten opgenomen waarin de dominee, de<br />
dames Groen en het schaap Veronica de hoofdrol vervullen, ook al<br />
hebben de losse uitgaven er nog zozeer als kinderboeken uit gezien.<br />
En natuurlijk treffen we hier de liederen uit het fameuze jaren- ‘50<br />
hoorspel 'In Holland staat een huis' alias '<strong>De</strong> familie Doorsnee' aan.<br />
Liefs Annie/ Annie M. G. Schmidt & Annejet van der Zijl .<br />
Querido, eind mei 2011<br />
Annie M.G. Schmidt was behalve een van de populairste schrijvers<br />
van Nederland ook een van de productiefste. En bijna alles wat<br />
ze in de loop van haar lange leven heeft geschreven is inmiddels<br />
gepubliceerd – met uitzondering van de talloze brieven die ze<br />
schreef aan haar moeder, haar vriendinnen, haar geliefde, haar<br />
uitgever en haar fans. En dat is zonde, want ook deze brieven worden<br />
gekenmerkt door haar unieke kijk op de wereld, haar gevoel <strong>voor</strong><br />
stijl en humor.
Cd's, dVd's<br />
en andere<br />
13 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Ziezo / Annie MG Schmidt. Querido, Avro, 2005<br />
dvd<br />
Literair kinderplezier. Een bonte verzameling animatiefilmpjes,<br />
gemaakt in opdracht van de AVRO, door de HKU. Met de stem<br />
van Flip van Duijn.<br />
<strong>De</strong> leukste Annie MG Schmidt filmhits in één DVD-box<br />
Warner home video, 2003<br />
dvd<br />
Abeltje, Otje 1&2, Minoes, Ja zuster, nee zuster en het interview<br />
tussen Annie en Isha Meijer vind je in deze verzamelbox.<br />
Heksen en zo/ Annie M.G. Schmidt. Rubinstein, 2007<br />
luisterboek<br />
Op deze 2 cd's leest Annie M.G. Schmidt acht van haar vreemde<br />
sprookjes <strong>voor</strong>. Over de kapper die bij de diepvriesdames terecht<br />
komt, over een ooievaar die een koningskindje moet afleveren,<br />
over een koning die een maarschalk had die zijn oor kon<br />
afschroeven en over een meisje dat haar naam kwijt was. En over<br />
gewone mensen die ongewone dingen meemaken...<br />
Ik ben Jip, ik ben Janneke / Annie M.G. Schmidt<br />
Querido, 2010<br />
boek en cd<br />
Lezen, kijken, luisteren en meezingen met Jip en Janneke! In het<br />
extra lang <strong>voor</strong>leesverhaal gaan Jip en Janneke spelen met een<br />
winkelwagen in de supermarkt, en ze bouwen een huis van een<br />
grote kartonnen doos. Ideaal als het regent! Op de cd achter in het<br />
boek gaan de avonturen verder als mini-musical.<br />
Pension Hommeles/ Annie M.G. Schmidt (2009)<br />
dvd<br />
'Pension Hommeles' is de eerste Nederlandse televisieserie en<br />
gaat over de belevenissen van de vaste bewoners van een pension.<br />
<strong>De</strong> pensionhoudster zwaait de scepter. Er zitten liedjes in en de<br />
vergelijking met de radioserie <strong>De</strong> Familie Doorsnee ligt <strong>voor</strong> de<br />
hand. Een oer-Hollandse sfeer en personages waar het publiek<br />
zich in herkent. Enkele van de liedjes zijn tot de klassieken van het<br />
Nederlandse repertoire gaan horen, zoals ‘Ik zou je het liefste in<br />
een doosje willen doen’.<br />
Ja zuster, nee zuster / Annie M.G. Schmidt. Rubinstein, 2006<br />
luisterboek<br />
Ook tv-serie en film (met Paul de Leeuw uit 2002)<br />
In het Rusthuis van Zuster Klivia is het allesbehalve rustig.<br />
Integendeel zelfs. Buurman Boordevol ergert zich mateloos aan<br />
het lawaai van zijn buren. Zo erg, dat hij Zuster Klivia regelmatig,<br />
maar tevergeefs, <strong>voor</strong> de rechter sleept. Als inbreker Gerrit ook<br />
zijn intrek neemt in het rusthuis, denkt Boordevol na een inbraak<br />
in zijn huis, dat hij nu echt een zaak heeft. Het ziet er niet goed uit<br />
<strong>voor</strong> Rusthuis Klivia. Totdat de ingenieur met een van zijn geniale<br />
uitvindingen de redder in nood blijkt te zijn. Maar <strong>voor</strong> hoelang?
linKs<br />
14 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
Ongehoord, opnames uit de jaren 50 / Annie M.G. Schmidt.<br />
TIN, 2003<br />
cd<br />
Een verzameling van opnames die nog niet eerder op plaat of<br />
cd verschenen van zowel cabaretwerk als musicalnummers.<br />
Onder meer opnames van Cabaret <strong>De</strong> Inktvis, waarvan<br />
cabaretgrootheden als Wim Sonneveld en Wim Kan later de<br />
teksten afnamen <strong>voor</strong> hun eigen programma's. Ook Annie<br />
M.G. Schmidt zélf is op de cd's te horen in een aantal gesproken<br />
columns!<br />
<strong>De</strong> allerleukste liedjes en verhaaltjes van Annie MG Schmidt/<br />
Annie M.G. Schmidt. Tabtoo, 2009<br />
cd<br />
<strong>De</strong> titel zegt het, de allerleukste! Je hebt ook een cd met 'de<br />
leukste liedjes', ' de leukste verhaaltjes' en 'alle verhalen van Jip en<br />
Janneke' op cd.<br />
<strong>De</strong> leukste liedjes van Annie MG Schmidt/ VOF <strong>De</strong> kunst<br />
vof de kunst, 2009<br />
cd<br />
Heel bekend in Nederland: deze versies van VOF <strong>De</strong> Kunst.<br />
VOF <strong>De</strong> kunst heeft een aantal cd's met liedjes van Annie MG<br />
Schmidt.<br />
Het dorp/ Wim Sonneveld. Polymedia, 1998<br />
cd<br />
Op deze cd hoor je enkele van de teksten die Annie MG Schmidt<br />
<strong>voor</strong> Wim Sonneveld schreef. Zoals in de liedjes Marjolijne en<br />
Margootje.<br />
Op www.dedagen.be/annie100 vind je links naar vertolkingen<br />
van haar liedjes, fragmenten uit series en meer.
Tekst:<br />
Honderd jaar<br />
Annie<br />
door Helga Gehre<br />
16 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Annie M.G. Schmidt: honderd jaar<br />
Annie M.G. Schmidt is geboren op 20 mei 1911.<br />
Zij is geboren in Nederland.<br />
Haar geboorteplaats is Kapelle.<br />
Zij heeft één broer.<br />
Zij is de jongste.<br />
Haar moeder zong veel en vertelde veel verhalen.<br />
School en werk<br />
Ze ging naar school en studeerde <strong>voor</strong> notaris.<br />
Ze werkte ook als notaris.<br />
Dat vond ze niet leuk.<br />
Ze studeerde <strong>voor</strong> secretaresse.<br />
Ze werkte als secretaresse.<br />
Ze werkte als kindermeisje.<br />
Dat vond ze niet leuk.<br />
Ze werkte in een bibliotheek.<br />
Dat vond ze leuk.<br />
Ze werkte ook <strong>voor</strong> een krant.<br />
Dat vond ze ook leuk.<br />
Haar man en haar zoon<br />
Ze leert Dick kennen.<br />
Ze is dan 36 jaar oud.<br />
In 1952 wordt haar zoon, Flip, geboren.<br />
In 1981 sterft Dick.<br />
Schrijven<br />
Ze schreef versjes, kinderboeken, theater,<br />
musicals en series <strong>voor</strong> de televisie.<br />
In 1950 kon je haar eerste boek kopen in de<br />
winkel: Jip en Janneke.<br />
Jip en Janneke zijn twee kleuters.<br />
Ze wonen naast elkaar.<br />
Ze schrijft de verhaaltjes over Jip en Janneke<br />
vanaf 1952.<br />
In 1987 is het boek Ziezo te koop.<br />
Dat is een boek met 347 gedichtjes.<br />
Bekende boeken en prijzen<br />
<strong>De</strong> bekendste boeken zijn Jip en Janneke, Wiplala,<br />
Floddertje, Pluk van de Petteflet en Otje.<br />
In al haar boeken gaan werkelijkheid en fantasie<br />
samen.<br />
Annie heeft veel prijzen gewonnen.<br />
Haar boeken worden gelezen door kinderen en<br />
volwassenen.<br />
Dood<br />
Annie had slechte ogen.<br />
Ze is geopereerd aan haar ogen.<br />
Ze werd blind.<br />
Ze werd ziek.<br />
Ze werd 84 jaar.<br />
Ze stierf op 21 mei 1995.
Lessuggesties<br />
(door Helga Gehre)<br />
Gealfabetiseerde en<br />
niet-Gealfabetiseerde<br />
nt2-Cursisten,<br />
riChtGraad 1.1. (mondelinG)<br />
en 1.2. (sChriftelijK).<br />
17 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
doelstellingen<br />
materiaal<br />
opmerking:<br />
lesduur<br />
lesverloop<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Lezen/luisteren:<br />
de cursisten kunnen informatie uit een tekst halen.<br />
Lezen/luisteren:<br />
de cursisten kunnen het globale onderwerp uit een tekst halen.<br />
Lezen/spreken:<br />
de cursisten kunnen informatie uit een tekst chronologisch<br />
rangschikken.<br />
Spreken: de cursisten kunnen hun mening geven.<br />
een foto van Annie M.G. Schmidt<br />
prenten van familie, zoon, boeken, cinema, zingen, trouwen<br />
(www.betavzw.be)<br />
de koffer<br />
de tekst<br />
<strong>De</strong>ze tekst bundel je best in een boekje.<br />
Zoek per alinea een passende foto, die veel vertelt<br />
over wat er in de tekst staat.<br />
Zo krijg je een transparante tekst: een combinatie van foto en tekst<br />
die leestechnisch moeilijker is dan wat de cursisten zelfstandig<br />
kunnen lezen. Het <strong>voor</strong>naamste doel van deze tekst is leesplezier.<br />
<strong>De</strong> cursisten hoeven de tekst niet alleen te kunnen lezen. Door het<br />
oproepen van de context komen ze echter al heel wat te weten.<br />
Vijftig minuten <strong>voor</strong> de basisles.<br />
Hoeveel tijd je aan de uitbreiding besteedt, kies je zelf.<br />
1. annie<br />
Toon een foto van Annie M.G. Schmidt en prenten van een familie,<br />
een zoon, boeken, de cinema, zingen en trouwen.<br />
Laat de cursisten zoveel mogelijk praten.<br />
Stuur het gesprek naar de inhoud van de tekst:<br />
Wie is deze vrouw?<br />
Hoe oud is zij?<br />
Is zij getrouwd?<br />
Werkt ze?<br />
Heeft ze kinderen?<br />
Wat doen ze? Waar zijn ze? Weet je dat of denk je dat ?
18 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Vraag aan de andere cursisten of ze akkoord zijn.<br />
Stel vragen tot de belangrijkste begrippen uit de tekst aan bod zijn<br />
gekomen.<br />
2. film, versjes, boeken<br />
Toon het materiaal uit de koffer.<br />
Lees een versje <strong>voor</strong>.<br />
Vraag aan de cursisten wat ze net hoorden.<br />
Doe dan hetzelfde met een liedje en een stukje film.<br />
3. moeilijke woorden<br />
Schrijf de moeilijke woorden uit de tekst op het bord.<br />
Laat deze hardop lezen door de cursisten.<br />
Verdeel de woorden dan in stukjes (bv. no-ta-ris).<br />
Ga in op de betekenis van de woorden (ook hier kan je ter<br />
ondersteuning prenten zoeken).<br />
4. het boekje<br />
Geef elke cursist het boekje (of deel de tekst blad per blad uit).<br />
Stel telkens dezelfde vragen bij de foto’s:<br />
Wat zie je?<br />
Wat doen ze?<br />
Waar zijn ze?<br />
Weet je dat of denk je dat?<br />
Kijk naar de titel.<br />
Laat de cursisten verbanden leggen: wat kan daar staan?<br />
Wat staat er op de foto?<br />
Lees dan de titel <strong>voor</strong> en schrijf hem op het bord.<br />
Overloop het boekje blad <strong>voor</strong> blad.<br />
Eerst gaan de cursisten <strong>voor</strong>spellend lezen<br />
(wat denk je dat er staat?).<br />
Daarna lees jij een stukje <strong>voor</strong> en schrijf je op het bord.<br />
Zorg er<strong>voor</strong> dat de cursisten volgen en op de juiste plaats<br />
meelezen.<br />
Controleer tot slot of de <strong>voor</strong>spellingen van de cursisten klopten.<br />
Als de tekst helemaal gelezen is, werk je aan een aantal<br />
sleutelwoorden.<br />
Waarover gaat de tekst?<br />
Je kan ook een aantal woorden opgeven.<br />
<strong>De</strong> cursisten zoeken en omcirkelen deze woorden<br />
(bv. werkte, leuk)
19 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
5. uitbreiding<br />
Heb je nog meer tijd, dan kan je ook aan de slag met<br />
de volgende ideeën:<br />
juist/fout-oefeningen<br />
meerkeuzevragen<br />
invuloefeningen<br />
sorteeroefeningen (de tekst in stroken verknippen,<br />
een zin <strong>voor</strong>lezen en de cursisten zoeken de juiste strook)<br />
woorden aanduiden in de tekst (of woorden laten overschrijven,<br />
evt. als huiswerk)<br />
kijken naar hoofdletters en leestekens<br />
werken met een authentieke tekst<br />
(kijk op www.dedagen.be/Annie 100 <strong>voor</strong> een pdf-versie<br />
van de Annie100-special van deStandaard):<br />
stel gerichte vragen en laat de cursisten woorden opzoeken<br />
in de tekst
Lied:<br />
Het mannetje<br />
in de maan<br />
Uit: Dit is de spin Sebastiaan<br />
20 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Er zit ‘n mannetje in de maan<br />
en dat kijkt naar beneden.<br />
Als jij je boterham laat staan,<br />
dan kijkt hij ontevreden.<br />
Dan roept hij woedend: Asjeblief!<br />
Marietje zit te treuzelen,<br />
in plaats van zoet en braaf en lief,<br />
haar boterham te peuzelen.<br />
Ik kijk Marietje nooit meer aan!<br />
zo zegt dat mannetje in de maan,<br />
hij trekt een jas van wolken aan<br />
en…weg is ie!<br />
Het is maar dat je ‘t niet vergeet:<br />
als jij je boterham niet eet,<br />
dan is je moeder boos misschien<br />
en dan je vader bovendien,<br />
en dan ook nog, ja, denk daar aan:<br />
het mannetje,<br />
het mannetje,<br />
het mannetje in de maan.
Lessuggesties<br />
(door Bie Valgaeren)<br />
Gealfabetiseerde<br />
nt2-Cursisten,<br />
riChtGraad 1.2.<br />
21 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
opmerking:<br />
doelstellingen<br />
materiaal<br />
lesduur<br />
lesverloop<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
deze les is extra leuk wanneer je Spaanstalige cursisten<br />
in de groep hebt. In het liedje komen immers enkele regels Spaans.<br />
Luisteren:<br />
de cursisten kunnen informatie uit een luistertekst halen.<br />
Luisteren:<br />
de cursisten kunnen instructies uitvoeren (Asher opdrachten).<br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen praten over (hun) gevoelens.<br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen hun appreciatie van een liedje geven.<br />
het liedje (bv. op de cd Ik ben lekker stout van VOF <strong>De</strong> Kunst)<br />
de liedjestekst<br />
tekenbladen en een potlood per cursist<br />
foto’s van emoties (braaf, lief, ontevreden, woedend, boos, blij,…)<br />
Ongeveer een half uur.<br />
1. de maan<br />
Geef de cursisten de volgende TPR<br />
(Total Physical Response)-opdrachten:<br />
Kijk naar links/ rechts/ boven/ beneden, naar buiten/<br />
naar de lucht (naar boven). Wat zie je?<br />
Neem een blad en een potlood.<br />
Teken wat je ziet (de wolken of de zon, enz.).<br />
Hoe laat is het nu? Is dat ’s morgens, ’s middags of ’s avonds?<br />
Wat zie je als je ’s avonds naar boven kijkt? (de maan, de wolken,<br />
enz.) Teken dat.<br />
Overloop de tekeningen van de cursisten.<br />
<strong>De</strong> maan heeft verschillende vormen (een sikkel of banaan, een<br />
volle ronde maan).<br />
Kijk jij soms naar de maan?<br />
Hoe is de maan op het einde van de maand?<br />
Kijk eventueel op een (scheur)kalender naar de maanstand<br />
van dat moment.<br />
Laat iemand een volle maan op het bord tekenen.
22 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
2. het liedje<br />
Laat de eerste zin van het liedje horen.<br />
Wat hoor je? (‘Er zit een mannetje in de maan’)<br />
Laat de cursisten dit herhalen.<br />
Beklemtoon het verschil tussen de ‘a’ van mannetje en de ‘aa’ van<br />
Maan. Begrijpen de cursisten dit?<br />
Is het een grote man? (nee, het is een mannetje)<br />
Iemand komt een mannetje in de maan op bord tekenen.<br />
Komt er geen antwoord uit de groep, dan laat je de tekening uit<br />
Ziezo zien.<br />
Wat doet dit mannetje?<br />
(kijken, lachen enz. = <strong>voor</strong>spellend luisteren)<br />
Laat nu de tweede zin horen.<br />
Waarom kijkt het mannetje naar beneden? Wat ziet hij allemaal ?<br />
Inventariseer op het bord wat de cursisten zeggen.<br />
Laat de cursisten naar de tekening kijken.<br />
Is het mannetje blij? (neen, het is boos)<br />
Waarom?<br />
Laat de derde en de vierde zin horen.<br />
Wat betekent woedend?<br />
3. Gevoelens<br />
Gebruik foto’s van blij, bang en boos.<br />
Welke gevoelens komen in het liedje <strong>voor</strong>?<br />
Rubriceer de gevoelens in twee kolommen: negatief (ontevreden,<br />
woedend) vs. positief (zoet, braaf, lief)<br />
Wanneer ben jij woedend/ ontevreden/...? Waarom ben jij<br />
woedend/ ontevreden/...? enz.<br />
Keer nu terug naar het liedje.<br />
Waarom is het mannetje ontevreden?<br />
Wat roept hij woedend?<br />
Wat doet hij? (‘hij trekt een jas van wolken aan/ en … weg is ie!’)<br />
Geef de cursisten de tekst en laat ze het liedje herbeluisteren.<br />
Begrijpen ze alles? (peuzelen = opeten, zoet = braaf, ie = hij)<br />
Bestaat een jas van wolken echt? (neen, het is een beeld in een<br />
gedicht)<br />
4. appreciatie<br />
Vraag de cursisten wat ze van het liedje vinden.<br />
Schrijf de woorden ‘mooi’, ‘vrolijk’, ‘lelijk’ en ‘moeilijk’ aan het bord.<br />
Laat de cursisten stemmen.<br />
Wat vinden de meeste cursisten?<br />
Is het moeilijk om te verstaan?<br />
Is het een kinderliedje?<br />
Wat vind je van het stukje in de andere taal?<br />
(‘Ola! Para todos los muchachos y muchachas<br />
Aqui habla el hombre en la luna’)
23 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
Wat betekent het? (‘Hallo! Voor alle jongens en meisjes, hier<br />
spreekt de man in de maan!’)<br />
Wat vind je van de muziek ? Welk gevoel krijg je bij deze muziek?<br />
Is het mannetje dan niet echt boos?<br />
5. tijd <strong>voor</strong> een gesprekje<br />
Voer met de cursisten een gesprekje over<br />
Je bord leegeten (Eten jouw kinderen goed?<br />
Indien niet, wat doe je dan?)<br />
<strong>De</strong> maan (Is er in jouw land ook een Mannetje (Janneke) Maan?<br />
Of een andere figuur?)<br />
Volle maan (Is dat iets speciaals?<br />
Worden er dan meer baby’s geboren? Zijn er heksen?)<br />
Feesten (Welke feesten hebben iets te maken met een bepaalde<br />
maanstand?)<br />
Liedjes (Zijn er in jouw land verhalen of liedjes over de maan?)<br />
6. spelen met klank<br />
Gericht luisteren<br />
(‘a’ vs. ‘aa’): de ene helft van de klas steekt de hand op bij ‘a’,<br />
de andere helft bij ‘aa’.<br />
Zoek in de tekst alle woorden met ‘a’ en ‘aa’.<br />
Maak hier een luisteroefening van, want het schriftbeeld kan<br />
verwarrend zijn <strong>voor</strong> de klank.<br />
Rijmen:<br />
wat rijmt op maan? (staan, gaan, aan, banaan)<br />
7. en zingen maar<br />
Als de cursisten het liedje leuk vinden, laat je hen meezingen.
Lied:<br />
M’n Opa<br />
Uit: Niet met de deuren slaan<br />
24 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Elke zondagmiddag bracht ie toffies <strong>voor</strong> me mee.<br />
Ik weet nog de spelletjes die opa met me dee,<br />
restaurantje spelen en m'n opa was de kok,<br />
bokkewagen spelen en m'n opa was de bok.<br />
M'n opa, m'n opa,m'n opa,<br />
in heel Europa<br />
was er niemand zoals hij,<br />
m'n opa, m'n opa, m'n opa,<br />
en niemand was zo aardig <strong>voor</strong> mij.<br />
In heel Europa<br />
m'n ouwe opa,<br />
nergens zo iemand als hij,<br />
niemand zo aardig <strong>voor</strong> mij,<br />
in heel Europa<br />
m'n eigen opa.<br />
Als ik me verveelde ging ik altijd naar em toe.<br />
Hij verzon een spelletje en nooit was ie te moe,<br />
van de dijk af rollen en m'n opa was de dijk,<br />
detectiefje spelen en m'n opa was het lijk.<br />
M'n opa, m'n opa,m'n opa,<br />
in heel Europa<br />
was er niemand zoals hij,<br />
m'n opa, m'n opa, m'n opa,<br />
en niemand was zo aardig <strong>voor</strong> mij.<br />
In heel Europa<br />
m'n ouwe opa,<br />
nergens zo iemand als hij,<br />
niemand zo aardig <strong>voor</strong> mij,<br />
in heel Europa<br />
m'n eigen opa.<br />
Samen naar de apies kijken, samen naar het strand<br />
en als je geluk had ging je samen naar de brand,<br />
samen op het ijs en met een sleetje in de sneeuw,<br />
leeuwentemmer spelen en m'n opa was de leeuw.<br />
Altijd als we samen waren hadden we plezier,<br />
stierenvechter spelen en m'n opa was de stier.<br />
M'n opa, m'n opa,m'n opa,<br />
in heel Europa<br />
was er niemand zoals hij,<br />
m'n opa, m'n opa, m'n opa,<br />
en niemand was zo aardig <strong>voor</strong> mij.<br />
In heel Europa<br />
m'n ouwe opa,<br />
nergens zo iemand als hij,<br />
niemand zo aardig <strong>voor</strong> mij,<br />
in heel Europa<br />
m'n eigen opa.
Lessuggesties<br />
(door Bie Valgaeren)<br />
Gealfabetiseerde<br />
nt2-Cursisten,<br />
riChtGraad 1.2.<br />
25 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
doelstellingen<br />
materiaal<br />
lesduur<br />
lesverloop<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Luisteren:<br />
de cursisten kunnen informatie halen uit een luistertekst.<br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen hun eigen ervaringen verwoorden.<br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen hun mening verwoorden (over een liedje).<br />
Schrijven:<br />
de cursisten kunnen hun eigen ervaringen neerschrijven.<br />
Woordenschat(uitbreiding):<br />
de cursisten kunnen associaties maken bij een woord.<br />
fotomateriaal bij het thema ‘opa’ (foto's van een oude man met<br />
kinderen, een opa, enz.)<br />
prenten ter ondersteuning van moeilijke woorden (de<br />
bok(ke)wagen, de dijk, de detective, het lijk, de leeuwentemmer,<br />
het strand, de brand, de slee)<br />
het liedje (bv. op de cd Dag Giraf van VOF <strong>De</strong> Kunst)<br />
de gatentekst bij het liedje (zie bijlage)<br />
Ongeveer één lesuur.<br />
1. fotoronde<br />
Laat de foto’s bij het thema ‘opa’ zien.<br />
Wat zie je? (een oude man met kinderen)<br />
Kennen deze mensen elkaar? Is het familie? Hoe zie je dat dan?<br />
Wie is de oude man?<br />
Schrijf het woord ‘opa’ op het bord. Teken er een grote cirkel rond.<br />
2. woordspin<br />
Maak nu een woordspin. Aan welke woorden denken de cursisten?<br />
Wat doet opa allemaal met zijn kleinkinderen? (spelen, cadeautjes<br />
of snoep geven, uitstapjes maken)<br />
Wanneer zien de kleinkinderen hun opa? (op zondag, in het<br />
weekend)<br />
Wat brengen oma en opa soms mee? (snoep, cadeautjes)<br />
Wat doet opa in de zomer? (naar het strand) In de winter?<br />
(met de slee rijden, sneeuwmannen maken)<br />
Laat de cursisten vrij associëren.<br />
Stuur hen ook in de richting van adjectieven (lief, vriendelijk, enz.)
26 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
3. het liedje<br />
Laat de eerste strofe en het refrein horen.<br />
Wat heb je gehoord?<br />
Hoorde je woorden die ook op het bord staan?<br />
Noteer de woorden die de cursisten extra opnoemen (ongeveer op<br />
de plaats waar ze in de tekst zullen komen).<br />
<strong>De</strong> cursisten beluisteren het fragment nog een keer. Ze sturen bij of<br />
vullen aan wat op het bord staat.<br />
Schrijf het refrein op het bord.<br />
Laat het dan nog eens horen.<br />
Begrijpen de cursisten het?<br />
Laat de volgende strofe horen.<br />
Gebruik dezelfde werkwijze.<br />
4. Gatentekst met rijmwoorden<br />
Is de tekst moeilijk <strong>voor</strong> je cursisten,<br />
dan zet je de in te vullen woorden op kaartjes.<br />
Elke cursist krijgt één kaartje. Wie z’n woord hoort, steekt het<br />
kaartje omhoog.<br />
Schenk bijzondere aandacht aan uitgesproken Hollandse woorden<br />
als ‘toffies’ (snoepjes), ‘ie’ (hij), ‘aardig’ (lief), ‘apies’ (aapjes).<br />
5. na het liedje<br />
Wie zingt het liedje? (een (klein)kind)<br />
Vind je het mooi? Waarom (niet)?<br />
Is het waar wat het kind allemaal zingt?<br />
Heb jij zelf nog een opa? Kan je iets over hem vertellen? Is hij oud?<br />
(Hoe oud?) Wat doet hij allemaal?<br />
Ben je zelf al opa? Of is je man opa?<br />
6. uitbreiding: de verleden tijd (<strong>voor</strong> hogere groepen)<br />
Vraag de cursisten of het liedje over vroeger of nu gaat.<br />
Luister opnieuw met de tekst erbij.<br />
Kijk naar de werkwoorden.<br />
Zoek samen infinitieven (bracht < brengen, enz.).<br />
7. schrijven<br />
Geef de cursisten als huiswerk een schrijfoefening over<br />
‘mijn opa of oma’ of ‘ik ben opa of oma’.<br />
<strong>De</strong> cursisten schrijven vijf goede zinnen.<br />
<strong>De</strong> volgende les haal je het huiswerk op en typ je het uit.<br />
Laat je groep raden: wie schreef wat?
Bijlage ‘M’n opa’: gatentekst<br />
27 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Vul in:<br />
Europa, kijken, kok, middag, moe, niemand,<br />
plezier, sneeuw, spelen.<br />
M’n opa<br />
Elke zondag ............................. bracht ie toffies <strong>voor</strong> me mee.<br />
Ik weet nog de spelletjes die opa met me dee,<br />
restaurantje spelen en m'n opa was de ............................. ,<br />
bokkewagen spelen en m'n opa was de bok.<br />
Refrein:<br />
M'n opa, m'n opa,m'n opa,<br />
in heel Europa<br />
was er ............................. zoals hij,<br />
m'n opa, m'n opa, m'n opa,<br />
en niemand was zo aardig <strong>voor</strong> mij.<br />
In heel .............................<br />
m'n ouwe opa,<br />
nergens zo iemand als hij,<br />
niemand zo aardig <strong>voor</strong> mij,<br />
in heel Europa<br />
m'n eigen opa.<br />
Als ik me verveelde ging ik altijd naar em toe.<br />
Hij verzon een spelletje en nooit was ie te .............................,<br />
van de dijk af rollen en m'n opa was de dijk,<br />
detectiefje ............................. en m'n opa was het lijk.<br />
Refrein<br />
Samen naar de apies ............................. , samen naar het strand<br />
en als je geluk had ging je samen naar de brand,<br />
samen op het ijs en met een sleetje in de .............................,<br />
leeuwentemmer spelen en m'n opa was de leeuw.<br />
Altijd als we samen waren hadden we .............................<br />
stierenvechter spelen en m'n opa was de stier.<br />
Refrein
Versje:<br />
Dag, meneer<br />
de kruidenier<br />
Uit: Dag, meneer de kruidenier<br />
28 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Dag, meneer de kruidenier.<br />
Dag, m’n jongen. Dag, m’n jongen.<br />
Dag, meneer de kruidenier,<br />
hebt u suiker, ‘n ons of vier?<br />
Wat nog meer?<br />
Wel meneer,<br />
hebt u stroop?<br />
Een hele hoop.<br />
Hebt u gist?<br />
Een hele kist.<br />
Hebt u meel?<br />
Ontzettend veel.<br />
Hebt u krenten?<br />
Heb jij centen?<br />
Ja, zei het jongetje, ‘k heb genoeg,<br />
en ik ben jarig, morgenvroeg.<br />
Zeg, meneer de kruidenier.<br />
Nou, m’n jongen? Nou, m’n jongen?<br />
Zeg, meneer de kruidenier,<br />
hebt u kleine kaarsjes hier?<br />
Wacht ‘s even...<br />
‘k Heb er zeven,<br />
hele mooie,<br />
witte en rooie.<br />
Is’t genoeg,<br />
<strong>voor</strong> morgenvroeg?<br />
Nee, zei het jongetje heel erg zacht,<br />
niet genoeg, want ik word ácht.<br />
Ah, zei de kruidenier bedaard,<br />
is ’t <strong>voor</strong> jouw verjaardagstaart?<br />
Wel, die zeven aan de rand,<br />
allemaal aan de buitenkant,<br />
en één grote middenin,<br />
is dat zo wel naar je zin?<br />
Omdat je morgen jarig bent,<br />
krijg je die grote kaars present<br />
én een groene ulevel!<br />
Dank u wel,<br />
dank u wel.<br />
Dag, meneer de kruidenier.<br />
Dag, m’n jongen. Dag, m’n jongen.<br />
Dag, meneer de kruidenier.<br />
Dag, m’n jongen en veel plezier!
Lessuggesties<br />
(door Kim Wagemans)<br />
Gealfabetiseerde en<br />
niet-Gealfabetiseerde<br />
nt2-Cursisten, riChtGraad 1.1.<br />
29 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
doelstellingen<br />
materiaal<br />
lesduur<br />
lesverloop<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Context:<br />
consumptie.<br />
Enkele relevante doelen:<br />
Luisteren:<br />
de cursisten kunnen het globale onderwerp bepalen in een gesprek.<br />
Lezen:<br />
de cursisten kunnen omgaan met hoeveelheden.<br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen antwoorden op herkenbare vragen.<br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen vragen stellen en beantwoorden.<br />
foto’s van suiker, stroop, gist, meel, krenten, een kaars<br />
strip ‘bij de kruidenier’ (zie bijlage)<br />
het versje<br />
stroken papier met de woorden uit de derde leesronde (optioneel)<br />
Minimum vijftig minuten.<br />
1. strip: bij de kruidenier<br />
Toon de strip aan de cursisten.<br />
Hoeveel personen zie je?<br />
Waar zijn ze?<br />
Hoeveel personen praten? (Vestig de aandacht op ‘de verteller’, die<br />
komt later ook nog aan bod)<br />
Wat vraagt de jongen? Wat zou de jongen nog kunnen vragen?<br />
Wat antwoordt de kruidenier?<br />
Wat kan hij nog allemaal antwoorden?<br />
Oefen aansluitend de vraag ‘Hebt u ... a.u.b.?’<br />
Doe dit met een kwartetspel of met een spel kaarten.<br />
Verdeel de kaarten over vier cursisten.<br />
Om de beurt mag iemand een kaart vragen aan een andere speler<br />
(bv. Heb jij een rode zeven?).<br />
<strong>De</strong> cursisten leggen de paren opzij (bv. twee rode zevens, twee<br />
zwarte azen).<br />
Wie de meeste paren heeft verzameld, is de winnaar.
30 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
2. het versje<br />
Toon het versje. Lees het versje <strong>voor</strong>.<br />
<strong>De</strong> cursisten lezen of luisteren in vier rondes.<br />
Eerste ronde<br />
Hoeveel personen hoor je?<br />
Hoeveel kleuren zie je? (twee personen en een verteller,<br />
drie kleuren)<br />
Tweede ronde<br />
Wat heeft de jongen nodig?<br />
(suiker, stroop, gist, meel, krenten, acht kaarsjes)<br />
Controleer of de cursisten alle woorden kennen.<br />
Zorg <strong>voor</strong> foto’s (bv. Color cards voeding) of <strong>voor</strong>werpen.<br />
<strong>De</strong>rde ronde:<br />
Wat krijgt de jongen gratis?<br />
(een grote kaars en een ulevel (= een snoepje van vroeger))<br />
Sta stil bij de woordenschat.<br />
Welke woorden worden vandaag nog gebruikt, welke niet?<br />
Waarom worden sommige woorden niet (meer) gebruikt? (het zijn<br />
oude woorden of ze zijn Hollands).<br />
<strong>De</strong>el stroken met woorden uit. <strong>De</strong> cursisten sorteren de woorden<br />
aan het bord.<br />
Mogelijke woorden: kruidenier, een ons, stroop, meel, genoeg,<br />
morgen, present, allemaal, centen.<br />
Zoek samen een alternatief <strong>voor</strong> de woorden die niet meer<br />
gebruikt worden.<br />
Vierde ronde:<br />
Focus op de taart.<br />
Laat de cursisten via Total Physical Response (TPR)<br />
een taart tekenen.<br />
Voorbeeld: Teken een cirkel. Teken in het midden van de cirkel een<br />
grote kaars. Teken aan de buitenkant zeven kleine kaarsjes: vier<br />
rode en drie witte. Wat heb je nu getekend?<br />
3. uit het hoofd<br />
<strong>De</strong> cursisten leren zoals vroeger het versje uit het hoofd.<br />
Toon de foto’s van de suiker, de stroop, de gist, het meel,<br />
de krenten en de kaars.<br />
Laat de cursisten de foto’s in de juiste volgorde leggen.<br />
Ze moeten de volgorde onthouden.<br />
Oefen ‘Hebt u ... a.u.b.?’ verder in met de foto’s.<br />
Hebt u suiker, een ons of vier?<br />
Wel meneer, hebt u stroop? Hebt u gist? Hebt u meel?<br />
Hebt u krenten? Hebt u kleine kaarsjes hier?
31 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
Daarna oefen je de antwoorden van de kruidenier in.<br />
Toon de foto en vraag: ‘Hebt u meel?’<br />
<strong>De</strong> cursisten antwoorden: ‘Ontzettend veel’.<br />
Hebt u suiker? Wat nog meer?<br />
Stroop? Een hele hoop.<br />
enz.<br />
Maak de cursisten duidelijk dat je iets beter onthoudt,<br />
wanneer je het visualiseert.<br />
Help hen hierbij. Vraag bij<strong>voor</strong>beeld hoe groot de hoop stroop is,<br />
welke kleur de stroop heeft, hoe groot de kist is, uit welk materiaal<br />
de kist gemaakt is, enz.<br />
<strong>De</strong> rest is huiswerk.<br />
Eventueel kan je het versje ook als een dialoogje leren <strong>voor</strong>dragen,<br />
met een verteller.<br />
4. uitbreiding<br />
Kijk naar het verschil tussen ‘u’ en ‘jij’.<br />
Voor lagere groepen: zet enkele woorden in hoofdletters. <strong>De</strong><br />
cursisten zoeken de woorden in hoofdletters. Ze volgen de tekst<br />
met de vinger mee en sporen op deze manier de woorden met<br />
hoofdletters op.<br />
Werk verder met de lessuggesties rond verjaardag en taart.
Bijlage ‘Dag, meneer de kruidenier’: het stripverhaal<br />
32 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100
Gedichtenreeks:<br />
<strong>De</strong> maanden<br />
Uit: Dag, meneer de kruidenier<br />
33 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Januari<br />
Januari.<br />
Bom bam bari,<br />
Is de koudste maand van’t jaar.<br />
Sleetje glijden,<br />
baantje rijden,<br />
sneeuwman maken<br />
met elkaar.<br />
Witte vlokken,<br />
polkabrokken,<br />
grote pegels aan het hek.<br />
Januari,<br />
bom bam bari,<br />
erwtesoep met<br />
worst en spek.<br />
Februari<br />
Fijn, zegt Arie,<br />
februari.<br />
‘t Gaat weer sneeuwen, zal je zien.<br />
‘t Gaat weer sneeuwen.<br />
Kijk, de meeuwen!<br />
Hebben ze gebrek, misschien?<br />
Laten we wat kruimels strooien.<br />
Gaat het vriezen? Gaat het dooien?<br />
Neen, ’t gaat sneeuwen, let maar op!<br />
Ach, het regent, wat een strop...<br />
Maart<br />
O maart, o maart,<br />
Je bent niets waard.<br />
Als ik mijn jas aandoe is ’t heet,<br />
als ik’m uitdoe is het koud,<br />
als ik mijn regenkap vergeet,<br />
dan giet het weer. ‘t Is altijd fout.<br />
Noem jij jezelf de lentemaand?<br />
Wat klinkt dat vreselijk verwaand!<br />
Nee maart, ik weet wel wat ik wil:<br />
ik wil april.<br />
April<br />
Op één april<br />
geef ik een gil:<br />
een muis! Een MUIS! Een hele dikke!<br />
Mijn vader en mijn moeder schrikken.<br />
Waar? zeggen ze en kijken rond.<br />
Ze turen angstig op de grond.<br />
Mijn moeder springt op het dressoir<br />
en pap staat met de bezem klaar.<br />
Wacht maar, zegt hij, ik pak ’m...stil...<br />
Dan roep ik: Hééééééééé, ‘t is ÉÉN APRIL.<br />
Mei<br />
Mei, mei, het is weer mei.<br />
Voor je ’t weet is het <strong>voor</strong>bij.<br />
Pinksterbloemen in het gras,<br />
lekker lopen zonder jas,<br />
slootjes springen, natte broeken<br />
(maar ik mag geen eitjes zoeken).<br />
‘k Wou dat ik een tentje had,<br />
sliep ik buiten op het plat.<br />
Maar mijn vader heeft geen centjes,<br />
wel <strong>voor</strong> brood maar niet <strong>voor</strong> tentjes.<br />
Jammer, maar ik ben toch blij,<br />
Mei, mei, het is weer mei.
34 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Juni<br />
In juni schijnt de zon<br />
tot ’s avonds over negenen.<br />
Tenminste als het niet<br />
de hele dag blijft regenen.<br />
In juni heb je het gevoel<br />
dat het vakantie is.<br />
Maar ’t is nog geen vakantie,<br />
dus dat gevoel is mis.<br />
En daarom: juni is fijn<br />
maar ’t zou vakantie moeten zijn.<br />
September<br />
September is een nieuw begin,<br />
ik ga m’n best weer doen.<br />
Ik heb drie nieuwe schriften,<br />
een paars, een geel, een groen.<br />
Ik houd ze netjes, alle drie,<br />
en ik heb ook een nieuw etui.<br />
En ieder potlood heeft een punt,<br />
zo scherp dat je je prikken kunt.<br />
Ik zit nu in een nieuwe klas.<br />
Daar kom ik binnen met mijn tas<br />
en het lokaal ruikt lekker fris<br />
omdat het weer september is.<br />
Oktober<br />
Oktober, oktober,<br />
wat heb je in je zak?<br />
Ik heb een grote zware storm<br />
en regenbuiten, o enorm,<br />
die krijg jij op je dak.<br />
Oktober, oktober,<br />
wat heb je <strong>voor</strong> idee?<br />
Ik heb een mooi ballet, m’n schat,<br />
de blaren dansen door de stad<br />
en dwarrelen naar benee.<br />
Oktober, oktober,<br />
geef nog wat lekker weer!<br />
Je krijgt wat zon, je krijgt wat kleur,<br />
drie rode rozen <strong>voor</strong> je deur,<br />
wat wil je nou nog meer?<br />
November<br />
November is de tijd van griep,<br />
van hoesten en van snuiten.<br />
Ik heb weer kriebel in mijn keel,<br />
er is weer mist daarbuiten.<br />
November is de tijd van drop,<br />
van natte donkre straten.<br />
<strong>De</strong> lichten gaan om vijf uur op,<br />
waar zullen w’over praten?<br />
<strong>De</strong> ijscoman heeft geen klandizie<br />
maar morgen is er televisie.<br />
November is een maand<br />
van altijd altijd binnen spelen.<br />
<strong>De</strong>cember<br />
In december, in december<br />
rijdt de Sint weer op de daken.<br />
In december, in december<br />
gaan we weer surprises maken,<br />
en ik ga heel laat naar bed,<br />
en ik krijg een maanraket.<br />
In december, in december,<br />
gaan we weer een kerstboom kopen.<br />
In december, in december,<br />
zijn de winkels heel lang open.<br />
Wat een fijne maand, zo’n volle!<br />
En het eind is oliebollen.<br />
Knik nog maar eens naar elkaar<br />
jongens, tot het volgend jaar.
Lessuggesties<br />
(door Kim Wagemans)<br />
Gealfabetiseerde en<br />
niet-Gealfabetiseerde<br />
nt2-Cursisten, riChtGraad 1.1.<br />
35 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
doelstellingen<br />
materiaal<br />
lesduur<br />
lesverloop<br />
>>><br />
Context:<br />
ruimtelijke oriëntering.<br />
Enkele relevante doelen:<br />
Luisteren:<br />
de cursisten kunnen zich oriënteren in de tijd.<br />
Lezen:<br />
de cursisten kunnen visueel lezen.<br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen elementaire zaken over het weer verwoorden.<br />
Luisteren:<br />
de cursisten kunnen de belangrijkste berichten in openbare<br />
plaatsen begrijpen.<br />
Voor de algemene suggesties:<br />
de twaalf versjes<br />
tekenpapier, tijdschriften, potloden, scharen en lijm<br />
gatentekst augustus (zie bijlage)<br />
dik papier waarmee je een memory-spel kan maken<br />
Annie M.G. Schmidt schreef <strong>voor</strong> elke maand<br />
van het jaar een versje.<br />
<strong>De</strong> volgende suggesties zijn opgevat als een reeks losse<br />
tussendoortjes.<br />
Zo kan je Annie elke maand even aanhalen in de klas en kan je<br />
zoveel tijd aan de les besteden als je zelf wil.<br />
1. alle twaalf<br />
<strong>De</strong> cursisten leggen de twaalf versjes in goede volgorde.<br />
Vervolgens moeten ze de versjes globaal kunnen lezen: de cursisten<br />
kunnen woordbeelden terugvinden en kennen de volgorde van de<br />
maanden.<br />
2. maand per maand<br />
a. Tekenen<br />
<strong>De</strong> cursisten maken of zoeken een tekening bij het versje.<br />
Ze kijken op internet, zoeken in tijdschriften of je geeft ze een<br />
tekenlesje.<br />
Op het einde van het jaar bundel je de tekeningen en de versjes in<br />
een mooi boekje.
36 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
b. Gatentekst<br />
Maak een gatentekst van de versjes.<br />
Zo oefen je taalgevoel en rijm bij de cursisten.<br />
Voorbeeld: zie bijlage.<br />
c. Rijmwoorden kleuren<br />
<strong>De</strong> cursisten kleuren eerst de rijmwoorden in dezelfde kleur.<br />
Daarna ga je in op de betekenis van de woorden.<br />
d. Memory<br />
<strong>De</strong> cursisten maken zelf een memory-spel met de rijmwoorden.<br />
e. Thema<br />
Per maand kan je dieper ingaan op een thema uit het gedicht.<br />
Aanvullende ideeën vind je in de lessen rond feest bij het project<br />
Vreemde Eend (zieh ttp://www.vreemdeeend.be/indeklas.html)<br />
Januari:<br />
Neem een blik erwtensoep mee naar de klas.<br />
<strong>De</strong> cursisten zoeken naar de vervaldatum, ingrediënten,<br />
bereidingswijze, enz.<br />
Februari:<br />
Bekijk logo’s en signaalborden uit het park: niet<br />
voederen, niet op het gras lopen, pas gezaaid, enz.<br />
Maart:<br />
Bekijk het weerbericht.<br />
Focus op de twee betekenissen van ‘weer’.<br />
Toon bij<strong>voor</strong>beeld een fragment uit een weerbericht<br />
waarin Frank <strong>De</strong>boosere afsluit met zijn klassieker ‘Ik<br />
ben er morgen weer, met meer weer’ (zie http://www.<br />
youtube.com/watch?v=PNrNrIBkc1o<br />
April:<br />
Haal grapjes uit in de school.<br />
Hang bij<strong>voor</strong>beeld kaartjes op: niet voederen, pas<br />
geverfd, machine kapot, de leerkracht is ziek, enz.<br />
Stuur iemand naar het secretariaat om een vreemd<br />
<strong>voor</strong>werp te vragen (bv. Mag ik een riek, a.u.b.?).<br />
Bekijk een aflevering van een programma met<br />
verborgen camera (bv. Bananasplit).<br />
Kunnen je cursisten hiermee lachen?<br />
Mei:<br />
Bekijk logo’s en signaalborden op de camping.<br />
Leer de namen van enkele lentebloemen<br />
(pinksterbloem, narcis, krokus).<br />
Maak deze oefening relevant door de cursisten<br />
op pad te sturen met enkele foto’s van bloemen.<br />
Aan <strong>voor</strong>bijgangers moeten ze dan de namen vragen.<br />
<strong>De</strong> groep die als eerste alle namen gevonden heeft, wint.
37 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Juni:<br />
Bekijk de zonsopgang en zonsondergang op de kalender.<br />
Meer ideeën vind je in de lessuggesties bij het lied Ik heb<br />
de zon zien zakken in de zee http://www.vreemdeeend.<br />
be/indeklas/liedjes/ikhebdezonzienzakken_mt.pdf).<br />
Juli en augustus:<br />
geen les.<br />
September:<br />
Maak een woordspin met alle woorden uit het gedicht<br />
die met school en september te maken hebben.<br />
Bekijk een ‘weer naar school’-reclameblaadje.<br />
Focus ook hier op de twee betekenissen van ‘weer’.<br />
Oktober:<br />
Verzamel bladeren en zoek de woordenschat van<br />
de verschillende bomen die er bij horen<br />
(zie ook de maand mei).<br />
Verzamel knutselideeën rond de herfst die de cursisten<br />
samen met hun kinderen kunnen doen. Vaak zijn zulke<br />
knutseltips nieuw <strong>voor</strong> de cursisten. <strong>De</strong>nk bv. aan<br />
kastanjediertjes maken, knutselen met halve noten,<br />
een pompoen uitsnijden, enz.<br />
November:<br />
Bekijk een televisieblaadje.<br />
Bekijk de zonsopgang en zonsondergang op de kalender.<br />
Bekijk ziektebriefjes (zie ‘griep’).<br />
<strong>De</strong>cember:<br />
Doe iets rond de sint, de kerstboom, Nieuwjaar,<br />
cadeautjes, enz.
Bijlage <strong>De</strong> maanden: gatentekst augustus<br />
38 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Vul in: balkon, terug, bang, zand<br />
Augustus<br />
Augustus is zo lekker lang.<br />
En toch gaan alle dagen vlug.<br />
Augustus is <strong>voor</strong> niemand ......... .<br />
<strong>De</strong> winter komt niet meer ............ .<br />
<strong>De</strong> zon, de duinen en het strand.<br />
We spelen in het gele ......... .<br />
<strong>De</strong> kust, de golven en de zon,<br />
We eten ijsjes op ’t ..............<br />
En mamma zegt: doe niet zo dol<br />
En schei ’s uit met dat getol.<br />
Kom rust ’s<br />
DAT is augustus.
Lied:<br />
Laat u maar,<br />
meneer<br />
Uit: Niet met de deuren slaan<br />
39 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Meneer <strong>De</strong> Bree<br />
uit Wijk Aan Zee<br />
brengt elke dag een grote zak tomaten <strong>voor</strong> me mee.<br />
't Is goed bedoeld<br />
in ’t algemeen,<br />
maar als ik em zie komen, dan roep ik al meteen:<br />
Laat u maar, meneer;<br />
het hoeft niet meer;<br />
kom als het even kan een andere keer;<br />
'k eet vanavond liever eens een appel of een peer;<br />
ladumaar,<br />
ladumaar,<br />
ladumaar, meneer.<br />
Meneer Van Steen<br />
uit Overveen<br />
komt elke ochtend even informeren naar m’n been.<br />
't Is goed bedoeld<br />
in ’t algemeen,<br />
maar als ik em zie komen, dan roep ik al meteen:<br />
Laat u maar, meneer;<br />
het hoeft niet meer;<br />
heus m'n been doet nou al in geen maanden meer zeer,<br />
enkel nog een beetje bij verandering van weer;<br />
ladumaar,<br />
ladumaar,<br />
ladumaar, meneer.<br />
Meneer Van Zant<br />
uit Ameland<br />
komt elke avond vragen of ik meega naar het strand.<br />
Hij meent het goed<br />
in ’t algemeen,<br />
maar als ik em zie komen, dan roep ik al meteen:<br />
Laat u maar, meneer;<br />
het hoeft niet meer;<br />
liever als het even kan een andere keer;<br />
mag ik u dan vriendelijk bedanken <strong>voor</strong> de eer;<br />
ladumaar,<br />
ladumaar,<br />
ladumaar, meneer.
Lessuggesties<br />
(door Kim Wagemans)<br />
Gealfabetiseerde en<br />
niet-Gealfabetiseerde<br />
nt2-Cursisten, riChtGraad 1.2.<br />
40 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
doelstellingen<br />
opmerking<br />
materiaal<br />
lesduur<br />
lesverloop<br />
>>><br />
Context:<br />
afspraken en regelingen.<br />
Enkele relevante lesdoelen:<br />
Luisteren:<br />
de cursisten kunnen het globale onderwerp<br />
bepalen in een mededeling.<br />
Luisteren:<br />
de cursisten kunnen het globale onderwerp<br />
bepalen in een beleving.<br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen reageren op een <strong>voor</strong>stel.<br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen zichzelf en anderen kort <strong>voor</strong>stellen.<br />
Daarnaast komen ook volgende sleutelcompetenties aan bod:<br />
vergelijken, omgaan met een tabel, samenwerken en eigen leren en<br />
presteren verbeteren.<br />
Van theorie naar praktijk is niet altijd zo’n vanzelfsprekende<br />
stap. Volgend lesmodel is geïnspireerd door het ‘Stappenplan<br />
Buitenschoolse Activiteiten’ van Simon Verhallen (in: Bij de les:<br />
praktijkboek <strong>voor</strong> <strong>NT2</strong>-<strong>onderwijs</strong>/ Wil van den Bercken et al.,<br />
Utrecht: Nederlands Centrum Buitenlanders, 1997). Aan de hand<br />
van deze les rond Annie M.G. Schmidt maak je de stap naar<br />
Nederlands buiten de klas gemakkelijker en leuker.<br />
kamishibai bij het verhaal (zie bijlage) het liedje<br />
http://www.youtube.com/watch?v=NmL3oYoXspk<br />
Van veertig minuten tot twee uur<br />
(buitenschoolse activiteiten niet inbegrepen).<br />
1. Kamishibai<br />
Toon de kamishibai in de klas (zie bijlage).<br />
Een kamishibai is een Japans verteltheater: je toont een prent en je<br />
vertelt er iets bij (je kan de tekst ook gewoon aflezen), vervolgens<br />
toon je de volgende prent, enz.
41 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Als je klaar bent, stel je een aantal vragen bij het verhaal:<br />
Hoeveel mannen zijn er in het verhaal? Hoeveel vrouwen?<br />
Zijn de mannen vriendelijk? Is de vrouw vriendelijk?<br />
Wat komen de mannen vragen?<br />
Wat vindt de vrouw daarvan?<br />
Hoeveel keer vragen de mannen dat?<br />
2. Kernwoordenschat<br />
Oefen volgende woorden, uitdrukkingen en standaardzinnen in:<br />
Ik breng ... mee.<br />
Hoe gaat het (met uw been)?<br />
Ga je mee (naar het strand)?<br />
Nee, dank u. Nee, sorry<br />
Ik heb geen tijd, geen interesse.<br />
Een andere keer.<br />
Liever niet.<br />
Elke dag. Elke ochtend. Elke avond.<br />
Ik heb zeer. Ik heb pijn.<br />
3. Vergelijking en analyse<br />
Ga terug naar de kamishibai. Laat de cursisten zich<br />
<strong>voor</strong>stellen dat dit verhaal zich afspeelt in hun thuisland.<br />
Hoe zou de vrouw reageren? Wat zou ze zeggen of doen?<br />
En hoe zouden de mannen vragen wat ze vragen, doen wat<br />
ze doen? Ga dieper in op hoe het in België gaat.<br />
In gealfabetiseerde groepen kan je deze informatie in<br />
twee kolommen noteren.<br />
Beluister het liedje een eerste keer.<br />
Bespreek wat de vrouw doet en zegt in het liedje (laat u maar, een<br />
andere keer, vriendelijk bedankt, het hoeft niet meer).<br />
4. Voorbereiden, <strong>voor</strong>bespreken, <strong>voor</strong>af lezen<br />
In deze stap gaan we kijken of we deze taaluitingen, deze kennis<br />
kunnen gebruiken in buitenschoolse situaties.<br />
Bespreek verschillende situaties:<br />
een verkoper aan een stalletje in de supermarkt<br />
een televerkoper<br />
een geadresseerde reclamebrief<br />
een klasgenoot die je een sigaret aanbiedt in de pauze<br />
iemand die je vraagt een pintje mee te drinken op café<br />
de juf van je kinderen die vraagt of je wil deelnemen<br />
aan een activiteit van het oudercomité<br />
5. eigen doel<br />
Ga met de cursisten na welke situaties herkenbaar zijn.<br />
<strong>De</strong>ze situaties speel je in de klas na.<br />
Eventueel luister je nog eens naar het liedje en speel je ook de<br />
situaties uit het liedje na.
42 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
6. op stap<br />
Luister nog eens haar het liedje.<br />
Op youtube vind je een bijhorend dansje. Dit kan je in de pauze<br />
tonen (http://www.youtube.com/watch?v=-G4FW16bE3O).<br />
Laat de cursisten kort de school <strong>voor</strong>stellen in de klas.<br />
Ze maken ook foto’s of knutselen een folder.<br />
Daarna ga je rond in de buurt om je school <strong>voor</strong> te stellen.<br />
Vraag de cursisten goed op de reactie van de buren te letten.<br />
Tonen ze interesse? Wat zeggen ze precies?<br />
Eventueel kan één cursist foto’s trekken (zie volgende stap).<br />
7. nabespreking<br />
Maak samen met je groep een nieuwe kamishibai.<br />
Bouw een verhaal op aan de hand van foto’s.<br />
Kies één van de besproken situaties, of maak een kamishibai<br />
van je tocht door de buurt.<br />
Als de kamishibai klaar is, draag je deze <strong>voor</strong> in een andere klas.
Lied:<br />
Ik zou je het liefste in<br />
een doosje willen doen<br />
Uit: Pension Hommeles<br />
43 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Ik zou je 't liefste in een doosje willen doen<br />
En je bewaren, heel goed bewaren<br />
Dan liet ik jou verzekeren <strong>voor</strong> anderhalf miljoen<br />
En telkens zou ik eventjes het deksel opendoen<br />
En dan strijk ik je zo zachtjes langs je haren<br />
Dan lig je in de watten en niemand kan erbij<br />
Geen dief die je kan stelen, je bent helemaal van mij<br />
Ik zou je 't liefste in een doosje willen doen<br />
En dan telkens even kijken<br />
Heel <strong>voor</strong>zichtig even kijken<br />
Telkens even kijken<br />
Je mag er wel eventjes uit, elke dag<br />
Een uurtje, dat mag, ja, een uurtje, dat mag<br />
Je mag dan ook wel naar 't Vondelpark, even<br />
Alleen om de eendjes wat eten te geven<br />
Maar als je dan vlucht raak ik jou toch nooit kwijt<br />
Want ik vind je altijd, ja, ik vind je altijd<br />
Ik zou je 't liefste in een doosje willen doen<br />
En je bewaren, heel goed bewaren<br />
Dan liet ik jou verzekeren <strong>voor</strong> anderhalf miljoen<br />
En telkens zou ik eventjes het deksel opendoen<br />
En dan strijk ik je zo zachtjes langs je haren<br />
Dan lig je in de watten en niemand kan erbij<br />
Geen dief die je kan stelen, je bent helemaal van mij<br />
Ik zou je 't allerliefste in een doosje willen doen<br />
En dan telkens even kijken<br />
Heel <strong>voor</strong>zichtig even kijken<br />
Telkens even kijken<br />
En een zoen
Lessuggesties<br />
(door Kim Wagemans)<br />
Gealfabetiseerde en<br />
niet-Gealfabetiseerde<br />
nt2-Cursisten, riChtGraad 1.2.<br />
44 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
doelstellingen<br />
opmerking<br />
materiaal<br />
lesduur<br />
lesverloop<br />
><br />
><br />
>>><br />
Context:<br />
contacten met officiële instanties.<br />
Enkele relevante doelen:<br />
Luisteren:<br />
de cursisten kunnen relevante gegevens begrijpen in een instructie.<br />
Lezen:<br />
de cursisten kunnen de structuur van documenten<br />
en formulieren herkennen.<br />
Lezen/spreken:<br />
de cursisten kunnen algemene informatie opzoeken of vragen over<br />
officiële instanties en hun werking.<br />
Daarnaast komen ook volgende sleutelcompetenties aan bod:<br />
vergelijken, omgaan met een tabel, samenwerken en<br />
eigen leren en presteren verbeteren.<br />
Van theorie naar praktijk is niet altijd zo’n vanzelfsprekende<br />
stap. Volgend lesmodel is geïnspireerd door het ‘Stappenplan<br />
Buitenschoolse Activiteiten’ van Simon Verhallen (in: Bij de les:<br />
praktijkboek <strong>voor</strong> <strong>NT2</strong>-<strong>onderwijs</strong>/ Wil van den Bercken et al.,<br />
Utrecht: Nederlands Centrum Buitenlanders, 1997). Aan de hand<br />
van deze les rond Annie M.G. Schmidt maak je de stap naar<br />
Nederlands buiten de klas gemakkelijker en leuker.<br />
een doosje met deksel, een barbiepop en watten<br />
(<strong>voor</strong> de TPR-oefening)<br />
het liedje (http://www.123video.nl/playvideos.<br />
asp?MovieID=563929)<br />
allerlei soorten post<br />
papieren, brieven, reclame van verzekeringen<br />
Van veertig minuten tot twee uur<br />
(buitenschoolse activiteiten niet inbegrepen).<br />
1. filmpje<br />
Toon het filmpje uit de televisieserie Pension Hommeles<br />
waarin Donald Jones het liedje zingt.<br />
Vraag de cursisten wat de relatie is tussen de man en de vrouw.<br />
Zijn ze getrouwd?<br />
Hoe lang dan?
45 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
2. Kernwoordenschat<br />
Laat het liedje nog eens horen.<br />
Schrijf een aantal woorden op bord<br />
(bv. bewaren, verzekeren, verjaren, haren, verdelen, miljoen).<br />
<strong>De</strong> cursisten steken hun hand op wanneer ze één van deze<br />
woorden horen.<br />
Je kan de woorden ook onder de cursisten verdelen. Dan steekt<br />
elke cursist alleen bij zijn/haar woord de hand op.<br />
Of doe een TPR(Total Physical Response)-oefening met het doosje<br />
met deksel, de barbiepop en de watten.<br />
Mogelijke opdrachten:<br />
Leg de pop in het doosje.<br />
Haal de pop uit het doosje.<br />
Kan je het deksel opendoen, alsjeblieft?<br />
Kan je het deksel dichtdoen, alsjeblieft?<br />
Leg de pop <strong>voor</strong>zichtig in het doosje.<br />
Haal de pop <strong>voor</strong>zichtig uit het doosje.<br />
Kan je het deksel <strong>voor</strong>zichtig opendoen, alsjeblieft?<br />
Leg de pop zachtjes in het doosje.<br />
Haal de pop zachtjes uit het doosje.<br />
Kan je het deksel zachtjes opendoen, alsjeblieft?<br />
Geef de pop een zoen.<br />
Doe dit <strong>voor</strong>zichtig en zachtjes.<br />
Leg de watten in het doosje.<br />
Leg de pop in de watten.<br />
Steel de pop.<br />
Strijk de pop langs de haren.<br />
enz.<br />
Je kan de cursisten ook een woord laten aanvullen.<br />
Bv. bewaren ... (in een doosje), verzekeren ...<br />
(<strong>voor</strong> anderhalf miljoen), het deksel ... (opendoen), eendjes ...<br />
(eten geven), in de watten ... (leggen), langs je haren ... (strijken).<br />
In gealfabetiseerde groepen kan je hier ook een matching<br />
van maken.<br />
In niet-gealfabetiseerde groepen kan je met prenten werken<br />
(bv. www/betavzw.be)<br />
3. Vergelijking en analyse<br />
In een groepsgesprek ga je de verschillende thema’s uit het liedje<br />
vergelijken en analyseren doorheen de tijd en in verschillende<br />
culturen.<br />
Maak op het bord twee kolommen: één <strong>voor</strong> ‘België’ en één <strong>voor</strong><br />
‘thuisland’.<br />
Voorbeeld:<br />
Wat bewaar je in België? Wat bewaar je in je thuisland?<br />
Wat verzeker je?<br />
Hoe charmeer je je lief?
46 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
>>><br />
Opgelet: Het is zeker niet de bedoeling dat jij zelf de schema’s<br />
invult. Laat de antwoorden uit de groep komen. Hebben je<br />
cursisten weinig contact met Belgen, dan vul je de linkerkolom<br />
samen met hen in. Of je nodigt een gastspreker uit.<br />
4. Voorbereiden, <strong>voor</strong>bespreken, <strong>voor</strong>af lezen<br />
Charmeren:<br />
Kies een persoon uit de klas die je tijdens de pauze gaat charmeren.<br />
Bespreek met je klas hoe je dat kan doen (de deur opendoen, een<br />
drankje aanbieden, vragen wat hij/zij wil drinken, een sigaretje<br />
aanbieden, enz.).<br />
Bewaren:<br />
Neem allerlei soorten post mee.<br />
Sorteer met de cursisten wat je moet bewaren en wat je niet moet<br />
bewaren.<br />
Bespreek ook hoe je iets kan bewaren.<br />
Hoe bewaar je papierwerk, foto’s, geld, enz.?<br />
In een doos of in een kaft?<br />
Hoe sorteer je papierwerk? Op datum, op afzender, of op een<br />
andere manier?<br />
Neem eventueel je papierwerk mee naar school en toon hoe jij<br />
rekeningen en belangrijke brieven bewaart.<br />
Verzekeren:<br />
Bekijk post van verzekeringen.<br />
Zoek de datum, het kenmerk, de afzender, het soort verzekering,<br />
het contractnummer, enz.<br />
Praat over het afsluiten van een verzekering. Hoe begin je hier aan?<br />
Laat de cursisten zoveel mogelijk verzekeringsmaatschappijen en<br />
makelaars zoeken. Hoe vind je deze in de Gouden Gids?<br />
5. eigen doel<br />
Laat de cursisten zelf beslissen op welk thema ze dieper willen<br />
ingaan.<br />
Kies dan uit onderstaande buitenschoolse activiteiten.<br />
6. buitenschoolse activiteiten<br />
Administratie:<br />
<strong>De</strong> cursisten helpen elkaar bij het ordenen van hun administratie.<br />
Verzekering:<br />
Bezoek een bank of makelaar en informeer naar de verschillende<br />
verzekeringen (onderweg vergeet je natuurlijk niet galant te zijn en<br />
ga je <strong>voor</strong>bijgangers charmeren).<br />
Verzamelen:<br />
Ga een verzameling bekijken. Houden je cursisten niet van musea,<br />
dan kan je altijd de dichtstbijzijnde kleuterschool bezoeken en<br />
kijken wat de juf allemaal laat bewaren om te knutselen in de klas<br />
(wc- rolletjes, kurken, doppen, enz.).
47 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
7. nabespreking<br />
Maak een collage van alle logo’s van verzekeringsmaatschappijen.<br />
Maak samen een verzameling. Ga samen iets bewaren.<br />
Verzamel knutselgerei en breng het naar de kleuterschool.<br />
Kijk samen naar een romantische film.<br />
Laat de cursisten oud brood en etensrestjes meenemen en ga op<br />
een mooie dag de eendjes in het dichtstbijzijnde park voeren.<br />
Kijk ondertussen naar de koppeltjes en vraag je af hoe ze lief<br />
zijn <strong>voor</strong> elkaar (in een mondige groep kan je ze natuurlijk ook<br />
interviewen).<br />
Bekijk de andere versies van het liedje.
Verhaal:<br />
Moeder is ziek<br />
Uit: Floddertje<br />
48 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
‘We mogen niet in de slaapkamer,’ zei Floddertje.<br />
‘Moeder is ziek. En de dokter is er. En de zuster ook.<br />
Maar ik weet wat! We gaan iets lekkers klaarmaken <strong>voor</strong> moeder.<br />
Kom mee, Smeerkees! Tomatensoep! Daar houdt moeder zo van.’<br />
Floddertje pakte een blik uit de keukenkast.<br />
En nu de blikopener.<br />
Tjonge ... wat een moeilijk werkje.<br />
Maar het lukte toch.<br />
Floddertje deed de soep in de pan.<br />
‘’t Is een beetje klonterig,’ zei ze. ‘Ik neem even de mixer.’<br />
Ze wist best hoe het moest.<br />
<strong>De</strong> mixer in de pan. En dan op het knopje drukken.<br />
O! Pas op! <strong>De</strong> soep vliegt de pan uit!<br />
Vader kwam binnen en toen kwam de dokter en toen de zuster.<br />
Ze kregen allemaal soep in hun gezicht.<br />
Stop! Laat het knopje los, Floddertje!<br />
Die domme Floddertje bleef maar doorgaan.<br />
Gelukkig was Smeerkees een heel slim hondje.<br />
Hij trok de stekker eruit.<br />
Hè hè ...<br />
Er was niet veel soep meer in de pan.<br />
Maar er was een heleboel soep in de keuken.<br />
Alles zat onder de tomatensoep.<br />
Arme Floddertje. Hoe moest ze dat weer schoon krijgen?<br />
Vader bromde erg.<br />
Maar hij zei: ‘Vooruit! Allemaal dweilen! Allemaal boenen!’<br />
Smeerkees hielp ook mee.<br />
‘Geef mij ook maar een emmertje sop,’ zei de dokter.<br />
‘Gaan jullie maar opzij!’ riep de zuster. ‘Ik doe het wel even!’<br />
<strong>De</strong> keuken was klaar.<br />
En iedereen was schoon.<br />
Behalve Floddertje en Smeerkees.<br />
Vader kwam met de tuinslang.<br />
En daarna mocht Floddertje een bordje tomatensoep brengen bij<br />
moeder.<br />
‘Lekker,’ zei moeder.
Lessuggesties<br />
(door Marit Trioen)<br />
Gealfabetiseerde nt2-Cursisten,<br />
riChtGraad 1.1. en 1.2.<br />
Afhankelijk van het niveau van je groep, kan je de<br />
moeilijkheidsgraad van de suggesties aanpassen.<br />
49 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
doelstellingen<br />
materiaal<br />
lesduur<br />
lesverloop<br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen informatie geven door te reageren op<br />
herkenbare vragen.<br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen een beleving en hun mening formuleren.<br />
Luisteren:<br />
de cursisten kunnen relevante informatie selecteren uit een<br />
mondelinge tekst.<br />
Lezen:<br />
de cursisten kunnen een eenvoudige instructie begrijpen.<br />
Schrijven:<br />
de cursisten kunnen aantekeningen maken ter <strong>voor</strong>bereiding van<br />
een gesprek.<br />
twee prenten van Floddertje<br />
(één waarop ze schoon is en één waarop ze erg vuil is)<br />
het boek<br />
kaartjes <strong>voor</strong> het vraag-en-antwoordspel (zie bijlage)<br />
per vier cursisten één A3-papier en een dikke stift<br />
Ongeveer anderhalf uur.<br />
Heb je meer tijd, dan kan je alle uitbreidingsoefeningen<br />
(zie verder) maken.<br />
1. floddertje<br />
Toon de cursisten twee prenten van Floddertje: één waarop ze<br />
schoon is en één waarop ze erg vuil is.<br />
Aan de hand van deze prenten schets je het personage: Floddertje<br />
is een meisje dat – tot grote spijt van haar moeder – altijd vuil is.<br />
Ze heeft ook een hondje, Smeerkees (herkennen de cursisten het<br />
woord ‘smerig’ in deze naam?). In elk verhaal beleeft Floddertje<br />
een avontuur waardoor ze weer eens vuil wordt. Vraag aan de<br />
cursisten of ze deze situatie herkennen:<br />
Heb jij ook een (klein)kind, nichtje of neefje dat altijd vuil is?<br />
Waardoor worden kinderen zoal vuil?<br />
Vind jij dat erg? Of mogen kinderen best vuil zijn?<br />
Leuk detail:<br />
Annie M.G. Schmidt schreef de verhalen over Floddertje<br />
oorspronkelijk als reclame <strong>voor</strong> een wasmiddel.
50 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
2. Ziek (herhaling woordenschat)<br />
In dit verhaal wordt Floddertje vuil doordat ze haar zieke<br />
moeder wil helpen. Voor je het verhaal gaat lezen, herhaal je<br />
de woordenschat rond het thema ‘ziek zijn’ via een vraag-enantwoordspel<br />
(zie bijlage).<br />
Verdeel de kaartjes onder de cursisten.<br />
Elke cursist krijgt één kaartje.<br />
Wie het kaartje met ‘start’ heeft, mag beginnen<br />
en stelt de vraag op het kaartje.<br />
<strong>De</strong> cursist die het antwoord op deze vraag heeft,<br />
leest het antwoord luidop. Vervolgens stelt hij/zij de vraag die<br />
onderaan op het kaartje staat. <strong>De</strong> cursist die het antwoord heeft,<br />
leest <strong>voor</strong>, enz. Het spel stopt bij het kaartje waarop het laatste<br />
antwoord en ‘einde’ staat.<br />
Leid het verhaal kort in: niet Floddertje, maar Floddertjes moeder<br />
is ziek.<br />
Floddertje wil haar zieke moeder helpen.<br />
Hoe zou ze in dit verhaal vuil kunnen worden?<br />
Stimuleer de fantasie van de cursisten.<br />
3. het verhaal<br />
Lees het verhaal <strong>voor</strong>.<br />
Bij beginnersgroepen toon je de illustraties uit het boek als<br />
ondersteuning.<br />
Na het <strong>voor</strong>lezen peil je met enkele vragen naar het tekstbegrip:<br />
Waarom maakt Floddertje soep?<br />
Welke soep maakt ze?<br />
Wat loopt er fout? Hoe wordt Floddertje vuil?<br />
Wie helpt Floddertje opruimen?<br />
(vader, de dokter, de zuster, Smeerkees)<br />
Hoe maakt vader Floddertje weer schoon?<br />
4. Placemat: eerste hulp bij zieke gevallen<br />
Hou met de klas een gesprek over welkome hulp bij ziek zijn.<br />
Gebruik hier<strong>voor</strong> de placematmethode<br />
(zie http://www.steunpuntgok.be/downloads/<br />
gokfiche_werkvorm_13.pdf)<br />
Verdeel je klas in groepen van vier.<br />
Elke groep krijgt een A3-papier.<br />
In het midden tekenen de cursisten een cirkel.<br />
Dan verbinden ze elke hoek van het papier met de cirkel.<br />
Nu heeft elke cursist één vak.<br />
In dit vak schrijft elke cursist in een eerste ronde zijn eigen mening<br />
over of ideeën rond de vragen:<br />
Wat mogen je gezinsleden wel doen <strong>voor</strong> jou als je ziek bent,<br />
wat absoluut niet?<br />
Hoe kunnen ze je helpen, hoe zijn ze je tot last?<br />
Voordeel van deze methode is dat je goed kan differentiëren:<br />
sterkere cursisten schrijven correcte zinnen, zwakkere cursisten<br />
schrijven een woord of tekenen het zelfs.
51 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
In een tweede ronde (na tien minuten)<br />
gaan de cursisten per groep discussiëren.<br />
Ze vertellen elkaar wat ze geschreven hebben.<br />
Uiteindelijk moeten ze in de centrale cirkel op basis van consensus<br />
minstens vijf dingen schrijven die hun gezinsleden wél en vijf<br />
dingen die ze absoluut niet mogen doen.<br />
In een derde ronde vertelt elk groepje wat ze in de cirkel noteerden.<br />
Als je dit wil, kan je hier ook nog een huiswerk aan koppelen.<br />
Elke cursist schrijft dan een tekstje over (bij<strong>voor</strong>beeld) ‘mijn ideale<br />
dagje zieken’.<br />
5. uitbreiding<br />
Als je meer tijd hebt, kan je verder aan de slag<br />
met andere elementen uit het boek.<br />
Enkele ideeën:<br />
Tomatensoep<br />
Het recept <strong>voor</strong> tomatensoep opschrijven, een boodschappenlijstje<br />
opstellen, de ingrediënten halen en de soep maken (en eventueel<br />
bij zieke of oude mensen in de buurt uitdelen).<br />
Kaartje<br />
<strong>De</strong> cursisten schrijven een beterschapskaartje.<br />
Eerst bespreek je wat er allemaal op zo’n kaartje moet:<br />
Hoe begroet je iemand?<br />
Wat wens je een zieke?<br />
Hoe sluit je af?<br />
<strong>De</strong>ze oefening wordt extra relevant wanneer je het kaartje<br />
ook kan opsturen naar een zieke cursist of collega.<br />
Roeren in een pan<br />
Met een muzikale klas bekijk en beluister je het liedje<br />
‘Roeren in een pan’ uit de musical (zie http://www.youtube.com/<br />
watch?v=Oz-X6gt6OMw&feature=related).<br />
Daag je cursisten uit: kunnen ze een originelere choreografie<br />
bedenken?
Bijlage Moeder is ziek (Floddertje):<br />
Vraag-en-antwoord-spel<br />
START<br />
Floddertje is ziek.<br />
Wat doet mama eerst?<br />
Met de thermometer.<br />
Floddertje heeft koorts.<br />
Naar wie moet ze nu gaan?<br />
In de wachtzaal.<br />
Wat doet de dokter?<br />
<strong>De</strong> dokter geeft een <strong>voor</strong>schrift.<br />
Wat staat er op het <strong>voor</strong>schrift?<br />
Naar de apotheek.<br />
Wat geeft de apotheker<br />
aan Floddertje?<br />
Bij het ziekenfonds.<br />
Floddertje wordt maar niet beter.<br />
Waar moet ze dan naartoe?<br />
Veel beterschap!<br />
EINDE<br />
Mama meet de temperatuur<br />
van Floddertje.<br />
Waarmee meet<br />
mama de temperatuur?<br />
Floddertje moet naar de dokter.<br />
Waar moet Floddertje<br />
wachten op de dokter?<br />
Hij kijkt in Floddertjes oren en keel.<br />
Hij luistert naar haar adem.<br />
Wat geeft de dokter<br />
mee als Floddertje ziek is?<br />
Welke medicijnen Floddertje<br />
moet nemen.<br />
Naar waar gaat Floddertje<br />
met het <strong>voor</strong>schrift?<br />
Hij geeft pillen en siroop.<br />
Waar moet Floddertje het doktersbriefje<br />
afgeven, als ze geld van de dokter terug<br />
wil krijgen?<br />
Naar het ziekenhuis.<br />
Floddertje krijgt een kaart van oma.<br />
Wat staat er op de kaart?
Lied:<br />
Hendrik Haan<br />
Uit: Niet met de deuren slaan<br />
53 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Dag, mevrouw van Voort,<br />
hebt u ’t al gehoord?<br />
Hendrik Haan<br />
uit Koog aan de Zaan<br />
heeft de kraan open laten staan.<br />
Uren, uren stond ie open.<br />
Heel de keuken ondergelopen.<br />
<strong>De</strong>nkt u toch es even!<br />
En ’t zeil was net gewreven.<br />
Tss, tss, tss.<br />
Dag, mevrouw Van Doren,<br />
moet u toch eens horen.<br />
Hendrik Haan<br />
uit Koog aan de Zaan<br />
heeft de kraan open laten staan.<br />
Zeven dagen stond ie open.<br />
Heel het huis is ondergelopen.<br />
<strong>De</strong>nkt u toch es even!<br />
Alle meubels dreven.<br />
Dag, mevrouw van Wal,<br />
weet u ’t nieuwtje al?<br />
Hendrik Haan<br />
uit Koog aan de Zaan<br />
heeft de kraan open laten staan.<br />
Zeven weken stond ie open.<br />
Heel de straat is ondergelopen.<br />
<strong>De</strong>nkt u toch es even!<br />
Alle auto’s dreven.<br />
Dag, mevrouw Verkamp,<br />
weet u ’t van de ramp?<br />
Hendrik Haan<br />
uit Koog aan de Zaan<br />
heeft de kraan open laten staan.<br />
Zeven maanden stond ie open.<br />
Heel de stad is ondergelopen.<br />
<strong>De</strong>nkt u toch es even!<br />
Niemand meer in leven!<br />
Kijk, wie komt daar aan?<br />
Hendrik Haan, uit Koog aan de Zaan.<br />
Hendrik, hoe is het gegaan?<br />
Had je de kraan<br />
open laten staan?<br />
O, zei Hendrik, ’t was maar even<br />
en ’t verhaal is overdreven.<br />
<strong>De</strong> keukenmat<br />
een tikkie nat,<br />
onverwijld<br />
opgedweild,<br />
zó gebeurd, zó gedaan,<br />
zei Hendrik Haan.<br />
Alle dames gingen vlug<br />
teleurgesteld naar huis terug.
Lessuggesties<br />
(door Marit Trioen)<br />
Gealfabetiseerde nt2-Cursisten,<br />
riChtGraad 1.2.<br />
54 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
doelstellingen<br />
materiaal<br />
lesduur<br />
lesverloop<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen een eigen mening verwoorden.<br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen gepast reageren op eenvoudige instructies en<br />
vragen.<br />
Luisteren/lezen:<br />
de cursisten kunnen eenvoudige instructies en vragen begrijpen.<br />
Schrijven/lezen:<br />
de cursisten kunnen werken met tabellen.<br />
prenten of foto’s van roddelende mensen (leuke vind je bv.<br />
op http://www.mylot.com/w/image/2191781.aspx en http://<br />
sukainaabbas.files.wordpress.com/2011/02/gossip-2.jpg)<br />
een kaart van Nederland<br />
de liedjestekst, in strofes verknipt het liedje<br />
( bv. op de cd Ik ben lekker stout van VOF <strong>De</strong> Kunst)<br />
Van vijftig minuten tot anderhalf uur.<br />
1. roddelen<br />
Toon enkele foto’s of prenten van roddelende mensen.<br />
Stel eerst een aantal algemene vragen bij deze prenten:<br />
Wat doen deze mensen? Waarom denk je dat?<br />
(Schrijf het woord ‘roddelen’ op het bord)<br />
Hoe zie je dat deze mensen niet zomaar praten?<br />
(wijs op het belang van lichaamstaal)<br />
Wat zie je aan hun gezichten? Welke woorden passen hierbij?<br />
Vervolgens peil je aan de hand van enkele vragen naar de mening<br />
van de cursisten:<br />
Vind jij roddelen goed? Waarom (niet)?<br />
Roddel jij soms? Wanneer? Met wie?<br />
Waarom roddelen mensen, denk je?<br />
Roddelen mensen in jouw thuisland vaak?<br />
Je kan deze oefening ook als stellingenspel organiseren.<br />
Dan zeg jij een stelling (bv. ‘Roddelen is goed’) en lopen de<br />
cursisten naar de juiste hoek (‘ja’ of ‘neen’).<br />
2. schep maar lekker op<br />
Het versje gaat zowel over roddelen als over overdrijven.<br />
Het thema overdrijven kan je op volgende manier introduceren.<br />
Stel een aantal gerichte vragen op maat van je cursisten.<br />
<strong>De</strong> cursisten antwoorden, waarop jij hun antwoord systematisch<br />
overdrijft.
55 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
Ondersteun het overdrijven met je lichaamstaal en intonatie.<br />
Mogelijke vragen:<br />
Wie heeft veel broers en zussen? Hoeveel dan? (Ahmed heeft wel<br />
twintig broers!)<br />
Wie spreekt veel talen? Hoeveel? (Seda spreekt wel tien talen!)<br />
Wie kan goed koken? Hoe goed? (Ali kookt nog beter dan in een<br />
restaurant!)<br />
Wie lacht vaak? Hoe vaak? (Morgane lacht zelfs wanneer ze slaapt!)<br />
Wie heeft lang haar? Hoe lang is jouw haar? (Nina’s haar is wel een<br />
meter lang!)<br />
Hebben de cursisten het thema door, dan kan je een aantal sterkere<br />
cursisten zelf vragen laten stellen.<br />
3. het liedje<br />
Vertel de cursisten dat ze een liedje zullen horen waarin sterk<br />
overdreven wordt.<br />
Het lied gaat over Hendrik Haan uit Koog aan de Zaan.<br />
Toon Koog aan de Zaan op de kaart. Het Noord-Hollandse dorpje<br />
ligt ten noorden van Amsterdam, aan de rivier de Zaan.<br />
Verdeel je klas in zes groepen.<br />
Geef elke groep een strofe (ook hier kan je differentiëren: zwakkere<br />
lezers krijgen de laatste strofe).<br />
Elk groepje leest om beurten hun strofe luidop <strong>voor</strong>.<br />
Als de zes strofes <strong>voor</strong>gelezen zijn, proberen alle cursisten samen<br />
de juiste volgorde van het lied te reconstrueren.<br />
Opmerking: heb je een grotere klas en is de klassikale reconstructie<br />
niet haalbaar, dan kan je deze oefening ook als groepswerk<br />
organiseren. In groepjes van zes krijgt elke cursist een strofe.<br />
Vervolgens geef je elke cursist een kopie van de liedjestekst.<br />
Om na te gaan of de cursisten de inhoud begrijpen, schrijf je<br />
het volgende schema aan het bord (je kan dit ook als werkblad<br />
uitdelen).<br />
Ondertussen laat je het lied horen.<br />
<strong>De</strong> cursisten vullen de tabel in.<br />
de kraan hoe lang open het huis wat ondergelopen?<br />
lang (uren, uren) erg (de keuken)<br />
langer (zeven dagen) erger (heel het huis)<br />
nog langer (zeven weken) nog erger (heel de straat)<br />
langst (zeven maanden) ergst (heel de stad)<br />
>>><br />
Per strofe overloop je ook het gevolg van de ramp (’t zeil was net<br />
gewreven, alle meubels dreven, enz.).<br />
Stel nog een aantal bijkomende vragen:<br />
Wat is er echt gebeurd?<br />
Waar zijn deze dames? Waarom denk je dat?<br />
Laat enkele cursisten de tekst tot slot nog eens zo expressief<br />
mogelijk lezen. Heb je een klas die van toneel houdt,<br />
dan kan je het lied ook uitbeelden.
56 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
4. fluisterzinnen<br />
Laat de cursisten (ongeveer) in rijen zitten, zodat ze zinnen<br />
kunnen doorfluisteren.<br />
Leg de oefening uit en oefen één ronde klassikaal.<br />
Je fluistert een situatie in het oor van de cursisten die aan het begin<br />
van een rij zitten (bv. Gisteren is mijn bril gestolen).<br />
<strong>De</strong>ze cursisten fluisteren de zin telkens door aan hun rechterbuur,<br />
maar doen er een schepje bovenop (bv. Gisteren is mijn tas<br />
gestolen).<br />
<strong>De</strong> tweede cursist overdrijft weer wat meer en fluistert door aan<br />
een derde, enz.<br />
<strong>De</strong> oefening stopt wanneer de zin de cursisten bereikt die aan het<br />
andere uiteinde van de rij zitten.<br />
Vergelijk: wat is er van de oorspronkelijke situaties geworden?<br />
Afhankelijk van het niveau van je groep kan je hier naar hartenlust<br />
variëren.<br />
Zo kan je de eerste cursist een prent tonen met daarop een situatie<br />
in plaats van de situatie in te fluisteren.<br />
Of je laat de cursisten raden wat de beginzin was.
Versje:<br />
Dikkertje Dap<br />
Uit: Het fluitketeltje<br />
57 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Dikkertje Dap klom op de trap<br />
's morgens vroeg om kwart over zeven<br />
om de giraf een klontje te geven.<br />
Dag Giraf, zei Dikkertje Dap,<br />
weet je, wat ik heb gekregen?<br />
Rode laarsjes <strong>voor</strong> de regen!<br />
't Is toch niet waar, zei de giraf,<br />
Dikkertje, Dikkertje, ik sta paf.<br />
O Giraf, zei Dikkertje Dap,<br />
‘k moet je nog veel meer vertellen:<br />
Ik kan al drie letters spellen:<br />
a b c, is dat niet knap?<br />
Ik kan ook al bijna rekenen!<br />
Ik kan mooie poppetjes tekenen!<br />
Lieve deugd, zei de giraf,<br />
kerel, kerel, ik sta paf.<br />
Zeg Giraf, zei Dikkertje Dap,<br />
mag ik niet eens even bij je<br />
stiekem van je nek af glijen?<br />
Zo maar eventjes <strong>voor</strong> de grap,<br />
denk je dat de grond van Artis<br />
als ik neerkom, heel erg hard is?<br />
Stap maar op, zei de giraf,<br />
stap maar op en glij maar af.<br />
Dikkertje Dap klom van de trap<br />
met een griezelige grote stap.<br />
Op de nek van de giraf<br />
zette Dikkertje Dap zich af,<br />
roetsjj, daar gleed hij met een vaart<br />
tot aan ‘t kwastje van de staart.<br />
Boem!<br />
Au!!<br />
Dag Giraf, zei Dikkertje Dap.<br />
Morgen kom ik weer hier met de trap.
Lessuggesties<br />
(door Helga Gehre)<br />
niet-Gealfabetiseerde en<br />
Gealfabetiseerde nt2-Cursisten,<br />
riChtGraad 1.1. (hoGere niVeaus)<br />
58 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
doelstellingen<br />
materiaal<br />
lesduur<br />
lesverloop<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen het globale onderwerp verwoorden bij een<br />
tekening.<br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen woorden splitsen in lettergrepen.<br />
Lezen/luisteren:<br />
de cursisten kunnen rijmwoorden herkennen.<br />
een prent van Dikkertje Dap of een foto van het<br />
Dikkertje-standbeeld in Annies geboortedorp Kapelle<br />
(makkelijk te vinden via Google afbeeldingen)<br />
allerhande prenten bij de verschillende oefeningen (www.betavzw.be)<br />
het liedje (bv. op de cd Dikkertje Dap van VOF <strong>De</strong> Kunst)<br />
woordkaartjes (trap – giraf – laarsjes – poppetjes – nek – staart)<br />
korte deegwaren (zoals strikjes of spirelli)<br />
Ongeveer vijftig minuten.<br />
1. dikkertje dap<br />
Toon de tekening of foto van Dikkertje Dap.<br />
Laat de cursisten vertellen wat ze zien:<br />
Waar is het jongetje?<br />
Welk dier zie je?<br />
Waar kan je deze dieren zien?<br />
Wat gaat het jongetje doen?<br />
2. het liedje<br />
Laat het liedje horen.<br />
Stel opnieuw dezelfde vragen.<br />
Vinden de cursisten de antwoorden niet meteen, dan laat je de<br />
eerste strofe nog eens apart horen.<br />
3. auditief geheugen<br />
Leg de woordkaartjes (of prenten <strong>voor</strong> niet-gealfabetiseerde<br />
groepen) open op tafel.<br />
Geef de cursisten een opdracht: Neem de trap. Neem de poppetjes.<br />
Vervolgens zeg je drie woorden.<br />
<strong>De</strong> cursisten moeten deze drie woorden in de juiste volgorde op de<br />
tafel leggen.
59 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Bouw de moeilijkheidsgraad op.<br />
Probeer, als je cursisten dit aankunnen, tot zes woorden te gaan.<br />
4. strofe per strofe<br />
Eerste strofe<br />
Maak een werkblad, of stel volgende vragen mondeling met een<br />
ren-je-rot (de cursisten gaan dan bij het goede antwoord staan):<br />
Waar klimt Dikkertje Dap op? (de stoel – de trap – de muur)<br />
Wat geeft Dikkertje Dap aan de giraf?<br />
(een klontje – een aardappel – een peer)<br />
Wat heeft Dikkertje Dap gekregen?<br />
(laarsjes – een paraplu – een regenhoed)<br />
Welke kleur hebben de laarsjes? (groen – rood – geel)<br />
Tweede strofe<br />
Geef de cursisten zes kaartjes.<br />
Op deze kaartjes staan resp. letters, cijfers, tekenen, boetseren,<br />
turnen, vertellen.<br />
<strong>De</strong> cursisten beluisteren de strofe.<br />
Vier van de zes kaartjes komen <strong>voor</strong> in deze strofe.<br />
Bij de eerste luisterronde nemen ze de kaartjes die in de strofe<br />
<strong>voor</strong>komen.<br />
Bij de tweede luisterronde leggen ze deze kaartjes in de juiste<br />
volgorde.<br />
In deze strofe komt aan bod wat kinderen op school leren.<br />
Als uitbreiding ga je met je groep hier dieper op in.<br />
<strong>De</strong>rde en vierde strofe<br />
Wat wil Dikkertje Dap doen?<br />
Is de grond hard?<br />
Gaat Dikkertje Dap dat nog eens doen?<br />
5. auditieve discriminatie<br />
Geef de cursisten voldoende strikjes of spirelli (of suikerklontjes).<br />
Vraag hen hoeveel stukjes ze horen in de woorden die jij uitspreekt.<br />
Voor elk stukje dat ze horen, leggen ze een spirelli.<br />
Doe dit met ‘gekregen’, ‘vertellen’, ‘tekenen’, ‘giraf ’, ‘nek’, ‘grote’.<br />
6. rijmen maar<br />
Laat de cursisten telkens rijtjes van drie woorden horen.<br />
Bv. Dikkertje Dap, zeven, trap.<br />
Wat rijmt niet?<br />
Je kan dit ook met prenten doen.<br />
Dan maak je een memory van rijmwoorden<br />
(Bv. Dikkertje Dap – trap, kwart over zeven – geven,<br />
rekenen – tekenen, enz.).<br />
Maak je een memory met woorden, werk dan in<br />
verschillende stappen.<br />
Eerst zoeken de cursisten bv. auditief de rijmwoorden.
60 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Vervolgens kleuren ze de rijmwoorden telkens in eenzelfde kleur<br />
in de tekst.<br />
7. Van vroeger en nu<br />
Zet de zinnen om naar de tegenwoordige tijd.<br />
Dikkertje dap klom op de trap (klimt).<br />
Ik heb rode laarsjes gekregen (krijg).<br />
Hij gleed met een vaart (glijdt).<br />
8. ik kan goed ...<br />
Wat kan Dikkertje Dap goed?<br />
Laat eventueel de tweede strofe nog eens horen.<br />
Vraag aan de cursisten wat zij goed kunnen.<br />
Gebruik ook hier ondersteunende prenten.
Lied:<br />
Rineke Tineke<br />
Peuleschil<br />
Uit: <strong>De</strong> lapjeskat<br />
61 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Rineke Tineke Peuleschil,<br />
bij ons in Amsterdam,<br />
die vroeg de hele tijd maar door<br />
hoe alles eigenlijk kwam.<br />
Rineke Tineke Peuleschil,<br />
die vroeg bij <strong>voor</strong>beeld: Hee,<br />
wáárom wáárom wáárom valt<br />
de maan niet naar benee?<br />
Ze vroeg het aan de bakker met<br />
zijn dikke bolle wangen.<br />
Die zei: Ze hebben 'm misschien<br />
met touwtjes opgehangen.<br />
Ze vroeg het aan de slager die<br />
de karbonaadjes bracht.<br />
Hij zei: Daar heb ik eigenlijk<br />
nog nooit zo aan gedacht.<br />
Ze vroeg het aan de melkboer en<br />
de melkboer zei: O, jee!<br />
Vandaag of morgen vált die maan<br />
misschien wel naar benee.<br />
Ze vroeg het aan de man die het<br />
elektra repareert.<br />
Hij zei: Verdraaid, ik weet het niet,<br />
dat heb ik nooit geleerd.<br />
Ze vroeg het aan meneer Verheul,<br />
de deftige notaris.<br />
Hij zei: Ik denk punaises, maar<br />
ik weet niet of het waar is.<br />
Maar laten we 't gaan vragen aan<br />
een hele knappe man:<br />
de directeur van ’t postkantoor.<br />
Die weet er alles van.<br />
Ze kwamen allemaal aan de deur<br />
van 't grote postkantoor.<br />
Ze vroegen 't aan de directeur,<br />
ze vroegen het in koor:<br />
Waarom valt de maan niet naar benee?<br />
<strong>De</strong> directeur van 't postkantoor<br />
zei: Wel, dat is bekend.<br />
Daar zijn bepaalde wetten <strong>voor</strong>,<br />
dat staat in 't reglement!<br />
En iedereen zei: Dank u wel,<br />
wat fijn om dat te weten!<br />
Toen gingen ze naar huis toe om<br />
een boterham te eten.<br />
Maar Rineke Tineke Peuleschil<br />
is niet zo erg tevree.<br />
Ze vraagt nog altijd: Wáárom<br />
valt de maan niet naar benee?<br />
Als jullie het te weten komt,<br />
stuur dan een telegram<br />
aan Rineke Tineke Peuleschil,<br />
bij ons in Amsterdam.
Lessuggesties<br />
(door Tania Polak)<br />
Gealfabetiseerde en niet-<br />
Gealfabetiseerde nt2-Cursisten,<br />
riChtGraad 1.1.<br />
62 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
doelstellingen<br />
materiaal<br />
lesduur<br />
lesverloop<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen hun mening geven.<br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen informatie vragen en geven in een gesprek.<br />
Luisteren:<br />
de cursisten kunnen gegevens selecteren uit een beleving.<br />
Luisteren/lezen:<br />
de cursisten kunnen alle gegevens begrijpen in een enkelvoudige<br />
instructie.<br />
Schrijven:<br />
de cursisten kunnen uit mondelinge en schriftelijke informatie<br />
eenvoudige, concrete gegevens selecteren.<br />
het liedje (bv. op de cd <strong>De</strong> lapjeskat van VOF <strong>De</strong> Kunst)<br />
de werkbladen (zie bijlage)<br />
kaartjes met woorden die twee aan twee rijmen (de woordkeuze<br />
hangt af van het niveau van je cursisten, zie verder)<br />
prenten of foto’s van moeilijke woorden (karbonaadjes, bolle<br />
wangen, enz.)<br />
eventueel: oefeningen uit het boek Curriculum schoolrijpheid,<br />
deel2a: Auditieve training (Tini In den Kleef, ’s-Hertogenbosch:<br />
Malmberg,1983).<br />
Afhankelijk van het aantal oefeningen dat je op basis van het<br />
niveau van je cursisten kiest.<br />
1. het lied<br />
Laat het liedje een aantal keer horen.<br />
Vraag de cursisten telkens:<br />
Wat heb je gehoord?<br />
Welke woorden herkende je? (Schrijf die woorden op het bord)<br />
Wie hoort er nog andere woorden? Wat betekenen ze?<br />
Waarover gaat het liedje?<br />
Uit welk land komt dit liedje? Waarom denk je dat?<br />
<strong>De</strong>el de woordkaartjes uit (bijlage één: kaartjes met woorden).<br />
<strong>De</strong> cursisten lezen hun woord en lichten het toe.<br />
Dan laat je het liedje horen.<br />
<strong>De</strong> cursisten steken hun kaartje in de lucht wanneer<br />
ze hun woord horen.
63 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
2. Prent zoekt strofe<br />
<strong>De</strong>el de strookjes met afbeeldingen uit (bijlage twee).<br />
<strong>De</strong> cursisten bespreken hun afbeelding.<br />
Print de afbeeldingen eventueel uit op groter formaat<br />
zodat je ze nadien klassikaal nog eens kan overlopen.<br />
Vervolgens krijgt elke cursist een strookje met een<br />
strofe erop (bijlage drie).<br />
<strong>De</strong> cursisten lezen hun strofe en lichten deze toe.<br />
Laat het liedje nog eens horen.<br />
<strong>De</strong> cursisten houden hun strofe omhoog wanneer<br />
deze gezongen wordt.<br />
Tot slot kan je de cursisten met de prenten en strofen nog een<br />
matchoefening laten maken (per twee).<br />
Bij elke prent zoeken de cursisten de passende strofe.<br />
Laat eventueel het liedje nog eens horen ter illustratie<br />
en daarna ter controle.<br />
Stop na elke strofe en laat de cursisten zelf nakijken of ze de juiste<br />
tekst bij de juiste tekening hebben gezet.<br />
Rond af met enkele vragen:<br />
Hoeveel beroepen heb je gehoord?<br />
Is het een vrolijk liedje?<br />
Is Rineke Tineke blij? Boos?<br />
Waarom valt de maan eigenlijk niet naar beneden?<br />
Kan iemand daar een antwoord op geven?<br />
Stimuleer de fantasie van de cursisten.<br />
Schrijf hun suggesties op het bord en hou er een leuk klasgesprek<br />
rond.<br />
Wat zeg je tegen je kinderen als ze je deze vraag stellen?<br />
Heb jij je dit ooit afgevraagd?<br />
Zijn er in jouw land verhalen over de maan?<br />
Met sterkere groepen kan je misschien zelfs een boekje maken met<br />
maanverhalen van cursisten.<br />
3. het mannetje in de maan<br />
Lees dit gedicht <strong>voor</strong> (zie elders in de lesmap),<br />
of deel het uit als leesoefening.<br />
Voor wie is dit gedicht geschreven?<br />
4. even herhalen<br />
Heb je mondeling al veel woorden kunnen toelichten, dan deel je<br />
deze woordenschatoefening uit (bijlage vier).<br />
Als je niet zoveel tijd hebt, sla je deze oefening gewoon over.<br />
5. Gatentekst<br />
<strong>De</strong> cursisten vullen de ontbrekende woorden in (zie bijlage vijf)<br />
Is iedereen klaar, dan laat je het liedje een laatste keer ter controle<br />
horen.<br />
Wie wil, zingt mee.<br />
Zorg er in elk geval <strong>voor</strong> dat de cursisten de tekst mee volgen.
64 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
6. woordspin<br />
Laat de cursisten een woordspin maken (bijlage zes).<br />
Welke woorden kennen ze nog uit de les?<br />
<strong>De</strong>ze woorden schrijven ze op.<br />
Maak de cursisten duidelijk dat fouten schrijven geen probleem is<br />
<strong>voor</strong> deze oefening.<br />
Spontaan opschrijven en proberen is het belangrijkst.<br />
Natuurlijk moet je het woord wel nog kunnen herkennen.<br />
Heeft iedereen een woordspin, dan lezen de cursisten om beurten<br />
een woord <strong>voor</strong>.<br />
Schrijf deze woorden op het bord.<br />
Hebben verschillende cursisten eenzelfde woord, dan zet je achter<br />
dit woord streepjes.<br />
Welke woorden zijn het minst geschreven, welke het meest?<br />
Wie vond een speciaal woord dat niemand anders heeft?<br />
Wat zijn de moeilijkste woorden? Waarom?<br />
7. uitbreiding: rijmen maar!<br />
Woordkaartjes:<br />
Heb je nog wat tijd over, dan maak je woordkaartjes<br />
met rijmwoorden.<br />
Gebruik woorden die de cursisten al kennen<br />
(bv.man/pan, doos/boos, lief/dief, bang/lang, tien/zien, peer/beer,<br />
maan/laan, muur/duur, zak/tak, sok/mot, Rineke/Tineke, klein/fijn<br />
(<strong>voor</strong> sterkere cursisten), enz.).<br />
Hang de helft van de kaartjes op het bord en laat de cursisten<br />
één <strong>voor</strong> één (of klassikaal) het woordkaartje zoeken dat<br />
bij elk woord hoort.<br />
Bespreek waarom de woorden bij elkaar horen.<br />
Vestig ook de aandacht op de eindklanken (omcirkel<br />
ze of zet ze in een andere kleur):<br />
Welke letter hoor je achteraan?<br />
Is dit een lange of een korte klank, een ui of een eu,<br />
een i of een e, enz.?<br />
Waarom rijmt ij op ei? (auditieve discriminatie)<br />
Meer oefeningen vind je in het handboek van Tini In den Kleef<br />
(zie materiaal).<br />
Met deze kaartjes kan je ook nog een andere oefening doen.<br />
Elke cursist krijgt een kaartje dat met het woord naar beneden<br />
op de tafel ligt.<br />
Na het startschot zoeken de cursisten zo snel mogelijk hun<br />
partner. Wie is eerst?<br />
Tip: bij een oneven aantal cursisten zoek je een extra<br />
rijmwoord (bv. man/pan/kan).<br />
Stuur de koppelvorming: maak evenwaardige koppels of zet<br />
net een zwakkere cursist bij een sterkere.<br />
Uitbreiding één: Wanneer twee cursisten elkaar vinden,<br />
moeten ze nog een opdracht uitvoeren, bv. de woorden samen<br />
als eerste op een blad papier overschrijven met stift.<br />
Leg op <strong>voor</strong>hand een aantal bladen en stiften klaar.
65 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
>>><br />
Opgelet: nu mogen geen fouten in de woorden staan. Het<br />
eerste koppel dat de twee juiste rijmwoorden correct heeft<br />
overgeschreven, is gewonnen.<br />
Uitbreiding twee: Wanneer twee cursisten elkaar vinden, halen<br />
ze bij de docent een instructieblad waarop één of twee duidelijk<br />
geformuleerde opdrachten staan (bv. neem een stift, schrijf de<br />
woorden op het papier, hang het papier aan het bord, enz.).<br />
<strong>De</strong> cursisten voeren de opdrachten correct uit.<br />
Werkblad:<br />
Je kan ook een werkblad uitdelen waarop de cursisten<br />
rijmwoorden moeten zoeken en verbinden (bijlage zeven).<br />
In een kring:<br />
Of je schrijft een aantal woorden op het bord.<br />
<strong>De</strong> cursisten moeten nu zelf rijmwoorden zoeken.<br />
Neem een bal en ga in een kring zitten.<br />
<strong>De</strong> cursist die de bal heeft, kiest een woord op het bord.<br />
Dan gooit hij/zij de bal naar een medecursist,<br />
die een rijmwoord zoekt.<br />
Rijmt het woord, dan mag deze cursist een nieuw<br />
woord kiezen en de bal naar een volgende cursist gooien.<br />
Klasgedicht:<br />
Schrijf een eenvoudige zin op het bord.<br />
<strong>De</strong> cursisten maken een zin die hierop rijmt.<br />
Schrijf dan een nieuwe zin, waarop de cursisten weer rijmen.<br />
Zo krijg je een klassikaal versje.<br />
Maak bv. over elke cursist een versje van twee strofen.<br />
Begin met: ‘Ali heeft een mooie bril’.<br />
Eerst zoeken de cursisten een woord dat rijmt op bril.<br />
Schrijf de verschillende suggesties op het bord (help,<br />
wijs of beeld uit).<br />
Je kan dit ook <strong>voor</strong>bereiden door <strong>voor</strong> elke cursist<br />
een beginzin te bedenken en (met behulp van een<br />
rijmwoordenboek) rijmwoorden te verzamelen.<br />
Zo kunnen de cursisten uit deze lijst het beste woord kiezen,<br />
wanneer ze zelf geen ideeën hebben.<br />
Met dit woord schrijven ze een nieuwe zin, die bij de vorige past.<br />
Doe dit klassikaal: zo kan je bespreken of het een goede zin<br />
is of niet.<br />
Schrijf de definitieve zin op het bord<br />
(bv. Ali heeft een mooie bril/ hij is altijd braaf en stil).<br />
Doe dit <strong>voor</strong> elke cursist.<br />
Typ het klasgedicht tegen een volgende les uit.<br />
Laat het <strong>voor</strong>lezen en geef het een mooie plaats in de klas.
Bijlage één ‘Rineke Tineke Peuleschil’: Woordkaartjes<br />
Maan <strong>De</strong>ftig<br />
Wangen Touwtjes<br />
Karbonaadjes Melkboer<br />
Notaris Postkantoor<br />
Reglement Boterham<br />
Amsterdam Telegram<br />
Directeur Punaises<br />
66 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100
Bijlage twee ‘Rineke Tineke Peuleschil’: Stroken met prenten<br />
67 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100
68 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100
Bijlage drie ‘Rineke Tineke Peuleschil’: Stroken met strofes<br />
69 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Rineke Tineke Peuleschil,<br />
bij ons in Amsterdam,<br />
die vroeg de hele tijd maar door<br />
hoe alles eigenlijk kwam.<br />
Rineke Tineke Peuleschil,<br />
die vroeg bij <strong>voor</strong>beeld: Hee,<br />
wáárom wáárom wáárom valt<br />
de maan niet naar benee?<br />
Ze vroeg het aan de bakker met<br />
zijn dikke bolle wangen.<br />
Die zei: Ze hebben 'm misschien<br />
met touwtjes opgehangen.<br />
Ze vroeg het aan de slager die<br />
de karbonaadjes bracht.<br />
Hij zei: Daar heb ik eigenlijk<br />
nog nooit zo aan gedacht.<br />
Ze vroeg het aan de melkboer en<br />
de melkboer zei: O, jee!<br />
Vandaag of morgen vált die maan<br />
misschien wel naar benee.<br />
Ze vroeg het aan de man die het<br />
elektra repareert.<br />
Hij zei: Verdraaid, ik weet het niet,<br />
dat heb ik nooit geleerd.
70 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Ze vroeg het aan meneer Verheul,<br />
de deftige notaris.<br />
Hij zei: Ik denk punaises, maar<br />
ik weet niet of het waar is.<br />
Maar laten we 't gaan vragen aan<br />
een hele knappe man:<br />
de directeur van ’t postkantoor.<br />
Die weet er alles van.<br />
Ze kwamen allemaal aan de deur<br />
van 't grote postkantoor.<br />
Ze vroegen 't aan de directeur,<br />
ze vroegen het in koor:<br />
Waarom valt de maan niet naar benee?<br />
<strong>De</strong> directeur van 't postkantoor<br />
zei: Wel, dat is bekend.<br />
Daar zijn bepaalde wetten <strong>voor</strong>,<br />
dat staat in 't reglement!<br />
En iedereen zei: Dank u wel,<br />
wat fijn om dat te weten!<br />
Toen gingen ze naar huis toe om<br />
een boterham te eten.<br />
Maar Rineke Tineke Peuleschil<br />
is niet zo erg tevree.<br />
Ze vraagt nog altijd: Wáárom<br />
valt de maan niet naar benee?<br />
Als jullie het te weten komt,<br />
stuur dan een telegram<br />
aan Rineke Tineke Peuleschil,<br />
bij ons in Amsterdam.
Bijlage vier ‘Rineke Tineke Peuleschil’: Woordverklaring<br />
Wat is hetzelfde?<br />
Trek een lijn.<br />
Benee Duimspijkers<br />
Punaises Allemaal samen<br />
Wangen Beneden<br />
Tevree E-mail, fax,…<br />
Karbonaadjes Tevreden, blij<br />
Bolle Kaken<br />
Elektra Vlees<br />
In ’t koor Elektriciteit<br />
Telegram Dik, rond<br />
71 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100
Bijlage vijf ‘Rineke Tineke Peuleschil’: Gatentekst<br />
Vul de woorden in.<br />
Kies uit: waarom, Amsterdam, bakker, slager, kwam, boterham, maan, notaris, nooit, postkantoor, telegram, man<br />
Rineke Tineke Peuleschil,<br />
bij ons in ……………………………..,<br />
die vroeg de hele tijd maar door<br />
hoe alles eigenlijk …………………………….. .<br />
Rineke Tineke Peuleschil,<br />
die vroeg bij <strong>voor</strong>beeld: Hee,<br />
wáárom wáárom wáárom valt<br />
de …………………………….. niet naar benee?<br />
Ze vroeg het aan de …………………………… met<br />
zijn dikke bolle wangen.<br />
Die zei: Ze hebben 'm misschien<br />
met touwtjes opgehangen.<br />
Ze vroeg het aan de ……………………………. die<br />
de karbonaadjes bracht.<br />
Hij zei: Daar heb ik eigenlijk<br />
nog nooit zo aan gedacht.<br />
Ze vroeg het aan de melkboer en<br />
de melkboer zei: O, jee!<br />
Vandaag of morgen vált die ………………………<br />
misschien wel naar benee.<br />
Ze vroeg het aan de man die het<br />
elektra repareert.<br />
Hij zei: Verdraaid, ik weet het niet,<br />
dat heb ik …………………………….. geleerd.<br />
Ze vroeg het aan meneer Verheul,<br />
de deftige ……………………………...<br />
Hij zei: Ik denk punaises, maar<br />
ik weet niet of het waar is.<br />
72 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Maar laten we 't gaan vragen aan<br />
een hele knappe ……………………………..:<br />
de directeur van ’t postkantoor.<br />
Die weet er alles van.<br />
Ze kwamen allemaal aan de deur<br />
van 't grote postkantoor.<br />
Ze vroegen 't aan de directeur,<br />
ze vroegen het in koor:<br />
Waarom valt de maan niet naar benee?<br />
<strong>De</strong> directeur van 't ……………………………..<br />
zei: Wel, dat is bekend.<br />
Daar zijn bepaalde wetten <strong>voor</strong>,<br />
dat staat in 't reglement!<br />
En iedereen zei: Dank u wel,<br />
wat fijn om dat te weten!<br />
Toen gingen ze naar huis toe om<br />
een …………………………….. te eten.<br />
Maar Rineke Tineke Peuleschil<br />
is niet zo erg tevree.<br />
Ze vraagt nog altijd: Wáárom<br />
valt de maan niet naar benee?<br />
Als jullie het te weten komt,<br />
stuur dan een ……………………………..<br />
aan Rineke Tineke Peuleschil,<br />
bij ons in Amsterdam.
Bijlage zes ‘Rineke Tineke Peuleschil’: Woordspin<br />
73 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Welke woorden heb je gehoord<br />
in ‘Rineke Tineke Peuleschil’
Bijlage zeven ‘Rineke Tineke Peuleschil’: Rijmen maar!<br />
Wat rijmt op elkaar?<br />
Trek een lijn.<br />
Amsterdam hee<br />
gedacht telegram<br />
benee bracht<br />
wangen van<br />
eten directeur<br />
man opgehangen<br />
deur weten<br />
74 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100
Lied:<br />
<strong>De</strong> brug<br />
bij Breukelen<br />
Uit: Op visite bij de reus<br />
75 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
<strong>De</strong> brug bij Breukelen is kapot.<br />
Hij brak ineens in tweeën<br />
en niemand weet hoe 't verder mot.<br />
't Is net een week gelejen.<br />
Er waren ook véél te veel mensen op:<br />
de boer met z'n karretje hop hop hop,<br />
een stuk of wat fietsen, een stuk of wat brommers,<br />
een man met tomaten, een man met komkommers,<br />
de visboer met haring en schelvis en schar<br />
en de ijscoman. Met z'n ijscokar.<br />
En 't stokoude mannetje van de negosie<br />
met veters en lintjes en zeep in een doossie,<br />
en een kalf en een stier en het lammetje mek<br />
en een kat en een os met een touw om z’n nek<br />
en een geit en een schaap en een kip en een rund<br />
en dat had dan allemaal nog wel gekund …<br />
want lieveling, dit was een íjzeren brug,<br />
maar sakkerdejen! Daar kwam ook nog een mug!<br />
Die brug was tot nu toe nog helemaal heel,<br />
maar nou met die mug was het net iets te veel.<br />
En zo kwam het dan dat van krikkerdekrak<br />
de ijzeren brug in twee helften brak.<br />
En is iedereen in het water gevallen?<br />
Jazeker, jazeker! Van plons met z'n allen!<br />
En zijn al die mensen dan toch nog gered?<br />
Jazeker, jazeker. Nog net, nog net!<br />
En ook al de dieren. Behalve de mug.<br />
Die zagen ze helemaal nooit meer terug.<br />
<strong>De</strong> brug bij Breukelen is kapot.<br />
Hij brak ineens in tweeën<br />
en niemand weet hoe 't verder mot.<br />
Wie heeft er nog ideeën?
Lessuggesties<br />
(door Tania Polak)<br />
Gealfabetiseerde en<br />
niet-Gealfabetiseerde<br />
nt2-Cursisten, riChtGraad 1.1.<br />
76 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
doelstellingen<br />
materiaal<br />
lesduur<br />
lesverloop<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen hun mening geven.<br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen informatie vragen en geven in een gesprek.<br />
Luisteren:<br />
de cursisten kunnen gegevens selecteren uit een beleving.<br />
Luisteren/lezen:<br />
de cursisten kunnen alle gegevens begrijpen in een enkelvoudige<br />
instructie.<br />
Schrijven:<br />
de cursisten kunnen uit mondelinge en schriftelijke informatie<br />
eenvoudige, concrete gegevens selecteren.<br />
het liedje (bv. op de cd <strong>De</strong> lapjeskat van VOF <strong>De</strong> Kunst)<br />
de werkbladen (zie bijlage)<br />
kaartjes met woorden die twee aan twee rijmen (de woordkeuze<br />
hangt af van het niveau van je cursisten, zie verder)<br />
prenten of foto’s ter ondersteuning van moeilijke woorden<br />
(bv. de verschillende dieren)<br />
Color Cards: outdoor sounds (dierengeluiden)<br />
een prent van Breukelen<br />
een kruiswoordraadsel met de aangeleerde woorden (makkelijk<br />
te maken op http://puzzlemaker.discoveryeducation.com/<br />
CrissCrossSetupForm.asp)<br />
eventueel: oefeningen uit het boek Curriculum schoolrijpheid,<br />
deel2a: Auditieve training (Tini In den Kleef, ’s-Hertogenbosch:<br />
Malmberg,1983).<br />
Afhankelijk van het aantal oefeningen dat je op basis van het<br />
niveau van je cursisten kiest.<br />
1. het lied<br />
Laat het liedje een aantal keer horen.<br />
Vraag de cursisten telkens:<br />
Wat heb je gehoord?<br />
Welke woorden herkende je? (Schrijf die woorden op het bord)<br />
Wie hoort er nog andere woorden? Wat betekenen ze?<br />
Hoeveel dieren komen er in dit liedje <strong>voor</strong>?<br />
(Laat de cursisten gokken en schrijf het aantal op bord achter<br />
hun namen. Speel dan het lied strofe per strofe af en tel de dieren:<br />
wie zit er het dichtste bij?)
77 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Waarover gaat het liedje?<br />
Uit welk land komt dit liedje? Waarom denk je dat?<br />
Waar ligt Breukelen, denk je? (toon de afbeelding)<br />
<strong>De</strong>el de woordkaartjes uit (bijlage één: kaartjes met woorden).<br />
<strong>De</strong> cursisten lezen hun woord en lichten het toe.<br />
Dan laat je het liedje horen.<br />
<strong>De</strong> cursisten steken hun kaartje in de lucht wanneer ze hun woord<br />
horen.<br />
2. Prent zoekt strofe<br />
<strong>De</strong>el de strookjes met afbeeldingen uit (bijlage twee).<br />
<strong>De</strong> cursisten bespreken hun afbeelding.<br />
Print de afbeeldingen eventueel uit op groter formaat<br />
zodat je ze nadien klassikaal nog eens kan overlopen.<br />
Vervolgens krijgt elke cursist een strookje met een strofe<br />
erop (bijlage drie).<br />
<strong>De</strong> cursisten lezen hun strofe en lichten deze toe.<br />
Laat het liedje nog eens horen.<br />
<strong>De</strong> cursisten houden hun strofe omhoog wanneer<br />
deze gezongen wordt.<br />
Tot slot stimuleer je in een praatronde de fantasie van de cursisten:<br />
wie heeft een idee (zie laatste zin)?<br />
3. woordspin<br />
Laat de cursisten een woordspin maken (bijlage vier).<br />
Welke dieren kennen ze nog uit de les?<br />
<strong>De</strong>ze dieren schrijven ze op.<br />
Maak de cursisten duidelijk dat fouten schrijven geen probleem is<br />
<strong>voor</strong> deze oefening.<br />
Spontaan opschrijven en proberen is het belangrijkst.<br />
Natuurlijk moet je het dier wel nog kunnen herkennen.<br />
Heeft iedereen een woordspin, dan lezen de cursisten om beurten<br />
een dier <strong>voor</strong>.<br />
Schrijf deze dieren op het bord.<br />
Hebben verschillende cursisten eenzelfde dier, dan zet je achter dit<br />
woord streepjes.<br />
Welke dieren zijn door de meeste cursisten gevonden?<br />
Wie vond een bijzonder dier dat niemand anders heeft?<br />
Wat zijn de moeilijkste woorden? Waarom?<br />
4. Gatentekst<br />
<strong>De</strong> cursisten vullen de ontbrekende woorden in (zie bijlage vijf)<br />
Is iedereen klaar, dan laat je het liedje een laatste keer ter controle<br />
horen.<br />
Wie wil, zingt mee.<br />
Zorg er in elk geval <strong>voor</strong> dat de cursisten de tekst mee volgen.<br />
Aanvullend kan je het kruiswoordraadsel uitdelen (zie materiaal).
78 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
5. uitbreiding: rijmen maar!<br />
Woordkaartjes:<br />
Heb je nog wat tijd over, dan maak je woordkaartjes met<br />
rijmwoorden.<br />
Gebruik woorden die de cursisten al kennen (bv. man/pan, doos/<br />
boos, lief/dief, bang/lang, tien/zien, peer/beer, maan/laan, muur/<br />
duur, zak/tak, sok/mot, brug/mug/terug, brommer/komkommer,<br />
klein/fijn (<strong>voor</strong> sterkere cursisten), enz.).<br />
Hang de helft van de kaartjes op het bord en laat cursisten één<br />
<strong>voor</strong> één (of klassikaal) het woordkaartje zoeken dat bij elk woord<br />
hoort.<br />
Bespreek waarom de woorden bij elkaar horen.<br />
Vestig ook de aandacht op de eindklanken (omcirkel ze of zet ze in<br />
een andere kleur):<br />
Welke letter hoor je achteraan?<br />
Is dit een lange of een korte klank, een ui of een eu,<br />
een i of een e, enz.?<br />
Waarom rijmt ij op ei? (auditieve discriminatie)<br />
Meer oefeningen vind je in het handboek van Tini In den Kleef<br />
(zie materiaal).<br />
Met deze kaartjes kan je ook nog een andere oefening doen.<br />
Elke cursist krijgt een kaartje dat met het woord naar beneden op<br />
de tafel ligt.<br />
Na het startschot zoeken de cursisten zo snel mogelijk hun partner.<br />
Wie is eerst?<br />
Tip: bij een oneven aantal cursisten zoek je een extra rijmwoord<br />
(bv. man/pan/kan). Stuur de koppelvorming: maak evenwaardige<br />
koppels of zet net een zwakkere cursist bij een sterkere.<br />
Uitbreiding één: Wanneer twee cursisten elkaar vinden, moeten ze<br />
nog een opdracht uitvoeren, bv.<br />
de woorden samen als eerste op een blad papier overschrijven met<br />
stift.<br />
Leg op <strong>voor</strong>hand een aantal bladen en stiften klaar.<br />
Opgelet: nu mogen geen fouten in de woorden staan. Het<br />
eerste koppel dat de twee juiste rijmwoorden correct heeft<br />
overgeschreven, is gewonnen.<br />
Uitbreiding twee: Wanneer twee cursisten elkaar vinden, halen<br />
ze bij de docent een instructieblad waarop één of twee duidelijk<br />
geformuleerde opdrachten staan (bv. neem een stift, schrijf de<br />
woorden op het papier, hang het papier aan het bord, enz.).<br />
<strong>De</strong> cursisten voeren de opdrachten correct uit.<br />
Werkblad:<br />
<strong>De</strong>el het werkblad uit waarop de cursisten rijmwoorden moeten<br />
zoeken en verbinden (bijlage zes).
79 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
>>><br />
In een kring:<br />
Of je schrijft een aantal woorden op het bord.<br />
<strong>De</strong> cursisten moeten nu zelf rijmwoorden zoeken.<br />
Neem een bal en ga in een kring zitten.<br />
<strong>De</strong> cursist die de bal heeft, kiest een woord op het bord.<br />
Dan gooit hij/zij de bal naar een medecursist,<br />
die een rijmwoord zoekt.<br />
Rijmt het woord, dan mag deze cursist een nieuw woord<br />
kiezen en de bal naar een volgende cursist gooien.<br />
Klasgedicht:<br />
Schrijf een eenvoudige zin op het bord.<br />
<strong>De</strong> cursisten maken een zin die hierop rijmt.<br />
Schrijf dan een nieuwe zin, waarop de cursisten weer rijmen.<br />
Zo krijg je een klassikaal versje.<br />
Maak bv. over elke cursist een versje van twee strofen.<br />
Begin met: ‘Ali heeft een mooie bril’.<br />
Eerst zoeken de cursisten een woord dat rijmt op bril.<br />
Schrijf de verschillende suggesties op het bord (help,<br />
wijs of beeld uit).<br />
Je kan dit ook <strong>voor</strong>bereiden door <strong>voor</strong> elke cursist een beginzin te<br />
bedenken en (met behulp van een rijmwoordenboek)<br />
rijmwoorden te verzamelen.<br />
Zo kunnen de cursisten uit deze lijst het beste woord kiezen,<br />
wanneer ze zelf geen ideeën hebben.<br />
Met dit woord schrijven ze een nieuwe zin, die bij<br />
de vorige past.Doe dit klassikaal: zo kan je bespreken<br />
of het een goede zin is of niet.<br />
Schrijf de definitieve zin op het bord<br />
(bv. Ali heeft een mooie bril/ hij is altijd braaf en stil).<br />
Doe dit <strong>voor</strong> elke cursist.<br />
Typ het klasgedicht tegen een volgende les uit.<br />
Laat het <strong>voor</strong>lezen en hang het op.<br />
Poëzie maken (sterkere groepen):<br />
Eerst verkennen de cursisten hun fantasie aan de hand van<br />
beeldmateriaal (bij<strong>voor</strong>beeld foto’s uit tijdschriften),<br />
geluiden, geuren en <strong>voor</strong>werpen.<br />
Alle associaties zijn goed.<br />
Begin met gewone woorden en stel telkens bijvragen.<br />
Zo worden de cursisten verplicht om steeds nieuwe<br />
woorden of omschrijvingen te zoeken.<br />
Nadien worden deze al dan niet met hulp van de docent in<br />
eenvoudige zinnen gegoten.<br />
Bekijk samen met de cursisten welke associaties of<br />
welke zinnen het mooist zijn.<br />
Giet deze dan in een bijzondere, poëtische volgorde.<br />
Uiteraard krijgen de cursisten het laatste woord.<br />
Door samen poëzie te maken ondervinden de cursisten hoe<br />
Nederlands niet enkel de taal is van het land waarin ze wonen,<br />
maar ook de taal kan zijn van het hart.<br />
Typ de gedichten uit en maak er een mooi boekje van.
80 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Technisch luisteren:<br />
Aan de hand van het werkblad (zie bijlage zeven)<br />
oefen je op de letter b.<br />
<strong>De</strong> cursisten moeten het verschil horen tussen b en v.<br />
Dit kan je eventueel inleiden met oefeningen uit het handboek van<br />
Tini In den Kleef (zie materiaal).
Bijlage één ‘<strong>De</strong> brug bij Breukelen’: Woordkaartjes<br />
brug<br />
brommers<br />
haring<br />
ijscoman<br />
veter<br />
geit<br />
81 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
karretje<br />
komkommers<br />
helften<br />
touw<br />
gered<br />
mug<br />
fietsers dieren
Bijlage twee ‘<strong>De</strong> brug bij Breukelen’:Stroken met prenten en zinnen<br />
82 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100
83 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100
84 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100
85 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
O jee, o jee, o jee.<br />
<strong>De</strong> brug bij Breukelen is kapot,<br />
hij brak ineens in tweeën.<br />
<strong>De</strong> boer met z'n karretje, hop, hop, hop.<br />
Een stuk of wat fietsers, een stuk of wat brommers<br />
een man met tomaten, een man met komkommers.<br />
<strong>De</strong> visboer met haring, schelvis en schar.<br />
En 't stokoude mannetje van de negosie, met veters en lintjes en zeep in een doossie.<br />
En de ijscoman, met z'n ijscokar.<br />
Een kalf en een stier, een lammetje mek.<br />
Een kat en een os met een touw om z'n nek.
86 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Een geit en een schaap en een kip en een rund.<br />
Die brug was tot nu toe nog helemaal heel,<br />
maar nou met die mug was het net iets te veel.<br />
En is iedereen in het water gevallen?<br />
Jazeker, jazeker, van plons met z'n allen!<br />
En ook alle dieren, behalve de mug,<br />
die zagen ze helemaal nooit meer terug.<br />
Wie heeft er nog ideeën?
Bijlage drie ‘<strong>De</strong> brug bij Breukelen’: stroken met strofen<br />
87 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
O jee, o jee, o jee.<br />
<strong>De</strong> brug bij Breukelen is kapot,<br />
hij brak ineens in tweeën.<br />
En niemand weet hoe 't verder moet.<br />
't Is net een week geleden.<br />
Er waren ook veel te veel mensen op:<br />
<strong>De</strong> boer met z'n karretje, hop, hop, hop.<br />
<strong>De</strong> boer met z'n karretje, hop, hop, hop.<br />
Een stuk of wat fietsers, een stuk of wat brommers<br />
een man met tomaten, een man met komkommers<br />
<strong>De</strong> visboer met haring, schelvis en schar.<br />
En de ijscoman, met z'n ijscokar.<br />
O jee, o jee.<br />
En 't stokoude mannetje van de negosie,<br />
met veters en lintjes en zeep in een doossie.<br />
Een kalf en een stier, een lammetje mek.<br />
Een kat en een os met een touw om z'n nek<br />
Een geit en een schaap en een kip en een rund,<br />
en dat had dan allemaal nog wel gekund.<br />
Want lieveling, dit was een ijzeren brug.<br />
Maar sakkerdejen, daar kwam ook nog een mug.<br />
O jee, o jee, o jee, o jee.
88 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Die brug was tot nu toe nog helemaal heel,<br />
maar nou met die mug was het net iets te veel.<br />
En zo kwam het dan dat van krikkerdekrak<br />
de ijzeren brug in twee helften brak.<br />
En is iedereen in het water gevallen?<br />
Jazeker, jazeker, van plons met z'n allen!<br />
O jee, o jee.<br />
En zijn al die mensen dan toch nog gered?<br />
Jazeker, jazeker. Nog net, nog net.<br />
En ook alle dieren, behalve de mug,<br />
die zagen ze helemaal nooit meer terug.<br />
Nee nee, o jee.<br />
<strong>De</strong> brug bij Breukelen is kapot. O jee.<br />
Hij brak ineens in tweeën. Sjonge jonge.<br />
En niemand weet hoe 't verder mot.<br />
Wie heeft er nog ideeën?
Bijlage vier ‘<strong>De</strong> brug bij Breukelen’: Woordspin<br />
89 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Welke dieren ken je?
Bijlage vijf ‘<strong>De</strong> brug bij Breukelen’: Gatentekst<br />
Vul de woorden in.<br />
Kies uit: brug, touw, boer, dieren, komkommers, kalf, week, ijzeren, water, kip, mug, kapot, water.<br />
90 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
O jee, o jee, o jee.<br />
<strong>De</strong> ………………. bij Breukelen is kapot,<br />
hij brak ineens in tweeën.<br />
En niemand weet hoe 't verder moet.<br />
't Is net een …………………. geleden.<br />
Er waren ook veel te veel mensen op:<br />
<strong>De</strong> boer met z'n karretje, hop, hop, hop.<br />
<strong>De</strong> ……………………… met z'n karretje, hop, hop, hop.<br />
Een stuk of wat fietsers, een stuk of wat brommers<br />
een man met tomaten, een man met ……………………………...<br />
<strong>De</strong> visboer met haring, schelvis en schar.<br />
En de ijscoman, met z'n ijscokar.<br />
O jee, o jee.<br />
En 't stokoude mannetje van de negosie,<br />
met veters en lintjes en zeep in een doossie.<br />
Een ……………….. en een stier, een lammetje mek.<br />
Een kat en een os met een ………………….. om z'n nek.<br />
Een geit en een schaap en een …………………. en een rund,<br />
en dat had dan allemaal nog wel gekund.<br />
Want lieveling, dit was een …………………….. brug.<br />
Maar sakkerdejen, daar kwam ook nog een mug.<br />
O jee, o jee, o jee, o jee.<br />
Die brug was tot nu toe nog helemaal heel,<br />
maar nou met die ………………………… was het net iets te veel.<br />
En zo kwam het dan dat van krikkerdekrak<br />
de ijzeren brug in twee helften brak.<br />
En is iedereen in het …………………. gevallen?<br />
Jazeker, jazeker, van plons met z'n allen!<br />
O jee, o jee.<br />
En zijn al die mensen dan toch nog gered?<br />
Jazeker, jazeker. Nog net, nog net.<br />
En ook alle …………………., behalve de mug,<br />
die zagen ze helemaal nooit meer terug.<br />
Nee nee, o jee.<br />
<strong>De</strong> brug bij Breukelen is …………………….. O jee.<br />
Hij brak ineens in tweeën. Sjonge jonge.<br />
En niemand weet hoe 't verder mot.<br />
Wie heeft er nog ideeën?
Bijlage zes ‘<strong>De</strong> brug bij Breukelen’: rijmen maar!<br />
Wat rijmt op elkaar?<br />
Trek een lijn.<br />
kapot<br />
mug<br />
gekund<br />
brommer<br />
gevallen<br />
brak<br />
mek<br />
91 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
komkommer<br />
mot<br />
allen<br />
krak<br />
brug<br />
nek<br />
rund
Bijlage zeven ‘<strong>De</strong> brug bij Breukelen’: B of V?<br />
Knip de prenten uit.<br />
Plak ze onder de juiste letter.<br />
92 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100
93 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100
Boek:<br />
Pluk van de Petteflet<br />
94 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
over het boek:<br />
Pluk, die op het zolderkamertje van de Petteflet woont,<br />
is de held en de redder wanneer de andere flatbewoners en zijn<br />
vrienden, de dieren, in nood verkeren.
Lessuggesties<br />
(door Ria Van Adrichem)<br />
Gealfabetiseerde en<br />
niet-Gealfabetiseerde<br />
nt2-Cursisten, riChtGraad 1.1.<br />
d<br />
95 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
doelstellingen<br />
materiaal<br />
lesduur<br />
lesverloop<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen informatie geven door te reageren<br />
op herkenbare vragen.<br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen een beleving formuleren.<br />
Luisteren/lezen:<br />
de cursisten kunnen het globale onderwerp bepalen en<br />
de gedachtegang volgen in een verhalende tekst.<br />
het boek of de film<br />
kopieën van de <strong>voor</strong>kant van het boek<br />
werkbladen dierennamen (zie verder)<br />
papier om op te schrijven<br />
kleurpotloden of viltstiften<br />
<strong>De</strong>ze les is opgebouwd als een lees- en schrijfles<br />
en duurt ongeveer een uur. Daarna volgen nog enkele suggesties<br />
die men afhankelijk van de beschikbare tijd, het niveau van de<br />
cursisten en/of eigen <strong>voor</strong>keur ook nog kan doen.<br />
1. Klasgesprek<br />
Vertel kort wat je deze les gaat doen: op basis van het kinderboek<br />
Pluk van de Petteflet luisteren, schrijven en lezen.<br />
Hou dan een gesprekje over lezen:<br />
Wanneer lees je?<br />
Wat lees je?<br />
Waarom lees je?<br />
Is je leesgedrag veranderd in de loop der jaren?<br />
Mag je lezen?<br />
Waar lees je graag?<br />
Wat zou je graag willen kunnen lezen?<br />
enz.
96 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
2. de <strong>voor</strong>kant<br />
Laat het boek zien.<br />
<strong>De</strong>el de kopieën uit zodat iedereen de <strong>voor</strong>kant goed kan bekijken.<br />
Vraag aan de groep:<br />
Wat <strong>voor</strong> soort boek is dit? (<strong>voor</strong> kinderen of volwassenen, om uit<br />
te leren of <strong>voor</strong> je plezier?) Waarom denk je dat?<br />
Wat zie je op de <strong>voor</strong>kant? (namen, een tekening, letters in<br />
verschillende kleuren)<br />
Wat is de titel van het boek?<br />
Bespreek de titel. Pluk van de Petteflet, wat zou dat betekenen?<br />
3. hoofdstuk één<br />
Lees het eerste hoofdstuk <strong>voor</strong>.<br />
Bespreek het:<br />
Waar ging dit stuk over?<br />
Wat gebeurde er?<br />
Laat de cursisten het hoofdstuk op basis van de vijf w-vragen<br />
met elkaar mondeling samenvatten tot een aantal korte zinnen.<br />
Als de zin goed is, herhaal je hem samen tot iedereen hem luidop<br />
kan uitspreken.<br />
Vervolgens analyseer je per zin de tekst, doordat de docent<br />
de zin uitspreekt en <strong>voor</strong> ieder woord een streep op het bord zet.<br />
Veeg de strepen weg.<br />
Spreek de zin nogmaals uit.<br />
Nu zetten de cursisten strepen <strong>voor</strong> het aantal woorden<br />
dat ze horen.<br />
Afhankelijk van de lengte van de woorden kunnen<br />
ze korte of lange(re) strepen zetten.<br />
Daarna schrijft de docent de zin op het bord.<br />
Enkele cursisten lezen de zin hardop tot ze deze<br />
uit het hoofd kennen.<br />
Veeg de zin weg.<br />
<strong>De</strong> cursisten schrijven de zin op.<br />
Herhaal dit <strong>voor</strong> de volgende zinnen, tot het hele verhaal er staat.<br />
Laat de cursisten de tekst lezen, terwijl je de uitspraak van de<br />
woorden eventueel corrigeert.<br />
4. de krullevaar<br />
<strong>De</strong> krullevaar is een fantasiedier.<br />
Lees een stukje <strong>voor</strong> over dit bijzondere dier, bv. pagina 141 (vanaf<br />
‘Toen Pluk aanbelde’ tot ‘O, dat is een krullevaar’).<br />
Geef een aantal goed-fout-stellingen naar aanleiding van deze<br />
beschrijving:<br />
Hij is klein.<br />
Hij zit in een kooi.<br />
Hij kan vliegen.<br />
Hij heeft veren.<br />
Hij is kaal.<br />
Hij komt uit een ei.
97 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
Lees het fragment nog eens <strong>voor</strong>.<br />
Vraag of iedereen aan de hand van de beschrijving<br />
een tekeningetje wil maken.<br />
Laat de tekeningen aan elkaar zien.<br />
Daarna toon je pagina 146 en lees je eventueel nog een stukje <strong>voor</strong>.<br />
5. nabespreking<br />
Evalueer het boek met de cursisten:<br />
Spreekt dit boek je aan?<br />
Lijkt het een leuk boek <strong>voor</strong> de kinderen?<br />
Zou je de film die van dit boek gemaakt is met je kinderen willen<br />
bekijken?<br />
Vertel dat de cursisten de film bij de bibliotheek kunnen lenen.<br />
6. uitbreiding<br />
Dierennamen:<br />
Maak werkbladen rond de dierennamen.<br />
Zet een aantal prenten van dieren die in het boek<br />
<strong>voor</strong>komen op een A4-blad met schrijflijnen ernaast<br />
(bv. eekhoorn – kakkerlak – duif – paard – meeuw – kat – muis<br />
– konijn – egel – bijen – wolf – krullevaar – reiger).<br />
Maak een tweede blad met de dierennamen erop.<br />
Afhankelijk van het niveau van de groep kan je eerst<br />
mondeling de dieren overlopen.<br />
Daarna schrijven de cursisten de dierennamen van<br />
het tekstblad over naast de passende prent.<br />
Of je zet de prenten en woorden op losse kaartjes.<br />
<strong>De</strong> cursisten zoeken dan de passende prenten en woorden<br />
bij elkaar.<br />
Dit kan je ook als memoryspel spelen.<br />
Wonen (woordenschat):<br />
Brainstorm eerst met je cursisten. Pluk woont in een flat:<br />
Wat is dat? (toon de achterkant van het boek)<br />
Welke soort huizen ken je nog?<br />
Welke kamers zijn er in de meeste huizen?<br />
Welke <strong>voor</strong>werpen kom je tegen in de keuken?<br />
Laat de cursisten samenstellingen maken van losse woorden.<br />
Bij<strong>voor</strong>beeld rond het woord pan (koekenpan, steelpan,<br />
snelkookpan, melkpan, braadpan), kamer (slaapkamer,<br />
woonkamer, <strong>voor</strong>kamer, achterkamer, werkkamer, waskamer), enz.<br />
Als het niveau van de groep dat toelaat, bedenken de cursisten<br />
eerst zelf woorden en schrijven ze deze op.<br />
Hierna bespreken ze hun vondsten met elkaar.
Gedicht:<br />
<strong>De</strong> geit van dokter Sanders<br />
Uit: <strong>De</strong> lapjeskat<br />
98 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
<strong>De</strong> geit van dokter Sanders<br />
is anders, is anders,<br />
is anders van model<br />
dan de geit van dokter Snel,<br />
dan de geit van dokter Snel,<br />
dan de geit van dokter Snellebellebel.<br />
En dokter Sanders zit <strong>voor</strong> ’t raam<br />
en vindt het zeer onaangenaam<br />
en zucht, en kijkt de hele tijd<br />
naar dokter Snellebel z’n geit,<br />
metr veel verdriet en droefenis,<br />
omdat zijn geit zo anders is,<br />
en alle mensen staan <strong>voor</strong> ’t hek<br />
en roepen: Kijk nou toch wat gek:<br />
de geit van dokter Sanders<br />
is anders, is anders,<br />
heel anders van model<br />
dan de geit van dokter Snel,<br />
dan de geit van dokter Snel,<br />
dan de geit van dokter Snellebellebel.<br />
En dokter Snel aan d’overkant<br />
heeft ook het land, heel erg het land.<br />
Hij knarsetandt en wrokt en huilt:<br />
<strong>De</strong> geiten moeten maar geruild.<br />
Meteen! zegt dokter Snellebel.<br />
En dokter Sanders zegt: Jawel.<br />
Toen hebben zij het vlug bedisseld<br />
en beide geiten omgewisseld.<br />
Maar veel geholpen heeft het niet,<br />
het is nu nog hetzelfde lied<br />
en alle mensen staan <strong>voor</strong> ’t hek<br />
en roepen: Kijk nou toch hoe gek:<br />
de geit van dokter Sanders<br />
is anders, is anders,<br />
heel anders van model<br />
dan de geit van dokter Snel,<br />
dan de geit van dokter Snel,<br />
dan de geit van dokter Snellebellebel.
Lessuggesties<br />
(door Ria Van Adrichem)<br />
niet-Gealfabetiseerde<br />
nt2-Cursisten, riChtGraad 1.1.<br />
99 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
doelstellingen<br />
materiaal<br />
lesduur<br />
lesverloop<br />
>>><br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen een beleving formuleren.<br />
Spreken:<br />
de cursisten kunnen een gevoel verwoorden.<br />
Spreken/schrijven:<br />
de cursisten kunnen zelf rijmwoorden verzinnen.<br />
Spreken/schrijven:<br />
de cursisten kunnen de vergotende trap gebruiken.<br />
Luisteren/lezen:<br />
de cursisten kunnen het globale onderwerp bepalen en de<br />
gedachtegang volgen in een filmpje en gedicht.<br />
Luisteren/lezen:<br />
de cursisten kunnen tegenstellingen herkennen.<br />
het boek Ziezo<br />
de dvd bij het boek en een dvd-speler<br />
kopieën van het gedicht<br />
een puzzel met tegenstellingen (zie bijlage)<br />
losse zinnen op een blad papier (zie bijlage)<br />
<strong>De</strong>ze les duurt ongeveer een uur en is opgebouwd<br />
rond één filmpje en het bijbehorende gedicht<br />
‘<strong>De</strong> geit van dokter Sanders’ (filmpje 3, p.157).<br />
Als er voldoende tijd is, kan na dit gedicht nog een ander gedicht<br />
op dezelfde manier besproken worden (bv. ‘<strong>De</strong> oude dame’<br />
(filmpje 9, p.185) over allerlei dingen waar men last van kan<br />
hebben, ‘Prinses Rosalinde’ (filmpje 12, p.110) over <strong>voor</strong>oordelen<br />
en standsverschillen, of een gedicht naar keuze).<br />
1. Gesprekje over gedichten en liedjes<br />
Vertel kort wat je deze les gaat doen: op basis van een gedicht<br />
uit Ziezo en het bijbehorende filmpje kijken, luisteren, schrijven<br />
en (<strong>voor</strong>)lezen.<br />
Haal dan met je cursisten herinneringen op aan situaties waarin<br />
gezongen werd of gedichten werden <strong>voor</strong>gelezen (bv. Sinterklaas,<br />
verjaardagen en andere feesten).<br />
Analyseer de verschillen naargelang de verschillende<br />
nationaliteiten in de groep.<br />
Schrijf de situaties op het bord.
100 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
>>><br />
Ga dan dieper in op het gevoel dat cursisten bij liedjes en<br />
gedichten hebben:<br />
Wat gebeurt er met je als je zingt? Kun je dan boos blijven?<br />
Kun je zingen als je boos bent?<br />
Wat gebeurt er met je als je verdrietig bent en je zingt een gevoelig<br />
liedje? Ga je dan huilen?<br />
Kun je tranen in je ogen krijgen van ontroering?<br />
Durft iemand een liedje (uit zijn/haar jeugd) te zingen?<br />
2. het gedicht: filmpje<br />
Kijk samen naar het filmpje.<br />
Waarover gaat het?<br />
Weet iemand een spreekwoord dat bij het gedicht past?<br />
(van ruilen komt huilen, het gras bij de buren is altijd groener)<br />
Wat betekent dit? (wees tevreden met wat je hebt)<br />
Laat de cursisten hierna nog eens gericht kijken en luisteren naar<br />
het filmpje.<br />
Ze letten specifiek op herkenbare woorden.<br />
Eventueel schrijven ze deze woorden ook op.<br />
Inventariseer de gehoorde woorden na het filmpje.<br />
Welke woorden hebben de cursisten gehoord?<br />
Schrijf de woorden aan het bord.<br />
Controleer eventueel of elke cursist ook de woorden van anderen<br />
herkent.<br />
3. anders?<br />
Waarin zijn de geiten anders?<br />
Som de verschillen op.<br />
Bespreek op basis hiervan de vergrotende trap en de<br />
woordvorming daarrond.<br />
Oefen ook met eigenschappen van je cursisten. Ook dingen die in<br />
de klas of op tafel liggen of te zien zijn kun je erbij betrekken.<br />
Eventueel kan je ook ingaan op de spelling: verenkeling<br />
(groot – groter), verdubbeling (dik – dikker),<br />
s wordt z (vies- viezer), f wordt v (lief – liever).<br />
4. tegenstellingen<br />
<strong>De</strong> verschillen kun je ook bespreken aan de hand van<br />
tegenstellingen.<br />
<strong>De</strong> ene geit is dun, de andere is dik, enz.<br />
Noem woorden en bedenk samen de tegenstelling: nieuw – oud<br />
(maar ook jong – oud, bespreek het verschil), groot – klein, breed<br />
– smal enz.<br />
<strong>De</strong>el het werkblad met de puzzel uit (bijlage één).<br />
5. het gedicht: tekst<br />
<strong>De</strong>el het gedicht uit en lees het zelf <strong>voor</strong>.<br />
Bespreek de rijmvorm: hoe rijmen de woorden op elkaar?<br />
Horen de cursisten ook geit op tijd rijmt, ook al schrijf je het<br />
woord anders?
101 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Vervolgens noem je woorden.<br />
<strong>De</strong> cursisten bedenken rijmwoorden.<br />
Hier kan je ook woorden met ei vs. ij nemen en kijken met welke<br />
ei/ij je het rijmwoord schrijft.<br />
Oefen dit verder in met de puzzels (bijlage twee en drie).<br />
Geef elke cursist een zin (zie bijlage vier)<br />
<strong>De</strong> cursisten bedenken nu zelf een tweede zin. Dit kan je ook<br />
samen doen.<br />
Daarna lezen de cursisten <strong>voor</strong> wat ze bedacht hebben.<br />
Tot slot schrijven de cursisten zelf een gedichtje.<br />
Afhankelijk van de groep doen ze dit individueel of in groep.<br />
Verzin een onderwerp waarover je wil schrijven en bedenk samen<br />
de regels.<br />
Als dit te moeilijk is, kun je ook een kort gedichtje nemen en de<br />
rijmwoorden weglaten.<br />
<strong>De</strong> cursisten vullen dan een passend woord in (<strong>voor</strong>beeld: zie<br />
bijlage vijf).<br />
6. nabespreking<br />
Wat vond je van het gedicht en het filmpje?<br />
Hoe vond je het om zelf een gedicht te schrijven?<br />
Zou je het leuk vinden om met je kinderen ook de andere filmpjes<br />
te bekijken?<br />
Vertel dat de cursisten het boek en de filmpjes bij de bibliotheek<br />
kunnen lenen.
Bijlage één ‘<strong>De</strong> geit van dokter Sanders’:<br />
Puzzel tegenstellingen (Uit: Puzzel mee!5, <strong>De</strong> Stiep Educatief)<br />
102 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100
Bijlage twee ‘<strong>De</strong> geit van dokter Sanders’:<br />
Puzzel rijmwoorden (Uit: Puzzel mee!5, <strong>De</strong> Stiep Educatief)<br />
103 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100
Bijlage drie ‘<strong>De</strong> geit van dokter Sanders’:<br />
Puzzel ei of ij? (Uit: Puzzel mee!5, <strong>De</strong> Stiep Educatief)<br />
104 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100
Bijlage vier ‘<strong>De</strong> geit van dokter Sanders’:<br />
Beginzinnen om op te rijmen (uit: Ziezo)<br />
105 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
Daar komt kleine Pieter aan (p.25) ...<br />
Er was er eens een brievenbus die op een pleintje stond (p.30) ...<br />
Een houtwurm zat op een keukenstoel (p.60) …<br />
Vanmorgen over de Maliebaan (p.65) …<br />
<strong>De</strong> tandarts L.J. Langejaap (p.66) …<br />
Dat mannetje dat je hier zo ziet (p.91) …<br />
Als juffrouw Koekepan verjaart (p.144) …<br />
Er woonde in de Peel een vrouw (p.176) …<br />
Mijn nicht in Maastricht (p.212) …<br />
Kom nou eens kijken, riep de haan, (p.239) …<br />
Als de boer en de boerin de stad in gaan (p.247) …<br />
Er is een varkentje in Vught (p.264) …
Bijlage vijf ‘<strong>De</strong> geit van dokter Sanders’:<br />
Gatentekst ‘Het mannetje Redderop’<br />
106 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100<br />
Het mannetje Redderop<br />
Uit: Ziezo (p.45)<br />
Boven op de bergen …<br />
Woont het mannetje …<br />
Wat doet het mannetje Redderop …<br />
Hij wast zijn handen en kamt zijn …<br />
Hij harkt zijn tuintje van ras-ris -…<br />
Hij melkt zijn koetje en maait zijn …<br />
En als dat allemaal is …<br />
Begint hij weer van voren af …<br />
O, o wat is dat …<br />
Nooit is mannetje Redderop …
Colofon<br />
Annie100 is een project van DE DAGEN.<br />
<strong>De</strong>ze koffers zijn een <strong>voor</strong>tzetting van het project Koffers vol woorden,<br />
Koffers vol muziek en het project rond muzisch alfabetiseren Vreemde Eend.<br />
Behalve Annie-koffers zijn er ook koffers rond liefde en slapen/dood en lessen <strong>voor</strong> <strong>NT2</strong> op www.vreemdeeend.be<br />
<strong>De</strong>ze koffer werd gevuld met boeken, muziek en films.<br />
Met dank aan uitgeverij Querido.<br />
In de lesmap vind je bijdragen van Helga Gehre, Kim Wagemans,<br />
Bie Valgaeren, Tania Polak, Jef Rombouts, Anneleen Hacke, Ria Carette,<br />
Frans Hoes, Ria Van Adrichem, Marit Trioen, Helena Schoeters,<br />
Silvie Moors, Adinda Taelman, Ems <strong>De</strong>preeuw en Eva <strong>De</strong> Vos.<br />
Eindredactie: Marit Trioen<br />
Vormgeving koffers: Sanne Michielsen i.s.m. Sarah Rombouts en het Letterkundig Museum <strong>De</strong>n Haag<br />
Vormgeving drukwerk: oeyenenwinters<br />
Coördinatie: Marit Trioen en Ems <strong>De</strong>preeuw<br />
Contact: ems@dedagen.be<br />
108 / lesmap <strong>NT2</strong> annie100