29.09.2013 Views

Notitie artiestenregeling ww - FNV Kiem

Notitie artiestenregeling ww - FNV Kiem

Notitie artiestenregeling ww - FNV Kiem

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

A R T I E S T E N R E G E L I N G W W<br />

De discussie over de Artiestenregeling is niet nieuw. Maar deze discussie is in 2004/2005 óók gevoerd, omdat<br />

de regering ook toen voornemens was de regeling af te schaffen in het kader van WALVIS ( wet administratieve<br />

lastenverlichting en versobering in de sociale zekerheid).. Na intensief onderzoek naar de redenen en<br />

achtergronden van de regeling (en dus naar de specifieke karakteristieken van de sector) kwamen zowel de<br />

Sociaal Economische Raad als de toenmalige Minister Donner tot het inzicht dat de uitzondering<br />

gerechtvaardigd was.<br />

> NIET omdat men vond dat musici en artiesten BETER AF moesten zijn, door sneller recht op een WWuitkering<br />

te hebben en recht op een hogere uitkering te krijgen,<br />

> MAAR omdat men tot de conclusie kwam dat de uitzondering noodzakelijk waren om musici en artiesten in<br />

een min of meer GELIJKWAARDIGE positie te brengen.<br />

MINISTER Asscher stelt over:<br />

- Gemiddeld verdiende loon<br />

Musici en artiesten kennen momenteel een hogere WW-uitkering dan andere mensen. De WW voor musici en<br />

artiesten, die werken op basis van losse optredens, is gelijk aan het voorheen gemiddeld verdiende loon, terwijl<br />

de WW-uitkering gebruikelijk 70 procent van het laatstverdiende loon is.<br />

MAAR:<br />

Uit: Regelingen-Voorzieningen. Min. J.P.H. Donner (2005):<br />

De dagloonberekening WW ten aanzien van ambulante artiesten<br />

De onverkorte toepassing van de hoofdregel zou voor de bepaling van het WW-dagloon van musici en andere<br />

artiesten die (vrijwel) uitsluitend afhankelijk zijn van losse optredens, tot verhoudingsgewijs lage uitkomsten<br />

leiden. Hun arbeidspatroon zorgt ervoor dat zij in het refertejaar over perioden tussen optredens slechts<br />

zelden aanspraak kunnen maken op een WW-uitkering. Artikel 2, tweede en derde lid, op grond waarvan in<br />

het refertejaar genoten uitkeringen worden meegeteld als loon, biedt deze groep artiesten en musici geen<br />

soelaas. Vooral in het kader van de WW doet zich dit gevoelen omdat deze personen veelal jaarlijks te maken<br />

hebben met een periode waarin geen of weinig werk voorhanden is. Voor deze groep is daarom -net als in de<br />

voorheen geldende dagloonregels IWS- een specifieke regeling opgenomen voor de bepaling van het WWdagloon.<br />

MINISTER Asscher stelt over:<br />

- Minder strenge wekeneis<br />

Een tweede uitzondering is dat musici en artiesten sneller dan andere groepen in aanmerking komen voor een<br />

WW- of WIA-uitkering. Voor hen geldt een minder strenge 'wekeneis'. Dat betekent dat kunstenaars in plaats<br />

van 26 uit 36 weken, slechts 16 uit 39 weken gewerkt hoeven te hebben om in aanmerking te komen voor een<br />

uitkering.<br />

MAAR:<br />

Uit: SER-advies 05/05, Toekomstbestendigheid Werkloosheidswet, 15 april 2005, p.64:<br />

De raad stelt vast dat in de kabinetsvoorstellen met betrekking tot de aanscherping van de wekeneis en de<br />

afschaffing van het besluit verlaagde wekeneis er uitsluitend een afzonderlijke WW-positie zou blijven voor<br />

musici en artiesten. Voor die groep geldt thans een uitzondering op de algemene wekeneis. Deze uitzondering<br />

is gebaseerd om de volgende reden.<br />

De omstandigheden waarin de beroepsgroep in de regel werkzaamheden verricht, leiden er veelal toe dat er<br />

sprake is van kortstondige dienstverbanden en perioden van te overbruggen non-activiteit.<br />

Hieronder ziet u een grafiek die gemaakt werd op basis van de gegevens van de twee grootste bureau’s die<br />

artiesten en musici met zeer onregelmatige dienstverbanden ( de doelgroep waarover wij spreken). Het laat<br />

het percentage artiesten zien dat in de huidige en toekomstige situatie recht op een WW-uitkering heeft/zou<br />

hebben:<br />

Slechts 4% (!) van de artiesten die zich via Artiestenverloning.nl laten verlonen komt in de huidige systematiek<br />

in aanmerking voor een WW-uitkering.<br />

Wanneer de aangepaste wekeneis uit Artiestenregeling wordt afgeschaft zal dat voor 3/4 van de artiesten<br />

betekenen dat ze geen recht meer op WW-uitkering hebben.<br />

Dan zal nog maar 1% (!) van de artiesten/musici recht hebben op een WW-uitkering.<br />

MUSICI, ACTEURS EN ARTIESTEN KOMEN NIET SNELLER IN AANMERKING VOOR EEN WW-UITKERING:


ER IS EEN LAGE DREMPEL OMDAT DEZE GROEP ANDERS NIET VOOR EEN WW-UITKERING IN AANMERKING<br />

KOMT, terwijl de sector wel een hoge (12,88%) WW-premies betaalt.<br />

Bron: artiestenverloning.nl; Grafiek periode 2007-2012, o.b.v. afgelopen 39 weken.<br />

REDENEN:<br />

Een grote productie (zoals Bostheater) is voor wat betreft de lengte van het dienstverband een uitzondering. Je<br />

speelt 85 voorstellingen in 24 weken (desalniettemin onvoldoende voor WW)<br />

In kleine zalen circuit is een contract voor een acteur max. 4 maanden (gemiddeld 3)<br />

Het spelen in 2 producties per jaar is bovengemiddeld.<br />

In de zomerperiode zijn de theaters/podia veelal gesloten<br />

Het stuk ‘Cloaca’ bv speelt 82 voorstellingen in 18 weken (10 okt.-10 febr.)<br />

Muzikanten spelen doorgaans op contracten ( dienstverbanden) voor de duur van één avond/optreden. Of<br />

tijdens de duur van een festival.<br />

Door de bezuinigen in de culturele sector, ingezet door de vorige regering, zijn vele podiumkunstenaars<br />

aangewezen op financiering van hun producties middels private sponsors. Deze productie zijn van zeer korte<br />

duur .<br />

MINISTER Asscher stelt:<br />

Geen ongelijkheid meer<br />

De uitzonderingen stammen uit het verleden vanuit de gedachte dat veel musici en artiesten niet continu werk<br />

hebben en op de toenmalige arbeidsmarkt, met vooral fulltime banen, nauwelijks in staat waren die 'gaten' op<br />

te vullen met ander werk. Tegenwoordig is de arbeidsmarkt flexibeler en is er meer uitzendwerk beschikbaar.<br />

Om überhaupt in aanmerking te komen voor de Artiestenregeling geldt de voorwaarde dat je als<br />

musicus/artiest voor tenminste 90% werkzaamheden te hebben verricht als musicus/artiest.<br />

Bekend moge verondersteld worden dat het podiumseizoen loopt vanaf de Uitmarkt (de traditionele opening<br />

van het theaterseizoen; eind augustus) tot begin juni. Gedurende de drie zomermaanden (12 weken) is het<br />

vinden van werk als musicus/artiest zeer lastig. Maar het tussentijds (bv in het zomerseizoen) verrichten van<br />

ander (bv uitzend-)werk voor meer dan 10% van je inkomen (bv in de horeca) gebeurt in de praktijk geregeld,<br />

maar betekent sowieso verlies van toegang tot de Artiestenregeling.<br />

De uitzonderingsregel geldt dus alleen die artiesten/musici die zo professioneel zijn dat ze voor tenminste 90%<br />

in hun inkomen kunnen voorzien middels werk als artiest.<br />

En ook voor die artiesten geldt dat er niet genoeg projecten zijn om altijd die wekeneis te kunnen halen.<br />

Daarnaast (stelt de Minister) is er een groeiende groep personen zoals zzp-ers, die net als musici en artiesten,<br />

onregelmatig werk hebben, maar niet dezelfde gunstige behandeling krijgen. Die ongelijkheid wordt nu<br />

ongedaan gemaakt.<br />

De karakteristieken van de verschillende arbeidsrelaties zijn niet gelijk. Zzp-ers dragen immers geen WWpremies<br />

af. De doelgroep waar wij het over hebben betreft werknemers, die doorgaans op losse contracten


werkzaam zijn. Dat was de reden voor invoering van deze afwijkende regeling én was de reden om deze<br />

regeling óók in 2005 niet af te schaffen, dat het voor deze flexibele ‘werknemers’ in de sector zonder een<br />

afwijkende regeling nauwelijks meer mogelijk is om in de WW te komen, terwijl zij wel WW-premies afdraagt,<br />

omdat zij werknemer zijn.<br />

De implicatie van deze ‘GELIJKHEIDSOPERATIE’<br />

is een enorme ONGELIJKHEID.<br />

Immers:<br />

Als de Minister stelt dat ditzelfde geldt voor andere flexibele werknemers, dan is de OPLOSSING NIET: ervoor<br />

te zorgen dat deze hele groep niet meer voor een WW-uitkering in aanmerking komt, want dan creëren we<br />

in deze evident (en op meerdere plekken -ook volgens zelfs de AWVN- al doorgeschoten) steeds flexibel<br />

wordende arbeidsmarkt een SOCIALE ONDERKLASSE.<br />

- de geprivilegieerde werknemers met de zekerheid van een vaste baan of in elk geval<br />

arbeidsovereenkomsten met een aanzienlijk lengte en daarbij een goed toegankelijk recht op WW<br />

- en de extreem flexibele werknemers (waarvoor ook premie wordt afgedragen) met de onzekerheid<br />

die hoort bij deze flexibiliteit en voor wie de WW een praktisch onbereikbaar vangnet wordt (en die<br />

daarnaast in de meeste gevallen geen pensioen opbouwen en –in geval van de echte zzp’ers- in de<br />

meeste gevallen helemaal geen sociaal vangnet hebben).<br />

PROPORTIONALITEIT<br />

- Kosten van de WW worden (voor het grootste deel) door de sector zelf gedragen (WW premie voor korte<br />

contracten bedraagt niet minder dan 12,88% (!) voor korte contracten tegen 3,53% voor lange<br />

arbeidsovereenkomsten).<br />

- Bezuinigingen betreft slechts kosten uitvoering door UWV<br />

- En raakt de toch al relatief weinig verdiende artiesten/musici in het hart van hun bestaanszekerheid.<br />

KUNSTENSECTOR IS ALTIJD AL EXTREEM FLEXIBEL GEWEEST<br />

Gemeten over de periode 2004-2006 wezen rapportages al op 55% zelfstandigen t.o.v. een gemiddelde in<br />

Nederland van 11% (dus 5x meer zelfstandigen).*)<br />

Een (groot) deel daarvan beschouwd zichzelf als een zelfstandige omdat ze steeds wisselende opdrachten<br />

hebben, maar ze laten zich voor veel van die opdrachten verlonen en dragen sociale verzekeringspremies af (de<br />

zgn. ‘fictieve arbeidsovereenkomsten’).<br />

*) bron: CBS 2008, Kunstenaars in Nederland, p.10<br />

Karakteristiek van de sector<br />

Kunstensector: onzekerheid door korte en tijdelijke contracten<br />

De huidige arbeidsmarkt in de kunstensector wordt gekenmerkt door een hoge flexibiliteit en lage<br />

baanzekerheid. De inschatting is dat ongeveer de helft als zzp’er aan het werk is. Dat is vijf keer hoger dan<br />

het landelijk gemiddelde. Ook is er een grote groep van werkende mensen die in wettelijke zin geen zzp’er<br />

is, maar werkt op basis van korte tijdelijke contracten. Net als de zzp’ers heeft deze groep geen vaste baan.<br />

De gemiddelde artiest/kunstenaar heeft een laag inkomen dat hij verwerft in een gemengde<br />

beroepspraktijk. Hij werkt in zijn beroep, maar geeft bijvoorbeeld ook les of werkt erbij in de horeca. De<br />

onderhandelingspositie van werknemers in de kunstsector is in het algemeen slecht. Men heeft een enorme<br />

gedrevenheid om in het vak werkzaam te zijn en geringe aandacht voor de zakelijke aspecten. Veelal wordt<br />

voor kunst geen reële marktprijs betaald<br />

(bron: ECABO Trendwatch Nederlandse economie en arbeidsmarkt, actuele ontwikkelingen en prognoses,<br />

en CBS 2008)<br />

De flexibiliteit in de sector nam in de periode 2000-2010 juist b.v. in Amsterdam ‘explosief’ toe. Toename<br />

zelfstandigen/zzp’ers (waaronder zzp’ers die zich laten verlonen en dus onder deze Artiestenregeling vallen).


Bron: Bureau Onderzoek en Statistiek, gemeente Amsterdam (25 jan 2012):<br />

“Het aantal ondernemingen in de cultuur- en recreatiesector in Amsterdam steeg “explosief” tussen 2000 en 2010. De groei is vooral te zien<br />

in de scheppende kunst: 30% per jaar (scheppende kunst= o.a. acteurs. Onderzoeker Van der Groep: “Ik vermoed dat mensen die bij een<br />

culturele instelling worden ontslagen op hun gebied willen blijven werken, maar dan al zelfstandige. Ook al gaan ze er misschien financieel<br />

op achteruit.”<br />

Sector werkt steeds meer projectgebonden en / of op losse contracten.<br />

Bovendien zijn er steeds minder projecten (i.v.m. bezuinigingen op de sector).<br />

Er is een fors aantal werkgevers verdwenen i.v.m. bezuinigingen<br />

Steeds kortere projecten (i.v.m. subsidiekortingen)<br />

Toename van aantal zzp’ers en toename van aantal werknemers, werkzaam op losse contract die zich laten<br />

verlonen via een verloningsbureau, waaronder oud werknemers van gezelschappen/orkesten die in de sector<br />

werkzaam blijven.<br />

Er valt binnen de sector maar nauwelijks te voldoen aan de ‘normale wekeneis’.<br />

Namens <strong>FNV</strong> KIEM,<br />

Caspar de Kiefte, Bestuurder Kunsten<br />

Inger Minnesma, Bestuurder Kunsten<br />

April 2013

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!