29.09.2013 Views

Comprehensive Approach - Nederlandse Officieren Vereniging

Comprehensive Approach - Nederlandse Officieren Vereniging

Comprehensive Approach - Nederlandse Officieren Vereniging

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

O PI N I E<br />

Drs. Josephine P. VAN MEER en dr. Peter J. M. D. ESSENS<br />

Werkzaam bij TNO Defensie<br />

en Veiligheid: Human Factors.<br />

Leiderschap in de<br />

‘<strong>Comprehensive</strong> <strong>Approach</strong>’<br />

VERKENNING VAN NIEUWE EISEN AAN LEIDERSCHAP<br />

Carré 11 - 2009 pagina 16<br />

Leiderschap wordt meestal verbonden met autoriteit<br />

over ondergeschikten. Steeds vaker komt het voor dat<br />

onafhankelijke individuen en partijen deel uitmaken van<br />

een eenheid of missie. Dat verandert ook de stijl van<br />

leidinggeven. Welke leiderschapsstijl daar het beste bij past<br />

is nog niet zo duidelijk. We presenteren hier een verkenning<br />

naar factoren van invloed.


De huidige militaire missies zijn complex voor<br />

leidinggevenden. Zowel de zeer diverse factoren<br />

van invloed in de operationele omgeving alsook de<br />

veelheid van betrokken partijen dragen daar aan<br />

bij. De relatief overzichtelijke traditionele aanpak<br />

– van gebiedsverovering en onderdrukking van een<br />

tegenstander – is vervangen door een samengestelde<br />

aanpak gericht op veiligheid en stabiliteit in fragiele<br />

staten waar politieke, economische en sociale onrust<br />

heerst (Kiszely, 2007). In conflictgebieden wordt<br />

Defensie niet langer ingezet als gevechtseenheid<br />

pur sang maar strekt de militaire inzet zich uit van<br />

ondersteuning van humanitaire hulpverlening tot het<br />

omverwerpen van onwettige en bedreigende regimes<br />

(Bertholee, 2008; Wong, Bliese & McGurk, 2003).<br />

Centraal staat de benadering om met zo min mogelijk<br />

geweld een zo groot mogelijke invloed te hebben<br />

op de ontwikkeling van de veiligheid. Daarvoor is er<br />

een sterkere nadruk op bemiddelen, bijdragen aan<br />

wederopbouw en het winnen van de hearts and minds<br />

van de lokale bevolking. Dit gebeurt in samenwerking<br />

en afstemming met vele andere partijen, waaronder<br />

overheidsinstanties en civiele organisaties. Leiders<br />

worden geconfronteerd met complexe doelstellingen<br />

op meerdere niveaus, extreme veelzijdigheid in hun<br />

taakuitvoering en samenwerking met andere partijen.<br />

De directe en indirecte verantwoordelijkheden van<br />

leidinggevenden binnen Defensie zijn breder geworden<br />

en er is voor commandanten binnen de <strong>Nederlandse</strong><br />

krijgsmacht in relatief korte tijd veel veranderd (Kiszely,<br />

2007). Dit leidt tot nieuwe eisen aan leiderschap. In<br />

dit artikel gaan wij in op de eisen aan leiderschap<br />

voortvloeiend uit de huidige operationele complexiteit.<br />

Welke competenties moet een militair leidinggevende<br />

beheersen om deze verscheidenheid aan doelen, taken<br />

en samenwerkingsvormen het hoofd te bieden? En hoe<br />

bereiden we onze leiders voor op de eisen die aan<br />

hen gesteld worden in een missiegebied?<br />

Om een beeld te krijgen van de omstandigheden waarin<br />

leiders moeten acteren in huidige militaire missies<br />

wordt eerst uiteengezet wat een hedendaagse missie<br />

typeert. Vervolgens kijken we naar de consequenties<br />

van deze omstandigheden voor militair leiderschap. In<br />

de daaropvolgende paragrafen wordt bezien hoe de<br />

huidige eisen aan militair leiderschap passen binnen<br />

de visie op leidinggeven van Defensie.<br />

De <strong>Comprehensive</strong> <strong>Approach</strong><br />

Steeds meer groeit het besef dat de verschillende<br />

macht- en beïnvloedingsinstrumenten onlosmakelijk<br />

met elkaar verbonden zijn: “De politieke,<br />

veiligheids-, economische en sociale sferen zijn<br />

van elkaar afhankelijk: falen van de een betekent<br />

een risico dat alle anderen ook falen” (OECD,<br />

2006). Ook binnen het <strong>Nederlandse</strong> internationale<br />

veiligheidsbeleid zouden deze instrumenten in<br />

samenhang moeten worden aangestuurd (Bertholee,<br />

2008). Dit betekent binnen Nederland dat<br />

de krachten van de ministeries van Defensie en<br />

Buitenlandse Zaken - Ontwikkelingssamenwerking<br />

gebundeld moeten worden. In een aanbeveling van<br />

de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV)<br />

wordt “gelijktijdige en coherente inzet van politieke,<br />

militaire, ontwikkelingsgerelateerde en diplomatieke<br />

instrumenten” geadviseerd (AIV, 2008). Deze<br />

samenwerking wordt ook ‘geïntegreerde aanpak’<br />

genoemd, of in de internationale benamingen die<br />

gelijke strekking hebben: <strong>Comprehensive</strong> <strong>Approach</strong>,<br />

Whole of Government <strong>Approach</strong>, en Defence, Diplomacy<br />

en Development (3D) 1) . In missiegebieden zien we<br />

duidelijk de operationalisering van zulke samenwerking.<br />

Vanuit een visie op het bereiken van lange termijneffecten<br />

worden in de comprehensive approach veiligheid,<br />

politiek en ontwikkeling samen ondergebracht in één<br />

geïntegreerde aanpak (Frerks e.a., 2006; Landmacht,<br />

2008). Uiteraard moet dit geïnitieerd worden vanuit<br />

beleidsniveau, maar op operationeel niveau zien we<br />

duidelijker de uitwerkingen van zulke samenwerking.<br />

In de huidige aanpak in militaire coalitie-missies is er<br />

naast de nationale ontwikkeling van samenwerking<br />

tussen diverse partijen ook de samenwerking met<br />

overheidsinstanties van de andere landen en nietoverheidsorganisaties<br />

(IO’s, NGO’s). Het combineren,<br />

zelfs integreren van militaire en civiele expertise is<br />

een logische consequentie van deze internationaal<br />

ingevoerde hervormingen in visie en aanpak van<br />

vredesmissies. In Afghanistan worden politiek adviseurs<br />

(POLADs) en ontwikkelingssamenwerking-adviseurs<br />

(OSADs) aan de TFU-staf toegevoegd. De commandant<br />

van de Taakgroep Uruzgan (C-TFU) en de civiele en<br />

ontwikkelingsvertegenwoordiger (CIVREP) vormen<br />

sinds 1 maart 2008 de management board van de Taakgroep<br />

Uruzgan, verantwoordelijk voor de afstemming van<br />

militaire en civiele activiteiten. De CIVREP voert<br />

sinds maart 2009 ook het commando over het PRT.<br />

De comprehensive approach is een noodzakelijke<br />

ontwikkeling om de complexiteit van hedendaagse<br />

missies aan te kunnen pakken. De aanpak kent echter<br />

nog vele problemen (Devitt & Borodzicz, 2008;<br />

Bird, 2007). Zo moet een hoofdzakelijk uitvoerende<br />

instantie als Defensie samenwerken met twee<br />

beleidsinstanties als BuZa en OS. De verschillen in<br />

organisatiecultuur zijn merkbaar door discrepanties<br />

in bijvoorbeeld procedures, financiële stromen,<br />

inzetbaarheid van veldwerkers en politieke opvattingen<br />

(Rietdijk, 2009). Net als op nationaal niveau kan<br />

internationale samenwerking op beleidsniveau en in<br />

de operationele praktijk stroef verlopen. Dit valt niet<br />

alleen te wijten aan uiteenlopende nationale belangen<br />

en culturele verschillen, maar is ook een gevolg van<br />

het ontbreken van een gezamenlijke inhoudelijke<br />

visie op een aanpak voor de problematiek binnen de<br />

missie (AIV, 2009; Bird, 2007; House of Commons, 2009).<br />

Leidinggeven in een <strong>Comprehensive</strong><br />

<strong>Approach</strong><br />

In de context van de veranderde omstandigheden<br />

en de veelzijdigheid van optreden wordt van de<br />

leider verwacht dat deze meerdere vormen en stijlen<br />

van leiderschap beheerst en deze stijlen gericht<br />

kan inzetten. De leider moet kunnen schakelen<br />

tussen verschillende rollen (zie verderop) en deze<br />

Noot<br />

1) Hoewel er brede<br />

overeenstemming is dat het in<br />

internationale stabilisatie- en<br />

opbouwmissies gaat om het bij<br />

elkaar brengen en afstemmen<br />

van de ontwikkeling van<br />

verschillende dimensies (zoals<br />

bestuur, recht, veiligheid, economie,<br />

mensenrechten), ontbreekt<br />

uniforme terminologie, hetgeen<br />

de prilheid van deze ontwikkeling<br />

reflecteert (Rintakoski, & Autti,<br />

2008). We gebruiken hier<br />

comprehensive approach in de<br />

betekenis van een samenhangende<br />

aanpak op basis van brede<br />

samenwerking tussen (nationale<br />

en internationale) organisaties,<br />

met als doel een betere uitkomst<br />

van crisisbeheersingsoperaties<br />

(zie ook AIV, 2009).<br />

Carré 11 - 2009 pagina 17


Noot<br />

2) Kaats en Opheij gebruiken<br />

het woord ‘macher’, in de zin<br />

van gericht op resultaat. De<br />

bijbetekenis van ‘big shot’ willen<br />

we hier echter vermijden.<br />

Carré 11 - 2009 pagina 18<br />

overtuigend en effectief uitdragen. De ontwikkeling<br />

naar een comprehensive approach stelt extra eisen aan<br />

leiderschap. Terwijl de oorspronkelijke eisen die aan<br />

leiders gesteld werden niet zijn komen te vervallen,<br />

is er door de toegenomen complexiteit van het<br />

werkveld een aantal eisen bijgekomen. Traditioneel<br />

wordt leiderschap geplaatst in een hiërarchische<br />

leider-leidingontvangende relatie waarin de leider<br />

stuurt, ondersteunt en inspireert. Leiderschap in<br />

een comprehensive approach vereist samenwerking in<br />

gelijkwaardige relaties. En ook al is er operationeel<br />

sprake van een formele autoriteitsrelatie, in coalities en<br />

samenwerkingsverbanden kan deze niet zonder meer<br />

worden uitgeoefend; argumentatie, overtuiging en<br />

verbinding is nodig om effectieve gemeenschappelijke<br />

besluitvorming te realiseren (Essens & van Loon, 2008).<br />

De toegenomen onderlinge afhankelijkheid tussen<br />

groepen en organisaties, nationaal en internationaal,<br />

vraagt van de leider om verbindingen tussen groepen<br />

te maken en positieve relaties te ontwikkelen en<br />

onderhouden.<br />

De leider moet in staat zijn om een veelheid van<br />

verschillen te overbruggen. De verschillen tussen<br />

deelnemende partijen en personen kunnen groot<br />

zijn qua cultuur, normen, waarden en werkwijzen.<br />

Verschillen in snelheid of voorbereiding van handelen<br />

tussen militaire en civiele organisaties kunnen een bron<br />

van misverstanden en conflicten zijn. Dit vereist van<br />

leiders dat men zich kan verplaatsen in datgene wat<br />

de andere partij als belangrijk ziet in de uitvoering van<br />

het werk. Ook begrippenkaders kunnen aanmerkelijk<br />

verschillen zodat intenties en doelen anders<br />

geïnterpreteerd kunnen worden. Dit betekent dat er<br />

tijd en aandacht moet uitgaan naar communiceren,<br />

verhelderen en verifiëren. Het innemen van andere<br />

dan militaire perspectieven vereist mentale flexibiliteit<br />

en vooral ook intellectuele breedheid van denken.<br />

Het is mensen eigen dat het eigen domeinperspectief<br />

gezien wordt als van doorslaggevend belang. Loslaten<br />

van het eigen perspectief en zoeken naar de juiste<br />

balans vereist openheid en creativiteit in denken.<br />

Een bijkomend element betreft de belangen en<br />

doelen van de bronorganisaties achter de lokale<br />

vertegenwoordiger. Inzicht daarin is van belang om<br />

de drijfveren van bepaalde keuzes te kunnen begrijpen<br />

en te respecteren. Tot slot is de rol van de leider<br />

ook om verschillende partijen op een lijn te brengen,<br />

verbindend te zijn en de mogelijke afstand of conflicten<br />

tussen partijen te overbruggen en vooroordelen te<br />

slechten. Hiervoor moet de leider in staat zijn om<br />

samenhang te zien en de partijen inspirerend te<br />

verbinden in het delen van de gemeenschappelijke<br />

doelen.<br />

Leiders moeten in huidige missies al vroeger in hun<br />

ontwikkeling een hoger niveau aan intellectuele<br />

vaardigheden en breedte aan perspectieven op de<br />

missie tonen (Nuciari, 2002). De eigen overtuiging is<br />

niet bepalend, maar moet ook in overeenstemming<br />

zijn met andere actoren en operatielijnen<br />

(Bertholee, 2008). Ook al op lager niveau moet een<br />

compagniescommandant bijvoorbeeld zich actief<br />

manifesteren in een joint, combined én inter-agency<br />

omgeving. Dit maakt dat de eisen aan leiders in een<br />

uitzendgebied onevenredig ingewikkeld en zwaar<br />

worden (Bertholee, 2008).<br />

Het onderzoek naar de kenmerken van leidinggeven in<br />

deze context is nog maar net begonnen. Verschillende<br />

rollen van leidinggevenden komen naar voren die<br />

hierin moeten samenkomen. In de context van<br />

allianties hebben Kaats en Opheij (2008, 2009) vier<br />

rollen beschreven die leiders goed moeten kunnen<br />

vervullen:<br />

• de ‘verbindende strateeg’ die vanuit een strategisch<br />

kader verbindingen maakt met andere mensen en<br />

organisaties;<br />

• de ‘schakelende zingever’ die kan pendelen tussen<br />

verschillende talen, werkelijkheden en belangen;<br />

• de ‘charmante verleider’ die met persoonlijke<br />

vaardigheden en effectieve taal anderen motiveert;<br />

• de ‘geduldige doener’ 2) die tijd neemt voor de<br />

interactieprocessen, maar ook krachtig een punt<br />

kan maken.<br />

De gebruikte typeringen suggereren een dominante<br />

alleskunner die de controle heeft. Het gaat echter<br />

vooral om de open houding met gedragingen die mede<br />

vorm geven aan de interactie en dialoog met de andere<br />

leiders. Deze gedragingen zouden benoemd kunnen<br />

worden als: verbinden en bruggen bouwen, luisteren<br />

en vertalen, betrekken en motiveren, ontwikkelen<br />

en afronden.<br />

Van goed leiderschap wordt verwacht dat positieve<br />

interacties tussen de partijen worden gestimuleerd,<br />

mede door in de eigen organisatie vooroordelen<br />

en misverstanden weg te nemen. De leiders van de<br />

betrokken partijen vormen een collectief waarin ieder<br />

een gedeelde verantwoordelijkheid heeft om tot<br />

resultaat te komen. De militaire leider representeert<br />

weliswaar de veiligheidsdimensie, maar heeft tegelijk<br />

de verantwoordelijkheid om mee te denken met wat<br />

de andere partijen beweegt en wat aan richtingen<br />

en keuzes wordt ingebracht. Dit zou je de ethische<br />

dimensie van de comprehensive approach kunnen noemen<br />

omdat je medeverantwoordelijkheid neemt voor<br />

anderen in het licht van het gemeenschappelijke belang<br />

(Pittinsky & Simon, 2007).


Door generaal-majoor Ton van Loon is op basis<br />

van zijn ervaring in RC-South in Afghanistan een<br />

schets gegeven wat nodig is om in een veelheid van<br />

belangen en achtergronden leiding te geven (Essens<br />

& Van Loon, 2008). Essentieel is bewustzijn van wat<br />

de andere partners drijft, van hun cultuur en van hun<br />

pijn. De collectieve insteek moet ook letterlijk worden<br />

genomen, niet als een bijeenkomst van specialisten<br />

waar ieder zijn eigen ding doet en onderhandelen<br />

het toverwoord is, maar als een verzameling van<br />

perspectieven die alle hun waarde hebben en met<br />

elkaar moeten worden verbonden. Volgens Van<br />

Loon moet je in internationale samenwerking vooral<br />

relatiegericht zijn en daar tijd voor nemen (ook al<br />

ben je zelf ongeduldig van aard), niet om vrienden te<br />

worden, maar om snel te kunnen schakelen en samen<br />

verantwoordelijk te kunnen zijn voor de aanpak en<br />

oplossing van de problemen.<br />

Leiderschapsstijlen<br />

“Leidinggeven is van oudsher core business bij Defensie<br />

en goed leiderschap is misschien wel de belangrijkste<br />

succesfactor binnen onze organisatie” (generaal<br />

Berlijn in Visie Leidinggeven, 2007). Leidinggeven<br />

binnen Defensie is voornamelijk gebaseerd op twee<br />

leiderschapsmodellen: situationeel leiderschap en<br />

inspirerend leiderschap. Situationeel leiderschap is<br />

gericht op het kiezen van een stijl die past bij de<br />

omstandigheden waarbinnen taken worden uitgevoerd<br />

en de competenties van de medewerker – sturend,<br />

coachend, ondersteunend, delegerend. Dit betekent<br />

dat de situationele leider telkens een afweging maakt<br />

tussen het belang van taakgericht en mensgericht<br />

leidinggeven op basis van de eisen die de situatie stelt<br />

(Visie Leidinggeven, 2007). Situationeel leiderschap is<br />

geschikt voor het uitvoeren van taken onder grote<br />

druk en bij overweldigend gecompliceerde situaties<br />

Leiderschapsrollen<br />

comprehensive approach<br />

Verbinden en bruggen bouwen<br />

Luisteren en vertalen<br />

Betrekken en motiveren<br />

Ontwikkelen en afronden<br />

(zie symposium NOV, Ebbelaar, F.A., 2009). Het<br />

past bij snelle en gecentraliseerde besluitvorming in<br />

situaties waar het niet van de leidingontvangenden<br />

verwacht mag worden dat zij overzicht hebben over<br />

de situatie. In aanvulling op het reactieve karakter van<br />

situationeel leiderschap wordt bij Defensie daarnaast<br />

een overwegend proactieve stijl van inspirerend<br />

leiderschap ingezet. Een inspirerend leider motiveert<br />

door een voorbeeldfunctie te nemen en door<br />

vertrouwen te geven. De leider is inspirerend door<br />

zijn of haar overtuiging. De leidingontvangende wordt<br />

door een inspirerend leider gestimuleerd om het volle<br />

potentieel in te zetten voor het bereiken van het<br />

gezamenlijke doel (Kelly, 1999). De definitie gesteld<br />

in de Visie Leidinggeven (2007) is “leidinggeven is het<br />

bewust richting geven aan het gedrag en het inspireren<br />

van anderen om gezamenlijk het gestelde doel te<br />

bereiken”. Met deze twee vormen van leiderschap<br />

wordt een scala aan situaties het hoofd geboden.<br />

Leidinggeven in een comprehensive approach voegt nog<br />

een dimensie toe aan situationeel en inspirerend<br />

leiderschap. Dit komt doordat in een comprehensive<br />

approach de onderlinge relaties anders zijn,<br />

gelijkwaardigheid met daarbij grote diversiteit. Het<br />

gaat daarbij vooral om situaties waarin verschillende<br />

perspectieven moeten worden verenigd in een<br />

samenhangende aanpak. Leiderschap betekent dan<br />

wederzijds beïnvloeden, sturen en aangestuurd worden,<br />

leiding aanbieden en accepteren (shared leadership,<br />

Pearce & Conger, 2003). Dergelijk leiderschap staat<br />

verder af van de traditioneel beoefende vormen van<br />

leiderschap bij Defensie.<br />

Met het opzetten en realiseren van nauwe, operationele<br />

samenwerkingsverbanden tussen partijen met zeer<br />

verschillende achtergrond en belangen is ruime<br />

ervaring opgedaan in civiele context. Allianties en<br />

multi-teams zijn samenwerkingsverbanden waarin<br />

autonome organisaties hun krachten bundelen om<br />

gemeenschappelijke doelen te behalen. In allianties<br />

worden expliciet gemeenschappelijke doelstellingen<br />

gedefinieerd en worden risico’s, kosten en baten<br />

gedeeld. Veelal worden, om effectief te opereren,<br />

werkwijzen op elkaar afgestemd (Boonstra, 2007).<br />

De deelnemende partijen behouden volledige<br />

autonomie maar richten hun eigen doelen op het<br />

gemeenschappelijk oplossen van het probleem.<br />

Onderzoek laat zien dat ongeveer de helft van de<br />

allianties mislukt (De Man, 2008). De belangrijkste<br />

valkuil is dat organisaties niet verder denken dan hun<br />

eigen belang en dat hard uit willen onderhandelen.<br />

Belangrijkste factor voor het slagen is, naast willen<br />

samenwerken, een ‘alliantievaardigheid’. Men moet<br />

kunnen omgaan met ontbreken van centrale leiding,<br />

gelijkwaardigheid van partners en minder duidelijke<br />

afbakeningen tussen de organisaties (De Man, 2008).<br />

In operationele samenwerkingsverbanden gericht op<br />

oplossen van calamiteiten en crises, is er minder vrijheid<br />

in de keuze om samen te werken of, als het niet werkt,<br />

om op te geven. De omgevingsomstandigheden vereisen<br />

een gemeenschappelijke benadering en vaak wordt<br />

deze noodzaak ook door politieke en maatschappelijke<br />

eisen ingegeven. Deze druk vermindert de kans op<br />

conflicten en ineffectiviteit echter niet en het komt<br />

aan op effectief leiderschap om de samenwerking<br />

te verbeteren. Uit studies naar samenwerkende<br />

groepen blijkt dat groepen die elkaar niet goed kennen<br />

vaak beginnen met stereotype, negatieve beelden<br />

van elkaar. Een belangrijke rol voor leiders is het<br />

ontwikkelen van positieve inter-team interacties, het<br />

Carré 11 - 2009 pagina 19


Carré 11 - 2009 pagina 20<br />

reduceren van competitie en wantrouwen en het<br />

intensief onderhouden en stimuleren van inter-team<br />

interactie (Pittinsky & Simon, 2007). Het beste is om<br />

de gemeenschappelijke identiteit te benadrukken met<br />

behoud van eigen identiteit. Effectiviteit van inter-team<br />

interactie voorspelt de prestatie van het geheel (Marks<br />

e.a., 2005). De leiders van deelnemende teams werken<br />

samen om, met behoud van autonomie, de eigen<br />

doelen zodanig te richten dat het gemeenschappelijke<br />

doel effectief kan worden bereikt - unity of purpose<br />

staat centraal.<br />

In hoeverre de kennis en ervaring opgedaan in<br />

civiele condities van toepassing zijn op operationele<br />

condities zal nog moeten worden bezien. Wat er<br />

aan documentatie nu ligt over het functioneren van<br />

de comprehensive approach is niet direct positief. Maar<br />

tegelijk maakt die beperkte documentatie duidelijk dat<br />

er nog maar weinig systematische en verantwoord<br />

verzamelde informatie beschikbaar is.<br />

De ontwikkeling van een samenhangende aanpak met<br />

verschillende macht- en beïnvloedingsinstrumenten die<br />

door verschillende partijen worden ingebracht, is nog<br />

maar pas begonnen. Wat onder de term comprehensive<br />

approach wordt gevat is een verzameling van diverse<br />

situaties en benaderingswijzen. Eenduidig is men over<br />

brede samenwerking, maar wat dat precies inhoudt,<br />

welke besturingsmodellen daarbij horen en hoe de<br />

processen het meest effectief verlopen is nog niet<br />

goed bekend. Ook de kennis over de meest effectieve<br />

leiderschapsstijlen en onderliggende kerncompetenties<br />

is nog in ontwikkeling. Een effectieve leiderschapsstijl<br />

voor een comprehensive approach zou in ieder geval<br />

moeten aansluiten aan de nu gehanteerde situationeel<br />

en inspirerend leiderschapsstijlen.<br />

Anders dan in civiele alliantie context kan er niet<br />

worden gezegd: jammer maar we lagen elkaar niet<br />

zo. Vijftig procent faalkans is onacceptabel in de<br />

operationele context, maar dat betekent niet dat<br />

ineffectiviteit geaccepteerd moet worden. De druk<br />

op succesvol samenwerken op alle niveaus is groot.<br />

Daarom is kennis van leiderschap, als een van de<br />

belangrijkste sturingselementen, essentieel om<br />

samenwerkingsverbanden effectiever en succesvol<br />

te maken. Leidinggeven in samenwerkingsverbanden<br />

moet je leren. Verschillen in cultuur en werkwijzen zijn<br />

obstakels om goed samen te werken. Door oefening en<br />

training kan worden geleerd hoe daarmee om te gaan,<br />

ze te doorbreken en positief te maken. De aanbeveling<br />

van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV,<br />

2009) om gezamenlijk met militairen en civiele partners<br />

te oefenen moet dan ook sterk worden ondersteund.<br />

De voorbereiding van Staf 1 (GE/NL) Corps op<br />

de uitzending als HQ ISAF in Kaboel (Landmacht,<br />

2008) is een stap in die richting. Openstellen voor<br />

vertegenwoordigers van betrokken ministeries en<br />

NGO’s. is echter niet voldoende, dit zal samen met<br />

de betrokken ministeries moeten worden opgepakt.<br />

Ook het opzetten van comprehensive approach training<br />

vereist een brede benadering en leiderschap.<br />

Referenties<br />

•AIV (2008). Nederland en de Europese ontwikkelingssamenwerking,<br />

nummer 60, Den Haag, p. 45.<br />

•AIV (2009). Crisisbeheersingsoperaties in Fragiele Staten. De noodzaak<br />

van een samenhangende aanpak. Maart nummer 64. Den Haag,<br />

p. 16.<br />

•Bertholee, R.A.C. (2008). Beslissen in het gevecht, bouwen aan<br />

veiligheid. De ontwikkeling van het landoptreden. Retrieved from http://<br />

www.boekje-pienter.nl/images/beslissen_in_het_gevecht.pdf<br />

•Bird, T. (2007). New <strong>Approach</strong>es to Military Intervention for the<br />

Era of ‘Fourth Generation’ Warfare. Implications and Conclusions: A<br />

<strong>Comprehensive</strong> <strong>Approach</strong>. International Studies Association Conference.<br />

Chicago.<br />

•Boonstra, J. (Red.) (2008). Ondernemen in allianties en netwerken:<br />

Een multidisciplinair perspectief. Kluwer, Deventer.<br />

•de Man, A.P. (2006). Alliantiebesturing: samenwerking als precisieinstrument.<br />

Assen: Van Gorcum.<br />

•Devitt, K.R., & Borodzicz, E.P. (2008). Intervowen Leadership: the<br />

Missing Link in Multi-Agency Major Incident Response. Journal of<br />

Contingencies and Crisis Management, 16(4), p. 208-216.<br />

•Ebbelaar, F.A. (2009). Leiderschap onder extreme omstandigheden.<br />

Carré, 1, 21-27.<br />

•Essens, P. and van Loon, T. (2008). Cultural Challenges in Joint and<br />

Combined Command: A Military Leader’s Perspective. Proceedings<br />

NATO RTO Human Factors and Medicine Panel (HFM) Symposium<br />

on Adaptability in Coalition Teamwork, Copenhagen, Denmark, 21-23<br />

April 2008. NATO RTO-MP-HFM-142-KN2.<br />

•Frerks, G., Klem, B., van Laar, S., & van Klingeren, M. (2006). Principles<br />

and Pragmatism, Civil-Military Action in Afghanistan and Liberia. Utrecht,<br />

Universiteit Utrecht.<br />

•House of Commons, 2009. Minutes of Evidence on <strong>Comprehensive</strong><br />

<strong>Approach</strong> by Daniel Korski, Howard Mollett and Stephen Grey. 30<br />

June 2009. HC 523-iii.<br />

•Kaats, E. & Opheij, W. (2008). Bestuurders zijn van betekenis -<br />

Allianties en netwerken vanuit bestuurlijk perspectief. Reed Business,<br />

Amsterdam.<br />

•Kaats, E., & Opheij, W. (2009). Besturen in complexe omstandigheden.<br />

Openbaar Bestuur, Januari 2009.<br />

•Kelly, E.P. (1999). Review of Transformational leadership: Industry,<br />

military and educational impact. Journal of Leadership Studies, Vol<br />

5(3), 1999, pp169-171.<br />

•Kiszely, J. (2007). Post-modern Challenges for Modern Warriors. The<br />

Shrivenham Papers, no 5. Defence Academy of the United Kingdom.<br />

•Landmacht (2008). Focussen op het grotere plaatje. Landmacht,<br />

December 2008, pp. 26-27.<br />

•Marks, A.M., DeChurch, L.A., Mathieu, J.E., Panzer, F.J., & Alonso, A.<br />

(2005). Teamwork in Multiteam Systems. Journal of Applied Psychology,<br />

90(5), pp964-971.<br />

•Nuciari, M. (2002). Flexibility towards diversity. New skills for military<br />

personnel. Paper to the Annual Conference 2002 of the Committee<br />

on Women in NATO Forces. Brussels, May 2002.<br />

•Pearce, C.L., & Conger, J.A. (2003). Shared Leadership: Reframing<br />

the Hows and Whys of Leadership. Thousand Oaks, CA, US: Sage<br />

Publications, Inc.<br />

•Pittinsky, T.L. & Simon, S. (2007). Intergroup leadership. The Leadership<br />

Quarterly, 18, 586-605.<br />

•Rietdijk, W.S. (2008). De ‘comprehensive approach’ in Uruzgan. Schaken<br />

op vier borden tegelijk. Militaire Spectator, 177(9), pp472-486.<br />

•Visie Leidinggeven. Ministerie van Defensie, Werkgroep Staal. November<br />

2007.<br />

•Wong, L., Bliese, P., & McGurk, D. (2003). Military Leadership: a context<br />

specific review. The Leadership Quarterly, 14, pp657-692.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!