Het religieuze dichterschap van Ida Gerhardt - Kerknet
Het religieuze dichterschap van Ida Gerhardt - Kerknet
Het religieuze dichterschap van Ida Gerhardt - Kerknet
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
mijn armzalig leven plotseling kan voltrekken. <strong>Het</strong> eerste begint bij de bijbel en doet<br />
de actualiteit er<strong>van</strong> oplichten; het tweede vertrekt <strong>van</strong>uit mijn concrete leven en<br />
ontdekt daarin de geldigheid <strong>van</strong> hetgeen de bijbel als literatuur overbrengt. Voor de<br />
meeste lezers zijn gedichten <strong>van</strong> dit tweede type het meest boeiend. De <strong>religieuze</strong><br />
draagwijdte wordt verrassender naarmate de verwijzing naar de bijbelse bron minder<br />
uitdrukkelijk is. In het tweede gedicht hier aangehaald moest de titel ‘Pasen’ de lezer<br />
wakker maken. <strong>Ida</strong> <strong>Gerhardt</strong> heeft in <strong>Het</strong> levend monogram (1955) een religieus<br />
gedicht gepubliceerd dat in dit opzicht interessant is. Ik citeer het hier in zijn<br />
definitieve versie:<br />
Staking<br />
De ploeg <strong>van</strong> het ontginningsland<br />
heeft wéér de spade neergesmeten<br />
en zit tussen de vale keten<br />
zwijgend het trage brood te eten.<br />
Smakeloos zout vreet aan het strand<br />
Eén slaapt al. Op de zondagskrant<br />
die om de hompen heeft gezeten<br />
staat bij de tekst: ‘Geef gij hun te eten’<br />
gigantisch breed zijn voet geplant.<br />
Dit gedicht had in de oudste drukken <strong>van</strong> de bundel de titel ‘Meer <strong>van</strong> Genésareth’.<br />
Daarmee werd wat nadrukkelijk op de tweede leeslaag geattendeerd, en was<br />
anderzijds een verklarende aantekening nodig, welke luidde: drooglegging z.o.polder.<br />
De nieuwe presentatie betekent een subtiele maar echte verbetering: het<br />
blijkt te gaan om de werkelijkheid die de eerste leeslaag aanreikt (inmiddels alweer<br />
een historisch gebeuren <strong>van</strong> beperkte Noord-Nederlandse portee). Pas in tweede<br />
instantie ontdekt de lezer (r.8) dat het ontginningswerk (oerbeeld <strong>van</strong> cultivering)<br />
wordt gezien in het licht <strong>van</strong> de apostolische taak om het brood te breken voor het<br />
volk. Deze arbeiders in de oogst verwaarlozen hun opdracht: in plaats <strong>van</strong> het brood<br />
te breken voor anderen zitten zij zelf te consumeren (r. 2-4). Hun ontginningswerk is<br />
zodoende weinig effectief: de zee, zelf binnenwater aan het worden (r. 5), vreet aan<br />
het land (parallel met de etende arbeiders). Zij eten overigens niet gretig (r.4); het<br />
meegekregen brood is blijkbaar al zouteloos en smakeloos (Mt 5,13 vgl. Apoc. 3,16);<br />
ze hebben er zelf geen boodschap aan. Wat zouden zij dan door te geven hebben ?<br />
Alle vuur, alle zout, alle elan ontbreekt. Eén slaapt al (Mt. 24,42 vgl. 26,40). Zo blijft<br />
het brood ongebroken (r. 7): de boodschap die de broodreiking vergezellen moet,<br />
wordt aan de laars gelapt (r. 9).<br />
Er is geen reden om de broodvermenigvuldiging waartoe deze ploeg geroepen is,<br />
eng-religieus te verstaan. De nieuwe titel hoedt ons daarvoor. <strong>Het</strong> gaat niet om de<br />
actualisering <strong>van</strong> een stukje e<strong>van</strong>gelie, maar om de ‘e<strong>van</strong>gelisering’ <strong>van</strong> een stukje<br />
actualiteit: déze werkelijkheid waarin wij leven, heeft een e<strong>van</strong>gelische dimensie.<br />
Binnen het kader waarin wij het gedicht aantreffen, denkt men allereerst aan het<br />
sociaal-culturele functioneren <strong>van</strong> het <strong>dichterschap</strong>. En men verstaat de zalige<br />
ergernis <strong>van</strong> de profetische <strong>Gerhardt</strong> om zoveel slechte apostelen, die geen ‘kerk’<br />
weten te maken, en neerzitten tussen vale keten.<br />
De gegeven twee grondtypen leveren de sleutels voor nagenoeg het hele domein<br />
aan <strong>religieuze</strong> literatuur. Nagenoeg, want er is meer. Aan het begin heb ik al gezegd<br />
dat ‘religieus’ niet samenvalt met ‘godsdienstig’, laat staan met ‘christelijk’. In onze<br />
cultuur is de bijbelse traditie zeker een hoofdpijler voor de <strong>religieuze</strong> ervaring, maar<br />
er is ook <strong>religieuze</strong> ervaring die in buiten-bijbelse symbolen tot uitdrukking wordt<br />
gebracht. <strong>Het</strong> openingsgedicht <strong>van</strong> <strong>Gerhardt</strong>s voorlaatste bundel, De zomen <strong>van</strong> het<br />
licht (1983), levert daarvoor een schitterend voorbeeld. <strong>Het</strong> is een op-en-top religieus