Het religieuze dichterschap van Ida Gerhardt - Kerknet
Het religieuze dichterschap van Ida Gerhardt - Kerknet
Het religieuze dichterschap van Ida Gerhardt - Kerknet
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Ereprijs en ogentroost zijn – hun namen zeggen het al – ‘glans en zoete artsenij’ (2e<br />
str.): schoonheid en geestelijke beloning voor wie zich op deze rijkdom wil gaan<br />
concentreren. Hij zal, zegt de in bijbelse parallellie geschakelde tweede strofe, het<br />
zoetste genot smaken, het hoogste geluk. Zoek deze waarden in het vroege seizoen,<br />
maant de tekst; het is een wijsheid die jong geleerd moet worden (vgl. o.m. Sirach<br />
6,18). Dan zul je het paradijs <strong>van</strong> de verwondering d.i. de ware jeugd binnengaan.<br />
<strong>Het</strong> versje prijst de medicijn die geneest <strong>van</strong> het oud- of groot-zijn. Deze bijbelse<br />
wijsheid is met niet minder tevreden dan het rijk der hemelen. En het aardige <strong>van</strong> dit<br />
liedje is dat deze wijsheid al in de etymologische betekenis <strong>van</strong> de beide<br />
plantennamen schijnt te zijn meegegeven.<br />
De levenservaring <strong>van</strong> de dichteres roept hier als <strong>van</strong>zelf reminiscenties op aan de<br />
bijbel, in onze cultuur bij uitstek de <strong>religieuze</strong> inspiratiebron. Religie en godsdienst<br />
scheppen kaders voor bestaansinterpretatie. In beginsel zijn er voor de dichter twee<br />
mogelijkheden: 1) hij denkt na over hetgeen de <strong>religieuze</strong> traditie aanreikt, en hij<br />
actualiseert de daar gegeven ervaringen; 2) hij maakt iets mee waarin hij spontaan<br />
een reeds eerder in de bijbel voorgehouden bestaansinterpretatie herkent. De eerste<br />
mogelijkheid levert <strong>religieuze</strong> poëzie die we onmiddellijk als zodanig herkennen:<br />
onderwerp of thema’s worden geput uit dit collectieve reservoir; denk aan Nijhoff’s<br />
<strong>Het</strong> heilige hout of Achterberg’s Reiziger doet Golgotha. De tweede categorie kan<br />
<strong>religieuze</strong> poëzie opleveren die we niet onmiddellijk als zodanig herkennen. <strong>Het</strong> kan<br />
zijn dat de dichter een ‘profane’ ervaring weergeeft met een al dan niet uitdrukkelijke<br />
<strong>religieuze</strong> interpretatie. In het werk <strong>van</strong> <strong>Ida</strong> <strong>Gerhardt</strong> vinden we voorbeelden <strong>van</strong><br />
beide categorieën.<br />
Ik zou dit verschil in uitgangspunt voorlopig aan de hand <strong>van</strong> twee paasgedichten<br />
kunnen demonstreren. ‘Licht uit licht’, uit: De hoevenier (1961) en ‘Pasen’ uit : Vijf<br />
vuurstenen (1974).<br />
Licht uit licht<br />
De liefde bidt voor wie<br />
niet weten wat zij doen;<br />
gekruisigd blijft zij stil<br />
voor wie de hamer heft.<br />
En na de sabbath keert<br />
zij tot de treurenden,<br />
verrezen uit het graf<br />
wandelt zij in de hof.<br />
Onherkend zit zij aan,<br />
met hen, met u, met mij<br />
te Emmaüs, tot, het brood<br />
door Hem gebroken wordt.<br />
Dit gedicht, dat reeds bij eerste lezing toegankelijk is, vraagt niettemin om veel wit<br />
om zich heen. <strong>Het</strong> dient behoedzaam benaderd.<br />
In drie volzinnen, die elk een hele strofe beslaan, wordt achtereenvolgens het<br />
gebeuren <strong>van</strong> goede vrijdag, <strong>van</strong> paasmorgen en <strong>van</strong> de avond daarop verteld. De<br />
strofen brengen achtereenvolgens tot uitdrukking passie, compassie en solidariteit;<br />
ze verbeelden passie, pasen en pinksteren (het gemeenschap-stichtende gevolg <strong>van</strong><br />
pasen). Die volzinnen zijn tweeledig: regel 1 en 2 vormen samen een halfzin die in<br />
de nazin <strong>van</strong> regel 3 en 4 als met een bijbels parallellisme wordt beantwoord. Zo is