Untitled - Tento.be
Untitled - Tento.be
Untitled - Tento.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
...<br />
I<br />
In<br />
0<br />
0<br />
<br />
z<br />
LU<br />
<br />
LU<br />
0<br />
z<br />
Gruuthuse:<br />
een Brugs museum<br />
van toegepaste kunsten<br />
••••••••••••••••<br />
Ladewijk van Gruuthuse, de <strong>be</strong>roemdste <strong>be</strong>woner<br />
van het thans als museum ingerichte stadspaleis, werd<br />
omstreeks 1427 geboren als zoon van Jan IV van<br />
Gruuthuse en Margaretha van Steenhuyse. Hij erfde<br />
verschillende <strong>be</strong>langrijke heerlijkheden en lenen in<br />
Vlaanderen. In 1455 huwde hij met Margeretha van<br />
Borsele, die stamde uit een van de oudste en meest<br />
vooraanstaande Zeeuwse geslachten. Zijn familie <strong>be</strong>zat<br />
sinds enige generaties het 'gruutrecht' te Brugge.<br />
Dit was het monopolie op de verkoop van gruut,<br />
een kruidenmengsel dat gebruikt werd bij het brouwen<br />
van bier. Dit recht verdween in 1380 ten voordele van<br />
een <strong>be</strong>lasting op bier, vermits gruut toen door hop<br />
vervangen werd. Het 'gruuthuis' dat aanvankelijk een<br />
magazijn was voor het opgestapelde gruut, werd bij de<br />
aanvang van de vijftiende eeuw tot een luxueuze<br />
herenwoning verbouwd. De zuidelijke vleugel en de<br />
thans nog <strong>be</strong>waarde bidkapel of oratorium werden<br />
tijdens de tweede helft van die eeuw in opdracht van<br />
Ladewijk van Gruuthuse toegevoegd.<br />
De bidkapel is een laatgotische ruimte die het<br />
voorrnalig Gruuthusehof met de Onze-Lieve-Vrouwekerk<br />
verbindt. Ladewijk van Gruuthuse verkreeg op 7 januari<br />
1472 de toelating van het <strong>be</strong>stuur van de Onze-Lieve<br />
Vrouwekerk om de reeds <strong>be</strong>gonnen 'oratorye' te<br />
voltooien. Het geheel was waarschijnlijk gedecoreerd<br />
met een muurschildering die thans verdwenen of<br />
overschilderd is. Ze stelde Ladewijk van Gruuthuse en<br />
Margaretha van Borsele voor die in geknielde houding<br />
de heilige Drievuldigheid aanbidden. Daarboven was<br />
het Gruuthuse-wapenschild aangebracht met daarop het<br />
motto 'plus est en vous' of 'meer is in u'. De bovenkapel<br />
heeft een tongewelf met een vijfdelige koepel. Op de<br />
zoldering <strong>be</strong>vond zich boven de bidbank oorspronkelijk<br />
een geschilderde voorstelling van het Laatste Oordeel.<br />
Daarvan is alleen een blauwe omraming <strong>be</strong>waard<br />
gebleven. Vanuit de kapel konden de vroegere <strong>be</strong>woners<br />
van het paleis de erediensten in de Onze-Lieve<br />
Vrouwekerk volgen. Pas in 1958 werd de inmiddels<br />
dichtgemetste bidtribune voor het publiek toegankelijk<br />
gemaakt.<br />
De Reiegevel<br />
Begin /winligsle eeuw<br />
De binnenkoer van het<br />
museum<br />
Begin lw inligsle eeuw<br />
3
Gruuthusemuseum Brugge<br />
Meester van de varsten<br />
portretten, Ladewijk van<br />
Gruuthuse<br />
34,2 x 22,8 cm, Brugge,<br />
Groeningemuseum<br />
4 OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1<br />
Lodewijk van Gruuthuse was een man van aanzien<br />
vermits hij geportretteerd werd als ridder van de Orde<br />
van het Gulden Vlies, waartoe hij sinds 1461 <strong>be</strong>hoorde.<br />
Hij was vanaf 1445 in dienst van de Bourgondische<br />
hertog Filips de Goede. Na het overlijden van de hertog<br />
in 1467 bleef Gruuthuse een medewerker van zijn zoon<br />
en opvolger Karel de Stoute. Hij kreeg zowel<br />
diplomatieke als militaire opdrachten. Omstreeks 1470<br />
werd er getwijfeld aan zijn getrouwheid. Lodewijk van<br />
Gruuthuse nam ontslag als stadshouder na de dood van<br />
Karel de Stoute in 1477. Toch werd hij nog eerste<br />
kamerheer van Maria van Bourgondië. Hij nam het<br />
evenwel niet meer op voor haar echtgenoot, de<br />
Habsburger Maximiliaan van Oostenrijk, maar koos de<br />
kant van het opstandige Brugge, waardoor hij in 1491 in<br />
ongenade viel. Op 24 novem<strong>be</strong>r 1492 overleed hij in<br />
zijn paleis.<br />
Lodewijk was een groot verzamelaar van rijk<br />
versierde handschriften. In zijn verzameling had hij<br />
zowel oude handschriften die hij had aangekocht,<br />
als nieuwe die hij had laten maken .. Deze bibliofiele<br />
<strong>be</strong>langstelling deelde hij met enige vooraanstaande<br />
leden van het Bourgondisch hof, zoals hertog Filips de<br />
Goede en diens bastaardzoon Antoon van Bourgondië,<br />
of abt Raphael de Mercatellis. Na de bibliotheek van<br />
Filips de Goede was de collectie van Lodewijk van<br />
Gruuthuse de <strong>be</strong>langrijkste en meest omvangrijke.<br />
Het voormalige Gruuthusepaleis werd in het jaar<br />
1596 gekocht door de Spaanse koning Filips IV, die het<br />
in 1623 schonk aan Wenceslas Co<strong>be</strong>rger, de stichter van<br />
de 'Bergen van Barmhartigheid' in de Spaanse<br />
Nederlanden. Het huis van de heren van Gruuthuse<br />
kreeg daarmee een nieuwe functie. Het werd een<br />
financieel weldadigheidsbureau, <strong>be</strong>woond door enige<br />
intendanten van deze bank.<br />
Op 22 februari 1865 kwamen enkele vrienden samen<br />
in de woning van de toenmalige rijksarchivaris Felix<br />
d'Hoop en <strong>be</strong>sloten een oudheidkundig genootschap op<br />
te richten. Een week later, op 1 maart, ge<strong>be</strong>urde dit<br />
onder de <strong>be</strong>naming 'Société archéologique'.<br />
De doelstelling van de stichting was het opsporen en<br />
verzamelen van kunst- en oudheidkundige voorwerpen<br />
om deze daarna in een museum te <strong>be</strong>waren en te<br />
exposeren.<br />
De gevel van het<br />
Gruuthusemuseum
Bidtribune,<br />
zijde Onze-Lieve-Vrouwekerk<br />
6<br />
Bidtribune<br />
De collectie van de 'Société archéologique' werd in<br />
1866 geëxposeerd in de thesaurierskamer in het Belfort<br />
van Brugge. Omdat de verzameling steeds maar<br />
aangroeide, kreeg het Genootschap te kampen met<br />
plaatsgebrek. Het Stads<strong>be</strong>stuur kocht in 1876 het<br />
voormalige Gruuthusehof aan. Het gebouw was<br />
ondertussen dringend aan restauratie toe, een opdracht<br />
waaraan in 1883 werd <strong>be</strong>gonnen en die niet minder dan<br />
12 jaar in <strong>be</strong>slag zou nemen. Met de werkzaamheden<br />
aan de binneninrichting werd in 1888 gestart.<br />
De bijgebouwen op de binnenkoer verkeerden in<br />
erbarmelijke toestand en werden met de grond gelijk<br />
gemaakt. De constructies langs de straatzijde werden<br />
afgebroken in 1908 en in de twee daaropvolgende jaren<br />
vervangen door het zogenaamde Steen, waar zich onder<br />
meer de conciërgerie <strong>be</strong>vindt.
De <strong>be</strong>eldhouwkunst<br />
De verzameling sculptuur van het Gruuthuse<br />
museum telt honderden voorwerpen, die op basis van<br />
de materie waaruit ze vervaardigd zijn, onderverdeeld<br />
kunnen worden in steen en pijpaarde, hout en ivoor.<br />
Reliëfs of vrijstaande <strong>be</strong>elden in terracotta of faience<br />
worden tot de keramiek gerekend.<br />
In de lapidaire afdeling worden talrijke stenen<br />
bouwelementen en kerkelijke steensculptuur getoond.<br />
Het <strong>be</strong>treft onder andere pijlers, kapitelen, consoles,<br />
schouwopstanden, doopvonten, grafzerken, reliëfs en<br />
gewelfsleutels. Voor<strong>be</strong>elden uit de Romaanse periode<br />
zijn schaars. Enkele uitzonderingen daarop vormen een<br />
paar kapitelen, een fragment van een doopvont en een<br />
twaalfde-eeuwse latei of bovendorpel in roestbruine<br />
limonietsteen. De gotische steensculptuur is heel wat<br />
<strong>be</strong>ter vertegenwoordigd, zoals blijkt uit de prachtige<br />
albasten reliëfs van Nottingham en andere Europese<br />
centra. Het overige albastwerk is van jongere datum.<br />
In de Nederlanden was Mechelen het <strong>be</strong>langrijkste<br />
centrum van de albastsnijkunst De kleine losstaande<br />
reliëfs, die achteraf werden verguld en soms deel<br />
uitmaakten van een huisreta<strong>be</strong>ltje, zijn typisch voor de<br />
zestiende- en zeventiende-eeuwse productie.<br />
Gruuthusemuseum Brugge<br />
In de gereconstrueerde gotische stijlkamer <strong>be</strong>vindt<br />
zich een merkwaardige zestiende-eeuwse zandstenen<br />
schoorsteenmantel. De zogenaamde Keizer Karelschouw<br />
in blauwe kalksteen in de zich daarnaast <strong>be</strong>vindende<br />
<strong>be</strong>eldenzaal dateert uit dezelfde eeuw. Andere<br />
sculpturale hoogtepunten uit de collectie zijn het<br />
vijftiende-eeuwse zandstenen <strong>be</strong>eld van Sint-Sebastiaan,<br />
het munstslagersreliëf in Renaissance uit 1563, en het<br />
gedenkteken met de buste in wit marmer van Karel II<br />
van Engeland uit 1659.<br />
Buiten op de Gruuthusekoer staan vier elegante<br />
putti, die Chinese kinderen voorstellen in typische<br />
klederdracht. Het zijn de allegorieën van de bouwkunst,<br />
de sterrenkunde, de muziek en de schilderkunst.<br />
Ze werden in 1772 vervaardigd door de Brugse<br />
<strong>be</strong>eldhouwer P. Pepers. Een verfijnd marmeren <strong>be</strong>eld is<br />
dat van de Brusselse barones Augusta Liedts, die haar<br />
<strong>be</strong>langrijke kantverzameling aan het museum schonk.<br />
Het is een werk van Hendrik Pickery, die in de<br />
negentiende-eeuwse Brugse <strong>be</strong>eldhouwkunst een<br />
centrale positie innam.<br />
Het <strong>be</strong>roemdste kunstwerk van het<br />
Gruuthusemuseum is ongetwijfeld de Keizer Karelbuste<br />
in gebakken pijpaarde van de hand van de Duitse<br />
grootmeester Konrad Meit. Het kunstwerk is omstreeks<br />
1520 ontstaan, en geeft de jonge Vlaams-Habsburgse<br />
vorst zeer realistisch weer. De polychromie en de<br />
sierlijke eikenhouten hoed zijn evenwel van latere<br />
datum.<br />
Schoorsteenmantel uit de<br />
vroegere slaapkamer<br />
Eerste helft viiFtiende eeuw,<br />
zondsteen<br />
OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1 7
De kleine ivoren voorwerpen, waarvan de<br />
<strong>be</strong>werking teruggaat tot een zeer oude traditie in de<br />
Grieks-Romeinse en de Byzantijnse wereld, nemen in het<br />
museum een speciale plaats in. Omdat de basismaterie<br />
erg duur was, konden enkel het hof, de hogere<br />
geestelijkheid en de aristocratie zich deze luxeartikelen<br />
veroorloven. De Romaanse abtstai, opgesmukt met een<br />
acanthusblad, kan als een verre uitloper van de<br />
Karolingische ivoor<strong>be</strong>werking <strong>be</strong>schouwd worden.<br />
Andere ivoren voorwerpen die respectievelijk met de<br />
liturgie of het gildenleven verband houden, zijn de<br />
veertiende-eeuwse paxtafel en de armbanden van<br />
Vlaamse zeventiende-eeuwse schuttersverenigingen.<br />
De Normandische stad Dieppe was van de zestiende tot.<br />
vorige eeuw een <strong>be</strong>langrijk centrum voor de aanvoer en<br />
verwerking van ivoor. Het klein ivoren portret van<br />
Elisa<strong>be</strong>th Ponsar houdt verband met deze havenstad.<br />
De Romaanse Madonna als Sedes Sapientiae is het<br />
oudste houten <strong>be</strong>eld in het <strong>be</strong>zit van het museum.<br />
Gotisch <strong>be</strong>eldsnijwerk is in de collectie ruim<br />
vertegenwoordigd, met zowel binnen- als buitenlandse<br />
voor<strong>be</strong>elden. Enige reta<strong>be</strong>lfragmenten of reliëfgroepen<br />
zijn, zoals blijkt uit de merken die erop zijn aangebracht,<br />
van Antwerpse makelij. Andere werken zijn dan weer<br />
uit Brussel of Brabant afkomstig. Mechels zijn de<br />
typische kleine <strong>be</strong>eldjes, ontstaan na 1500, die men ook<br />
'poupeés de Malines' pleegt te noemen, alsmede een<br />
groter <strong>be</strong>eld met de heilige Martinus. Aan een Leuvense<br />
werkplaats is het aangrijpend <strong>be</strong>eld van Christus op de<br />
Koude Steen toe te schrijven. De sierlijke knielende<br />
engel van de Boodschap maakte ongetwijfeld deel uit<br />
van een groter geheel, en is eveneens in een Brabants<br />
<strong>be</strong>eldsnijcentrum ontstaan. Een even <strong>be</strong>langrijk<br />
reta<strong>be</strong>lfragment is de lezende Madonna van Adriaen<br />
van Wesel, afkomstig van een gedocumenteerd Maria<br />
reta<strong>be</strong>l in de Sint-Janskerk te 's-Hertogenbosch.<br />
Daarnaast omvat de museumverzameling nog een<br />
aantal <strong>be</strong>elden van Duitse afkomst.<br />
8 OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1<br />
Krul van een abtstaf,<br />
Vlaanderen<br />
Twaalfde eeuw, ivoor<br />
Paxtafel met Christus aan<br />
het kruis, Vlaanderen(?)<br />
Vijltiende eeuw (?), ivoor<br />
Voor de barokke <strong>be</strong>eldhouwkunst in hout vertoont<br />
de collectie zekere leemtes, die hopelijk via aankoop of<br />
schenkingen aangevuld zullen worden. Van de reeds<br />
vermelde Pepers is een mooi Maria<strong>be</strong>eld <strong>be</strong>waard, en tot<br />
het meer volkskundig snijwerk ten slotte rekenen we<br />
een monumentale negentiende-eeuwse koekenplank<br />
voor speculaas, met de heilige Nikolaas, en een breed<br />
brouwerijreliëf, <strong>be</strong>ide in de keuken van Gruuthuse<br />
tentoongesteld.
Sint-Sebastiaan,<br />
Vlaanderen<br />
Vijftiende eeuw, Ledische zondsteen<br />
Sint-Janshoofd op schaal<br />
Duitsland, einde vijftiende eeuw,<br />
albast<br />
Muntslagersreliëf<br />
1563, zondsteen<br />
9
pag. 10<br />
Toegeschreven aan Konrad<br />
Meit, Buste van keizer Karel<br />
co. 1520, Ierroealto<br />
bovenaan<br />
Onze-Lieve-Vrouw met<br />
kind, Keulen<br />
co. 1420, bukshout<br />
Adriaan van Wesel,<br />
Lezende Maria,<br />
's-Hertogenbosch<br />
Vijftiende eeuw, eik, detail<br />
Knielende engel,<br />
Vlaanderen<br />
co. 1500, eik
De keuken<br />
Vele <strong>be</strong>zoekers voelen zich geïmponeerd door de<br />
oude keuken van het Gruuthusepaleis, met zijn<br />
oorspronkelijke monumentale schouw. In deze ruimte<br />
worden meerdere tafels, zit- en <strong>be</strong>rgmeu<strong>be</strong>ls<br />
tentoongesteld, waaronder een zeventiende-eeuwse<br />
spinde of op<strong>be</strong>rgkast. Aan de muur hangen enkele<br />
handdoekrekjes, waarvan de functie voor zich spreekt.<br />
In de schouw staat er links een grote bronzen kookketel<br />
of zogenaamde 'fournoyspot', die afkomstig is uit het<br />
nabijgelegen Sint-Janshospitaal en gebruikt werd om<br />
water op te warmen. Het 'gevaarte' is omstreeks het<br />
eerste kwart van de zestiende eeuw gegoten door de<br />
Mechelse geel- en klokkengieter Sirnon Waghevens en<br />
steunt op een afzonderlijk smeedijzeren onderstel. In de<br />
onmiddellijke omgeving van deze ketel <strong>be</strong>vindt er zich<br />
een ijzeren haarduitrusting met in het midden een<br />
haardplaat, uitschuifbare haardijzers, een vuurhaal,<br />
12<br />
Gruuthusemuseum Brugge<br />
haalketen, haardgereihanger en vuurtang. Ervoor zijn<br />
links en rechts twee smeedijzeren hekkentjes opgesteld<br />
die de kinderen op veilige afstand van het brandend<br />
haardvuur moesten houden. In deze zaal <strong>be</strong>vinden er<br />
zich gebak-, wafel- en hostieijzers, waarvan de oudste<br />
exemplaren de wapenschilden dragen van de<br />
Bourgondische hertogen Jan zonder Vrees en Filips de<br />
Goede. Op andere wafel- of lukijzers komt een volkse<br />
versiering voor of een oud-Vlaamse nieuwjaarsspreuk<br />
De stemmige ruimte is gestoffeerd met een vrij<br />
uiteenlopende collectie kook-, drink- schenk- en eetgerei,<br />
dat chronologisch te situeren valt tussen de vijftiende en<br />
de negentiende eeuw.<br />
Baardmankruik, Frechen<br />
Steengoed met zouiglozuur<br />
Keuken Gruuthusemuseum Een zeer groot gedeelte van de hier tentoongestelde<br />
voorwerpen is in aardewerk, dat aan de hand van de<br />
gebruikte klei, de baktechniek, de vorm en de versiering<br />
toegeschreven kan worden aan zowel binnen- als<br />
buitenlandse pottenbakkersateliers. Op meerdere<br />
legplanken staan kleine en grote baardmankruiken.<br />
Typisch zijn ook de veldflessen met plat lichaam, die<br />
rondom voorzien zijn van oortjes, waardoor een koord<br />
kon worden gestoken. In deze keuken <strong>be</strong>vinden zich<br />
zowel kleine als grote sierborden in gele of rode klei,<br />
die met allerhande ornamenten opgesmukt werden<br />
vooraleer ze gebakken werden. Monochrome of<br />
meerkleurige faience uit Brussel, Friesland, Delft en<br />
Noord-Frankrijk wordt hier ook geëxposeerd, naast een<br />
keuze uit de rijke collectie groene wijn- of portoflessen.<br />
Sommige flessen zijn voorzien van al dan niet<br />
gekroonde wapenschilden of initialen van adellijke<br />
families, waarvan slechts enkele geïdentificeerd konden<br />
worden. Het is <strong>be</strong>kend dat Brugge over een glasblazerij<br />
<strong>be</strong>schikte en de flessen zelf voorzag van ijkringen.<br />
Gruuthuse <strong>be</strong>schikt over kleine en grote vijzels of<br />
mortieren, die niet alleen in de keuken maar ook in de<br />
aansluitende apotheek tentoongesteld worden.<br />
Verschillende exemplaren werden overeenkomstig de<br />
Nederlandse of Latijnse opschriften in Brugge of in<br />
Mechelen gegoten. Andere daarentegen werden<br />
vervaardigd te Rotterdam of in Deventer. Op enkele<br />
boorden van de legplanken staan verschillende tinnen<br />
borden met ingeslagen Brugse merktekens uit de late<br />
achttiende of het <strong>be</strong>gin van de negentiende eeuw.<br />
Deze gegraveerde schotels houden verband met de<br />
geboorte van een kindje en vermelden de naam van de<br />
meter en een jaartal. Naast deze doopschotels bleven<br />
ook prijsschotels <strong>be</strong>waard die geschonken werden naar<br />
aanleiding van een prijsschieting bij een lokale<br />
schuttersgilde.<br />
OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1 13
Keramiek<br />
De keramiekverzameling van het Gruuthuse<br />
museum is zeer omvangrijk, en kan daarom slechts<br />
gedeeltelijk geëxposeerd worden. De voornaamste en<br />
meest typische voor<strong>be</strong>elden van bijna alle productiecentra<br />
worden getoond in de daartoe ingerichte keramiekzaat<br />
in de museumkeuken en de daarbij aansluitende<br />
apotheek, alsook in de kleine kabinetten op de<br />
verdieping. Gallo-Romeins en middeleeuws aardewerk<br />
wordt tentoongesteld in de archeologische sectie van de<br />
nabijgelegen museumdiensten Sint-Jan.<br />
14 OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1<br />
Het chronologische zwaartepunt van de keramiek<br />
collectie ligt bij de postmiddeleeuwse periode en wordt<br />
rond 1900 afgesloten. Volgens de aard van het baksel,<br />
het decor of de <strong>be</strong>schildering en het glazuur kan deze<br />
groep gebruiks- en kunstvoorwerpen ingedeeld worden<br />
in rood en geel aardewerk, steengoed, faience en porselein.<br />
Bij de rood oxiderend gebakken voorwerpen neemt de<br />
Vlaamse productie in het algemeen de grootste plaats in.<br />
Veel alledaagse onversierde kook- en hengselpotten,<br />
warmwaterketels, schenkkannen, vergieten tot zelfs zeer<br />
grote versierde of onversierde borden <strong>be</strong>horen tot deze<br />
categorie. De versiering is in vele gevallen aangebracht<br />
door middel van een wit of rood opgelegd decor in<br />
ringeloortechniek en is daarna overtrokken met gekleurd<br />
of ongekleurd loodglazuur. Tot de <strong>be</strong>kendste objecten in<br />
zowel rood als geel aardewerk zijn de hengselpotjes, de<br />
waterfluitjes en de wijwatervaatjes uit <strong>be</strong>t West-Vlaamse<br />
Torhout te rekenen. Ten onrechte worden soms talrijke<br />
siervoorwerpen aan dit productiecentrum toegeschreven,<br />
zoals aardewerk uit Marburg, Nederrijnse ateliers of<br />
andere tot op heden nog niet geïdentificeerde Zuid<br />
Nederlandse of Noord-Franse centra.<br />
Vergiet of visschotel,<br />
Friesland (?)<br />
ca. 1800 (?}, faience, blauwe<br />
<strong>be</strong>schildering en tinglazuur<br />
Snavelkan met zilveren<br />
deksel, waarop het<br />
wapenschild van abt<br />
Campmans van de abdij Ter<br />
Duinen in Brugge, Delft (?)<br />
Faience, <strong>be</strong>gin zeventiende eeuw,<br />
blauwe <strong>be</strong>schildering en tinglazuur
Gruuthusemuseum Brugge<br />
Sierkruik met pelikaanfries,<br />
Ra eren<br />
1599, steengoed mei bruin<br />
zouiglozuur
Wandtegels, Nederlanden,<br />
zeventiende
Glas<br />
Net zoals in kerken en kloosters, is in de musea<br />
weinig van de middeleeuwse glasraamkunst <strong>be</strong>waard<br />
gebleven, zeker in vergelijking met de andere toegepaste<br />
kunsten. De sierlijke, gebrandschilderde en<br />
visblaasvormige venstervullingen met zwevende<br />
engelen, waarvan men aanneemt dat ze uit het Brugse<br />
stadhuis afkomstig zijn, zijn de oudste in het Gruuthuse<br />
<strong>be</strong>waarde getuigenissen van het glazeniersambacht<br />
Nog in dezelfde gotische geest, maar chronologisch wel<br />
een eeuw later te situeren, zijn de Sint-Joris- en Sint<br />
Michielsfiguren uit de gildenkapel van de schilders en<br />
de glazeniers. Deze twee naast elkaar opgestelde<br />
heiligen met een uitgelengde spitse houding getuigen<br />
eveneens van een grote esthetische zeggingskracht.<br />
De op verschillende plaatsen in het museum<br />
tentoongestelde kleine - ronde of ovale<br />
glasraammedaillons heb<strong>be</strong>n meestal religieuze<br />
onderwerpen, en maakten uiteraard deel uit van<br />
kruisramen of grotere ensembles.<br />
Zowel de doorzichtige als de gekleurde drink- en<br />
schenkglazen uit de achttiende en de negentiende eeuw<br />
zijn in de museumverzameling vrij goed<br />
vertegenwoordigd in de collecties. Daarnaast <strong>be</strong>zit het<br />
Gruuthuse nogal wat laatbarokke hoge kelkvormige<br />
glazen met balustervormige stam, waarvan het<br />
bovendeel meestal gegraveerd is met zeilschepen,<br />
gebouwen, bloemenguirlandes en allerlei personages.<br />
Veelal gaat het om Luikse, Hollandse en Duitse glazen,<br />
of vermoedelijk in Nederland gegraveerd kristal.<br />
Uit dezelfde periode dateren ook de slanke groene<br />
wijnflessen, waarvan er enige exemplaren het<br />
wapenschild van een adellijke familie of een loden<br />
ijkring dragen. Ze werden vervaardigd door de<br />
flessenfabrikant A.J. de Cornet uit Gent, die zich in de<br />
omgeving van de Jeruzalemkerk te Brugge installeerde<br />
en van 1749 tot 1770 de typische portflessen met<br />
kraagrand op grote schaal vervaardigde en exporteerde.<br />
Kelkvormig glas met<br />
wapen van de Brugse<br />
rederijkerskamer der<br />
'Drie Sanctinnen', Brugge<br />
Achffiende eeuw, doorzichtig<br />
gegraveerd glas
Glasraam met engel,<br />
Brugge<br />
Begin vijltiende eeuw,<br />
gebrandschilderd glos<br />
Glasraam, Keizer Heraclius<br />
draagt het kruis in 629<br />
naar de stad Jeruzalem,<br />
Zuidelijke Nederlanden<br />
Zestiende eeuw, gebrandschilderd<br />
glos<br />
Wijn- of potfles, Brugge<br />
1712, groen glos<br />
Roemervormig wijnglas<br />
met braamnoppen<br />
Achfliende eeuw, groen glos<br />
19
Zilverwerk<br />
De omvangrijke collectie edelsmeedkunst uit<br />
Gruuthuse is een van de <strong>be</strong>langrijkste van het land,<br />
en omvat meer dan tweehonderd stuks, waarbij er<br />
verschillende getuigen van een grote kunsthistorische<br />
waarde en een degelijk vakmanschap. Alhoewel eertijds<br />
tientallen goud- en zilversmeden, onder wie menig<br />
vooraanstaand meester, heb<strong>be</strong>n bijgedragen tot de<br />
<strong>be</strong>kendheid en de uitstraling van het Brugse liturgische<br />
en profane zilver, is er van vóór het Calvinistisch<br />
<strong>be</strong>wind weinig van die productie overgebleven. Aan de<br />
hand evenwel van aankopen en schenkingen groeide het<br />
museum<strong>be</strong>zit goed aan, wat niet wegneemt dat er nog<br />
enige leemtes aan te wijzen zijn.<br />
In tegenstelling tot het zilverwerk van de<br />
<strong>be</strong>dehuizen of kloosters, <strong>be</strong>helst de verzameling van het<br />
Gruuthusemuseum overwegend ambachtelijk en<br />
burgerlijk zilver. Het kerkelijk en eucharistisch vaatwerk<br />
dateert hoofdzakelijk uit de zeventiende eeuw of later.<br />
20 OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1<br />
Gedurende de Contrareformatie, die in de kunst<br />
geschiedenis zowat samenvalt met de barok maar waarin<br />
ook nogal wat motieven uit de late Renaissance bleven<br />
naleven, werden voor de kerkelijke instellingen in<br />
Brugge en omgeving talrijke liturgische voorwerpen in<br />
zilver gemaakt. Deze stijlperiode wordt in de collecties<br />
prachtig geïllustreerd onder andere door een ostensorium<br />
van 1631, een chrismatoriurn van J. Blaevoet uit<br />
Ramskapelle, en een pronkkelk van A. Kerckhof met<br />
onder andere taferelen uit het lijden van Christus.<br />
Uit het Noord-Franse Rijsel is een fraaie ciborie in<br />
Ladewijk XIV-stijl <strong>be</strong>waard.<br />
Ambachtelijk en burgerlijk zilver uit de achttiende<br />
en de negentiende eeuw is in de collectie goed<br />
vertegenwoordigd. Andere stukken zijn afkomstig van<br />
confrérieën en godvruchtige genootschappen.<br />
Hierbij vermelden wij vooral de halsketting van de<br />
Confrérie van het Heilig Sacrament van 1764 en de vele<br />
negentiende-eeuwse voor<strong>be</strong>elden van zilveren<br />
flam<strong>be</strong>euwschilden.<br />
Groot schild van het Brugse<br />
bakkersgilde, Brugge<br />
1769, deels verguld zilver en<br />
geelkoper<br />
Schild van het Brugse<br />
brouwersgilde, Brugge<br />
1695, deels verguld zilver
Van talrijke Brugse ambachten bleven grote draag<br />
tekens of borstschilden <strong>be</strong>waard, die nu tot de pronk<br />
stukken van de erezaal van het museum gerekend<br />
kwmen worden. De Brugse krijgs- en rederijkersgilden,<br />
die niet op basis van een <strong>be</strong>roep doch van een militair of<br />
recreatief doeleinde samengesteld werden, heb<strong>be</strong>n<br />
eveneens representatieve voorwerpen in edelsmeedwerk<br />
nagelaten, zoals de sireschakel van de Sint-Sebastiaans<br />
gilde van Sint-Kruis Brugge van circa 1560. Enkele<br />
zeventiende-eeuwse ronde schilden met prachtig<br />
drijfwerk zijn in verband te brengen met de <strong>be</strong>kende<br />
rederijkerskamer 'De Drie Sanctinnen' en het plaatselijke<br />
Sint-Jorisgilde. Een ander <strong>be</strong>langwekkend Gruuthuse<br />
object in zilver is de merkwaardige trekring met ketting<br />
van een andere Brugse rederijkerskamer, namelijk die<br />
van de heilige Geest. Van het burgerlijk zilver uit de<br />
vijftiende eeuw, is de plaket van Lodewijk van<br />
Gruuthuse ongetwijfeld een van de <strong>be</strong>langrijkste<br />
aanwinsten van de laatste jaren. Dit kunstwerk was<br />
oorspronkelijk met zilver opgesmukt, en versierde<br />
misschien een van de boekbanden uit de <strong>be</strong>roemde<br />
Gruuthuse-librije.<br />
Groot schild van het Brugse<br />
Sint-Lucasgilde, Brugge<br />
1758, deels verguld zilver en<br />
koper<br />
Gruuthusemuseum Brugge<br />
Het zilveren, realistisch uitgevoerde gerechtigheids<br />
hoofd en de daarbij horende vuist werden vervaardigd<br />
ingevolge een rechterlijk vonnis. De edelsmeden vonden<br />
in de rijke Vlaamse steden koop- en kapitaalkrachtige<br />
afnemers, die gouden en zilveren gebruiksvoorwerpen<br />
als een statussymbool <strong>be</strong>schouwden. De via Frankrijk<br />
verspreide eet- en tafelgewoontes, waren uiteraard het<br />
voorrecht van de rijken. Alhoewel Antwerpen zowel<br />
kwalitatief als kwantitatief op het vlak van de zilver<br />
productie toonaangevend was, werden in verschillende<br />
Vlaamse steden eveneens mooie kunstvoorwerpen<br />
vervaardigd. In Brugge leverden generaties zilversmeden<br />
de meest uiteenlopende tafel<strong>be</strong>nodigdheden, waarbij<br />
alle decoratieve stijlen aan bod kwamen. Pronkstukken<br />
in de Gruuthusecollectie zijn hierbij de drink<strong>be</strong>ker met<br />
deksel van Loys van Nieukerke van 1610-1611,<br />
de getorste pronk<strong>be</strong>ker in Lodewijk XV-stijl, die eertijds<br />
<strong>be</strong>hoorde aan stadsschout Valentin Stappens, en de<br />
koffiekan in dezelfde stijl, vervaardigd door zilversmid<br />
Ferdinand Du Baele (1761). Voorwerpen die in verband<br />
staan met het thee- en chocoladegebruik in de achttiende<br />
eeuw ontbreken vooralsnog in de collecties, maar olie<br />
en azijnstellen, een mosterdpot, een tafelkomfoor,<br />
borden, <strong>be</strong>stekken en tafelkandelaars zijn wel aanwezig.<br />
21
Groep tafelzilver, Vlaams<br />
Achffiende en <strong>be</strong>gin negentiende<br />
eeuw, zilver<br />
Plooivark, lepel en foedraal<br />
van Cornelie<br />
Vanderplancke, Brugge<br />
16 19- 1620, zilver en leder<br />
Gruuthusemuseum Brugge<br />
Plaket van Ladewijk van<br />
Gruuthuse, Brugge<br />
1461-1492, zilver<br />
Reliekhouder, Brugge<br />
163 1, zilver
Sint Joris te paard,<br />
oHerandeschotel, Nürn<strong>be</strong>rg<br />
Zestiende eeuw, geelkoper<br />
24<br />
Koper en brons<br />
Zowat in alle zalen van het Gruuthusemuseum treft<br />
de <strong>be</strong>zoeker karakteristieke voorwerpen aan in geelkoper<br />
en brons, vervaardigd door lokale of uitheemse<br />
ambachtslui. De zeer uitgebreide verzamelingen<br />
omvatten zowel kerkelijk als burgerlijk koperwerk,<br />
daterend van de vijftiende-zestiende eeuw tot en met de<br />
negentiende eeuw. Bronzen of koperen objecten van<br />
vóór de zestiende eeuw zijn vrij schaars, want veel is ten<br />
gevolge van oorlogsomstandigheden in de smeltkroes<br />
verdwenen. Vijftiende- of zestiende-eeuws zijn de mooie<br />
gedreven offerandeschotels in geelkoper, met<br />
voorstellingen van Adam en Eva, Sint-Joris met de draak<br />
en de Boodschap aan Maria. Liturgisch koperwerk komt<br />
in het Gruuthuse eveneens voor, zoals blijkt uit de<br />
tentoongestelde wierookvaten en altaarschellen.<br />
De laatgotische lavaboketeltjes of aquamaniles<br />
daarentegen hadden zowel een liturgisd1e als een<br />
profane functie. De bidkapel biedt plaats aan een<br />
koperen processiekruis van 1624 uit de kerk van Hoeke<br />
bij Sluis, een geajoureerde altaarlezenaar van 1775, een<br />
collectebus van de Confrérie van Onze-Lieve-Vrouw van<br />
Assebroek (1730) en enige fraaie gedreven wandschilden<br />
in rocaille-stijl. Zowel de kerken, kapellen, kloosters als<br />
burgerlijke gebouwen lieten bronzen klokken maken.<br />
Een zeldzaam overblijfsel van het Brugse renaissan<br />
cistische klokkenpatrimonium is de Sint-Basiliusklok<br />
van Marc Le Serre van 1592. Verder <strong>be</strong>zit het museum<br />
nog twee zeventiende-eeuwse klokken, de ene<br />
vervaardigd door de Antwerpse klokgieter Meichior de<br />
Haze (1632-1687), de andere door de Bruggeling Alex<br />
Cambron (1682).<br />
Gruuthusemuseum Brugge<br />
Van Uitzonderlijke <strong>be</strong>tekenis is de grafplaat in<br />
geelkoper van A. Porcket, meester en ontvanger van het<br />
Brugse Sint-Juliaansgodshuis. Tot het zuiver utilitaire en<br />
profane koper- en bronswerk van de zestiende eeuw,<br />
rekene men vooral de monumentale ketel of grape uit de<br />
Gruuthusekeuken. Dit indrukwekkende recipiënt kan<br />
<strong>be</strong>st vergeleken worden met een vooralsnog in Engeland<br />
<strong>be</strong>waard exemplaar. Beide ketels zijn uit Mechelen<br />
ingevoerd. Het Gruuthuse-exemplaar werd vrijwel zeker<br />
in het naburige SinHanshospitaal gebruikt. Vijzels en<br />
mortieren, onmisbaar in de huishouding en de apotheek<br />
voor het verbrijzelen van kruiden en ingrediënten,<br />
komen in de verzameling zeer goed aan bod.<br />
De zestiende-eeuwse mortieren zijn voornamelijk<br />
afkomstig uit Mechelen, een stad die op dat vlak<br />
overigens toonaangevend was. Van de lokale of te<br />
Brugge werkzame ambachtslui met name J. Blanpain,<br />
N. Moerman en G. Dumery zijn eveneens bronzen<br />
mortieren <strong>be</strong>waard. De koperslagers die te Brugge met<br />
andere aanverwante <strong>be</strong>roepen tot het <strong>be</strong>langrijke<br />
smedenambacht <strong>be</strong>hoorden, heb<strong>be</strong>n heel wat koperwerk<br />
nagelaten dat verspreid over de diverse museumzalen<br />
wordt tentoongesteld. Grapen en kookketels,<br />
schuimspanen, doof- of bluspotten en vuurtangen<br />
werden gebruikt in de keuken en bij de haard. Zowel op<br />
de tafel, in de muurnissen en op andere plaatsen,<br />
stonden kandelaars. De collectie omvat zowel pin-,<br />
knoop- als schijfkandelaars van alle periodes, alsmede<br />
olielampen en geornamenteerde wandblakers.<br />
.<br />
Bedpannen met gegraveerde of gehamerde deksels<br />
werden gebruikt om zich te verwarmen. Oud <strong>be</strong>stek in<br />
koper ten slotte wordt geïllustreerd door figuratief<br />
versierde twee- of drietandige vorken en messen met<br />
fraaie heften en op- of inlegwerk.<br />
Grafplaat van broeder A<strong>be</strong>l<br />
Porcket, Brugge (?)<br />
I 509, geelkoper
OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1 25
Het roken van de kleipijp veronderstelde ook het<br />
gebruik van tabaksdozen, en hiervan getuigen enkele<br />
gedreven achttiende-eeuwse exemplaren uit de Duitse<br />
stad Iserlohn, met vooral historische, militaire of<br />
vorstelijke voorstellingen.<br />
Voor de uitzonderlijke koperen weegtoestellen,<br />
de maten en de gewichten verwijzen wij naar het<br />
des<strong>be</strong>treffende hoofdshlk, evenals voor de niet minder<br />
<strong>be</strong>langrijke groep van koperen zegelmatrijzen.<br />
Collectebus van de<br />
Confrerie van Onze-Lieve<br />
Vrouw van Assebroek,<br />
Vlaanderen<br />
1730, geelkoper<br />
J.A. Keppelman, tabaks·<br />
doos, Duits<br />
1757, rood- en geelkoper<br />
Jan van den Gheyn IV,<br />
vijzel of mortier, Mechelen<br />
1680, brons<br />
OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1 27
Maten en gewichten<br />
Op het vlak van de gewichten mag het Gruuthuse<br />
museum zich <strong>be</strong>roemen op een vrij uitgebreide collectie<br />
met zelfs enige topstukken. Dit is <strong>be</strong>slist het geval met<br />
een prachtig Ni.irn<strong>be</strong>rgs sluit- of pijlgewicht dat <strong>be</strong>staat<br />
uit een reeks in elkaar passende bakjes, waarvan het<br />
buitenste een zeer mooi versierd deksel met een<br />
scharnier en een rijk uitgewerkte sluiting heeft. Dit door<br />
de <strong>be</strong>ëdigde meesters en wegers geijkte meetinstrument<br />
uit de zestiende eeuw is het grootste <strong>be</strong>waarde<br />
exemplaar in de Nederlanden. Het geheel weegt niet<br />
minder dan 64 pond!<br />
Tot dezelfde periode <strong>be</strong>horen de houten maat<strong>be</strong>kers<br />
voor droge waren, en de metrieke korenschaal met<br />
houten afstrijkstok voor het <strong>be</strong>palen van de massa van<br />
graan. IJzeren weegschalen, houten balansen met<br />
ijkmerken en w1sters of 'Romeinse balansen', maken ook<br />
deel uit van het meetinstrumentarium dat door de<br />
officie van de ijking werd gebruikt. Tot slot zijn er nog<br />
de houten vouwmeters, meetlatten, ellen en<br />
vergierroeden te vermelden, waarvan het gebruik voor<br />
de hand ligt.<br />
28 OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1<br />
Inhoudsmaat van Neder<br />
Boelare, Oudenaarde<br />
I 620, geelkoper<br />
Al<strong>be</strong>rtus Weinmann,<br />
pijlgewicht, Nürn<strong>be</strong>rg<br />
1568, brons
De erezaal met wand·<br />
tapijten<br />
Wandtapijten<br />
De collectie wandtapijten is zonder enige twijfel een<br />
van de <strong>be</strong>langrijke troeven van dit museum. Van de<br />
meer dan twintig stuks waarover het museum <strong>be</strong>schikt,<br />
wordt het merendeel sinds de vernieuwde opstelling<br />
tentoongesteld. Weefsels die ooit tot één en dezelfde<br />
serie <strong>be</strong>hoorden of die deel uitmaakten van reeksen met<br />
een analoog onderwerp, zijn thans samen geëxposeerd.<br />
Wandtapijten ontwierp men zelden afzonderlijk.<br />
Zij maakten deel uit van een reeks of 'kamer', waarop<br />
een heel verhaal voorgesteld werd.<br />
De verzameling omvat hoofdzakelijk wandtapijten<br />
van Brugse makelij en hiermee wordt uiteraard rekening<br />
gehouden bij nieuwe aankopen. In de verschillende<br />
zalen hangen zowel zestiende- als zeventiende-eeuwse<br />
wandtapijten, die soms nog in de boorden voorzien zijn<br />
van het stadsmerk, de weversspoel en de merken van de<br />
wever of zijn atelier. De Brugse 'tapijtsiers' vroegen in<br />
1547 een eigen merkteken aan dat onder de vorm van<br />
een gekroonde gotische 'b' ingeweven werd. Vanaf het<br />
einde van de zestiende eeuw gebruikten zij echter een<br />
ander teken, namelijk de spoel of 'broche'. Het was een<br />
typisch instrument dat bij de vervaardiging met de<br />
'houtelisse' of staande weefgetouwen aangewend werd.<br />
Zoals de weversspoel <strong>be</strong>wijst, werkte men eertijds te<br />
Brugge op getouwen met hoge schering, in tegenstelling<br />
Gruuthusemuseum Brugge<br />
tot andere centra in Vlaanderen, waar men overwegend<br />
op een liggend weefgetouw werkte.<br />
Slechts enkele wandtapijten uit het museum dateren<br />
uit de zestiende eeuw. Van alle in de stad geweven<br />
tapijten is slechts van één de naam van een ontwerper<br />
of kartonschilder <strong>be</strong>kend, namelijk Lancetoot Blondeet<br />
(1498-1561).<br />
Achter de buste van keizer Karel V hangt een klein<br />
verdurefragment Het werd in 1528-1529 te Brugge<br />
geweven in het atelier van Antoon Segon, naar de<br />
ontwerpen van Lancetoot Blondeet en Willem de<br />
Hollandere. In verdures worden bloemen en planten<br />
voorgesteld, afgewisseld met dieren. Deze bloementapijten<br />
getuigen van een groot realisme en een liefde voor de<br />
natuur. Dit fragment maakte deel uit van een veel groter<br />
geheel, waarin centraal een blazoen of wapenschild<br />
verwerkt was. Het is afkomstig van de vroegere<br />
Schepenkamer van het Brugse Vrije. In deze horizontale<br />
bloementapijten kwamen de wapens voor van Karel V,<br />
met de dub<strong>be</strong>le adelaar waarrond de ketting van het<br />
Gulden Vlies, en die van het Brugse Vrije.<br />
29
In de wapenzaal worden drie zestiende-eeuwse<br />
wandtapijten getoond met taferelen uit de antieke<br />
geschiedenis, die <strong>be</strong>titeld kunnen worden als het Leven<br />
of de Triomf van Caesar. Deze reeks telde in totaal<br />
waarschijnlijk een vijftiental onderwerpen die nu<br />
verspreid zijn over meerdere locaties. Het museum <strong>be</strong>zit<br />
uit deze serie de Clementie van de veldheer, een<br />
Gevechtstaferee/ (dat een weversmerk draagt) en de<br />
Toespraak van de veldheer. Deze wandtapijten heb<strong>be</strong>n de<br />
typische gele en rode kleuren in. de boorden, die men<br />
ook weervindt op de reeks van Gombaut en Macée.<br />
30<br />
Reeds vanaf de dertiende eeuw verbleven Spaanse<br />
handelaars te Brugge, waar zij <strong>be</strong>drijvig waren in de<br />
invoer van wol, de noodzakelijke grondstof voor de<br />
Vlaamse lakennijverheid. Nogal wat Spanjaarden<br />
integreerden zich in het stedelijk leven en <strong>be</strong>kleedden<br />
openbare functies. Zij vormden samen met de Italiaanse<br />
en de Duitse handelaars de ruggengraat van de<br />
internationale bloei van Brugge. De in deze stad<br />
gevestigde Spanjaarden verscheepten talrijke<br />
kw1stwerken, waaronder wandtapijten, naar hun<br />
thuisland. Een <strong>be</strong>kend voor<strong>be</strong>eld is het wapentapijt van<br />
de familie Nagera.<br />
De minzaamheid van<br />
Re<strong>be</strong>cca, Brugge<br />
Zeventiende eeuw, wo l en zijde
De profeet Samuël bij Jesse,<br />
Brugge<br />
Tweede helft zestiende eeuw,<br />
wo l en zi;de<br />
In de zaal die toegang verleent tot de <strong>be</strong>kende<br />
vijftiende-eeuwse bidkapel van Gruuthuse hangt een<br />
bijna vierkant wandtapijt met de Kruisafneming van<br />
Christus uit de eerste helft van de zestiende eeuw,<br />
waarvan men niet weet waar het vervaardigd is.<br />
De voorstelling is gevat in een triomfboog in renaissance<br />
stijl met een drieledige omlijsting met kapiteelpilasters.<br />
Het wandtapijt werd geweven naar een gravure van de<br />
Italiaanse kunstenaar Marcantonio Raimondi, die zich<br />
op zijn <strong>be</strong>urt liet inspireren door Rafaël.<br />
De vier wandtapijten uit de late zestiende eeuw, die<br />
in de erezaal van het museum tentoongesteld worden,<br />
illustreren het levensverhaal van de herder Gombaut en<br />
de herderin Macée. De volledige serie telde<br />
oorspronkelijk acht onderwerpen, verdeeld over negen<br />
weefsels. Het eerste thema is over twee wandtapijten<br />
opgesplitst. Een volledige reeks met hetzelfde<br />
onderwerp wordt nog <strong>be</strong>waard in het museum van de<br />
Franse stad Saint-Ló. Op deze kleurrijke serie wordt het<br />
on<strong>be</strong>kommerd landelijk herdersleven geïllustreerd aan<br />
de hand van de <strong>be</strong>langrijkste levensfasen en verklaard<br />
door ingeweven teksten. Veel dub<strong>be</strong>lzinnige situaties<br />
worden in deze opschriften toegelicht en metaforisch<br />
geïnterpreteerd. De nadruk wordt gelegd op de<br />
ontluikende seksualiteit, die achteraf zal leiden tot een<br />
huwelijk, de ouderdom en ten slotte de dood.<br />
Gruuthusemuseum Brugge<br />
Verduretapijt (fragment),<br />
Brugge<br />
1528-1530, wol en zi;de, detail<br />
Het verhaal van Gombaut en Macée was blijkbaar<br />
succesvol. Het wordt onder meer getoond in een reeks<br />
houtgravures die op het einde van de zestiende eeuw<br />
gedrukt werden door een graveur-uitgever uit Tours,<br />
die zich omstreeks 1596 te Parijs had gevestigd. Het<br />
komt tevens voor op een tapijtenreeks die vóór 1627 en<br />
wellicht ook nog daarna werd geweven in de Parijse<br />
ateliers du Faubourg St.-MarceL Dat het thema in de<br />
Nederlanden geliefd was blijkt uit de Brugse reeks, maar<br />
ook uit gelijkaardige series die in Brussel en Oudenaarde<br />
werden geweven.<br />
OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1 31
Twee Brugse wandtapijten uit de museumverzameling<br />
<strong>be</strong>horen tot de zesdelige serie met de Geschiedenis van<br />
Pompeius en zijn omstreeks 1640-1650 te dateren.<br />
Deze kleurrijke weefsels heb<strong>be</strong>n als onderwerp<br />
De onderwerping van Tigranes en De onderwerping van<br />
Labienus. Deze Geschiedenis van Pompeius is de enige<br />
<strong>be</strong>kende Brugse zeventiende-eeuwse reeks met taferelen<br />
uit de antieke geschiedenis. In dezelfde periode weefde<br />
men in de ateliers van Brussel wandtapijten met<br />
hetzelfde thema. Er moeten dus blijkbaar wisselwerkingen<br />
geweest zijn tussen de <strong>be</strong>ide centra. In de boorden van<br />
de tapijten uit de Brugse reeks worden de werken van<br />
Hercules getoond. Zij vormen als het ware de<br />
mythologische parallel van de heroïsche deugden die<br />
door de historische daden van Pompeius worden<br />
verwezenlijkt. In de zijboorden komen duidelijk de<br />
gebruikelijke Brugse stadsmerken met de gotische 'b'<br />
en de weversspoel voor, alsook een niet-geïdentificeerd<br />
weversmonogram.<br />
Het Gruuthusemuseum <strong>be</strong>zit drie wandtapijten van<br />
de zeer populaire en succesrijke serie van de Zeven Vrije<br />
Kunsten, die te Brugge meermaals geweven werd tussen<br />
het midden en het derde kwart van de zeventiende<br />
eeuw. Van deze reeks zijn ondertussen minstens elf<br />
edities <strong>be</strong>kend in binnen- en buitenlandse openbare en<br />
privé-verzamelingen. Een normale uitgave van de serie<br />
omvat acht stuks, met één wandtapijt voor elk der vrije<br />
kunsten, alsook de zogenaamde 'apotheose' waarop alle<br />
zeven vrije kunsten uitge<strong>be</strong>eld worden. De Brugse<br />
tapijten werden geweven naar olieverfschilderijen van<br />
de Antwerpse kunstenaar Cornelis Schut (1597-1655).<br />
De Zeven Vrije Kunsten verzinne<strong>be</strong>elden het leer<br />
programma dat eigen is aan de vrije mens, <strong>be</strong>horend tot<br />
de toenmalige hogere stand. De eerste stap van dit<br />
programma <strong>be</strong>helsde drie vaardigheden, het Trivium,<br />
met in volgorde de Grammatica of het leren lezen en<br />
schrijven, de Dialectica, de redeneerkunst of de eerste<br />
basis van het filosofisch denken en de Retorica, de kunst<br />
van het spreken in het openbaar. Daarop volgt het<br />
Quadrivium met de vier exacte wetenschappen,<br />
namelijk de Aritmetica of wiskunde, de Geometria of<br />
meetkunde, de Musica en ten slotte de Astrologia of<br />
Astronomia. In de Apotheose - het grootste wandtapijt uit<br />
deze serie - zijn de Zeven Vrije Kunsten op een weids<br />
terras verenigd in een harmonische samenkomst.<br />
Men herkent van links naar rechts Astrologia met de<br />
hemelsfeer, in het midden de orgelspelende Musica, die<br />
door een fluitspelend kindje <strong>be</strong>geleid wordt, en rechts<br />
daarvan ligt Geometria op de grond met de wereldbol<br />
en daarnaast een open boek en plannen van militaire<br />
gebouwen. Achter haar zit Aritmetica aan een tafel,<br />
terwijl zij in een koopmansregister kijkt dat door een<br />
jongeling wordt vastgehouden. Volledig in het midden<br />
geeft Grammatica les aan twee kinderen. De gelauwerde<br />
Mercurius met staf stelt de Retorica voor en is in gesprek<br />
met Dialectica, die een <strong>be</strong>eldje vasthoudt.<br />
De onderwerping van<br />
Tigranes, Brugge<br />
1640- 1650, wol en zi;de, detail
Gruuthusemuseum Brugge<br />
De zeven vrije kunsten,<br />
(geheel), Brugge<br />
ca. /675, wol en zi;de<br />
Tussen de vier gedraaide zuilen op de achtergrond<br />
staat een triomfboog met op het centrale boogveld<br />
attributen van vijf kunsten of Artes. Op de sierlijke<br />
boord bovenaan staat in een cartouche een Latijns<br />
opschrift dat vertaald kan worden als 'De oorlog<br />
onderdrukt de Kunsten, door wie hij ondersteund<br />
wordt'. Van deze allegorische groepering van kunsten en<br />
wetenschappen, die getuigt van een grote graad van<br />
verfijning en luxe, <strong>be</strong>zit het museum drie exemplaren:<br />
het geheeltapijt, of de zogenaamde Apotheose,<br />
de Dialectica en de Astrologia, evenwel <strong>be</strong>horende tot<br />
twee verschillende series.<br />
Dialectica, uit de serie van<br />
De zeven vrije kunsten,<br />
Brugge<br />
co. /675, wol en zi;de<br />
OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1 33
Gruuthusemuseum Brugge<br />
34<br />
Tweedeurskast met<br />
briefpanelen, Vlaanderen<br />
Begin zestiende eeuw, eik<br />
Gotische koffer, Vlaams<br />
Vijftiende-zestiende eeuw, eik<br />
Kabinetkast, Antwerpen<br />
Ze ventiende eeuw, hout, iv oor en<br />
schildpad<br />
Meu<strong>be</strong>ls<br />
De Gruuthusecollectie van meu<strong>be</strong>ls en meubilair<br />
omvat met uitzondering van de Romaanse stijl zowat<br />
alle periodes. De authenticiteit of de ouderdom van<br />
sommige gotische stukken is niet steeds geheel<br />
onomstreden. Volledig gave meu<strong>be</strong>len uit de late<br />
Middeleeuwen zijn immers uiterst zeldzaam en zoals<br />
ook in andere musea is vastgesteld, werden dikwijls<br />
oorspronkelijke structurele of decoratieve elementen bij<br />
restauraties of reconstructies in min of meerdere mate<br />
opnieuw samengebracht. Het dateren ge<strong>be</strong>urt<br />
overwegend op grond van de typologie van de meu<strong>be</strong>ls,<br />
waarbij rekening gehouden moet worden met het feit<br />
dat talrijke meu<strong>be</strong>ltypes door verschillende generaties<br />
gekopieerd werden. Zowel de gotische als de latere<br />
meu<strong>be</strong>ls zijn gemaakt volgens het principe van de<br />
skeletbouw met een geraamte van stijlen en regels die<br />
door pen- en gatverbindingen in elkaar worden gezet.<br />
De niet-constructieve delen worden opgevuld met<br />
houten panelen, die veelal voorzien zijn van leder<br />
versiering of gelooid perkament, of van gesculpteerde<br />
decoratieve motieven zoals een Sint-Andrieskruis,<br />
bladwerk en druiventrossen. Maaswerk en visblaas<br />
motieven die vaak in deze paneeltjes voorkomen,<br />
herinneren aan de gotische venstertraceringen uit de<br />
bouwkunst. Het zijn vooral de vrij eenvoudige twee- of<br />
vierdeurskasten met centrale makelaar die onze aandacht<br />
vragen, evenals het hangkastje, waarbij het zichtbare<br />
<strong>be</strong>slagwerk vanaf de tweede helft van de zestiende<br />
eeuw verdwijnt, of <strong>be</strong>perkt blijft tot sleutelplaten en<br />
scharnieren. De koffers in 'gotische stijl' dateren in vele<br />
gevallen uit latere tijden, maar heb<strong>be</strong>n hun nut als<br />
didactisch materiaal voor de studie van het <strong>be</strong>rgmeu<strong>be</strong>l<br />
en de meu<strong>be</strong>lornamentiek<br />
Zittekisten of banken ontbreken vooralsnog in de<br />
Gruuthusecollecties, alsmede driepikkels of<br />
'scupstoelen'. Het knielbankje of 'scha<strong>be</strong>l' met de<br />
gotische inscripties 'Jhesus' en 'Maria' is een interessant<br />
meu<strong>be</strong>ltje, maar de authenticiteit ervan wordt door<br />
sommigen <strong>be</strong>twijfeld.
De mooie tweedeurskasten uit de erezaal en de<br />
renaissancezaal zijn de voornaamste Gruuthusemeu<strong>be</strong>ls<br />
uit de Renaissance. De sierlijke kast waarop de<br />
portretbuste van Karel V prijkt, heeft een klassieke<br />
vormgeving en een regelmatig gestoken decor met<br />
zuilen en Ionische kapitelen, bossages, bladwerk en<br />
leeuwenkoppen.<br />
Het Gruuthusemuseum <strong>be</strong>zit een grote variëteit aan<br />
barokke <strong>be</strong>rg- en zitmeu<strong>be</strong>ls. Architecturale elementen<br />
zoals frontons, gekoppelde of getorste zuilen, pilasters<br />
met bossages of stenen banden, zijn hier in ruime mate<br />
aanwezig. Naast de kleine of grotere 'spinden' die met<br />
hun opengewerkte deurtjes voor het goed <strong>be</strong>houd van<br />
levensmiddelen zorgden, vragen de meer luxueuze en<br />
rijk ge<strong>be</strong>eldhouwde kasten de meeste aandacht.<br />
Vierdeurskast met de<br />
jaargetijden, Vlaanderen<br />
Tweede helft zeventiende eeuw, eik<br />
De buffetkasten zijn door een middenregel ingedeeld<br />
in een onderkast met versierde deurpanelen, en een<br />
bovenkast met figuratief snijwerk. Enkele mooie<br />
exemplaren <strong>be</strong>vinden zich in de tapijtenzaaL In de<br />
erezaal stelt het museum enige kleinere versies voor van<br />
deze buffetkastjes, producten van het lokale<br />
meu<strong>be</strong>l<strong>be</strong>drijf.<br />
Rococokast, Zuidelijke<br />
Nederlanden<br />
Midden achttiende eeuw, eik<br />
OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1 35
36<br />
·Muziekinstrumenten<br />
Het Gruuthusemuseum <strong>be</strong>zit een niet on<strong>be</strong>langrijke<br />
collectie van oude muziekinstrumenten.<br />
Overeenkomstig de functie en de bouwtechnische<br />
aspecten kunnen deze instrumenten typologisch<br />
onderverdeeld worden in klavier-, snaar- en<br />
blaasinstrumenten. Tot de eerste groep <strong>be</strong>horen het<br />
<strong>be</strong>roemde virginaal (1591) en het klavecim<strong>be</strong>l (1624) van<br />
de Antwerpse instrumentenbouwers Hans en Andreas<br />
Ruckers de oude, versierd met opgekleefde<br />
renaissanceornamenten in papier. De drie tafelklavieren<br />
of aangeslagen chordafonen uit de late achttiende eeuw<br />
werden vervaardigd door instrumentenbouwers van<br />
Gent (1777), Duinkerke (1792) en Bergen (1798).<br />
De snaarinstrumenten zijn vertegenwoordigd door<br />
de gewone gitaar en de lier- of luitgitaar, de cis ter, de<br />
mandoline, de draailier, een <strong>be</strong>schilderd hakkebord, een<br />
harp met dub<strong>be</strong>le pedaalwerking alsook een viool van<br />
de Antwerpse vioolbouwer Matthils Hofmans van de<br />
late zeventiende eeuw. De blaasinstrumenten of<br />
aerofonen vormen de grootste groep van de collectie.<br />
Zeer zeldzaam zijn de zestiende-eeuwse blokfluit van<br />
Claude Rafi uit Lyon, en de geelkoperen trompet van de<br />
Brugse instrumentenbouwer Choquet uit dezelfde<br />
periode. Met de dwarsfluit, de klarinet, de clannetto<br />
d'amore, de hobo, de fagot, het serpent en de ophicleïde<br />
komen verschillende achttiende- en negentiende-eeuwse<br />
instrumentenbouwers uit België, Frankrijk, Engeland,<br />
Duitsland en Zwitserland aan bod.<br />
In tegenstelling tot al deze orkestinstrumenten, is de<br />
in 1968 door het museum aangekochte 'Kalliope' of<br />
'polyphon' met verwisselbare platen een alleenstaand<br />
mechanisch, maar tevens romantisch muziekmeu<strong>be</strong>l uit<br />
het eind van de negentiende eeuw dat trouwens nog<br />
steeds functioneert.<br />
In het muziekkabinet van Gruuthuse <strong>be</strong>vinden zich<br />
ten slotte nog enkele bronzen <strong>be</strong>llen en klokken, zoals<br />
die afkomstig van de stedelijke <strong>be</strong>iaard, die in de<br />
achttiende eeuw gegoten werden door de reeds hoger<br />
vermelde Brugse klokkengieter J. Dumery.<br />
Mechanisch muziekbuffet of<br />
kalliope, Leipzig<br />
ca. 1890, hout en metooi
Gruuthusemuseum Brugge<br />
Hans I Ruckers, spinet,<br />
Antwerpen<br />
1591, <strong>be</strong>schilderd hout, ivoor en<br />
<strong>be</strong>drukt popier
Gruuthusemuseum Brugge<br />
Munten, plaketten en zegels<br />
Vele munten en penningen uit de Gruuthusecollectie<br />
zijn afkomstig uit de verzameling van de <strong>be</strong>kende<br />
Brugse numismaat A. Visart de Bocarmé. De opstelling<br />
van munten en medailles is chronologisch opgevat en<br />
biedt een overzicht van de muntslag van het Romeinse<br />
tijdvak tot ver in de negentiende eeuw.<br />
De oudste munten in het <strong>be</strong>zit van het museum zijn<br />
enkele goudstaters uit de Keltische periode en de<br />
Romeinse keizerlijke munten vanaf de Flavische<br />
dynastie tot en met het Dominaat of de Tetrachie.<br />
38<br />
OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1<br />
Met de gouden triens van Dorestad uit de zevende<br />
eeuw komen we terecht in de Merovingische<br />
numismatiek. Hiertoe <strong>be</strong>horen ook enkele Frankische<br />
imitaties. Verder <strong>be</strong>zit het museum Karolingische denarii<br />
van Karel de Kale en zijn opvolgers. MLmten van de<br />
graven van Vlaanderen, onder meer van Boudewijn IX,<br />
Filips van den Elzas, Joharu1a en Margareta van<br />
Constantinepel en Gwijde van Dampierre ontbreken<br />
evenmin. Vanaf de veertiende eeuw werden zeer mooie<br />
gouden munten geslagen, waaronder die van Loclewijk<br />
van Nevers en Loclewijk van Male, de laatste graaf van<br />
Vlaanderen, de <strong>be</strong>kendste zijn.<br />
Zegelmatrijs van het<br />
visverkapersambacht te<br />
Brugge<br />
Brugge, 1407, geelkoper
De daarop volgende Bourgondische periode is zeer<br />
goed vertegenwoordigd, vermits Brugge toen een eigen<br />
<strong>be</strong>langrijk muntatelier had. De bronzen, zilveren en<br />
gouden Bourgondische en vroeg-Habsburgse munten uit<br />
Brugse en buitenstedelijke ateliers zijn overigens<br />
topstukken.<br />
De zestiende eeuw is eveneens goed<br />
gedocumenteerd met munten van Karel V en Filips II.<br />
De zilveren pa takons en dukatons werden ingevoerd<br />
onder het <strong>be</strong>wind van de aartshertogen Albrecht en<br />
Isa<strong>be</strong>lla. Voor de rest van de zeventiende eeuw zijn<br />
vooral de grote zilveren munten te vermelden van<br />
Filips IV en Karel II. Voor de achttiende eeuw zijn dat de<br />
munten van Karel III, Filips V, Maria-Theresia en<br />
Jozef II.<br />
Medailles en historiepenningen ontbreken evenmin.<br />
Ze zijn veelal het werk van Vlaamse, Italiaanse, Franse<br />
en Duitse graveurs. Plaketten of kleine reliëfs in metaal,<br />
lood of tin met vooral allegorische of mythologische<br />
onderwerpen heb<strong>be</strong>n in de zestiende eeuw bijgedragen<br />
tot het vulgariseren van de antieke kunst en horen dan<br />
ook echt in de renaissancesfeer thuis. Italiaanse en<br />
Duitse plaketten waren in de zestiende eeuw veel<br />
minder zeldzaam dan Nederlandse of Franse. Omdat ze<br />
zo gegeerd waren, werden ze tot in de zeventiende eeuw<br />
na gegoten.<br />
Een honderdtal zegelmatrijzen van de stedelijke of<br />
de kerkelijke overheid, van kloosters, abdijen en<br />
ambachten zijn te dateren tussen de veertiende en de<br />
negentiende eeuw. Deze zegelstempels zijn<br />
hoofdzakelijk van lokale herkomst, wat niet <strong>be</strong>let dat er<br />
ook enige andere West-Vlaamse lokaliteiten in de<br />
sigillografische collectie van het Gruuthuse<br />
vertegenwoordigd zijn.<br />
Plaket met Elisa en Re<strong>be</strong>cca<br />
aan de bron, Nederlanden<br />
Vóór 1565, bro ns<br />
Plaket met het Oordeel van<br />
Paris, Duits<br />
co. /575, tin/loodlegering<br />
Plaket met triomf van<br />
lnopia, Nederlanden (?)<br />
Beg in zeventiende eeuw, bro ns<br />
39
De zaal met wapens en<br />
justitievoorwerpen<br />
Justitie<br />
In de wapenzaal worden verschillende rechts<br />
historische voorwerpen tentoongesteld, waarvan de<br />
guillotine de grote publiekstrekker is. Het museum <strong>be</strong>zit<br />
evenwel oudere gerechtigheidsobjecten, zoals twee<br />
zilveren voorwerpen die chronologisch nog tot de<br />
vijftiende eeuw opklimmen en die bovendien vrij goed<br />
gedocumenteerd zijn. Het <strong>be</strong>treft een kleine in massief<br />
zilver gedreven buste van een man met vrij goed<br />
geprononceerde gelaatstrekken, gestileerd haar en<br />
geaccentueerde oogleden. De buste zou volgens archief<br />
teksten een zekere Pieter van der Gote voorstellen.<br />
Als inwoner van de gemeente Dudzele bij Brugge werd<br />
hij wegens verzet tegen de gerechtelijke overheid in 1464<br />
door de vierschaar van het Brugse Vrije uit Vlaanderen<br />
verbannen.<br />
Deze buste - het enige nog in zilver in België<br />
<strong>be</strong>waarde exemplaar - werd op kosten van de<br />
veroordeelde vervaardigd door de edelsmid Jan van der<br />
Toolne. Hij moet blijkbaar een <strong>be</strong>langrijke ambachtsman<br />
geweest zijn, vermits hij ook edelsmeedwerk leverde<br />
voor hoogwaardigheids<strong>be</strong>kleders uit zijn tijd zoals<br />
Guillaume Filastre, Filips de Goede en Pieter Bladelin.<br />
Het hoofd was zeer kostbaar en werd als voor<strong>be</strong>eld<br />
tentoongesteld in de raadzaal van het Brugse Vrije.<br />
De deels <strong>be</strong>schadigde gerechtigheidsvuist die ernaast is<br />
opgesteld, zou een rechterhand voorstellen.<br />
Deze gebalde vuist is vermoedelijk in verband te<br />
brengen met een vroege vermelding in lokale<br />
40 OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VlAANDEREN 2002/1<br />
archiefteksten. In de periode kort vóór 1417-1418 werd<br />
de Brugse slotenmaker Claise van Steenackere <strong>be</strong>taald<br />
voor het maken van een vertind ijzeren hengsel waarin<br />
een zilveren vuist in de raadkamer van het Brugse Vrije<br />
opgeborgen was. De buste en de vuist zijn de enige<br />
gerechtigheidsvoorwerpen in zilver die <strong>be</strong>kend zijn.<br />
Ze zijn dan ook bijzonder interessant omwille van hun<br />
historisch documentaire waarde. De erg gehavende<br />
schedel in smeedzijzer die daarnaast ligt, is van jongere<br />
datum en herinnert aan een poging tot verraad van een<br />
inwoner van Eeklo in 1691. Hij werd voor dit feit door<br />
de Brugse magistraat veroordeeld tot de doodstraf door<br />
onthoofding. De man in kwestie zou tijdens de Frans<br />
Spaanse oorlog een plan uitgewerkt heb<strong>be</strong>n om de stad<br />
Brugge via de Smedenpoort aan het Franse leger over te<br />
leveren. Het vonnis schreef toen voor dat het hoofd van<br />
de veroordeelde aan de gevel van de Smedenpoort<br />
moest worden opgehangen. Daar hangt nu nog een<br />
moderne kopie.<br />
Gerechtigheidshoofd,<br />
Brugge<br />
Vi ;ftiende eeuw, zilver
Gruuthusemuseum Brugge<br />
De guillotine, die achteraan in de zaal opgesteld<br />
staat, geldt als een van de <strong>be</strong>langrijkste vernieuwingen<br />
van de Franse Revolutie. De werking van dit 'gevaarte'<br />
is vrij simpel. De stalen valbijl werd in uitgangspositie<br />
met een touw in de hoogte vastgezet en de lange plank<br />
die thans in horizontale positie te zien is, werd in<br />
verticale stand gebracht. De ter dood veroordeelde werd<br />
met op de rug gebonden handen en ontblote nek<br />
rechtstaande met <strong>be</strong>hulp van riemen aan deze plank<br />
vastgemaakt. Daarna werd de plank met het lichaam<br />
van de veroordeelde in horizontale positie gebracht.<br />
De hals van de veroordeelde werd in de daartoe<br />
<strong>be</strong>stemde holte vastgeklemd. Daarop werd het touw van<br />
de valbijl losgelaten, zodat de bijl met schuine snede<br />
naar <strong>be</strong>neden suisde en het hoofd van de romp<br />
scheidde. Dat was althans de <strong>be</strong>doeling, maar het mes<br />
wilde wel eens haperen ... Nadat de guillotine op de<br />
binnenkoer van het gerechtsgebouw op een schaap werd<br />
uitgetest op zondag 16 okto<strong>be</strong>r 1796, werden François<br />
Piqueron en Placide De Lattre wegens moord en diefstal<br />
vier dagen nadien gehalsrecht. De uitvoering van het<br />
vonrus werd voltrokken op de Grote Markt en nam<br />
slechts vier minuten in <strong>be</strong>slag. Omdat de <strong>be</strong>ul van Gent,<br />
in tegenstelling tot zijn Brugse collega, die pas in dienst<br />
was gekomen, reeds ervaring had met het 'toestel', werd<br />
de onthoofding door hem uitgevoerd. De laatste<br />
onthoofding te Brugge had plaats op 3 april 1862 voor<br />
de gevangenispoort aan het Pandreitje. De meest tot de<br />
ver<strong>be</strong>elding sprekende is ongetwijfeld die van de<br />
<strong>be</strong>roemde West-Vlaamse roverskapitein Ladewijk<br />
Bakelandt en zijn <strong>be</strong>ndeleden op 2 novem<strong>be</strong>r 1803.<br />
Het in het museum <strong>be</strong>waarde exemplaar is niet de enige<br />
guillotine in België. Een analoog instrument <strong>be</strong>vindt zich<br />
in het Musée de la Vie Wallonne te Luik.<br />
Vóór de guillotine staat het handafhakkingsblok, een<br />
strafinstument dat door de Napoleontische 'Code Pénal'<br />
van 1810 ingevoerd werd. Het foltertuig was speciaal<br />
<strong>be</strong>doeld voor de executie van moordenaars. Op het<br />
schavot diende de schuldige te kijk te staan terwijl de<br />
gerechtsdeurwaarder het arrest van veroordeling<br />
voorlas. Daarna werd eerst de rechterhand afgehouwen<br />
en onmiddellijk daarna het hoofd. Het kapblok heeft aan<br />
de breedste zijden een uitsparing waarin de arm werd<br />
gelegd en achteraan is een draagketting vastgemaakt die<br />
verbonden is met twee stalen messen, waaronder een<br />
hakbijl en een hakmes.<br />
42 OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VlAANDEREN 2002/1<br />
Gruuthuse <strong>be</strong>schikt ook over zogenaamde<br />
justitiezwaarden uit de vijftiende of de zestiende eeuw.<br />
Het zijn tweesnijdende slagzwaarden met brede kling en<br />
een bladgeul in het midden. Wellicht zijn dit<br />
<strong>be</strong>ulszwaarden gebruikt voor het onthoofden van ter<br />
dood veroordeelde misdadigers. Als gerechtszwaarden<br />
waren zij ook een rechtssymbool en werden om die<br />
reden soms in de zaal van de vierschaar of aan de<br />
buitengevel van een stads- of schepenhuis uitgestald.<br />
Van de twee smeedijzeren kanonnen of bombardes<br />
die stenen kogels verschoten, is van één de herkomst<br />
gekend. Het werd ontdekt bij graafwerken in de<br />
Kapellestraat te Oostende op het einde van de<br />
negentiende eeuw. Beide vuurwapens zijn chronologisch<br />
te situeren in de tweede helft van de vijftiende eeuw.<br />
Justitieblok<br />
Eind achffiende-negentiende eeuw (?}
Guillotine, Frans-Vlaanderen<br />
Tweede helft achffiende eeuw,<br />
<strong>be</strong>schilderd hout, stool en ijzer<br />
Herkomst foto's:<br />
Hugo Moerlens (Brugge), tenzij anders vermeld<br />
Stad Brugge Uon Te rmant & Dirk Von der Borght): p.7, 12, 19, 29, 30,<br />
31, 32, 35 (rechts), 40 en 42<br />
Auteursidentificatie:<br />
Stéphane Vanden<strong>be</strong>rghe (Geboren te Mechelen op 21 . 1 2. 19 50)<br />
is verantwoordelijk voor de collecties van het Gruuthusemuseum en het<br />
Historisch erfgoed te Brugge. Is gespecialiseerd in de toegepaste<br />
kunsten. Schreef enige boeken over de middeleeuwse en pastmiddeleeuwse<br />
archeologie en uiteraard de toegepaste kunsten.<br />
Verleende zijn medewerking aan meerdere tentoonstellingen in binnen- en<br />
buitenland.<br />
Praktische informatie<br />
Adres en openingsuren<br />
Gruuthusemuseum<br />
Dijver 17<br />
8000 Brugge<br />
050/44.87.11<br />
Open van 9.30 tot 17.00 u<br />
Maandag gesloten<br />
43
Dl<br />
::I<br />
...<br />
UI<br />
.... .. .. .<br />
0<br />
N<br />
.... .. .. .<br />
N<br />
0<br />
0<br />
N<br />
..<br />
0<br />
..<br />
w<br />
0<br />
.... .. .. .<br />
0<br />
UI<br />
.... .. .. .<br />
N<br />
0<br />
0<br />
N<br />
VEERTIGSTE JAARGANG / DRIEMAANDELIJKS<br />
JANUARI-FEBRUARI-MAART 2002 NR. 1<br />
Uitgave van Openboor Kunst<strong>be</strong>zit in Vlaanderen v.z.w.<br />
onder de auspiciën van de Vlaamse provincies<br />
Ve rantwoordeliike uitgever: Rudy Vercruysse, Grote Morkt46, 9100 Sint-Nikloos<br />
<br />
ffi<br />
cg<br />
cg<br />
<br />
(jjj)J<br />
c:=::J O
N<br />
"<br />
"<br />
N<br />
<br />
<br />
2<br />
OPENBAAR<br />
KUNSTBEZIT<br />
IN VLAANDEREN 0 0 K<br />
OP HET NET<br />
www .. okvw b .. or<br />
Hetvolgend nummervan<br />
heeft als onderwerp<br />
Openbaar Kunst<strong>be</strong>zit<br />
in Vlaanderen<br />
het Gruuthusemuseum en<br />
verschijnt op 18 maart 2002<br />
Losse nummers kosten<br />
€6,20<br />
of€ 6,70 (vanuit Nederland)<br />
Bestellen kan door storting<br />
op rekening<br />
448-0007361-87 (i n België)<br />
of 135.20 (in Nederland)<br />
van Openbaar Kunst<strong>be</strong>zit<br />
in Vlaanderen, metvermelding<br />
van de titel van de aflevering.<br />
©Anthony, d'Ypres<br />
amarantaanbod voor OKV-abonnees<br />
"OKV-Ieden kunnen met Amarant mee naar<br />
Amsterdam Zaterdag 16 maart 2002<br />
•<br />
Rijksmuseum van Gogh: Van Gogh & Gaugu1n<br />
We kunnen uiteraard de reeds lang aangekondigde tentoonstellingVan Gogh<br />
& Gauguin in het Rijksmuseum van Gogh niet overslaan. Deze expositie laat aan de<br />
hand van circa 120 werken (afkomstig van 65 bruikleengevers van over de hele wereld)<br />
zien waarVan Gogh en Gauguin vandaan komen, hoe ze elkaar ontmoetten en hoe ze<br />
zich verder ontwikkelden als kunstenaar. De werken die tot stand kwamen tijdens hun<br />
korte, maar turbulente samenwerking in het Gele Huis te Ar les tussen okto<strong>be</strong>r en<br />
decem<strong>be</strong>r 1888 vormen een hoogtepunt in de tentoonstelling. Samen hadden ze<br />
plannen om de moderne kunst een nieuwe impuls te geven met wat Vincentvan Gogh<br />
HetAteliervan hetZuiden noemde.<br />
Ons <strong>be</strong>zoek ge<strong>be</strong>urt met gereserveerde tickets met toegang om 11.00 uur,<br />
elke deelnemer krijgt een audiofoon.<br />
Gereserveerde tickets kunnen niet<br />
geannuleerd worden.<br />
••••• Vertrekplaatsen<br />
Antwerpen o8.oo uur<br />
Gent 07.10 uur<br />
Brugge o6.3o uur<br />
Brussel 07.15 uur<br />
Mechelen 07-35 uur<br />
Waasmunster 07.35 uur<br />
••••• Aankomst<br />
om 10.30 uur<br />
••••• Te rugreis<br />
om 18.oo uur<br />
••••• Prijs OKV-leden<br />
busreis, documentatie,<br />
ticketVan Gogh-museum,<br />
audiofoon<br />
Noteer: annuleringen<br />
voor deze uitstap<br />
worden niet terug<strong>be</strong>taald,<br />
u magwel in vervanging<br />
voorzien.<br />
Erfgoedweekend 2002<br />
------------------<br />
'Verzamelen, verzamelingen, verzamelaars'<br />
20 & 21 april<br />
Meer dan 130 gemeenten nemen deel<br />
Musea, archieven, <strong>be</strong>waarbibliotheken & heemkundige kringen<br />
openen hun deuren<br />
OKV op de VRT-radio bij radio Klara<br />
DE BEGIJNHOVEN Op 25/2/02<br />
Fresco, tussen 17 e n 18 uur<br />
HET GRUUTHUUSEMUSEUM Op 15/04/02<br />
Fresco, tusse n 17 en 18 uur<br />
Voor meer informatie:<br />
-----------<br />
02 I 233 20 o8<br />
www.vvsg.<strong>be</strong>/erfgoedweekend<br />
"<br />
Provincie<br />
nderen
Edito<br />
Na een jaarvan sleutelen aan Okv-Plus,<br />
komt met dit nummer de radicaalste<br />
veranderingtot nu toe:<br />
een compleet nieuwe lay-out.<br />
Op de redactie was hetvoor iedereen al een tijdje duidelijk: het<br />
moest anders. Directer, duidelijker, gestructureerder, met meer<br />
aandacht voor de illustraties zonder aan de kwaliteit van de artikels<br />
te tornen. Daarom verschijnt Okv-Plus vanaf nu volledig in kleur,<br />
met artikels die kritisch, <strong>be</strong>schouwend én verhelderend zijn.<br />
Om duidelijker te maken om welke artikels het gaat, zijn er een<br />
aantal nieuwe rubrieken in het leven geroepen.<br />
Het eerste artikel van elk nummer, de rubriek musea, <strong>be</strong>handelt<br />
voortaan een uitgebreide reportage rond musea in een <strong>be</strong>paalde<br />
streek. Uiteraard wordt de tentoonstellingsactualiteit nog steeds<br />
op de voet gevolgd. Hierover leest u alles in de 'expo'-rubrieken.<br />
Aangezien Okv-Plus slechts om de drie maanden verschijnt, is het<br />
ons echter niet mogelijk kort op de bal te spelen. Het lijkt ons ook<br />
weinig zinvol om met artikels uit te pakken rond onderwerpen die in<br />
de landelijke pers al breed uitgesmeerd worden. Wél zinvol zijn de<br />
kritische stukken (en dat kritiek niet alleen negatief kan zijn leest u<br />
verder in dit nummer) waarin een tentoonstelling of een collectie<br />
<strong>be</strong>licht wordt. Per nummer zetten we een minder <strong>be</strong>kende, maar<br />
interessante vaste collectie eens extra in de verf.<br />
Of <strong>be</strong>ter: 'in de kijker', want zo heet deze rubriek.<br />
U zal ook merken dat de artikels over pubHekswerking in de rubriek<br />
'Publiek en Museum' vanaf nu verspreid staan doorheen het blad.<br />
Al enkele nummers lang kan u in Okv-Plus kritische bijdragen lezen<br />
over de toegankelijkheid van onze musea naar kinderen toe.<br />
In 'undercover' blijven we deze reeks voortzetten.<br />
De agenda heeft ook een face-lift gekregen. En ook een andere<br />
naam: 'Keuze van de redactie'. Omdat het nu eenmaal onmogelijk is<br />
alles te publiceren en omdat er al genoeg kranten zijn die dat<br />
wekelijks doen. En, omdat we denken dat onze mening er ook toe<br />
doet. Daarom heb<strong>be</strong>n we voor u een keuze gemaakt uit het aanbod.<br />
Uiteraard is het nog steeds mogelijk een uitgebreide agenda te<br />
raadplegen, daarvoor verwijzen we u graag door naar onze website,<br />
www.okvweb.org<br />
Maarwat is een tijdschrift zonder de mening van zijn lezers?<br />
Er is dus een brievenrubriek in het leven geroepen. Heeft u op-of<br />
aanmerkingen op de verschenen artikels? Bent u het absoluut niet<br />
eens met een <strong>be</strong>paalde auteur? In onze brievenrubriek 'het laatste<br />
woord' zal uw mening aan bod komen, als het even kan met een<br />
reactie van de redactie of de auteur in kwestie. In dit nummer kan u<br />
daarvan al een voorproefje lezen.<br />
Uiteraard is met deze nieuwe 'look' het werk nietvolbracht<br />
Integendeel, het <strong>be</strong>gint pas. Maar we zijn op de goede weg.<br />
Veel leesplezier<br />
MICHEL PEETERS<br />
Musea<br />
Guns Down<br />
Publiek en Museum<br />
Schatten en mysteries op de zolder<br />
Expo<br />
dead.lines, media en propaganda in de twintigste eeuw<br />
De vrouw in de prehistorie<br />
Reve, Revisten, Revisme, Reviana, .. ...<br />
Brugge 1902. Revisited.<br />
RikWouters<br />
Van Gogh en Gauguin samen in één huis<br />
Undercover<br />
Over Spino Dino en de anderen<br />
Informatief<br />
Het handboek van de kunstenaar<br />
In de kijker<br />
Een nieuw elan voor het Oudenaardse stadhuis<br />
Het laatste woord ..•<br />
De wedstrijd<br />
'Is het niet interessant mischien?'<br />
De keuze van de redactie<br />
OPENBAAR KUNSTBEZIT<br />
IN VLAANDEREN<br />
SECRETARIAAT, REDACTIE<br />
EN ABONNEMENTENDIENST<br />
Oud·Parochiehuis,<br />
Grote Markt46,<br />
9100 Sint-Niklaas<br />
tel.: 03/760.16.40<br />
fax: 03/760.16.41<br />
email: okv@pi.<strong>be</strong><br />
B.T.W.-nummer: 427.190.176<br />
BANKRELATIES<br />
448·0007361-87<br />
385·0590844·80<br />
000·0099920·10<br />
135.20 (NL)<br />
ISSN 1373·4873<br />
WD 2002/7892/01<br />
UITGEVER<br />
RudyVercruysse<br />
HOOFDREDACTEUR<br />
Michel Peeters<br />
REDACTIE<br />
Els De Bruyn, Els Nouwen, Rik Sa uwen,<br />
Carl Van de Genachte, Lea Van de<br />
Wijngaert, Peter Wouters<br />
VORMGEVING<br />
DRUK<br />
GeertVerstaen<br />
Drukkerij L.Vanmelle n.v .• Gent<br />
PRE-PRESS<br />
Grafisch Buro Geert Lefevre<br />
PUBLICITEIT<br />
03/231.28.oo (B-promotion)<br />
ABONNEMENTENDIENST<br />
Kristien Van Mieghem<br />
E<br />
.::<br />
N<br />
0<br />
0<br />
N<br />
..<br />
<br />
;:<br />
<br />
w<br />
0<br />
3
Ik vroeg me al langer af waarom deze streek<br />
zo'n aantrekkingskracht uitoefent op al die<br />
mensen, dus trok ik op een mooie maar<br />
drassige donderdag naar de Westhoek.<br />
Als uitgangspunt koos ik leper, hoe kan het<br />
ook anders. Als er één stad symbool kan<br />
staan voor 'oorlog en lijden', is het leper<br />
wel. je maakt het niet alle dagen mee, een<br />
stad die een kopie is van zichzelf. Het is<br />
gewoon onvoorstelbaar dat hier 8o jaar<br />
geleden niets meer overeind stond.<br />
Buiten een stukje van het Belfort en de<br />
Lakenhallen. Als een sinister teken des<br />
doods temidden het puin.<br />
Aangrijpend<br />
In diezelfde, heropgebouwde, Lakenhallen<br />
<strong>be</strong>vindt zich nu het 'In Flanders Fields'museum.<br />
Ondertussen al een <strong>be</strong>grip.<br />
Jaarlijks door honderdduizenden, vaak<br />
Engelsen, <strong>be</strong>zocht. Alle middelen worden er<br />
<strong>be</strong>nut om je onder te dompelen in een ervaring<br />
die je niet licht vergeet. Welgekozen<br />
tekstfragmenten, filmpjes, geluidseffecten,<br />
foto's, voorwerpen ... werkelijk alles kom je<br />
hier tegen. Mooi is dat men ervoor gekozen<br />
heeft het verhaal van de gewone mens in de<br />
oorlog te vertellen, en niet het zoveelste<br />
heldenverhaaL<br />
Aangrijpend, dat is het juiste woord.<br />
De afdeling waar de gasaanvallen <strong>be</strong>licht<br />
worden mist zijn effect niet: om de zoveel<br />
tijd vullen glazen zuilen zich met 'gas' en<br />
hoor je bij<strong>be</strong>horende geluidseffecten. Je<br />
staat er verbijsterd naar te kijken. Idem in<br />
het zaaltje waar je enkele getuigenissen kan<br />
Wie waren dan de helden?<br />
Zij die gehoorzaam<br />
Uit de loopgraafklommen<br />
Om twintig meter verderop<br />
Hun einde te vinden in bommen?<br />
BRAM VERMEULEN<br />
'De helden'<br />
<strong>be</strong>luisteren over het leven in de loopgraven.<br />
Door middel van film en lichteffecten komt<br />
dit alles wel héél dichtbij. De 'ontploffing'<br />
die om de zoveel tijd door het hallen knalt<br />
doet de rest.<br />
Maar het is nooit té. Sensatie is hierver te<br />
zoeken, sereniteit is een veel <strong>be</strong>tere<br />
omschrijving. Niet voor niets noemt men<br />
zichzelf hier 'vredesmuseum'.<br />
Van heuvel naar heuvel<br />
Wie echt een indruk wil opdoen van hoe het<br />
er hier tijdens die oorlogsjaren aan toe ging<br />
verlaat <strong>be</strong>st leper in de richting van<br />
Zille<strong>be</strong>ke. Hier kan je een klein parcours<br />
uitstippelen waarbij je alle '<strong>be</strong>langrijke'<br />
frontplaatsen kan aandoen. Tijdens vakanties<br />
en feestdagen doe je dat <strong>be</strong>st niet, het is<br />
er dan veel te druk. Wie kan kiest <strong>be</strong>st een<br />
doodgewone weekdag, je <strong>be</strong>nt dan op de<br />
meeste plaatsen alleen. Wie naar de slagvelden<br />
trekt doet dat <strong>be</strong>st een <strong>be</strong>etje voor<strong>be</strong>reid.<br />
Een goede gids en een topografische<br />
kaart (1/so.ooo) zijn onont<strong>be</strong>erlijk.<br />
Bedenk ook dat vele monumenten en overblijfselen<br />
zich op privé-terrein <strong>be</strong>vinden.<br />
Enig respect voor de huidige eigenaar kan<br />
nooit kwaad. Enig respect voor gevonden<br />
voorwerpen ook niet, trouwens. Het is onvermijdelijk<br />
in deze streek: hier zit zoveel tuig
in de grond dat er af en toe wel iets naar<br />
boven gehaald wordt.<br />
Eén gouden regel: raak nooit oude munitie<br />
aan! Indien u dat wel doet zou uw <strong>be</strong>zoek<br />
wel eens een stuk levensechter kunnen<br />
worden dan voorzien.<br />
Ik koos bij mijn <strong>be</strong>zoek voor de kleinere,<br />
vaak minder <strong>be</strong>kende musea in een straal<br />
van ongeveer 15km rond leper. Ze liggen<br />
naast of op een slagveld van weleer en zijn<br />
in privé-handen. Toch worden ze druk<br />
<strong>be</strong>zocht. Niet altijd ten onrechte, zo blijkt.<br />
In Flanders Fields museum, © D. Leroy<br />
Hill60<br />
Hill6o is een heuvel nabij Zille<strong>be</strong>ke, die<br />
tussen 1915 en 1918 een paar keer fel<br />
<strong>be</strong>vochten werd, onder andere door middel<br />
van mijnen, die onder de vijandelijke stellingen<br />
werden geplaatst. Ter plaatste, op de<br />
heuvel, merk je dadelijk waarom. Van hieruit<br />
heb je een duidelijk overzicht op heel de<br />
omgeving, leper in<strong>be</strong>grepen.<br />
Wie nu Hill 6o <strong>be</strong>zoekt, heeft nog een heel<br />
klein <strong>be</strong>etje een indruk van hoe totaal de<br />
verwoesting hier ooit is geweest.<br />
Een pokdalig landschap met hier en daar<br />
restjes bunker en middenin een monument.<br />
Hill 6o museum, © OKV<br />
Bedrieglijk stil is het hier, vredig. Ooit was<br />
het anders.<br />
Tegenover dit <strong>be</strong>waarde stukje slagveld ligt<br />
het Hill 6o-museum.<br />
Nouja.<br />
Een café met museum is een <strong>be</strong>tere<br />
omschrijving. Bij het binnenkomen <strong>be</strong>n ik er<br />
alleen, op de totaal apathische café-uitbater<br />
na. Wanneer ik hem vraag of ik het museum<br />
kan <strong>be</strong>kijken komt de man tot leven. Ik moet<br />
wel even geduld oefenen, want een mitrailleur<br />
op driepikkel verspert de weg en moet<br />
eerst even met vereende krachten opzij<br />
gesleurd worden.<br />
Hill 6o, © OKV<br />
Wat je daarna te zien krijgt tart elke<br />
ver<strong>be</strong>elding.<br />
De vroegere huiskamer werd omgedoopt tot<br />
museum, ergens in de vroege jaren 'so denk <br />
ik. Sindsdien is hier niets, maar dan ook<br />
niets meer aan gewijzigd. Behangpapier<br />
rafelt van de muur, de vochtgeur is haast<br />
niet te harden. Waarschijnlijk heeft de eigenaar<br />
ooit te maken gehad met diefstallen,<br />
want alles wat niet achter glas gestopt zit,<br />
werd zeer stevig aan de ketting gelegd, of<br />
<strong>be</strong>ter, aan de elektriciteitsdraad.<br />
De geweren zelfs achter kippengaas!<br />
Dit geheel gekruid met de nodige horror<strong>be</strong>elden<br />
aan de muur.<br />
N<br />
"<br />
"<br />
N<br />
..<br />
"<br />
><br />
.<br />
0<br />
5
6<br />
Loopgravenstelsel op Hi/1 62, © OKV<br />
I De kijkkastjes in het Hi/1 62 museum, © OKV<br />
<br />
je kan ook naar boven, op gevaar van eigen<br />
leven althans. Alles is zo door en door<br />
aangetast door vocht dat een <strong>be</strong>zoek aan<br />
dit 'museum' een frontervaring op zich is.<br />
Over het binnenkoertje met allerlei roestig<br />
oorlogstuig wil ik het dan nog niet heb<strong>be</strong>n,<br />
temeer daar het dak daar op instorten staat!<br />
Verslavend<br />
Héél anders is de sfeer op Hill 62.<br />
Dit Sanctuary Wood was eveneens een zeer<br />
druk <strong>be</strong>vochten stukje land. Hier kan je nog<br />
steeds stukjes loopgraven gaan <strong>be</strong>kijken.<br />
Ze liggen er nog net zo bij als toen, modder<br />
en drassigheid in<strong>be</strong>grepen. Indrukwekkend<br />
is het wel. Ik pro<strong>be</strong>er me voor te stellen dat<br />
in dergelijke modderpoelen en naargeestige<br />
schuilplaatsen mensen maandenlang<br />
heb<strong>be</strong>n geleefd, maar eigenlijk heeft dat<br />
geen zin, het is gewoon niet voor te stellen.<br />
Bij deze loopgraven hoort ook een museum.<br />
Ook hier weer massa's oorlogstuig, zij het<br />
dan veel <strong>be</strong>ter <strong>be</strong>waard en voorgesteld dan<br />
daarstraks. Maar dé attractie, althans voor<br />
mij, zijn de kijkkastjes. Een soort houten<br />
kastjes, waarin je naar stereoscopische<br />
<strong>be</strong>elden van het front kan kijken. Vanaf 1919<br />
kwamen ze overal in de streek voor, als tege·<br />
moetkoming aan zij die de strijd niet hadden<br />
Verzameld oorlogstuig in het Hi/1 62 museum, © OKV<br />
meegemaakt maar toch de sfeer van het<br />
slagveld wilden snuiven.<br />
Verslavend zijn die dingen. Van kastje naar<br />
kastje ga je. De kwaliteit van deze foto's is<br />
zeer hoog, wat je te zien krijgt heel verschillend.<br />
Van algemene zichten over het slagveld<br />
tot de gruwelen in de loopgraven, van<br />
de hoge officieren die in nette uniformen<br />
thee staan te drinken tot de simpele soldaat<br />
die crepeert in de modder. Fraai is het allemaal<br />
niet, maar je blijft wél kijken.<br />
Een <strong>be</strong>zoek waard, dit museum. Al heb je<br />
<strong>be</strong>st een reisgids voor de streek mee, want<br />
over de site en wat zich hier allemaal heeft<br />
afgespeeld kom je haast niets te weten.<br />
Dat honderd meter verder een enorm<br />
Canadees monument ligt vanwaar je een<br />
machtig uitzicht hebt over de streek staat<br />
hier ook nergens vermeld.
Over oorlog en Diggers<br />
Niet zo ver van Sanctuary Wood ligt het<br />
Hooge erater museum. 'Het <strong>be</strong>ste privémuseum<br />
van de streek' staat op de folder.<br />
Het klopt. Over de opstellingvan de stukken<br />
is duidelijk nagedacht en het geheel oogt<br />
zeer verzorgd. Door middel van duidelijke<br />
diorama's komen verschillende aspecten<br />
van het frontleven aan bod; meteen wordt<br />
de functie en het doel van <strong>be</strong>paalde voorwerpen<br />
ook een stuk duidelijker. De kijkkastjes<br />
zijn hiervervangen door een video<br />
met bondige maar zeer degelijke commentaar<br />
in het Nederlands en het Engels.<br />
Een aparte zaal is gewijd aan de Diggers,<br />
een groep amateur-archeologen die overal<br />
in de streek op zoek gaan naar restanten uit<br />
de Eerste Wereldoorlog. Of het allemaal zo<br />
ongevaarlijk is als het lijkt laat ik hier in het<br />
midden, maar de kleine tentoonstelling was<br />
in elk geval zeer interessant.<br />
Troosteloos maar aartsgevaarlijk<br />
Via die Diggers kom ik trouwens ook te<br />
weten dat tot halfweg de jaren tachtig er ook<br />
nog een vierde museum <strong>be</strong>stond, in<br />
Wijtschate. ln een bosje liggen de restanten<br />
van wat ooit een museum was. De eigenaar<br />
overleed halfweg de jaren tachtig en de<br />
erven raakten het niet eens over de nalatenschap.<br />
Sindsdien staan de gebouwen er<br />
en vervallen bij. Ik kan er gerust gaan kijken,<br />
als ik maar voorzichtig <strong>be</strong>n.<br />
Ik hoor de plicht roepen en na een korte rit<br />
en serieus zoekwerk ter plaatse sta ik voor<br />
het <strong>be</strong>wuste stukje groen.<br />
Uitnodigend oogt het (gelukkig!) niet, maar<br />
ik <strong>be</strong>sluit toch maar de boel te gaan<br />
verkennen.<br />
En ook voorzichtig te zijn, trouwens!.<br />
Het terrein is wel afgesloten door middel van<br />
prikkeldraad (!), maar daar wa ndel je zo<br />
overheen. De sfeer is er troosteloos, de<br />
bodem drassig en aartsgevaarlijk. Hier<br />
<strong>be</strong>vinden zich nog oude loopgraven en<br />
schuilplaatsen, half onder gelopen en overwoekerd.<br />
ln het midden van het toch vrij<br />
uitgestrekte terrein ligt een enorme mijnkrater,<br />
nu helemaal volgelopen. Ook ligt hier<br />
nog ergens de toegang naar de Frauenlobmijn,<br />
met daarin de lichamen van een on<strong>be</strong>kend<br />
aantal Duitse soldaten.<br />
Het terrein is <strong>be</strong>zaaid met verroeste<br />
granaten, zo maar voor het oprapen. Met<br />
alle gevaar van dien. Het wapentuig dat ik<br />
zag liggen was ongevaarlijk (denk ik toch!),<br />
maar god weet wat hier onder het gebladerte<br />
ligt. Als het u niets uitmaakt, geef ik de<br />
naam van deze plek liever niet, kwestie van<br />
niemand op ideeën te brengen.<br />
Ik <strong>be</strong>sluit niet verder in deze woestenij door<br />
te dringen. Het heeft opeens ook iets oneerbiedigs,<br />
het voelt aan alsof je hier de rust<br />
komt verstoren.<br />
De overal aanwezige 'remembrance'-kruisjes, © OKV<br />
- N<br />
..<br />
..<br />
N<br />
><br />
<br />
0<br />
7
N<br />
0<br />
0<br />
N<br />
..<br />
<br />
L<br />
><br />
<br />
0<br />
8<br />
Velden van eer<br />
Wie de streek rond leper gaat <strong>be</strong>zoeken,<br />
kan niet voorbij de vele <strong>be</strong>graafplaatsen.<br />
Het landschap is er letterlijk mee <strong>be</strong>zaaid.<br />
Overal zie je de groene bordjes die je naar<br />
één of ander kerkhof leiden, vaak temidden<br />
van uitgestrekte akkers. Hier een keuze uit<br />
maken valt niet mee, dus pikte ik er de twee<br />
grootste uit, netjes verdeeld onder <strong>be</strong>ide<br />
partijen: Langemark en Passendale dus.<br />
'Mein kind ist hier <strong>be</strong>gra<strong>be</strong>n ... '<br />
Het Soldatenfriedhof Langemark is de<br />
laatste rustplaats van zo'n 45.000 Duitse<br />
soldaten. Ze liggen hier <strong>be</strong>graven onder<br />
reusachtige eiken en temidden van de<br />
bunkers van de Langemark Linie. Zo'n<br />
25.000 van hen in één enkel massagraf.<br />
Om stil van te worden. Ze worden <strong>be</strong>treurd<br />
en <strong>be</strong>weend door de vier soldatenfiguren<br />
van Emiel Krieger.<br />
Op dit kerkhof rusten ookzo'n 3000 studentenvrijwilligers,<br />
veelal jonge knapen die<br />
door hun leraren en rectoren ertoe waren<br />
aangezet om te strijden in een 'heilige<br />
oorlog'. Waar heb<strong>be</strong>n we dat nog gehoord?<br />
Het Duitse soldatenkerkhofvan Langemark, met de <strong>be</strong>elden van Emiel Krieger, © OKV<br />
Eindeloze rijen zerken, © Dienst Toerisme leper<br />
Alle ha<strong>be</strong>n Sie ihr Blutt vergossen<br />
Und zerschossen ruht Mann <strong>be</strong>i Mann.<br />
Alt Leute, Männer, Kna<strong>be</strong>,<br />
In dem einen grossen Massengra<strong>be</strong>.<br />
KuRT TU C H 0 LS KV
They shall not grow old,<br />
as we that are left grow old:<br />
A ge shall not weary them,<br />
nor the years condemn.<br />
At the going down of the sun<br />
and in the morning<br />
We will remem<strong>be</strong>r them<br />
LAURENCE BINYON<br />
'For the Fal/en'<br />
Ze kwamen allemaal om, in een veel te<br />
professionele oorlog. Nu nog spreekt men<br />
van de 'Kindermord' van Langemark. Er is<br />
een kleine kapel bij de ingang aan hen<br />
gewijd, hun namen staan er vereeuwigd<br />
in houten panelen.<br />
We wilt remem<strong>be</strong>r them<br />
Geheel anders van sfeer, maar even enorm<br />
en indrukwekkend is de <strong>be</strong>graafplaats nabij<br />
Passendale. Het Tyne Cot Cemetery is met<br />
zijn 12.000 doden en met zijn muur waarin<br />
de namen van 36.ooo vermisten het<br />
grootste Britse kerkhofter wereld. Merk·<br />
waardig is dat bunkers die hier temidden<br />
van de graven staan, Duitse bunkers zijn.<br />
Ze werden door de Canadezen buitgemaakt.<br />
Het middelpunt van dit kerkhofwordt<br />
gevormd door één grote bunker, waarop het<br />
Cross of Remembrance is geplaatst, een vast<br />
gegeven op Britse <strong>be</strong>graafplaatsen. Errond<br />
liggen de graven er wanordelijk en helemaal<br />
niet symmetrisch bij. Ze werden gelaten<br />
zoals ze op het veld werden gevonden,<br />
op hun originele plaats dus.<br />
Indrukwekkend, en vooral aangrijpend.<br />
Canadees monument te Poe/kapelle, © OKV<br />
In vlaamse velden ...<br />
Een andere druk <strong>be</strong>zochte <strong>be</strong>graafplaats is<br />
het Essex Farm Cemetery. Niet omdat hier<br />
een <strong>be</strong>kend iemand <strong>be</strong>graven ligt of zo, wél<br />
omdat hier vlakbij John McCrae op 3 mei<br />
1915 zijn <strong>be</strong>roemde gedicht 'In Flanders<br />
Fields' schreef. Een gedenksteen naast de<br />
weg vermeldt dit feit. Vlakbij kan je ook<br />
enkele bunkers <strong>be</strong>kijken, van het type waar<br />
McCrae in verbleef. Hoewel dus niet de originelen,<br />
staat ernaast toch een klein<br />
Canadees monument. Van McCrae zelf geen<br />
spoor hier, de man ligt <strong>be</strong>graven te<br />
Wimereux in Frans-Vlaanderen. Hij overleed<br />
daar in 1918, na een longontsteking. Maar<br />
zijn naam is natuurlijk onlosmakelijk<br />
verbonden aan deze streek.<br />
Guns down<br />
Het laatste wat ik <strong>be</strong>zocht was het Canadees<br />
monument tussen Langemark.en Poelkapelle.<br />
Hier liggen 2000 Canadezen<br />
<strong>be</strong>graven, die omkwamen tijdens de<br />
gasaanvallen van de Tweede Slag om leper.<br />
Wie hier niet van onder de indruk komt is wel<br />
héél taai. Een reusachtige soldaten figuur<br />
staat er met gebogen hoofd te treuren om<br />
zijn gevallen kameraden. Hij leunt daarbij op<br />
een omgekeerd geweer. Dit 'guns down'gebaar<br />
symboliseert <strong>be</strong>zinning en vrede.<br />
Deze boodschap vind je trouwens overal<br />
terug in deze streek. De verwoesting was er<br />
zo totaal en het geweld zo mensonterend<br />
brutaal geweest, dat de overlevenden het er<br />
roerend over eens waren: dit mocht niet<br />
opnieuw ge<strong>be</strong>uren. Op duizenden monumenten<br />
in de streek staat steeds weer deze<br />
zelfde boodschap. Elke steen, elk graf, elk<br />
museum hier is ervan doordrongen.<br />
Alleen jammer dat mensen soms heel kort<br />
van geheugen zijn.<br />
,q •<br />
De gewone mensen waren slechts een speelbal<br />
temidden hetverbijsterende geweld,<br />
© D.Leroy(onderaan) & ArchiefFlanders Fields<br />
museum (bovenaan)<br />
•<br />
;N<br />
Onze grootouders en overgrootouders<br />
kunnen ongetwijfeld boeiende verhalen<br />
vertellen over de dingen uit hun jeugd, de<br />
dingen die de huidige kinderen en jongeren<br />
niet meer zullen herkennen. En toch zijn<br />
deze oude gewoonten niet verloren.<br />
Volkskundige musea, zoals Het Huis van<br />
Alijn te Gent, trachten de teloorgegane<br />
glorie van dingen uit het alledaagse leven<br />
anno 18oo of 1900 terug te plaatsen en een<br />
<strong>be</strong>tekenis te geven.<br />
Alhoewel.. ..... aan alle dingen?<br />
Sylvie d'Haene (conservator van Het Huis<br />
van Alijn): "Naar aanleiding van de reorgani·<br />
satie van onze vaste collectie namen we<br />
terug een kijkje in onze grote reserve aan<br />
gebruiksvoorwerpen in de kasten en zolders<br />
van het Huis. Door schenkingen heeft het<br />
museum sinds zijn ontstaan in 1932 een<br />
grote voorraad aan alledaagse gebruiks·<br />
De 12 voorwerpen uit de identificatiekamer<br />
©Kris Vandamme<br />
voorwerpen uit de 19e en 2oe eeuw op ge·<br />
bouwd. Al deze voorwerpen kennen een<br />
eigen geschiedenis, een eigen verhaal."<br />
Dus alles vond meteen een plaatsje in het<br />
museum?<br />
"Niet echt. De meeste voorwerpen heb<strong>be</strong>n<br />
we kunnen catalogiseren, maar er zijn<br />
andere waar we geen verhaal aan kunnen<br />
vastknopen."<br />
En dan heb je als optie?<br />
Ofwel kan je de wetenschappelijke literatuur<br />
raadplegen en op die manier alle gegevens<br />
bij elkaar puzzelen.<br />
Maar deze optie hebt u niet gebruikt?<br />
Om alles op te zoeken in de literatuur heb je<br />
een aantal vaste gegevens nodig.Van<br />
sommige voorwerpen kenden we de naam,<br />
maar niet de functie.<br />
Van andere de context maar niet de naam<br />
en het gebruik. Bovendien vind je in deze<br />
sector weinig literatuur over gebruiksvoor·<br />
werpen uit een <strong>be</strong>paalde eeuw.<br />
Dus werd er gekozen voor een heel nieuwe<br />
zienswijze?<br />
Tijdens de reorganisatie groeide het<br />
volgende idee: waarom alles opzoeken als<br />
je de functie van de dingen uit eerste hand<br />
kan vernemen, namelijk van zij die deze<br />
objecten werkelijk gebruikt heb<strong>be</strong>n? We<br />
voelden dit aan als een soort 'laatste kans',<br />
een laatste gelegenheid om te luisteren naar<br />
de verhalen van mensen die in de tijd<br />
geleefd heb<strong>be</strong>n waarin die voorwerpen nog<br />
hun nut <strong>be</strong>wezen. Zo is het idee van de identificatiekamer<br />
gegroeid.<br />
Wat houdt dat in?<br />
Deze kamer vormt een onderdeel van onze<br />
collectie. je vindt er twaalfvoorwerpen<br />
waarvan wijzelf de <strong>be</strong>tekenis niet kunnen<br />
achterhalen. Door middel van fiches kunnen<br />
de <strong>be</strong>zoekers suggesties maken over de<br />
oorsprong, gebruik en naam van het voorwerp.<br />
Onze kamer heb<strong>be</strong>n we in septem<strong>be</strong>r 2001<br />
in gebruik genomen. Vervolgens heb<strong>be</strong>n we<br />
in samenwerking met de krant 'De<br />
Gentenaar' een actie op touw gezet om de<br />
eerste twaalfvoorwerpen en de spelregels<br />
te introduceren aan het publiek. Sinds<br />
novem<strong>be</strong>r verscheen er telkens een voorwerp<br />
met foto in de krant waarop het publiek<br />
kon reageren.<br />
Hoe was de respons?<br />
De reacties op onze kamer waren <strong>be</strong>ter dan<br />
we verwachtten. We dachten dat het publiek<br />
weinig interesse zou tonen voor oude en<br />
'nutteloze' voorwerpen, maar gauw volgden<br />
de boeiende verhalen van grootouders en<br />
ouders over 'hun' tijd.<br />
Via deze verhalen heb<strong>be</strong>n we maar liefst<br />
de functie van negen voorwerpen kunnen<br />
achterhalen. De <strong>be</strong>tekenissen zagen we<br />
achteraf ook wetenschappelijk <strong>be</strong>vestigd.<br />
Wat is dan de volgende stap?<br />
We heb<strong>be</strong>n de drie ongeïdentificeerde<br />
objecten laten liggen en aangevuld met 9<br />
andere on<strong>be</strong>kende voorwerpen. Het publiek<br />
mag weerom suggesties maken door middel<br />
van de fiches. We gaan geen <strong>be</strong>roep meer<br />
doen op intensieve publicaties, maar<br />
vertrouwen op de interesse en de nieuwsgierigheid<br />
van de <strong>be</strong>zoekers.<br />
Welk effect had de kamer op het museum en<br />
het publiek?<br />
Door middel van deze kamer kunnen we<br />
het publiek laten kennis maken met dingen<br />
die niet te vinden zijn in de collectie omdat<br />
ze niet in de tentoonstelling passen.<br />
Door middel van de bijdrage van het<br />
publiek, wordt de <strong>be</strong>trokkenheid op het<br />
museum en zijn collectie vergroot.<br />
Bovendien ervaart de <strong>be</strong>zoeker dat we zijn<br />
verhaal en mening op prijs stellen en dat we<br />
<strong>be</strong>reid zijn om te luisteren. Op die manier<br />
worden de <strong>be</strong>geleidende teksten meer dan<br />
wetenschappelijke literatuur. De voorwerpen<br />
worden realistischer dankzij de<br />
doorleefde anekdotes en verhalen.<br />
• ; ·· ·L;;N<br />
Kraanlei 65<br />
CIJ 9000 Gent<br />
• tel. 09/269.23.50<br />
•.-1 huis.alijn@gent.<strong>be</strong><br />
www.huisvanalijn.<strong>be</strong><br />
,!4 U kan het OKV-nummer over het 'Huis van<br />
• Alijn' <strong>be</strong>stellen door€ 6,20 over te schrijven<br />
al op rekening 448·0007361-87 van OKV.<br />
<br />
...<br />
Ten slotte is het ons opgevallen dat onze<br />
kamer een rustpunt vormt in onze collectie.<br />
De kamer, die meer geïsoleerd is van de rest<br />
van het museum, geeft de <strong>be</strong>zoeker de kans<br />
om stil te staan bij de dingen die hij heeft<br />
gezien en te fa ntaseren over de dingen die<br />
hij ziet. Ik noem dat het 'ongedwongen spelmoment'.<br />
De meeste <strong>be</strong>zoekers <strong>be</strong>ginnen<br />
met elkaar onderling te discussiëren over<br />
mogelijke <strong>be</strong>tekenissen en functies van<br />
een voorwerp.<br />
Het enthousiasme was bij sommigen zo<br />
groot dat ze de museumcollectie aanvulden<br />
met schenkingen en nieuwe waardevolle<br />
bijdrages leverden aan de huidige collectie.<br />
Uit het idee van deze kamervloeide nog een<br />
ander boeiend educatief project.<br />
Inderdaad. Senioren zijn onze bron van de<br />
verhalen. Zij heb<strong>be</strong>n in die specifieke tijd<br />
geleefd en kennen ongetwijfeld iets of<br />
iemand die met een <strong>be</strong>paald voorwerp in<br />
contact is gekomen.<br />
Spijtig genoeg kunnen niet alle senioren<br />
naar het Huis komen. Daarom heb<strong>be</strong>n we de<br />
identificatiekoffer ontwikkeld. Deze koffer<br />
<strong>be</strong>vat de twaalfvoorwerpen en wordt iedere<br />
maandag op locatie gebracht. Toen we onze<br />
plannen voorstelden aan de <strong>be</strong>jaardentehuizen<br />
en dienstencentra waren de reacties<br />
overweldigend. We zijn tot en met april<br />
'volgeboekt'. Het succes zit volgens mij in<br />
het animerende aspect van de koffer.<br />
De mensen kunnen hun verhalen met elkaar<br />
delen en ongebreideld fantaseren.<br />
Kan je een tipje van de sluier oplichten over<br />
enkele plannen voor de toekomst?<br />
We willen het concept van de identificatie<br />
uitbreiden. Onze stagiaire is momenteel<br />
<strong>be</strong>zig om de identificatiekoffer te introduceren<br />
bij scholen (derde tot zesde studiejaar).<br />
Uiteindelijk is het de <strong>be</strong>doeling dat<br />
ook de leerkrachten de kinderen motiveren<br />
om na te denken over de oorsprong van de<br />
voorwerpen en te fantaseren.<br />
Ik vind het idee van een aparte kamer als<br />
rustpunt heel aantrekkelijk, het doorbreekt<br />
de toon van de vaste collectie en maakt de<br />
<strong>be</strong>zoekers aandachtiger. Op termijn wil ik<br />
meervan zulke kamers realiserèn. Een van<br />
de concrete plannen is onze 'Taalkamer'.<br />
In deze kamer zal het publiek allerlei<br />
dialecten en geluiden te horen krijgen.<br />
Daarnaast dromen we van steekkaarten met<br />
informatie en <strong>be</strong>geleidende foto's, in plaats<br />
van het traditionele plaatje-aan-de-muur.<br />
Persoonlijk vind ik dat de magie van veel<br />
voorwerpen verdwijnt door er een heleboel<br />
uitleg naast te hangen. Met het systeem van<br />
de steekkaarten kunnen de <strong>be</strong>zoekers zelf<br />
<strong>be</strong>slissen welke informatie ze willen en<br />
welke niet.<br />
Wie interesse heeft, kan altijd terecht bij<br />
Het Huis van Alijn. Diegenen die een gokje<br />
willen wagen kunnen alvast surfen naar:<br />
www.huisvanalijn.<strong>be</strong>.<br />
.0<br />
.<br />
"<br />
.<br />
<br />
c<br />
.<br />
><br />
<br />
0<br />
11
: dead.lines oorlog, med i a e n pro paganda i n d e twi n tigste eeuw<br />
<br />
Q)<br />
..<br />
•<br />
0<br />
12<br />
MICHEL PEETERS<br />
Het thema van het<br />
In Flanders Fields Museum,<br />
de Grote Oorlog in de<br />
Westhoekvan België,<br />
is niet louter een gegeven<br />
uit het verleden.<br />
In de <strong>be</strong>naderingvan het<br />
museum overstijgt die<br />
Grote Oorlog zijn tijdvak<br />
van 1914 tot 1918.<br />
historisch ppven<br />
Het is een les van de geschiedenis, het<br />
historisch gegeven verschaft inzichten die in<br />
essentie nog altijd erg nuttig want hanteerbaar<br />
zijn vandaag. De Eerste Wereldoorlog<br />
zoals die zich manifesteerde in leper en de<br />
Westhoek is uiteindelijk evengoed ook een<br />
metafoorvoor de universele relatie tussen<br />
mensen en hun gewapende conflicten.<br />
Een gevolgvan dit principe is dat de perma·<br />
nente opstelling op de eerste verdiepingvan<br />
de Lakenhallen weliswaar de hoeksteen van<br />
de museumwerking is, maar dat die ook<br />
telkens moet worden gecompleteerd in de<br />
rest van de werking. Permanente historische<br />
research en een doorgedreven jaarprogrammering<br />
actualiseren telkens het louter historische<br />
gegeven. We verruimen onze blik van<br />
gisteren naar vandaag. Het historisch<br />
gegeven wordt essentieel onderdeel van ons<br />
handelen. Zo komen we bij de tijdelijke<br />
tentoonstelling dead.lines.<br />
dead.lines <strong>be</strong>kijkt de relatie tussen de gewapende<br />
conflicten en de massamedia van de<br />
twintigste eeuw. Het is van <strong>be</strong>ide zijden uit<br />
een heel intense relatie. Naties in oorlog<br />
heb<strong>be</strong>n altijd al gepoogd om de massamedia<br />
in te zetten bij hun oorlogsvoering.<br />
Verslag uitbrengen van oorlog is anderzijds<br />
altijd een essentiële activiteit van de massamedia<br />
geweest. In tijden van spanning en<br />
conflict willen we <strong>be</strong>ter dan ooit geïnformeerd<br />
worden. In de tentoonstelling<br />
<strong>be</strong>kijken we systematisch hoe de relatie<br />
tussen oortagsvoerende partijen en massamedia<br />
verlopen is in de afgelopen eeuw.<br />
Verandert die relatie fu ndamenteel, of blijft<br />
ze min of meer gelijk? En in hoeverre is die<br />
relatie een essentieel onderdeel van de<br />
oorlogsvoering zelf?<br />
chronologisch en thematisch<br />
In een moderne opstelling doorlopen we de<br />
hele eeuw, van 1900 tot vandaag, en richten<br />
de schijnwerper op telkens andere media.<br />
Een tentoonstelling kan onmogelijk op elk<br />
tijdstip alle media tegelijk <strong>be</strong>lichten, een<br />
tentoonstelling kan ook niet alle conflicten<br />
<strong>be</strong>handelen. We heb<strong>be</strong>n dus keuzes moeten<br />
maken en die chronologisch en thematisch<br />
geordend.<br />
De eeuw wordt opgedeeld in vijf grote<br />
periodes en binnen elke periode wordt<br />
telkens de voornaamste aandacht gegeven<br />
aan één medium dat erg <strong>be</strong>langrijk was voor<br />
die periode.<br />
De Eerste Wereldoorlog wordt zo gekoppeld<br />
aan de Grafische Media; het Inter<strong>be</strong>llum aan<br />
Film; de Tweede Wereldoorlog aan Radio; de<br />
Koude Oorlog aan de Televisie en de<br />
Hedendaagse Conflicten aan het Internet.<br />
Het zal duidelijk zijn dat eens een massamedium<br />
geïnstalleerd is, het ook blijft doorwerken.<br />
Vandaag lezen we nog altijd kranten<br />
en nooit eerder was televisie zo sterk <strong>be</strong>palend<br />
in de <strong>be</strong>richtgeving over oorlogen.<br />
Onze opdeling is in de eerste plaats een<br />
tentoonstellingstechnisch gegeven.<br />
I<br />
© Photo News<br />
inleiding en standpunt<br />
De vijf afdelingen worden ook nog eens<br />
voorafgegaan door een inleiding die uiteraard<br />
gedateerd is op het jaar o van de vorige<br />
eeuw, het jaar 1900. De afdeling Koude<br />
Oorlog krijgt ook nog eens een onderafdeling<br />
voor één heel bijzondere oorlog in<br />
relatie met de media. Dat is de oorlog in<br />
Vietnam. Op het einde van de tentoonstelling<br />
schenken we ook nog één moment<br />
aandacht aan de vergeten oorlogen van de<br />
afgelopen eeuw.<br />
In de inleiding gaan we op <strong>be</strong>zoek naar de<br />
Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs.<br />
Zo'n Exposition universe/Ie was in feite het<br />
allereerste echte massamedium. De versie<br />
anno 1900 was bovendien de grootste in<br />
aantallen <strong>be</strong>zoekers ooit. Tijdens dat <strong>be</strong>zoek<br />
leren we het standpunt innemen van de<br />
tentoonstelling: het gaat niet zozeer om wat<br />
we zien, maar wel om de manier waarop we<br />
kijken. De panoramische blik van de wereldtentoonstelling<br />
staat in groot contrast met<br />
de close ups van de oorlogsverslaggeving<br />
die we in de rest van de tentoonstelling<br />
ontmoeten.<br />
We ontmoeten de close up letterlijk het<br />
dichtst in de oorlogsverslaggeving over<br />
Vietnam. Fotoreportages van die vuile<br />
oorlog waren ook de aanzet om onze<br />
perceptie over die oorlog te veranderen en<br />
zo uiteindelijk ook een massaal protest<br />
ertegen te ontketenen. De massamedia<br />
leken voor één keer ook het verloop van een<br />
oorlog te kunnen <strong>be</strong>palen, al kunnen ook<br />
hierbij weer kritische <strong>be</strong>denkingen gemaakt<br />
worden.<br />
In de slot<strong>be</strong>schouwing tenslotte leren we<br />
het opnieuw af om met het oog van de media<br />
te kijken, en ons opnieuw te richten naar de<br />
echte essentie: de slachtoffers van al die<br />
oorlogen.<br />
wetmatigheden ...<br />
Doorheen de hele tentoonstelling<br />
ontdekken we in om het even welke periode<br />
vele gelijkenissen in de relatie tussen informatiemedia<br />
en gewapende conflicten.<br />
"De techniek om de vijand van elk denkbare<br />
gruwel te <strong>be</strong>schuldigen, <strong>be</strong>hoort evengoed<br />
tot het arsenaal van een oorlog als munitie<br />
of vliegtuigen, en bij elke oorlog wordt ze in<br />
de eerste dagen wel weer uit de voorraad<br />
gehaald. Oorlog gaat niet samen met<br />
verstand en rechtvaardigheidsgevoel. Er is<br />
een opstand van de gevoelens voor nodig,<br />
enthousiasme voor de eigen zaak en haat<br />
tegen de tegenstander. "<br />
Deze woorden van Stefan Zweig, geschreven<br />
over de eerste dagen van het eerste conflict<br />
dat we <strong>be</strong>handelen, de Eerste Wereldoorlog,<br />
hadden over de huidige omstandigheden<br />
kunnen zijn geschreven. De middelen van de<br />
media, de mythes van de oorlog ... in 100 jaar<br />
zijn ze nauwelijks veranderd. Een reeks van<br />
CD-roms opgesteld doorheen de tentoonstelling,<br />
laten ons toe om door de tijd en<br />
door de verschillende media te snijden op<br />
zoek naar gelijkenissen en terugkerende<br />
mechanismen die bijna wetmatigheden<br />
lijken.<br />
••. en gidsen<br />
Anderzijds worden de media ook <strong>be</strong>volkt<br />
door mensen die in elke nieuwe situatie<br />
eigen keuzes moeten maken. Zij volgen de<br />
wetmatigheden, plooien zich naar de voor-<br />
© Anthony d'Ypres<br />
schriften en de praktische mogelijkheden;<br />
of ze gaan er tegenin. In elke periode<br />
ontmoeten we oortagsverslaggevers die<br />
vertellen over de vaak gevaarlijke en<br />
verscheurende keuzes die zij moeten<br />
maken. Twee <strong>be</strong>langrijke hedendaagse<br />
oorlogscorrespondenten gaan ons voor in<br />
de hele tentoonstelling. Kate Adie van de<br />
BBC (in het Engels, Duits ondertiteld) en<br />
Ru di Vranckx van de VRT (in het Nederlands,<br />
Frans ondertiteld) leiden elk van de periodes<br />
in en duiden de relatie tussen de oorlog en<br />
media.<br />
• r9 ; ; ·F;:;S MUSEUM<br />
lakenhallen<br />
al Grote Markt 34<br />
8900 leper<br />
30 maart - 17 novem<strong>be</strong>r 2002<br />
tickets in voorverkoop: € 7.50 - € 3,50<br />
tijdens de tentoonsteling: € 1o,oo - € s,oo<br />
Kortingmet<br />
OKV-Museumkaart<br />
multi-media<br />
Naar goede gewoonte binnen het IFFM, maar<br />
vooral inherent aan dit onderwerp, wordt de<br />
tentoonstelling opgebouwd met en vanuit<br />
vele <strong>be</strong>elden. Vaak <strong>be</strong>kend, maar even vaak<br />
te weinig gekend in hun context. Maar ook<br />
muziek, voorwerpen, en een <strong>be</strong>klijvende<br />
scenografie (Event Communications) maken<br />
van dead.lines een tentoonstelling die een<br />
helaas blijvend actueel thema hoog op de<br />
agenda plaatst.<br />
educatief<br />
dead.lines wordt niet <strong>be</strong>zocht met gidsen,<br />
de <strong>be</strong>zoeker <strong>be</strong>leeft een individuele ervaring.<br />
De tentoonstelling richt zich naar een E<br />
publiek vanaf 14 jaar. Scholen zijn uiteraard<br />
<strong>be</strong>langrijk, de missie van het In Flanders<br />
Fields Museum hecht groot <strong>be</strong>lang aan<br />
vredeseducatie. Om een klas of groep optimaal<br />
te kunnen <strong>be</strong>geleiden en voor<strong>be</strong>reiden<br />
zonder gids zal vanaf 1 maart een educatieve <br />
brochure klaarliggen ten <strong>be</strong>hoeve van leerkrachten<br />
en <strong>be</strong>geleiders van schoolgroepen. <br />
Tussen 20 en 30 maart 2002 wordt proef <br />
gedraaid met 1.ooo leerkrachten uit het<br />
secundaire onderwijs. ><br />
<br />
0<br />
13
Over Spino Dino en de anderen<br />
LEA VAN DE WIJNGAERT<br />
Het vooruitzicht van<br />
een <strong>be</strong>zoekaan het<br />
"Dino-museum" brengt<br />
tussen '9 kinderen<br />
}.: Hoe noemde de vleeseter? (h ij denkt na) Dat weet ikzelf niet.<br />
0.: Datweetik ook niet.<br />
}.: De allergrootste vleeseter?<br />
Ona merkt een bon voorchocoladekoeken op.<br />
0.: Ik wil nog wel eens koekjes met chocolade tussen.<br />
}. : (kijkt streng) Ona, de allergrootste vleeseter ...<br />
0. : Datweetik niet.<br />
}.: }awel, die helemaal op 't eerste is bij Platvoet. (een tekenfilm over dino's n.v.r.)<br />
0. : Wa ar dan?<br />
}.: Het is de al/ergevaarlijkste ...<br />
On a zwijgt. Ik zie aan haar gezicht dat ze wel nadenkt.<br />
}.: Ik doe niet meer mee. O.K., ik tel tot 100 ... 1,2, ........ 31,32 ..<br />
Ik help even: Oe gevaarlijkste, hoe heet die?<br />
0. : De Rex.<br />
}.: }a, de Rex. Hoeveel klauwen had de Rex?<br />
0.: Twee.<br />
}.: }a, twee.<br />
0.: Twee klauwen ..<br />
ju les en On a zijn heel enthousiast als we<br />
voor de derde keer een <strong>be</strong>zoek brengen aan<br />
het museum waarvoor hen het dier dat al zo<br />
dikwijls een hoofdrol heeft gespeeld in hun<br />
fantasierijke leefwereld centraal staat, nl. de<br />
Dinosaurus. Het Koninklijk Belgisch Instituut<br />
voor Natuurwetenschappen staat bij hen<br />
dan ook <strong>be</strong>kend als het "Dino-museum".<br />
Op de te kleine parking, we moeten onze<br />
auto in één van de omliggende straten<br />
parkeren, heet een grote houten dinosaurus<br />
ons welkom.<br />
Over jassen mutsen en mineralen<br />
Het <strong>be</strong>gin van het museum is niet <strong>be</strong>paald<br />
overzichtelijk omdat we achtereenvolgens<br />
trappen af en op gaan en het niet onmiddellijk<br />
duidelijk is welke richting we uit moeten.<br />
Ik loop al snel met mijn armen vol jassen en<br />
mutsen wat notities nemen onmogelijk<br />
maakt. Een vestiaire brengt de oplossing.<br />
Beneden in de mineralenzaal liggen in vitrinekasten<br />
grote hoeveelheden meteorieten<br />
en maangesteenten tentoongesteld voor<br />
een minder geslaagde paarsblauwe achtergrond.<br />
Sulfaten, buraten, oxiden en nog vele<br />
andere geven hier al hun geheimen prijs.<br />
Ondertussen heb<strong>be</strong>n Ju les en On a zich al<br />
verdiept in de wereld van de lguanodons.<br />
In een eerste glazen kast die over twee<br />
verdiepingen reikt staan grote zwarte<br />
skeletten van lguanodons imposant te<br />
wezen. Een tweede, even grote, glazen kast<br />
toont lguanodons zoals ze ontdekt werden<br />
in de natuurlijke put tijdens de ontginning<br />
van de steenkoolmijn van Sernissart in<br />
1878.<br />
Ingekaderd aan de muur hangen handgeschreven<br />
verslagen. Uit de korte zinnen<br />
blijkt de verbijstering die zich toen van de<br />
ontdekkers meester gemaakt moet heb<strong>be</strong>n.<br />
Ik <strong>be</strong>gin het zelfs allemaal spannend te<br />
vinden, wat het toen toch op zijn minst<br />
geweest moet zijn.<br />
Een dino met een sjaaltje<br />
In een décor van houten palmbomen en<br />
groene camouflagenetten van het leger<br />
staan vijf dinosaurussen opgesteld. Drie<br />
dinopoppen worden door een ingebouwde<br />
machine enigszins tot leven <strong>be</strong>wogen en ze<br />
zijn allemaal aan een opknap<strong>be</strong>urt toe.<br />
Als de Parasaurolophus geen keelontsteking<br />
heeft, dient het sjaaltje enkel op een grote<br />
scheur in zijn hals te camoufleren.<br />
De lyrannosaurus Rex staat apart opgesteld<br />
en maakte bij onze vorige <strong>be</strong>zoeken met een<br />
schrikwekkend gebrul en een dreigende pas<br />
voorwaarts vele kinderen bang. Hij is dan<br />
ook een vleeseter die men misschien het<br />
zwijgen heeft moeten opleggen?<br />
De Ultrasaurus wordt vertegenwoordigd<br />
door één van zijn 6,8m hoge poten. Hier<br />
ervaar ik dat grootte enkel een verhouding<br />
is van wat er tegenover wordt gesteld.<br />
Open mij/ouvrez moi<br />
"Van mensen en mammoeten" staat<br />
verdeeld over enerzijds een houten<br />
constructie waar de evolutie van de<br />
primaten op een boeiende, leerrijke en<br />
interactieve manier wordt voorgesteld.<br />
Zo zijn er driehoekige zuilen die rond hun<br />
as draaien en waarvan één een spiegelkant<br />
heeft. Kwestie van jezelf als resultaat van<br />
deze evolutie te aanschouwen. Schuiven<br />
vragen om geopend te worden (open<br />
mij/ouvrez moi)<br />
Op de grond kan je je voetafdruk vergelijken<br />
met 3,5 miljoen jaar oude voetsporen van
één jonge en twee volwassen tweevoeters.<br />
De evolutie wordt uitge<strong>be</strong>eld in een stripverhaal,<br />
met <strong>be</strong>eld en geluid, een wand met<br />
tandwielen, met kleurpotlood uitgewerkte<br />
tekeningen op hout gecombineerd met<br />
skeletonderdelen, een touch-screen en<br />
een wand met schuifdeurtjes.<br />
Levensgrote poppen en decors in miniatuur<br />
ver<strong>be</strong>elden leven uit een andere tijd.<br />
Anderzijds staan mammoeten temidden van<br />
een natuurgetrouw geschilderd landschap<br />
waar we als <strong>be</strong>zoeker deel van uitmaken.<br />
Een babymammoet komt uit de achtergrond<br />
naar voren, <strong>be</strong>weegt oren, slurf en kop en<br />
maakt een klagend geluid. Ik kan de<br />
kinderen moeilijk overtuigen dat dit geen<br />
levende dieren zijn.<br />
In verschillende kasten wordt informatie<br />
over dino's op een duidelijke, kindvriendelijke<br />
manier aanschouwelijk gemaakt.<br />
Zo stelt bv. een tafereel in miniatuur het<br />
verloop van een opgraving voor.<br />
We <strong>be</strong>geven ons naar de bodem van de zee<br />
tijdens de Jura en het Krijt. Volledig door<br />
blauw omringd zien we vreemde geschilderde<br />
zeedieren, skeletten en dieren op<br />
ware grootte nagemaakt die bijna onzichtbaar<br />
zijn opgehangen en die met hun<br />
schaduw alles net echt maken.<br />
Twee trapen rond een dub<strong>be</strong>le DNA helix<br />
brengen ons naar de verschillende verdiepingen.<br />
Op de eerste verdieping staan we ter hoogte<br />
van de kop van de eerder <strong>be</strong>schreven<br />
lguanodons. Hier zien we nog enkele<br />
skeletten van dinosauriërs voor een geschilderde<br />
achtergrond die op de grond vervolledigd<br />
wordt met rotspartijen, zand en gras.<br />
In een gang waar enkele zoogdieren en<br />
Dino's in olie moten en gewicheten, © KBIN<br />
skeletten van de eerste vogels in kasten<br />
staan, lopen ]u les en On a in hun T-shirt.<br />
Buiten mag de winter dan eindelijk<br />
<strong>be</strong>gonnen zijn, hierbinnen is het eigenlijk<br />
veel te warm.<br />
De tweede verdieping biedt een overzicht<br />
van de fauna van België maar is gesloten<br />
door de lopende tentoonstelling. Enkele<br />
opgezette herten en een everzwijn staan<br />
er verlaten bij.<br />
Het indrukwekkende walvisskelet, ©KB IN<br />
Hoger naar de derde verdieping krijgen we<br />
een gedetailleerd overzicht van de zoogdieren.<br />
Snaveldieren en buideldieren, zorgvuldig<br />
opgezet welteverstaan, poseren in<br />
kasten naast een bordje waarop ze in tijd en<br />
ruimte gesitueerd worden.<br />
De voortplanting en het zogen van de jongen<br />
worden op een pedagogisch verantwoorde<br />
manier uitge<strong>be</strong>eld.<br />
We wandelen rustig verder zonder alle<br />
bordjes te lezen want het museum voorziet<br />
geen mogelijkheid om te overnachten ...<br />
Een "Chinchilla" trekt mijn aandacht.<br />
Ik schrik een <strong>be</strong>etje bij de aanblik van dit<br />
diertje want dit was mijn totem in een ander<br />
leven bij de scouts. Gelukkig zagen de<br />
eigenschapen die erbij horen er <strong>be</strong>ter uit.<br />
Omdat het voor de kinderen niet snel<br />
genoeg vooruit gaat spelen we een spelletje<br />
waarbij we merken dat de, volgens ons,<br />
Bruine <strong>be</strong>er eigenlijk de Grizzly is en dat we<br />
de Jaguar of de Poema niet zo gemakkelijk<br />
uit een negental soortgenoten herkennen.<br />
De muren en het plafond van de walvissenzaal<br />
zijn zwart en geven een mooi contrast<br />
met de reusachtige witte skeletten. Van op<br />
een heus scheepsdek kijken we naar de zee<br />
en octopusachtige armen tonen ons op een<br />
scherm prachtige <strong>be</strong>elden van walvissen<br />
en dolfijnen.<br />
:::<br />
N<br />
0<br />
0<br />
N<br />
..<br />
<br />
L<br />
><br />
<br />
0<br />
15
<br />
0<br />
16<br />
Aan een wand hangt een reuzenboek waar<br />
<strong>be</strong>eldend wordt aangetoond dat een blauwe<br />
vinvis evenveel kan wegen als 22 olifanten<br />
en dat het darmkanaal van een potvis even<br />
lang kan zijn als de Eiffeltoren.<br />
Nu we ook alles weten over<br />
walvissen willen we een kajuitdeur<br />
openen waarboven staat:<br />
"Welkom aan boord, wacht op<br />
het groene licht". Zo welkom<br />
zijn we niet want de deuren<br />
zijn vergrendeld.<br />
Dan maar verder naar de<br />
uitersten van de wereld in<br />
één gang samengebracht:<br />
de Noord-en<br />
Zuidpool waar weer<br />
verschillende zintuigen<br />
worden geprikkeld. Zo<br />
horen we de wind gieren,<br />
voelen we de temperatuur<br />
dalen en zien we het noorderlicht schijnen.<br />
De opgezette moederpinguïns houden liefdevol<br />
hun opgezette baby's warm. Een<br />
enorme walvisstaart met plankton insinueert<br />
een walvis die net in het water gedoken<br />
is. Ik <strong>be</strong>n nog nooit op de polen geweest<br />
maar alles ziet er vrij realistisch uit, zelfs de<br />
witte uitwerpselen op de rotsen.<br />
Langs een donkerblauwe gang dalen we af<br />
naar het leven in zee en op een <strong>be</strong>paald<br />
moment krijg ik een <strong>be</strong>nauwd gevoel want ik<br />
<strong>be</strong>vind mij tussen ijsschotsen onder een<br />
<strong>be</strong>vroren wateroppervlak dat nog een flauw<br />
licht doorlaat.<br />
Snel verder naar de schelpenzaal en even<br />
rusten in een zetel voor een aquarium met<br />
levende (!) vissen.<br />
De verdwenen volgelspin<br />
In de insectenzaal lopen we onder de poten<br />
van een sprinkhaan door en houdt een<br />
reuzengrote bidsprinkhaan de wacht voor<br />
glazen wanden waartussen vele prachtige<br />
vlinders te kijk hangen. Een doorsnede van<br />
een huis op schaal toont welke ongenode<br />
gasten zich waar in huis schuilhouden. We<br />
zien het leven in een bijenraat en spintepels<br />
die 140x vergroot zijn. Hier laten we ons niet<br />
door afschrikken en we gaan 15 soorten<br />
vogelspinnen <strong>be</strong>wonderen. Ook hier is aan<br />
de kleine <strong>be</strong>zoekers gedacht want zij<br />
kunnen alles goed zien als ze op de loopplank<br />
lopen.<br />
Toch een <strong>be</strong>etje <strong>be</strong>zorgd want in één kast<br />
heb<strong>be</strong>n we de vogelspin niet gezien, dalen<br />
we de trappen af en komen zo bij de uitgang.<br />
Was deze echt spoorloos?, ©KB IN<br />
I Publiekstrekkers n°1 de /guanodons, © KBIN<br />
Splno Dino<br />
Dit is een museum dat een verscheidenheid<br />
van tentoonstellen biedt. Je wordt als<br />
<strong>be</strong>zoeker van alle leeftijden uitgedaagd om<br />
soms actief deel te nemen aan het gegeven,<br />
soms gewoon kijken, soms meegaan in de<br />
fa ntasie dat je je echt op de gecreëerde<br />
plaats <strong>be</strong>vindt. Aan alles is gedacht om de<br />
sfeer zo optimaal mogelijk te maken. Zo zijn<br />
de ramen in de zee van een discrete witte<br />
matte laag voorzien en wordt het geluid en<br />
de temperatuur ook aangepast. Behalve in<br />
de zaal van de ijstijden en de Noord- en<br />
Zuidpool is het wel overal veel te warm!<br />
De enorme hoeveelheid opgezette dieren<br />
kan nooit levend in één natuurpark samengebracht<br />
worden en je ziet dieren die je nog<br />
nooit gezien hebt maar ze heb<strong>be</strong>n wel allemaal<br />
hun prijs <strong>be</strong>taald.<br />
In het winkeltje bij de vestiaire kan je allerlei<br />
spullen kopen van boeken en posters tot<br />
knuffels en spelletjes.<br />
Met een verhaal over "Spino Dino" trekken<br />
we naar de cafetaria die ik persoonlijk niet<br />
echt gezellig noem.<br />
•<br />
,q(J<br />
;··TUURWETENSCHAPPEN<br />
Va u tierstraat 29 - 1000 Brussel<br />
•<br />
C/l Tel.o2 627 42 38<br />
van dinsdag totvrijdagvan 9u3o tot 16u45<br />
zaterdag, zondag en schoolvakanties<br />
van 1ou tot 18u<br />
€ 6,so -€ s.so-€ 4
De vro uw in de prehistorie<br />
PETER VAN DER PLAETSEN<br />
De traditie om iets<br />
te leren over de<br />
tevenswijze van onze<br />
voorouders door de nu<br />
(of totvoor kort) nog<br />
<strong>be</strong>staat<br />
Het is verleidelijk om parallellen te trekken<br />
tussen de lnuïts (arctische groep) en de<br />
primaten uit de laatste Ijstijd Soms tracht<br />
men zelfs iets te leren uit de gebruiken van<br />
de Bosjesmannen (en vrouwen) of de !Kung.<br />
Samenvattend zou men kunnen zeggen:<br />
mannen jagen en vrouwen verzamelen. Het<br />
is zelfs zo dat er een taboe <strong>be</strong>staat tegen·<br />
over het aanraken van bloed door vrouwen.<br />
Vrouwen gaan niet op jacht. Ze <strong>be</strong>werken<br />
wel de huid van de buit nadat deze van vet<br />
en bloed is ontdaan.<br />
Primitieve af<strong>be</strong>elding<br />
van een vrouwen figuur,<br />
©PAMZOV<br />
jacht biedt echter<br />
geen garantie op succes (eten). Wanneer de<br />
man met lege handen terugkeert, is het de<br />
vrouw die zorgt dat er toch nog eten op tafel<br />
komt. ln de natuur valt altijd wel iets te<br />
rapen, of liever te verzamelen.<br />
Als er al een strikte ar<strong>be</strong>idsverdeling is, dan<br />
staat de vrouw - zowel op economische,<br />
sociaal als maatschappelijke vlak- haar<br />
mannetje. Zo draagt ze bij tot de opbouw en<br />
het in stand houden van de leefgemeen-<br />
schap. Op basis van deze vaststellingen en<br />
archeologisch onderzoek komt 'Wamen in<br />
Prehistory' tot het <strong>be</strong>sluit dat de vrouw in de<br />
prehistorie minstens de gelijke was aan de<br />
man. Hoe later het aanzien van de vrouw in<br />
onze cultuur verminderde, is een verhaal dat<br />
buiten het tijdskader van deze tentoonstelling<br />
valt.<br />
Fysische evolutie en <strong>be</strong>grafenisrituelen<br />
Hoe zagen onze voorouders eruit? In ieder<br />
geval waren het geen voorovergebogen,<br />
harige, oe-a klanken uitstotende wezens die<br />
gehuld in een lendenlap en met knot op de<br />
schouders hun vrouw bij de haren voortsleepten.<br />
Een analyse <strong>be</strong>gint bij de vraag hoe we op<br />
basis van botten (andere diagnostische<br />
kenmerken bleven nooit <strong>be</strong>waard) mannen<br />
van vrouwen kunnen onderscheiden.<br />
Bij de vroegste mens worden we geholpen<br />
door de aanwezigheid van een duidelijk<br />
seksueel dimorfisme (twee verschillende<br />
vormen) waarbij de vrouwelijke individuen<br />
<strong>be</strong>duidend kleiner en gracieler zijn dan de<br />
mannelijke.Op basis van fragmenten van<br />
schedels en <strong>be</strong>enderen is het vaak zeer<br />
moeilijk om het onderscheidt te maken.<br />
Bovendien neemt dit dimorfisme in de<br />
loop van de tijd af. Bij de moderne mens<br />
wordt dit criterium bijna geheel<br />
onbruikbaar. We moeten het dan<br />
vooral heb<strong>be</strong>n van verschillen in de<br />
schedel en het <strong>be</strong>kken.<br />
Het onderscheid tussen de seksen is van<br />
<strong>be</strong>lang wanneer we <strong>be</strong>gravingen <strong>be</strong>studeren.<br />
Bij de vroegste <strong>be</strong>gravingen<br />
(vanaf 1oo.ooo jaar geleden) konden<br />
man en vrouw op een gelijke <strong>be</strong>handeling<br />
rekenen. Pas tijdens het<br />
Mesolithicum, aan de vooravond van<br />
de introductie van landbouw en<br />
veeteelt, zien we dat vrouwen andere<br />
bijgiften in hun graf meekregen dan<br />
mannen. Daarnaast zijn er heel wat voor<strong>be</strong>elden<br />
aangetroffen waaruit blijkt dat ook<br />
vrouwen hoog sociaal aanzien genoten.<br />
De vrouw in de kunst<br />
De hoofdmoot van de tentoonstelling is<br />
opgebouwd rond een bijna complete verzameling<br />
van af<strong>be</strong>eldingen van vrouwen die<br />
ons uit de prehistorie zijn overgebleven.<br />
Natuurlijk kennen we die ronde voorstellingen<br />
van dames die ook wel 'venussen'<br />
worden genoemd. Naast deze kunstuitingen<br />
<strong>be</strong>staan nog vele andere voor<strong>be</strong>elden van<br />
·vrouwelijk schoon.<br />
.::<br />
N<br />
"<br />
"<br />
N<br />
<br />
<br />
<br />
><br />
<br />
0<br />
17
E<br />
-<br />
N<br />
0<br />
0<br />
N<br />
"<br />
<br />
L<br />
><br />
<br />
0<br />
18<br />
Reconstructietekening, © Clarys<br />
Om het geheel te duiden, brengt men eerst<br />
een inleiding rond de algemene tendensen<br />
binnen de 'kunst' tijdens het Paleolithicum<br />
en Mesolithicum. Vervolgens licht men de<br />
evolutie van de af<strong>be</strong>eldingen van vrouwen in<br />
detail toe.<br />
Zo valt het op dat bij het verschijnen van de<br />
eerste uitingen deze 'kunst' zich meteen als<br />
volwassen openbaart. Naast een rijke<br />
vormentaal blijkt men ook alle technieken<br />
van plastische expressie zoals graveren,<br />
sculpteren en schilderen onder de knie te<br />
heb<strong>be</strong>n. Zij uiten zich in stijlen die gaan van<br />
realisme over expressionisme tot schematisering.<br />
Wie sprak van een <strong>be</strong>nde primitieve<br />
barbaren?<br />
De <strong>be</strong>tekenis van dit alles blijft echter<br />
zorgen voor verhitte discussies.<br />
Het is moeilijk, zoniet onmogelijk, om aan<br />
de hand van materiële resten de denkwereld<br />
van onze voorouders te doorgronden.<br />
Moeten we deze vrouwen<strong>be</strong>eldjes interpreteren<br />
als vruchtbaarheidssymbolen, <strong>be</strong>treft<br />
het sjamanisme of heb<strong>be</strong>n we te doen met<br />
de centerfold van een mannenblad van een<br />
paar tienduizend jaar geleden? We zullen<br />
het wellicht nooit te weten komen.<br />
I<br />
Venusfiguurtje, © PAMZOV<br />
Toch stellen we vast dat meer dan 90% van<br />
de af<strong>be</strong>eldingen dieren <strong>be</strong>treffen en slechts<br />
3% de mens. Is het niet veel<strong>be</strong>tekenend dat<br />
binnen deze laatste groep af<strong>be</strong>eldingen van<br />
mannen bijzonder zeldzaam zijn?<br />
Kledij en smuk<br />
Madammen met een bontjas waren tijdens<br />
de Ijstijd de gewoonste zaak van de wereld.<br />
Geen lendenlap maar wel aan het koude<br />
klimaat aangepast kledij <strong>be</strong>staande uit<br />
laarzen, broek en jas met capuchon. Het<br />
<strong>be</strong>werken van huiden, het versnijden ervan<br />
en het naaien tot goed sluitende maatkledij<br />
<strong>be</strong>heersten ze perfect. Ook de vrouwen<strong>be</strong>eldjes<br />
die aanduiding van kledij<br />
geven, <strong>be</strong>vestigen dat deze mode<br />
dichter staat bij wat eskimo's tot voor<br />
kort droegen, dan bij de kledij van<br />
Wilma en Betty uit de Flintstones.<br />
Pas bij het verwarmen van het klimaat<br />
tijdens het Mesolithicum kunnen we<br />
aannemen dat er zoiets als een rok<br />
werd uitgevonden. De schilderingen<br />
uit de Spaanse Levant geven echter<br />
geen uitsluitsel over het typisch vrouwelijke<br />
ervan.<br />
Tijdens het Paleolithicum dirkten zowel<br />
mannen als vrouwen zich graag op met<br />
kralen, armbanden, halssnoeren,<br />
enkelringen ... Op basis van bijgiften<br />
van sierraden in graven kan men<br />
niet opmaken van welke sekse de<br />
eigenaar is.Vanaf het Mesolithicum<br />
zien we dat er typisch vrouwelijke en<br />
mannelijke vormen van smuk<br />
ontstaan.<br />
Bij zoveel on<strong>be</strong>antwoorde vragen is het<br />
dan ook logisch dat we in tekenfilms en<br />
stripverhalen <strong>be</strong>elden opgehangen<br />
krijgen van vrouwen die het midden<br />
houden tussen forse, lompe wezens en<br />
sexy stoeipoezen. De tentoonstelling<br />
<strong>be</strong>sluit dan ook met een bloemlezing<br />
uit deze 'moderne' manier van voorstellen.<br />
De werkelijkheid zal wel<br />
ergens tussenin hangen.<br />
'»La femme est l'avenir de /'hom me»<br />
écrivait Louis Aragon. Elle est au ss i<br />
son passé, sans par/er du présent... ',<br />
<strong>be</strong>sluit de tentoonstelling.<br />
,q. ;;:;:;::<br />
Cl Paddestraat 7, 9620 Velzeke<br />
tJl Tel: 09/360.67.16<br />
• _i. pamzov@oost-vlaanderen.<strong>be</strong><br />
,..., 16 novem<strong>be</strong>r 2001 - april 2002<br />
maandag tot vrijdag van 9 tot 12 u<br />
.!:4 en 14 tot 17 u, zaterdag,<br />
".;_ zondag en feestdagen van 14 tot 18 u<br />
"W € 2,48 (met hetzelfde ticket<br />
kunt u ook naar het PAM Ename)<br />
..<br />
<br />
E<br />
><br />
<br />
0<br />
19
I<br />
r<br />
O I<br />
·<br />
:x: •<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
I<br />
visten, Revisme, Reviana, .. • • •<br />
VIVIANE DE MUYNCK <br />
L Je moet het maar doen!<br />
In hetzelfde jaar vereerd<br />
worden met de Prijs der<br />
itJ'Y\o I Lf- Nederlandse letteren<br />
I.J"'&-1,. én met een grote<br />
"'""'<br />
2u<br />
tentoonstelling in<br />
'hèt' literaire museum<br />
5<br />
an Nederland! -l-y. <br />
diL<br />
l-t...<br />
,C.J<br />
De affaire rond Nederlands' grote<br />
(misschien in de toekomst wel 'grootste')<br />
volksschrijver, die de Prijs der Nederlandse<br />
Letteren, hem toegekend voor ruim een<br />
halve eeuw rijk en vruchtbaar schrijverschap,<br />
niet uit handen van de Belgische<br />
koning Al<strong>be</strong>rt mocht ontvangen, zorgde voor<br />
de media-aandacht die de meester zelve in<br />
het verleden dikwijls handig naar zich toe<br />
wist te halen. Paradoxaal genoeg ontstond<br />
al dit trammelant niet rond de figuur van de<br />
mediagenieke auteur zelf, maar wel rond<br />
zijn levensgezel Joop Schafthuizen, die<br />
onderhand wellicht even grote <strong>be</strong>kendheid<br />
(of liever <strong>be</strong>ruchtheid?) geniet als de veelvuldig<br />
<strong>be</strong>kroonde Reve himself.<br />
Gerard Reve, Leraar en Belijder<br />
De timing voor de overzichtstentoonstelling<br />
'Gerard Reve, Leraar en Belijder' in het<br />
Letterkundig Museum in Den Haag, waarvan<br />
de opening plaatsvond op 30 novem<strong>be</strong>r ll.<br />
kon niet <strong>be</strong>ter. je moet het maar doen! In<br />
hetzelfde jaarvereerd worden met de Prijs<br />
der Nederlandse Letteren én met een grote<br />
tentoonstelling in 'hèt' literaire museum van<br />
Nederland! De plannen voor de tentoonstelling<br />
dateren reeds van midden vorig jaar.<br />
Er dreigde echter een kink in de ka<strong>be</strong>l te<br />
komen toen Joop Schafthuizen in februari dit<br />
jaar <strong>be</strong>sloot geen bruiklenen voor de<br />
tentoonstelling <strong>be</strong>schikbaar te stellen.<br />
Nop Maas en Wim Crouwel, de respectievelijke<br />
samensteller en vormgever van het<br />
project, <strong>be</strong>sloten toch door te gaan omdat ze<br />
over al heel wat prachtig materiaal van<br />
elders <strong>be</strong>schikten. Het uiteindelijke resultaat<br />
van hun inspanningen is nog tot 26 mei<br />
2002 te zien.<br />
"De titel is gekozen omdat die op verschillende<br />
manieren op Reve te <strong>be</strong>trekken is.<br />
Reve heeft met een zekere regelmaat <br />
ongetwijfeld ook met een dosis ironie <br />
opgemerkt dat hij volgens zijn horoscoop<br />
heilig zou worden. Er zijn twee soorten<br />
heiligen: de martelaren die stierven voor het<br />
geloof en de anderen die leraar en <strong>be</strong>lijder<br />
genoemd worden en die het geloofverdedigden<br />
en uitlegden. Reve hoort bij de<br />
tweede groep. Vandaar dat hij aan de verklaringen<br />
van echtheid bij de relikwieën, maar<br />
ook wel in opdrachten, de aanduiding<br />
'leraar en <strong>be</strong>lijder' aan zijn naam toevoegt.<br />
Daarnaast kun je vaststellen dat Reve in de<br />
loop van zijn leven inderdaad als leraar en<br />
<strong>be</strong>lijder optrad, door zijn zieleroerselen en<br />
zijn religieuze, politieke en maatschappelijke<br />
opvattingen uit te dragen" aldus Nop<br />
Maas, neerlandicus en Reve-kenner bij<br />
uitstek.<br />
Nederlands' grootste volksschrijver,<br />
©Letterkundig Museum, Den Haag<br />
Motto<br />
Van zodra je de tentoonstelling binnenwandelt<br />
sta je oog in oog met Reve, weliswaar<br />
via een portret waarop hij wordt afge<strong>be</strong>eld<br />
als de apostel Ezechiel. lne Lament schilderde<br />
dit in een serie voor het boekenbal<br />
van 1997 (thema: 'mijn God'). De reviaanse<br />
sfeer die van het schilderij uitgaat wordt<br />
versterkt door de tekst erboven, waarin Reve<br />
zelf de positie die hij inneemt schetst.<br />
Deze tekst is trouwens <strong>be</strong>doeld als motto<br />
voor de tentoonstelling in haar geheel.<br />
"Door zijn paradoxale uitspraken en zijn<br />
dikwijls uitdagende optreden is Gerard Reve<br />
afwisselend uitgemaakt voor een goddeloze<br />
spotter, een rechtse racist, een chauvinistische<br />
royalist en een bijgelovige occultist;<br />
velen echterzien in hem een marte/aaren<br />
heilige, en de apostel van een nieuwe en<br />
waarachtige moraal. '<br />
Gerard Reve 'Levensloop van de schrijver'<br />
in Een circusjongen.<br />
..s::l· .............. .<br />
• DEN HAAG<br />
q LETTERKUNDIG<br />
.<br />
CJl MUSEUM/KINDERBOEKENMUSEUM<br />
..... .<br />
<br />
.!4<br />
<br />
is gehuisvest in het<br />
Koninklijke Bibliotheek-complex,<br />
naast station Den Haag Centraal.<br />
In drie minuten loopt u van het station<br />
naar het museum: halverwege spoor 12<br />
de weg oversteken en rechtdoor lopen.<br />
Er is gelegenheid tot <strong>be</strong>taald parkeren<br />
• in de nabije omgeving.<br />
Openingstijden: di. t/m vr. 10-17 uur,<br />
weekend en feestdagen 12-17 uur;<br />
gesloten: maandag, eerste Kerstdag en<br />
nieuwjaarsdag.
De periodes<br />
Het werk van Reve is de leiddraad bij de<br />
chronologische opbouw van de tentoonstelling<br />
. Daarnaast heb<strong>be</strong>n de makers ernaar<br />
gestreefd een <strong>be</strong>eld te geven van de niet<br />
on<strong>be</strong>langrijke deelname van de kunstenaar<br />
aan het maatschappelijk debat.<br />
Hoewel Reves schrijversleven tot nu toe<br />
altijd in vijf periodes werd ingedeeld, komen<br />
in de tentoonstelling zes periodes aan bod.<br />
Of de ene periode al <strong>be</strong>langrijker was dan de<br />
andere hangt vermoedelijk grotendeels af<br />
van de persoonlijke ervaring van de lezer<strong>be</strong>zoeker<br />
of de <strong>be</strong>zoeker-lezer (waarom<br />
niet?). Nochtans werden, mede door de<br />
vormgeving van Wim Crouwel accenten<br />
gelegd. Zo is het bijvoor<strong>be</strong>eld niet toevallig<br />
dat de violette periode de meeste ruimte<br />
krijgt. Dit zijn nl. de jaren waarin Reve de<br />
zogenaamde 'reisbrier ontwikkelde.<br />
De brievenboeken 'Op weg naar het Einde'<br />
en 'Nader tot U' mogen tot mijlpalen in de<br />
Nederlandse literatuur gerekend worden.<br />
Men spreekt van '<strong>be</strong>kentenisliteratuur'.<br />
Het is de periode waarin hij openlijk voor<br />
zijn homoseksuele geaardheid ('herenliefde')<br />
uitkomt en waarin hij zich ontpopt<br />
als media-figuur. Aanzet hiertoe was ongetwijfeld<br />
zijn veel<strong>be</strong>sproken optreden in het<br />
programma 'Literaire ontmoeting' op 11<br />
decem<strong>be</strong>r 1963. In 1966 verscheen de reeds<br />
genoemde bundel 'Nader tot U' met als<br />
afsluiter de serie gedichten 'Geestelijke<br />
liederen'.<br />
Twee fragmenten wil ik de lezers toch niet<br />
onthouden omdat ze zowel de plechtstatigheid<br />
en de bittere ernst als de verholen zelfspot<br />
en humor van Reve weergeven. Ze zijn<br />
trouwens ook een illustratie van zijn onnavolgbare<br />
stijl, waarvan we in de tentoonstelling<br />
tal van voor<strong>be</strong>elden vinden.<br />
Uit 'Nader tot U':<br />
Eigenlijk geloof ik niets<br />
en twijfel ik aan alles, zelfs aan U<br />
Maar soms, wanneer ik denk dat Gij<br />
waarachtig leeft<br />
dan denk ik, dat Gij Liefde zijt, en<br />
eenzaam<br />
en dat, in dezelfde wanhoop,<br />
Gij mij zoekt zoals ik U.<br />
De gewraakte passage die verscheen in<br />
het tijdschrift Dialoog. Dit leverde<br />
hem een aanklacht wegens godslastering<br />
op, wat uitmondde in het<br />
'Ezelproces'. Reve werd vrijgesproken<br />
'Als God zich opnieuw in de Levende Stof<br />
gevangen heeft, zal hij als Ezel terugkeren,<br />
hoogstens in staat een paar lettergrepen te<br />
fo rmuleren, miskend en verguisd en geranseld,<br />
maar ik zal hem <strong>be</strong>grijpen en meteen<br />
met Hem naar <strong>be</strong>d gaan, maar ik doe zwachtels<br />
om zijn hoe fles, dat ik niet te veel<br />
schrammen krijg als Hij spartelt bij het<br />
klaarkomen'<br />
Datzelfde jaar trad hij toe tot de katholieke<br />
kerk en mocht hij de P.C. Hooftprijs 1968 in<br />
ontvangst nemen. Hij kocht in 1969 in Dröme<br />
(Zuid-Frankrijk) het 'Geheime Landgoed',<br />
dat in zijn verdere leven en werk een <strong>be</strong>langrijke<br />
rol zou spelen. Het waren dus zowe<br />
turbulente als productieve jaren!<br />
Volgens Nop Maas vond Reve het vroeger<br />
ook wel chique als zijn werk in kleurenperiodes<br />
werd ingedeeld. Zo werd zijn vro<br />
werk wel eens aangeduid als de grijze of<br />
zwarte periode, gevolgd door de violette<br />
periode. Daar hield het echter op.<br />
Het toekennen van toepasselijke kleuren<br />
aan de volgende periodes ge<strong>be</strong>urde dus<br />
louter ter gelegenheid van de tentoonstelling.<br />
Een structurerend element, waar dankbaar<br />
gebruik van gemaakt werd.<br />
Kleine dingetjes<br />
Een logisch geheel maken van al het verzamelde<br />
materiaal kan geen eenvoudige<br />
opdracht geweest zijn. Er zijn nl. ontelbare<br />
kleine dingetjes. Alleen door een zorgvuldig<br />
arrangement en een goed doordachte vormgeving<br />
konden Nop Maas en Wim Crouwel<br />
erin slagen alles te kaderen in een totaal<strong>be</strong>eld<br />
dat de gemiddelde <strong>be</strong>zoeker<br />
gedurende een tweetal<br />
uur kan blijven boeien.<br />
Echte Reve-fanaten,<br />
voor wie deze tentoonstelling<br />
wel een feest<br />
moet zijn, trekken er<br />
<strong>be</strong>st nog wat meer tijd<br />
voor uit. Natuurlijk kan<br />
men ook alleen even de<br />
sfeer opsnuiven, de<br />
topstukken langslopen,<br />
of als lezer nu wel eens<br />
de personen en locaties<br />
die in Reves boeken<br />
voorkomen en voor<br />
deze gelegenheid in het<br />
Letterkundig museum<br />
gevisualiseerd zijn,<br />
<strong>be</strong>kijken.<br />
Het konijn uit 'de Avonden',<br />
© Letterkundig Museum, Den Haag<br />
])e .von çie.,<br />
"" ,..u,_. ; l . ,, • u.<br />
J AA u .... .... ;"..:;:.,_. . .... . ·'"""<br />
""'
Het handboek van de kunstenaar "ll Libro dell' Arte" Cen nino Cen nini<br />
ELS NOUWEN<br />
Hoe bouw je een<br />
schilderij op?<br />
Op welke wijze kan je<br />
een paneel vergulden?<br />
Hoe maak je een fresco?<br />
Vragen die een<br />
kunstenaar of<br />
restaurateur zich stelt.<br />
In 'll libro dell'Arte' neemt Cennino Cennini<br />
de aspirant bij de hand. Stap voor stap legt<br />
hij het ambacht uiterst gedetailleerd en<br />
helder uit. Dit unieke traktaat, rond 1400<br />
geschreven, wordt <strong>be</strong>schouwd als het<br />
"oerboek" van de schildertechniek. Tot voor<br />
kort kon men enkel het Italiaanse origineel<br />
en de Engelse vertaling raadplegen. Nu is er<br />
de Nederlandse vertaling.<br />
NaarGiotto<br />
"Een on<strong>be</strong>langrijk <strong>be</strong>oefenaarvan de schilderkunst"<br />
zo <strong>be</strong>schrijft Cennino d'Andrea<br />
Cennini (1360?-1427?) zichzelf in de inleiding.<br />
Over de auteur is maar weinig <strong>be</strong>kend.<br />
Hij werd geboren in Colle di Valdelsa -Siena<br />
en opgeleid in een aantal werkplaatsen in<br />
Toscane. Omstreeks 1388 werkt hij aan een<br />
uitvoeringvan de Sint-Stefanusreeks in de<br />
Sint-Lucchesekerk in de buurt van<br />
Poggibonsi. Later werkt hij in Pad u a aan zijn<br />
boek. Hij treedt als schilder in dienst van<br />
een voorname heer en vervaardigt in zijn<br />
geboortedorp een aantal werken die<br />
verloren zijn geraakt.<br />
Cennino Cennini was 10 jaar in de leer bij<br />
Agnollo Gaddi, zoon een leerlingvan Taddeo<br />
Gaddi, die op zijn <strong>be</strong>urt leerling was van<br />
Giotto (1267?-1336/7). 1l libro dell'Arte geeft<br />
ons een <strong>be</strong>eld van stijl en werkwijze van de<br />
grote meester en zijn volgelingen.<br />
Zeer gestructureerd wordt de werkwijze uit<br />
de doeken gedaan, van het prepareren van<br />
gronden tot de slotvernis. "De basis van het<br />
<strong>be</strong>roep ( ... ) is tekenen en schilderen."<br />
Leonardo da Vin ei, Studie van maten en<br />
verhoudingen, © Gulleria del/' Academia, Venetië<br />
Voor de <strong>be</strong>heersingvan deze twee onderdelen<br />
is kennis vereist. In de lange opsomming<br />
lezen we o.a. "hoe je moet in lijmen,<br />
hoe je gips moet modelleren, hoe je moet<br />
vergulden, polijsten, temperen, inleggen,<br />
granuleren, markeren, schilderen,<br />
verluchten, ... " Stappen die hij "uitgebreid<br />
onderdeel voor onderdeel zal <strong>be</strong>handelen".<br />
Dat dit traktaat een onschatbare bron van<br />
informatie is voor restaurateurs <strong>be</strong>hoeft<br />
weinig verklaring. Voor de liefheb<strong>be</strong>r en<br />
kunstenaar vandaag de dag biedt dit historisch<br />
handboek met zijn plastische, zinnelijke<br />
<strong>be</strong>schrijvingen tal van invalshoeken,<br />
gaande van hetverband van een aantal<br />
<strong>be</strong>reidingswijzen met de alchemie tot de<br />
kennismaking met de oorsprongvan voor<br />
ons vanzelfsprekende -kant en klare- materialen.<br />
Een pleidooi<br />
ll libro dell'Arte is meer dan louter een<br />
opsommingvan ingrediënten, recepten en<br />
wenken. Immers, "De theoretische kennis is<br />
de meest waardevolle; daarna volgt een<br />
<strong>be</strong>zigheid waarvoor een theoretische basis<br />
gekoppeld aan een vaardige hand nodig is,<br />
en dit is de <strong>be</strong>zigheid die <strong>be</strong>kendstaat als<br />
schilderen, waarvoor zowel ver<strong>be</strong>elding als<br />
handvaardigheid nodig is, ... " Een vooruitstrevend<br />
standpunt voor een kunstenaar die<br />
nog verankerd is in het middeleeuws<br />
conceptvan de kunstenaar als<br />
ambachtsman (Artes Mechanicae) De inleiding<br />
is een krachtig pleidooi voor de<br />
toetrede van de <strong>be</strong>eldende kunst tot de<br />
"Artes Li<strong>be</strong>rales".<br />
© Nationol Gol/ery, Londen<br />
Verder moedigt hij schilders aan de fantasie<br />
de vrije loop te laten en een individuele stijl<br />
te ontwikkelen. Hij adviseert om "constant<br />
te kopiëren naar de natuur".<br />
Met deze visie <strong>be</strong>vindt Cennini zich op het<br />
scharnierpunt van gotiek naar vroege renaissance.<br />
Tijds<strong>be</strong>eld<br />
"Je moet weten welk <strong>be</strong>en goed is. Neem<br />
<strong>be</strong>enderen van de poot en vleugels van<br />
gevogelte of van een kapoen; en hoe ouder<br />
ze zijn, hoe <strong>be</strong>ter. Zoals je ze vindt onder de<br />
eettafel steekje ze in het vuur ... " zo kan je<br />
lezen in het hoofdstuk waarin <strong>be</strong>schreven<br />
wordt welk soort <strong>be</strong>en goed is voor het<br />
prepareren van panelen om op te tekenen.<br />
Naast de historische en schildertechnische<br />
waarde is dit ook een amusant boek, dat een<br />
levendig tijds<strong>be</strong>eld schetst. Zo <strong>be</strong>n je<br />
verwonderd te lezen dat zelfs in de 14/lsde<br />
eeuw stadskippeneieren een lichter eigeel<br />
heb<strong>be</strong>n dan eieren gelegd door plattelandskippen,<br />
die vanwege hun roodheid, goed<br />
zijn voor het aanlengen -in eitempera- van<br />
de vleeskleur van oudere personen en<br />
personen met een donkere huid.<br />
© British Museum, Londen<br />
Agnolo Gaddi, De vondst van het heilig<br />
kruis, © Santa Croce, Firenze<br />
Verdervernemen we onder meer hoe men<br />
kan verhinderen dat hermelijnstaarten<br />
worden opgegeten door de motten, hoe<br />
trillende handen veroorzaakt worden door<br />
te veel te genieten van het gezelschap van<br />
vrouwen, en welke levensstijl de meest<br />
aangewezen is voor een kunstenaar.<br />
En dan is dit nog maar een keuze.<br />
De vertaling<br />
Hendrik Van den Bossche is schilder, restaurateur<br />
en directeur van de academie van<br />
Liedekerke. Zijn vrouw, Hilde Theuns, is<br />
germaniste. Met zijn kennis van de oude<br />
technieken en haar liefde voor de taal<br />
vormden zij het ideale koppel om dit traktaat<br />
te vertalen. Ze zijn secuur te werk gegaan.<br />
Hun vertaling <strong>be</strong>rust op een afschrift uit<br />
1437, de oudste en meest originele versie,<br />
waarvoor Hilde Theuns zich toelegde op het<br />
14de eeuws Toscaans. Die versie werd vergeleken<br />
met 'The craftsman's handbook', de<br />
Engelse vertalingvan D. V. Thompson uit<br />
1932 (recentere uitgave 1960).<br />
Van den Bossche heeft de Nederlandse<br />
vertaling aangevuld met een nuttige verklarende<br />
lijst van <strong>be</strong>grippen, technieken en<br />
procédés. Het boek is mooi geïllustreerd en<br />
uitgegeven in handig zakformaat.<br />
Een heb<strong>be</strong>ding.<br />
"Cennino Cennini,<br />
Het handboek van de<br />
kunstenaar,<br />
/I /i bra deii'Arte",<br />
Vertaald door<br />
Hendrik Van den Bossche<br />
en Hilde Th euns,<br />
Uitgeverij Contact,<br />
Amsterdam/Antwerpen,<br />
2001.<br />
ISBN 90 254 6261 8<br />
:<br />
.<br />
.<br />
E<br />
<br />
.<br />
"<br />
D<br />
<br />
.<br />
"<br />
c<br />
.<br />
<br />
N<br />
"<br />
"<br />
N<br />
"<br />
"<br />
<br />
><br />
<br />
0<br />
23
mpact 1902 Revisited<br />
EVA TA HON<br />
De <strong>be</strong>langstellingvoor de<br />
kunstenaars uit de vijftiende<br />
en de zestiende eeuw<br />
groeide in de negentiende<br />
eeuw gestaag.<br />
Tegen het einde van die eeuw<br />
<strong>be</strong>gonnen Europese grootsteden hun<br />
<strong>be</strong>langrijkste kunstenaar te vieren. In<br />
Amsterdam kreeg Rembrandt in 1898<br />
zijn eerste grote overzichtstentoonstelling.<br />
Het jaar daarop vierde Madrid<br />
Velazquez, Antwerpen herdacht Antoon<br />
Van Dyck en in Dresden vond een Cranachtentoonstelling<br />
plaats.<br />
Er wordt hier niets ultpleendl<br />
De Brusselse kunstkenner Philogène<br />
Wytsman stelde voor om, in navolging van<br />
de voor<strong>be</strong>elden in andere steden, een grote<br />
overzichtstentoonstelling te houden van de<br />
primitieve schilderkunst van België en de<br />
Nederlanden. De eerste vergadering van<br />
het organiserend comité van de 'Exposition<br />
d'Oeuvres des Ecoles primitives de Peinture<br />
en Belgique et aux Pays-Bas' vond op 4<br />
februari 1900 plaats in de ambtswoning van<br />
minister Aug1.1ste Beernaert. Een van de<br />
eerste daden van het Comité was het vragen<br />
van de medewerking van de Brugse kerkelijke<br />
·nstellingen en vooral het Sint-lanshos<br />
itaal. Dat was meteen het einde van<br />
het pro je<br />
Toegangsticket tot de tentoonstelling<br />
In een briefvan 13 februari 1900 lieten zowel<br />
het Brugse stads<strong>be</strong>stuur als het Bestuur der<br />
Burgerlijke Godshuizen weten dat het onmogelijk<br />
was hun mooiste schilderijen - hoe<br />
tijdelijk ook- uit het museum te halen.<br />
De kerkfabriek van de Sint-Baafskathedraal<br />
in Gent somde gelijkaardige argumenten op<br />
om het hen nog resterende gedeelte van het<br />
Lam Gods-reta<strong>be</strong>l van de gebroeders Van<br />
Eyck (de Adam en Eva figuren werden in het<br />
Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in<br />
Brussel <strong>be</strong>waard, de andere luiken in de<br />
Berlijnse Gemäldegalerie) niet uit te lenen.<br />
Enkel de Leuvense Sint-Pieterskerk zag geen<br />
problemen met het uitlenen van hun drieluik<br />
van Dirk Bouts.<br />
Om het Brugse 'neen' tegemoet te treden,<br />
<strong>be</strong>sloot het Comité de tentoonstelling dan<br />
maar in Brugge te organiseren, maar door<br />
budgettaire problemen werd de tentoonstelling<br />
nog bijna gekelderd. Uiteindelijk kwam<br />
hij er toch, in de zomer en herfst van 1902.<br />
Een onwaarschiJnDik aantal werken<br />
Nu Brugge zoveel schilderijen toegezegd<br />
kreeg, moest er een aangepast (en veilig)<br />
lokaal gevonden worden. De oorspronkelijke<br />
locatie, het stadsmuseum in de<br />
Bogardenkapel, was niet groot genoeg.<br />
Een andere grote tentoonstellingsruimte<br />
was er evenmin. Hoewel het alternatiefvoorstel<br />
het Gruuthusepaleis was, viel Kervyns<br />
oog op het Provinciaal Hof op de Markt.<br />
Het resultaat was onwaarschijnlijk: de<br />
<strong>be</strong>zoeker kwam oog in oog te staan met 413<br />
werken, van Melchior Broederlam tot Pi eter<br />
Bruegel. Op de tweede verdieping maakte<br />
hij kennis met het oeuvre van de schildersfamilies<br />
Pourbus en Claeissens. ln het gerestaureerde<br />
paleis van de heren van<br />
Gruuthuse vond de tentoonstellingvan<br />
Oude Kunstambachten plaats.
Op 12 juni waren Antwerpen en Brugge,<br />
kerken en kloosters aan de <strong>be</strong>urt.<br />
De Antwerpse bruiklenen zouden per<br />
binnenschip via Gent in Brugge toekomen.<br />
Maar in Gent bleek het schip een te grote<br />
diepgang te heb<strong>be</strong>n om verder te kunnen<br />
varen. De schilderijen werden terug naar<br />
Antwerpen gevaren en opnieuw verstuurd,<br />
ditmaal per trein. Op 13 juni kwamen de<br />
werken uit Berlijn, Oostenrijk en Engeland<br />
aan. Een tweede lading uit Engeland, samen<br />
met de bruiklenen uit Nederland, Italië en<br />
Oostenrijk kwamen pas de dagvoor de<br />
opening ter plaatse.<br />
Voor Brugge was 14 juni een spektakeldag.<br />
De schilderijen van Hans Memlingwerden in<br />
processie van het Sint-lanshospitaal naar de<br />
Markt gedragen. Henri Kervyn de Lettenhave<br />
kreeg zelf de eer het Tweeluik met Maarten<br />
van Nieuwenhove te dragen, geëscorteerd<br />
door twee leden van de Commissie van<br />
Burgerlijke Godshuizen. Voor hen werd het<br />
Ursulaschrijn op een draag<strong>be</strong>rrie gedragen,<br />
en daarvoor de andere panelen. Enkele<br />
verzamelaars verkozen hun kostbaar <strong>be</strong>zit<br />
persoonlijk te komen brengen. Anderen<br />
lieten hun schilderijen dan weer zonder<br />
<strong>be</strong>geleiding per trein naar Brugge komen.<br />
De navolgingvan 1902: Impact<br />
De nationale trots was in verschillende<br />
landen gewekt, dankzij het grote succes van<br />
'L'Exposition de Primitifs flamands'.<br />
Navolging kon niet uitblijven. Na een oproep<br />
in de Parijse kranten werd een Frans Comité<br />
opgezet. In 1904 <strong>be</strong>leefde Parijs de zomer<br />
van de 'Primitifs français', terwijl Düsseldorf<br />
toen een 'Kunsthistorische Ausstellung'<br />
hield.<br />
Op hetzelfde ogenblik organiseerde men in<br />
het Palazzo Publico in Siena de tot dan toe<br />
<strong>be</strong>langrijkste tentoonstelling over Italiaanse<br />
oude meesters én tegelijk was in Londen<br />
een overzicht over hetzelfde onderwerp<br />
opgezet. Niet allen de kunstliefheb<strong>be</strong>rs<br />
kwamen de werken <strong>be</strong>wonderen. In de daaropvolgende<br />
jaren doken verdacht veel<br />
Sienese primitieven op in Londen. Bij nader<br />
onderzoek bleek het in de meeste gevallen<br />
om vervalsingen te gaan, inspelend op de<br />
populariteit van het ogenblik.<br />
Neo-gotisch station van Brugge op het<br />
Zand, omstreeks 1900<br />
-9 • -:;;;;UlS<br />
""'! Dijver 16<br />
CIJ Booo Brugge<br />
• Tel: aso/ 44 87 11<br />
•ri 22 februari tot 30 juni<br />
€2,5 -€1,5<br />
<br />
<br />
<br />
..<br />
.<br />
Korting met<br />
OKV-Museumkaart<br />
In Brugge werden overzichtstentoonstellingen<br />
zoals in 1902 een traditie. De stad<br />
nam echter de organisatie over, in tegenstelling<br />
tot 'Les Primitifs flamands' waar het<br />
stads<strong>be</strong>stuur eerder een remmende factor<br />
in het geheel speelde.<br />
De <strong>be</strong>langrijkste tentoonstellingen in<br />
Brugge op vlak van oude schilderkunst<br />
waren:<br />
'Maîtres Anciens' (1905),<br />
'Het Gulden Vlies' (1907),<br />
'Hans Memling' (1939),<br />
'Gerard David'(1949),<br />
'IFiamminghi e l'ltalia' (1951),<br />
'Het Portret in de Oude Nederlanden' (1953),<br />
'Vlaamse Kunst in Brits <strong>be</strong>zit' (1956),<br />
'Vlaamse Kunst in Spaans <strong>be</strong>zit' (1958),<br />
'De eeuw der Vlaamse Primitieven' (1960),<br />
'Jan Gossaert genaamd Mabuse' (1965),<br />
'Anonieme Vlaamse Primitieven' (1969),<br />
'8oo jaar Sint-Janshospitaal' (1976),<br />
'Pi eter Pourbus Meester - Schilder' (1984),<br />
'Lodewijk van Gruuthuse' (1993),<br />
'Hans Memling' (1994),<br />
'Van Hans Memling tot Pi eter Pourbus'<br />
(1998) en 'Jan van Eyck, de Vlaamse<br />
Primitieven en het Zuiden' (2002).<br />
E<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
N<br />
0<br />
0<br />
N<br />
"<br />
"<br />
<br />
,..<br />
.<br />
0<br />
25
Het Oudenaardse<br />
kunstcollectie rij<br />
Naast e<br />
elan voor het Oudenaardse<br />
Het Oudenaards profaan zilver en de nieuwe<br />
collectiestukken zijn een bruikleen van<br />
verzamelaar en kunstliefheb<strong>be</strong>r de heer<br />
Ernest De Boever-Alligoridès.<br />
Die idee ontstond 10 jaar geleden toen, na<br />
de restauratiewerken van het stadhuis en<br />
een tentoonstelling over Oudenaards zilver,<br />
de voormalige kapellekamer als zilverzaal<br />
ingericht werd. Ook de verschillende kerkfabrieken<br />
uit de deelgemeenten en de naburige<br />
gemeenten <strong>be</strong>sloten hun prokstukken<br />
in veiligheid te brengen door middel van een<br />
bruikleen.<br />
Gedurende 10 jaar bleef de heer De Boever<br />
vlijtigverzamelen.Toen hij in mei 2000<br />
<strong>be</strong>kend maakte dat hij een zestigtal voorwerpen<br />
in bruikleen zou geven, werd onmiddellijk<br />
op zoek gegaan naar een passende<br />
locatie. Die vond men in de stemmige<br />
Voogdenkamer op de tweede verdieping<br />
van het stadhuis.<br />
Europees zilver, de collectie De Boever<br />
Alligoridès<br />
Op 24 mei 2000 openden op de tweede<br />
verdieping van het stadhuis de deuren van<br />
de voormalige Voogden kamer. De kleine<br />
gezellige kamer heeft 18de-eeuwse bibliotheekkasten<br />
en een gaanderij. In deze<br />
ruimte werden tot voor 20 jaar de<br />
Oudenaardse stadsarchieven <strong>be</strong>waard.<br />
In zes kijkkasten en centraal vier consoles<br />
zijn een zestigtal sier- en gebruiksvoorwerpen<br />
van Belgische, Nederlandse, Duitse,<br />
Engelse, Ierse, Franse en Italiaanse origine<br />
tentoongesteld.<br />
De gevarieerde en rijke verzameling biedt<br />
een overzicht van 16de, 17de en 18de eeuws<br />
gebruiks- en pronkzilver. De meeste stukken<br />
dateren echter uit de 17de eeuw.<br />
De zilverstukken weerspiegelen een veranderde<br />
tijdsgeest en stijl. We zien een<br />
evolutie gaande van renaissance en maniërisme<br />
naar barok, rococo en classicisme.<br />
De edelsmeedkunst stond uiteraard niet op<br />
een eilandje. De <strong>be</strong>faamde edelsmeden zijn<br />
veelvuldig en intensief in contact geweest<br />
met ander kunstenaars en heb<strong>be</strong>n elkaar<br />
sterk <strong>be</strong>ïnvloed.<br />
Pronkerig zilver<br />
In de 16de en de 17de eeuw waren snakerijen<br />
of scherts<strong>be</strong>kers zowel in de Nederlanden<br />
als in Duitsland erg in trek. Zij komen<br />
voor in allerlei vormen en uit<strong>be</strong>eldingen en<br />
<strong>be</strong>vatten een spel-ofverrassingselement.<br />
Zij symboliseren de ludieke rol van wijn in<br />
die periode.<br />
Het vaderschap, het moederschap of een<br />
bruiloft was meestal een aanleiding<br />
tot het spelen van spelletjes met dranken.<br />
Een mooi voor<strong>be</strong>eld is de Nederlandse<br />
molen<strong>be</strong>ker van de Meester met zespuntster<br />
uit 1655. De miniatuurmolen, staande op de<br />
klok<strong>be</strong>ker, heeft een pijpje naast de molentrap.<br />
Door op het pijpje te blazen liet men de<br />
wieken draaien. De <strong>be</strong>ker moest men in één<br />
teug leegdrinken, nog voor de wieken stilvielen.Wie<br />
er niet in slaagde kon het spelletje<br />
van vooraf aan her<strong>be</strong>ginnen. Het is dan<br />
ook niet verwonderlijk dat menig gast<br />
dronken huiswaarts keerde.<br />
Een bijzonder interessante 17de-eeuwse<br />
scherts<strong>be</strong>ker is het zogenaamde 'Hansje-inde<br />
kelder' uit Neuren<strong>be</strong>rg, 1660. Dergelijke<br />
<strong>be</strong>ker werd gebruikt om op aanstaande<br />
moeders te drinken. In het midden van de<br />
schaal zit een bolletje dat van gaatjes voorzien<br />
is.<br />
Antwerpse pronk<strong>be</strong>ker, midden 16de eeuw<br />
©foto: Stad Oudenaarde
Bovenop het vlottertje is een dekseltje met<br />
eronder een putto of een kinderfiguurtje.<br />
Wanneer men de wijn in de <strong>be</strong>ker giet, komt<br />
het Hansje uit de bol (kelder) omhoog, een<br />
verwijzing naar de nakende geboorte.<br />
Daarnaast waren pronk<strong>be</strong>kers in de vorm<br />
van een schip zeer geliefd. Het hier voorgestelde<br />
zeilschip uit Augsburg, voorzien van<br />
alle zeilen en een miniatuur<strong>be</strong>manning,<br />
dateert uit het <strong>be</strong>gin van de 17de eeuw en<br />
draagt het meestermerk van Heinrich<br />
Winterstein. Dit type werd ter gelegenheid<br />
van een doopfeest of andere grote familiefeesten<br />
gebruikt om kruidenwijn te<br />
schenken<br />
Pronk<strong>be</strong>kers werden ook door gilden en<br />
stads<strong>be</strong>sturen aan hooggeplaatste gasten<br />
aangereikt. Een uniek stuk is een liggend<br />
hert met het stadsmerk van Middelburg uit<br />
1620.<br />
Nautiliussche/p<strong>be</strong>ker, ca. 1580<br />
© foto: Stad Oudenaarde<br />
Het draagt om de hals een ketting met<br />
het wapenschild van het<br />
stadje Veere.<br />
Door de ontdekking<br />
van nieuwe continenten<br />
kwa men ongekende en<br />
zeldzame grondstoffen op de<br />
markt.<br />
Exotische materialen<br />
zoals kokosnoten of<br />
nautilusschelpen<br />
werden in een<br />
zilveren of vergulde<br />
zetting geplaatst en<br />
zo tot schitterend<br />
pronk- en drinkgerei omgevormd.<br />
De hier voorgestelde<br />
Nederlandse Nautilus<strong>be</strong>ker<br />
uit het laatste kwart van de<br />
16de eeuw is in verguld<br />
zilver gezet en heeft fraaie figuratieve<br />
elementen die naar de zee<br />
verwijzen boven Neptunus,<br />
rond de schelp een<br />
zeemonster met opengesperde<br />
muil, langs weerszijden<br />
tritons en als stam een<br />
zeemeermin ondersteund door zeepaardjes.<br />
De Nautilus, een schelp van een groep inktvissen,<br />
werd in de Indische Oceaan<br />
gevonden en door de Oost-Indische<br />
Compagnie naar onze streken gebracht.<br />
De schelpen werden, in tegenstelling tot<br />
Duitsland, gepolijst en voorzien van gegraveerde<br />
decoraties.<br />
Niet alleen schelpen werden tot pronk<strong>be</strong>ker<br />
omgevormd, ook kokosnoten kregen een<br />
sierlijke versiering.<br />
De 16de eeuwse kokosnoot<strong>be</strong>ker is afkomstig<br />
uit Ulm en draagt het meestermerk<br />
Kesborer. Andere kostbare materialen zoals<br />
<strong>be</strong>rgkristal en edelgesteenten werden tot<br />
schitterend drinkgerei verwerkt.<br />
Tot het pronkzilver <strong>be</strong>hoort de renaissance<br />
pronk<strong>be</strong>ker uit Antwerpen (midden van de<br />
16de eeuw).<br />
Het aantal <strong>be</strong>waarde Antwerpse kunstvoorwerpen<br />
uit die periode is bijzonder klein.<br />
In de 16de eeuw <strong>be</strong>leefde Antwerpen een<br />
gouden eeuw, de stad had een internationale<br />
uitstraling en oefende een magische<br />
aantrekkingskracht uit op buitenlanders.<br />
Door de aanwezigheid van de Italianen in<br />
Antwerpen enerzijds en door de veelvuldige<br />
reizen van Vlaamse kunstenaars naar Italië<br />
anderzijds, werd de renaissancestijl er vrij<br />
vlug verspreid.<br />
Schenkkan, 1708<br />
©foto: Stad Oudenaarde<br />
De vergulde pronk<strong>be</strong>ker<br />
heeft duidelijk<br />
een renaissancistische<br />
vormentaal:<br />
sterke horizontaal<br />
gescheiden onderdelen,<br />
een getrapte voet en een<br />
deksel met een <strong>be</strong>kronend<br />
figuurtje. Verder terugkerende<br />
vruchtenkorfjes, leeuwemuilen,<br />
omsluierde vrouwen gezichten,<br />
rolwerk waarop<br />
saters zitten, zeetriomfen,<br />
vissen, schelp- en schaaldieren<br />
en ingestreepte bandjes<br />
aan de profileringen van de voetrand.<br />
Al deze kenmerken zijn typerend<br />
voor het Antwerps werk.<br />
Onder Italiaanse invloed kende men<br />
de opkomst van de "copschaele" of<br />
tazza, een drinkschaal op hoge voet.<br />
Eenvoudige copschaelen werden niet enkel<br />
met wijn gevuld maar ook met zoetigheid<br />
of vruchten. Rijkelijk uitgevoerde<br />
exemplaren kregen louter een<br />
pronkfunctie toe<strong>be</strong>deeld en werden<br />
op een dressoor tentoongesteld.<br />
De collectie Europees zilver telt twee gegraveerde<br />
tazzi. Beide zijn recentelijk toegeschreven<br />
aan j. T. de Bry en aan Abraham<br />
van den Hecken. Zij zijn uiterst zeldzaam en<br />
van een buitengewone kwaliteit.<br />
De gegraveerde tazza, toegeschreven aan<br />
Jean Theodoor de Bry met de uit<strong>be</strong>elding van<br />
een ' Christelicke huyshoudinge 'is een van<br />
de weinige stukken die we met zekerheid<br />
aan hem kunnen toeschrijven.<br />
Andere stukken <strong>be</strong>vinden zich in de<br />
parochiale kerk van Egham in Surrey,<br />
Engeland.<br />
De Bry werd in Luik geboren maar vluchtte<br />
door de godsdiensttroe<strong>be</strong>len naar Frankfurtam-Main.<br />
Hij was geen goudsmid maar bij<br />
de aanvangvan de 17de eeuw een veel<br />
gevraagd graveur.<br />
De tweede gegraveerde tazza, met de<br />
uit<strong>be</strong>eldingvan de aanbiddingvan de<br />
herders, mogen we toeschrijven aan<br />
Abraham van den Hecken.<br />
Slechts enkele werken zijn met grote zekerheid<br />
aan hem toe te schrijven o.m twee<br />
tazzi, <strong>be</strong>waard in de Lutherse kerkvan<br />
Amsterdam, een gesigneerde gravure en<br />
twee voor<strong>be</strong>eldboeken voor edelsmeden<br />
met elk twaalf prenten.<br />
<br />
N<br />
..<br />
..<br />
N<br />
><br />
<br />
0<br />
27
N<br />
"<br />
"<br />
N<br />
><br />
<br />
0<br />
28<br />
Van den Hecken werd vermoedelijk in<br />
Antwerpen geboren maar leefde en werkte<br />
in Frankenthal, nadat hij en zijn familie<br />
gevlucht waren voor de godsddiensttroe<strong>be</strong>len.<br />
Rond 1608 gaf hij in Amsterdam een<br />
voor<strong>be</strong>eldboek voor edelsmeden uit. Van<br />
den Hecke is naar alle waarschijnlijkheid<br />
door de Bry <strong>be</strong>ïnvloed.<br />
Een rijkelijk gedekte feestdis<br />
Het merendeel van het 18de eeuws gebruikzilver<br />
is van Engelse makelij en moet in<br />
verband gebracht worden met de komst van<br />
de Franse Hugenoten.<br />
De komst van de Hugenoten <strong>be</strong>tekende voor<br />
Engeland de <strong>be</strong>slissende breuk met de oude<br />
tradities, niet alleen in de vorm maar ook in<br />
de <strong>be</strong>werkingstechnieken. De Engelse zilversmeden<br />
waren <strong>be</strong>dreven in het drijven van<br />
zilver, terwijl de grootste verdienste van de<br />
Hugenoten hun bijna volplastische gegoten<br />
voorwerpen en hun geraffineerde versiering<br />
zijn.<br />
Drinkschaal, ca. 1620<br />
©foto: Stad Oudenaarde<br />
,.s::: :: :t ............... .<br />
""" STADHUIS<br />
10 .;_ TOERISME OUDENAARDE<br />
C/l Grote Markt<br />
9700 Oudenaarde<br />
.<br />
. ,... ..<br />
tel: 055/31.72.51<br />
fax: 055/30.92.48<br />
+I!<br />
toerisme@oudenaarde.<strong>be</strong><br />
toegangsprijs: € 4<br />
QÏ Open vanaft april<br />
tot en met 31 okto<strong>be</strong>r<br />
al. Maandag tot vrijdag met gids<br />
om 11.00 u en om 15.00 u;<br />
zaterdag en zondag om 14.00 u<br />
en 16.oo u.<br />
Twee generaties zilversmeden zijn in deze<br />
collectie vertegenwoordigd: nl. Pierre Platel<br />
(vier aard<strong>be</strong>ienschaaltjes, London, 1716-<br />
1717) en David Willau me (waterketel op<br />
komfoor, London, 1724-1725) als eerste<br />
generatie en Pa ui de Lamerie (broodmand,<br />
London, 1748-1749) als tweede generatie.<br />
Pierre Platel, David Willaume I en Pa ui de<br />
Lamerie heb<strong>be</strong>n allen gewerkt in opdracht<br />
van het Engelse Koningshuis. Zo kreeg David<br />
Willaume opdrachten van George I en Platel<br />
Pierre van George 11. Maar ook buitenlandse<br />
vorsten en keizers zoals Catharina van<br />
Rusland plaatsten <strong>be</strong>stellingen bij de<br />
Hugenoten .<br />
. ,,:.--·.· ... ·------<br />
Beker, ca. 1700<br />
©foto: Stad Oudenaarde<br />
-.'\ ", .<br />
Het <strong>be</strong>langrijkste stuk uit de Engelse<br />
collectie is een broodmand van Pa ui de<br />
Lamerie, vervaardigd te Londen in 1748-<br />
1749. Het is een hoogtepunt in de rococostijl.<br />
Opvallend zijn de opengewerkte ajourdecoraties.<br />
Zijn grote verdienste is dat hij erin slaagde<br />
de régence (de overgang tussen de Ladewijk<br />
XIV stijl en het rococo) en Louis XV-motieven<br />
te combineren met de traditionele Engelse<br />
vormen.
inspireren.<br />
Rik Wouters<br />
MICHEL PEETERS<br />
Hendrik Emiel Wouters, bijgenaamd Rik<br />
Wouters, wordt in 1882 in Mechelen<br />
geboren. Als hij twaalf is <strong>be</strong>gint zijn artistieke<br />
vorming in de meu<strong>be</strong>lmakerij van zijn<br />
vader waar hij wordt ingewijd in de schrijnwerkerij<br />
en decoratieve motieven voor<br />
meu<strong>be</strong>len leert maken. Na drie jaar opleiding<br />
blijkt dat Rik artistiek <strong>be</strong>gaafd is en<br />
vooral talent heeft voor <strong>be</strong>eldhouwen.<br />
Hij <strong>be</strong>seft dat om dit talent te ontplooien een<br />
academische vorming nodig is en schrijft<br />
zich in 1897 in aan de academie voor Schone<br />
Kunsten van Mechelen.<br />
In 1902 wordt hij opgeroepen voor zijn legerdienst<br />
en wordt opgenomen in de Universitaire<br />
Compagnie, waarvan de militairen het<br />
privilege heb<strong>be</strong>n om hun studies verder te<br />
zetten. Dit laat hem toe om avondlessen te<br />
blijven volgen aan de academie.<br />
In 1904 ontmoet hij de vrouw van zijn leven.<br />
Ze is zestien en haar bijnaam is Nel.<br />
Al gauw wordt ze zijn muze en zal hem zijn<br />
hele verdere leven inspireren.<br />
Rik en Nel wonen in Bosvoorde in een huisje<br />
aan de rand van het Zoniënwoud. Het is een<br />
lieflijke plek, maar de armoede is groot.<br />
De enige inkomsten komen van zeldzame<br />
verkopen en van de staatstoelage die Rik<br />
niet zonder moeite heeft verkregen.<br />
De oorlog breekt uit. Wouters wordt op 31<br />
juli 1914 gemobiliseerd en naar het front in<br />
de streek van Luik gestuurd. Hij wordt<br />
in Lier opgenomen in het (militair)<br />
ziekenhuis en zijn regiment wordt<br />
vervolgens overgeplaatst naar<br />
Haasdonk, waar hij meer dan zes<br />
weken blijft. Nel zoekt haar<br />
toevlucht in Antwerpen bij Ary<br />
Delen, een vurig verdediger van<br />
Wouters' werk, en vlucht daarna<br />
met de vrouw en de dochters van<br />
haar <strong>be</strong>schermheer naar<br />
Nederland (dat in het conflict<br />
neutraal is gebleven).<br />
,s::: :t····· .......... .<br />
BRUSSEL<br />
PALEIS VOOR SCHONE KUNSTEN<br />
CJl Ravensteinstraat 23<br />
• 1000 Brussel<br />
•ri tel. 02/507.84. 66<br />
.... .. E-mail: expopba@netpoint.<strong>be</strong><br />
www.rikwouters.com<br />
• Van 23 februari tot 26 mei 2002<br />
al Alle dagen van 10 uurtot 18 uur,<br />
vrijdagtot 20 uur<br />
€9,€],€5<br />
.<br />
De rode gordijnen (1913) © Olivier Bertrond I Belgion<br />
Art Research lnstitute, Brussel ·Privé-verzameling<br />
Een deel van het Belgische leger wijkt voor<br />
de Duitsers en trekt zich terug over de<br />
Nederlandse grens. Daar worden de<br />
Belgische soldaten krijgsgevangen<br />
genomen en midden okto<strong>be</strong>r wordt Wouters<br />
in het ka mp van Amersfoort geïnterneerd.<br />
Hoewel hij opnieuw werkt gaat zijn gezondheid<br />
er snel op achteruit.<br />
De geregelde <strong>be</strong>zoeken aan het ziekenhuis<br />
van Utrecht en de steeds heviger wordende<br />
pijn, weerhouden hem niet van zijn enthousiasme<br />
en ongeduld om de stad die hem<br />
<strong>be</strong>valt te schilderen. In okto<strong>be</strong>r 1915<br />
verergert zijn kwaal en de kunstenaar<br />
lijdt aan de pijnlijke gevolgen van een<br />
operatie. Daarbij werd een groot stuk<br />
van zijn kaak weggenomen en werd<br />
hij aan een oog blind. Hij moet een<br />
ooglap dragen en kan niet normaal<br />
eten of praten. Zijn laatste werken,<br />
geschilderd in som<strong>be</strong>re kleuren,<br />
getuigen van zijn wanhoop. Hij moet<br />
een derde operatie ondergaan. De<br />
laatste maanden van zijn leven zijn<br />
nog slechts gevuld met pijn en<br />
verscheurdheid. Hij sterft in juli<br />
1916. Voor Nel, die hem de hele tijd _<br />
heeft bijgestaan, <strong>be</strong>gint een nieuw<br />
<br />
<br />
leven, dat volledig gewijd zal zijn<br />
aan de strijd voor erkenningvan<br />
het werk van haar man .<br />
Huiselijke zorgen (1913)<br />
Brons © Olivier Bertrand I Belgion<br />
Art Research lnstitute, Brussel ·<br />
Privé-verzameling<br />
<br />
.<br />
E<br />
N<br />
0<br />
0<br />
N<br />
..<br />
<br />
L<br />
><br />
<br />
0<br />
29
Gauguin samen in één huis<br />
Als Vincent van Gogh en Paul Gauguin elkaar<br />
in Parijs ontmoeten, is dat het <strong>be</strong>gin van een<br />
van de meest <strong>be</strong>sproken artistieke vriendschappen<br />
in de kunstgeschiedenis. Het is<br />
een verbintenis waarin hoop en teleurstelling,<br />
kameraadschap en wedijver, <strong>be</strong>wonde·<br />
ring en jaloezie elkaar voortdurend afwisselen.<br />
Een onontkoombare verbintenis, die<br />
<strong>be</strong>ide kunstenaars tot aan hun dood in de<br />
ban houdt, zowel emotioneel als artistiek.<br />
Novem<strong>be</strong>r 1887<br />
In novem<strong>be</strong>r 1887 is Gauguin juist in Parijs ,<br />
teruggekeerd van een reis naar Martinique.<br />
Van Gogh woont bij zijn broerTheo, die<br />
werkt in de kunsthandel Boussod, Valadon<br />
etCie aan de Boulevard Montmartre. Van<br />
Gogh heeft een groepstentoonstelling georganiseerd<br />
in Grand Bouillon-Restaurant du<br />
Chalet aan de Boulevard de Clichy. De exposerende<br />
schilders, die Van Gogh de<br />
'lmpressionnistes du Petit Boulevard'<br />
noemt, zoeken ieder op eigen wijze naar<br />
alternatieven voor de impressionistische<br />
stijl. Gauguin <strong>be</strong>zoekt de tentoonstelling in<br />
Restaurant du Chalet en ruilt metVan Gogh<br />
twee studies met zonnebloemen tegen een<br />
van zijn eigen doeken uit Martinique. Op<br />
aanraden van Vincent gaat Theo bij Gauguin<br />
op atelier<strong>be</strong>zoek. Zijn werk raakt de <strong>be</strong>ide<br />
broers recht in het hart.<br />
Kunstenaarskolonie<br />
Intussen ontwikkeltVan Gogh het plan om in<br />
februari 1888 naar het warme Zuid-Frankrijk<br />
te reizen, waar hij landschappen hoopt te<br />
vinden die aan zijn geliefde Japanse prenten<br />
doen denken. Hij wil in Artes een kunstenaarskolonie<br />
stichten die de Franse kunst<br />
een nieuwe impuls moet geven: het atelier<br />
van het zuiden.<br />
Eenmaal aangekomen in<br />
Ar les raakt Van Gogh steeds<br />
meer van dit idee overtuigd.<br />
Begin mei huurt hij<br />
vier kamers in een pand aan<br />
de Place Lamartine, het<br />
'Gele Huis', dat hij als atelier<br />
van het zuiden wil inrichten.<br />
Hij schrijft niet alleen Theo<br />
over zijn plannen, maar ook<br />
Gauguin, die op dat moment<br />
in slechte gezondheid en<br />
zonder geld in Bretagne<br />
verblijft. Samenwonen in het<br />
Gele Huis ziet Van Gogh als de<br />
<strong>be</strong>ste oplossingvoor de finan·<br />
ciële problemen die hijzelf en<br />
Gauguin voortdurend ondervinden.<br />
Samen metTheo <strong>be</strong>raamt hij een reddingsplan<br />
voor Gauguin. Deze reageert tamelijk<br />
lauw op de steeds dwingender wordende<br />
brievenstroom uit Artes. Hij schrijft vaak laat<br />
terug en verschuilt zich achter zijn ziekte en<br />
geldgebrek. Vincent blijft intussen hoopvol<br />
gestemd en <strong>be</strong>reidt zich voor op Gauguins<br />
komst door het Gele Huis met schilderijen te<br />
versieren. Voor de kamer van Gauguin schildert<br />
hij een aantal prachtige stillevens met<br />
zonnebloemen. Door Gauguin een gunstige<br />
financiële regeling te <strong>be</strong>loven weet Theo<br />
hem tenslotte over te halen zich in Artes bij<br />
zijn eenzame broer te voegen. Daarmee<br />
<strong>be</strong>gint de korte, maar intensieve periode van<br />
samenwerking die in totaal negen weken<br />
duurt: van 21 okto<strong>be</strong>r tot 24 decem<strong>be</strong>r 1888.<br />
Nieuwe uitdagingen<br />
In het <strong>be</strong>gin zijn zowel Van Gogh als Gauguin<br />
vol goede moed. Van Gogh heeft tijdens zijn<br />
verblijf in Artes als een <strong>be</strong>zetene gewerkt.<br />
Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk en<br />
Gauguin krijgt nauwelijks tijd om te acclimatiseren.<br />
Er moet geschilderd worden!<br />
Aanvankelijk wijdt Gauguin zich gehoorzaam<br />
aan de studie van het landschap in<br />
Artes en omgeving. De on<strong>be</strong>grensde <strong>be</strong>wonderingvan<br />
de Hollandse schildervlijt hem<br />
en zijn zonnebloemendecoratie waardeert<br />
hij zeer (later zal Gauguin in zijn memoires<br />
melden dat Van Gogh deze schilderijen<br />
onder zijn invloed heeft gemaakt!).<br />
Oplopende spanningen<br />
Het slechte weervan novem<strong>be</strong>r dwingt van<br />
Gogh en Gauguin voornamelijk binnen te<br />
schilderen, in het atelier op de <strong>be</strong>nedenverdiepingvan<br />
het Gele Huis. Daar werken ze<br />
eerder gemaakte studies uit en schilderen<br />
ze naar stilleven en model.<br />
In de kleine woning, waar weinig<br />
privacy is, zijn Van Gogh en Gauguin<br />
letterlijk tot elkaar veroordeeld.<br />
De spanning stijgt en de twistgesprekken<br />
nemen toe. De verschillen<br />
in karakter worden steeds duidelijker<br />
zichtbaar. De schilders heb<strong>be</strong>n<br />
onenigheid over kunstenaars en<br />
kunst in het algemeen en<br />
over principekwesties als<br />
wel of niet uit het hoofd<br />
werken. Vaak spreekt<br />
Gauguin verlangend over<br />
zijn voorgenomen reis naar<br />
de tropen. Van Gogh voelt<br />
de dreigingvan het vertrek<br />
sterker worden en stelt<br />
zich, in een wanhopige<br />
poging de zaak te redden,<br />
Van Gagh's Chair, detail, 1888 · National Gallery, London
Van Gagh, Zelfpartret1888<br />
Fagg Art Museum, Harvard University Art<br />
Museums, BequestCallection of Maurice<br />
Wertheim, Cl a ss of 1906<br />
steeds dwingender op. Terwijl hij zich vastklampt<br />
aan zijn kameraad, neemt bij<br />
Gauguin de <strong>be</strong>hoefte om te ontsnappen toe.<br />
Op de avond van 23 decem<strong>be</strong>r gaat het mis.<br />
Er vindt een drama plaats in de woning aan<br />
de Place Lamartine 2 waarvan de ware<br />
toedracht tot op heden nog steeds niet<br />
precies <strong>be</strong>kend is. Volgens Gauguins versie<br />
van het verhaal snijdt Van Gogh zichzelf in<br />
een vlaag van razernij een stuk van zijn oor<br />
af en brengt het naar een prostituee in een<br />
<strong>be</strong>lendend bordeel. Gauguin vlucht naar<br />
Parijs, nadat hij Theo via een telegram van<br />
het drama op de hoogte heeft gesteld.<br />
Night Café (Un Café de nuit), 1888<br />
The State Pushkin Museum of Fine Arts, Moscow<br />
Gauguin, Zeiportret 1888 Van Gagh Museum, Amsterdam (Vincent van Gagh Foundation) Cal/eetion<br />
Na het drama<br />
Van Gogh wordt opgenomen in het ziekenhuis<br />
van Artes. Op 7 januari keert hij terug<br />
naar het Gele Huis. Hij is diep teleurgesteld<br />
dat Gauguin zonder een woord is vertrok·<br />
ken. Als Va n Gogh weer in staat is om te<br />
schilderen, portretteert hij zichzelf met zijn<br />
hoofd in het verband. Vervolgens pakt hij<br />
een aantal thema's op van vóór het incident,<br />
waarvan de onderwerpen herinneren aan de<br />
samenwerkingsperiade met Gauguin. Ook<br />
stilistisch is de invloed van Gauguin onmiskenbaar<br />
aanwezig.<br />
Gauguin kan zich omgekeerd evenmin aan<br />
de invloed van zijn vriend onttrekken. Vooral<br />
Van Goghs religieus getinte denk<strong>be</strong>elden<br />
over de kunstenaarsvereniging heb<strong>be</strong>n bij<br />
hem postgevat. De leidersrol die Van Gogh<br />
hem heeft toe<strong>be</strong>deeld, aan het hoofd van<br />
een groep kunstenaars die hem als discipelen<br />
volgt, laat hem niet los. Verder schildert<br />
Gauguin verscheidene Christus·<br />
voorstellingen waarin verwijzingen naar het<br />
werk en de ideeën van Van Gogh zijn opgenomen.<br />
Weg uitArtes<br />
De buurt<strong>be</strong>woners in Artes zijn niet blij met<br />
de terugkeer van de labiele Van Gogh op de<br />
Place Lamartine. Middels een petitie, waarin<br />
ze stellen dat Van Gogh 'gevaarlijk' is, weten<br />
ze hem opnieuw te laten opnemen. Op 3<br />
maart wordt het Gele Huis gesloten. Enkele<br />
weken later wordt Van Gogh overgebracht<br />
naar een privé-kliniek in Saint-Rémy-de<br />
Provence, niet ver van Artes.<br />
I ets meer dan twee maanden later, op 27<br />
juli, schiet hij zichzelf door de borst. Na twee<br />
dagen overlijdt hij, in het bijzijn van Theo,<br />
aan zijn verwondingen.<br />
,.q ................<br />
AMSTERDAM<br />
q VAN GOGH MUSEUM<br />
OJ (bij het Museum plein)<br />
..... . Paulus Potterstraat 7<br />
Amsterdam<br />
Tel.: +31 (o)2o 570 52 52<br />
Fax +31 (o)2o 673 50 53<br />
<br />
9 februari - 2 juni 2002<br />
ai van 9 tot 21 u I ma. en do. tot 18 u<br />
€ 13<br />
H<br />
...<br />
:::<br />
<br />
<br />
"<br />
<br />
,<br />
D<br />
"<br />
<br />
,<br />
c<br />
<br />
- N<br />
0<br />
N<br />
<br />
,<br />
;:.<br />
><br />
<br />
0<br />
31
-d<br />
H<br />
0<br />
0<br />
::<br />
N<br />
0<br />
0<br />
<br />
<br />
><br />
.<br />
0<br />
32<br />
Forum<br />
Geachte,<br />
In deze brievenrubriek komt de mening van onze lezers aan bod.<br />
De redactie heeft het recht ingezonden brieven niet of gedeeltelijk te publiceren en wij zijn geenszins<br />
verantwoordelijk voor de inhoud ervan.<br />
Anonieme brieven en scheldkanonnades <strong>be</strong>landen steeds in de prullenmand. U kan ons wel vragen uw naam<br />
niet te vermelden bij publicatie.<br />
Hierbij wensen wij te reageren op uw artikel in verband met de tentoonstelling Körperwelten.<br />
Hetverheugt ons dat u ten minste de moeite heeft gedaan om de tentoonstelling te <strong>be</strong>zichtigen<br />
alvorens te <strong>be</strong>ginnen tekst schrijven. Veel journalisten hollen liever tegenstanders na dan oog te<br />
heb<strong>be</strong>n voor de fans, ook al zijn deze laatsten in grote meerderheid.<br />
We heb<strong>be</strong>n het er wel moeilijk mee dat u zo kritisch oordeelt over de site, de inrichting, de<br />
organisatoren én de <strong>be</strong>zoekers. Uw negatieve <strong>be</strong>richtgeving staat haaks op de reacties van de<br />
<strong>be</strong>zoekers, waartoe heel wat artsen, chirurgen en andere medisch geschoolden <strong>be</strong>horen.<br />
U <strong>be</strong>schrijft de <strong>be</strong>zoekers als kermisgangers. Waarop baseert u zich eigenlijk?<br />
Wij vinden uw <strong>be</strong>merkingen in verband met de inkom, de houten scheidingswanden, de<br />
persknipsels die uitgehangen worden enzovoort bijzonder subjectief. De inkom is ruim ingericht,<br />
maar dit is nu eenmaal een vereiste om te <strong>be</strong>antwoorden aan de veiligheidsnormen. De zaal wordt<br />
vaak gebruikt voor grote evenementen. Meer dan u denkt, want het zijn veelal <strong>be</strong>drijfsevenementen<br />
die geen <strong>be</strong>kendheid halen zoals Körperwelten. Maar daarom niet minder interessant. Tijdens het<br />
weekend staan rijen wachtenden aan te schuiven in deze mooie inkom hall. Is het geen voordeel om,<br />
in tegenstellingtot de sites in het buitenland waar de tentoonstelling plaats had, <strong>be</strong>zoekers waardig<br />
te kunnen laten aanschuiven ? Hebt u hierbij stil gestaan ? Onze firma heeft op priv2·initiatiefmeer<br />
dan 100 miljoen frankgeïnvesteerd om deze ruimte om te bouwen tot een bruikbare site voor<br />
events, <strong>be</strong>urzen, feesten, tentoonstellingen, ... Uit het buitenland komen <strong>be</strong>drijven naar Cu reghem<br />
om er events te organiseren omdat ze de gewelfde site enig mooi vinden, de parkingfaciliteiten<br />
erkennen, de geklasseerde markthal uniek vinden, enz ... Helaas is uw <strong>be</strong>zoek op dit vlak een maat<br />
voor niets geweest en had u blijkbaar geen interesse voor het unieke architecturale karaktervan de<br />
Kelders van Cureghem.<br />
Körperwelten moet overleven van de entreegelden die de <strong>be</strong>zoekers <strong>be</strong>talen voor de<br />
tentoonstelling. Zij ontvangen geen subsidieszoals vele zogenaamde "culturele" projecten. Wat<br />
jammer, dure overheidscampagnes om het roken te ontmoedigen zijn lang zo efficiënt niet als het<br />
laten zien van een rokerslong. Dat de zaal wordt afgebakend dmv houten scheidingswanden en<br />
geen goudgelakte panelen is nogal voor de hand liggend. Wij kunnen ons al voorstellen hoe<br />
vernederend hard uw kritiekzou geweest zijn indien we uitsluitend voor kostbare materialen<br />
zouden gekozen heb<strong>be</strong>n. Waarschijnlijkzou u de organisatoren verweten heb<strong>be</strong>n teveel geld over te<br />
houden aan het project zodat ze kwistig met geld kunnen omgaan.<br />
Uw meningover het inhoudelijke respecteren wij. Alleen vinden wij het ontzettend jammerdat u<br />
alleen het negatieve citeert (omdat u het toevallig "persoonlijk" moeilijk hebt om simpelweg de<br />
positieve kant te <strong>be</strong>lichten). Weinig <strong>be</strong>zoekers zijn uw mening toegedaan en het is dan ook niet<br />
representatiefdat u de tentoonstelling in uw artikel op deze manier "afschrijft".<br />
Körperwelten heeft niet de pretentie van zichzelf te denken dat alles "ar• is. Ook heb<strong>be</strong>n zij<br />
geleerd dat elk land zijn eigenheden, eigen culturen, talen heeft waarmee rekening moet gehouden<br />
worden. Dat sommige individuen zich schandelijkgedragen is toch de foutvan de organisatoren<br />
niet?<br />
Hetgeen u gezien of meegemaakt hebt, is veeleer uitzonderlijk. Ons is het nooit opgevallen.<br />
En wat is er verkeerd aan dat het project toevallig lucratief zou kunnen zijn? De wetgeving zal zoals<br />
altijd moeten evolueren met de maatschappij om misbruiken uitte sluiten. Als Körperwelten u toch<br />
de indruk zou gegeven heb<strong>be</strong>n om alleen maar op geld uit te zijn, dan denken wij dat u zich<br />
schromelijkvergist Een goede financiële basis is noodzakelijk.<br />
Beseft u ook dat hieraan als inrichter ook risico's verbonden zijn en fortuin snelkan omslaan<br />
in armoede?<br />
Laat deze commentaren aub voor goedkope krantentitels die het moeten heb<strong>be</strong>n van grote<br />
oplage en de daaraan verbonden levensnoodzakelijke reclame·inkomsten. Uw publicatie zal wel<br />
overleven zonder dit soort <strong>be</strong>richtgeving.<br />
Dank voor uw <strong>be</strong>grip.<br />
Hoogachtend,<br />
PA UL THIELEMANS<br />
PR Kelders van Cu reghem<br />
MICHEL PEETERS: Ik heb het nergens over infrastructuurvan de Kelders van Cu reg hem. Ik heb het<br />
wél over de aankleding ervan door de tentoonstellingsmakers. Niemand ontkent de kwaliteiten van<br />
de Kelders; alleen is er niemand die omwille daarvan naar de tentoonstelling komt? Laten we even<br />
ernstig blijven. Als Körperwe/ten niet de pretentie heeft te denken datalles a fis, moetmen ook niet<br />
de pretentie heb<strong>be</strong>n een tentoonstelling op te zetten. Als sommigen zich misdragen is dat inderdaad<br />
niet de fo utvan de organisatie, tenzij die organisatie maar al te graag laatverkondigen dat de<br />
plastinaten mogen worden aangeraakt. Het argument dat mijn commentaar niet relevant is omdat<br />
de grote meerderheid daaranders over denkt is op zijn minst dubieus. Sinds wanneer is goede<br />
smaak een kwestie van meerderheid?<br />
Ik heb het artikel gelezen over de tentoonstelling'Körperwelten' in<br />
Anderlecht, geschreven door Michel Peeters.<br />
Nu wil ik daar toch even hetvolgend over kwijt: ik kan aannemen dat de<br />
heer Peeters misschien een excellente kunstkenner is, maar dit artikel is<br />
gewoon <strong>be</strong>lachelijk. Te n eerste is het voor kinderen zeer leerrijk, eindelijkzien<br />
ze eens hoe een mens er echt uitziet, en hoeven ze niet meervoortie gaan op<br />
van die getekende plaatjes in de biologieles. Kinderen en ook volwassenen<br />
houden gewoon van 'reality', en dit heeft niets, maar dan ook niets met big<br />
brathertoestanden te maken. Ikzelfkan me gewoonweg niet <strong>be</strong>zighouden met<br />
dit programma, wees maar gerust. Maar deze tentoonstelling in Brussel vind ik<br />
een primeur, je ziet alles van het lichaam hoe hetwerkelijk is en denk nu maar<br />
niet dat zoiets in drie tellen op poten staat, iemand die zoiets kan is voor mij<br />
een intelligente knappe artiest. En nu moet u mij eensvertellen wanneer het in<br />
het leven en in de maatschappij niet om geld draait, als u eens alle werkuren<br />
van die man zou samen tellen, dan zou u misschien niet zo lichtvoetig en<br />
vernederend over deze tentoonstelling spreken. Toen ik met mijn gezin daar<br />
aanwezig was, heb i kook verschillende studenten in de medicijnen heel<br />
geboeid zien toekijken naar de perfectie waarmee dit alles gedaan was, en ze<br />
konden met heel veel precisie hun kennis aan vrienden of familie kwijt. Ditzou<br />
eerder moeten toegejuicht worden, en dit heeft helemaal niets te maken met<br />
geen respect heb<strong>be</strong>n voor een lijk enzovoort. De praktijk die wij nu al eeuwen<br />
gewoon zijn om mensen na hun dood zomaar onder de grond te stoppen en te<br />
laten opvreten door de wormen, is dit dan zo respectvol? Ik vraag me af of u als<br />
criticus ook altijd zo respectvol omgaat met de levende mens, want daar gaat<br />
hettoch nog altijd het meest om.<br />
Ik schrijfhier maarenkele <strong>be</strong>denkingen:<br />
1) mijn kinderen, mijn man en ikzelfwaren de hele tijd erg geboeid door de<br />
tentoonstelling,<br />
2) op die manier heb<strong>be</strong>n ze nu echt eens kunnen zien wat er kan ge<strong>be</strong>uren<br />
met een mens als hij bv. te veel rookt, als je eenmaal die rokerslong gezien hebt<br />
- net een doorrookte schoorsteen - dan denk ik dat je dit niet gauw meer<br />
vergeet, dit kan dus maar nuttig zijn voor het nageslacht,<br />
3) als je ziet hoeveel organen en van alles erop en eronder aanwezigzijn in<br />
die compacte ruimte van onze romp, dan is het ook nietverwonderlijkdat een<br />
mens zich soms lichamelijk niet zo goed voelt, m.a.w. je leert gewoon enorm<br />
veel uit zo'n tentoonstelling zonder dat het je opgedrongen wordt,<br />
4) als u, schrijver, gechoqueerd <strong>be</strong>nt door het feit dat er een bordje staat<br />
met 'bar' naast een kastje waarin een levercirrose te zien is, wel, waar <strong>be</strong>nt u<br />
eigenlijk mee <strong>be</strong>zig? Niemand die enig gezond verstand heeftzalzich storen<br />
aan zoiets banaals, hebt u nog nooit meegemaakt dat er soms flink wat<br />
afgelachen wordt aan de koffietafel na een <strong>be</strong>grafenis? Dit is volgens mij echt<br />
misplaatste gechoqueerdheid, u weet net zo goed als ieder ander dat niemand<br />
opzettelijkzoietszou doen, en dan nog, gewoon <strong>be</strong>lachelijk is die opmerking in<br />
uw artikel,<br />
sl u zegt dat er fouten stonden in de vertaling bij de uitleg, wel, als ik u was<br />
zou ik eens goed kijken naar het artikel van u, ik las daar:'de tentoonstelling<br />
wordt ondersteunt', is dit correct denkt u?<br />
6) Wat is er verkeerd met de aanduidingvan de tentoonstelling buiten het<br />
gebouw? Hoe denkt u dat men publiek trekt?<br />
7) Zo heb ik ookgeleerd hoe prachtig en ingewikkeld een mens in mekaar<br />
steekt, het is fascinerend. Ik kan alleen maar de conclusie trekken: ik twijfel<br />
nietaan uw <strong>be</strong>kwaamheden als kunstcriticus, maar door de eeuwen heen zijn<br />
er enorm veel naaktschilderijen gemaakt, naaktfotografie, noem maar op, en<br />
zoiets wordt dan heel dikwijls door kunstcritici op handen gedragen. Zou dit<br />
dan respectzijn voor het menselijk lichaam? Ik denkgewoon mijnheer Peeters,<br />
dat u al té veel kunst gezien hebt, en kritiek geven is voor u een soort routine<br />
geworden, sorryvoor de uitspraak, maar als je als leek zo genoten hebtvan die<br />
tentoonstelling, kan je niet anders dan een <strong>be</strong>etje re<strong>be</strong>l zijn.<br />
ERICA VAN EEGHEM<br />
MICHEL PEETERS: Dat een teveel naar kunst kijken de gezondheid kan<br />
schaden is a/ langer <strong>be</strong>kend, gelukkig tast het de goede smaak niet aan.<br />
Dat de plastinaten een knapstaaltje wetenschapzijn (en niet kunst) daar is<br />
denk ik iedereen het over eens. Dat ze getoond worden is denk ik ook geen<br />
probleem. Moarop deze manier? Nu ja, metalles respect, ik verkies de<br />
koffietafel en de wormen .
I<br />
I<br />
rd 1<br />
Uit de talrijke inzendingen koos de redactie opnieuw<br />
•nl<br />
een winnares!<br />
·rl<br />
H Zij krijgt weld ra het kunstboek<br />
'José Vermeersch' (waarde € 111,55) in de bus.<br />
Hieronder kan je haar hartverscheurende verslag lezen.<br />
"Is het niet interessant misschien?<br />
Op een mooie lentedag in Parijs <strong>be</strong>sloten mijn vriendin en ik een <strong>be</strong>zoekje te<br />
brengen aan een wetenschappelijk museum dat een prachtige anatomiecollectie<br />
her<strong>be</strong>rgt. We maakten een telefonische afspraak. iets voor tweeën arriveerden<br />
we op het des<strong>be</strong>treffende adres. We <strong>be</strong>traden het gebouw. Hier was de tijd<br />
blijven stilstaan. In een klein, vaalgrijs hokje zat een dame die ons heel<br />
vriendelijk naar de achtste verdieping stuurde.<br />
Boven aangekomen stonden er nog een 15-tal mensen te wachten. In de gang was<br />
er al een klein voorsmaakje te zien van wat het museum ons ging bieden. Zware,<br />
oude glazen kasten <strong>be</strong>dekt onder een laagje stof stonden propvol menselijke en<br />
dierlijke lichaamsdelen van was_ Mijn ogen schoten alle kanten uiL Er was zoveel<br />
te zien dat je niet wist waar eerst kijken. Plots dook er uit het niets een klein, oud,<br />
verrimpeld mannetje op. Hij stelde zich voor in een snel, mompelend Frans en liet<br />
ons plaatsnemen in een kamertje waar enkele stoelen en tafels stonden. Onze<br />
gids bleek een oude professor te zijn die zich inzette voor het <strong>be</strong>houd van deze,<br />
naar ik later zou vernemen, wereld<strong>be</strong>roemde collectie. We <strong>be</strong>vonden ons<br />
namelijk in het "musée Orfila-Rouvière-Delmas". Dit gebouw her<strong>be</strong>rgt de<br />
medische faculteit van Parijs_ De meeste van de andere geïnteresseerden bleken<br />
studenten aan deze universiteit te zijn. De professorvertelde over het ontstaan<br />
van de fa meuze collectie Spitzner en hoe hij hierbij <strong>be</strong>trokken raakte. Zijn uitleg<br />
was goed doorspekt met jaartallen en datums. Na een kwartiertje kon i kal niet<br />
duidelijk meervolgen wat hij nu juist allemaal aan hetvertellen was.<br />
Eindelijk mochten we het museum <strong>be</strong>treden maarwerden wel vriendelijk<br />
verzocht om onze jassen en rugzakken in het kamertje achter te laten. Hij sloot<br />
deze dan veilig af. En zo <strong>be</strong>gonnen we aan het avontuur door een oerwoud van<br />
kasten vol preparaten, wassen handen die aan de muur <strong>be</strong>ngelden, lichamen<br />
perfect nageboetseerd in was, gestroopte lichaamsdelen, gemummificeerde<br />
torso's, een zaal vol met wassen voor<strong>be</strong>elden van geslachtsziekten, ... Te veel om<br />
allemaal op te noemen (vond ik). Maar daar dacht onze professor anders over!<br />
Bij elk preparaat, elk wassen<strong>be</strong>eld had hij wel een interessantverhaal te<br />
vermelden met Latijnse termen, cijfers en getallen. Na een uur hing mijn vriendin<br />
al uitgeteld tegen de vensterbank, dromend van een heerlijk kopje koffie.<br />
Ze piepte eens door het raam en wenkte mij. We schoven de gordijnen een <strong>be</strong>etje<br />
opzij en zagen een paarverdiepingen lager een aantal medische studenten<br />
ijverig een dissectie uitvoeren op een mens. Gauw deden we het gordijn terug<br />
dicht en pro<strong>be</strong>erden we ons te concentreren op de rondleiding.<br />
Als de aandachtvan de <strong>be</strong>zoekers even afdwaalde, kraste onze gids eens met zijn<br />
lange nagels over het glas van de kast, zodat iedereen plots weer wakker was.<br />
Na de derde zaal en anderhalf uur latervroeg een mevrouw of het nog lang ging<br />
duren. Heel kortaf en duidelijk geagiteerd vroeg de professor "of het niet<br />
interessant was misschien?". De mevrouw wou blijkbaar de rondleidingverlaten<br />
want zij had nog een afspraak maar ons slim profesoortje had onze jassen achter<br />
slot en grendel opgeborgen. En zo sjokten we verder door nog een aantal zalen.<br />
Na meer dan drie uur <strong>be</strong>sloot onze prof dat hetvoldoende was en gingen we terug<br />
naar het kamertje. ledereen griste heel snel zijn jas en spurtte naar de lift<br />
(misschien wou hij wel een na<strong>be</strong>spreking houden?).<br />
Ik wil niemand afschrikken met ditverhaal om een <strong>be</strong>zoekje te brengen aan dit<br />
museum. Het is een mysterieuze, bizarre en fascinerende collectie. Maar wees<br />
voor<strong>be</strong>reid, het duurt meer dan drie uur. Hou misschien je jas en tas bij je, zo kan<br />
je ten allen tijde vertrekken. En <strong>be</strong>denk: een kopje koffie smaakt drie keer <strong>be</strong>ter<br />
na zo'n avontuur.<br />
EEF ÄNTHONISSEN, HEIST 0/D BERG<br />
cursus De<br />
Belgische kunst<br />
na 1945<br />
10 lessen<br />
in Antwerpen E Mechelen<br />
vanaf 2o/o2/2oo2<br />
in Gent<br />
vanaf 21/o2/2oo2<br />
in Brugge E Oostende<br />
vanaf 22/o2/2oo2<br />
Een gedetailleerd programma met al<br />
onze cursussen en alle praktische gegevens<br />
wordt u gratis toegestuurd<br />
<strong>be</strong>l, schrijf, fax of e-mail naar<br />
\ \1 \ R A I<br />
Amarant vzw<br />
Hoogpoort so - B-9ooo Gent<br />
t 09 I 269 17 40 • f 09/233 42 36<br />
infoa>amarant.<strong>be</strong> • www.amarant.<strong>be</strong><br />
KIJKEN NAAR BEELDEN ...<br />
MAG HET EEN IETSJE<br />
MEER ZIJN?<br />
• ateliers, wandelvoordrachten, workshops,<br />
rondleidingen<br />
• aangepast aan de doelgroep<br />
(kleuter tot volwassene)<br />
• voor groepen en individuele<br />
museum<strong>be</strong>zoekers<br />
• vanaf april tot novem<strong>be</strong>r<br />
Een breed gamma van activiteiten<br />
ondersteunt de collectie én de tentoonstellingen<br />
Meer informatie vind je in de brochure,<br />
op de website of bij de dienst publiekswerking van<br />
MIDDELHEIM OPENLUCHTMUSEUM<br />
VOOR BEELDHOUWKUNST<br />
Musea<br />
Mrwerl)f:n<br />
Middelheimlaan 61, 2020 Antwerpen<br />
Tel: 03/828.13.50 Fax: 03/825.28.35<br />
middelheimopenluchtmuseum@cs.antwerpen.<strong>be</strong><br />
www.dma.<strong>be</strong>/cultuur/museum_middelheim<br />
.::<br />
N<br />
0<br />
0<br />
N<br />
<br />
<br />
<br />
><br />
<br />
0<br />
33
o<br />
ro<br />
E<br />
N<br />
..<br />
..<br />
N<br />
><br />
.<br />
0<br />
34<br />
Het afval dat we vandaag weggooien, is morgen niet verdwenen.<br />
Het komt op een of andere manier toch weer in ons milieu terecht.<br />
En er komt steeds meer. Is dat de erfenis die we onze kinderen wil<br />
len nalaten? Of gaan we er vandaag nog iets aan doen? De remedie<br />
Vraag de brochure bij<br />
De Vlaomse ln{olljn<br />
L!J 0800-3 02 01 <br />
... ...., _9•1tuur<br />
is even simpel als efficiënt: ervoor zorgen dat we minder moeten weg<br />
gooien. Véél minder. Dat is perfect mogelijk Met uw goede wil en met<br />
onze tips. U vindt ze in onze brochure. Vraag ze aan, gebruik ze en gooi<br />
ze vooral niet weg.<br />
OPENBAIU AFVAlSTOFFtNMMTSCHAI'Ptl<br />
VOOtl; HIT \flAAMU GEWIST<br />
Gooi de toekomst niet weg.
CC 't Heilaar<br />
Heilaarstraat 35 - 2340 Beerse<br />
Louis Schoenrnaekers<br />
Beeldend kunstenaar<br />
van vrijdag 12 april tot en met zondag 28 april 2002<br />
Dirk Berckvens<br />
Dot-Painting op doek en andere materialen<br />
van vrijdag 17 mei tot en met zondag 2 juni 2002<br />
Openingsuren tentoonstellingen:<br />
Maandag - woensdag. - donderdag en vrijdag :<br />
van 9.00 u tot 12.30 u en van 14.00 u tot 16.00 u.<br />
Maandag ook van 18.00 u tot 20.00 u.<br />
Dinsdag gesloten.<br />
Zaterdag en zondag van 14.00 u tot 17.00 u.<br />
Inlichtingen: CC 't Heilaar- 014/ 61.68.99<br />
fax 014/ 61.73.39<br />
•<br />
•<br />
VEILINGHUIS<br />
LOECI
E<br />
.<br />
<br />
c<br />
.<br />
N<br />
0<br />
0<br />
N<br />
..<br />
<br />
L<br />
><br />
"<br />
0<br />
!!Î! ! i®Jfll<br />
theo wijnhoven<br />
lnterior Art Gallery<br />
Reeds 35 jaar aanbod<br />
van internationale kunstenaars<br />
P. Alechinsky<br />
B. Bagart<br />
H. Becking<br />
Corneille<br />
K. Appel<br />
M. Bradley<br />
Coignard<br />
P. Van Hoeydonck<br />
Ontdek<br />
een <strong>be</strong>eldententoonstelling<br />
in een verborgen tuin<br />
in hartje Brugge<br />
Oostmeers 7-8000 Brugge<br />
tel. 050 I 333 654<br />
Open van do. - ma. : 14u- 1 8u30<br />
(di. & woe. gesloten)<br />
museum Dhondt-Dhaenens<br />
MDD<br />
Museumlaan 14, B-9831 Deurle, België<br />
tel. +32-9-282 51 23 - fax +32-9-281 08 53<br />
info@museumdd.<strong>be</strong> - http://www.museumdd.<strong>be</strong><br />
PROGRAMMA 2002<br />
FEB.3.2002<br />
03. 02 - 31 .03 . 2002<br />
.JORGE PARDO<br />
14. 04 - 16. 06. 2002<br />
RAOUL DE KEYS ER<br />
29. 06 - 08 .09.2002<br />
HARD- BOILED WONDERLAND<br />
21 .09 - 08. 12.2002<br />
TUINPRO.JECTEN:<br />
VOORJAAR 2002: KRIS MARTIN<br />
NAJAAR 2002: MARIA ROOSEN<br />
VA STE COLLECTIE:<br />
Vier focustentoonstellingen i.s.m. Piet Boyens.<br />
VENNOOTSCHAPVOOR DE<br />
CONSERVATIE EN DE RESTAURATIE<br />
VAN KUNS1WERKEN<br />
- Restauratie van schilderijen<br />
(namelijk: grote fo rmaten)<br />
- Doublering op vacuümtafel<br />
- Behandeling van:<br />
gepolychromeerde <strong>be</strong>elden en meu<strong>be</strong>ls<br />
muurschilderingen<br />
Oosters lakwerk<br />
conservatie van kunstwerken<br />
op papier en zijde<br />
terracotta's<br />
20 JAAR AKTIEF<br />
IN SAMENWERKING<br />
MET DE OFFICIELE INSTANTIES<br />
DIEPESTRAAT 18<br />
306 1 BERTEM (Leefdaal)<br />
(02 ) 767 97 80<br />
ERKENNING NR. 04 28 0 I<br />
"Maria-ten hemel-opneming"<br />
Sint-Goedele (St. Gudule) - Brussel<br />
F. Navez<br />
GALERIJ PATRICK DEROM<br />
BRUSSEL - NEW YoRK<br />
Scl-nLOERI]EN - 'fm
TENTOONSTELLINGEN<br />
d e War a n d e<br />
va n 20 april tot en met 26 mei 2002<br />
Cineasten<br />
voor de lens<br />
van<br />
Kris Dewitte<br />
Naar aanleiding van het fil mfestival<br />
Open Doek<br />
De tentoonstelling is vrij toegankelijk<br />
van 14tot 18 uur,<br />
op zondag van 10 tot 12 en van 14 tot 18 uur.<br />
Gesloten op maandag<br />
Een <strong>be</strong>zoek op afspraak is mogelijk.<br />
de Warande, Warandestraat 42, B-2300 Tu rnhout.<br />
Te l.: (014) 41 94 94 Fax (014) 42 08 21<br />
e-mail: tentoon@warande.<strong>be</strong> - www.warande.<strong>be</strong><br />
PROVINCIE<br />
ANTWERPEN<br />
VA AF<br />
26 ME 2002<br />
HET N EUWE<br />
DIAf\ANT<br />
m u s e u m<br />
D<br />
PROVINCIE ANTWERPEN<br />
KONINGIN ASTRIOPLEIN 19-23<br />
B-20 18 ANTWERPEN<br />
TEL : +32 (0)3 202 48 90<br />
FAX : +32 {0)3 202 48 98<br />
E-MAIL : INFO@DIAMANT. PROVANT. BE<br />
WWW.DIAMANTMUSEUM. BE<br />
--- -- -- -- -- -- -- -- -- - 0<br />
.<br />
E<br />
.0<br />
.<br />
...<br />
..<br />
0<br />
...<br />
..<br />
"<br />
L<br />
><br />
"<br />
37
"<br />
De keuze van de redactie<br />
Antwerpen<br />
HESSENHUIS<br />
<br />
E PALEIS VOOR SCHONE KUNSTEN<br />
><br />
<br />
0<br />
Deze subjectieve selectie is uiteraard niet volledig. Voor meer info rmatie verwijzen we u graag door naar onze website.<br />
Fatconrui 53, 2000 Antwerpen, 03/2o6.03-50<br />
o8-12-2001 t.e.m. 03-03·2002:<br />
···$· Ijdel stof<br />
MUSEUM PLANTIN-MORETUS<br />
Vrijdagmarkt 22, 2000 Antwerpen, 03/221.14.50<br />
01-12-2001 t.e.m. 03-03·2002:<br />
···t Arabische Cultuur en Ottomaanse pracht<br />
MUSEUM VOOR HEDENDAAG SE KUNST<br />
ANTWERPEN<br />
Leuvenstraat, 2000 Antwerpen, 03/238.59.60<br />
09-02-2002 t.e.m. 21-04-2002:<br />
... t Bert De Beul<br />
OPENLUCHTMUSEUM VOOR<br />
BEELDHOUWKUNST MIDDELHEIM<br />
Middelheimlaan 61, 2020 Antwerpen,<br />
03/827-15.34<br />
os-o3-2002 t.e.m. 28-os-2oo2:<br />
... $- RikWouters<br />
Brugge<br />
ARENTSHUIS<br />
Dijver12, 8ooo Brugge, 050/44·87-11<br />
22-02-2002 t.e.m. 30-o6-2oo2:<br />
... $- Impact 1902, revisited<br />
GROENINGEMUSEUM<br />
Dijver12, 8ooo Brugge, 050/44-87- 11<br />
15-03-2002 t.e.m. 30-o6-2oo2:<br />
···::· jan Van Eyck. De Vlaamse Primitieven<br />
en het Zuiden.<br />
Brussel<br />
KO NINKLIJKE MUSEA VOOR SCHONE KUNSTEN<br />
Regentschapsstraat3, 1000 Brussel, 02/508.32.11<br />
22-03-2002 t.e.m. 23·06-2002:<br />
... $- De firma Brueghel<br />
Ravensteinstraat 23, 1000 Brussel, 02/507- 84.80<br />
23-02-2002 t.e.m. 26-os-2oo2:<br />
···t RikWouters<br />
STADHUIS BRUSSEL<br />
Grote Markt, 1000 Brussel, 02/513.89.40<br />
o6-12-2001 t.e.m. 17-02-2002:<br />
... t Tadeusz Kantor zelfportret<br />
Brussel - Elsene<br />
KINDERMUSEUM<br />
Burgemeesterstraat 15, 1050 Brussel - Elsene,<br />
02/64 0.01.07<br />
o1-01·2ooo t.e.m. 31-12-2002:<br />
···: Oever<strong>be</strong>etding<br />
Deinze<br />
MUSEUM VAN DEINZE EN DE LEIESTREEK<br />
Lucien Matthyslaan 3-5, 98oo Deinze,<br />
09/381.96-70<br />
07-04·2oo2 t.e.m. 16-o6-2002:<br />
···· Herrineringen aan herrineringen Funerair<br />
erfgoed in <strong>be</strong>eld<br />
Gent<br />
KUNSTHAL DE SINT-PIETERSABDIJ<br />
Sint-Pietersplein 9, 9000 Gent, 09/243-97-30<br />
30-11-2001 t.e.m. 24-03-2002:<br />
···· Vrouwenzaken.Zakenvrouwen<br />
MUSEUM DR. GUISLAIN<br />
}oze{Guislainstraat43, 9000 Gent, 09/216.35.95<br />
10-11-2001 t.e.m. 02-o6-2oo2:<br />
... t Het hoofd ten voeten uit<br />
MUSEUM VOOR DE GESCHIEDENIS<br />
VAN DE WETENSCHAPPEN<br />
Krijgslaan 281 - Gebouw S3o, 9000 Gent,<br />
09/264-49-30<br />
15-09-2001 t.e.m. 31-07-2002:<br />
... $- Plateau 2001. Het Cab i net de Physique<br />
van joseph Plateau in 1840<br />
Hasselt<br />
NATIONAAL JENEVERMUSEUM<br />
Witte Nonnenstraat 19, 3500 Hasselt, 011/24.11.44<br />
14-09-2001 t.e.m. 30-12-2002:<br />
... $- Edik, eek, azijn<br />
leper<br />
IN FLANDERS FIELDS MUSEUM<br />
Grote Markt 34, 8900 leper, 057/22.85.84<br />
30-03-2002 t.e.m. 17-11-2002:<br />
... $- dead.lines oorlog, media en propaganda<br />
in de 2oste eeuw<br />
Zottegem-Velzeke<br />
PROVINCIAAL ARCHEOLOGISCH MUSEUM<br />
VAN ZUID-OOST-VLAANDEREN<br />
Paddestraaf 7. 9620 Zottegem-Velzeke,<br />
09/360.67- 16<br />
17-11-2001 t.e.m. 30-04-2002:<br />
···: De vrouw in de prehistorie<br />
Zie ook okv website :<br />
OPENBAAR<br />
KUNSTBEZIT<br />
IN VLAANDEREN 0 0 K<br />
OP HET NET<br />
www,okvw b,org<br />
Onze adverteerders<br />
CC 'T HEILAAR<br />
Heilaarstraat35, 234 0 Beerse<br />
014/61.68.99<br />
12-04-t.e.m. 28-04-2002:<br />
···· Louis Schoenrnaekers<br />
17-05·2002 t.e.m. o2-o6-2002:<br />
... $- Dirk Berckvens<br />
CC DE WERFT GEEL<br />
Alle info: 014/57- 03.47<br />
18-o1-2002 t.e.m. 17-03·2002:<br />
... :;. LukVan Soom<br />
CC DE WARANDE<br />
Warandestraat42, 2300 Turnhout<br />
014/41-94-94<br />
20-04·2oo2 t.e.m. 26-os-2002:<br />
... . Cineasten voor de lens van Kris Dewitte<br />
Mea Culpa<br />
OKV-Plus 2001/4: Op p.16-17 staat bij de foto's © Hyghes Dubois.<br />
Dat moet zijn © Fotodienst Musea Antwerpen<br />
OKV-Plus 2001/4: Op p.23 staat: 'Hiermee krijgen onze middelen<br />
een stevige opkikker, want naast de gebruikelijke 1.7 miljoen<br />
frank kunnen we nu ook rekenen op 5 miljoen van de Vlaamse<br />
Gemeenschap en extra projectsubsidies.'<br />
Dat moet worden: 'Hiermee krijgen onze middelen een stevige<br />
opkikker, want naast de gebruikelijke 1.7 miljoen frank kunnen<br />
we nu ook rekenen op 2 miljoen van de Vlaamse Gemeenschap<br />
en 3 miljoen van de provincie Oost-Vlaanderen.
Ool in<br />
2002<br />
staan we er voor u<br />
De museumconsulenten:<br />
Reinoud, Hans, Gerdie, Peggy, Anneke, Annemie, Sofie, Anne, Mieke, Leon<br />
---- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- 0<br />
"<br />
E<br />
N<br />
"<br />
"<br />
N<br />
<br />
<br />
L<br />
><br />
<br />
39