29.09.2013 Views

Untitled - Tento.be

Untitled - Tento.be

Untitled - Tento.be

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

...<br />

I<br />

In<br />

0<br />

0<br />

<br />

z<br />

LU<br />

<br />

LU<br />

0<br />

z<br />


Gruuthuse:<br />

een Brugs museum<br />

van toegepaste kunsten<br />

••••••••••••••••<br />

Ladewijk van Gruuthuse, de <strong>be</strong>roemdste <strong>be</strong>woner<br />

van het thans als museum ingerichte stadspaleis, werd<br />

omstreeks 1427 geboren als zoon van Jan IV van<br />

Gruuthuse en Margaretha van Steenhuyse. Hij erfde<br />

verschillende <strong>be</strong>langrijke heerlijkheden en lenen in<br />

Vlaanderen. In 1455 huwde hij met Margeretha van<br />

Borsele, die stamde uit een van de oudste en meest<br />

vooraanstaande Zeeuwse geslachten. Zijn familie <strong>be</strong>zat<br />

sinds enige generaties het 'gruutrecht' te Brugge.<br />

Dit was het monopolie op de verkoop van gruut,<br />

een kruidenmengsel dat gebruikt werd bij het brouwen<br />

van bier. Dit recht verdween in 1380 ten voordele van<br />

een <strong>be</strong>lasting op bier, vermits gruut toen door hop<br />

vervangen werd. Het 'gruuthuis' dat aanvankelijk een<br />

magazijn was voor het opgestapelde gruut, werd bij de<br />

aanvang van de vijftiende eeuw tot een luxueuze<br />

herenwoning verbouwd. De zuidelijke vleugel en de<br />

thans nog <strong>be</strong>waarde bidkapel of oratorium werden<br />

tijdens de tweede helft van die eeuw in opdracht van<br />

Ladewijk van Gruuthuse toegevoegd.<br />

De bidkapel is een laatgotische ruimte die het<br />

voorrnalig Gruuthusehof met de Onze-Lieve-Vrouwekerk<br />

verbindt. Ladewijk van Gruuthuse verkreeg op 7 januari<br />

1472 de toelating van het <strong>be</strong>stuur van de Onze-Lieve­<br />

Vrouwekerk om de reeds <strong>be</strong>gonnen 'oratorye' te<br />

voltooien. Het geheel was waarschijnlijk gedecoreerd<br />

met een muurschildering die thans verdwenen of<br />

overschilderd is. Ze stelde Ladewijk van Gruuthuse en<br />

Margaretha van Borsele voor die in geknielde houding<br />

de heilige Drievuldigheid aanbidden. Daarboven was<br />

het Gruuthuse-wapenschild aangebracht met daarop het<br />

motto 'plus est en vous' of 'meer is in u'. De bovenkapel<br />

heeft een tongewelf met een vijfdelige koepel. Op de<br />

zoldering <strong>be</strong>vond zich boven de bidbank oorspronkelijk<br />

een geschilderde voorstelling van het Laatste Oordeel.<br />

Daarvan is alleen een blauwe omraming <strong>be</strong>waard<br />

gebleven. Vanuit de kapel konden de vroegere <strong>be</strong>woners<br />

van het paleis de erediensten in de Onze-Lieve­<br />

Vrouwekerk volgen. Pas in 1958 werd de inmiddels<br />

dichtgemetste bidtribune voor het publiek toegankelijk<br />

gemaakt.<br />

De Reiegevel<br />

Begin /winligsle eeuw<br />

De binnenkoer van het<br />

museum<br />

Begin lw inligsle eeuw<br />

3


Gruuthusemuseum Brugge<br />

Meester van de varsten<br />

portretten, Ladewijk van<br />

Gruuthuse<br />

34,2 x 22,8 cm, Brugge,<br />

Groeningemuseum<br />

4 OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1<br />

Lodewijk van Gruuthuse was een man van aanzien<br />

vermits hij geportretteerd werd als ridder van de Orde<br />

van het Gulden Vlies, waartoe hij sinds 1461 <strong>be</strong>hoorde.<br />

Hij was vanaf 1445 in dienst van de Bourgondische<br />

hertog Filips de Goede. Na het overlijden van de hertog<br />

in 1467 bleef Gruuthuse een medewerker van zijn zoon<br />

en opvolger Karel de Stoute. Hij kreeg zowel<br />

diplomatieke als militaire opdrachten. Omstreeks 1470<br />

werd er getwijfeld aan zijn getrouwheid. Lodewijk van<br />

Gruuthuse nam ontslag als stadshouder na de dood van<br />

Karel de Stoute in 1477. Toch werd hij nog eerste<br />

kamerheer van Maria van Bourgondië. Hij nam het<br />

evenwel niet meer op voor haar echtgenoot, de<br />

Habsburger Maximiliaan van Oostenrijk, maar koos de<br />

kant van het opstandige Brugge, waardoor hij in 1491 in<br />

ongenade viel. Op 24 novem<strong>be</strong>r 1492 overleed hij in<br />

zijn paleis.<br />

Lodewijk was een groot verzamelaar van rijk<br />

versierde handschriften. In zijn verzameling had hij<br />

zowel oude handschriften die hij had aangekocht,<br />

als nieuwe die hij had laten maken .. Deze bibliofiele<br />

<strong>be</strong>langstelling deelde hij met enige vooraanstaande<br />

leden van het Bourgondisch hof, zoals hertog Filips de<br />

Goede en diens bastaardzoon Antoon van Bourgondië,<br />

of abt Raphael de Mercatellis. Na de bibliotheek van<br />

Filips de Goede was de collectie van Lodewijk van<br />

Gruuthuse de <strong>be</strong>langrijkste en meest omvangrijke.<br />

Het voormalige Gruuthusepaleis werd in het jaar<br />

1596 gekocht door de Spaanse koning Filips IV, die het<br />

in 1623 schonk aan Wenceslas Co<strong>be</strong>rger, de stichter van<br />

de 'Bergen van Barmhartigheid' in de Spaanse<br />

Nederlanden. Het huis van de heren van Gruuthuse<br />

kreeg daarmee een nieuwe functie. Het werd een<br />

financieel weldadigheidsbureau, <strong>be</strong>woond door enige<br />

intendanten van deze bank.<br />

Op 22 februari 1865 kwamen enkele vrienden samen<br />

in de woning van de toenmalige rijksarchivaris Felix<br />

d'Hoop en <strong>be</strong>sloten een oudheidkundig genootschap op<br />

te richten. Een week later, op 1 maart, ge<strong>be</strong>urde dit<br />

onder de <strong>be</strong>naming 'Société archéologique'.<br />

De doelstelling van de stichting was het opsporen en<br />

verzamelen van kunst- en oudheidkundige voorwerpen<br />

om deze daarna in een museum te <strong>be</strong>waren en te<br />

exposeren.<br />

De gevel van het<br />

Gruuthusemuseum


Bidtribune,<br />

zijde Onze-Lieve-Vrouwekerk<br />

6<br />

Bidtribune<br />

De collectie van de 'Société archéologique' werd in<br />

1866 geëxposeerd in de thesaurierskamer in het Belfort<br />

van Brugge. Omdat de verzameling steeds maar<br />

aangroeide, kreeg het Genootschap te kampen met<br />

plaatsgebrek. Het Stads<strong>be</strong>stuur kocht in 1876 het<br />

voormalige Gruuthusehof aan. Het gebouw was<br />

ondertussen dringend aan restauratie toe, een opdracht<br />

waaraan in 1883 werd <strong>be</strong>gonnen en die niet minder dan<br />

12 jaar in <strong>be</strong>slag zou nemen. Met de werkzaamheden<br />

aan de binneninrichting werd in 1888 gestart.<br />

De bijgebouwen op de binnenkoer verkeerden in<br />

erbarmelijke toestand en werden met de grond gelijk<br />

gemaakt. De constructies langs de straatzijde werden<br />

afgebroken in 1908 en in de twee daaropvolgende jaren<br />

vervangen door het zogenaamde Steen, waar zich onder<br />

meer de conciërgerie <strong>be</strong>vindt.


De <strong>be</strong>eldhouwkunst<br />

De verzameling sculptuur van het Gruuthuse­<br />

museum telt honderden voorwerpen, die op basis van<br />

de materie waaruit ze vervaardigd zijn, onderverdeeld<br />

kunnen worden in steen en pijpaarde, hout en ivoor.<br />

Reliëfs of vrijstaande <strong>be</strong>elden in terracotta of faience<br />

worden tot de keramiek gerekend.<br />

In de lapidaire afdeling worden talrijke stenen<br />

bouwelementen en kerkelijke steensculptuur getoond.<br />

Het <strong>be</strong>treft onder andere pijlers, kapitelen, consoles,<br />

schouwopstanden, doopvonten, grafzerken, reliëfs en<br />

gewelfsleutels. Voor<strong>be</strong>elden uit de Romaanse periode<br />

zijn schaars. Enkele uitzonderingen daarop vormen een<br />

paar kapitelen, een fragment van een doopvont en een<br />

twaalfde-eeuwse latei of bovendorpel in roestbruine<br />

limonietsteen. De gotische steensculptuur is heel wat<br />

<strong>be</strong>ter vertegenwoordigd, zoals blijkt uit de prachtige<br />

albasten reliëfs van Nottingham en andere Europese<br />

centra. Het overige albastwerk is van jongere datum.<br />

In de Nederlanden was Mechelen het <strong>be</strong>langrijkste<br />

centrum van de albastsnijkunst De kleine losstaande<br />

reliëfs, die achteraf werden verguld en soms deel<br />

uitmaakten van een huisreta<strong>be</strong>ltje, zijn typisch voor de<br />

zestiende- en zeventiende-eeuwse productie.<br />

Gruuthusemuseum Brugge<br />

In de gereconstrueerde gotische stijlkamer <strong>be</strong>vindt<br />

zich een merkwaardige zestiende-eeuwse zandstenen<br />

schoorsteenmantel. De zogenaamde Keizer Karelschouw<br />

in blauwe kalksteen in de zich daarnaast <strong>be</strong>vindende<br />

<strong>be</strong>eldenzaal dateert uit dezelfde eeuw. Andere<br />

sculpturale hoogtepunten uit de collectie zijn het<br />

vijftiende-eeuwse zandstenen <strong>be</strong>eld van Sint-Sebastiaan,<br />

het munstslagersreliëf in Renaissance uit 1563, en het<br />

gedenkteken met de buste in wit marmer van Karel II<br />

van Engeland uit 1659.<br />

Buiten op de Gruuthusekoer staan vier elegante<br />

putti, die Chinese kinderen voorstellen in typische<br />

klederdracht. Het zijn de allegorieën van de bouwkunst,<br />

de sterrenkunde, de muziek en de schilderkunst.<br />

Ze werden in 1772 vervaardigd door de Brugse<br />

<strong>be</strong>eldhouwer P. Pepers. Een verfijnd marmeren <strong>be</strong>eld is<br />

dat van de Brusselse barones Augusta Liedts, die haar<br />

<strong>be</strong>langrijke kantverzameling aan het museum schonk.<br />

Het is een werk van Hendrik Pickery, die in de<br />

negentiende-eeuwse Brugse <strong>be</strong>eldhouwkunst een<br />

centrale positie innam.<br />

Het <strong>be</strong>roemdste kunstwerk van het<br />

Gruuthusemuseum is ongetwijfeld de Keizer Karelbuste<br />

in gebakken pijpaarde van de hand van de Duitse<br />

grootmeester Konrad Meit. Het kunstwerk is omstreeks<br />

1520 ontstaan, en geeft de jonge Vlaams-Habsburgse<br />

vorst zeer realistisch weer. De polychromie en de<br />

sierlijke eikenhouten hoed zijn evenwel van latere<br />

datum.<br />

Schoorsteenmantel uit de<br />

vroegere slaapkamer<br />

Eerste helft viiFtiende eeuw,<br />

zondsteen<br />

OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1 7


De kleine ivoren voorwerpen, waarvan de<br />

<strong>be</strong>werking teruggaat tot een zeer oude traditie in de<br />

Grieks-Romeinse en de Byzantijnse wereld, nemen in het<br />

museum een speciale plaats in. Omdat de basismaterie<br />

erg duur was, konden enkel het hof, de hogere<br />

geestelijkheid en de aristocratie zich deze luxeartikelen<br />

veroorloven. De Romaanse abtstai, opgesmukt met een<br />

acanthusblad, kan als een verre uitloper van de<br />

Karolingische ivoor<strong>be</strong>werking <strong>be</strong>schouwd worden.<br />

Andere ivoren voorwerpen die respectievelijk met de<br />

liturgie of het gildenleven verband houden, zijn de<br />

veertiende-eeuwse paxtafel en de armbanden van<br />

Vlaamse zeventiende-eeuwse schuttersverenigingen.<br />

De Normandische stad Dieppe was van de zestiende tot.<br />

vorige eeuw een <strong>be</strong>langrijk centrum voor de aanvoer en<br />

verwerking van ivoor. Het klein ivoren portret van<br />

Elisa<strong>be</strong>th Ponsar houdt verband met deze havenstad.<br />

De Romaanse Madonna als Sedes Sapientiae is het<br />

oudste houten <strong>be</strong>eld in het <strong>be</strong>zit van het museum.<br />

Gotisch <strong>be</strong>eldsnijwerk is in de collectie ruim<br />

vertegenwoordigd, met zowel binnen- als buitenlandse<br />

voor<strong>be</strong>elden. Enige reta<strong>be</strong>lfragmenten of reliëfgroepen<br />

zijn, zoals blijkt uit de merken die erop zijn aangebracht,<br />

van Antwerpse makelij. Andere werken zijn dan weer<br />

uit Brussel of Brabant afkomstig. Mechels zijn de<br />

typische kleine <strong>be</strong>eldjes, ontstaan na 1500, die men ook<br />

'poupeés de Malines' pleegt te noemen, alsmede een<br />

groter <strong>be</strong>eld met de heilige Martinus. Aan een Leuvense<br />

werkplaats is het aangrijpend <strong>be</strong>eld van Christus op de<br />

Koude Steen toe te schrijven. De sierlijke knielende<br />

engel van de Boodschap maakte ongetwijfeld deel uit<br />

van een groter geheel, en is eveneens in een Brabants<br />

<strong>be</strong>eldsnijcentrum ontstaan. Een even <strong>be</strong>langrijk<br />

reta<strong>be</strong>lfragment is de lezende Madonna van Adriaen<br />

van Wesel, afkomstig van een gedocumenteerd Maria­<br />

reta<strong>be</strong>l in de Sint-Janskerk te 's-Hertogenbosch.<br />

Daarnaast omvat de museumverzameling nog een<br />

aantal <strong>be</strong>elden van Duitse afkomst.<br />

8 OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1<br />

Krul van een abtstaf,<br />

Vlaanderen<br />

Twaalfde eeuw, ivoor<br />

Paxtafel met Christus aan<br />

het kruis, Vlaanderen(?)<br />

Vijltiende eeuw (?), ivoor<br />

Voor de barokke <strong>be</strong>eldhouwkunst in hout vertoont<br />

de collectie zekere leemtes, die hopelijk via aankoop of<br />

schenkingen aangevuld zullen worden. Van de reeds<br />

vermelde Pepers is een mooi Maria<strong>be</strong>eld <strong>be</strong>waard, en tot<br />

het meer volkskundig snijwerk ten slotte rekenen we<br />

een monumentale negentiende-eeuwse koekenplank<br />

voor speculaas, met de heilige Nikolaas, en een breed<br />

brouwerijreliëf, <strong>be</strong>ide in de keuken van Gruuthuse<br />

tentoongesteld.


Sint-Sebastiaan,<br />

Vlaanderen<br />

Vijftiende eeuw, Ledische zondsteen<br />

Sint-Janshoofd op schaal<br />

Duitsland, einde vijftiende eeuw,<br />

albast<br />

Muntslagersreliëf<br />

1563, zondsteen<br />

9


pag. 10<br />

Toegeschreven aan Konrad<br />

Meit, Buste van keizer Karel<br />

co. 1520, Ierroealto<br />

bovenaan<br />

Onze-Lieve-Vrouw met<br />

kind, Keulen<br />

co. 1420, bukshout<br />

Adriaan van Wesel,<br />

Lezende Maria,<br />

's-Hertogenbosch<br />

Vijftiende eeuw, eik, detail<br />

Knielende engel,<br />

Vlaanderen<br />

co. 1500, eik


De keuken<br />

Vele <strong>be</strong>zoekers voelen zich geïmponeerd door de<br />

oude keuken van het Gruuthusepaleis, met zijn<br />

oorspronkelijke monumentale schouw. In deze ruimte<br />

worden meerdere tafels, zit- en <strong>be</strong>rgmeu<strong>be</strong>ls<br />

tentoongesteld, waaronder een zeventiende-eeuwse<br />

spinde of op<strong>be</strong>rgkast. Aan de muur hangen enkele<br />

handdoekrekjes, waarvan de functie voor zich spreekt.<br />

In de schouw staat er links een grote bronzen kookketel<br />

of zogenaamde 'fournoyspot', die afkomstig is uit het<br />

nabijgelegen Sint-Janshospitaal en gebruikt werd om<br />

water op te warmen. Het 'gevaarte' is omstreeks het<br />

eerste kwart van de zestiende eeuw gegoten door de<br />

Mechelse geel- en klokkengieter Sirnon Waghevens en<br />

steunt op een afzonderlijk smeedijzeren onderstel. In de<br />

onmiddellijke omgeving van deze ketel <strong>be</strong>vindt er zich<br />

een ijzeren haarduitrusting met in het midden een<br />

haardplaat, uitschuifbare haardijzers, een vuurhaal,<br />

12<br />

Gruuthusemuseum Brugge<br />

haalketen, haardgereihanger en vuurtang. Ervoor zijn<br />

links en rechts twee smeedijzeren hekkentjes opgesteld<br />

die de kinderen op veilige afstand van het brandend<br />

haardvuur moesten houden. In deze zaal <strong>be</strong>vinden er<br />

zich gebak-, wafel- en hostieijzers, waarvan de oudste<br />

exemplaren de wapenschilden dragen van de<br />

Bourgondische hertogen Jan zonder Vrees en Filips de<br />

Goede. Op andere wafel- of lukijzers komt een volkse<br />

versiering voor of een oud-Vlaamse nieuwjaarsspreuk<br />

De stemmige ruimte is gestoffeerd met een vrij<br />

uiteenlopende collectie kook-, drink- schenk- en eetgerei,<br />

dat chronologisch te situeren valt tussen de vijftiende en<br />

de negentiende eeuw.<br />

Baardmankruik, Frechen<br />

Steengoed met zouiglozuur<br />

Keuken Gruuthusemuseum Een zeer groot gedeelte van de hier tentoongestelde<br />

voorwerpen is in aardewerk, dat aan de hand van de<br />

gebruikte klei, de baktechniek, de vorm en de versiering<br />

toegeschreven kan worden aan zowel binnen- als<br />

buitenlandse pottenbakkersateliers. Op meerdere<br />

legplanken staan kleine en grote baardmankruiken.<br />

Typisch zijn ook de veldflessen met plat lichaam, die<br />

rondom voorzien zijn van oortjes, waardoor een koord<br />

kon worden gestoken. In deze keuken <strong>be</strong>vinden zich<br />

zowel kleine als grote sierborden in gele of rode klei,<br />

die met allerhande ornamenten opgesmukt werden<br />

vooraleer ze gebakken werden. Monochrome of<br />

meerkleurige faience uit Brussel, Friesland, Delft en<br />

Noord-Frankrijk wordt hier ook geëxposeerd, naast een<br />

keuze uit de rijke collectie groene wijn- of portoflessen.<br />

Sommige flessen zijn voorzien van al dan niet<br />

gekroonde wapenschilden of initialen van adellijke<br />

families, waarvan slechts enkele geïdentificeerd konden<br />

worden. Het is <strong>be</strong>kend dat Brugge over een glasblazerij<br />

<strong>be</strong>schikte en de flessen zelf voorzag van ijkringen.<br />

Gruuthuse <strong>be</strong>schikt over kleine en grote vijzels of<br />

mortieren, die niet alleen in de keuken maar ook in de<br />

aansluitende apotheek tentoongesteld worden.<br />

Verschillende exemplaren werden overeenkomstig de<br />

Nederlandse of Latijnse opschriften in Brugge of in<br />

Mechelen gegoten. Andere daarentegen werden<br />

vervaardigd te Rotterdam of in Deventer. Op enkele<br />

boorden van de legplanken staan verschillende tinnen<br />

borden met ingeslagen Brugse merktekens uit de late<br />

achttiende of het <strong>be</strong>gin van de negentiende eeuw.<br />

Deze gegraveerde schotels houden verband met de<br />

geboorte van een kindje en vermelden de naam van de<br />

meter en een jaartal. Naast deze doopschotels bleven<br />

ook prijsschotels <strong>be</strong>waard die geschonken werden naar<br />

aanleiding van een prijsschieting bij een lokale<br />

schuttersgilde.<br />

OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1 13


Keramiek<br />

De keramiekverzameling van het Gruuthuse­<br />

museum is zeer omvangrijk, en kan daarom slechts<br />

gedeeltelijk geëxposeerd worden. De voornaamste en<br />

meest typische voor<strong>be</strong>elden van bijna alle productiecentra<br />

worden getoond in de daartoe ingerichte keramiekzaat<br />

in de museumkeuken en de daarbij aansluitende<br />

apotheek, alsook in de kleine kabinetten op de<br />

verdieping. Gallo-Romeins en middeleeuws aardewerk<br />

wordt tentoongesteld in de archeologische sectie van de<br />

nabijgelegen museumdiensten Sint-Jan.<br />

14 OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1<br />

Het chronologische zwaartepunt van de keramiek­<br />

collectie ligt bij de postmiddeleeuwse periode en wordt<br />

rond 1900 afgesloten. Volgens de aard van het baksel,<br />

het decor of de <strong>be</strong>schildering en het glazuur kan deze<br />

groep gebruiks- en kunstvoorwerpen ingedeeld worden<br />

in rood en geel aardewerk, steengoed, faience en porselein.<br />

Bij de rood oxiderend gebakken voorwerpen neemt de<br />

Vlaamse productie in het algemeen de grootste plaats in.<br />

Veel alledaagse onversierde kook- en hengselpotten,<br />

warmwaterketels, schenkkannen, vergieten tot zelfs zeer<br />

grote versierde of onversierde borden <strong>be</strong>horen tot deze<br />

categorie. De versiering is in vele gevallen aangebracht<br />

door middel van een wit of rood opgelegd decor in<br />

ringeloortechniek en is daarna overtrokken met gekleurd<br />

of ongekleurd loodglazuur. Tot de <strong>be</strong>kendste objecten in<br />

zowel rood als geel aardewerk zijn de hengselpotjes, de<br />

waterfluitjes en de wijwatervaatjes uit <strong>be</strong>t West-Vlaamse<br />

Torhout te rekenen. Ten onrechte worden soms talrijke<br />

siervoorwerpen aan dit productiecentrum toegeschreven,<br />

zoals aardewerk uit Marburg, Nederrijnse ateliers of<br />

andere tot op heden nog niet geïdentificeerde Zuid­<br />

Nederlandse of Noord-Franse centra.<br />

Vergiet of visschotel,<br />

Friesland (?)<br />

ca. 1800 (?}, faience, blauwe<br />

<strong>be</strong>schildering en tinglazuur<br />

Snavelkan met zilveren<br />

deksel, waarop het<br />

wapenschild van abt<br />

Campmans van de abdij Ter<br />

Duinen in Brugge, Delft (?)<br />

Faience, <strong>be</strong>gin zeventiende eeuw,<br />

blauwe <strong>be</strong>schildering en tinglazuur


Gruuthusemuseum Brugge<br />

Sierkruik met pelikaanfries,<br />

Ra eren<br />

1599, steengoed mei bruin<br />

zouiglozuur


Wandtegels, Nederlanden,<br />

zeventiende


Glas<br />

Net zoals in kerken en kloosters, is in de musea<br />

weinig van de middeleeuwse glasraamkunst <strong>be</strong>waard<br />

gebleven, zeker in vergelijking met de andere toegepaste<br />

kunsten. De sierlijke, gebrandschilderde en<br />

visblaasvormige venstervullingen met zwevende<br />

engelen, waarvan men aanneemt dat ze uit het Brugse<br />

stadhuis afkomstig zijn, zijn de oudste in het Gruuthuse<br />

<strong>be</strong>waarde getuigenissen van het glazeniersambacht<br />

Nog in dezelfde gotische geest, maar chronologisch wel<br />

een eeuw later te situeren, zijn de Sint-Joris- en Sint­<br />

Michielsfiguren uit de gildenkapel van de schilders en<br />

de glazeniers. Deze twee naast elkaar opgestelde<br />

heiligen met een uitgelengde spitse houding getuigen<br />

eveneens van een grote esthetische zeggingskracht.<br />

De op verschillende plaatsen in het museum<br />

tentoongestelde kleine - ronde of ovale­<br />

glasraammedaillons heb<strong>be</strong>n meestal religieuze<br />

onderwerpen, en maakten uiteraard deel uit van<br />

kruisramen of grotere ensembles.<br />

Zowel de doorzichtige als de gekleurde drink- en<br />

schenkglazen uit de achttiende en de negentiende eeuw<br />

zijn in de museumverzameling vrij goed<br />

vertegenwoordigd in de collecties. Daarnaast <strong>be</strong>zit het<br />

Gruuthuse nogal wat laatbarokke hoge kelkvormige<br />

glazen met balustervormige stam, waarvan het<br />

bovendeel meestal gegraveerd is met zeilschepen,<br />

gebouwen, bloemenguirlandes en allerlei personages.<br />

Veelal gaat het om Luikse, Hollandse en Duitse glazen,<br />

of vermoedelijk in Nederland gegraveerd kristal.<br />

Uit dezelfde periode dateren ook de slanke groene<br />

wijnflessen, waarvan er enige exemplaren het<br />

wapenschild van een adellijke familie of een loden<br />

ijkring dragen. Ze werden vervaardigd door de<br />

flessenfabrikant A.J. de Cornet uit Gent, die zich in de<br />

omgeving van de Jeruzalemkerk te Brugge installeerde<br />

en van 1749 tot 1770 de typische portflessen met<br />

kraagrand op grote schaal vervaardigde en exporteerde.<br />

Kelkvormig glas met<br />

wapen van de Brugse<br />

rederijkerskamer der<br />

'Drie Sanctinnen', Brugge<br />

Achffiende eeuw, doorzichtig<br />

gegraveerd glas


Glasraam met engel,<br />

Brugge<br />

Begin vijltiende eeuw,<br />

gebrandschilderd glos<br />

Glasraam, Keizer Heraclius<br />

draagt het kruis in 629<br />

naar de stad Jeruzalem,<br />

Zuidelijke Nederlanden<br />

Zestiende eeuw, gebrandschilderd<br />

glos<br />

Wijn- of potfles, Brugge<br />

1712, groen glos<br />

Roemervormig wijnglas<br />

met braamnoppen<br />

Achfliende eeuw, groen glos<br />

19


Zilverwerk<br />

De omvangrijke collectie edelsmeedkunst uit<br />

Gruuthuse is een van de <strong>be</strong>langrijkste van het land,<br />

en omvat meer dan tweehonderd stuks, waarbij er<br />

verschillende getuigen van een grote kunsthistorische<br />

waarde en een degelijk vakmanschap. Alhoewel eertijds<br />

tientallen goud- en zilversmeden, onder wie menig<br />

vooraanstaand meester, heb<strong>be</strong>n bijgedragen tot de<br />

<strong>be</strong>kendheid en de uitstraling van het Brugse liturgische<br />

en profane zilver, is er van vóór het Calvinistisch<br />

<strong>be</strong>wind weinig van die productie overgebleven. Aan de<br />

hand evenwel van aankopen en schenkingen groeide het<br />

museum<strong>be</strong>zit goed aan, wat niet wegneemt dat er nog<br />

enige leemtes aan te wijzen zijn.<br />

In tegenstelling tot het zilverwerk van de<br />

<strong>be</strong>dehuizen of kloosters, <strong>be</strong>helst de verzameling van het<br />

Gruuthusemuseum overwegend ambachtelijk en<br />

burgerlijk zilver. Het kerkelijk en eucharistisch vaatwerk<br />

dateert hoofdzakelijk uit de zeventiende eeuw of later.<br />

20 OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1<br />

Gedurende de Contrareformatie, die in de kunst­<br />

geschiedenis zowat samenvalt met de barok maar waarin<br />

ook nogal wat motieven uit de late Renaissance bleven<br />

naleven, werden voor de kerkelijke instellingen in<br />

Brugge en omgeving talrijke liturgische voorwerpen in<br />

zilver gemaakt. Deze stijlperiode wordt in de collecties<br />

prachtig geïllustreerd onder andere door een ostensorium<br />

van 1631, een chrismatoriurn van J. Blaevoet uit<br />

Ramskapelle, en een pronkkelk van A. Kerckhof met<br />

onder andere taferelen uit het lijden van Christus.<br />

Uit het Noord-Franse Rijsel is een fraaie ciborie in<br />

Ladewijk XIV-stijl <strong>be</strong>waard.<br />

Ambachtelijk en burgerlijk zilver uit de achttiende<br />

en de negentiende eeuw is in de collectie goed<br />

vertegenwoordigd. Andere stukken zijn afkomstig van<br />

confrérieën en godvruchtige genootschappen.<br />

Hierbij vermelden wij vooral de halsketting van de<br />

Confrérie van het Heilig Sacrament van 1764 en de vele<br />

negentiende-eeuwse voor<strong>be</strong>elden van zilveren<br />

flam<strong>be</strong>euwschilden.<br />

Groot schild van het Brugse<br />

bakkersgilde, Brugge<br />

1769, deels verguld zilver en<br />

geelkoper<br />

Schild van het Brugse<br />

brouwersgilde, Brugge<br />

1695, deels verguld zilver


Van talrijke Brugse ambachten bleven grote draag­<br />

tekens of borstschilden <strong>be</strong>waard, die nu tot de pronk­<br />

stukken van de erezaal van het museum gerekend<br />

kwmen worden. De Brugse krijgs- en rederijkersgilden,<br />

die niet op basis van een <strong>be</strong>roep doch van een militair of<br />

recreatief doeleinde samengesteld werden, heb<strong>be</strong>n<br />

eveneens representatieve voorwerpen in edelsmeedwerk<br />

nagelaten, zoals de sireschakel van de Sint-Sebastiaans­<br />

gilde van Sint-Kruis Brugge van circa 1560. Enkele<br />

zeventiende-eeuwse ronde schilden met prachtig<br />

drijfwerk zijn in verband te brengen met de <strong>be</strong>kende<br />

rederijkerskamer 'De Drie Sanctinnen' en het plaatselijke<br />

Sint-Jorisgilde. Een ander <strong>be</strong>langwekkend Gruuthuse­<br />

object in zilver is de merkwaardige trekring met ketting<br />

van een andere Brugse rederijkerskamer, namelijk die<br />

van de heilige Geest. Van het burgerlijk zilver uit de<br />

vijftiende eeuw, is de plaket van Lodewijk van<br />

Gruuthuse ongetwijfeld een van de <strong>be</strong>langrijkste<br />

aanwinsten van de laatste jaren. Dit kunstwerk was<br />

oorspronkelijk met zilver opgesmukt, en versierde<br />

misschien een van de boekbanden uit de <strong>be</strong>roemde<br />

Gruuthuse-librije.<br />

Groot schild van het Brugse<br />

Sint-Lucasgilde, Brugge<br />

1758, deels verguld zilver en<br />

koper<br />

Gruuthusemuseum Brugge<br />

Het zilveren, realistisch uitgevoerde gerechtigheids­<br />

hoofd en de daarbij horende vuist werden vervaardigd<br />

ingevolge een rechterlijk vonnis. De edelsmeden vonden<br />

in de rijke Vlaamse steden koop- en kapitaalkrachtige<br />

afnemers, die gouden en zilveren gebruiksvoorwerpen<br />

als een statussymbool <strong>be</strong>schouwden. De via Frankrijk<br />

verspreide eet- en tafelgewoontes, waren uiteraard het<br />

voorrecht van de rijken. Alhoewel Antwerpen zowel<br />

kwalitatief als kwantitatief op het vlak van de zilver­<br />

productie toonaangevend was, werden in verschillende<br />

Vlaamse steden eveneens mooie kunstvoorwerpen<br />

vervaardigd. In Brugge leverden generaties zilversmeden<br />

de meest uiteenlopende tafel<strong>be</strong>nodigdheden, waarbij<br />

alle decoratieve stijlen aan bod kwamen. Pronkstukken<br />

in de Gruuthusecollectie zijn hierbij de drink<strong>be</strong>ker met<br />

deksel van Loys van Nieukerke van 1610-1611,<br />

de getorste pronk<strong>be</strong>ker in Lodewijk XV-stijl, die eertijds<br />

<strong>be</strong>hoorde aan stadsschout Valentin Stappens, en de<br />

koffiekan in dezelfde stijl, vervaardigd door zilversmid<br />

Ferdinand Du Baele (1761). Voorwerpen die in verband<br />

staan met het thee- en chocoladegebruik in de achttiende<br />

eeuw ontbreken vooralsnog in de collecties, maar olie­<br />

en azijnstellen, een mosterdpot, een tafelkomfoor,<br />

borden, <strong>be</strong>stekken en tafelkandelaars zijn wel aanwezig.<br />

21


Groep tafelzilver, Vlaams<br />

Achffiende en <strong>be</strong>gin negentiende<br />

eeuw, zilver<br />

Plooivark, lepel en foedraal<br />

van Cornelie<br />

Vanderplancke, Brugge<br />

16 19- 1620, zilver en leder<br />

Gruuthusemuseum Brugge<br />

Plaket van Ladewijk van<br />

Gruuthuse, Brugge<br />

1461-1492, zilver<br />

Reliekhouder, Brugge<br />

163 1, zilver


Sint Joris te paard,<br />

oHerandeschotel, Nürn<strong>be</strong>rg<br />

Zestiende eeuw, geelkoper<br />

24<br />

Koper en brons<br />

Zowat in alle zalen van het Gruuthusemuseum treft<br />

de <strong>be</strong>zoeker karakteristieke voorwerpen aan in geelkoper<br />

en brons, vervaardigd door lokale of uitheemse<br />

ambachtslui. De zeer uitgebreide verzamelingen<br />

omvatten zowel kerkelijk als burgerlijk koperwerk,<br />

daterend van de vijftiende-zestiende eeuw tot en met de<br />

negentiende eeuw. Bronzen of koperen objecten van<br />

vóór de zestiende eeuw zijn vrij schaars, want veel is ten<br />

gevolge van oorlogsomstandigheden in de smeltkroes<br />

verdwenen. Vijftiende- of zestiende-eeuws zijn de mooie<br />

gedreven offerandeschotels in geelkoper, met<br />

voorstellingen van Adam en Eva, Sint-Joris met de draak<br />

en de Boodschap aan Maria. Liturgisch koperwerk komt<br />

in het Gruuthuse eveneens voor, zoals blijkt uit de<br />

tentoongestelde wierookvaten en altaarschellen.<br />

De laatgotische lavaboketeltjes of aquamaniles<br />

daarentegen hadden zowel een liturgisd1e als een<br />

profane functie. De bidkapel biedt plaats aan een<br />

koperen processiekruis van 1624 uit de kerk van Hoeke<br />

bij Sluis, een geajoureerde altaarlezenaar van 1775, een<br />

collectebus van de Confrérie van Onze-Lieve-Vrouw van<br />

Assebroek (1730) en enige fraaie gedreven wandschilden<br />

in rocaille-stijl. Zowel de kerken, kapellen, kloosters als<br />

burgerlijke gebouwen lieten bronzen klokken maken.<br />

Een zeldzaam overblijfsel van het Brugse renaissan­<br />

cistische klokkenpatrimonium is de Sint-Basiliusklok<br />

van Marc Le Serre van 1592. Verder <strong>be</strong>zit het museum<br />

nog twee zeventiende-eeuwse klokken, de ene<br />

vervaardigd door de Antwerpse klokgieter Meichior de<br />

Haze (1632-1687), de andere door de Bruggeling Alex<br />

Cambron (1682).<br />

Gruuthusemuseum Brugge<br />

Van Uitzonderlijke <strong>be</strong>tekenis is de grafplaat in<br />

geelkoper van A. Porcket, meester en ontvanger van het<br />

Brugse Sint-Juliaansgodshuis. Tot het zuiver utilitaire en<br />

profane koper- en bronswerk van de zestiende eeuw,<br />

rekene men vooral de monumentale ketel of grape uit de<br />

Gruuthusekeuken. Dit indrukwekkende recipiënt kan<br />

<strong>be</strong>st vergeleken worden met een vooralsnog in Engeland<br />

<strong>be</strong>waard exemplaar. Beide ketels zijn uit Mechelen<br />

ingevoerd. Het Gruuthuse-exemplaar werd vrijwel zeker<br />

in het naburige SinHanshospitaal gebruikt. Vijzels en<br />

mortieren, onmisbaar in de huishouding en de apotheek<br />

voor het verbrijzelen van kruiden en ingrediënten,<br />

komen in de verzameling zeer goed aan bod.<br />

De zestiende-eeuwse mortieren zijn voornamelijk<br />

afkomstig uit Mechelen, een stad die op dat vlak<br />

overigens toonaangevend was. Van de lokale of te<br />

Brugge werkzame ambachtslui met name J. Blanpain,<br />

N. Moerman en G. Dumery zijn eveneens bronzen<br />

mortieren <strong>be</strong>waard. De koperslagers die te Brugge met<br />

andere aanverwante <strong>be</strong>roepen tot het <strong>be</strong>langrijke<br />

smedenambacht <strong>be</strong>hoorden, heb<strong>be</strong>n heel wat koperwerk<br />

nagelaten dat verspreid over de diverse museumzalen<br />

wordt tentoongesteld. Grapen en kookketels,<br />

schuimspanen, doof- of bluspotten en vuurtangen<br />

werden gebruikt in de keuken en bij de haard. Zowel op<br />

de tafel, in de muurnissen en op andere plaatsen,<br />

stonden kandelaars. De collectie omvat zowel pin-,<br />

knoop- als schijfkandelaars van alle periodes, alsmede<br />

olielampen en geornamenteerde wandblakers.<br />

.<br />

Bedpannen met gegraveerde of gehamerde deksels<br />

werden gebruikt om zich te verwarmen. Oud <strong>be</strong>stek in<br />

koper ten slotte wordt geïllustreerd door figuratief<br />

versierde twee- of drietandige vorken en messen met<br />

fraaie heften en op- of inlegwerk.<br />

Grafplaat van broeder A<strong>be</strong>l<br />

Porcket, Brugge (?)<br />

I 509, geelkoper


OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1 25


Het roken van de kleipijp veronderstelde ook het<br />

gebruik van tabaksdozen, en hiervan getuigen enkele<br />

gedreven achttiende-eeuwse exemplaren uit de Duitse<br />

stad Iserlohn, met vooral historische, militaire of<br />

vorstelijke voorstellingen.<br />

Voor de uitzonderlijke koperen weegtoestellen,<br />

de maten en de gewichten verwijzen wij naar het<br />

des<strong>be</strong>treffende hoofdshlk, evenals voor de niet minder<br />

<strong>be</strong>langrijke groep van koperen zegelmatrijzen.<br />

Collectebus van de<br />

Confrerie van Onze-Lieve­<br />

Vrouw van Assebroek,<br />

Vlaanderen<br />

1730, geelkoper<br />

J.A. Keppelman, tabaks·<br />

doos, Duits<br />

1757, rood- en geelkoper<br />

Jan van den Gheyn IV,<br />

vijzel of mortier, Mechelen<br />

1680, brons<br />

OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1 27


Maten en gewichten<br />

Op het vlak van de gewichten mag het Gruuthuse­<br />

museum zich <strong>be</strong>roemen op een vrij uitgebreide collectie<br />

met zelfs enige topstukken. Dit is <strong>be</strong>slist het geval met<br />

een prachtig Ni.irn<strong>be</strong>rgs sluit- of pijlgewicht dat <strong>be</strong>staat<br />

uit een reeks in elkaar passende bakjes, waarvan het<br />

buitenste een zeer mooi versierd deksel met een<br />

scharnier en een rijk uitgewerkte sluiting heeft. Dit door<br />

de <strong>be</strong>ëdigde meesters en wegers geijkte meetinstrument<br />

uit de zestiende eeuw is het grootste <strong>be</strong>waarde<br />

exemplaar in de Nederlanden. Het geheel weegt niet<br />

minder dan 64 pond!<br />

Tot dezelfde periode <strong>be</strong>horen de houten maat<strong>be</strong>kers<br />

voor droge waren, en de metrieke korenschaal met<br />

houten afstrijkstok voor het <strong>be</strong>palen van de massa van<br />

graan. IJzeren weegschalen, houten balansen met<br />

ijkmerken en w1sters of 'Romeinse balansen', maken ook<br />

deel uit van het meetinstrumentarium dat door de<br />

officie van de ijking werd gebruikt. Tot slot zijn er nog<br />

de houten vouwmeters, meetlatten, ellen en<br />

vergierroeden te vermelden, waarvan het gebruik voor<br />

de hand ligt.<br />

28 OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1<br />

Inhoudsmaat van Neder­<br />

Boelare, Oudenaarde<br />

I 620, geelkoper<br />

Al<strong>be</strong>rtus Weinmann,<br />

pijlgewicht, Nürn<strong>be</strong>rg<br />

1568, brons


De erezaal met wand·<br />

tapijten<br />

Wandtapijten<br />

De collectie wandtapijten is zonder enige twijfel een<br />

van de <strong>be</strong>langrijke troeven van dit museum. Van de<br />

meer dan twintig stuks waarover het museum <strong>be</strong>schikt,<br />

wordt het merendeel sinds de vernieuwde opstelling<br />

tentoongesteld. Weefsels die ooit tot één en dezelfde<br />

serie <strong>be</strong>hoorden of die deel uitmaakten van reeksen met<br />

een analoog onderwerp, zijn thans samen geëxposeerd.<br />

Wandtapijten ontwierp men zelden afzonderlijk.<br />

Zij maakten deel uit van een reeks of 'kamer', waarop<br />

een heel verhaal voorgesteld werd.<br />

De verzameling omvat hoofdzakelijk wandtapijten<br />

van Brugse makelij en hiermee wordt uiteraard rekening<br />

gehouden bij nieuwe aankopen. In de verschillende<br />

zalen hangen zowel zestiende- als zeventiende-eeuwse<br />

wandtapijten, die soms nog in de boorden voorzien zijn<br />

van het stadsmerk, de weversspoel en de merken van de<br />

wever of zijn atelier. De Brugse 'tapijtsiers' vroegen in<br />

1547 een eigen merkteken aan dat onder de vorm van<br />

een gekroonde gotische 'b' ingeweven werd. Vanaf het<br />

einde van de zestiende eeuw gebruikten zij echter een<br />

ander teken, namelijk de spoel of 'broche'. Het was een<br />

typisch instrument dat bij de vervaardiging met de<br />

'houtelisse' of staande weefgetouwen aangewend werd.<br />

Zoals de weversspoel <strong>be</strong>wijst, werkte men eertijds te<br />

Brugge op getouwen met hoge schering, in tegenstelling<br />

Gruuthusemuseum Brugge<br />

tot andere centra in Vlaanderen, waar men overwegend<br />

op een liggend weefgetouw werkte.<br />

Slechts enkele wandtapijten uit het museum dateren<br />

uit de zestiende eeuw. Van alle in de stad geweven<br />

tapijten is slechts van één de naam van een ontwerper<br />

of kartonschilder <strong>be</strong>kend, namelijk Lancetoot Blondeet<br />

(1498-1561).<br />

Achter de buste van keizer Karel V hangt een klein<br />

verdurefragment Het werd in 1528-1529 te Brugge<br />

geweven in het atelier van Antoon Segon, naar de<br />

ontwerpen van Lancetoot Blondeet en Willem de<br />

Hollandere. In verdures worden bloemen en planten<br />

voorgesteld, afgewisseld met dieren. Deze bloementapijten<br />

getuigen van een groot realisme en een liefde voor de<br />

natuur. Dit fragment maakte deel uit van een veel groter<br />

geheel, waarin centraal een blazoen of wapenschild<br />

verwerkt was. Het is afkomstig van de vroegere<br />

Schepenkamer van het Brugse Vrije. In deze horizontale<br />

bloementapijten kwamen de wapens voor van Karel V,<br />

met de dub<strong>be</strong>le adelaar waarrond de ketting van het<br />

Gulden Vlies, en die van het Brugse Vrije.<br />

29


In de wapenzaal worden drie zestiende-eeuwse<br />

wandtapijten getoond met taferelen uit de antieke<br />

geschiedenis, die <strong>be</strong>titeld kunnen worden als het Leven<br />

of de Triomf van Caesar. Deze reeks telde in totaal<br />

waarschijnlijk een vijftiental onderwerpen die nu<br />

verspreid zijn over meerdere locaties. Het museum <strong>be</strong>zit<br />

uit deze serie de Clementie van de veldheer, een<br />

Gevechtstaferee/ (dat een weversmerk draagt) en de<br />

Toespraak van de veldheer. Deze wandtapijten heb<strong>be</strong>n de<br />

typische gele en rode kleuren in. de boorden, die men<br />

ook weervindt op de reeks van Gombaut en Macée.<br />

30<br />

Reeds vanaf de dertiende eeuw verbleven Spaanse<br />

handelaars te Brugge, waar zij <strong>be</strong>drijvig waren in de<br />

invoer van wol, de noodzakelijke grondstof voor de<br />

Vlaamse lakennijverheid. Nogal wat Spanjaarden<br />

integreerden zich in het stedelijk leven en <strong>be</strong>kleedden<br />

openbare functies. Zij vormden samen met de Italiaanse<br />

en de Duitse handelaars de ruggengraat van de<br />

internationale bloei van Brugge. De in deze stad<br />

gevestigde Spanjaarden verscheepten talrijke<br />

kw1stwerken, waaronder wandtapijten, naar hun<br />

thuisland. Een <strong>be</strong>kend voor<strong>be</strong>eld is het wapentapijt van<br />

de familie Nagera.<br />

De minzaamheid van<br />

Re<strong>be</strong>cca, Brugge<br />

Zeventiende eeuw, wo l en zijde


De profeet Samuël bij Jesse,<br />

Brugge<br />

Tweede helft zestiende eeuw,<br />

wo l en zi;de<br />

In de zaal die toegang verleent tot de <strong>be</strong>kende<br />

vijftiende-eeuwse bidkapel van Gruuthuse hangt een<br />

bijna vierkant wandtapijt met de Kruisafneming van<br />

Christus uit de eerste helft van de zestiende eeuw,<br />

waarvan men niet weet waar het vervaardigd is.<br />

De voorstelling is gevat in een triomfboog in renaissance­<br />

stijl met een drieledige omlijsting met kapiteelpilasters.<br />

Het wandtapijt werd geweven naar een gravure van de<br />

Italiaanse kunstenaar Marcantonio Raimondi, die zich<br />

op zijn <strong>be</strong>urt liet inspireren door Rafaël.<br />

De vier wandtapijten uit de late zestiende eeuw, die<br />

in de erezaal van het museum tentoongesteld worden,<br />

illustreren het levensverhaal van de herder Gombaut en<br />

de herderin Macée. De volledige serie telde<br />

oorspronkelijk acht onderwerpen, verdeeld over negen<br />

weefsels. Het eerste thema is over twee wandtapijten<br />

opgesplitst. Een volledige reeks met hetzelfde<br />

onderwerp wordt nog <strong>be</strong>waard in het museum van de<br />

Franse stad Saint-Ló. Op deze kleurrijke serie wordt het<br />

on<strong>be</strong>kommerd landelijk herdersleven geïllustreerd aan<br />

de hand van de <strong>be</strong>langrijkste levensfasen en verklaard<br />

door ingeweven teksten. Veel dub<strong>be</strong>lzinnige situaties<br />

worden in deze opschriften toegelicht en metaforisch<br />

geïnterpreteerd. De nadruk wordt gelegd op de<br />

ontluikende seksualiteit, die achteraf zal leiden tot een<br />

huwelijk, de ouderdom en ten slotte de dood.<br />

Gruuthusemuseum Brugge<br />

Verduretapijt (fragment),<br />

Brugge<br />

1528-1530, wol en zi;de, detail<br />

Het verhaal van Gombaut en Macée was blijkbaar<br />

succesvol. Het wordt onder meer getoond in een reeks<br />

houtgravures die op het einde van de zestiende eeuw<br />

gedrukt werden door een graveur-uitgever uit Tours,<br />

die zich omstreeks 1596 te Parijs had gevestigd. Het<br />

komt tevens voor op een tapijtenreeks die vóór 1627 en<br />

wellicht ook nog daarna werd geweven in de Parijse<br />

ateliers du Faubourg St.-MarceL Dat het thema in de<br />

Nederlanden geliefd was blijkt uit de Brugse reeks, maar<br />

ook uit gelijkaardige series die in Brussel en Oudenaarde<br />

werden geweven.<br />

OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1 31


Twee Brugse wandtapijten uit de museumverzameling<br />

<strong>be</strong>horen tot de zesdelige serie met de Geschiedenis van<br />

Pompeius en zijn omstreeks 1640-1650 te dateren.<br />

Deze kleurrijke weefsels heb<strong>be</strong>n als onderwerp<br />

De onderwerping van Tigranes en De onderwerping van<br />

Labienus. Deze Geschiedenis van Pompeius is de enige<br />

<strong>be</strong>kende Brugse zeventiende-eeuwse reeks met taferelen<br />

uit de antieke geschiedenis. In dezelfde periode weefde<br />

men in de ateliers van Brussel wandtapijten met<br />

hetzelfde thema. Er moeten dus blijkbaar wisselwerkingen<br />

geweest zijn tussen de <strong>be</strong>ide centra. In de boorden van<br />

de tapijten uit de Brugse reeks worden de werken van<br />

Hercules getoond. Zij vormen als het ware de<br />

mythologische parallel van de heroïsche deugden die<br />

door de historische daden van Pompeius worden<br />

verwezenlijkt. In de zijboorden komen duidelijk de<br />

gebruikelijke Brugse stadsmerken met de gotische 'b'<br />

en de weversspoel voor, alsook een niet-geïdentificeerd<br />

weversmonogram.<br />

Het Gruuthusemuseum <strong>be</strong>zit drie wandtapijten van<br />

de zeer populaire en succesrijke serie van de Zeven Vrije<br />

Kunsten, die te Brugge meermaals geweven werd tussen<br />

het midden en het derde kwart van de zeventiende<br />

eeuw. Van deze reeks zijn ondertussen minstens elf<br />

edities <strong>be</strong>kend in binnen- en buitenlandse openbare en<br />

privé-verzamelingen. Een normale uitgave van de serie<br />

omvat acht stuks, met één wandtapijt voor elk der vrije<br />

kunsten, alsook de zogenaamde 'apotheose' waarop alle<br />

zeven vrije kunsten uitge<strong>be</strong>eld worden. De Brugse<br />

tapijten werden geweven naar olieverfschilderijen van<br />

de Antwerpse kunstenaar Cornelis Schut (1597-1655).<br />

De Zeven Vrije Kunsten verzinne<strong>be</strong>elden het leer­<br />

programma dat eigen is aan de vrije mens, <strong>be</strong>horend tot<br />

de toenmalige hogere stand. De eerste stap van dit<br />

programma <strong>be</strong>helsde drie vaardigheden, het Trivium,<br />

met in volgorde de Grammatica of het leren lezen en<br />

schrijven, de Dialectica, de redeneerkunst of de eerste<br />

basis van het filosofisch denken en de Retorica, de kunst<br />

van het spreken in het openbaar. Daarop volgt het<br />

Quadrivium met de vier exacte wetenschappen,<br />

namelijk de Aritmetica of wiskunde, de Geometria of<br />

meetkunde, de Musica en ten slotte de Astrologia of<br />

Astronomia. In de Apotheose - het grootste wandtapijt uit<br />

deze serie - zijn de Zeven Vrije Kunsten op een weids<br />

terras verenigd in een harmonische samenkomst.<br />

Men herkent van links naar rechts Astrologia met de<br />

hemelsfeer, in het midden de orgelspelende Musica, die<br />

door een fluitspelend kindje <strong>be</strong>geleid wordt, en rechts<br />

daarvan ligt Geometria op de grond met de wereldbol<br />

en daarnaast een open boek en plannen van militaire<br />

gebouwen. Achter haar zit Aritmetica aan een tafel,<br />

terwijl zij in een koopmansregister kijkt dat door een<br />

jongeling wordt vastgehouden. Volledig in het midden<br />

geeft Grammatica les aan twee kinderen. De gelauwerde<br />

Mercurius met staf stelt de Retorica voor en is in gesprek<br />

met Dialectica, die een <strong>be</strong>eldje vasthoudt.<br />

De onderwerping van<br />

Tigranes, Brugge<br />

1640- 1650, wol en zi;de, detail


Gruuthusemuseum Brugge<br />

De zeven vrije kunsten,<br />

(geheel), Brugge<br />

ca. /675, wol en zi;de<br />

Tussen de vier gedraaide zuilen op de achtergrond<br />

staat een triomfboog met op het centrale boogveld<br />

attributen van vijf kunsten of Artes. Op de sierlijke<br />

boord bovenaan staat in een cartouche een Latijns<br />

opschrift dat vertaald kan worden als 'De oorlog<br />

onderdrukt de Kunsten, door wie hij ondersteund<br />

wordt'. Van deze allegorische groepering van kunsten en<br />

wetenschappen, die getuigt van een grote graad van<br />

verfijning en luxe, <strong>be</strong>zit het museum drie exemplaren:<br />

het geheeltapijt, of de zogenaamde Apotheose,<br />

de Dialectica en de Astrologia, evenwel <strong>be</strong>horende tot<br />

twee verschillende series.<br />

Dialectica, uit de serie van<br />

De zeven vrije kunsten,<br />

Brugge<br />

co. /675, wol en zi;de<br />

OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1 33


Gruuthusemuseum Brugge<br />

34<br />

Tweedeurskast met<br />

briefpanelen, Vlaanderen<br />

Begin zestiende eeuw, eik<br />

Gotische koffer, Vlaams<br />

Vijftiende-zestiende eeuw, eik<br />

Kabinetkast, Antwerpen<br />

Ze ventiende eeuw, hout, iv oor en<br />

schildpad<br />

Meu<strong>be</strong>ls<br />

De Gruuthusecollectie van meu<strong>be</strong>ls en meubilair<br />

omvat met uitzondering van de Romaanse stijl zowat<br />

alle periodes. De authenticiteit of de ouderdom van<br />

sommige gotische stukken is niet steeds geheel<br />

onomstreden. Volledig gave meu<strong>be</strong>len uit de late<br />

Middeleeuwen zijn immers uiterst zeldzaam en zoals<br />

ook in andere musea is vastgesteld, werden dikwijls<br />

oorspronkelijke structurele of decoratieve elementen bij<br />

restauraties of reconstructies in min of meerdere mate<br />

opnieuw samengebracht. Het dateren ge<strong>be</strong>urt<br />

overwegend op grond van de typologie van de meu<strong>be</strong>ls,<br />

waarbij rekening gehouden moet worden met het feit<br />

dat talrijke meu<strong>be</strong>ltypes door verschillende generaties<br />

gekopieerd werden. Zowel de gotische als de latere<br />

meu<strong>be</strong>ls zijn gemaakt volgens het principe van de<br />

skeletbouw met een geraamte van stijlen en regels die<br />

door pen- en gatverbindingen in elkaar worden gezet.<br />

De niet-constructieve delen worden opgevuld met<br />

houten panelen, die veelal voorzien zijn van leder­<br />

versiering of gelooid perkament, of van gesculpteerde<br />

decoratieve motieven zoals een Sint-Andrieskruis,<br />

bladwerk en druiventrossen. Maaswerk en visblaas­<br />

motieven die vaak in deze paneeltjes voorkomen,<br />

herinneren aan de gotische venstertraceringen uit de<br />

bouwkunst. Het zijn vooral de vrij eenvoudige twee- of<br />

vierdeurskasten met centrale makelaar die onze aandacht<br />

vragen, evenals het hangkastje, waarbij het zichtbare<br />

<strong>be</strong>slagwerk vanaf de tweede helft van de zestiende<br />

eeuw verdwijnt, of <strong>be</strong>perkt blijft tot sleutelplaten en<br />

scharnieren. De koffers in 'gotische stijl' dateren in vele<br />

gevallen uit latere tijden, maar heb<strong>be</strong>n hun nut als<br />

didactisch materiaal voor de studie van het <strong>be</strong>rgmeu<strong>be</strong>l<br />

en de meu<strong>be</strong>lornamentiek<br />

Zittekisten of banken ontbreken vooralsnog in de<br />

Gruuthusecollecties, alsmede driepikkels of<br />

'scupstoelen'. Het knielbankje of 'scha<strong>be</strong>l' met de<br />

gotische inscripties 'Jhesus' en 'Maria' is een interessant<br />

meu<strong>be</strong>ltje, maar de authenticiteit ervan wordt door<br />

sommigen <strong>be</strong>twijfeld.


De mooie tweedeurskasten uit de erezaal en de<br />

renaissancezaal zijn de voornaamste Gruuthusemeu<strong>be</strong>ls<br />

uit de Renaissance. De sierlijke kast waarop de<br />

portretbuste van Karel V prijkt, heeft een klassieke<br />

vormgeving en een regelmatig gestoken decor met<br />

zuilen en Ionische kapitelen, bossages, bladwerk en<br />

leeuwenkoppen.<br />

Het Gruuthusemuseum <strong>be</strong>zit een grote variëteit aan<br />

barokke <strong>be</strong>rg- en zitmeu<strong>be</strong>ls. Architecturale elementen<br />

zoals frontons, gekoppelde of getorste zuilen, pilasters<br />

met bossages of stenen banden, zijn hier in ruime mate<br />

aanwezig. Naast de kleine of grotere 'spinden' die met<br />

hun opengewerkte deurtjes voor het goed <strong>be</strong>houd van<br />

levensmiddelen zorgden, vragen de meer luxueuze en<br />

rijk ge<strong>be</strong>eldhouwde kasten de meeste aandacht.<br />

Vierdeurskast met de<br />

jaargetijden, Vlaanderen<br />

Tweede helft zeventiende eeuw, eik<br />

De buffetkasten zijn door een middenregel ingedeeld<br />

in een onderkast met versierde deurpanelen, en een<br />

bovenkast met figuratief snijwerk. Enkele mooie<br />

exemplaren <strong>be</strong>vinden zich in de tapijtenzaaL In de<br />

erezaal stelt het museum enige kleinere versies voor van<br />

deze buffetkastjes, producten van het lokale<br />

meu<strong>be</strong>l<strong>be</strong>drijf.<br />

Rococokast, Zuidelijke<br />

Nederlanden<br />

Midden achttiende eeuw, eik<br />

OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1 35


36<br />

·Muziekinstrumenten<br />

Het Gruuthusemuseum <strong>be</strong>zit een niet on<strong>be</strong>langrijke<br />

collectie van oude muziekinstrumenten.<br />

Overeenkomstig de functie en de bouwtechnische<br />

aspecten kunnen deze instrumenten typologisch<br />

onderverdeeld worden in klavier-, snaar- en<br />

blaasinstrumenten. Tot de eerste groep <strong>be</strong>horen het<br />

<strong>be</strong>roemde virginaal (1591) en het klavecim<strong>be</strong>l (1624) van<br />

de Antwerpse instrumentenbouwers Hans en Andreas<br />

Ruckers de oude, versierd met opgekleefde<br />

renaissanceornamenten in papier. De drie tafelklavieren<br />

of aangeslagen chordafonen uit de late achttiende eeuw<br />

werden vervaardigd door instrumentenbouwers van<br />

Gent (1777), Duinkerke (1792) en Bergen (1798).<br />

De snaarinstrumenten zijn vertegenwoordigd door<br />

de gewone gitaar en de lier- of luitgitaar, de cis ter, de<br />

mandoline, de draailier, een <strong>be</strong>schilderd hakkebord, een<br />

harp met dub<strong>be</strong>le pedaalwerking alsook een viool van<br />

de Antwerpse vioolbouwer Matthils Hofmans van de<br />

late zeventiende eeuw. De blaasinstrumenten of<br />

aerofonen vormen de grootste groep van de collectie.<br />

Zeer zeldzaam zijn de zestiende-eeuwse blokfluit van<br />

Claude Rafi uit Lyon, en de geelkoperen trompet van de<br />

Brugse instrumentenbouwer Choquet uit dezelfde<br />

periode. Met de dwarsfluit, de klarinet, de clannetto<br />

d'amore, de hobo, de fagot, het serpent en de ophicleïde<br />

komen verschillende achttiende- en negentiende-eeuwse<br />

instrumentenbouwers uit België, Frankrijk, Engeland,<br />

Duitsland en Zwitserland aan bod.<br />

In tegenstelling tot al deze orkestinstrumenten, is de<br />

in 1968 door het museum aangekochte 'Kalliope' of<br />

'polyphon' met verwisselbare platen een alleenstaand<br />

mechanisch, maar tevens romantisch muziekmeu<strong>be</strong>l uit<br />

het eind van de negentiende eeuw dat trouwens nog<br />

steeds functioneert.<br />

In het muziekkabinet van Gruuthuse <strong>be</strong>vinden zich<br />

ten slotte nog enkele bronzen <strong>be</strong>llen en klokken, zoals<br />

die afkomstig van de stedelijke <strong>be</strong>iaard, die in de<br />

achttiende eeuw gegoten werden door de reeds hoger<br />

vermelde Brugse klokkengieter J. Dumery.<br />

Mechanisch muziekbuffet of<br />

kalliope, Leipzig<br />

ca. 1890, hout en metooi


Gruuthusemuseum Brugge<br />

Hans I Ruckers, spinet,<br />

Antwerpen<br />

1591, <strong>be</strong>schilderd hout, ivoor en<br />

<strong>be</strong>drukt popier


Gruuthusemuseum Brugge<br />

Munten, plaketten en zegels<br />

Vele munten en penningen uit de Gruuthusecollectie<br />

zijn afkomstig uit de verzameling van de <strong>be</strong>kende<br />

Brugse numismaat A. Visart de Bocarmé. De opstelling<br />

van munten en medailles is chronologisch opgevat en<br />

biedt een overzicht van de muntslag van het Romeinse<br />

tijdvak tot ver in de negentiende eeuw.<br />

De oudste munten in het <strong>be</strong>zit van het museum zijn<br />

enkele goudstaters uit de Keltische periode en de<br />

Romeinse keizerlijke munten vanaf de Flavische<br />

dynastie tot en met het Dominaat of de Tetrachie.<br />

38<br />

OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VLAANDEREN 2002/1<br />

Met de gouden triens van Dorestad uit de zevende<br />

eeuw komen we terecht in de Merovingische<br />

numismatiek. Hiertoe <strong>be</strong>horen ook enkele Frankische<br />

imitaties. Verder <strong>be</strong>zit het museum Karolingische denarii<br />

van Karel de Kale en zijn opvolgers. MLmten van de<br />

graven van Vlaanderen, onder meer van Boudewijn IX,<br />

Filips van den Elzas, Joharu1a en Margareta van<br />

Constantinepel en Gwijde van Dampierre ontbreken<br />

evenmin. Vanaf de veertiende eeuw werden zeer mooie<br />

gouden munten geslagen, waaronder die van Loclewijk<br />

van Nevers en Loclewijk van Male, de laatste graaf van<br />

Vlaanderen, de <strong>be</strong>kendste zijn.<br />

Zegelmatrijs van het<br />

visverkapersambacht te<br />

Brugge<br />

Brugge, 1407, geelkoper


De daarop volgende Bourgondische periode is zeer<br />

goed vertegenwoordigd, vermits Brugge toen een eigen<br />

<strong>be</strong>langrijk muntatelier had. De bronzen, zilveren en<br />

gouden Bourgondische en vroeg-Habsburgse munten uit<br />

Brugse en buitenstedelijke ateliers zijn overigens<br />

topstukken.<br />

De zestiende eeuw is eveneens goed<br />

gedocumenteerd met munten van Karel V en Filips II.<br />

De zilveren pa takons en dukatons werden ingevoerd<br />

onder het <strong>be</strong>wind van de aartshertogen Albrecht en<br />

Isa<strong>be</strong>lla. Voor de rest van de zeventiende eeuw zijn<br />

vooral de grote zilveren munten te vermelden van<br />

Filips IV en Karel II. Voor de achttiende eeuw zijn dat de<br />

munten van Karel III, Filips V, Maria-Theresia en<br />

Jozef II.<br />

Medailles en historiepenningen ontbreken evenmin.<br />

Ze zijn veelal het werk van Vlaamse, Italiaanse, Franse<br />

en Duitse graveurs. Plaketten of kleine reliëfs in metaal,<br />

lood of tin met vooral allegorische of mythologische<br />

onderwerpen heb<strong>be</strong>n in de zestiende eeuw bijgedragen<br />

tot het vulgariseren van de antieke kunst en horen dan<br />

ook echt in de renaissancesfeer thuis. Italiaanse en<br />

Duitse plaketten waren in de zestiende eeuw veel<br />

minder zeldzaam dan Nederlandse of Franse. Omdat ze<br />

zo gegeerd waren, werden ze tot in de zeventiende eeuw<br />

na gegoten.<br />

Een honderdtal zegelmatrijzen van de stedelijke of<br />

de kerkelijke overheid, van kloosters, abdijen en<br />

ambachten zijn te dateren tussen de veertiende en de<br />

negentiende eeuw. Deze zegelstempels zijn<br />

hoofdzakelijk van lokale herkomst, wat niet <strong>be</strong>let dat er<br />

ook enige andere West-Vlaamse lokaliteiten in de<br />

sigillografische collectie van het Gruuthuse<br />

vertegenwoordigd zijn.<br />

Plaket met Elisa en Re<strong>be</strong>cca<br />

aan de bron, Nederlanden<br />

Vóór 1565, bro ns<br />

Plaket met het Oordeel van<br />

Paris, Duits<br />

co. /575, tin/loodlegering<br />

Plaket met triomf van<br />

lnopia, Nederlanden (?)<br />

Beg in zeventiende eeuw, bro ns<br />

39


De zaal met wapens en<br />

justitievoorwerpen<br />

Justitie<br />

In de wapenzaal worden verschillende rechts­<br />

historische voorwerpen tentoongesteld, waarvan de<br />

guillotine de grote publiekstrekker is. Het museum <strong>be</strong>zit<br />

evenwel oudere gerechtigheidsobjecten, zoals twee<br />

zilveren voorwerpen die chronologisch nog tot de<br />

vijftiende eeuw opklimmen en die bovendien vrij goed<br />

gedocumenteerd zijn. Het <strong>be</strong>treft een kleine in massief<br />

zilver gedreven buste van een man met vrij goed<br />

geprononceerde gelaatstrekken, gestileerd haar en<br />

geaccentueerde oogleden. De buste zou volgens archief­<br />

teksten een zekere Pieter van der Gote voorstellen.<br />

Als inwoner van de gemeente Dudzele bij Brugge werd<br />

hij wegens verzet tegen de gerechtelijke overheid in 1464<br />

door de vierschaar van het Brugse Vrije uit Vlaanderen<br />

verbannen.<br />

Deze buste - het enige nog in zilver in België<br />

<strong>be</strong>waarde exemplaar - werd op kosten van de<br />

veroordeelde vervaardigd door de edelsmid Jan van der<br />

Toolne. Hij moet blijkbaar een <strong>be</strong>langrijke ambachtsman<br />

geweest zijn, vermits hij ook edelsmeedwerk leverde<br />

voor hoogwaardigheids<strong>be</strong>kleders uit zijn tijd zoals<br />

Guillaume Filastre, Filips de Goede en Pieter Bladelin.<br />

Het hoofd was zeer kostbaar en werd als voor<strong>be</strong>eld<br />

tentoongesteld in de raadzaal van het Brugse Vrije.<br />

De deels <strong>be</strong>schadigde gerechtigheidsvuist die ernaast is<br />

opgesteld, zou een rechterhand voorstellen.<br />

Deze gebalde vuist is vermoedelijk in verband te<br />

brengen met een vroege vermelding in lokale<br />

40 OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VlAANDEREN 2002/1<br />

archiefteksten. In de periode kort vóór 1417-1418 werd<br />

de Brugse slotenmaker Claise van Steenackere <strong>be</strong>taald<br />

voor het maken van een vertind ijzeren hengsel waarin<br />

een zilveren vuist in de raadkamer van het Brugse Vrije<br />

opgeborgen was. De buste en de vuist zijn de enige<br />

gerechtigheidsvoorwerpen in zilver die <strong>be</strong>kend zijn.<br />

Ze zijn dan ook bijzonder interessant omwille van hun<br />

historisch documentaire waarde. De erg gehavende<br />

schedel in smeedzijzer die daarnaast ligt, is van jongere<br />

datum en herinnert aan een poging tot verraad van een<br />

inwoner van Eeklo in 1691. Hij werd voor dit feit door<br />

de Brugse magistraat veroordeeld tot de doodstraf door<br />

onthoofding. De man in kwestie zou tijdens de Frans­<br />

Spaanse oorlog een plan uitgewerkt heb<strong>be</strong>n om de stad<br />

Brugge via de Smedenpoort aan het Franse leger over te<br />

leveren. Het vonnis schreef toen voor dat het hoofd van<br />

de veroordeelde aan de gevel van de Smedenpoort<br />

moest worden opgehangen. Daar hangt nu nog een<br />

moderne kopie.<br />

Gerechtigheidshoofd,<br />

Brugge<br />

Vi ;ftiende eeuw, zilver


Gruuthusemuseum Brugge<br />

De guillotine, die achteraan in de zaal opgesteld<br />

staat, geldt als een van de <strong>be</strong>langrijkste vernieuwingen<br />

van de Franse Revolutie. De werking van dit 'gevaarte'<br />

is vrij simpel. De stalen valbijl werd in uitgangspositie<br />

met een touw in de hoogte vastgezet en de lange plank<br />

die thans in horizontale positie te zien is, werd in<br />

verticale stand gebracht. De ter dood veroordeelde werd<br />

met op de rug gebonden handen en ontblote nek<br />

rechtstaande met <strong>be</strong>hulp van riemen aan deze plank<br />

vastgemaakt. Daarna werd de plank met het lichaam<br />

van de veroordeelde in horizontale positie gebracht.<br />

De hals van de veroordeelde werd in de daartoe<br />

<strong>be</strong>stemde holte vastgeklemd. Daarop werd het touw van<br />

de valbijl losgelaten, zodat de bijl met schuine snede<br />

naar <strong>be</strong>neden suisde en het hoofd van de romp<br />

scheidde. Dat was althans de <strong>be</strong>doeling, maar het mes<br />

wilde wel eens haperen ... Nadat de guillotine op de<br />

binnenkoer van het gerechtsgebouw op een schaap werd<br />

uitgetest op zondag 16 okto<strong>be</strong>r 1796, werden François<br />

Piqueron en Placide De Lattre wegens moord en diefstal<br />

vier dagen nadien gehalsrecht. De uitvoering van het<br />

vonrus werd voltrokken op de Grote Markt en nam<br />

slechts vier minuten in <strong>be</strong>slag. Omdat de <strong>be</strong>ul van Gent,<br />

in tegenstelling tot zijn Brugse collega, die pas in dienst<br />

was gekomen, reeds ervaring had met het 'toestel', werd<br />

de onthoofding door hem uitgevoerd. De laatste<br />

onthoofding te Brugge had plaats op 3 april 1862 voor<br />

de gevangenispoort aan het Pandreitje. De meest tot de<br />

ver<strong>be</strong>elding sprekende is ongetwijfeld die van de<br />

<strong>be</strong>roemde West-Vlaamse roverskapitein Ladewijk<br />

Bakelandt en zijn <strong>be</strong>ndeleden op 2 novem<strong>be</strong>r 1803.<br />

Het in het museum <strong>be</strong>waarde exemplaar is niet de enige<br />

guillotine in België. Een analoog instrument <strong>be</strong>vindt zich<br />

in het Musée de la Vie Wallonne te Luik.<br />

Vóór de guillotine staat het handafhakkingsblok, een<br />

strafinstument dat door de Napoleontische 'Code Pénal'<br />

van 1810 ingevoerd werd. Het foltertuig was speciaal<br />

<strong>be</strong>doeld voor de executie van moordenaars. Op het<br />

schavot diende de schuldige te kijk te staan terwijl de<br />

gerechtsdeurwaarder het arrest van veroordeling<br />

voorlas. Daarna werd eerst de rechterhand afgehouwen<br />

en onmiddellijk daarna het hoofd. Het kapblok heeft aan<br />

de breedste zijden een uitsparing waarin de arm werd<br />

gelegd en achteraan is een draagketting vastgemaakt die<br />

verbonden is met twee stalen messen, waaronder een<br />

hakbijl en een hakmes.<br />

42 OPENBAAR KUNSTBEZIT IN VlAANDEREN 2002/1<br />

Gruuthuse <strong>be</strong>schikt ook over zogenaamde<br />

justitiezwaarden uit de vijftiende of de zestiende eeuw.<br />

Het zijn tweesnijdende slagzwaarden met brede kling en<br />

een bladgeul in het midden. Wellicht zijn dit<br />

<strong>be</strong>ulszwaarden gebruikt voor het onthoofden van ter<br />

dood veroordeelde misdadigers. Als gerechtszwaarden<br />

waren zij ook een rechtssymbool en werden om die<br />

reden soms in de zaal van de vierschaar of aan de<br />

buitengevel van een stads- of schepenhuis uitgestald.<br />

Van de twee smeedijzeren kanonnen of bombardes<br />

die stenen kogels verschoten, is van één de herkomst<br />

gekend. Het werd ontdekt bij graafwerken in de<br />

Kapellestraat te Oostende op het einde van de<br />

negentiende eeuw. Beide vuurwapens zijn chronologisch<br />

te situeren in de tweede helft van de vijftiende eeuw.<br />

Justitieblok<br />

Eind achffiende-negentiende eeuw (?}


Guillotine, Frans-Vlaanderen<br />

Tweede helft achffiende eeuw,<br />

<strong>be</strong>schilderd hout, stool en ijzer<br />

Herkomst foto's:<br />

Hugo Moerlens (Brugge), tenzij anders vermeld<br />

Stad Brugge Uon Te rmant & Dirk Von der Borght): p.7, 12, 19, 29, 30,<br />

31, 32, 35 (rechts), 40 en 42<br />

Auteursidentificatie:<br />

Stéphane Vanden<strong>be</strong>rghe (Geboren te Mechelen op 21 . 1 2. 19 50)<br />

is verantwoordelijk voor de collecties van het Gruuthusemuseum en het<br />

Historisch erfgoed te Brugge. Is gespecialiseerd in de toegepaste<br />

kunsten. Schreef enige boeken over de middeleeuwse en pastmiddeleeuwse<br />

archeologie en uiteraard de toegepaste kunsten.<br />

Verleende zijn medewerking aan meerdere tentoonstellingen in binnen- en<br />

buitenland.<br />

Praktische informatie<br />

Adres en openingsuren<br />

Gruuthusemuseum<br />

Dijver 17<br />

8000 Brugge<br />

050/44.87.11<br />

Open van 9.30 tot 17.00 u<br />

Maandag gesloten<br />

43


Dl<br />

::I<br />

...<br />

UI<br />

.... .. .. .<br />

0<br />

N<br />

.... .. .. .<br />

N<br />

0<br />

0<br />

N<br />

..<br />

0<br />

..<br />

w<br />

0<br />

.... .. .. .<br />

0<br />

UI<br />

.... .. .. .<br />

N<br />

0<br />

0<br />

N<br />

VEERTIGSTE JAARGANG / DRIEMAANDELIJKS<br />

JANUARI-FEBRUARI-MAART 2002 NR. 1<br />

Uitgave van Openboor Kunst<strong>be</strong>zit in Vlaanderen v.z.w.<br />

onder de auspiciën van de Vlaamse provincies<br />

Ve rantwoordeliike uitgever: Rudy Vercruysse, Grote Morkt46, 9100 Sint-Nikloos<br />

<br />

ffi<br />

cg<br />

cg<br />

<br />

(jjj)J<br />

c:=::J O


N<br />

"<br />

"<br />

N<br />

<br />

<br />

2<br />

OPENBAAR<br />

KUNSTBEZIT<br />

IN VLAANDEREN 0 0 K<br />

OP HET NET<br />

www .. okvw b .. or<br />

Hetvolgend nummervan<br />

heeft als onderwerp<br />

Openbaar Kunst<strong>be</strong>zit<br />

in Vlaanderen<br />

het Gruuthusemuseum en<br />

verschijnt op 18 maart 2002<br />

Losse nummers kosten<br />

€6,20<br />

of€ 6,70 (vanuit Nederland)<br />

Bestellen kan door storting<br />

op rekening<br />

448-0007361-87 (i n België)<br />

of 135.20 (in Nederland)<br />

van Openbaar Kunst<strong>be</strong>zit<br />

in Vlaanderen, metvermelding<br />

van de titel van de aflevering.<br />

©Anthony, d'Ypres<br />

amarantaanbod voor OKV-abonnees<br />

"OKV-Ieden kunnen met Amarant mee naar<br />

Amsterdam Zaterdag 16 maart 2002<br />

•<br />

Rijksmuseum van Gogh: Van Gogh & Gaugu1n<br />

We kunnen uiteraard de reeds lang aangekondigde tentoonstellingVan Gogh<br />

& Gauguin in het Rijksmuseum van Gogh niet overslaan. Deze expositie laat aan de<br />

hand van circa 120 werken (afkomstig van 65 bruikleengevers van over de hele wereld)<br />

zien waarVan Gogh en Gauguin vandaan komen, hoe ze elkaar ontmoetten en hoe ze<br />

zich verder ontwikkelden als kunstenaar. De werken die tot stand kwamen tijdens hun<br />

korte, maar turbulente samenwerking in het Gele Huis te Ar les tussen okto<strong>be</strong>r en<br />

decem<strong>be</strong>r 1888 vormen een hoogtepunt in de tentoonstelling. Samen hadden ze<br />

plannen om de moderne kunst een nieuwe impuls te geven met wat Vincentvan Gogh<br />

HetAteliervan hetZuiden noemde.<br />

Ons <strong>be</strong>zoek ge<strong>be</strong>urt met gereserveerde tickets met toegang om 11.00 uur,<br />

elke deelnemer krijgt een audiofoon.<br />

Gereserveerde tickets kunnen niet<br />

geannuleerd worden.<br />

••••• Vertrekplaatsen<br />

Antwerpen o8.oo uur<br />

Gent 07.10 uur<br />

Brugge o6.3o uur<br />

Brussel 07.15 uur<br />

Mechelen 07-35 uur<br />

Waasmunster 07.35 uur<br />

••••• Aankomst<br />

om 10.30 uur<br />

••••• Te rugreis<br />

om 18.oo uur<br />

••••• Prijs OKV-leden<br />

busreis, documentatie,<br />

ticketVan Gogh-museum,<br />

audiofoon<br />

Noteer: annuleringen<br />

voor deze uitstap<br />

worden niet terug<strong>be</strong>taald,<br />

u magwel in vervanging<br />

voorzien.<br />

Erfgoedweekend 2002<br />

------------------<br />

'Verzamelen, verzamelingen, verzamelaars'<br />

20 & 21 april<br />

Meer dan 130 gemeenten nemen deel<br />

Musea, archieven, <strong>be</strong>waarbibliotheken & heemkundige kringen<br />

openen hun deuren<br />

OKV op de VRT-radio bij radio Klara<br />

DE BEGIJNHOVEN Op 25/2/02<br />

Fresco, tussen 17 e n 18 uur<br />

HET GRUUTHUUSEMUSEUM Op 15/04/02<br />

Fresco, tusse n 17 en 18 uur<br />

Voor meer informatie:<br />

-----------<br />

02 I 233 20 o8<br />

www.vvsg.<strong>be</strong>/erfgoedweekend<br />

"<br />

Provincie<br />

nderen


Edito<br />

Na een jaarvan sleutelen aan Okv-Plus,<br />

komt met dit nummer de radicaalste<br />

veranderingtot nu toe:<br />

een compleet nieuwe lay-out.<br />

Op de redactie was hetvoor iedereen al een tijdje duidelijk: het<br />

moest anders. Directer, duidelijker, gestructureerder, met meer<br />

aandacht voor de illustraties zonder aan de kwaliteit van de artikels<br />

te tornen. Daarom verschijnt Okv-Plus vanaf nu volledig in kleur,<br />

met artikels die kritisch, <strong>be</strong>schouwend én verhelderend zijn.<br />

Om duidelijker te maken om welke artikels het gaat, zijn er een<br />

aantal nieuwe rubrieken in het leven geroepen.<br />

Het eerste artikel van elk nummer, de rubriek musea, <strong>be</strong>handelt<br />

voortaan een uitgebreide reportage rond musea in een <strong>be</strong>paalde<br />

streek. Uiteraard wordt de tentoonstellingsactualiteit nog steeds<br />

op de voet gevolgd. Hierover leest u alles in de 'expo'-rubrieken.<br />

Aangezien Okv-Plus slechts om de drie maanden verschijnt, is het<br />

ons echter niet mogelijk kort op de bal te spelen. Het lijkt ons ook<br />

weinig zinvol om met artikels uit te pakken rond onderwerpen die in<br />

de landelijke pers al breed uitgesmeerd worden. Wél zinvol zijn de<br />

kritische stukken (en dat kritiek niet alleen negatief kan zijn leest u<br />

verder in dit nummer) waarin een tentoonstelling of een collectie<br />

<strong>be</strong>licht wordt. Per nummer zetten we een minder <strong>be</strong>kende, maar<br />

interessante vaste collectie eens extra in de verf.<br />

Of <strong>be</strong>ter: 'in de kijker', want zo heet deze rubriek.<br />

U zal ook merken dat de artikels over pubHekswerking in de rubriek<br />

'Publiek en Museum' vanaf nu verspreid staan doorheen het blad.<br />

Al enkele nummers lang kan u in Okv-Plus kritische bijdragen lezen<br />

over de toegankelijkheid van onze musea naar kinderen toe.<br />

In 'undercover' blijven we deze reeks voortzetten.<br />

De agenda heeft ook een face-lift gekregen. En ook een andere<br />

naam: 'Keuze van de redactie'. Omdat het nu eenmaal onmogelijk is<br />

alles te publiceren en omdat er al genoeg kranten zijn die dat<br />

wekelijks doen. En, omdat we denken dat onze mening er ook toe<br />

doet. Daarom heb<strong>be</strong>n we voor u een keuze gemaakt uit het aanbod.<br />

Uiteraard is het nog steeds mogelijk een uitgebreide agenda te<br />

raadplegen, daarvoor verwijzen we u graag door naar onze website,<br />

www.okvweb.org<br />

Maarwat is een tijdschrift zonder de mening van zijn lezers?<br />

Er is dus een brievenrubriek in het leven geroepen. Heeft u op-of<br />

aanmerkingen op de verschenen artikels? Bent u het absoluut niet<br />

eens met een <strong>be</strong>paalde auteur? In onze brievenrubriek 'het laatste<br />

woord' zal uw mening aan bod komen, als het even kan met een<br />

reactie van de redactie of de auteur in kwestie. In dit nummer kan u<br />

daarvan al een voorproefje lezen.<br />

Uiteraard is met deze nieuwe 'look' het werk nietvolbracht<br />

Integendeel, het <strong>be</strong>gint pas. Maar we zijn op de goede weg.<br />

Veel leesplezier<br />

MICHEL PEETERS<br />

Musea<br />

Guns Down<br />

Publiek en Museum<br />

Schatten en mysteries op de zolder<br />

Expo<br />

dead.lines, media en propaganda in de twintigste eeuw<br />

De vrouw in de prehistorie<br />

Reve, Revisten, Revisme, Reviana, .. ...<br />

Brugge 1902. Revisited.<br />

RikWouters<br />

Van Gogh en Gauguin samen in één huis<br />

Undercover<br />

Over Spino Dino en de anderen<br />

Informatief<br />

Het handboek van de kunstenaar<br />

In de kijker<br />

Een nieuw elan voor het Oudenaardse stadhuis<br />

Het laatste woord ..•<br />

De wedstrijd<br />

'Is het niet interessant mischien?'<br />

De keuze van de redactie<br />

OPENBAAR KUNSTBEZIT<br />

IN VLAANDEREN<br />

SECRETARIAAT, REDACTIE<br />

EN ABONNEMENTENDIENST<br />

Oud·Parochiehuis,<br />

Grote Markt46,<br />

9100 Sint-Niklaas<br />

tel.: 03/760.16.40<br />

fax: 03/760.16.41<br />

email: okv@pi.<strong>be</strong><br />

B.T.W.-nummer: 427.190.176<br />

BANKRELATIES<br />

448·0007361-87<br />

385·0590844·80<br />

000·0099920·10<br />

135.20 (NL)<br />

ISSN 1373·4873<br />

WD 2002/7892/01<br />

UITGEVER<br />

RudyVercruysse<br />

HOOFDREDACTEUR<br />

Michel Peeters<br />

REDACTIE<br />

Els De Bruyn, Els Nouwen, Rik Sa uwen,<br />

Carl Van de Genachte, Lea Van de<br />

Wijngaert, Peter Wouters<br />

VORMGEVING<br />

DRUK<br />

GeertVerstaen<br />

Drukkerij L.Vanmelle n.v .• Gent<br />

PRE-PRESS<br />

Grafisch Buro Geert Lefevre<br />

PUBLICITEIT<br />

03/231.28.oo (B-promotion)<br />

ABONNEMENTENDIENST<br />

Kristien Van Mieghem<br />

E<br />

.::<br />

N<br />

0<br />

0<br />

N<br />

..<br />

<br />

;:<br />

<br />

w<br />

0<br />

3


Ik vroeg me al langer af waarom deze streek<br />

zo'n aantrekkingskracht uitoefent op al die<br />

mensen, dus trok ik op een mooie maar<br />

drassige donderdag naar de Westhoek.<br />

Als uitgangspunt koos ik leper, hoe kan het<br />

ook anders. Als er één stad symbool kan<br />

staan voor 'oorlog en lijden', is het leper<br />

wel. je maakt het niet alle dagen mee, een<br />

stad die een kopie is van zichzelf. Het is<br />

gewoon onvoorstelbaar dat hier 8o jaar<br />

geleden niets meer overeind stond.<br />

Buiten een stukje van het Belfort en de<br />

Lakenhallen. Als een sinister teken des<br />

doods temidden het puin.<br />

Aangrijpend<br />

In diezelfde, heropgebouwde, Lakenhallen<br />

<strong>be</strong>vindt zich nu het 'In Flanders Fields'museum.<br />

Ondertussen al een <strong>be</strong>grip.<br />

Jaarlijks door honderdduizenden, vaak<br />

Engelsen, <strong>be</strong>zocht. Alle middelen worden er<br />

<strong>be</strong>nut om je onder te dompelen in een ervaring<br />

die je niet licht vergeet. Welgekozen<br />

tekstfragmenten, filmpjes, geluidseffecten,<br />

foto's, voorwerpen ... werkelijk alles kom je<br />

hier tegen. Mooi is dat men ervoor gekozen<br />

heeft het verhaal van de gewone mens in de<br />

oorlog te vertellen, en niet het zoveelste<br />

heldenverhaaL<br />

Aangrijpend, dat is het juiste woord.<br />

De afdeling waar de gasaanvallen <strong>be</strong>licht<br />

worden mist zijn effect niet: om de zoveel<br />

tijd vullen glazen zuilen zich met 'gas' en<br />

hoor je bij<strong>be</strong>horende geluidseffecten. Je<br />

staat er verbijsterd naar te kijken. Idem in<br />

het zaaltje waar je enkele getuigenissen kan<br />

Wie waren dan de helden?<br />

Zij die gehoorzaam<br />

Uit de loopgraafklommen<br />

Om twintig meter verderop<br />

Hun einde te vinden in bommen?<br />

BRAM VERMEULEN<br />

'De helden'<br />

<strong>be</strong>luisteren over het leven in de loopgraven.<br />

Door middel van film en lichteffecten komt<br />

dit alles wel héél dichtbij. De 'ontploffing'<br />

die om de zoveel tijd door het hallen knalt<br />

doet de rest.<br />

Maar het is nooit té. Sensatie is hierver te<br />

zoeken, sereniteit is een veel <strong>be</strong>tere<br />

omschrijving. Niet voor niets noemt men<br />

zichzelf hier 'vredesmuseum'.<br />

Van heuvel naar heuvel<br />

Wie echt een indruk wil opdoen van hoe het<br />

er hier tijdens die oorlogsjaren aan toe ging<br />

verlaat <strong>be</strong>st leper in de richting van<br />

Zille<strong>be</strong>ke. Hier kan je een klein parcours<br />

uitstippelen waarbij je alle '<strong>be</strong>langrijke'<br />

frontplaatsen kan aandoen. Tijdens vakanties<br />

en feestdagen doe je dat <strong>be</strong>st niet, het is<br />

er dan veel te druk. Wie kan kiest <strong>be</strong>st een<br />

doodgewone weekdag, je <strong>be</strong>nt dan op de<br />

meeste plaatsen alleen. Wie naar de slagvelden<br />

trekt doet dat <strong>be</strong>st een <strong>be</strong>etje voor<strong>be</strong>reid.<br />

Een goede gids en een topografische<br />

kaart (1/so.ooo) zijn onont<strong>be</strong>erlijk.<br />

Bedenk ook dat vele monumenten en overblijfselen<br />

zich op privé-terrein <strong>be</strong>vinden.<br />

Enig respect voor de huidige eigenaar kan<br />

nooit kwaad. Enig respect voor gevonden<br />

voorwerpen ook niet, trouwens. Het is onvermijdelijk<br />

in deze streek: hier zit zoveel tuig


in de grond dat er af en toe wel iets naar<br />

boven gehaald wordt.<br />

Eén gouden regel: raak nooit oude munitie<br />

aan! Indien u dat wel doet zou uw <strong>be</strong>zoek<br />

wel eens een stuk levensechter kunnen<br />

worden dan voorzien.<br />

Ik koos bij mijn <strong>be</strong>zoek voor de kleinere,<br />

vaak minder <strong>be</strong>kende musea in een straal<br />

van ongeveer 15km rond leper. Ze liggen<br />

naast of op een slagveld van weleer en zijn<br />

in privé-handen. Toch worden ze druk<br />

<strong>be</strong>zocht. Niet altijd ten onrechte, zo blijkt.<br />

In Flanders Fields museum, © D. Leroy<br />

Hill60<br />

Hill6o is een heuvel nabij Zille<strong>be</strong>ke, die<br />

tussen 1915 en 1918 een paar keer fel<br />

<strong>be</strong>vochten werd, onder andere door middel<br />

van mijnen, die onder de vijandelijke stellingen<br />

werden geplaatst. Ter plaatste, op de<br />

heuvel, merk je dadelijk waarom. Van hieruit<br />

heb je een duidelijk overzicht op heel de<br />

omgeving, leper in<strong>be</strong>grepen.<br />

Wie nu Hill 6o <strong>be</strong>zoekt, heeft nog een heel<br />

klein <strong>be</strong>etje een indruk van hoe totaal de<br />

verwoesting hier ooit is geweest.<br />

Een pokdalig landschap met hier en daar<br />

restjes bunker en middenin een monument.<br />

Hill 6o museum, © OKV<br />

Bedrieglijk stil is het hier, vredig. Ooit was<br />

het anders.<br />

Tegenover dit <strong>be</strong>waarde stukje slagveld ligt<br />

het Hill 6o-museum.<br />

Nouja.<br />

Een café met museum is een <strong>be</strong>tere<br />

omschrijving. Bij het binnenkomen <strong>be</strong>n ik er<br />

alleen, op de totaal apathische café-uitbater<br />

na. Wanneer ik hem vraag of ik het museum<br />

kan <strong>be</strong>kijken komt de man tot leven. Ik moet<br />

wel even geduld oefenen, want een mitrailleur<br />

op driepikkel verspert de weg en moet<br />

eerst even met vereende krachten opzij<br />

gesleurd worden.<br />

Hill 6o, © OKV<br />

Wat je daarna te zien krijgt tart elke<br />

ver<strong>be</strong>elding.<br />

De vroegere huiskamer werd omgedoopt tot<br />

museum, ergens in de vroege jaren 'so denk <br />

ik. Sindsdien is hier niets, maar dan ook<br />

niets meer aan gewijzigd. Behangpapier<br />

rafelt van de muur, de vochtgeur is haast<br />

niet te harden. Waarschijnlijk heeft de eigenaar<br />

ooit te maken gehad met diefstallen,<br />

want alles wat niet achter glas gestopt zit,<br />

werd zeer stevig aan de ketting gelegd, of<br />

<strong>be</strong>ter, aan de elektriciteitsdraad.<br />

De geweren zelfs achter kippengaas!<br />

Dit geheel gekruid met de nodige horror<strong>be</strong>elden<br />

aan de muur.<br />

N<br />

"<br />

"<br />

N<br />

..<br />

"<br />

><br />

.<br />

0<br />

5


6<br />

Loopgravenstelsel op Hi/1 62, © OKV<br />

I De kijkkastjes in het Hi/1 62 museum, © OKV<br />

<br />

je kan ook naar boven, op gevaar van eigen<br />

leven althans. Alles is zo door en door<br />

aangetast door vocht dat een <strong>be</strong>zoek aan<br />

dit 'museum' een frontervaring op zich is.<br />

Over het binnenkoertje met allerlei roestig<br />

oorlogstuig wil ik het dan nog niet heb<strong>be</strong>n,<br />

temeer daar het dak daar op instorten staat!<br />

Verslavend<br />

Héél anders is de sfeer op Hill 62.<br />

Dit Sanctuary Wood was eveneens een zeer<br />

druk <strong>be</strong>vochten stukje land. Hier kan je nog<br />

steeds stukjes loopgraven gaan <strong>be</strong>kijken.<br />

Ze liggen er nog net zo bij als toen, modder<br />

en drassigheid in<strong>be</strong>grepen. Indrukwekkend<br />

is het wel. Ik pro<strong>be</strong>er me voor te stellen dat<br />

in dergelijke modderpoelen en naargeestige<br />

schuilplaatsen mensen maandenlang<br />

heb<strong>be</strong>n geleefd, maar eigenlijk heeft dat<br />

geen zin, het is gewoon niet voor te stellen.<br />

Bij deze loopgraven hoort ook een museum.<br />

Ook hier weer massa's oorlogstuig, zij het<br />

dan veel <strong>be</strong>ter <strong>be</strong>waard en voorgesteld dan<br />

daarstraks. Maar dé attractie, althans voor<br />

mij, zijn de kijkkastjes. Een soort houten<br />

kastjes, waarin je naar stereoscopische<br />

<strong>be</strong>elden van het front kan kijken. Vanaf 1919<br />

kwamen ze overal in de streek voor, als tege·<br />

moetkoming aan zij die de strijd niet hadden<br />

Verzameld oorlogstuig in het Hi/1 62 museum, © OKV<br />

meegemaakt maar toch de sfeer van het<br />

slagveld wilden snuiven.<br />

Verslavend zijn die dingen. Van kastje naar<br />

kastje ga je. De kwaliteit van deze foto's is<br />

zeer hoog, wat je te zien krijgt heel verschillend.<br />

Van algemene zichten over het slagveld<br />

tot de gruwelen in de loopgraven, van<br />

de hoge officieren die in nette uniformen<br />

thee staan te drinken tot de simpele soldaat<br />

die crepeert in de modder. Fraai is het allemaal<br />

niet, maar je blijft wél kijken.<br />

Een <strong>be</strong>zoek waard, dit museum. Al heb je<br />

<strong>be</strong>st een reisgids voor de streek mee, want<br />

over de site en wat zich hier allemaal heeft<br />

afgespeeld kom je haast niets te weten.<br />

Dat honderd meter verder een enorm<br />

Canadees monument ligt vanwaar je een<br />

machtig uitzicht hebt over de streek staat<br />

hier ook nergens vermeld.


Over oorlog en Diggers<br />

Niet zo ver van Sanctuary Wood ligt het<br />

Hooge erater museum. 'Het <strong>be</strong>ste privémuseum<br />

van de streek' staat op de folder.<br />

Het klopt. Over de opstellingvan de stukken<br />

is duidelijk nagedacht en het geheel oogt<br />

zeer verzorgd. Door middel van duidelijke<br />

diorama's komen verschillende aspecten<br />

van het frontleven aan bod; meteen wordt<br />

de functie en het doel van <strong>be</strong>paalde voorwerpen<br />

ook een stuk duidelijker. De kijkkastjes<br />

zijn hiervervangen door een video<br />

met bondige maar zeer degelijke commentaar<br />

in het Nederlands en het Engels.<br />

Een aparte zaal is gewijd aan de Diggers,<br />

een groep amateur-archeologen die overal<br />

in de streek op zoek gaan naar restanten uit<br />

de Eerste Wereldoorlog. Of het allemaal zo<br />

ongevaarlijk is als het lijkt laat ik hier in het<br />

midden, maar de kleine tentoonstelling was<br />

in elk geval zeer interessant.<br />

Troosteloos maar aartsgevaarlijk<br />

Via die Diggers kom ik trouwens ook te<br />

weten dat tot halfweg de jaren tachtig er ook<br />

nog een vierde museum <strong>be</strong>stond, in<br />

Wijtschate. ln een bosje liggen de restanten<br />

van wat ooit een museum was. De eigenaar<br />

overleed halfweg de jaren tachtig en de<br />

erven raakten het niet eens over de nalatenschap.<br />

Sindsdien staan de gebouwen er<br />

en vervallen bij. Ik kan er gerust gaan kijken,<br />

als ik maar voorzichtig <strong>be</strong>n.<br />

Ik hoor de plicht roepen en na een korte rit<br />

en serieus zoekwerk ter plaatse sta ik voor<br />

het <strong>be</strong>wuste stukje groen.<br />

Uitnodigend oogt het (gelukkig!) niet, maar<br />

ik <strong>be</strong>sluit toch maar de boel te gaan<br />

verkennen.<br />

En ook voorzichtig te zijn, trouwens!.<br />

Het terrein is wel afgesloten door middel van<br />

prikkeldraad (!), maar daar wa ndel je zo<br />

overheen. De sfeer is er troosteloos, de<br />

bodem drassig en aartsgevaarlijk. Hier<br />

<strong>be</strong>vinden zich nog oude loopgraven en<br />

schuilplaatsen, half onder gelopen en overwoekerd.<br />

ln het midden van het toch vrij<br />

uitgestrekte terrein ligt een enorme mijnkrater,<br />

nu helemaal volgelopen. Ook ligt hier<br />

nog ergens de toegang naar de Frauenlobmijn,<br />

met daarin de lichamen van een on<strong>be</strong>kend<br />

aantal Duitse soldaten.<br />

Het terrein is <strong>be</strong>zaaid met verroeste<br />

granaten, zo maar voor het oprapen. Met<br />

alle gevaar van dien. Het wapentuig dat ik<br />

zag liggen was ongevaarlijk (denk ik toch!),<br />

maar god weet wat hier onder het gebladerte<br />

ligt. Als het u niets uitmaakt, geef ik de<br />

naam van deze plek liever niet, kwestie van<br />

niemand op ideeën te brengen.<br />

Ik <strong>be</strong>sluit niet verder in deze woestenij door<br />

te dringen. Het heeft opeens ook iets oneerbiedigs,<br />

het voelt aan alsof je hier de rust<br />

komt verstoren.<br />

De overal aanwezige 'remembrance'-kruisjes, © OKV<br />

- N<br />

..<br />

..<br />

N<br />

><br />

<br />

0<br />

7


N<br />

0<br />

0<br />

N<br />

..<br />

<br />

L<br />

><br />

<br />

0<br />

8<br />

Velden van eer<br />

Wie de streek rond leper gaat <strong>be</strong>zoeken,<br />

kan niet voorbij de vele <strong>be</strong>graafplaatsen.<br />

Het landschap is er letterlijk mee <strong>be</strong>zaaid.<br />

Overal zie je de groene bordjes die je naar<br />

één of ander kerkhof leiden, vaak temidden<br />

van uitgestrekte akkers. Hier een keuze uit<br />

maken valt niet mee, dus pikte ik er de twee<br />

grootste uit, netjes verdeeld onder <strong>be</strong>ide<br />

partijen: Langemark en Passendale dus.<br />

'Mein kind ist hier <strong>be</strong>gra<strong>be</strong>n ... '<br />

Het Soldatenfriedhof Langemark is de<br />

laatste rustplaats van zo'n 45.000 Duitse<br />

soldaten. Ze liggen hier <strong>be</strong>graven onder<br />

reusachtige eiken en temidden van de<br />

bunkers van de Langemark Linie. Zo'n<br />

25.000 van hen in één enkel massagraf.<br />

Om stil van te worden. Ze worden <strong>be</strong>treurd<br />

en <strong>be</strong>weend door de vier soldatenfiguren<br />

van Emiel Krieger.<br />

Op dit kerkhof rusten ookzo'n 3000 studentenvrijwilligers,<br />

veelal jonge knapen die<br />

door hun leraren en rectoren ertoe waren<br />

aangezet om te strijden in een 'heilige<br />

oorlog'. Waar heb<strong>be</strong>n we dat nog gehoord?<br />

Het Duitse soldatenkerkhofvan Langemark, met de <strong>be</strong>elden van Emiel Krieger, © OKV<br />

Eindeloze rijen zerken, © Dienst Toerisme leper<br />

Alle ha<strong>be</strong>n Sie ihr Blutt vergossen<br />

Und zerschossen ruht Mann <strong>be</strong>i Mann.<br />

Alt Leute, Männer, Kna<strong>be</strong>,<br />

In dem einen grossen Massengra<strong>be</strong>.<br />

KuRT TU C H 0 LS KV


They shall not grow old,<br />

as we that are left grow old:<br />

A ge shall not weary them,<br />

nor the years condemn.<br />

At the going down of the sun<br />

and in the morning<br />

We will remem<strong>be</strong>r them<br />

LAURENCE BINYON<br />

'For the Fal/en'<br />

Ze kwamen allemaal om, in een veel te<br />

professionele oorlog. Nu nog spreekt men<br />

van de 'Kindermord' van Langemark. Er is<br />

een kleine kapel bij de ingang aan hen<br />

gewijd, hun namen staan er vereeuwigd<br />

in houten panelen.<br />

We wilt remem<strong>be</strong>r them<br />

Geheel anders van sfeer, maar even enorm<br />

en indrukwekkend is de <strong>be</strong>graafplaats nabij<br />

Passendale. Het Tyne Cot Cemetery is met<br />

zijn 12.000 doden en met zijn muur waarin<br />

de namen van 36.ooo vermisten het<br />

grootste Britse kerkhofter wereld. Merk·<br />

waardig is dat bunkers die hier temidden<br />

van de graven staan, Duitse bunkers zijn.<br />

Ze werden door de Canadezen buitgemaakt.<br />

Het middelpunt van dit kerkhofwordt<br />

gevormd door één grote bunker, waarop het<br />

Cross of Remembrance is geplaatst, een vast<br />

gegeven op Britse <strong>be</strong>graafplaatsen. Errond<br />

liggen de graven er wanordelijk en helemaal<br />

niet symmetrisch bij. Ze werden gelaten<br />

zoals ze op het veld werden gevonden,<br />

op hun originele plaats dus.<br />

Indrukwekkend, en vooral aangrijpend.<br />

Canadees monument te Poe/kapelle, © OKV<br />

In vlaamse velden ...<br />

Een andere druk <strong>be</strong>zochte <strong>be</strong>graafplaats is<br />

het Essex Farm Cemetery. Niet omdat hier<br />

een <strong>be</strong>kend iemand <strong>be</strong>graven ligt of zo, wél<br />

omdat hier vlakbij John McCrae op 3 mei<br />

1915 zijn <strong>be</strong>roemde gedicht 'In Flanders<br />

Fields' schreef. Een gedenksteen naast de<br />

weg vermeldt dit feit. Vlakbij kan je ook<br />

enkele bunkers <strong>be</strong>kijken, van het type waar<br />

McCrae in verbleef. Hoewel dus niet de originelen,<br />

staat ernaast toch een klein<br />

Canadees monument. Van McCrae zelf geen<br />

spoor hier, de man ligt <strong>be</strong>graven te<br />

Wimereux in Frans-Vlaanderen. Hij overleed<br />

daar in 1918, na een longontsteking. Maar<br />

zijn naam is natuurlijk onlosmakelijk<br />

verbonden aan deze streek.<br />

Guns down<br />

Het laatste wat ik <strong>be</strong>zocht was het Canadees<br />

monument tussen Langemark.en Poelkapelle.<br />

Hier liggen 2000 Canadezen<br />

<strong>be</strong>graven, die omkwamen tijdens de<br />

gasaanvallen van de Tweede Slag om leper.<br />

Wie hier niet van onder de indruk komt is wel<br />

héél taai. Een reusachtige soldaten figuur<br />

staat er met gebogen hoofd te treuren om<br />

zijn gevallen kameraden. Hij leunt daarbij op<br />

een omgekeerd geweer. Dit 'guns down'gebaar<br />

symboliseert <strong>be</strong>zinning en vrede.<br />

Deze boodschap vind je trouwens overal<br />

terug in deze streek. De verwoesting was er<br />

zo totaal en het geweld zo mensonterend<br />

brutaal geweest, dat de overlevenden het er<br />

roerend over eens waren: dit mocht niet<br />

opnieuw ge<strong>be</strong>uren. Op duizenden monumenten<br />

in de streek staat steeds weer deze<br />

zelfde boodschap. Elke steen, elk graf, elk<br />

museum hier is ervan doordrongen.<br />

Alleen jammer dat mensen soms heel kort<br />

van geheugen zijn.<br />

,q •<br />

De gewone mensen waren slechts een speelbal<br />

temidden hetverbijsterende geweld,<br />

© D.Leroy(onderaan) & ArchiefFlanders Fields<br />

museum (bovenaan)<br />

•<br />

;N<br />


Onze grootouders en overgrootouders<br />

kunnen ongetwijfeld boeiende verhalen<br />

vertellen over de dingen uit hun jeugd, de<br />

dingen die de huidige kinderen en jongeren<br />

niet meer zullen herkennen. En toch zijn<br />

deze oude gewoonten niet verloren.<br />

Volkskundige musea, zoals Het Huis van<br />

Alijn te Gent, trachten de teloorgegane<br />

glorie van dingen uit het alledaagse leven<br />

anno 18oo of 1900 terug te plaatsen en een<br />

<strong>be</strong>tekenis te geven.<br />

Alhoewel.. ..... aan alle dingen?<br />

Sylvie d'Haene (conservator van Het Huis<br />

van Alijn): "Naar aanleiding van de reorgani·<br />

satie van onze vaste collectie namen we<br />

terug een kijkje in onze grote reserve aan<br />

gebruiksvoorwerpen in de kasten en zolders<br />

van het Huis. Door schenkingen heeft het<br />

museum sinds zijn ontstaan in 1932 een<br />

grote voorraad aan alledaagse gebruiks·<br />

De 12 voorwerpen uit de identificatiekamer<br />

©Kris Vandamme<br />

voorwerpen uit de 19e en 2oe eeuw op ge·<br />

bouwd. Al deze voorwerpen kennen een<br />

eigen geschiedenis, een eigen verhaal."<br />

Dus alles vond meteen een plaatsje in het<br />

museum?<br />

"Niet echt. De meeste voorwerpen heb<strong>be</strong>n<br />

we kunnen catalogiseren, maar er zijn<br />

andere waar we geen verhaal aan kunnen<br />

vastknopen."<br />

En dan heb je als optie?<br />

Ofwel kan je de wetenschappelijke literatuur<br />

raadplegen en op die manier alle gegevens<br />

bij elkaar puzzelen.<br />

Maar deze optie hebt u niet gebruikt?<br />

Om alles op te zoeken in de literatuur heb je<br />

een aantal vaste gegevens nodig.Van<br />

sommige voorwerpen kenden we de naam,<br />

maar niet de functie.<br />

Van andere de context maar niet de naam<br />

en het gebruik. Bovendien vind je in deze<br />

sector weinig literatuur over gebruiksvoor·<br />

werpen uit een <strong>be</strong>paalde eeuw.<br />

Dus werd er gekozen voor een heel nieuwe<br />

zienswijze?<br />

Tijdens de reorganisatie groeide het<br />

volgende idee: waarom alles opzoeken als<br />

je de functie van de dingen uit eerste hand<br />

kan vernemen, namelijk van zij die deze<br />

objecten werkelijk gebruikt heb<strong>be</strong>n? We<br />

voelden dit aan als een soort 'laatste kans',<br />

een laatste gelegenheid om te luisteren naar<br />

de verhalen van mensen die in de tijd<br />

geleefd heb<strong>be</strong>n waarin die voorwerpen nog<br />

hun nut <strong>be</strong>wezen. Zo is het idee van de identificatiekamer<br />

gegroeid.<br />

Wat houdt dat in?<br />

Deze kamer vormt een onderdeel van onze<br />

collectie. je vindt er twaalfvoorwerpen<br />

waarvan wijzelf de <strong>be</strong>tekenis niet kunnen<br />

achterhalen. Door middel van fiches kunnen<br />

de <strong>be</strong>zoekers suggesties maken over de<br />

oorsprong, gebruik en naam van het voorwerp.<br />

Onze kamer heb<strong>be</strong>n we in septem<strong>be</strong>r 2001<br />

in gebruik genomen. Vervolgens heb<strong>be</strong>n we<br />

in samenwerking met de krant 'De<br />

Gentenaar' een actie op touw gezet om de<br />

eerste twaalfvoorwerpen en de spelregels<br />

te introduceren aan het publiek. Sinds<br />

novem<strong>be</strong>r verscheen er telkens een voorwerp<br />

met foto in de krant waarop het publiek<br />

kon reageren.<br />

Hoe was de respons?<br />

De reacties op onze kamer waren <strong>be</strong>ter dan<br />

we verwachtten. We dachten dat het publiek<br />

weinig interesse zou tonen voor oude en<br />

'nutteloze' voorwerpen, maar gauw volgden<br />

de boeiende verhalen van grootouders en<br />

ouders over 'hun' tijd.<br />

Via deze verhalen heb<strong>be</strong>n we maar liefst<br />

de functie van negen voorwerpen kunnen<br />

achterhalen. De <strong>be</strong>tekenissen zagen we<br />

achteraf ook wetenschappelijk <strong>be</strong>vestigd.<br />

Wat is dan de volgende stap?<br />

We heb<strong>be</strong>n de drie ongeïdentificeerde<br />

objecten laten liggen en aangevuld met 9<br />

andere on<strong>be</strong>kende voorwerpen. Het publiek<br />

mag weerom suggesties maken door middel<br />

van de fiches. We gaan geen <strong>be</strong>roep meer<br />

doen op intensieve publicaties, maar<br />

vertrouwen op de interesse en de nieuwsgierigheid<br />

van de <strong>be</strong>zoekers.<br />

Welk effect had de kamer op het museum en<br />

het publiek?<br />

Door middel van deze kamer kunnen we<br />

het publiek laten kennis maken met dingen<br />

die niet te vinden zijn in de collectie omdat<br />

ze niet in de tentoonstelling passen.<br />

Door middel van de bijdrage van het<br />

publiek, wordt de <strong>be</strong>trokkenheid op het<br />

museum en zijn collectie vergroot.<br />

Bovendien ervaart de <strong>be</strong>zoeker dat we zijn<br />

verhaal en mening op prijs stellen en dat we<br />

<strong>be</strong>reid zijn om te luisteren. Op die manier<br />

worden de <strong>be</strong>geleidende teksten meer dan<br />

wetenschappelijke literatuur. De voorwerpen<br />

worden realistischer dankzij de<br />

doorleefde anekdotes en verhalen.<br />

• ; ·· ·L;;N<br />

Kraanlei 65<br />

CIJ 9000 Gent<br />

• tel. 09/269.23.50<br />

•.-1 huis.alijn@gent.<strong>be</strong><br />

www.huisvanalijn.<strong>be</strong><br />

,!4 U kan het OKV-nummer over het 'Huis van<br />

• Alijn' <strong>be</strong>stellen door€ 6,20 over te schrijven<br />

al op rekening 448·0007361-87 van OKV.<br />

<br />

...<br />

Ten slotte is het ons opgevallen dat onze<br />

kamer een rustpunt vormt in onze collectie.<br />

De kamer, die meer geïsoleerd is van de rest<br />

van het museum, geeft de <strong>be</strong>zoeker de kans<br />

om stil te staan bij de dingen die hij heeft<br />

gezien en te fa ntaseren over de dingen die<br />

hij ziet. Ik noem dat het 'ongedwongen spelmoment'.<br />

De meeste <strong>be</strong>zoekers <strong>be</strong>ginnen<br />

met elkaar onderling te discussiëren over<br />

mogelijke <strong>be</strong>tekenissen en functies van<br />

een voorwerp.<br />

Het enthousiasme was bij sommigen zo<br />

groot dat ze de museumcollectie aanvulden<br />

met schenkingen en nieuwe waardevolle<br />

bijdrages leverden aan de huidige collectie.<br />

Uit het idee van deze kamervloeide nog een<br />

ander boeiend educatief project.<br />

Inderdaad. Senioren zijn onze bron van de<br />

verhalen. Zij heb<strong>be</strong>n in die specifieke tijd<br />

geleefd en kennen ongetwijfeld iets of<br />

iemand die met een <strong>be</strong>paald voorwerp in<br />

contact is gekomen.<br />

Spijtig genoeg kunnen niet alle senioren<br />

naar het Huis komen. Daarom heb<strong>be</strong>n we de<br />

identificatiekoffer ontwikkeld. Deze koffer<br />

<strong>be</strong>vat de twaalfvoorwerpen en wordt iedere<br />

maandag op locatie gebracht. Toen we onze<br />

plannen voorstelden aan de <strong>be</strong>jaardentehuizen<br />

en dienstencentra waren de reacties<br />

overweldigend. We zijn tot en met april<br />

'volgeboekt'. Het succes zit volgens mij in<br />

het animerende aspect van de koffer.<br />

De mensen kunnen hun verhalen met elkaar<br />

delen en ongebreideld fantaseren.<br />

Kan je een tipje van de sluier oplichten over<br />

enkele plannen voor de toekomst?<br />

We willen het concept van de identificatie<br />

uitbreiden. Onze stagiaire is momenteel<br />

<strong>be</strong>zig om de identificatiekoffer te introduceren<br />

bij scholen (derde tot zesde studiejaar).<br />

Uiteindelijk is het de <strong>be</strong>doeling dat<br />

ook de leerkrachten de kinderen motiveren<br />

om na te denken over de oorsprong van de<br />

voorwerpen en te fantaseren.<br />

Ik vind het idee van een aparte kamer als<br />

rustpunt heel aantrekkelijk, het doorbreekt<br />

de toon van de vaste collectie en maakt de<br />

<strong>be</strong>zoekers aandachtiger. Op termijn wil ik<br />

meervan zulke kamers realiserèn. Een van<br />

de concrete plannen is onze 'Taalkamer'.<br />

In deze kamer zal het publiek allerlei<br />

dialecten en geluiden te horen krijgen.<br />

Daarnaast dromen we van steekkaarten met<br />

informatie en <strong>be</strong>geleidende foto's, in plaats<br />

van het traditionele plaatje-aan-de-muur.<br />

Persoonlijk vind ik dat de magie van veel<br />

voorwerpen verdwijnt door er een heleboel<br />

uitleg naast te hangen. Met het systeem van<br />

de steekkaarten kunnen de <strong>be</strong>zoekers zelf<br />

<strong>be</strong>slissen welke informatie ze willen en<br />

welke niet.<br />

Wie interesse heeft, kan altijd terecht bij<br />

Het Huis van Alijn. Diegenen die een gokje<br />

willen wagen kunnen alvast surfen naar:<br />

www.huisvanalijn.<strong>be</strong>.<br />

.0<br />

.<br />

"<br />

.<br />

<br />

c<br />

.<br />

><br />

<br />

0<br />

11


: dead.lines oorlog, med i a e n pro paganda i n d e twi n tigste eeuw<br />

<br />

Q)<br />

..<br />

•<br />

0<br />

12<br />

MICHEL PEETERS<br />

Het thema van het<br />

In Flanders Fields Museum,<br />

de Grote Oorlog in de<br />

Westhoekvan België,<br />

is niet louter een gegeven<br />

uit het verleden.<br />

In de <strong>be</strong>naderingvan het<br />

museum overstijgt die<br />

Grote Oorlog zijn tijdvak<br />

van 1914 tot 1918.<br />

historisch ppven<br />

Het is een les van de geschiedenis, het<br />

historisch gegeven verschaft inzichten die in<br />

essentie nog altijd erg nuttig want hanteerbaar<br />

zijn vandaag. De Eerste Wereldoorlog<br />

zoals die zich manifesteerde in leper en de<br />

Westhoek is uiteindelijk evengoed ook een<br />

metafoorvoor de universele relatie tussen<br />

mensen en hun gewapende conflicten.<br />

Een gevolgvan dit principe is dat de perma·<br />

nente opstelling op de eerste verdiepingvan<br />

de Lakenhallen weliswaar de hoeksteen van<br />

de museumwerking is, maar dat die ook<br />

telkens moet worden gecompleteerd in de<br />

rest van de werking. Permanente historische<br />

research en een doorgedreven jaarprogrammering<br />

actualiseren telkens het louter historische<br />

gegeven. We verruimen onze blik van<br />

gisteren naar vandaag. Het historisch<br />

gegeven wordt essentieel onderdeel van ons<br />

handelen. Zo komen we bij de tijdelijke<br />

tentoonstelling dead.lines.<br />

dead.lines <strong>be</strong>kijkt de relatie tussen de gewapende<br />

conflicten en de massamedia van de<br />

twintigste eeuw. Het is van <strong>be</strong>ide zijden uit<br />

een heel intense relatie. Naties in oorlog<br />

heb<strong>be</strong>n altijd al gepoogd om de massamedia<br />

in te zetten bij hun oorlogsvoering.<br />

Verslag uitbrengen van oorlog is anderzijds<br />

altijd een essentiële activiteit van de massamedia<br />

geweest. In tijden van spanning en<br />

conflict willen we <strong>be</strong>ter dan ooit geïnformeerd<br />

worden. In de tentoonstelling<br />

<strong>be</strong>kijken we systematisch hoe de relatie<br />

tussen oortagsvoerende partijen en massamedia<br />

verlopen is in de afgelopen eeuw.<br />

Verandert die relatie fu ndamenteel, of blijft<br />

ze min of meer gelijk? En in hoeverre is die<br />

relatie een essentieel onderdeel van de<br />

oorlogsvoering zelf?<br />

chronologisch en thematisch<br />

In een moderne opstelling doorlopen we de<br />

hele eeuw, van 1900 tot vandaag, en richten<br />

de schijnwerper op telkens andere media.<br />

Een tentoonstelling kan onmogelijk op elk<br />

tijdstip alle media tegelijk <strong>be</strong>lichten, een<br />

tentoonstelling kan ook niet alle conflicten<br />

<strong>be</strong>handelen. We heb<strong>be</strong>n dus keuzes moeten<br />

maken en die chronologisch en thematisch<br />

geordend.<br />

De eeuw wordt opgedeeld in vijf grote<br />

periodes en binnen elke periode wordt<br />

telkens de voornaamste aandacht gegeven<br />

aan één medium dat erg <strong>be</strong>langrijk was voor<br />

die periode.<br />

De Eerste Wereldoorlog wordt zo gekoppeld<br />

aan de Grafische Media; het Inter<strong>be</strong>llum aan<br />

Film; de Tweede Wereldoorlog aan Radio; de<br />

Koude Oorlog aan de Televisie en de<br />

Hedendaagse Conflicten aan het Internet.<br />

Het zal duidelijk zijn dat eens een massamedium<br />

geïnstalleerd is, het ook blijft doorwerken.<br />

Vandaag lezen we nog altijd kranten<br />

en nooit eerder was televisie zo sterk <strong>be</strong>palend<br />

in de <strong>be</strong>richtgeving over oorlogen.<br />

Onze opdeling is in de eerste plaats een<br />

tentoonstellingstechnisch gegeven.<br />

I<br />

© Photo News<br />

inleiding en standpunt<br />

De vijf afdelingen worden ook nog eens<br />

voorafgegaan door een inleiding die uiteraard<br />

gedateerd is op het jaar o van de vorige<br />

eeuw, het jaar 1900. De afdeling Koude<br />

Oorlog krijgt ook nog eens een onderafdeling<br />

voor één heel bijzondere oorlog in<br />

relatie met de media. Dat is de oorlog in<br />

Vietnam. Op het einde van de tentoonstelling<br />

schenken we ook nog één moment<br />

aandacht aan de vergeten oorlogen van de<br />

afgelopen eeuw.<br />

In de inleiding gaan we op <strong>be</strong>zoek naar de<br />

Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs.<br />

Zo'n Exposition universe/Ie was in feite het<br />

allereerste echte massamedium. De versie<br />

anno 1900 was bovendien de grootste in<br />

aantallen <strong>be</strong>zoekers ooit. Tijdens dat <strong>be</strong>zoek<br />

leren we het standpunt innemen van de<br />

tentoonstelling: het gaat niet zozeer om wat<br />

we zien, maar wel om de manier waarop we<br />

kijken. De panoramische blik van de wereldtentoonstelling<br />

staat in groot contrast met<br />

de close ups van de oorlogsverslaggeving<br />

die we in de rest van de tentoonstelling<br />

ontmoeten.<br />

We ontmoeten de close up letterlijk het<br />

dichtst in de oorlogsverslaggeving over<br />

Vietnam. Fotoreportages van die vuile<br />

oorlog waren ook de aanzet om onze<br />

perceptie over die oorlog te veranderen en<br />

zo uiteindelijk ook een massaal protest<br />

ertegen te ontketenen. De massamedia<br />

leken voor één keer ook het verloop van een<br />

oorlog te kunnen <strong>be</strong>palen, al kunnen ook<br />

hierbij weer kritische <strong>be</strong>denkingen gemaakt<br />

worden.<br />

In de slot<strong>be</strong>schouwing tenslotte leren we<br />

het opnieuw af om met het oog van de media<br />

te kijken, en ons opnieuw te richten naar de<br />

echte essentie: de slachtoffers van al die<br />

oorlogen.<br />

wetmatigheden ...<br />

Doorheen de hele tentoonstelling<br />

ontdekken we in om het even welke periode<br />

vele gelijkenissen in de relatie tussen informatiemedia<br />

en gewapende conflicten.<br />

"De techniek om de vijand van elk denkbare<br />

gruwel te <strong>be</strong>schuldigen, <strong>be</strong>hoort evengoed<br />

tot het arsenaal van een oorlog als munitie<br />

of vliegtuigen, en bij elke oorlog wordt ze in<br />

de eerste dagen wel weer uit de voorraad<br />

gehaald. Oorlog gaat niet samen met<br />

verstand en rechtvaardigheidsgevoel. Er is<br />

een opstand van de gevoelens voor nodig,<br />

enthousiasme voor de eigen zaak en haat<br />

tegen de tegenstander. "<br />

Deze woorden van Stefan Zweig, geschreven<br />

over de eerste dagen van het eerste conflict<br />

dat we <strong>be</strong>handelen, de Eerste Wereldoorlog,<br />

hadden over de huidige omstandigheden<br />

kunnen zijn geschreven. De middelen van de<br />

media, de mythes van de oorlog ... in 100 jaar<br />

zijn ze nauwelijks veranderd. Een reeks van<br />

CD-roms opgesteld doorheen de tentoonstelling,<br />

laten ons toe om door de tijd en<br />

door de verschillende media te snijden op<br />

zoek naar gelijkenissen en terugkerende<br />

mechanismen die bijna wetmatigheden<br />

lijken.<br />

••. en gidsen<br />

Anderzijds worden de media ook <strong>be</strong>volkt<br />

door mensen die in elke nieuwe situatie<br />

eigen keuzes moeten maken. Zij volgen de<br />

wetmatigheden, plooien zich naar de voor-<br />

© Anthony d'Ypres<br />

schriften en de praktische mogelijkheden;<br />

of ze gaan er tegenin. In elke periode<br />

ontmoeten we oortagsverslaggevers die<br />

vertellen over de vaak gevaarlijke en<br />

verscheurende keuzes die zij moeten<br />

maken. Twee <strong>be</strong>langrijke hedendaagse<br />

oorlogscorrespondenten gaan ons voor in<br />

de hele tentoonstelling. Kate Adie van de<br />

BBC (in het Engels, Duits ondertiteld) en<br />

Ru di Vranckx van de VRT (in het Nederlands,<br />

Frans ondertiteld) leiden elk van de periodes<br />

in en duiden de relatie tussen de oorlog en<br />

media.<br />

• r9 ; ; ·F;:;S MUSEUM<br />

lakenhallen<br />

al Grote Markt 34<br />

8900 leper<br />

30 maart - 17 novem<strong>be</strong>r 2002<br />

tickets in voorverkoop: € 7.50 - € 3,50<br />

tijdens de tentoonsteling: € 1o,oo - € s,oo<br />

Kortingmet<br />

OKV-Museumkaart<br />

multi-media<br />

Naar goede gewoonte binnen het IFFM, maar<br />

vooral inherent aan dit onderwerp, wordt de<br />

tentoonstelling opgebouwd met en vanuit<br />

vele <strong>be</strong>elden. Vaak <strong>be</strong>kend, maar even vaak<br />

te weinig gekend in hun context. Maar ook<br />

muziek, voorwerpen, en een <strong>be</strong>klijvende<br />

scenografie (Event Communications) maken<br />

van dead.lines een tentoonstelling die een<br />

helaas blijvend actueel thema hoog op de<br />

agenda plaatst.<br />

educatief<br />

dead.lines wordt niet <strong>be</strong>zocht met gidsen,<br />

de <strong>be</strong>zoeker <strong>be</strong>leeft een individuele ervaring.<br />

De tentoonstelling richt zich naar een E<br />

publiek vanaf 14 jaar. Scholen zijn uiteraard<br />

<strong>be</strong>langrijk, de missie van het In Flanders<br />

Fields Museum hecht groot <strong>be</strong>lang aan<br />

vredeseducatie. Om een klas of groep optimaal<br />

te kunnen <strong>be</strong>geleiden en voor<strong>be</strong>reiden<br />

zonder gids zal vanaf 1 maart een educatieve <br />

brochure klaarliggen ten <strong>be</strong>hoeve van leerkrachten<br />

en <strong>be</strong>geleiders van schoolgroepen. <br />

Tussen 20 en 30 maart 2002 wordt proef <br />

gedraaid met 1.ooo leerkrachten uit het<br />

secundaire onderwijs. ><br />

<br />

0<br />

13


Over Spino Dino en de anderen<br />

LEA VAN DE WIJNGAERT<br />

Het vooruitzicht van<br />

een <strong>be</strong>zoekaan het<br />

"Dino-museum" brengt<br />

tussen '9 kinderen<br />

}.: Hoe noemde de vleeseter? (h ij denkt na) Dat weet ikzelf niet.<br />

0.: Datweetik ook niet.<br />

}.: De allergrootste vleeseter?<br />

Ona merkt een bon voorchocoladekoeken op.<br />

0.: Ik wil nog wel eens koekjes met chocolade tussen.<br />

}. : (kijkt streng) Ona, de allergrootste vleeseter ...<br />

0. : Datweetik niet.<br />

}.: }awel, die helemaal op 't eerste is bij Platvoet. (een tekenfilm over dino's n.v.r.)<br />

0. : Wa ar dan?<br />

}.: Het is de al/ergevaarlijkste ...<br />

On a zwijgt. Ik zie aan haar gezicht dat ze wel nadenkt.<br />

}.: Ik doe niet meer mee. O.K., ik tel tot 100 ... 1,2, ........ 31,32 ..<br />

Ik help even: Oe gevaarlijkste, hoe heet die?<br />

0. : De Rex.<br />

}.: }a, de Rex. Hoeveel klauwen had de Rex?<br />

0.: Twee.<br />

}.: }a, twee.<br />

0.: Twee klauwen ..<br />

ju les en On a zijn heel enthousiast als we<br />

voor de derde keer een <strong>be</strong>zoek brengen aan<br />

het museum waarvoor hen het dier dat al zo<br />

dikwijls een hoofdrol heeft gespeeld in hun<br />

fantasierijke leefwereld centraal staat, nl. de<br />

Dinosaurus. Het Koninklijk Belgisch Instituut<br />

voor Natuurwetenschappen staat bij hen<br />

dan ook <strong>be</strong>kend als het "Dino-museum".<br />

Op de te kleine parking, we moeten onze<br />

auto in één van de omliggende straten<br />

parkeren, heet een grote houten dinosaurus<br />

ons welkom.<br />

Over jassen mutsen en mineralen<br />

Het <strong>be</strong>gin van het museum is niet <strong>be</strong>paald<br />

overzichtelijk omdat we achtereenvolgens<br />

trappen af en op gaan en het niet onmiddellijk<br />

duidelijk is welke richting we uit moeten.<br />

Ik loop al snel met mijn armen vol jassen en<br />

mutsen wat notities nemen onmogelijk<br />

maakt. Een vestiaire brengt de oplossing.<br />

Beneden in de mineralenzaal liggen in vitrinekasten<br />

grote hoeveelheden meteorieten<br />

en maangesteenten tentoongesteld voor<br />

een minder geslaagde paarsblauwe achtergrond.<br />

Sulfaten, buraten, oxiden en nog vele<br />

andere geven hier al hun geheimen prijs.<br />

Ondertussen heb<strong>be</strong>n Ju les en On a zich al<br />

verdiept in de wereld van de lguanodons.<br />

In een eerste glazen kast die over twee<br />

verdiepingen reikt staan grote zwarte<br />

skeletten van lguanodons imposant te<br />

wezen. Een tweede, even grote, glazen kast<br />

toont lguanodons zoals ze ontdekt werden<br />

in de natuurlijke put tijdens de ontginning<br />

van de steenkoolmijn van Sernissart in<br />

1878.<br />

Ingekaderd aan de muur hangen handgeschreven<br />

verslagen. Uit de korte zinnen<br />

blijkt de verbijstering die zich toen van de<br />

ontdekkers meester gemaakt moet heb<strong>be</strong>n.<br />

Ik <strong>be</strong>gin het zelfs allemaal spannend te<br />

vinden, wat het toen toch op zijn minst<br />

geweest moet zijn.<br />

Een dino met een sjaaltje<br />

In een décor van houten palmbomen en<br />

groene camouflagenetten van het leger<br />

staan vijf dinosaurussen opgesteld. Drie<br />

dinopoppen worden door een ingebouwde<br />

machine enigszins tot leven <strong>be</strong>wogen en ze<br />

zijn allemaal aan een opknap<strong>be</strong>urt toe.<br />

Als de Parasaurolophus geen keelontsteking<br />

heeft, dient het sjaaltje enkel op een grote<br />

scheur in zijn hals te camoufleren.<br />

De lyrannosaurus Rex staat apart opgesteld<br />

en maakte bij onze vorige <strong>be</strong>zoeken met een<br />

schrikwekkend gebrul en een dreigende pas<br />

voorwaarts vele kinderen bang. Hij is dan<br />

ook een vleeseter die men misschien het<br />

zwijgen heeft moeten opleggen?<br />

De Ultrasaurus wordt vertegenwoordigd<br />

door één van zijn 6,8m hoge poten. Hier<br />

ervaar ik dat grootte enkel een verhouding<br />

is van wat er tegenover wordt gesteld.<br />

Open mij/ouvrez moi<br />

"Van mensen en mammoeten" staat<br />

verdeeld over enerzijds een houten<br />

constructie waar de evolutie van de<br />

primaten op een boeiende, leerrijke en<br />

interactieve manier wordt voorgesteld.<br />

Zo zijn er driehoekige zuilen die rond hun<br />

as draaien en waarvan één een spiegelkant<br />

heeft. Kwestie van jezelf als resultaat van<br />

deze evolutie te aanschouwen. Schuiven<br />

vragen om geopend te worden (open<br />

mij/ouvrez moi)<br />

Op de grond kan je je voetafdruk vergelijken<br />

met 3,5 miljoen jaar oude voetsporen van


één jonge en twee volwassen tweevoeters.<br />

De evolutie wordt uitge<strong>be</strong>eld in een stripverhaal,<br />

met <strong>be</strong>eld en geluid, een wand met<br />

tandwielen, met kleurpotlood uitgewerkte<br />

tekeningen op hout gecombineerd met<br />

skeletonderdelen, een touch-screen en<br />

een wand met schuifdeurtjes.<br />

Levensgrote poppen en decors in miniatuur<br />

ver<strong>be</strong>elden leven uit een andere tijd.<br />

Anderzijds staan mammoeten temidden van<br />

een natuurgetrouw geschilderd landschap<br />

waar we als <strong>be</strong>zoeker deel van uitmaken.<br />

Een babymammoet komt uit de achtergrond<br />

naar voren, <strong>be</strong>weegt oren, slurf en kop en<br />

maakt een klagend geluid. Ik kan de<br />

kinderen moeilijk overtuigen dat dit geen<br />

levende dieren zijn.<br />

In verschillende kasten wordt informatie<br />

over dino's op een duidelijke, kindvriendelijke<br />

manier aanschouwelijk gemaakt.<br />

Zo stelt bv. een tafereel in miniatuur het<br />

verloop van een opgraving voor.<br />

We <strong>be</strong>geven ons naar de bodem van de zee<br />

tijdens de Jura en het Krijt. Volledig door<br />

blauw omringd zien we vreemde geschilderde<br />

zeedieren, skeletten en dieren op<br />

ware grootte nagemaakt die bijna onzichtbaar<br />

zijn opgehangen en die met hun<br />

schaduw alles net echt maken.<br />

Twee trapen rond een dub<strong>be</strong>le DNA helix<br />

brengen ons naar de verschillende verdiepingen.<br />

Op de eerste verdieping staan we ter hoogte<br />

van de kop van de eerder <strong>be</strong>schreven<br />

lguanodons. Hier zien we nog enkele<br />

skeletten van dinosauriërs voor een geschilderde<br />

achtergrond die op de grond vervolledigd<br />

wordt met rotspartijen, zand en gras.<br />

In een gang waar enkele zoogdieren en<br />

Dino's in olie moten en gewicheten, © KBIN<br />

skeletten van de eerste vogels in kasten<br />

staan, lopen ]u les en On a in hun T-shirt.<br />

Buiten mag de winter dan eindelijk<br />

<strong>be</strong>gonnen zijn, hierbinnen is het eigenlijk<br />

veel te warm.<br />

De tweede verdieping biedt een overzicht<br />

van de fauna van België maar is gesloten<br />

door de lopende tentoonstelling. Enkele<br />

opgezette herten en een everzwijn staan<br />

er verlaten bij.<br />

Het indrukwekkende walvisskelet, ©KB IN<br />

Hoger naar de derde verdieping krijgen we<br />

een gedetailleerd overzicht van de zoogdieren.<br />

Snaveldieren en buideldieren, zorgvuldig<br />

opgezet welteverstaan, poseren in<br />

kasten naast een bordje waarop ze in tijd en<br />

ruimte gesitueerd worden.<br />

De voortplanting en het zogen van de jongen<br />

worden op een pedagogisch verantwoorde<br />

manier uitge<strong>be</strong>eld.<br />

We wandelen rustig verder zonder alle<br />

bordjes te lezen want het museum voorziet<br />

geen mogelijkheid om te overnachten ...<br />

Een "Chinchilla" trekt mijn aandacht.<br />

Ik schrik een <strong>be</strong>etje bij de aanblik van dit<br />

diertje want dit was mijn totem in een ander<br />

leven bij de scouts. Gelukkig zagen de<br />

eigenschapen die erbij horen er <strong>be</strong>ter uit.<br />

Omdat het voor de kinderen niet snel<br />

genoeg vooruit gaat spelen we een spelletje<br />

waarbij we merken dat de, volgens ons,<br />

Bruine <strong>be</strong>er eigenlijk de Grizzly is en dat we<br />

de Jaguar of de Poema niet zo gemakkelijk<br />

uit een negental soortgenoten herkennen.<br />

De muren en het plafond van de walvissenzaal<br />

zijn zwart en geven een mooi contrast<br />

met de reusachtige witte skeletten. Van op<br />

een heus scheepsdek kijken we naar de zee<br />

en octopusachtige armen tonen ons op een<br />

scherm prachtige <strong>be</strong>elden van walvissen<br />

en dolfijnen.<br />

:::<br />

N<br />

0<br />

0<br />

N<br />

..<br />

<br />

L<br />

><br />

<br />

0<br />

15


<br />

0<br />

16<br />

Aan een wand hangt een reuzenboek waar<br />

<strong>be</strong>eldend wordt aangetoond dat een blauwe<br />

vinvis evenveel kan wegen als 22 olifanten<br />

en dat het darmkanaal van een potvis even<br />

lang kan zijn als de Eiffeltoren.<br />

Nu we ook alles weten over<br />

walvissen willen we een kajuitdeur<br />

openen waarboven staat:<br />

"Welkom aan boord, wacht op<br />

het groene licht". Zo welkom<br />

zijn we niet want de deuren<br />

zijn vergrendeld.<br />

Dan maar verder naar de<br />

uitersten van de wereld in<br />

één gang samengebracht:<br />

de Noord-en<br />

Zuidpool waar weer<br />

verschillende zintuigen<br />

worden geprikkeld. Zo<br />

horen we de wind gieren,<br />

voelen we de temperatuur<br />

dalen en zien we het noorderlicht schijnen.<br />

De opgezette moederpinguïns houden liefdevol<br />

hun opgezette baby's warm. Een<br />

enorme walvisstaart met plankton insinueert<br />

een walvis die net in het water gedoken<br />

is. Ik <strong>be</strong>n nog nooit op de polen geweest<br />

maar alles ziet er vrij realistisch uit, zelfs de<br />

witte uitwerpselen op de rotsen.<br />

Langs een donkerblauwe gang dalen we af<br />

naar het leven in zee en op een <strong>be</strong>paald<br />

moment krijg ik een <strong>be</strong>nauwd gevoel want ik<br />

<strong>be</strong>vind mij tussen ijsschotsen onder een<br />

<strong>be</strong>vroren wateroppervlak dat nog een flauw<br />

licht doorlaat.<br />

Snel verder naar de schelpenzaal en even<br />

rusten in een zetel voor een aquarium met<br />

levende (!) vissen.<br />

De verdwenen volgelspin<br />

In de insectenzaal lopen we onder de poten<br />

van een sprinkhaan door en houdt een<br />

reuzengrote bidsprinkhaan de wacht voor<br />

glazen wanden waartussen vele prachtige<br />

vlinders te kijk hangen. Een doorsnede van<br />

een huis op schaal toont welke ongenode<br />

gasten zich waar in huis schuilhouden. We<br />

zien het leven in een bijenraat en spintepels<br />

die 140x vergroot zijn. Hier laten we ons niet<br />

door afschrikken en we gaan 15 soorten<br />

vogelspinnen <strong>be</strong>wonderen. Ook hier is aan<br />

de kleine <strong>be</strong>zoekers gedacht want zij<br />

kunnen alles goed zien als ze op de loopplank<br />

lopen.<br />

Toch een <strong>be</strong>etje <strong>be</strong>zorgd want in één kast<br />

heb<strong>be</strong>n we de vogelspin niet gezien, dalen<br />

we de trappen af en komen zo bij de uitgang.<br />

Was deze echt spoorloos?, ©KB IN<br />

I Publiekstrekkers n°1 de /guanodons, © KBIN<br />

Splno Dino<br />

Dit is een museum dat een verscheidenheid<br />

van tentoonstellen biedt. Je wordt als<br />

<strong>be</strong>zoeker van alle leeftijden uitgedaagd om<br />

soms actief deel te nemen aan het gegeven,<br />

soms gewoon kijken, soms meegaan in de<br />

fa ntasie dat je je echt op de gecreëerde<br />

plaats <strong>be</strong>vindt. Aan alles is gedacht om de<br />

sfeer zo optimaal mogelijk te maken. Zo zijn<br />

de ramen in de zee van een discrete witte<br />

matte laag voorzien en wordt het geluid en<br />

de temperatuur ook aangepast. Behalve in<br />

de zaal van de ijstijden en de Noord- en<br />

Zuidpool is het wel overal veel te warm!<br />

De enorme hoeveelheid opgezette dieren<br />

kan nooit levend in één natuurpark samengebracht<br />

worden en je ziet dieren die je nog<br />

nooit gezien hebt maar ze heb<strong>be</strong>n wel allemaal<br />

hun prijs <strong>be</strong>taald.<br />

In het winkeltje bij de vestiaire kan je allerlei<br />

spullen kopen van boeken en posters tot<br />

knuffels en spelletjes.<br />

Met een verhaal over "Spino Dino" trekken<br />

we naar de cafetaria die ik persoonlijk niet<br />

echt gezellig noem.<br />

•<br />

,q(J<br />

;··TUURWETENSCHAPPEN<br />

Va u tierstraat 29 - 1000 Brussel<br />

•<br />

C/l Tel.o2 627 42 38<br />

van dinsdag totvrijdagvan 9u3o tot 16u45<br />

zaterdag, zondag en schoolvakanties<br />

van 1ou tot 18u<br />

€ 6,so -€ s.so-€ 4


De vro uw in de prehistorie<br />

PETER VAN DER PLAETSEN<br />

De traditie om iets<br />

te leren over de<br />

tevenswijze van onze<br />

voorouders door de nu<br />

(of totvoor kort) nog<br />

<strong>be</strong>staat<br />

Het is verleidelijk om parallellen te trekken<br />

tussen de lnuïts (arctische groep) en de<br />

primaten uit de laatste Ijstijd Soms tracht<br />

men zelfs iets te leren uit de gebruiken van<br />

de Bosjesmannen (en vrouwen) of de !Kung.<br />

Samenvattend zou men kunnen zeggen:<br />

mannen jagen en vrouwen verzamelen. Het<br />

is zelfs zo dat er een taboe <strong>be</strong>staat tegen·<br />

over het aanraken van bloed door vrouwen.<br />

Vrouwen gaan niet op jacht. Ze <strong>be</strong>werken<br />

wel de huid van de buit nadat deze van vet<br />

en bloed is ontdaan.<br />

Primitieve af<strong>be</strong>elding<br />

van een vrouwen figuur,<br />

©PAMZOV<br />

jacht biedt echter<br />

geen garantie op succes (eten). Wanneer de<br />

man met lege handen terugkeert, is het de<br />

vrouw die zorgt dat er toch nog eten op tafel<br />

komt. ln de natuur valt altijd wel iets te<br />

rapen, of liever te verzamelen.<br />

Als er al een strikte ar<strong>be</strong>idsverdeling is, dan<br />

staat de vrouw - zowel op economische,<br />

sociaal als maatschappelijke vlak- haar<br />

mannetje. Zo draagt ze bij tot de opbouw en<br />

het in stand houden van de leefgemeen-<br />

schap. Op basis van deze vaststellingen en<br />

archeologisch onderzoek komt 'Wamen in<br />

Prehistory' tot het <strong>be</strong>sluit dat de vrouw in de<br />

prehistorie minstens de gelijke was aan de<br />

man. Hoe later het aanzien van de vrouw in<br />

onze cultuur verminderde, is een verhaal dat<br />

buiten het tijdskader van deze tentoonstelling<br />

valt.<br />

Fysische evolutie en <strong>be</strong>grafenisrituelen<br />

Hoe zagen onze voorouders eruit? In ieder<br />

geval waren het geen voorovergebogen,<br />

harige, oe-a klanken uitstotende wezens die<br />

gehuld in een lendenlap en met knot op de<br />

schouders hun vrouw bij de haren voortsleepten.<br />

Een analyse <strong>be</strong>gint bij de vraag hoe we op<br />

basis van botten (andere diagnostische<br />

kenmerken bleven nooit <strong>be</strong>waard) mannen<br />

van vrouwen kunnen onderscheiden.<br />

Bij de vroegste mens worden we geholpen<br />

door de aanwezigheid van een duidelijk<br />

seksueel dimorfisme (twee verschillende<br />

vormen) waarbij de vrouwelijke individuen<br />

<strong>be</strong>duidend kleiner en gracieler zijn dan de<br />

mannelijke.Op basis van fragmenten van<br />

schedels en <strong>be</strong>enderen is het vaak zeer<br />

moeilijk om het onderscheidt te maken.<br />

Bovendien neemt dit dimorfisme in de<br />

loop van de tijd af. Bij de moderne mens<br />

wordt dit criterium bijna geheel<br />

onbruikbaar. We moeten het dan<br />

vooral heb<strong>be</strong>n van verschillen in de<br />

schedel en het <strong>be</strong>kken.<br />

Het onderscheid tussen de seksen is van<br />

<strong>be</strong>lang wanneer we <strong>be</strong>gravingen <strong>be</strong>studeren.<br />

Bij de vroegste <strong>be</strong>gravingen<br />

(vanaf 1oo.ooo jaar geleden) konden<br />

man en vrouw op een gelijke <strong>be</strong>handeling<br />

rekenen. Pas tijdens het<br />

Mesolithicum, aan de vooravond van<br />

de introductie van landbouw en<br />

veeteelt, zien we dat vrouwen andere<br />

bijgiften in hun graf meekregen dan<br />

mannen. Daarnaast zijn er heel wat voor<strong>be</strong>elden<br />

aangetroffen waaruit blijkt dat ook<br />

vrouwen hoog sociaal aanzien genoten.<br />

De vrouw in de kunst<br />

De hoofdmoot van de tentoonstelling is<br />

opgebouwd rond een bijna complete verzameling<br />

van af<strong>be</strong>eldingen van vrouwen die<br />

ons uit de prehistorie zijn overgebleven.<br />

Natuurlijk kennen we die ronde voorstellingen<br />

van dames die ook wel 'venussen'<br />

worden genoemd. Naast deze kunstuitingen<br />

<strong>be</strong>staan nog vele andere voor<strong>be</strong>elden van<br />

·vrouwelijk schoon.<br />

.::<br />

N<br />

"<br />

"<br />

N<br />

<br />

<br />

<br />

><br />

<br />

0<br />

17


E<br />

-<br />

N<br />

0<br />

0<br />

N<br />

"<br />

<br />

L<br />

><br />

<br />

0<br />

18<br />

Reconstructietekening, © Clarys<br />

Om het geheel te duiden, brengt men eerst<br />

een inleiding rond de algemene tendensen<br />

binnen de 'kunst' tijdens het Paleolithicum<br />

en Mesolithicum. Vervolgens licht men de<br />

evolutie van de af<strong>be</strong>eldingen van vrouwen in<br />

detail toe.<br />

Zo valt het op dat bij het verschijnen van de<br />

eerste uitingen deze 'kunst' zich meteen als<br />

volwassen openbaart. Naast een rijke<br />

vormentaal blijkt men ook alle technieken<br />

van plastische expressie zoals graveren,<br />

sculpteren en schilderen onder de knie te<br />

heb<strong>be</strong>n. Zij uiten zich in stijlen die gaan van<br />

realisme over expressionisme tot schematisering.<br />

Wie sprak van een <strong>be</strong>nde primitieve<br />

barbaren?<br />

De <strong>be</strong>tekenis van dit alles blijft echter<br />

zorgen voor verhitte discussies.<br />

Het is moeilijk, zoniet onmogelijk, om aan<br />

de hand van materiële resten de denkwereld<br />

van onze voorouders te doorgronden.<br />

Moeten we deze vrouwen<strong>be</strong>eldjes interpreteren<br />

als vruchtbaarheidssymbolen, <strong>be</strong>treft<br />

het sjamanisme of heb<strong>be</strong>n we te doen met<br />

de centerfold van een mannenblad van een<br />

paar tienduizend jaar geleden? We zullen<br />

het wellicht nooit te weten komen.<br />

I<br />

Venusfiguurtje, © PAMZOV<br />

Toch stellen we vast dat meer dan 90% van<br />

de af<strong>be</strong>eldingen dieren <strong>be</strong>treffen en slechts<br />

3% de mens. Is het niet veel<strong>be</strong>tekenend dat<br />

binnen deze laatste groep af<strong>be</strong>eldingen van<br />

mannen bijzonder zeldzaam zijn?<br />

Kledij en smuk<br />

Madammen met een bontjas waren tijdens<br />

de Ijstijd de gewoonste zaak van de wereld.<br />

Geen lendenlap maar wel aan het koude<br />

klimaat aangepast kledij <strong>be</strong>staande uit<br />

laarzen, broek en jas met capuchon. Het<br />

<strong>be</strong>werken van huiden, het versnijden ervan<br />

en het naaien tot goed sluitende maatkledij<br />

<strong>be</strong>heersten ze perfect. Ook de vrouwen<strong>be</strong>eldjes<br />

die aanduiding van kledij<br />

geven, <strong>be</strong>vestigen dat deze mode<br />

dichter staat bij wat eskimo's tot voor<br />

kort droegen, dan bij de kledij van<br />

Wilma en Betty uit de Flintstones.<br />

Pas bij het verwarmen van het klimaat<br />

tijdens het Mesolithicum kunnen we<br />

aannemen dat er zoiets als een rok<br />

werd uitgevonden. De schilderingen<br />

uit de Spaanse Levant geven echter<br />

geen uitsluitsel over het typisch vrouwelijke<br />

ervan.<br />

Tijdens het Paleolithicum dirkten zowel<br />

mannen als vrouwen zich graag op met<br />

kralen, armbanden, halssnoeren,<br />

enkelringen ... Op basis van bijgiften<br />

van sierraden in graven kan men<br />

niet opmaken van welke sekse de<br />

eigenaar is.Vanaf het Mesolithicum<br />

zien we dat er typisch vrouwelijke en<br />

mannelijke vormen van smuk<br />

ontstaan.<br />

Bij zoveel on<strong>be</strong>antwoorde vragen is het<br />

dan ook logisch dat we in tekenfilms en<br />

stripverhalen <strong>be</strong>elden opgehangen<br />

krijgen van vrouwen die het midden<br />

houden tussen forse, lompe wezens en<br />

sexy stoeipoezen. De tentoonstelling<br />

<strong>be</strong>sluit dan ook met een bloemlezing<br />

uit deze 'moderne' manier van voorstellen.<br />

De werkelijkheid zal wel<br />

ergens tussenin hangen.<br />

'»La femme est l'avenir de /'hom me»<br />

écrivait Louis Aragon. Elle est au ss i<br />

son passé, sans par/er du présent... ',<br />

<strong>be</strong>sluit de tentoonstelling.<br />

,q. ;;:;:;::<br />

Cl Paddestraat 7, 9620 Velzeke<br />

tJl Tel: 09/360.67.16<br />

• _i. pamzov@oost-vlaanderen.<strong>be</strong><br />

,..., 16 novem<strong>be</strong>r 2001 - april 2002<br />

maandag tot vrijdag van 9 tot 12 u<br />

.!:4 en 14 tot 17 u, zaterdag,<br />

".;_ zondag en feestdagen van 14 tot 18 u<br />

"W € 2,48 (met hetzelfde ticket<br />

kunt u ook naar het PAM Ename)<br />

..<br />

<br />

E<br />

><br />

<br />

0<br />

19


I<br />

r<br />

O I<br />

·<br />

:x: •<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

I<br />

visten, Revisme, Reviana, .. • • •<br />

VIVIANE DE MUYNCK <br />

L Je moet het maar doen!<br />

In hetzelfde jaar vereerd<br />

worden met de Prijs der<br />

itJ'Y\o I Lf- Nederlandse letteren<br />

I.J"'&-1,. én met een grote<br />

"'""'<br />

2u<br />

tentoonstelling in<br />

'hèt' literaire museum<br />

5<br />

an Nederland! -l-y. <br />

diL<br />

l-t...<br />

,C.J<br />

De affaire rond Nederlands' grote<br />

(misschien in de toekomst wel 'grootste')<br />

volksschrijver, die de Prijs der Nederlandse<br />

Letteren, hem toegekend voor ruim een<br />

halve eeuw rijk en vruchtbaar schrijverschap,<br />

niet uit handen van de Belgische<br />

koning Al<strong>be</strong>rt mocht ontvangen, zorgde voor<br />

de media-aandacht die de meester zelve in<br />

het verleden dikwijls handig naar zich toe<br />

wist te halen. Paradoxaal genoeg ontstond<br />

al dit trammelant niet rond de figuur van de<br />

mediagenieke auteur zelf, maar wel rond<br />

zijn levensgezel Joop Schafthuizen, die<br />

onderhand wellicht even grote <strong>be</strong>kendheid<br />

(of liever <strong>be</strong>ruchtheid?) geniet als de veelvuldig<br />

<strong>be</strong>kroonde Reve himself.<br />

Gerard Reve, Leraar en Belijder<br />

De timing voor de overzichtstentoonstelling<br />

'Gerard Reve, Leraar en Belijder' in het<br />

Letterkundig Museum in Den Haag, waarvan<br />

de opening plaatsvond op 30 novem<strong>be</strong>r ll.<br />

kon niet <strong>be</strong>ter. je moet het maar doen! In<br />

hetzelfde jaarvereerd worden met de Prijs<br />

der Nederlandse Letteren én met een grote<br />

tentoonstelling in 'hèt' literaire museum van<br />

Nederland! De plannen voor de tentoonstelling<br />

dateren reeds van midden vorig jaar.<br />

Er dreigde echter een kink in de ka<strong>be</strong>l te<br />

komen toen Joop Schafthuizen in februari dit<br />

jaar <strong>be</strong>sloot geen bruiklenen voor de<br />

tentoonstelling <strong>be</strong>schikbaar te stellen.<br />

Nop Maas en Wim Crouwel, de respectievelijke<br />

samensteller en vormgever van het<br />

project, <strong>be</strong>sloten toch door te gaan omdat ze<br />

over al heel wat prachtig materiaal van<br />

elders <strong>be</strong>schikten. Het uiteindelijke resultaat<br />

van hun inspanningen is nog tot 26 mei<br />

2002 te zien.<br />

"De titel is gekozen omdat die op verschillende<br />

manieren op Reve te <strong>be</strong>trekken is.<br />

Reve heeft met een zekere regelmaat ­<br />

ongetwijfeld ook met een dosis ironie ­<br />

opgemerkt dat hij volgens zijn horoscoop<br />

heilig zou worden. Er zijn twee soorten<br />

heiligen: de martelaren die stierven voor het<br />

geloof en de anderen die leraar en <strong>be</strong>lijder<br />

genoemd worden en die het geloofverdedigden<br />

en uitlegden. Reve hoort bij de<br />

tweede groep. Vandaar dat hij aan de verklaringen<br />

van echtheid bij de relikwieën, maar<br />

ook wel in opdrachten, de aanduiding<br />

'leraar en <strong>be</strong>lijder' aan zijn naam toevoegt.<br />

Daarnaast kun je vaststellen dat Reve in de<br />

loop van zijn leven inderdaad als leraar en<br />

<strong>be</strong>lijder optrad, door zijn zieleroerselen en<br />

zijn religieuze, politieke en maatschappelijke<br />

opvattingen uit te dragen" aldus Nop<br />

Maas, neerlandicus en Reve-kenner bij<br />

uitstek.<br />

Nederlands' grootste volksschrijver,<br />

©Letterkundig Museum, Den Haag<br />

Motto<br />

Van zodra je de tentoonstelling binnenwandelt<br />

sta je oog in oog met Reve, weliswaar<br />

via een portret waarop hij wordt afge<strong>be</strong>eld<br />

als de apostel Ezechiel. lne Lament schilderde<br />

dit in een serie voor het boekenbal<br />

van 1997 (thema: 'mijn God'). De reviaanse<br />

sfeer die van het schilderij uitgaat wordt<br />

versterkt door de tekst erboven, waarin Reve<br />

zelf de positie die hij inneemt schetst.<br />

Deze tekst is trouwens <strong>be</strong>doeld als motto<br />

voor de tentoonstelling in haar geheel.<br />

"Door zijn paradoxale uitspraken en zijn<br />

dikwijls uitdagende optreden is Gerard Reve<br />

afwisselend uitgemaakt voor een goddeloze<br />

spotter, een rechtse racist, een chauvinistische<br />

royalist en een bijgelovige occultist;<br />

velen echterzien in hem een marte/aaren<br />

heilige, en de apostel van een nieuwe en<br />

waarachtige moraal. '<br />

Gerard Reve 'Levensloop van de schrijver'<br />

in Een circusjongen.<br />

..s::l· .............. .<br />

• DEN HAAG<br />

q LETTERKUNDIG<br />

.<br />

CJl MUSEUM/KINDERBOEKENMUSEUM<br />

..... .<br />

<br />

.!4<br />

<br />

is gehuisvest in het<br />

Koninklijke Bibliotheek-complex,<br />

naast station Den Haag Centraal.<br />

In drie minuten loopt u van het station<br />

naar het museum: halverwege spoor 12<br />

de weg oversteken en rechtdoor lopen.<br />

Er is gelegenheid tot <strong>be</strong>taald parkeren<br />

• in de nabije omgeving.<br />

Openingstijden: di. t/m vr. 10-17 uur,<br />

weekend en feestdagen 12-17 uur;<br />

gesloten: maandag, eerste Kerstdag en<br />

nieuwjaarsdag.


De periodes<br />

Het werk van Reve is de leiddraad bij de<br />

chronologische opbouw van de tentoonstelling<br />

. Daarnaast heb<strong>be</strong>n de makers ernaar<br />

gestreefd een <strong>be</strong>eld te geven van de niet<br />

on<strong>be</strong>langrijke deelname van de kunstenaar<br />

aan het maatschappelijk debat.<br />

Hoewel Reves schrijversleven tot nu toe<br />

altijd in vijf periodes werd ingedeeld, komen<br />

in de tentoonstelling zes periodes aan bod.<br />

Of de ene periode al <strong>be</strong>langrijker was dan de<br />

andere hangt vermoedelijk grotendeels af<br />

van de persoonlijke ervaring van de lezer<strong>be</strong>zoeker<br />

of de <strong>be</strong>zoeker-lezer (waarom<br />

niet?). Nochtans werden, mede door de<br />

vormgeving van Wim Crouwel accenten<br />

gelegd. Zo is het bijvoor<strong>be</strong>eld niet toevallig<br />

dat de violette periode de meeste ruimte<br />

krijgt. Dit zijn nl. de jaren waarin Reve de<br />

zogenaamde 'reisbrier ontwikkelde.<br />

De brievenboeken 'Op weg naar het Einde'<br />

en 'Nader tot U' mogen tot mijlpalen in de<br />

Nederlandse literatuur gerekend worden.<br />

Men spreekt van '<strong>be</strong>kentenisliteratuur'.<br />

Het is de periode waarin hij openlijk voor<br />

zijn homoseksuele geaardheid ('herenliefde')<br />

uitkomt en waarin hij zich ontpopt<br />

als media-figuur. Aanzet hiertoe was ongetwijfeld<br />

zijn veel<strong>be</strong>sproken optreden in het<br />

programma 'Literaire ontmoeting' op 11<br />

decem<strong>be</strong>r 1963. In 1966 verscheen de reeds<br />

genoemde bundel 'Nader tot U' met als<br />

afsluiter de serie gedichten 'Geestelijke<br />

liederen'.<br />

Twee fragmenten wil ik de lezers toch niet<br />

onthouden omdat ze zowel de plechtstatigheid<br />

en de bittere ernst als de verholen zelfspot<br />

en humor van Reve weergeven. Ze zijn<br />

trouwens ook een illustratie van zijn onnavolgbare<br />

stijl, waarvan we in de tentoonstelling<br />

tal van voor<strong>be</strong>elden vinden.<br />

Uit 'Nader tot U':<br />

Eigenlijk geloof ik niets<br />

en twijfel ik aan alles, zelfs aan U<br />

Maar soms, wanneer ik denk dat Gij<br />

waarachtig leeft<br />

dan denk ik, dat Gij Liefde zijt, en<br />

eenzaam<br />

en dat, in dezelfde wanhoop,<br />

Gij mij zoekt zoals ik U.<br />

De gewraakte passage die verscheen in<br />

het tijdschrift Dialoog. Dit leverde<br />

hem een aanklacht wegens godslastering<br />

op, wat uitmondde in het<br />

'Ezelproces'. Reve werd vrijgesproken<br />

'Als God zich opnieuw in de Levende Stof<br />

gevangen heeft, zal hij als Ezel terugkeren,<br />

hoogstens in staat een paar lettergrepen te<br />

fo rmuleren, miskend en verguisd en geranseld,<br />

maar ik zal hem <strong>be</strong>grijpen en meteen<br />

met Hem naar <strong>be</strong>d gaan, maar ik doe zwachtels<br />

om zijn hoe fles, dat ik niet te veel<br />

schrammen krijg als Hij spartelt bij het<br />

klaarkomen'<br />

Datzelfde jaar trad hij toe tot de katholieke<br />

kerk en mocht hij de P.C. Hooftprijs 1968 in<br />

ontvangst nemen. Hij kocht in 1969 in Dröme<br />

(Zuid-Frankrijk) het 'Geheime Landgoed',<br />

dat in zijn verdere leven en werk een <strong>be</strong>langrijke<br />

rol zou spelen. Het waren dus zowe<br />

turbulente als productieve jaren!<br />

Volgens Nop Maas vond Reve het vroeger<br />

ook wel chique als zijn werk in kleurenperiodes<br />

werd ingedeeld. Zo werd zijn vro<br />

werk wel eens aangeduid als de grijze of<br />

zwarte periode, gevolgd door de violette<br />

periode. Daar hield het echter op.<br />

Het toekennen van toepasselijke kleuren<br />

aan de volgende periodes ge<strong>be</strong>urde dus<br />

louter ter gelegenheid van de tentoonstelling.<br />

Een structurerend element, waar dankbaar<br />

gebruik van gemaakt werd.<br />

Kleine dingetjes<br />

Een logisch geheel maken van al het verzamelde<br />

materiaal kan geen eenvoudige<br />

opdracht geweest zijn. Er zijn nl. ontelbare<br />

kleine dingetjes. Alleen door een zorgvuldig<br />

arrangement en een goed doordachte vormgeving<br />

konden Nop Maas en Wim Crouwel<br />

erin slagen alles te kaderen in een totaal<strong>be</strong>eld<br />

dat de gemiddelde <strong>be</strong>zoeker<br />

gedurende een tweetal<br />

uur kan blijven boeien.<br />

Echte Reve-fanaten,<br />

voor wie deze tentoonstelling<br />

wel een feest<br />

moet zijn, trekken er<br />

<strong>be</strong>st nog wat meer tijd<br />

voor uit. Natuurlijk kan<br />

men ook alleen even de<br />

sfeer opsnuiven, de<br />

topstukken langslopen,<br />

of als lezer nu wel eens<br />

de personen en locaties<br />

die in Reves boeken<br />

voorkomen en voor<br />

deze gelegenheid in het<br />

Letterkundig museum<br />

gevisualiseerd zijn,<br />

<strong>be</strong>kijken.<br />

Het konijn uit 'de Avonden',<br />

© Letterkundig Museum, Den Haag<br />

])e .von çie.,<br />

"" ,..u,_. ; l . ,, • u.<br />

J AA u .... .... ;"..:;:.,_. . .... . ·'"""<br />

""'


Het handboek van de kunstenaar "ll Libro dell' Arte" Cen nino Cen nini<br />

ELS NOUWEN<br />

Hoe bouw je een<br />

schilderij op?<br />

Op welke wijze kan je<br />

een paneel vergulden?<br />

Hoe maak je een fresco?<br />

Vragen die een<br />

kunstenaar of<br />

restaurateur zich stelt.<br />

In 'll libro dell'Arte' neemt Cennino Cennini<br />

de aspirant bij de hand. Stap voor stap legt<br />

hij het ambacht uiterst gedetailleerd en<br />

helder uit. Dit unieke traktaat, rond 1400<br />

geschreven, wordt <strong>be</strong>schouwd als het<br />

"oerboek" van de schildertechniek. Tot voor<br />

kort kon men enkel het Italiaanse origineel<br />

en de Engelse vertaling raadplegen. Nu is er<br />

de Nederlandse vertaling.<br />

NaarGiotto<br />

"Een on<strong>be</strong>langrijk <strong>be</strong>oefenaarvan de schilderkunst"<br />

zo <strong>be</strong>schrijft Cennino d'Andrea<br />

Cennini (1360?-1427?) zichzelf in de inleiding.<br />

Over de auteur is maar weinig <strong>be</strong>kend.<br />

Hij werd geboren in Colle di Valdelsa -Siena<br />

en opgeleid in een aantal werkplaatsen in<br />

Toscane. Omstreeks 1388 werkt hij aan een<br />

uitvoeringvan de Sint-Stefanusreeks in de<br />

Sint-Lucchesekerk in de buurt van<br />

Poggibonsi. Later werkt hij in Pad u a aan zijn<br />

boek. Hij treedt als schilder in dienst van<br />

een voorname heer en vervaardigt in zijn<br />

geboortedorp een aantal werken die<br />

verloren zijn geraakt.<br />

Cennino Cennini was 10 jaar in de leer bij<br />

Agnollo Gaddi, zoon een leerlingvan Taddeo<br />

Gaddi, die op zijn <strong>be</strong>urt leerling was van<br />

Giotto (1267?-1336/7). 1l libro dell'Arte geeft<br />

ons een <strong>be</strong>eld van stijl en werkwijze van de<br />

grote meester en zijn volgelingen.<br />

Zeer gestructureerd wordt de werkwijze uit<br />

de doeken gedaan, van het prepareren van<br />

gronden tot de slotvernis. "De basis van het<br />

<strong>be</strong>roep ( ... ) is tekenen en schilderen."<br />

Leonardo da Vin ei, Studie van maten en<br />

verhoudingen, © Gulleria del/' Academia, Venetië<br />

Voor de <strong>be</strong>heersingvan deze twee onderdelen<br />

is kennis vereist. In de lange opsomming<br />

lezen we o.a. "hoe je moet in lijmen,<br />

hoe je gips moet modelleren, hoe je moet<br />

vergulden, polijsten, temperen, inleggen,<br />

granuleren, markeren, schilderen,<br />

verluchten, ... " Stappen die hij "uitgebreid<br />

onderdeel voor onderdeel zal <strong>be</strong>handelen".<br />

Dat dit traktaat een onschatbare bron van<br />

informatie is voor restaurateurs <strong>be</strong>hoeft<br />

weinig verklaring. Voor de liefheb<strong>be</strong>r en<br />

kunstenaar vandaag de dag biedt dit historisch<br />

handboek met zijn plastische, zinnelijke<br />

<strong>be</strong>schrijvingen tal van invalshoeken,<br />

gaande van hetverband van een aantal<br />

<strong>be</strong>reidingswijzen met de alchemie tot de<br />

kennismaking met de oorsprongvan voor<br />

ons vanzelfsprekende -kant en klare- materialen.<br />

Een pleidooi<br />

ll libro dell'Arte is meer dan louter een<br />

opsommingvan ingrediënten, recepten en<br />

wenken. Immers, "De theoretische kennis is<br />

de meest waardevolle; daarna volgt een<br />

<strong>be</strong>zigheid waarvoor een theoretische basis<br />

gekoppeld aan een vaardige hand nodig is,<br />

en dit is de <strong>be</strong>zigheid die <strong>be</strong>kendstaat als<br />

schilderen, waarvoor zowel ver<strong>be</strong>elding als<br />

handvaardigheid nodig is, ... " Een vooruitstrevend<br />

standpunt voor een kunstenaar die<br />

nog verankerd is in het middeleeuws<br />

conceptvan de kunstenaar als<br />

ambachtsman (Artes Mechanicae) De inleiding<br />

is een krachtig pleidooi voor de<br />

toetrede van de <strong>be</strong>eldende kunst tot de<br />

"Artes Li<strong>be</strong>rales".<br />

© Nationol Gol/ery, Londen<br />

Verder moedigt hij schilders aan de fantasie<br />

de vrije loop te laten en een individuele stijl<br />

te ontwikkelen. Hij adviseert om "constant<br />

te kopiëren naar de natuur".<br />

Met deze visie <strong>be</strong>vindt Cennini zich op het<br />

scharnierpunt van gotiek naar vroege renaissance.<br />

Tijds<strong>be</strong>eld<br />

"Je moet weten welk <strong>be</strong>en goed is. Neem<br />

<strong>be</strong>enderen van de poot en vleugels van<br />

gevogelte of van een kapoen; en hoe ouder<br />

ze zijn, hoe <strong>be</strong>ter. Zoals je ze vindt onder de<br />

eettafel steekje ze in het vuur ... " zo kan je<br />

lezen in het hoofdstuk waarin <strong>be</strong>schreven<br />

wordt welk soort <strong>be</strong>en goed is voor het<br />

prepareren van panelen om op te tekenen.<br />

Naast de historische en schildertechnische<br />

waarde is dit ook een amusant boek, dat een<br />

levendig tijds<strong>be</strong>eld schetst. Zo <strong>be</strong>n je<br />

verwonderd te lezen dat zelfs in de 14/lsde<br />

eeuw stadskippeneieren een lichter eigeel<br />

heb<strong>be</strong>n dan eieren gelegd door plattelandskippen,<br />

die vanwege hun roodheid, goed<br />

zijn voor het aanlengen -in eitempera- van<br />

de vleeskleur van oudere personen en<br />

personen met een donkere huid.<br />

© British Museum, Londen<br />

Agnolo Gaddi, De vondst van het heilig<br />

kruis, © Santa Croce, Firenze<br />

Verdervernemen we onder meer hoe men<br />

kan verhinderen dat hermelijnstaarten<br />

worden opgegeten door de motten, hoe<br />

trillende handen veroorzaakt worden door<br />

te veel te genieten van het gezelschap van<br />

vrouwen, en welke levensstijl de meest<br />

aangewezen is voor een kunstenaar.<br />

En dan is dit nog maar een keuze.<br />

De vertaling<br />

Hendrik Van den Bossche is schilder, restaurateur<br />

en directeur van de academie van<br />

Liedekerke. Zijn vrouw, Hilde Theuns, is<br />

germaniste. Met zijn kennis van de oude<br />

technieken en haar liefde voor de taal<br />

vormden zij het ideale koppel om dit traktaat<br />

te vertalen. Ze zijn secuur te werk gegaan.<br />

Hun vertaling <strong>be</strong>rust op een afschrift uit<br />

1437, de oudste en meest originele versie,<br />

waarvoor Hilde Theuns zich toelegde op het<br />

14de eeuws Toscaans. Die versie werd vergeleken<br />

met 'The craftsman's handbook', de<br />

Engelse vertalingvan D. V. Thompson uit<br />

1932 (recentere uitgave 1960).<br />

Van den Bossche heeft de Nederlandse<br />

vertaling aangevuld met een nuttige verklarende<br />

lijst van <strong>be</strong>grippen, technieken en<br />

procédés. Het boek is mooi geïllustreerd en<br />

uitgegeven in handig zakformaat.<br />

Een heb<strong>be</strong>ding.<br />

"Cennino Cennini,<br />

Het handboek van de<br />

kunstenaar,<br />

/I /i bra deii'Arte",<br />

Vertaald door<br />

Hendrik Van den Bossche<br />

en Hilde Th euns,<br />

Uitgeverij Contact,<br />

Amsterdam/Antwerpen,<br />

2001.<br />

ISBN 90 254 6261 8<br />

:<br />

.<br />

.<br />

E<br />

<br />

.<br />

"<br />

D<br />

<br />

.<br />

"<br />

c<br />

.<br />

<br />

N<br />

"<br />

"<br />

N<br />

"<br />

"<br />

<br />

><br />

<br />

0<br />

23


mpact 1902 Revisited<br />

EVA TA HON<br />

De <strong>be</strong>langstellingvoor de<br />

kunstenaars uit de vijftiende<br />

en de zestiende eeuw<br />

groeide in de negentiende<br />

eeuw gestaag.<br />

Tegen het einde van die eeuw<br />

<strong>be</strong>gonnen Europese grootsteden hun<br />

<strong>be</strong>langrijkste kunstenaar te vieren. In<br />

Amsterdam kreeg Rembrandt in 1898<br />

zijn eerste grote overzichtstentoonstelling.<br />

Het jaar daarop vierde Madrid<br />

Velazquez, Antwerpen herdacht Antoon<br />

Van Dyck en in Dresden vond een Cranachtentoonstelling<br />

plaats.<br />

Er wordt hier niets ultpleendl<br />

De Brusselse kunstkenner Philogène<br />

Wytsman stelde voor om, in navolging van<br />

de voor<strong>be</strong>elden in andere steden, een grote<br />

overzichtstentoonstelling te houden van de<br />

primitieve schilderkunst van België en de<br />

Nederlanden. De eerste vergadering van<br />

het organiserend comité van de 'Exposition<br />

d'Oeuvres des Ecoles primitives de Peinture<br />

en Belgique et aux Pays-Bas' vond op 4<br />

februari 1900 plaats in de ambtswoning van<br />

minister Aug1.1ste Beernaert. Een van de<br />

eerste daden van het Comité was het vragen<br />

van de medewerking van de Brugse kerkelijke<br />

·nstellingen en vooral het Sint-lanshos<br />

itaal. Dat was meteen het einde van<br />

het pro je<br />

Toegangsticket tot de tentoonstelling<br />

In een briefvan 13 februari 1900 lieten zowel<br />

het Brugse stads<strong>be</strong>stuur als het Bestuur der<br />

Burgerlijke Godshuizen weten dat het onmogelijk<br />

was hun mooiste schilderijen - hoe<br />

tijdelijk ook- uit het museum te halen.<br />

De kerkfabriek van de Sint-Baafskathedraal<br />

in Gent somde gelijkaardige argumenten op<br />

om het hen nog resterende gedeelte van het<br />

Lam Gods-reta<strong>be</strong>l van de gebroeders Van<br />

Eyck (de Adam en Eva figuren werden in het<br />

Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in<br />

Brussel <strong>be</strong>waard, de andere luiken in de<br />

Berlijnse Gemäldegalerie) niet uit te lenen.<br />

Enkel de Leuvense Sint-Pieterskerk zag geen<br />

problemen met het uitlenen van hun drieluik<br />

van Dirk Bouts.<br />

Om het Brugse 'neen' tegemoet te treden,<br />

<strong>be</strong>sloot het Comité de tentoonstelling dan<br />

maar in Brugge te organiseren, maar door<br />

budgettaire problemen werd de tentoonstelling<br />

nog bijna gekelderd. Uiteindelijk kwam<br />

hij er toch, in de zomer en herfst van 1902.<br />

Een onwaarschiJnDik aantal werken<br />

Nu Brugge zoveel schilderijen toegezegd<br />

kreeg, moest er een aangepast (en veilig)<br />

lokaal gevonden worden. De oorspronkelijke<br />

locatie, het stadsmuseum in de<br />

Bogardenkapel, was niet groot genoeg.<br />

Een andere grote tentoonstellingsruimte<br />

was er evenmin. Hoewel het alternatiefvoorstel<br />

het Gruuthusepaleis was, viel Kervyns<br />

oog op het Provinciaal Hof op de Markt.<br />

Het resultaat was onwaarschijnlijk: de<br />

<strong>be</strong>zoeker kwam oog in oog te staan met 413<br />

werken, van Melchior Broederlam tot Pi eter<br />

Bruegel. Op de tweede verdieping maakte<br />

hij kennis met het oeuvre van de schildersfamilies<br />

Pourbus en Claeissens. ln het gerestaureerde<br />

paleis van de heren van<br />

Gruuthuse vond de tentoonstellingvan<br />

Oude Kunstambachten plaats.


Op 12 juni waren Antwerpen en Brugge,<br />

kerken en kloosters aan de <strong>be</strong>urt.<br />

De Antwerpse bruiklenen zouden per<br />

binnenschip via Gent in Brugge toekomen.<br />

Maar in Gent bleek het schip een te grote<br />

diepgang te heb<strong>be</strong>n om verder te kunnen<br />

varen. De schilderijen werden terug naar<br />

Antwerpen gevaren en opnieuw verstuurd,<br />

ditmaal per trein. Op 13 juni kwamen de<br />

werken uit Berlijn, Oostenrijk en Engeland<br />

aan. Een tweede lading uit Engeland, samen<br />

met de bruiklenen uit Nederland, Italië en<br />

Oostenrijk kwamen pas de dagvoor de<br />

opening ter plaatse.<br />

Voor Brugge was 14 juni een spektakeldag.<br />

De schilderijen van Hans Memlingwerden in<br />

processie van het Sint-lanshospitaal naar de<br />

Markt gedragen. Henri Kervyn de Lettenhave<br />

kreeg zelf de eer het Tweeluik met Maarten<br />

van Nieuwenhove te dragen, geëscorteerd<br />

door twee leden van de Commissie van<br />

Burgerlijke Godshuizen. Voor hen werd het<br />

Ursulaschrijn op een draag<strong>be</strong>rrie gedragen,<br />

en daarvoor de andere panelen. Enkele<br />

verzamelaars verkozen hun kostbaar <strong>be</strong>zit<br />

persoonlijk te komen brengen. Anderen<br />

lieten hun schilderijen dan weer zonder<br />

<strong>be</strong>geleiding per trein naar Brugge komen.<br />

De navolgingvan 1902: Impact<br />

De nationale trots was in verschillende<br />

landen gewekt, dankzij het grote succes van<br />

'L'Exposition de Primitifs flamands'.<br />

Navolging kon niet uitblijven. Na een oproep<br />

in de Parijse kranten werd een Frans Comité<br />

opgezet. In 1904 <strong>be</strong>leefde Parijs de zomer<br />

van de 'Primitifs français', terwijl Düsseldorf<br />

toen een 'Kunsthistorische Ausstellung'<br />

hield.<br />

Op hetzelfde ogenblik organiseerde men in<br />

het Palazzo Publico in Siena de tot dan toe<br />

<strong>be</strong>langrijkste tentoonstelling over Italiaanse<br />

oude meesters én tegelijk was in Londen<br />

een overzicht over hetzelfde onderwerp<br />

opgezet. Niet allen de kunstliefheb<strong>be</strong>rs<br />

kwamen de werken <strong>be</strong>wonderen. In de daaropvolgende<br />

jaren doken verdacht veel<br />

Sienese primitieven op in Londen. Bij nader<br />

onderzoek bleek het in de meeste gevallen<br />

om vervalsingen te gaan, inspelend op de<br />

populariteit van het ogenblik.<br />

Neo-gotisch station van Brugge op het<br />

Zand, omstreeks 1900<br />

-9 • -:;;;;UlS<br />

""'! Dijver 16<br />

CIJ Booo Brugge<br />

• Tel: aso/ 44 87 11<br />

•ri 22 februari tot 30 juni<br />

€2,5 -€1,5<br />

<br />

<br />

<br />

..<br />

.<br />

Korting met<br />

OKV-Museumkaart<br />

In Brugge werden overzichtstentoonstellingen<br />

zoals in 1902 een traditie. De stad<br />

nam echter de organisatie over, in tegenstelling<br />

tot 'Les Primitifs flamands' waar het<br />

stads<strong>be</strong>stuur eerder een remmende factor<br />

in het geheel speelde.<br />

De <strong>be</strong>langrijkste tentoonstellingen in<br />

Brugge op vlak van oude schilderkunst<br />

waren:<br />

'Maîtres Anciens' (1905),<br />

'Het Gulden Vlies' (1907),<br />

'Hans Memling' (1939),<br />

'Gerard David'(1949),<br />

'IFiamminghi e l'ltalia' (1951),<br />

'Het Portret in de Oude Nederlanden' (1953),<br />

'Vlaamse Kunst in Brits <strong>be</strong>zit' (1956),<br />

'Vlaamse Kunst in Spaans <strong>be</strong>zit' (1958),<br />

'De eeuw der Vlaamse Primitieven' (1960),<br />

'Jan Gossaert genaamd Mabuse' (1965),<br />

'Anonieme Vlaamse Primitieven' (1969),<br />

'8oo jaar Sint-Janshospitaal' (1976),<br />

'Pi eter Pourbus Meester - Schilder' (1984),<br />

'Lodewijk van Gruuthuse' (1993),<br />

'Hans Memling' (1994),<br />

'Van Hans Memling tot Pi eter Pourbus'<br />

(1998) en 'Jan van Eyck, de Vlaamse<br />

Primitieven en het Zuiden' (2002).<br />

E<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

N<br />

0<br />

0<br />

N<br />

"<br />

"<br />

<br />

,..<br />

.<br />

0<br />

25


Het Oudenaardse<br />

kunstcollectie rij<br />

Naast e<br />

elan voor het Oudenaardse<br />

Het Oudenaards profaan zilver en de nieuwe<br />

collectiestukken zijn een bruikleen van<br />

verzamelaar en kunstliefheb<strong>be</strong>r de heer<br />

Ernest De Boever-Alligoridès.<br />

Die idee ontstond 10 jaar geleden toen, na<br />

de restauratiewerken van het stadhuis en<br />

een tentoonstelling over Oudenaards zilver,<br />

de voormalige kapellekamer als zilverzaal<br />

ingericht werd. Ook de verschillende kerkfabrieken<br />

uit de deelgemeenten en de naburige<br />

gemeenten <strong>be</strong>sloten hun prokstukken<br />

in veiligheid te brengen door middel van een<br />

bruikleen.<br />

Gedurende 10 jaar bleef de heer De Boever<br />

vlijtigverzamelen.Toen hij in mei 2000<br />

<strong>be</strong>kend maakte dat hij een zestigtal voorwerpen<br />

in bruikleen zou geven, werd onmiddellijk<br />

op zoek gegaan naar een passende<br />

locatie. Die vond men in de stemmige<br />

Voogdenkamer op de tweede verdieping<br />

van het stadhuis.<br />

Europees zilver, de collectie De Boever­<br />

Alligoridès<br />

Op 24 mei 2000 openden op de tweede<br />

verdieping van het stadhuis de deuren van<br />

de voormalige Voogden kamer. De kleine<br />

gezellige kamer heeft 18de-eeuwse bibliotheekkasten<br />

en een gaanderij. In deze<br />

ruimte werden tot voor 20 jaar de<br />

Oudenaardse stadsarchieven <strong>be</strong>waard.<br />

In zes kijkkasten en centraal vier consoles<br />

zijn een zestigtal sier- en gebruiksvoorwerpen<br />

van Belgische, Nederlandse, Duitse,<br />

Engelse, Ierse, Franse en Italiaanse origine<br />

tentoongesteld.<br />

De gevarieerde en rijke verzameling biedt<br />

een overzicht van 16de, 17de en 18de eeuws<br />

gebruiks- en pronkzilver. De meeste stukken<br />

dateren echter uit de 17de eeuw.<br />

De zilverstukken weerspiegelen een veranderde<br />

tijdsgeest en stijl. We zien een<br />

evolutie gaande van renaissance en maniërisme<br />

naar barok, rococo en classicisme.<br />

De edelsmeedkunst stond uiteraard niet op<br />

een eilandje. De <strong>be</strong>faamde edelsmeden zijn<br />

veelvuldig en intensief in contact geweest<br />

met ander kunstenaars en heb<strong>be</strong>n elkaar<br />

sterk <strong>be</strong>ïnvloed.<br />

Pronkerig zilver<br />

In de 16de en de 17de eeuw waren snakerijen<br />

of scherts<strong>be</strong>kers zowel in de Nederlanden<br />

als in Duitsland erg in trek. Zij komen<br />

voor in allerlei vormen en uit<strong>be</strong>eldingen en<br />

<strong>be</strong>vatten een spel-ofverrassingselement.<br />

Zij symboliseren de ludieke rol van wijn in<br />

die periode.<br />

Het vaderschap, het moederschap of een<br />

bruiloft was meestal een aanleiding<br />

tot het spelen van spelletjes met dranken.<br />

Een mooi voor<strong>be</strong>eld is de Nederlandse<br />

molen<strong>be</strong>ker van de Meester met zespuntster<br />

uit 1655. De miniatuurmolen, staande op de<br />

klok<strong>be</strong>ker, heeft een pijpje naast de molentrap.<br />

Door op het pijpje te blazen liet men de<br />

wieken draaien. De <strong>be</strong>ker moest men in één<br />

teug leegdrinken, nog voor de wieken stilvielen.Wie<br />

er niet in slaagde kon het spelletje<br />

van vooraf aan her<strong>be</strong>ginnen. Het is dan<br />

ook niet verwonderlijk dat menig gast<br />

dronken huiswaarts keerde.<br />

Een bijzonder interessante 17de-eeuwse<br />

scherts<strong>be</strong>ker is het zogenaamde 'Hansje-inde<br />

kelder' uit Neuren<strong>be</strong>rg, 1660. Dergelijke<br />

<strong>be</strong>ker werd gebruikt om op aanstaande<br />

moeders te drinken. In het midden van de<br />

schaal zit een bolletje dat van gaatjes voorzien<br />

is.<br />

Antwerpse pronk<strong>be</strong>ker, midden 16de eeuw<br />

©foto: Stad Oudenaarde


Bovenop het vlottertje is een dekseltje met<br />

eronder een putto of een kinderfiguurtje.<br />

Wanneer men de wijn in de <strong>be</strong>ker giet, komt<br />

het Hansje uit de bol (kelder) omhoog, een<br />

verwijzing naar de nakende geboorte.<br />

Daarnaast waren pronk<strong>be</strong>kers in de vorm<br />

van een schip zeer geliefd. Het hier voorgestelde<br />

zeilschip uit Augsburg, voorzien van<br />

alle zeilen en een miniatuur<strong>be</strong>manning,<br />

dateert uit het <strong>be</strong>gin van de 17de eeuw en<br />

draagt het meestermerk van Heinrich<br />

Winterstein. Dit type werd ter gelegenheid<br />

van een doopfeest of andere grote familiefeesten<br />

gebruikt om kruidenwijn te<br />

schenken<br />

Pronk<strong>be</strong>kers werden ook door gilden en<br />

stads<strong>be</strong>sturen aan hooggeplaatste gasten<br />

aangereikt. Een uniek stuk is een liggend<br />

hert met het stadsmerk van Middelburg uit<br />

1620.<br />

Nautiliussche/p<strong>be</strong>ker, ca. 1580<br />

© foto: Stad Oudenaarde<br />

Het draagt om de hals een ketting met<br />

het wapenschild van het<br />

stadje Veere.<br />

Door de ontdekking<br />

van nieuwe continenten<br />

kwa men ongekende en<br />

zeldzame grondstoffen op de<br />

markt.<br />

Exotische materialen<br />

zoals kokosnoten of<br />

nautilusschelpen<br />

werden in een<br />

zilveren of vergulde<br />

zetting geplaatst en<br />

zo tot schitterend<br />

pronk- en drinkgerei omgevormd.<br />

De hier voorgestelde<br />

Nederlandse Nautilus<strong>be</strong>ker<br />

uit het laatste kwart van de<br />

16de eeuw is in verguld<br />

zilver gezet en heeft fraaie figuratieve<br />

elementen die naar de zee<br />

verwijzen boven Neptunus,<br />

rond de schelp een<br />

zeemonster met opengesperde<br />

muil, langs weerszijden<br />

tritons en als stam een<br />

zeemeermin ondersteund door zeepaardjes.<br />

De Nautilus, een schelp van een groep inktvissen,<br />

werd in de Indische Oceaan<br />

gevonden en door de Oost-Indische<br />

Compagnie naar onze streken gebracht.<br />

De schelpen werden, in tegenstelling tot<br />

Duitsland, gepolijst en voorzien van gegraveerde<br />

decoraties.<br />

Niet alleen schelpen werden tot pronk<strong>be</strong>ker<br />

omgevormd, ook kokosnoten kregen een<br />

sierlijke versiering.<br />

De 16de eeuwse kokosnoot<strong>be</strong>ker is afkomstig<br />

uit Ulm en draagt het meestermerk<br />

Kesborer. Andere kostbare materialen zoals<br />

<strong>be</strong>rgkristal en edelgesteenten werden tot<br />

schitterend drinkgerei verwerkt.<br />

Tot het pronkzilver <strong>be</strong>hoort de renaissance<br />

pronk<strong>be</strong>ker uit Antwerpen (midden van de<br />

16de eeuw).<br />

Het aantal <strong>be</strong>waarde Antwerpse kunstvoorwerpen<br />

uit die periode is bijzonder klein.<br />

In de 16de eeuw <strong>be</strong>leefde Antwerpen een<br />

gouden eeuw, de stad had een internationale<br />

uitstraling en oefende een magische<br />

aantrekkingskracht uit op buitenlanders.<br />

Door de aanwezigheid van de Italianen in<br />

Antwerpen enerzijds en door de veelvuldige<br />

reizen van Vlaamse kunstenaars naar Italië<br />

anderzijds, werd de renaissancestijl er vrij<br />

vlug verspreid.<br />

Schenkkan, 1708<br />

©foto: Stad Oudenaarde<br />

De vergulde pronk<strong>be</strong>ker<br />

heeft duidelijk<br />

een renaissancistische<br />

vormentaal:<br />

sterke horizontaal<br />

gescheiden onderdelen,<br />

een getrapte voet en een<br />

deksel met een <strong>be</strong>kronend<br />

figuurtje. Verder terugkerende<br />

vruchtenkorfjes, leeuwemuilen,<br />

omsluierde vrouwen gezichten,<br />

rolwerk waarop<br />

saters zitten, zeetriomfen,<br />

vissen, schelp- en schaaldieren<br />

en ingestreepte bandjes<br />

aan de profileringen van de voetrand.<br />

Al deze kenmerken zijn typerend<br />

voor het Antwerps werk.<br />

Onder Italiaanse invloed kende men<br />

de opkomst van de "copschaele" of<br />

tazza, een drinkschaal op hoge voet.<br />

Eenvoudige copschaelen werden niet enkel<br />

met wijn gevuld maar ook met zoetigheid<br />

of vruchten. Rijkelijk uitgevoerde<br />

exemplaren kregen louter een<br />

pronkfunctie toe<strong>be</strong>deeld en werden<br />

op een dressoor tentoongesteld.<br />

De collectie Europees zilver telt twee gegraveerde<br />

tazzi. Beide zijn recentelijk toegeschreven<br />

aan j. T. de Bry en aan Abraham<br />

van den Hecken. Zij zijn uiterst zeldzaam en<br />

van een buitengewone kwaliteit.<br />

De gegraveerde tazza, toegeschreven aan<br />

Jean Theodoor de Bry met de uit<strong>be</strong>elding van<br />

een ' Christelicke huyshoudinge 'is een van<br />

de weinige stukken die we met zekerheid<br />

aan hem kunnen toeschrijven.<br />

Andere stukken <strong>be</strong>vinden zich in de<br />

parochiale kerk van Egham in Surrey,<br />

Engeland.<br />

De Bry werd in Luik geboren maar vluchtte<br />

door de godsdiensttroe<strong>be</strong>len naar Frankfurtam-Main.<br />

Hij was geen goudsmid maar bij<br />

de aanvangvan de 17de eeuw een veel<br />

gevraagd graveur.<br />

De tweede gegraveerde tazza, met de<br />

uit<strong>be</strong>eldingvan de aanbiddingvan de<br />

herders, mogen we toeschrijven aan<br />

Abraham van den Hecken.<br />

Slechts enkele werken zijn met grote zekerheid<br />

aan hem toe te schrijven o.m twee<br />

tazzi, <strong>be</strong>waard in de Lutherse kerkvan<br />

Amsterdam, een gesigneerde gravure en<br />

twee voor<strong>be</strong>eldboeken voor edelsmeden<br />

met elk twaalf prenten.<br />

<br />

N<br />

..<br />

..<br />

N<br />

><br />

<br />

0<br />

27


N<br />

"<br />

"<br />

N<br />

><br />

<br />

0<br />

28<br />

Van den Hecken werd vermoedelijk in<br />

Antwerpen geboren maar leefde en werkte<br />

in Frankenthal, nadat hij en zijn familie<br />

gevlucht waren voor de godsddiensttroe<strong>be</strong>len.<br />

Rond 1608 gaf hij in Amsterdam een<br />

voor<strong>be</strong>eldboek voor edelsmeden uit. Van<br />

den Hecke is naar alle waarschijnlijkheid<br />

door de Bry <strong>be</strong>ïnvloed.<br />

Een rijkelijk gedekte feestdis<br />

Het merendeel van het 18de eeuws gebruikzilver<br />

is van Engelse makelij en moet in<br />

verband gebracht worden met de komst van<br />

de Franse Hugenoten.<br />

De komst van de Hugenoten <strong>be</strong>tekende voor<br />

Engeland de <strong>be</strong>slissende breuk met de oude<br />

tradities, niet alleen in de vorm maar ook in<br />

de <strong>be</strong>werkingstechnieken. De Engelse zilversmeden<br />

waren <strong>be</strong>dreven in het drijven van<br />

zilver, terwijl de grootste verdienste van de<br />

Hugenoten hun bijna volplastische gegoten<br />

voorwerpen en hun geraffineerde versiering<br />

zijn.<br />

Drinkschaal, ca. 1620<br />

©foto: Stad Oudenaarde<br />

,.s::: :: :t ............... .<br />

""" STADHUIS<br />

10 .;_ TOERISME OUDENAARDE<br />

C/l Grote Markt<br />

9700 Oudenaarde<br />

.<br />

. ,... ..<br />

tel: 055/31.72.51<br />

fax: 055/30.92.48<br />

+I!<br />

toerisme@oudenaarde.<strong>be</strong><br />

toegangsprijs: € 4<br />

QÏ Open vanaft april<br />

tot en met 31 okto<strong>be</strong>r<br />

al. Maandag tot vrijdag met gids<br />

om 11.00 u en om 15.00 u;<br />

zaterdag en zondag om 14.00 u<br />

en 16.oo u.<br />

Twee generaties zilversmeden zijn in deze<br />

collectie vertegenwoordigd: nl. Pierre Platel<br />

(vier aard<strong>be</strong>ienschaaltjes, London, 1716-<br />

1717) en David Willau me (waterketel op<br />

komfoor, London, 1724-1725) als eerste<br />

generatie en Pa ui de Lamerie (broodmand,<br />

London, 1748-1749) als tweede generatie.<br />

Pierre Platel, David Willaume I en Pa ui de<br />

Lamerie heb<strong>be</strong>n allen gewerkt in opdracht<br />

van het Engelse Koningshuis. Zo kreeg David<br />

Willaume opdrachten van George I en Platel<br />

Pierre van George 11. Maar ook buitenlandse<br />

vorsten en keizers zoals Catharina van<br />

Rusland plaatsten <strong>be</strong>stellingen bij de<br />

Hugenoten .<br />

. ,,:.--·.· ... ·------<br />

Beker, ca. 1700<br />

©foto: Stad Oudenaarde<br />

-.'\ ", .<br />

Het <strong>be</strong>langrijkste stuk uit de Engelse<br />

collectie is een broodmand van Pa ui de<br />

Lamerie, vervaardigd te Londen in 1748-<br />

1749. Het is een hoogtepunt in de rococostijl.<br />

Opvallend zijn de opengewerkte ajourdecoraties.<br />

Zijn grote verdienste is dat hij erin slaagde<br />

de régence (de overgang tussen de Ladewijk<br />

XIV stijl en het rococo) en Louis XV-motieven<br />

te combineren met de traditionele Engelse<br />

vormen.


inspireren.<br />

Rik Wouters<br />

MICHEL PEETERS<br />

Hendrik Emiel Wouters, bijgenaamd Rik<br />

Wouters, wordt in 1882 in Mechelen<br />

geboren. Als hij twaalf is <strong>be</strong>gint zijn artistieke<br />

vorming in de meu<strong>be</strong>lmakerij van zijn<br />

vader waar hij wordt ingewijd in de schrijnwerkerij<br />

en decoratieve motieven voor<br />

meu<strong>be</strong>len leert maken. Na drie jaar opleiding<br />

blijkt dat Rik artistiek <strong>be</strong>gaafd is en<br />

vooral talent heeft voor <strong>be</strong>eldhouwen.<br />

Hij <strong>be</strong>seft dat om dit talent te ontplooien een<br />

academische vorming nodig is en schrijft<br />

zich in 1897 in aan de academie voor Schone<br />

Kunsten van Mechelen.<br />

In 1902 wordt hij opgeroepen voor zijn legerdienst<br />

en wordt opgenomen in de Universitaire<br />

Compagnie, waarvan de militairen het<br />

privilege heb<strong>be</strong>n om hun studies verder te<br />

zetten. Dit laat hem toe om avondlessen te<br />

blijven volgen aan de academie.<br />

In 1904 ontmoet hij de vrouw van zijn leven.<br />

Ze is zestien en haar bijnaam is Nel.<br />

Al gauw wordt ze zijn muze en zal hem zijn<br />

hele verdere leven inspireren.<br />

Rik en Nel wonen in Bosvoorde in een huisje<br />

aan de rand van het Zoniënwoud. Het is een<br />

lieflijke plek, maar de armoede is groot.<br />

De enige inkomsten komen van zeldzame<br />

verkopen en van de staatstoelage die Rik<br />

niet zonder moeite heeft verkregen.<br />

De oorlog breekt uit. Wouters wordt op 31<br />

juli 1914 gemobiliseerd en naar het front in<br />

de streek van Luik gestuurd. Hij wordt<br />

in Lier opgenomen in het (militair)<br />

ziekenhuis en zijn regiment wordt<br />

vervolgens overgeplaatst naar<br />

Haasdonk, waar hij meer dan zes<br />

weken blijft. Nel zoekt haar<br />

toevlucht in Antwerpen bij Ary<br />

Delen, een vurig verdediger van<br />

Wouters' werk, en vlucht daarna<br />

met de vrouw en de dochters van<br />

haar <strong>be</strong>schermheer naar<br />

Nederland (dat in het conflict<br />

neutraal is gebleven).<br />

,s::: :t····· .......... .<br />

BRUSSEL<br />

PALEIS VOOR SCHONE KUNSTEN<br />

CJl Ravensteinstraat 23<br />

• 1000 Brussel<br />

•ri tel. 02/507.84. 66<br />

.... .. E-mail: expopba@netpoint.<strong>be</strong><br />

www.rikwouters.com<br />

• Van 23 februari tot 26 mei 2002<br />

al Alle dagen van 10 uurtot 18 uur,<br />

vrijdagtot 20 uur<br />

€9,€],€5<br />

.<br />

De rode gordijnen (1913) © Olivier Bertrond I Belgion<br />

Art Research lnstitute, Brussel ·Privé-verzameling<br />

Een deel van het Belgische leger wijkt voor<br />

de Duitsers en trekt zich terug over de<br />

Nederlandse grens. Daar worden de<br />

Belgische soldaten krijgsgevangen<br />

genomen en midden okto<strong>be</strong>r wordt Wouters<br />

in het ka mp van Amersfoort geïnterneerd.<br />

Hoewel hij opnieuw werkt gaat zijn gezondheid<br />

er snel op achteruit.<br />

De geregelde <strong>be</strong>zoeken aan het ziekenhuis<br />

van Utrecht en de steeds heviger wordende<br />

pijn, weerhouden hem niet van zijn enthousiasme<br />

en ongeduld om de stad die hem<br />

<strong>be</strong>valt te schilderen. In okto<strong>be</strong>r 1915<br />

verergert zijn kwaal en de kunstenaar<br />

lijdt aan de pijnlijke gevolgen van een<br />

operatie. Daarbij werd een groot stuk<br />

van zijn kaak weggenomen en werd<br />

hij aan een oog blind. Hij moet een<br />

ooglap dragen en kan niet normaal<br />

eten of praten. Zijn laatste werken,<br />

geschilderd in som<strong>be</strong>re kleuren,<br />

getuigen van zijn wanhoop. Hij moet<br />

een derde operatie ondergaan. De<br />

laatste maanden van zijn leven zijn<br />

nog slechts gevuld met pijn en<br />

verscheurdheid. Hij sterft in juli<br />

1916. Voor Nel, die hem de hele tijd _<br />

heeft bijgestaan, <strong>be</strong>gint een nieuw<br />

<br />

<br />

leven, dat volledig gewijd zal zijn<br />

aan de strijd voor erkenningvan<br />

het werk van haar man .<br />

Huiselijke zorgen (1913)<br />

Brons © Olivier Bertrand I Belgion<br />

Art Research lnstitute, Brussel ·<br />

Privé-verzameling<br />

<br />

.<br />

E<br />

N<br />

0<br />

0<br />

N<br />

..<br />

<br />

L<br />

><br />

<br />

0<br />

29


Gauguin samen in één huis<br />

Als Vincent van Gogh en Paul Gauguin elkaar<br />

in Parijs ontmoeten, is dat het <strong>be</strong>gin van een<br />

van de meest <strong>be</strong>sproken artistieke vriendschappen<br />

in de kunstgeschiedenis. Het is<br />

een verbintenis waarin hoop en teleurstelling,<br />

kameraadschap en wedijver, <strong>be</strong>wonde·<br />

ring en jaloezie elkaar voortdurend afwisselen.<br />

Een onontkoombare verbintenis, die<br />

<strong>be</strong>ide kunstenaars tot aan hun dood in de<br />

ban houdt, zowel emotioneel als artistiek.<br />

Novem<strong>be</strong>r 1887<br />

In novem<strong>be</strong>r 1887 is Gauguin juist in Parijs ,<br />

teruggekeerd van een reis naar Martinique.<br />

Van Gogh woont bij zijn broerTheo, die<br />

werkt in de kunsthandel Boussod, Valadon<br />

etCie aan de Boulevard Montmartre. Van<br />

Gogh heeft een groepstentoonstelling georganiseerd<br />

in Grand Bouillon-Restaurant du<br />

Chalet aan de Boulevard de Clichy. De exposerende<br />

schilders, die Van Gogh de<br />

'lmpressionnistes du Petit Boulevard'<br />

noemt, zoeken ieder op eigen wijze naar<br />

alternatieven voor de impressionistische<br />

stijl. Gauguin <strong>be</strong>zoekt de tentoonstelling in<br />

Restaurant du Chalet en ruilt metVan Gogh<br />

twee studies met zonnebloemen tegen een<br />

van zijn eigen doeken uit Martinique. Op<br />

aanraden van Vincent gaat Theo bij Gauguin<br />

op atelier<strong>be</strong>zoek. Zijn werk raakt de <strong>be</strong>ide<br />

broers recht in het hart.<br />

Kunstenaarskolonie<br />

Intussen ontwikkeltVan Gogh het plan om in<br />

februari 1888 naar het warme Zuid-Frankrijk<br />

te reizen, waar hij landschappen hoopt te<br />

vinden die aan zijn geliefde Japanse prenten<br />

doen denken. Hij wil in Artes een kunstenaarskolonie<br />

stichten die de Franse kunst<br />

een nieuwe impuls moet geven: het atelier<br />

van het zuiden.<br />

Eenmaal aangekomen in<br />

Ar les raakt Van Gogh steeds<br />

meer van dit idee overtuigd.<br />

Begin mei huurt hij<br />

vier kamers in een pand aan<br />

de Place Lamartine, het<br />

'Gele Huis', dat hij als atelier<br />

van het zuiden wil inrichten.<br />

Hij schrijft niet alleen Theo<br />

over zijn plannen, maar ook<br />

Gauguin, die op dat moment<br />

in slechte gezondheid en<br />

zonder geld in Bretagne<br />

verblijft. Samenwonen in het<br />

Gele Huis ziet Van Gogh als de<br />

<strong>be</strong>ste oplossingvoor de finan·<br />

ciële problemen die hijzelf en<br />

Gauguin voortdurend ondervinden.<br />

Samen metTheo <strong>be</strong>raamt hij een reddingsplan<br />

voor Gauguin. Deze reageert tamelijk<br />

lauw op de steeds dwingender wordende<br />

brievenstroom uit Artes. Hij schrijft vaak laat<br />

terug en verschuilt zich achter zijn ziekte en<br />

geldgebrek. Vincent blijft intussen hoopvol<br />

gestemd en <strong>be</strong>reidt zich voor op Gauguins<br />

komst door het Gele Huis met schilderijen te<br />

versieren. Voor de kamer van Gauguin schildert<br />

hij een aantal prachtige stillevens met<br />

zonnebloemen. Door Gauguin een gunstige<br />

financiële regeling te <strong>be</strong>loven weet Theo<br />

hem tenslotte over te halen zich in Artes bij<br />

zijn eenzame broer te voegen. Daarmee<br />

<strong>be</strong>gint de korte, maar intensieve periode van<br />

samenwerking die in totaal negen weken<br />

duurt: van 21 okto<strong>be</strong>r tot 24 decem<strong>be</strong>r 1888.<br />

Nieuwe uitdagingen<br />

In het <strong>be</strong>gin zijn zowel Van Gogh als Gauguin<br />

vol goede moed. Van Gogh heeft tijdens zijn<br />

verblijf in Artes als een <strong>be</strong>zetene gewerkt.<br />

Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk en<br />

Gauguin krijgt nauwelijks tijd om te acclimatiseren.<br />

Er moet geschilderd worden!<br />

Aanvankelijk wijdt Gauguin zich gehoorzaam<br />

aan de studie van het landschap in<br />

Artes en omgeving. De on<strong>be</strong>grensde <strong>be</strong>wonderingvan<br />

de Hollandse schildervlijt hem<br />

en zijn zonnebloemendecoratie waardeert<br />

hij zeer (later zal Gauguin in zijn memoires<br />

melden dat Van Gogh deze schilderijen<br />

onder zijn invloed heeft gemaakt!).<br />

Oplopende spanningen<br />

Het slechte weervan novem<strong>be</strong>r dwingt van<br />

Gogh en Gauguin voornamelijk binnen te<br />

schilderen, in het atelier op de <strong>be</strong>nedenverdiepingvan<br />

het Gele Huis. Daar werken ze<br />

eerder gemaakte studies uit en schilderen<br />

ze naar stilleven en model.<br />

In de kleine woning, waar weinig<br />

privacy is, zijn Van Gogh en Gauguin<br />

letterlijk tot elkaar veroordeeld.<br />

De spanning stijgt en de twistgesprekken<br />

nemen toe. De verschillen<br />

in karakter worden steeds duidelijker<br />

zichtbaar. De schilders heb<strong>be</strong>n<br />

onenigheid over kunstenaars en<br />

kunst in het algemeen en<br />

over principekwesties als<br />

wel of niet uit het hoofd<br />

werken. Vaak spreekt<br />

Gauguin verlangend over<br />

zijn voorgenomen reis naar<br />

de tropen. Van Gogh voelt<br />

de dreigingvan het vertrek<br />

sterker worden en stelt<br />

zich, in een wanhopige<br />

poging de zaak te redden,<br />

Van Gagh's Chair, detail, 1888 · National Gallery, London


Van Gagh, Zelfpartret1888<br />

Fagg Art Museum, Harvard University Art<br />

Museums, BequestCallection of Maurice<br />

Wertheim, Cl a ss of 1906<br />

steeds dwingender op. Terwijl hij zich vastklampt<br />

aan zijn kameraad, neemt bij<br />

Gauguin de <strong>be</strong>hoefte om te ontsnappen toe.<br />

Op de avond van 23 decem<strong>be</strong>r gaat het mis.<br />

Er vindt een drama plaats in de woning aan<br />

de Place Lamartine 2 waarvan de ware<br />

toedracht tot op heden nog steeds niet<br />

precies <strong>be</strong>kend is. Volgens Gauguins versie<br />

van het verhaal snijdt Van Gogh zichzelf in<br />

een vlaag van razernij een stuk van zijn oor<br />

af en brengt het naar een prostituee in een<br />

<strong>be</strong>lendend bordeel. Gauguin vlucht naar<br />

Parijs, nadat hij Theo via een telegram van<br />

het drama op de hoogte heeft gesteld.<br />

Night Café (Un Café de nuit), 1888<br />

The State Pushkin Museum of Fine Arts, Moscow<br />

Gauguin, Zeiportret 1888 Van Gagh Museum, Amsterdam (Vincent van Gagh Foundation) Cal/eetion<br />

Na het drama<br />

Van Gogh wordt opgenomen in het ziekenhuis<br />

van Artes. Op 7 januari keert hij terug<br />

naar het Gele Huis. Hij is diep teleurgesteld<br />

dat Gauguin zonder een woord is vertrok·<br />

ken. Als Va n Gogh weer in staat is om te<br />

schilderen, portretteert hij zichzelf met zijn<br />

hoofd in het verband. Vervolgens pakt hij<br />

een aantal thema's op van vóór het incident,<br />

waarvan de onderwerpen herinneren aan de<br />

samenwerkingsperiade met Gauguin. Ook<br />

stilistisch is de invloed van Gauguin onmiskenbaar<br />

aanwezig.<br />

Gauguin kan zich omgekeerd evenmin aan<br />

de invloed van zijn vriend onttrekken. Vooral<br />

Van Goghs religieus getinte denk<strong>be</strong>elden<br />

over de kunstenaarsvereniging heb<strong>be</strong>n bij<br />

hem postgevat. De leidersrol die Van Gogh<br />

hem heeft toe<strong>be</strong>deeld, aan het hoofd van<br />

een groep kunstenaars die hem als discipelen<br />

volgt, laat hem niet los. Verder schildert<br />

Gauguin verscheidene Christus·<br />

voorstellingen waarin verwijzingen naar het<br />

werk en de ideeën van Van Gogh zijn opgenomen.<br />

Weg uitArtes<br />

De buurt<strong>be</strong>woners in Artes zijn niet blij met<br />

de terugkeer van de labiele Van Gogh op de<br />

Place Lamartine. Middels een petitie, waarin<br />

ze stellen dat Van Gogh 'gevaarlijk' is, weten<br />

ze hem opnieuw te laten opnemen. Op 3<br />

maart wordt het Gele Huis gesloten. Enkele<br />

weken later wordt Van Gogh overgebracht<br />

naar een privé-kliniek in Saint-Rémy-de­<br />

Provence, niet ver van Artes.<br />

I ets meer dan twee maanden later, op 27<br />

juli, schiet hij zichzelf door de borst. Na twee<br />

dagen overlijdt hij, in het bijzijn van Theo,<br />

aan zijn verwondingen.<br />

,.q ................<br />

AMSTERDAM<br />

q VAN GOGH MUSEUM<br />

OJ (bij het Museum plein)<br />

..... . Paulus Potterstraat 7<br />

Amsterdam<br />

Tel.: +31 (o)2o 570 52 52<br />

Fax +31 (o)2o 673 50 53<br />

<br />

9 februari - 2 juni 2002<br />

ai van 9 tot 21 u I ma. en do. tot 18 u<br />

€ 13<br />

H<br />

...<br />

:::<br />

<br />

<br />

"<br />

<br />

,<br />

D<br />

"<br />

<br />

,<br />

c<br />

<br />

- N<br />

0<br />

N<br />

<br />

,<br />

;:.<br />

><br />

<br />

0<br />

31


-d<br />

H<br />

0<br />

0<br />

::<br />

N<br />

0<br />

0<br />

<br />

<br />

><br />

.<br />

0<br />

32<br />

Forum<br />

Geachte,<br />

In deze brievenrubriek komt de mening van onze lezers aan bod.<br />

De redactie heeft het recht ingezonden brieven niet of gedeeltelijk te publiceren en wij zijn geenszins<br />

verantwoordelijk voor de inhoud ervan.<br />

Anonieme brieven en scheldkanonnades <strong>be</strong>landen steeds in de prullenmand. U kan ons wel vragen uw naam<br />

niet te vermelden bij publicatie.<br />

Hierbij wensen wij te reageren op uw artikel in verband met de tentoonstelling Körperwelten.<br />

Hetverheugt ons dat u ten minste de moeite heeft gedaan om de tentoonstelling te <strong>be</strong>zichtigen<br />

alvorens te <strong>be</strong>ginnen tekst schrijven. Veel journalisten hollen liever tegenstanders na dan oog te<br />

heb<strong>be</strong>n voor de fans, ook al zijn deze laatsten in grote meerderheid.<br />

We heb<strong>be</strong>n het er wel moeilijk mee dat u zo kritisch oordeelt over de site, de inrichting, de<br />

organisatoren én de <strong>be</strong>zoekers. Uw negatieve <strong>be</strong>richtgeving staat haaks op de reacties van de<br />

<strong>be</strong>zoekers, waartoe heel wat artsen, chirurgen en andere medisch geschoolden <strong>be</strong>horen.<br />

U <strong>be</strong>schrijft de <strong>be</strong>zoekers als kermisgangers. Waarop baseert u zich eigenlijk?<br />

Wij vinden uw <strong>be</strong>merkingen in verband met de inkom, de houten scheidingswanden, de<br />

persknipsels die uitgehangen worden enzovoort bijzonder subjectief. De inkom is ruim ingericht,<br />

maar dit is nu eenmaal een vereiste om te <strong>be</strong>antwoorden aan de veiligheidsnormen. De zaal wordt<br />

vaak gebruikt voor grote evenementen. Meer dan u denkt, want het zijn veelal <strong>be</strong>drijfsevenementen<br />

die geen <strong>be</strong>kendheid halen zoals Körperwelten. Maar daarom niet minder interessant. Tijdens het<br />

weekend staan rijen wachtenden aan te schuiven in deze mooie inkom hall. Is het geen voordeel om,<br />

in tegenstellingtot de sites in het buitenland waar de tentoonstelling plaats had, <strong>be</strong>zoekers waardig<br />

te kunnen laten aanschuiven ? Hebt u hierbij stil gestaan ? Onze firma heeft op priv2·initiatiefmeer<br />

dan 100 miljoen frankgeïnvesteerd om deze ruimte om te bouwen tot een bruikbare site voor<br />

events, <strong>be</strong>urzen, feesten, tentoonstellingen, ... Uit het buitenland komen <strong>be</strong>drijven naar Cu reghem<br />

om er events te organiseren omdat ze de gewelfde site enig mooi vinden, de parkingfaciliteiten<br />

erkennen, de geklasseerde markthal uniek vinden, enz ... Helaas is uw <strong>be</strong>zoek op dit vlak een maat<br />

voor niets geweest en had u blijkbaar geen interesse voor het unieke architecturale karaktervan de<br />

Kelders van Cureghem.<br />

Körperwelten moet overleven van de entreegelden die de <strong>be</strong>zoekers <strong>be</strong>talen voor de<br />

tentoonstelling. Zij ontvangen geen subsidieszoals vele zogenaamde "culturele" projecten. Wat<br />

jammer, dure overheidscampagnes om het roken te ontmoedigen zijn lang zo efficiënt niet als het<br />

laten zien van een rokerslong. Dat de zaal wordt afgebakend dmv houten scheidingswanden en<br />

geen goudgelakte panelen is nogal voor de hand liggend. Wij kunnen ons al voorstellen hoe<br />

vernederend hard uw kritiekzou geweest zijn indien we uitsluitend voor kostbare materialen<br />

zouden gekozen heb<strong>be</strong>n. Waarschijnlijkzou u de organisatoren verweten heb<strong>be</strong>n teveel geld over te<br />

houden aan het project zodat ze kwistig met geld kunnen omgaan.<br />

Uw meningover het inhoudelijke respecteren wij. Alleen vinden wij het ontzettend jammerdat u<br />

alleen het negatieve citeert (omdat u het toevallig "persoonlijk" moeilijk hebt om simpelweg de<br />

positieve kant te <strong>be</strong>lichten). Weinig <strong>be</strong>zoekers zijn uw mening toegedaan en het is dan ook niet<br />

representatiefdat u de tentoonstelling in uw artikel op deze manier "afschrijft".<br />

Körperwelten heeft niet de pretentie van zichzelf te denken dat alles "ar• is. Ook heb<strong>be</strong>n zij<br />

geleerd dat elk land zijn eigenheden, eigen culturen, talen heeft waarmee rekening moet gehouden<br />

worden. Dat sommige individuen zich schandelijkgedragen is toch de foutvan de organisatoren<br />

niet?<br />

Hetgeen u gezien of meegemaakt hebt, is veeleer uitzonderlijk. Ons is het nooit opgevallen.<br />

En wat is er verkeerd aan dat het project toevallig lucratief zou kunnen zijn? De wetgeving zal zoals<br />

altijd moeten evolueren met de maatschappij om misbruiken uitte sluiten. Als Körperwelten u toch<br />

de indruk zou gegeven heb<strong>be</strong>n om alleen maar op geld uit te zijn, dan denken wij dat u zich<br />

schromelijkvergist Een goede financiële basis is noodzakelijk.<br />

Beseft u ook dat hieraan als inrichter ook risico's verbonden zijn en fortuin snelkan omslaan<br />

in armoede?<br />

Laat deze commentaren aub voor goedkope krantentitels die het moeten heb<strong>be</strong>n van grote<br />

oplage en de daaraan verbonden levensnoodzakelijke reclame·inkomsten. Uw publicatie zal wel<br />

overleven zonder dit soort <strong>be</strong>richtgeving.<br />

Dank voor uw <strong>be</strong>grip.<br />

Hoogachtend,<br />

PA UL THIELEMANS<br />

PR Kelders van Cu reghem<br />

MICHEL PEETERS: Ik heb het nergens over infrastructuurvan de Kelders van Cu reg hem. Ik heb het<br />

wél over de aankleding ervan door de tentoonstellingsmakers. Niemand ontkent de kwaliteiten van<br />

de Kelders; alleen is er niemand die omwille daarvan naar de tentoonstelling komt? Laten we even<br />

ernstig blijven. Als Körperwe/ten niet de pretentie heeft te denken datalles a fis, moetmen ook niet<br />

de pretentie heb<strong>be</strong>n een tentoonstelling op te zetten. Als sommigen zich misdragen is dat inderdaad<br />

niet de fo utvan de organisatie, tenzij die organisatie maar al te graag laatverkondigen dat de<br />

plastinaten mogen worden aangeraakt. Het argument dat mijn commentaar niet relevant is omdat<br />

de grote meerderheid daaranders over denkt is op zijn minst dubieus. Sinds wanneer is goede<br />

smaak een kwestie van meerderheid?<br />

Ik heb het artikel gelezen over de tentoonstelling'Körperwelten' in<br />

Anderlecht, geschreven door Michel Peeters.<br />

Nu wil ik daar toch even hetvolgend over kwijt: ik kan aannemen dat de<br />

heer Peeters misschien een excellente kunstkenner is, maar dit artikel is<br />

gewoon <strong>be</strong>lachelijk. Te n eerste is het voor kinderen zeer leerrijk, eindelijkzien<br />

ze eens hoe een mens er echt uitziet, en hoeven ze niet meervoortie gaan op<br />

van die getekende plaatjes in de biologieles. Kinderen en ook volwassenen<br />

houden gewoon van 'reality', en dit heeft niets, maar dan ook niets met big<br />

brathertoestanden te maken. Ikzelfkan me gewoonweg niet <strong>be</strong>zighouden met<br />

dit programma, wees maar gerust. Maar deze tentoonstelling in Brussel vind ik<br />

een primeur, je ziet alles van het lichaam hoe hetwerkelijk is en denk nu maar<br />

niet dat zoiets in drie tellen op poten staat, iemand die zoiets kan is voor mij<br />

een intelligente knappe artiest. En nu moet u mij eensvertellen wanneer het in<br />

het leven en in de maatschappij niet om geld draait, als u eens alle werkuren<br />

van die man zou samen tellen, dan zou u misschien niet zo lichtvoetig en<br />

vernederend over deze tentoonstelling spreken. Toen ik met mijn gezin daar<br />

aanwezig was, heb i kook verschillende studenten in de medicijnen heel<br />

geboeid zien toekijken naar de perfectie waarmee dit alles gedaan was, en ze<br />

konden met heel veel precisie hun kennis aan vrienden of familie kwijt. Ditzou<br />

eerder moeten toegejuicht worden, en dit heeft helemaal niets te maken met<br />

geen respect heb<strong>be</strong>n voor een lijk enzovoort. De praktijk die wij nu al eeuwen<br />

gewoon zijn om mensen na hun dood zomaar onder de grond te stoppen en te<br />

laten opvreten door de wormen, is dit dan zo respectvol? Ik vraag me af of u als<br />

criticus ook altijd zo respectvol omgaat met de levende mens, want daar gaat<br />

hettoch nog altijd het meest om.<br />

Ik schrijfhier maarenkele <strong>be</strong>denkingen:<br />

1) mijn kinderen, mijn man en ikzelfwaren de hele tijd erg geboeid door de<br />

tentoonstelling,<br />

2) op die manier heb<strong>be</strong>n ze nu echt eens kunnen zien wat er kan ge<strong>be</strong>uren<br />

met een mens als hij bv. te veel rookt, als je eenmaal die rokerslong gezien hebt<br />

- net een doorrookte schoorsteen - dan denk ik dat je dit niet gauw meer<br />

vergeet, dit kan dus maar nuttig zijn voor het nageslacht,<br />

3) als je ziet hoeveel organen en van alles erop en eronder aanwezigzijn in<br />

die compacte ruimte van onze romp, dan is het ook nietverwonderlijkdat een<br />

mens zich soms lichamelijk niet zo goed voelt, m.a.w. je leert gewoon enorm<br />

veel uit zo'n tentoonstelling zonder dat het je opgedrongen wordt,<br />

4) als u, schrijver, gechoqueerd <strong>be</strong>nt door het feit dat er een bordje staat<br />

met 'bar' naast een kastje waarin een levercirrose te zien is, wel, waar <strong>be</strong>nt u<br />

eigenlijk mee <strong>be</strong>zig? Niemand die enig gezond verstand heeftzalzich storen<br />

aan zoiets banaals, hebt u nog nooit meegemaakt dat er soms flink wat<br />

afgelachen wordt aan de koffietafel na een <strong>be</strong>grafenis? Dit is volgens mij echt<br />

misplaatste gechoqueerdheid, u weet net zo goed als ieder ander dat niemand<br />

opzettelijkzoietszou doen, en dan nog, gewoon <strong>be</strong>lachelijk is die opmerking in<br />

uw artikel,<br />

sl u zegt dat er fouten stonden in de vertaling bij de uitleg, wel, als ik u was<br />

zou ik eens goed kijken naar het artikel van u, ik las daar:'de tentoonstelling<br />

wordt ondersteunt', is dit correct denkt u?<br />

6) Wat is er verkeerd met de aanduidingvan de tentoonstelling buiten het<br />

gebouw? Hoe denkt u dat men publiek trekt?<br />

7) Zo heb ik ookgeleerd hoe prachtig en ingewikkeld een mens in mekaar<br />

steekt, het is fascinerend. Ik kan alleen maar de conclusie trekken: ik twijfel<br />

nietaan uw <strong>be</strong>kwaamheden als kunstcriticus, maar door de eeuwen heen zijn<br />

er enorm veel naaktschilderijen gemaakt, naaktfotografie, noem maar op, en<br />

zoiets wordt dan heel dikwijls door kunstcritici op handen gedragen. Zou dit<br />

dan respectzijn voor het menselijk lichaam? Ik denkgewoon mijnheer Peeters,<br />

dat u al té veel kunst gezien hebt, en kritiek geven is voor u een soort routine<br />

geworden, sorryvoor de uitspraak, maar als je als leek zo genoten hebtvan die<br />

tentoonstelling, kan je niet anders dan een <strong>be</strong>etje re<strong>be</strong>l zijn.<br />

ERICA VAN EEGHEM<br />

MICHEL PEETERS: Dat een teveel naar kunst kijken de gezondheid kan<br />

schaden is a/ langer <strong>be</strong>kend, gelukkig tast het de goede smaak niet aan.<br />

Dat de plastinaten een knapstaaltje wetenschapzijn (en niet kunst) daar is<br />

denk ik iedereen het over eens. Dat ze getoond worden is denk ik ook geen<br />

probleem. Moarop deze manier? Nu ja, metalles respect, ik verkies de<br />

koffietafel en de wormen .


I<br />

I<br />

rd 1<br />

Uit de talrijke inzendingen koos de redactie opnieuw<br />

•nl<br />

een winnares!<br />

·rl<br />

H Zij krijgt weld ra het kunstboek<br />

'José Vermeersch' (waarde € 111,55) in de bus.<br />

Hieronder kan je haar hartverscheurende verslag lezen.<br />

"Is het niet interessant misschien?<br />

Op een mooie lentedag in Parijs <strong>be</strong>sloten mijn vriendin en ik een <strong>be</strong>zoekje te<br />

brengen aan een wetenschappelijk museum dat een prachtige anatomiecollectie<br />

her<strong>be</strong>rgt. We maakten een telefonische afspraak. iets voor tweeën arriveerden<br />

we op het des<strong>be</strong>treffende adres. We <strong>be</strong>traden het gebouw. Hier was de tijd<br />

blijven stilstaan. In een klein, vaalgrijs hokje zat een dame die ons heel<br />

vriendelijk naar de achtste verdieping stuurde.<br />

Boven aangekomen stonden er nog een 15-tal mensen te wachten. In de gang was<br />

er al een klein voorsmaakje te zien van wat het museum ons ging bieden. Zware,<br />

oude glazen kasten <strong>be</strong>dekt onder een laagje stof stonden propvol menselijke en<br />

dierlijke lichaamsdelen van was_ Mijn ogen schoten alle kanten uiL Er was zoveel<br />

te zien dat je niet wist waar eerst kijken. Plots dook er uit het niets een klein, oud,<br />

verrimpeld mannetje op. Hij stelde zich voor in een snel, mompelend Frans en liet<br />

ons plaatsnemen in een kamertje waar enkele stoelen en tafels stonden. Onze<br />

gids bleek een oude professor te zijn die zich inzette voor het <strong>be</strong>houd van deze,<br />

naar ik later zou vernemen, wereld<strong>be</strong>roemde collectie. We <strong>be</strong>vonden ons<br />

namelijk in het "musée Orfila-Rouvière-Delmas". Dit gebouw her<strong>be</strong>rgt de<br />

medische faculteit van Parijs_ De meeste van de andere geïnteresseerden bleken<br />

studenten aan deze universiteit te zijn. De professorvertelde over het ontstaan<br />

van de fa meuze collectie Spitzner en hoe hij hierbij <strong>be</strong>trokken raakte. Zijn uitleg<br />

was goed doorspekt met jaartallen en datums. Na een kwartiertje kon i kal niet<br />

duidelijk meervolgen wat hij nu juist allemaal aan hetvertellen was.<br />

Eindelijk mochten we het museum <strong>be</strong>treden maarwerden wel vriendelijk<br />

verzocht om onze jassen en rugzakken in het kamertje achter te laten. Hij sloot<br />

deze dan veilig af. En zo <strong>be</strong>gonnen we aan het avontuur door een oerwoud van<br />

kasten vol preparaten, wassen handen die aan de muur <strong>be</strong>ngelden, lichamen<br />

perfect nageboetseerd in was, gestroopte lichaamsdelen, gemummificeerde<br />

torso's, een zaal vol met wassen voor<strong>be</strong>elden van geslachtsziekten, ... Te veel om<br />

allemaal op te noemen (vond ik). Maar daar dacht onze professor anders over!<br />

Bij elk preparaat, elk wassen<strong>be</strong>eld had hij wel een interessantverhaal te<br />

vermelden met Latijnse termen, cijfers en getallen. Na een uur hing mijn vriendin<br />

al uitgeteld tegen de vensterbank, dromend van een heerlijk kopje koffie.<br />

Ze piepte eens door het raam en wenkte mij. We schoven de gordijnen een <strong>be</strong>etje<br />

opzij en zagen een paarverdiepingen lager een aantal medische studenten<br />

ijverig een dissectie uitvoeren op een mens. Gauw deden we het gordijn terug<br />

dicht en pro<strong>be</strong>erden we ons te concentreren op de rondleiding.<br />

Als de aandachtvan de <strong>be</strong>zoekers even afdwaalde, kraste onze gids eens met zijn<br />

lange nagels over het glas van de kast, zodat iedereen plots weer wakker was.<br />

Na de derde zaal en anderhalf uur latervroeg een mevrouw of het nog lang ging<br />

duren. Heel kortaf en duidelijk geagiteerd vroeg de professor "of het niet<br />

interessant was misschien?". De mevrouw wou blijkbaar de rondleidingverlaten<br />

want zij had nog een afspraak maar ons slim profesoortje had onze jassen achter<br />

slot en grendel opgeborgen. En zo sjokten we verder door nog een aantal zalen.<br />

Na meer dan drie uur <strong>be</strong>sloot onze prof dat hetvoldoende was en gingen we terug<br />

naar het kamertje. ledereen griste heel snel zijn jas en spurtte naar de lift<br />

(misschien wou hij wel een na<strong>be</strong>spreking houden?).<br />

Ik wil niemand afschrikken met ditverhaal om een <strong>be</strong>zoekje te brengen aan dit<br />

museum. Het is een mysterieuze, bizarre en fascinerende collectie. Maar wees<br />

voor<strong>be</strong>reid, het duurt meer dan drie uur. Hou misschien je jas en tas bij je, zo kan<br />

je ten allen tijde vertrekken. En <strong>be</strong>denk: een kopje koffie smaakt drie keer <strong>be</strong>ter<br />

na zo'n avontuur.<br />

EEF ÄNTHONISSEN, HEIST 0/D BERG<br />

cursus De<br />

Belgische kunst<br />

na 1945<br />

10 lessen<br />

in Antwerpen E Mechelen<br />

vanaf 2o/o2/2oo2<br />

in Gent<br />

vanaf 21/o2/2oo2<br />

in Brugge E Oostende<br />

vanaf 22/o2/2oo2<br />

Een gedetailleerd programma met al<br />

onze cursussen en alle praktische gegevens<br />

wordt u gratis toegestuurd<br />

<strong>be</strong>l, schrijf, fax of e-mail naar<br />

\ \1 \ R A I<br />

Amarant vzw<br />

Hoogpoort so - B-9ooo Gent<br />

t 09 I 269 17 40 • f 09/233 42 36<br />

infoa>amarant.<strong>be</strong> • www.amarant.<strong>be</strong><br />

KIJKEN NAAR BEELDEN ...<br />

MAG HET EEN IETSJE<br />

MEER ZIJN?<br />

• ateliers, wandelvoordrachten, workshops,<br />

rondleidingen<br />

• aangepast aan de doelgroep<br />

(kleuter tot volwassene)<br />

• voor groepen en individuele<br />

museum<strong>be</strong>zoekers<br />

• vanaf april tot novem<strong>be</strong>r<br />

Een breed gamma van activiteiten<br />

ondersteunt de collectie én de tentoonstellingen<br />

Meer informatie vind je in de brochure,<br />

op de website of bij de dienst publiekswerking van<br />

MIDDELHEIM OPENLUCHTMUSEUM<br />

VOOR BEELDHOUWKUNST<br />

Musea<br />

Mrwerl)f:n<br />

Middelheimlaan 61, 2020 Antwerpen<br />

Tel: 03/828.13.50 Fax: 03/825.28.35<br />

middelheimopenluchtmuseum@cs.antwerpen.<strong>be</strong><br />

www.dma.<strong>be</strong>/cultuur/museum_middelheim<br />

.::<br />

N<br />

0<br />

0<br />

N<br />

<br />

<br />

<br />

><br />

<br />

0<br />

33


o<br />

ro<br />

E<br />

N<br />

..<br />

..<br />

N<br />

><br />

.<br />

0<br />

34<br />

Het afval dat we vandaag weggooien, is morgen niet verdwenen.<br />

Het komt op een of andere manier toch weer in ons milieu terecht.<br />

En er komt steeds meer. Is dat de erfenis die we onze kinderen wil­<br />

len nalaten? Of gaan we er vandaag nog iets aan doen? De remedie<br />

Vraag de brochure bij<br />

De Vlaomse ln{olljn<br />

L!J 0800-3 02 01 <br />

... ...., _9•1tuur<br />

is even simpel als efficiënt: ervoor zorgen dat we minder moeten weg­<br />

gooien. Véél minder. Dat is perfect mogelijk Met uw goede wil en met<br />

onze tips. U vindt ze in onze brochure. Vraag ze aan, gebruik ze en gooi<br />

ze vooral niet weg.<br />

OPENBAIU AFVAlSTOFFtNMMTSCHAI'Ptl<br />

VOOtl; HIT \flAAMU GEWIST<br />

Gooi de toekomst niet weg.


CC 't Heilaar<br />

Heilaarstraat 35 - 2340 Beerse<br />

Louis Schoenrnaekers<br />

Beeldend kunstenaar<br />

van vrijdag 12 april tot en met zondag 28 april 2002<br />

Dirk Berckvens<br />

Dot-Painting op doek en andere materialen<br />

van vrijdag 17 mei tot en met zondag 2 juni 2002<br />

Openingsuren tentoonstellingen:<br />

Maandag - woensdag. - donderdag en vrijdag :<br />

van 9.00 u tot 12.30 u en van 14.00 u tot 16.00 u.<br />

Maandag ook van 18.00 u tot 20.00 u.<br />

Dinsdag gesloten.<br />

Zaterdag en zondag van 14.00 u tot 17.00 u.<br />

Inlichtingen: CC 't Heilaar- 014/ 61.68.99<br />

fax 014/ 61.73.39<br />

•<br />

•<br />

VEILINGHUIS<br />

LOECI


E<br />

.<br />

<br />

c<br />

.<br />

N<br />

0<br />

0<br />

N<br />

..<br />

<br />

L<br />

><br />

"<br />

0<br />

!!Î! ! i®Jfll<br />

theo wijnhoven<br />

lnterior Art Gallery<br />

Reeds 35 jaar aanbod<br />

van internationale kunstenaars<br />

P. Alechinsky<br />

B. Bagart<br />

H. Becking<br />

Corneille<br />

K. Appel<br />

M. Bradley<br />

Coignard<br />

P. Van Hoeydonck<br />

Ontdek<br />

een <strong>be</strong>eldententoonstelling<br />

in een verborgen tuin<br />

in hartje Brugge<br />

Oostmeers 7-8000 Brugge<br />

tel. 050 I 333 654<br />

Open van do. - ma. : 14u- 1 8u30<br />

(di. & woe. gesloten)<br />

museum Dhondt-Dhaenens<br />

MDD<br />

Museumlaan 14, B-9831 Deurle, België<br />

tel. +32-9-282 51 23 - fax +32-9-281 08 53<br />

info@museumdd.<strong>be</strong> - http://www.museumdd.<strong>be</strong><br />

PROGRAMMA 2002<br />

FEB.3.2002<br />

03. 02 - 31 .03 . 2002<br />

.JORGE PARDO<br />

14. 04 - 16. 06. 2002<br />

RAOUL DE KEYS ER<br />

29. 06 - 08 .09.2002<br />

HARD- BOILED WONDERLAND<br />

21 .09 - 08. 12.2002<br />

TUINPRO.JECTEN:<br />

VOORJAAR 2002: KRIS MARTIN<br />

NAJAAR 2002: MARIA ROOSEN<br />

VA STE COLLECTIE:<br />

Vier focustentoonstellingen i.s.m. Piet Boyens.<br />

VENNOOTSCHAPVOOR DE<br />

CONSERVATIE EN DE RESTAURATIE<br />

VAN KUNS1WERKEN<br />

- Restauratie van schilderijen<br />

(namelijk: grote fo rmaten)<br />

- Doublering op vacuümtafel<br />

- Behandeling van:<br />

gepolychromeerde <strong>be</strong>elden en meu<strong>be</strong>ls<br />

muurschilderingen<br />

Oosters lakwerk<br />

conservatie van kunstwerken<br />

op papier en zijde<br />

terracotta's<br />

20 JAAR AKTIEF<br />

IN SAMENWERKING<br />

MET DE OFFICIELE INSTANTIES<br />

DIEPESTRAAT 18<br />

306 1 BERTEM (Leefdaal)<br />

(02 ) 767 97 80<br />

ERKENNING NR. 04 28 0 I<br />

"Maria-ten hemel-opneming"<br />

Sint-Goedele (St. Gudule) - Brussel<br />

F. Navez<br />

GALERIJ PATRICK DEROM<br />

BRUSSEL - NEW YoRK<br />

Scl-nLOERI]EN - 'fm


TENTOONSTELLINGEN<br />

d e War a n d e<br />

va n 20 april tot en met 26 mei 2002<br />

Cineasten<br />

voor de lens<br />

van<br />

Kris Dewitte<br />

Naar aanleiding van het fil mfestival<br />

Open Doek<br />

De tentoonstelling is vrij toegankelijk<br />

van 14tot 18 uur,<br />

op zondag van 10 tot 12 en van 14 tot 18 uur.<br />

Gesloten op maandag<br />

Een <strong>be</strong>zoek op afspraak is mogelijk.<br />

de Warande, Warandestraat 42, B-2300 Tu rnhout.<br />

Te l.: (014) 41 94 94 Fax (014) 42 08 21<br />

e-mail: tentoon@warande.<strong>be</strong> - www.warande.<strong>be</strong><br />

PROVINCIE<br />

ANTWERPEN<br />

VA AF<br />

26 ME 2002<br />

HET N EUWE<br />

DIAf\ANT<br />

m u s e u m<br />

D<br />

PROVINCIE ANTWERPEN<br />

KONINGIN ASTRIOPLEIN 19-23<br />

B-20 18 ANTWERPEN<br />

TEL : +32 (0)3 202 48 90<br />

FAX : +32 {0)3 202 48 98<br />

E-MAIL : INFO@DIAMANT. PROVANT. BE<br />

WWW.DIAMANTMUSEUM. BE<br />

--- -- -- -- -- -- -- -- -- - 0<br />

.<br />

E<br />

.0<br />

.<br />

...<br />

..<br />

0<br />

...<br />

..<br />

"<br />

L<br />

><br />

"<br />

37


"<br />

De keuze van de redactie<br />

Antwerpen<br />

HESSENHUIS<br />

<br />

E PALEIS VOOR SCHONE KUNSTEN<br />

><br />

<br />

0<br />

Deze subjectieve selectie is uiteraard niet volledig. Voor meer info rmatie verwijzen we u graag door naar onze website.<br />

Fatconrui 53, 2000 Antwerpen, 03/2o6.03-50<br />

o8-12-2001 t.e.m. 03-03·2002:<br />

···$· Ijdel stof<br />

MUSEUM PLANTIN-MORETUS<br />

Vrijdagmarkt 22, 2000 Antwerpen, 03/221.14.50<br />

01-12-2001 t.e.m. 03-03·2002:<br />

···t Arabische Cultuur en Ottomaanse pracht<br />

MUSEUM VOOR HEDENDAAG SE KUNST<br />

ANTWERPEN<br />

Leuvenstraat, 2000 Antwerpen, 03/238.59.60<br />

09-02-2002 t.e.m. 21-04-2002:<br />

... t Bert De Beul<br />

OPENLUCHTMUSEUM VOOR<br />

BEELDHOUWKUNST MIDDELHEIM<br />

Middelheimlaan 61, 2020 Antwerpen,<br />

03/827-15.34<br />

os-o3-2002 t.e.m. 28-os-2oo2:<br />

... $- RikWouters<br />

Brugge<br />

ARENTSHUIS<br />

Dijver12, 8ooo Brugge, 050/44·87-11<br />

22-02-2002 t.e.m. 30-o6-2oo2:<br />

... $- Impact 1902, revisited<br />

GROENINGEMUSEUM<br />

Dijver12, 8ooo Brugge, 050/44-87- 11<br />

15-03-2002 t.e.m. 30-o6-2oo2:<br />

···::· jan Van Eyck. De Vlaamse Primitieven<br />

en het Zuiden.<br />

Brussel<br />

KO NINKLIJKE MUSEA VOOR SCHONE KUNSTEN<br />

Regentschapsstraat3, 1000 Brussel, 02/508.32.11<br />

22-03-2002 t.e.m. 23·06-2002:<br />

... $- De firma Brueghel<br />

Ravensteinstraat 23, 1000 Brussel, 02/507- 84.80<br />

23-02-2002 t.e.m. 26-os-2oo2:<br />

···t RikWouters<br />

STADHUIS BRUSSEL<br />

Grote Markt, 1000 Brussel, 02/513.89.40<br />

o6-12-2001 t.e.m. 17-02-2002:<br />

... t Tadeusz Kantor zelfportret<br />

Brussel - Elsene<br />

KINDERMUSEUM<br />

Burgemeesterstraat 15, 1050 Brussel - Elsene,<br />

02/64 0.01.07<br />

o1-01·2ooo t.e.m. 31-12-2002:<br />

···: Oever<strong>be</strong>etding<br />

Deinze<br />

MUSEUM VAN DEINZE EN DE LEIESTREEK<br />

Lucien Matthyslaan 3-5, 98oo Deinze,<br />

09/381.96-70<br />

07-04·2oo2 t.e.m. 16-o6-2002:<br />

···· Herrineringen aan herrineringen Funerair<br />

erfgoed in <strong>be</strong>eld<br />

Gent<br />

KUNSTHAL DE SINT-PIETERSABDIJ<br />

Sint-Pietersplein 9, 9000 Gent, 09/243-97-30<br />

30-11-2001 t.e.m. 24-03-2002:<br />

···· Vrouwenzaken.Zakenvrouwen<br />

MUSEUM DR. GUISLAIN<br />

}oze{Guislainstraat43, 9000 Gent, 09/216.35.95<br />

10-11-2001 t.e.m. 02-o6-2oo2:<br />

... t Het hoofd ten voeten uit<br />

MUSEUM VOOR DE GESCHIEDENIS<br />

VAN DE WETENSCHAPPEN<br />

Krijgslaan 281 - Gebouw S3o, 9000 Gent,<br />

09/264-49-30<br />

15-09-2001 t.e.m. 31-07-2002:<br />

... $- Plateau 2001. Het Cab i net de Physique<br />

van joseph Plateau in 1840<br />

Hasselt<br />

NATIONAAL JENEVERMUSEUM<br />

Witte Nonnenstraat 19, 3500 Hasselt, 011/24.11.44<br />

14-09-2001 t.e.m. 30-12-2002:<br />

... $- Edik, eek, azijn<br />

leper<br />

IN FLANDERS FIELDS MUSEUM<br />

Grote Markt 34, 8900 leper, 057/22.85.84<br />

30-03-2002 t.e.m. 17-11-2002:<br />

... $- dead.lines oorlog, media en propaganda<br />

in de 2oste eeuw<br />

Zottegem-Velzeke<br />

PROVINCIAAL ARCHEOLOGISCH MUSEUM<br />

VAN ZUID-OOST-VLAANDEREN<br />

Paddestraaf 7. 9620 Zottegem-Velzeke,<br />

09/360.67- 16<br />

17-11-2001 t.e.m. 30-04-2002:<br />

···: De vrouw in de prehistorie<br />

Zie ook okv website :<br />

OPENBAAR<br />

KUNSTBEZIT<br />

IN VLAANDEREN 0 0 K<br />

OP HET NET<br />

www,okvw b,org<br />

Onze adverteerders<br />

CC 'T HEILAAR<br />

Heilaarstraat35, 234 0 Beerse<br />

014/61.68.99<br />

12-04-t.e.m. 28-04-2002:<br />

···· Louis Schoenrnaekers<br />

17-05·2002 t.e.m. o2-o6-2002:<br />

... $- Dirk Berckvens<br />

CC DE WERFT GEEL<br />

Alle info: 014/57- 03.47<br />

18-o1-2002 t.e.m. 17-03·2002:<br />

... :;. LukVan Soom<br />

CC DE WARANDE<br />

Warandestraat42, 2300 Turnhout<br />

014/41-94-94<br />

20-04·2oo2 t.e.m. 26-os-2002:<br />

... . Cineasten voor de lens van Kris Dewitte<br />

Mea Culpa<br />

OKV-Plus 2001/4: Op p.16-17 staat bij de foto's © Hyghes Dubois.<br />

Dat moet zijn © Fotodienst Musea Antwerpen<br />

OKV-Plus 2001/4: Op p.23 staat: 'Hiermee krijgen onze middelen<br />

een stevige opkikker, want naast de gebruikelijke 1.7 miljoen<br />

frank kunnen we nu ook rekenen op 5 miljoen van de Vlaamse<br />

Gemeenschap en extra projectsubsidies.'<br />

Dat moet worden: 'Hiermee krijgen onze middelen een stevige<br />

opkikker, want naast de gebruikelijke 1.7 miljoen frank kunnen<br />

we nu ook rekenen op 2 miljoen van de Vlaamse Gemeenschap<br />

en 3 miljoen van de provincie Oost-Vlaanderen.


Ool in<br />

2002<br />

staan we er voor u<br />

De museumconsulenten:<br />

Reinoud, Hans, Gerdie, Peggy, Anneke, Annemie, Sofie, Anne, Mieke, Leon<br />

---- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- 0<br />

"<br />

E<br />

N<br />

"<br />

"<br />

N<br />

<br />

<br />

L<br />

><br />

<br />

39

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!