29.09.2013 Views

Een sterke stad en een sterke stadsregio. - Kenniscentrum Vlaamse ...

Een sterke stad en een sterke stadsregio. - Kenniscentrum Vlaamse ...

Een sterke stad en een sterke stadsregio. - Kenniscentrum Vlaamse ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty<br />

uiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopas<br />

dfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjkl<br />

zxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbn<br />

<strong>E<strong>en</strong></strong> <strong>sterke</strong> <strong>stad</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>sterke</strong> <strong>stad</strong>sregio<br />

mqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer<br />

Verslag <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> op basis van<br />

<strong>stad</strong>sregionale gesprekk<strong>en</strong><br />

tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopa<br />

31‐5‐2009<br />

sdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjk<br />

Peter Cabus, Filip De Rynck, Joris Voets,<br />

Ann Verhetsel, Johan Ackaert, Willy Miermans<br />

lzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbn<br />

mqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer<br />

tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopa<br />

sdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjk<br />

KERNBEVINDINGEN, OVERWEGINGSKADER EN AANBEVELINGEN<br />

lzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbn<br />

mqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer<br />

tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopa<br />

sdfghjklzxcvbnmrtyuiopasdfghjklzxc<br />

vbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq<br />

wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyu<br />

iopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdf<br />

ONDERZOEK UITGEVOERD IN OPDRACHT VAN DE VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS<br />

ghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzx<br />

BESTUUR, STEDENBELEID, WONEN EN INBURGERING<br />

cvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnm


Inhoudsopgave<br />

VOORAF .................................................................................................................... 1<br />

21 AANBEVELINGEN .................................................................................................. 3<br />

KERNBEVINDINGEN EN OVERWEGINGSKADER ........................................................ 18<br />

1 KADER .............................................................................................................................. 19<br />

2 STADSREGIONALE PROBLEMATIEK WAAR GAAT HET OVER? ........................................................... 20<br />

3 OVERWEGINGEN BIJ DE ONTWIKKELING VAN STADSREGIONALE SAMENWERKING ............................... 21<br />

II<br />

3.1 LASTEN EN LUSTEN IN EEN STADSREGIONALE CONTEXT ................................................................................ 21<br />

3.2 STAD EN RAND IN CONCURRENTIE: VERSCHILLENDE DIMENSIES ..................................................................... 21<br />

3.3 WIN‐WIN OP STADSREGIONAAL SCHAALNIVEAU ........................................................................................ 22<br />

3.4 STADSREGIONALE SAMENWERKING KENT NIET ALLEEN EEN BESTUURLIJK MAAR OOK EEN BURGERPERSPECTIEF ......... 23<br />

3.5 INZETTEN OP VISIE, STRATEGIE ÉN CONCRETE PROJECTEN ............................................................................. 23<br />

3.5.1 Lange termijn strategie noodzakelijk ................................................................................................. 23<br />

3.5.2 Concrete project<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> aanknopingspunt<strong>en</strong> zijn voor sam<strong>en</strong>werking .......................................... 24<br />

4 OVERWEGINGEN BIJ HET OPZETTEN VAN STADSREGIONALE BESTUURLIJKE SCENARIO’S ........................ 24<br />

4.1 MOGELIJKE BESTUURLIJKE SCENARIO’S .................................................................................................... 24<br />

4.2 GEEN UNIEK MODEL, MAAR OOK GEEN VEELHEID VAN MODELLEN .................................................................. 25<br />

4.3 VRIJWILLIGHEID: TE WEINIG ALLES EN TE VEEL NIETS ................................................................................... 25<br />

4.4 BOTTUM UP WAAR MOGELIJK TOP DOWN WAAR NODIG .............................................................................. 26<br />

4.5 VERZAKELIJKING VAN DE STADSREGIONALE PROBLEMEN IN AD HOC TIJDELIJKE INSTITUTIES MOGELIJK ..................... 27<br />

4.6 GEMEENTEN WORDEN NAAR EEN HOGER SCHAALNIVEAU GEDUWD ................................................................ 27<br />

4.6.1 De intercommunale als het stedelijk bestuur ..................................................................................... 28<br />

4.6.2 Schaal aanpass<strong>en</strong> aan bevoegdhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> omgekeerd ...................................................................... 28<br />

4.6.3 Sam<strong>en</strong>spel van bestuurlijke niveaus ................................................................................................. 29<br />

4.6.4 Schaalvergroting met sted<strong>en</strong> als trekkers <strong>en</strong> vlott<strong>en</strong>de ‘tuss<strong>en</strong>niveaus’ ............................................ 29<br />

4.7 GEEN AFBREUK AAN DEMOCRATIE .......................................................................................................... 31<br />

4.8 DE MAATSCHAPPELIJKE LAAG IS MEDE‐EIGENAAR VAN DE STADSREGIONALE PROBLEMATIEK ................................. 31<br />

5 NOOD AAN COHERENT VLAAMS KADER MET STADSREGIONALE FOCUS EN STIMULI ............................. 32<br />

5.1 WAAR WIL VLAANDEREN MET ZIJN STEDEN NAAR TOE? ............................................................................... 32<br />

5.2 BELEIDSVELDEN MET EEN RELEVANTE STADSREGIONALE FOCUS ..................................................................... 32<br />

5.2.1 Ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing: lost niet alle maatschappelijke problem<strong>en</strong> op .................................................. 33<br />

5.2.2 Mobiliteit: belangrijkste geme<strong>en</strong>tegr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>d thema .......................................................... 34


III<br />

5.2.3 Won<strong>en</strong>: Regierol moet op <strong>stad</strong>sregionaal niveau .............................................................................. 35<br />

5.3 VLAANDEREN MOET ZELF GEÏNTEGREERD WERKEN ..................................................................................... 35<br />

5.4 STADSREGIONALE TOETS ...................................................................................................................... 36<br />

6 FINANCIERING EN FISCALITEIT: EEN MOEILIJK THEMA ................................................................... 37<br />

6.1 FISCALE CONCURRENTIE: BEPERKT IN STADSREGIONALE CONTEXT .................................................................. 37<br />

6.2 COMPENSATIE CENTRUMFUNCTIE: VOLLEDIG PLAATJE BESTAAT NIET .............................................................. 38<br />

6.3 ANDERE FINANCIERING NODIG IN STADSREGIONALE CONTEXT ....................................................................... 38<br />

REFERENTIES ........................................................................................................... 40<br />

BIJLAGEN ................................................................................................................. 44<br />

1 SAMENSTELLING VAN DISCUSSIEPLATFORM RASTERSTAD‐STADSREGIONALE SAMENWERKING .............. 45<br />

2 STADSREGIONALE GETUIGENISSEN ........................................................................................... 48


VOORAF<br />

1<br />

Met deze opdracht keert de rapporteur als het ware terug naar het begin van zijn professionele<br />

carrière einde van de jar<strong>en</strong> 1970 als wet<strong>en</strong>schappelijk medewerker aan de K.U. Leuv<strong>en</strong>. To<strong>en</strong><br />

was er e<strong>en</strong> opdracht van de Nationale Commissie voor de Ruimtelijke Ord<strong>en</strong>ing om e<strong>en</strong><br />

onderzoek uit te voer<strong>en</strong> naar de relatie tuss<strong>en</strong> ‘Ruimtestructurer<strong>en</strong>de process<strong>en</strong> <strong>en</strong> de regio’s’.<br />

De opdracht was om, gezi<strong>en</strong> de functionele relaties, te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> nieuw intermediair<br />

planniveau ter vervanging van de provincies. Van deze laatste werd to<strong>en</strong> al aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat ze<br />

niet overe<strong>en</strong>stemd<strong>en</strong> met de maatschappelijke structur<strong>en</strong>. De 5 ‘impactregio’s’ sam<strong>en</strong>gesteld uit<br />

11 ‘nodale’ regio’s, waarin de grootsted<strong>en</strong> <strong>en</strong> de regionale sted<strong>en</strong> de motor war<strong>en</strong>, moest<strong>en</strong> dan<br />

kunn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> als intermediair planniveau. De verschill<strong>en</strong>de bestaande (provincies,<br />

plangewest<strong>en</strong>, intercommunales) of gew<strong>en</strong>ste (subgewest<strong>en</strong>) intermediaire structur<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

afgewog<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over deze functionele b<strong>en</strong>adering (Cabus, 1980).<br />

Ongeveer tegelijkertijd werkte e<strong>en</strong> collega wet<strong>en</strong>schappelijk medewerker aan e<strong>en</strong> thesis voor de<br />

to<strong>en</strong>malige opleiding Sted<strong>en</strong>bouw <strong>en</strong> Ruimtelijke Ord<strong>en</strong>ing. De titel komt in de context van deze<br />

opdracht zeer actueel over: ‘Voorbereid<strong>en</strong>d onderzoek naar e<strong>en</strong> bestuurlijk kader voor de<br />

Belgische agglomeraties <strong>en</strong> <strong>stad</strong>sgewest<strong>en</strong>’ (Pattyn, 1984). Fusies van agglomeratiegeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

voor de sted<strong>en</strong> van regionaal niveau <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking (met verkoz<strong>en</strong> bestuur) voor de<br />

agglomeraties van grootstedelijk niveau werd to<strong>en</strong> als oplossing naar vor<strong>en</strong> geschov<strong>en</strong>. De<br />

banlieuegeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> in beide situaties gefusioneerd word<strong>en</strong> <strong>en</strong> zeker niet sam<strong>en</strong>gevoegd<br />

word<strong>en</strong> met omring<strong>en</strong>de plattelandsgeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, om zo de verstedelijking te kunn<strong>en</strong> indijk<strong>en</strong>.<br />

Voor de agglomeraties op grootstedelijk niveau werd ook voorgesteld om verschill<strong>en</strong>de<br />

geme<strong>en</strong>telijke bevoegdhed<strong>en</strong> op agglomerati<strong>en</strong>iveau te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> (Ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing, won<strong>en</strong>,<br />

milieu, politie <strong>en</strong> brandweer, op<strong>en</strong>baar vervoer, op<strong>en</strong>baar domein). Deze twee<br />

aanknopingspunt<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aan dat de vraag naar afstemming tuss<strong>en</strong> de maatschappelijke <strong>en</strong> de<br />

bestuurlijk-politieke laag niet van vandaag dateert.<br />

Ondertuss<strong>en</strong> zijn er wel wat jar<strong>en</strong> verstrek<strong>en</strong> sinds de fusies van geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die uit dezelfde<br />

periode dater<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s war<strong>en</strong> die fusies wat de sted<strong>en</strong> betreft mee gemotiveerd vanuit de<br />

w<strong>en</strong>s om e<strong>en</strong> verhoogde solidariteit te creër<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trum- <strong>en</strong> randgeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> om e<strong>en</strong><br />

meer geïntegreerd beleid tot stand te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> (Michel, 1982 <strong>en</strong> Maes, 1970, geciteerd in De<br />

Ceuninck, 2009). Het feit dat dit thema vandaag opnieuw op de ag<strong>en</strong>da staat toont aan dat van<br />

die twee doelstelling<strong>en</strong> niet echt veel in huis is gekom<strong>en</strong> of dat ondertuss<strong>en</strong> de schaalverruiming<br />

nog groter is dan to<strong>en</strong>. De vaststelling is dat er zich sinds de fusies, behalve de staatshervorming,<br />

binn<strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong> weinig bestuurlijke vernieuwing heeft voorgedaan wanneer het gaat over het<br />

beheer van de <strong>stad</strong>sregionale ruimte. Er is weliswaar e<strong>en</strong> kerntak<strong>en</strong>debat geweest <strong>en</strong> de<br />

hervorming van het Bestuurlijk Beleid, maar die vertrokk<strong>en</strong> van de bestaande bestuurlijke context<br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> 1/1/1 verhaal.<br />

Op wet<strong>en</strong>schappelijk vlak ging de aandacht voor deze problematiek met ups <strong>en</strong> downs met in<br />

ieder dec<strong>en</strong>nium wel e<strong>en</strong> aantal publicaties. Daar waar De Brabander, Vervoort & Witlox (1987)


2<br />

de relatie <strong>stad</strong>-rand meer integraal beschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> oplossing<strong>en</strong> formuleerd<strong>en</strong>, steld<strong>en</strong> de andere<br />

publicaties vooral de financiële last<strong>en</strong> <strong>en</strong> lust<strong>en</strong> van de c<strong>en</strong>trumfuncties c<strong>en</strong>traal. Het was ook de<br />

periode waarin de <strong>stad</strong>svlucht (Cabus, Kesteloot & Van der Haeg<strong>en</strong>, 1989) eerder dan de<br />

<strong>stad</strong>slucht (Gatz e.a., 2005 <strong>en</strong> 2007) vrij maakte. Globaal gesprok<strong>en</strong> bleef de aandacht voor de<br />

<strong>stad</strong>sregionale invalshoek op e<strong>en</strong> laag pitje staan. Sinds de jar<strong>en</strong> 2000 merkt m<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

vernieuwde aandacht. Het Witboek sted<strong>en</strong>beleid stelt de <strong>stad</strong> c<strong>en</strong>traal <strong>en</strong> de raster<strong>stad</strong> is e<strong>en</strong><br />

concept dat ondermeer de interactie <strong>stad</strong>/rand beklemtoont. Verder is er het gegev<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong><br />

Vlaams minister bevoegd is voor het sted<strong>en</strong>beleid <strong>en</strong> bestaat het Steunpunt Bestuurlijke<br />

Organisatie dat af <strong>en</strong> toe aandacht besteed aan <strong>stad</strong>-randrelaties. T<strong>en</strong>slotte is er het<br />

K<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum <strong>Vlaamse</strong> Sted<strong>en</strong> in wi<strong>en</strong>s opdracht e<strong>en</strong> insteeknota voor het <strong>stad</strong>sregionale debat<br />

‘Bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> voor het <strong>stad</strong>sregionaal debat in Vlaander<strong>en</strong>’ (De Rynck & Voets, 2008) werd<br />

opgemaakt. Dit alles zorgt ervoor dat niet alle<strong>en</strong> de <strong>stad</strong>, maar ook de relatie tuss<strong>en</strong> de <strong>stad</strong> met<br />

de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> rond die <strong>stad</strong> <strong>sterke</strong>r op de ag<strong>en</strong>da kom<strong>en</strong> te staan.<br />

Op 18 november 2008 werd e<strong>en</strong> ‘Discussieplatform Raster<strong>stad</strong> - Stadsregionale Sam<strong>en</strong>werking’<br />

geïnstalleerd om de <strong>Vlaamse</strong> praktijk van <strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking te verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> om<br />

hierover aanbeveling<strong>en</strong> te formuler<strong>en</strong>. Met dit rapport word<strong>en</strong> pistes aangereikt die kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong><br />

tot e<strong>en</strong> beter aansluit<strong>en</strong> van de bestuurlijk-politieke op de maatschappelijke laag met het oog op<br />

<strong>sterke</strong>re sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>sterke</strong> <strong>stad</strong>sregio. Vlaander<strong>en</strong> is immers ge<strong>en</strong> eiland <strong>en</strong> sinds het Witboek<br />

sted<strong>en</strong>beleid van 2003 is m<strong>en</strong> er zich van bewust dat <strong>sterke</strong> sted<strong>en</strong> cruciaal zijn in de verdere<br />

ontwikkeling van Vlaander<strong>en</strong>.<br />

Dit rapport <strong>en</strong> de aanbeveling<strong>en</strong> vertrekk<strong>en</strong> van de ‘<strong>stad</strong>sregionale gesprekk<strong>en</strong>’ die in het<br />

discussieplatform zijn gevoerd. De getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in het platform <strong>en</strong> de discussies die hierover zijn<br />

gevoerd zijn de belangrijkste aanknopingspunt<strong>en</strong> om de <strong>stad</strong>sregionale wereld, zoals die vandaag<br />

leeft, zo goed als mogelijk te vatt<strong>en</strong>. Er was dus in ess<strong>en</strong>tie e<strong>en</strong> bottom up b<strong>en</strong>adering. Waar<br />

nodig <strong>en</strong> mogelijk zijn die getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> aangevuld met technische informatie. Het is niet de<br />

bedoeling om volledigheid na te strev<strong>en</strong>. Niet alle (pot<strong>en</strong>tiële) <strong>stad</strong>sregionale arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor<br />

iedere <strong>stad</strong> zijn in kaart gebracht. We zijn er wel van overtuigd dat de relevante feit<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

praktijk<strong>en</strong> aan bod zijn gekom<strong>en</strong> in de <strong>stad</strong>sregionale gesprekk<strong>en</strong>.<br />

Vooraan in het docum<strong>en</strong>t is er e<strong>en</strong> bundeling van de aanbeveling<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de kernbevinding<strong>en</strong><br />

met het overwegingskader. De aanbeveling<strong>en</strong> zijn besprok<strong>en</strong> op het discussieplatform maar<br />

bind<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel de auteurs van dit rapport.


21 Aanbeveling<strong>en</strong><br />

3<br />

Deze aanbeveling<strong>en</strong> creër<strong>en</strong> e<strong>en</strong> krachtige basis om de <strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking op de<br />

spor<strong>en</strong> te zett<strong>en</strong>. Sam<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> appeller<strong>en</strong>d kader dat mogelijkhed<strong>en</strong> aangeeft <strong>en</strong> creëert<br />

waarop <strong>stad</strong>sregio’s kunn<strong>en</strong> inspel<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarop Vlaander<strong>en</strong> kan inzett<strong>en</strong>.<br />

Het zijn principe-aanbeveling<strong>en</strong>, wat impliceert dat in e<strong>en</strong> vervolgtraject de concrete vormgeving,<br />

implem<strong>en</strong>tatie, tijdspad <strong>en</strong> transitieperiode verder moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgewerkt.<br />

De aanbeveling<strong>en</strong> start<strong>en</strong> met de explicitering van de uitgangshouding. Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> de<br />

aanbeveling<strong>en</strong> geord<strong>en</strong>d in 6 overkoepel<strong>en</strong>de thema’s. Vooreerst wordt het belang aangev<strong>en</strong> om<br />

rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met contextfactor<strong>en</strong>, de nood aan bestuurlijke vere<strong>en</strong>voudiging <strong>en</strong><br />

transparantie. Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> de <strong>stad</strong>sregionale strategieën gepres<strong>en</strong>teerd. Daarna wordt<br />

erop gewez<strong>en</strong> dat er nog veel in <strong>stad</strong>sregionale mobilisatie geïnvesteerd moet word<strong>en</strong>. Dan wordt<br />

stilgestaan bij het noodzakelijke <strong>Vlaamse</strong> kader voor <strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking. Er word<strong>en</strong><br />

ook 2 aanbeveling<strong>en</strong> geformuleerd over de financiering van de c<strong>en</strong>trumfuncties. Tot slot wordt de<br />

nood van e<strong>en</strong> vervolgtraject beklemtoond.<br />

Als leeswijzer gev<strong>en</strong> we mee dat elke aanbeveling start met de ess<strong>en</strong>tie, gevolgd door e<strong>en</strong> korte<br />

toelichting van de aanbeveling. Voor de meer grondige argum<strong>en</strong>tatie verwijz<strong>en</strong> we naar de<br />

kernbevinding<strong>en</strong> <strong>en</strong> het overwegingskader alsook het hoofdrapport.<br />

U ITGANGSHOUDING<br />

Vele facett<strong>en</strong> van de maatschappelijke laag functioner<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> hoger schaalniveau dan de<br />

c<strong>en</strong>trum<strong>stad</strong> of de randgeme<strong>en</strong>te. Burgers <strong>en</strong> private <strong>en</strong> (semi)publieke organisaties, zoals<br />

bedrijv<strong>en</strong>, midd<strong>en</strong>veldorganisaties, welzijns- <strong>en</strong> gezondheidsinstelling<strong>en</strong>, organiser<strong>en</strong> zich op <strong>en</strong><br />

id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> zich met e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale schaal. Het betreft facett<strong>en</strong> zoals won<strong>en</strong>, werk<strong>en</strong>,<br />

mobiliteit, cultuurbeleving, ontspanning, zorg, veiligheid, het gebruik van infrastructuur <strong>en</strong><br />

voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, <strong>en</strong>z. .<br />

De ontwikkeling aan de <strong>en</strong>e zijde van de geme<strong>en</strong>tegr<strong>en</strong>s kan daardoor niet verklaard word<strong>en</strong><br />

zonder de ontwikkeling aan de andere kant van de geme<strong>en</strong>tegr<strong>en</strong>s mee in beschouwing te<br />

nem<strong>en</strong>. Deze vaststelling geldt in feite in elke geografische context, maar is bijzonder in de<br />

<strong>stad</strong>sregio gezi<strong>en</strong> de int<strong>en</strong>siteit van de gr<strong>en</strong>soverstijg<strong>en</strong>de relaties. Vandaar dat de interacties in<br />

e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale context niet alle<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> verklaard maar vooral moet<strong>en</strong> aangepakt word<strong>en</strong><br />

op niveau van de <strong>stad</strong>sregio.<br />

Belangrijk is dat de aanbeveling<strong>en</strong> ervoor zorg<strong>en</strong> dat zowel de <strong>stad</strong>, de <strong>stad</strong>sregio, als<br />

Vlaander<strong>en</strong> hier versterkt uitkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo hun positie teg<strong>en</strong>over andere Europese regio’s <strong>en</strong><br />

sted<strong>en</strong> verbetert – één van de hoofddoelstelling van Vlaander<strong>en</strong> in Actie <strong>en</strong> het Pact 2020. Dit<br />

betek<strong>en</strong>t echter ook dat efficiënter omgesprong<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> met bestaande middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat<br />

e<strong>en</strong> hoger kwalitatief niveau van voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> voor de <strong>stad</strong>sregionale burger kan word<strong>en</strong> bereikt.


4<br />

De aanbeveling<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> zich naar de bestur<strong>en</strong>, zowel deze van <strong>stad</strong> <strong>en</strong> buurgeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, maar<br />

ev<strong>en</strong>zeer naar Vlaander<strong>en</strong>. De <strong>Vlaamse</strong> overheid moet immers e<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong> in het<br />

creër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> faciliter<strong>en</strong>d kader voor <strong>stad</strong>sregionale ontwikkeling <strong>en</strong> probleemaanpak.<br />

Vlaander<strong>en</strong> moet zelf ook de sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> de <strong>stad</strong>sregio’s meer c<strong>en</strong>traal stell<strong>en</strong> in haar beleid <strong>en</strong> ze<br />

moet e<strong>en</strong> <strong>sterke</strong>re <strong>stad</strong>sregionale <strong>en</strong> sectoroverstijg<strong>en</strong>de reflex creër<strong>en</strong> als ze <strong>stad</strong>sregionale<br />

herverdelingsvraagstukk<strong>en</strong> w<strong>en</strong>st op te loss<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> betere sturing wil realiser<strong>en</strong>.<br />

De aanbeveling<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> zich echter niet alle<strong>en</strong> tot op<strong>en</strong>bare bestur<strong>en</strong>. Ze richt<strong>en</strong> zich ook tot het<br />

maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld (in zijn ruimst mogelijke betek<strong>en</strong>is) <strong>en</strong> de georganiseerde <strong>en</strong> nietgeorganiseerde<br />

burger. Zij hebb<strong>en</strong> de belangrijke opdracht om <strong>stad</strong>sregionale<br />

belang<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> op de kaart te zett<strong>en</strong>, actief te ondersteun<strong>en</strong>, concrete strategieën te<br />

(help<strong>en</strong>) ontwikkel<strong>en</strong>, de politieke <strong>en</strong> bestuurlijke lag<strong>en</strong> onder druk te zett<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook betrokk<strong>en</strong> te<br />

zijn bij <strong>stad</strong>sregionaal debat <strong>en</strong> beleid.<br />

C ONTEXTFACTOREN, BESTUURLIJKE VEREENVOUDIGING EN TRANSPARANTIE ZIJN<br />

BELANGRIJKE UITGANGSPUNTEN<br />

Bekek<strong>en</strong> vanuit diverse invalshoek<strong>en</strong> zijn de <strong>stad</strong>sregio’s rond de 13 <strong>Vlaamse</strong> c<strong>en</strong>trumsted<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Brussel uniek. Werk<strong>en</strong> op maat van de regio, maar tegelijkertijd e<strong>en</strong> bestuurlijke vere<strong>en</strong>voudiging<br />

realiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de transparantie creër<strong>en</strong>, is de drievoudige uitdaging.<br />

Aanbeveling 1. S TADSREGIONALE SAMENWERKING OP MAAT VAN DE<br />

STADSREGIO<br />

De 14 verschill<strong>en</strong>de <strong>stad</strong>sregionale context<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kader waarbinn<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de<br />

oplossing<strong>en</strong> bestaan om op maat van elke <strong>stad</strong>sregio tot sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal<br />

handel<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>.<br />

De getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van <strong>stad</strong>sregionale actor<strong>en</strong> <strong>en</strong> de analyse van e<strong>en</strong> reeks experts br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

duidelijk naar vor<strong>en</strong> dat iedere <strong>stad</strong> <strong>en</strong> de inbedding ervan in de <strong>stad</strong>sregio, uniek zijn. Er zijn<br />

onder meer verschill<strong>en</strong> in de morfologie, de geografie, de historiek, de regionale, nationale,<br />

internationale <strong>en</strong> gr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>de inbedding, de bestuurlijke cultuur <strong>en</strong> de politieke<br />

verhouding<strong>en</strong>. Er zijn ook verschill<strong>en</strong> naargelang de beleidsdomein<strong>en</strong>. Deze verschill<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong><br />

ook voor e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d aanvoel<strong>en</strong> van de <strong>stad</strong>sregionale problematiek <strong>en</strong> de mogelijke<br />

richting<strong>en</strong> van aanpak ervan in de verschill<strong>en</strong>de <strong>stad</strong>sregio’s.<br />

Aanbeveling 2. G EEN COMPLEXERE BESTUURLIJKE ORGANISATIE<br />

De voorgestelde <strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werkingsmodell<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> aanleiding gev<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong><br />

nog complexere bestuurlijke <strong>en</strong> institutionele organisatie. De aanbeveling<strong>en</strong> gaan uit van<br />

maximaal drie politiek-bestuurlijke niveaus in Vlaander<strong>en</strong>.


5<br />

Daar waar e<strong>en</strong> nieuw <strong>stad</strong>sregionaal bestuur als sam<strong>en</strong>werkingsmodel wordt voorgesteld<br />

(Aanbeveling 6) impliceert dit het terugtred<strong>en</strong> van de provincie als politiek niveau op het<br />

territorium van de <strong>stad</strong>sregio.<br />

Aanbeveling 3. E EN TRANSPARANTE STADSREGIO<br />

De <strong>stad</strong>sregio als geografische schaal <strong>en</strong> als bestuursvorm di<strong>en</strong>t <strong>en</strong>erzijds e<strong>en</strong> antwoord te<br />

bied<strong>en</strong> op de nood van e<strong>en</strong> meer geïntegreerde gebiedsgerichte b<strong>en</strong>adering op <strong>stad</strong>sregionale<br />

schaal. Anderzijds betek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal handel<strong>en</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking ook e<strong>en</strong> vorm van<br />

schaalvergroting om voldo<strong>en</strong>de kritische massa <strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de capaciteit (zoals financiële<br />

middel<strong>en</strong>, m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, technische expertise) te realiser<strong>en</strong> voor de aanpak van complexe<br />

beleidsvraagstukk<strong>en</strong> in het gebied.<br />

Beleidsproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun mogelijke aanpak zijn meestal gek<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de<br />

complexiteit. Die complexiteit gaat gepaard met e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de technocratisering, specialisatie,<br />

sectoralisering <strong>en</strong> verkokering (huisvesting, natuur, economie, mobiliteit, infrastructuur, <strong>en</strong>z.).<br />

Deze ontwikkeling<strong>en</strong> stur<strong>en</strong> in grote mate de wijze waarop het huidig beleid tot stand komt. De<br />

meer geïntegreerde b<strong>en</strong>adering moet e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gewicht bied<strong>en</strong> voor <strong>en</strong> functioneert ook als<br />

kritische toets van e<strong>en</strong> al te sectorale <strong>en</strong> technocratische b<strong>en</strong>adering die nu domineert. De<br />

geïntegreerde b<strong>en</strong>adering op <strong>stad</strong>sregionale schaal zorgt ook voor e<strong>en</strong> hoger democratisch<br />

gehalte van de besluitvorming.<br />

<strong>E<strong>en</strong></strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de techniciteit impliceert de aanwezigheid van goed uitgebouwde ondersteun<strong>en</strong>de<br />

di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> op alle bestuurlijke niveaus. Het is echter e<strong>en</strong> feit dat op alle niveaus – <strong>en</strong> op het lokale<br />

niveau in het bijzonder - de bestuurskracht op de proef wordt gesteld. <strong>E<strong>en</strong></strong> gevolg is dat talrijke<br />

formele <strong>en</strong> informele netwerkachtige verband<strong>en</strong> als padd<strong>en</strong>stoel<strong>en</strong> uit de grond schiet<strong>en</strong>. Soms<br />

word<strong>en</strong> ze vanuit e<strong>en</strong> versnipperde gesectoraliseerde <strong>Vlaamse</strong> overheid ook opgelegd <strong>en</strong><br />

gesubsidieerd. Hierdoor is de problematiek van de controle <strong>en</strong> efficiëntie overduidelijk aanwezig.<br />

Via e<strong>en</strong> transparante schaalverruiming, met de verschill<strong>en</strong>de <strong>stad</strong>sregionale strategieën die in de<br />

volg<strong>en</strong>de sectie word<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>gezet, kan de noodzakelijke expertise op e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale<br />

schaal opgebouwd word<strong>en</strong>, gekoppeld aan de nodige democratische waarborg<strong>en</strong> om meer<br />

transparantie van <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>schap voor beleid <strong>en</strong> beheer mogelijk te mak<strong>en</strong>.<br />

S TRATEGIEËN VOOR STADSREGIONAAL HANDELEN<br />

De eerder aangehaalde eig<strong>en</strong>heid van elke <strong>stad</strong>sregio vraagt e<strong>en</strong> kader waarbinn<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de<br />

oplossing<strong>en</strong> bestaan om op maat van elke <strong>stad</strong>sregio tot <strong>stad</strong>sregionaal handel<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>. Het<br />

is daarom belangrijk om <strong>en</strong>erzijds e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>u van <strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werkingsvorm<strong>en</strong> aan te<br />

reik<strong>en</strong>. Anderzijds di<strong>en</strong>t de <strong>Vlaamse</strong> overheid zelf e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale reflex in te bouw<strong>en</strong> in haar<br />

beleid.<br />

Het hieronder gepres<strong>en</strong>teerde m<strong>en</strong>u vertrekt van de huidige bestuurlijke structuur met door<br />

<strong>Vlaamse</strong> stimuli ondersteunde vrijwillige <strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking. Gezi<strong>en</strong> de beperking<strong>en</strong><br />

moet, naast e<strong>en</strong> versterking van de vrijwillige sam<strong>en</strong>werking, echter ook ingezet word<strong>en</strong> op


6<br />

realisatie van concrete project<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ‘multi-level-governance’ setting, wat bijvoorbeeld kan<br />

bereikt word<strong>en</strong> in tijdelijke ad hoc instituties met concrete beleidsinhoud. Daarnaast moet de<br />

vorming van e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal bestuur word<strong>en</strong> mogelijk gemaakt omdat hierdoor ook<br />

bevoegdhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> middel<strong>en</strong>, die zich nu op lokaal, provinciaal <strong>en</strong> Vlaams niveau bevind<strong>en</strong>, aan<br />

dat bestuur kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> overgedrag<strong>en</strong>. Tot slot kunn<strong>en</strong> opgelegde fusies niet word<strong>en</strong><br />

uitgeslot<strong>en</strong> <strong>en</strong> vraagt de specifieke Brusselse context eig<strong>en</strong> oplossing<strong>en</strong> voor sam<strong>en</strong>werking.<br />

Aanbeveling 4. S TIMULEREN VAN VRIJWILLIGE STADSREGIONALE<br />

SAMENWERKING<br />

De vrijwillige sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> buurgeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op <strong>stad</strong>sregionale schaal moet<br />

sterk gestimuleerd word<strong>en</strong>.<br />

Vandaag is vrijwillige intergeme<strong>en</strong>telijke sam<strong>en</strong>werking de <strong>en</strong>ige mogelijke vorm van<br />

sam<strong>en</strong>werking in <strong>stad</strong>sregionaal verband. Dit rapport leert dat de vrijwillige sam<strong>en</strong>werking,<br />

behalve <strong>en</strong>kele uitzondering<strong>en</strong> van beperkte omvang, nauwelijks wordt ingezet om <strong>stad</strong>sregionale<br />

herverdeling of sturing te organiser<strong>en</strong>. Slechts in één <strong>stad</strong>sregionale context – de Turnhoutse<br />

regio – is e<strong>en</strong> formele Stadsregio opgericht die op e<strong>en</strong> aantal terrein<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>de<br />

sam<strong>en</strong>werking organiseert <strong>en</strong> bevordert, maar ook daar zijn (her-)verdelings- <strong>en</strong><br />

sturingsvraagstukk<strong>en</strong> niet opgelost. Dit zegt niets over het nut van intergeme<strong>en</strong>telijke<br />

sam<strong>en</strong>werking op zich, maar geeft wel de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> ervan aan op het vlak van herverdeling <strong>en</strong><br />

sturing. Vooral op het vlak van coördinatie <strong>en</strong> capaciteitsopbouw is er duidelijk wel e<strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tieel<br />

aanwezig, dat vandaag echter in de meeste <strong>stad</strong>sregio’s (uitzonderling is bv. Leiedal) slechts<br />

minimaal wordt b<strong>en</strong>ut.<br />

De gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van het model van vrijwillige sam<strong>en</strong>werking zijn zo scherp omdat de vrijwillige<br />

intergeme<strong>en</strong>telijke sam<strong>en</strong>werking zich per definitie tot die domein<strong>en</strong> beperkt <strong>en</strong> moet beperk<strong>en</strong><br />

die tot de geme<strong>en</strong>telijke bevoegdheidssfeer behor<strong>en</strong>. Dit impliceert dat vraagstukk<strong>en</strong> van<br />

herverdeling <strong>en</strong> sturing, die zich vandaag hoofdzakelijk op Vlaams niveau bevind<strong>en</strong>, nooit door<br />

vrijwillige intergeme<strong>en</strong>telijke sam<strong>en</strong>werking kunn<strong>en</strong> opgelost word<strong>en</strong>.<br />

Zelfs binn<strong>en</strong> de scherpe gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> moet de vrijwillige intergeme<strong>en</strong>telijke sam<strong>en</strong>werking<br />

gestimuleerd word<strong>en</strong>. Dit kan met gerichte inc<strong>en</strong>tives van de <strong>Vlaamse</strong> overheid.<br />

Bij vrijwillige sam<strong>en</strong>werking moet<strong>en</strong> wissel<strong>en</strong>de groep<strong>en</strong> van geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> mogelijk zijn, al<br />

naargelang het beleidsdomein of het project.<br />

Aanbeveling 5. ‘MULTI- LEVEL GOVERNANCE' VOOR CONCRETE<br />

STADSREGIONALE PROJECTEN<br />

Concrete <strong>stad</strong>sregionale project<strong>en</strong> zoals in de sfeer van ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing, mobiliteit <strong>en</strong><br />

(sociale) huisvesting, kunn<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> maar gerealiseerd word<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>spel van de<br />

betrokk<strong>en</strong> bestuurlijke niveaus in e<strong>en</strong> ‘multi-level governance’ setting. Dergelijk sam<strong>en</strong>spel vraagt<br />

ook e<strong>en</strong> duidelijk (al dan niet gedeeld) eig<strong>en</strong>aarschap <strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de professionele capaciteit (met


7<br />

name via stevige projectleiders <strong>en</strong> procesmanagers), onder meer ook om de maatschappelijke<br />

kracht<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> betrekk<strong>en</strong>. Onder de randvoorwaard<strong>en</strong> geformuleerd in Aanbeveling 3,<br />

kunn<strong>en</strong> dergelijke multi-level governance settings georganiseerd word<strong>en</strong> in tijdelijke, ad hoc<br />

instituties met e<strong>en</strong> concrete beleidsinhoud, waarin de belangrijke stakeholders word<strong>en</strong><br />

gemandateerd.<br />

De <strong>stad</strong>sregionale verhal<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> dat zelfs moeilijke project<strong>en</strong> soms gerealiseerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

omdat er e<strong>en</strong> duidelijk eig<strong>en</strong>aarschap aanwezig is dat lokaal of bov<strong>en</strong>lokaal wordt opgeëist. Dit<br />

eig<strong>en</strong>aarschap is belangrijk vanuit twee invalshoek<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste wordt zo de herk<strong>en</strong>baarheid <strong>en</strong><br />

de verantwoordelijkheid duidelijk, wat cruciaal is t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de maatschappelijke actor<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

de burger (dit geldt overig<strong>en</strong>s niet alle<strong>en</strong> voor project<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale context). T<strong>en</strong><br />

tweede vraagt het voer<strong>en</strong> van onderhandeling<strong>en</strong> dat onderhandelingskaders word<strong>en</strong> opgezet met<br />

e<strong>en</strong> duidelijk eig<strong>en</strong>aarschap, mandaat <strong>en</strong> terugkoppeling. Anders is het risico reëel dat de hele<br />

politieke machine e<strong>en</strong> parallel traject loopt.<br />

Ook het sam<strong>en</strong>spel van de verschill<strong>en</strong>de bestuurlijke niveaus is hierbij cruciaal. Dit impliceert e<strong>en</strong><br />

procesmatige b<strong>en</strong>adering van de sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> het lokale niveau, met<br />

naast degelijke onderhandelingskaders ook uitvoeringsstructur<strong>en</strong> (inclusief het managem<strong>en</strong>t met<br />

organisatorische <strong>en</strong> financiële vertaling - bv. rond afbak<strong>en</strong>ingsprocess<strong>en</strong> <strong>en</strong> ruimtelijke<br />

programma's of rond mobiliteit).<br />

Dit impliceert ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s dat deze sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> of instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op het <strong>Vlaamse</strong><br />

niveau word<strong>en</strong> opgevolgd <strong>en</strong> dat het <strong>Vlaamse</strong> niveau zich (her)organiseert om dit coher<strong>en</strong>t te<br />

kunn<strong>en</strong> opvolg<strong>en</strong>. Het is net op dit vlak dat het vandaag vaak grondig fout loopt. Stadsregionale<br />

project<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> vaak – zoniet vooral – oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> om afstemming <strong>en</strong> coördinatie te<br />

bewerkstellig<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> <strong>Vlaamse</strong> administraties onderling, zowel afdeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> departem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van<br />

verschill<strong>en</strong>de sector<strong>en</strong> (ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing, milieu, infrastructuur, landschap, <strong>en</strong>z.) als binn<strong>en</strong><br />

sector<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> provinciale buit<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> de c<strong>en</strong>trale administraties in Brussel<br />

anderzijds (Voets 2008). De kunst in dergelijk <strong>stad</strong>sregionaal project bestaat er dan in om de<br />

verschill<strong>en</strong>de beleids- <strong>en</strong> beheerscycli met elkaar te verbind<strong>en</strong>. Het betreft bijvoorbeeld de<br />

langetermijnplanning van de weg<strong>en</strong>administratie, de investeringsag<strong>en</strong>da van waterweg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

zeewez<strong>en</strong>, de instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor bosuitbreiding <strong>en</strong> het instrum<strong>en</strong>tarium van de <strong>Vlaamse</strong><br />

Landmaatschappij om e<strong>en</strong> aantal gebied<strong>en</strong> in te richt<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s welbepaalde procedures.<br />

Naast eig<strong>en</strong>aarschap <strong>en</strong> bestuurlijke sam<strong>en</strong>werking zijn tev<strong>en</strong>s stevige projectleiders <strong>en</strong><br />

procesmanagers nodig die de sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> de gezam<strong>en</strong>lijke procesmatige aanpak van<br />

<strong>stad</strong>sregionale project<strong>en</strong> <strong>en</strong> programma’s organiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> die ook de maatschappelijke kracht<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> betrekk<strong>en</strong>. In deze aanpak kan vanuit democratisch perspectief e<strong>en</strong> belangrijke<br />

meerwaarde ligg<strong>en</strong>, omdat de dominante politieke invloed<strong>en</strong> <strong>en</strong> allerlei vorm<strong>en</strong> van verdok<strong>en</strong><br />

lobbying beter kunn<strong>en</strong> opgevang<strong>en</strong> word<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> duidelijk platform in de <strong>stad</strong>sregio. Idealiter<br />

krijgt m<strong>en</strong> zo meer op<strong>en</strong>baarheid <strong>en</strong> wordt het politieke spel op het juiste niveau – de <strong>stad</strong>sregio –<br />

gespeeld. Daarnaast is het ook e<strong>en</strong> manier om druk te zett<strong>en</strong> op de al te sectorale b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong>.


8<br />

De <strong>stad</strong>sregionale project<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> sectorale kracht<strong>en</strong> van de <strong>Vlaamse</strong> overheid bij elkaar <strong>en</strong><br />

zett<strong>en</strong> van onderuit druk om meer geïntegreerd te werk te gaan<br />

Multi-level governance rond concrete project<strong>en</strong> kan opgezet word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> tijdelijke ad hoc<br />

institutie met concrete beleidsinhoud, waarin de belangrijke stakeholders met duidelijke mandat<strong>en</strong><br />

participer<strong>en</strong>. Zo is het duidelijk dat afbak<strong>en</strong>ingsdossiers, specifiek de realisatie van de ruimtelijke<br />

taakstelling<strong>en</strong>, alsook de mobiliteitsproblematiek concreet maar vooral complex zijn. Dit is niet<br />

alle<strong>en</strong> zo omwille van de <strong>stad</strong>sregionale problematiek van herverdeling <strong>en</strong> sturing, maar ook<br />

omwille van de veelheid van betrokk<strong>en</strong> stakeholders. <strong>E<strong>en</strong></strong> tijdelijke ad hoc constructie maakt het<br />

ook mogelijk om e<strong>en</strong> zekere mate van verzakelijking van de aan te pakk<strong>en</strong> problematiek te<br />

verkrijg<strong>en</strong>. Er ontstaat e<strong>en</strong> forum om bijvoorbeeld tot e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke probleemdefinitie<br />

te kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> om standpunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> belang<strong>en</strong> meer te objectiver<strong>en</strong> (bijvoorbeeld via objectief<br />

cijfermateriaal). Dit impliceert wel e<strong>en</strong> vorm van (bestuurlijke) zelfstandigheid in het kunn<strong>en</strong><br />

nem<strong>en</strong> van beslissing<strong>en</strong> <strong>en</strong> het kunn<strong>en</strong> uitwerk<strong>en</strong> van voorstell<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> mandaat.<br />

Verder moet<strong>en</strong> de stakeholders uiteraard ook de doelstelling<strong>en</strong> van het geme<strong>en</strong>schappelijk<br />

project ondersteun<strong>en</strong> <strong>en</strong> het eig<strong>en</strong>belang van de individuele organisatie verbind<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong><br />

gedeeld belang in het project.<br />

Aanbeveling 6. E EN STADSREGIONAAL BESTUUR MOGELIJK MAKEN<br />

De vorming van e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal bestuur moet word<strong>en</strong> mogelijk gemaakt. Op niveau van de<br />

<strong>stad</strong>sregio wordt zo het strategisch beleid sam<strong>en</strong>gebracht dat e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale aanpak nodig<br />

heeft. Het betreft e<strong>en</strong> structuur met toegewez<strong>en</strong> bevoegdhed<strong>en</strong> of geslot<strong>en</strong> taakstelling die als<br />

strategische beleidsveld<strong>en</strong> zeker het won<strong>en</strong>, de mobiliteit, de ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing, werk <strong>en</strong><br />

ondernem<strong>en</strong> moet omvatt<strong>en</strong>. In sam<strong>en</strong>spraak kunn<strong>en</strong> ook andere materies, op maat van de<br />

<strong>stad</strong>sregio, op niveau van de <strong>stad</strong>sregio gebracht word<strong>en</strong>.<br />

Dit impliceert dat in de betrokk<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregio e<strong>en</strong> democratisch gelegitimeerd <strong>stad</strong>sregionaal<br />

bestuur wordt gevormd met e<strong>en</strong> geografische gr<strong>en</strong>s waarbinn<strong>en</strong> de gedefinieerde strategische<br />

beleidsveld<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ontwikkeld. Vanzelfsprek<strong>en</strong>d di<strong>en</strong>t er ook e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de kritische massa te<br />

word<strong>en</strong> bereikt.<br />

De bevoegdhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> middel<strong>en</strong>, met betrekking tot de g<strong>en</strong>oemde strategische <strong>stad</strong>sregionale<br />

beleidsdomein<strong>en</strong>, die zich vandaag situer<strong>en</strong> bij de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, de provincies <strong>en</strong> het <strong>Vlaamse</strong><br />

niveau word<strong>en</strong> toegewez<strong>en</strong> aan het <strong>stad</strong>sregionaal bestuur. Aldus krijgt het <strong>stad</strong>sregionaal<br />

bestuur ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s uitvoer<strong>en</strong>de bevoegdhed<strong>en</strong> voor die materies. ‘Kleine’ bestuurlijke tak<strong>en</strong> die<br />

ge<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale dim<strong>en</strong>sie hebb<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> bij de huidige geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Het <strong>stad</strong>sregionaal<br />

bestuur sluit ev<strong>en</strong>min uit dat er omtr<strong>en</strong>t allerlei andere aspect<strong>en</strong> intergeme<strong>en</strong>telijk of publiekprivaat<br />

wordt sam<strong>en</strong>gewerkt. Dit betreft zowel sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de<br />

<strong>stad</strong>sregio als tuss<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de <strong>stad</strong>sregio <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> daarbuit<strong>en</strong>.


9<br />

Zoals gezegd impliceert de installatie van e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal bestuur het terugtred<strong>en</strong> van de<br />

provincie als politiek niveau op het territorium van de <strong>stad</strong>sregio. Tev<strong>en</strong>s treedt de <strong>Vlaamse</strong><br />

overheid terug voor die materies die zij aan de <strong>stad</strong>sregio heeft overgedrag<strong>en</strong>.<br />

Het is dus duidelijk dat de vorming van e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal bestuur heel wat meer mogelijkhed<strong>en</strong><br />

biedt dan de vrijwillige sam<strong>en</strong>werking. Deze laatste is immers beperkt tot de lokale<br />

bevoegdhed<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal bestuur word<strong>en</strong> de bevoegdhed<strong>en</strong> verruimd met<br />

bevoegdhed<strong>en</strong> die nu op provinciaal <strong>en</strong> Vlaams niveau gesitueerd zijn.<br />

Aanbeveling 7. O PGELEGDE FUSIE NIET UITSLUITEN<br />

<strong>E<strong>en</strong></strong> opgelegde fusie mag niet word<strong>en</strong> uitgeslot<strong>en</strong> in gevall<strong>en</strong> waar er e<strong>en</strong> manifeste fysieke <strong>en</strong><br />

functionele integratie bestaat.<br />

De mogelijkheid van vrijwillige fusies bestaat al, maar is tot op hed<strong>en</strong> niet toegepast. In evid<strong>en</strong>te<br />

situaties mag e<strong>en</strong> opgelegde fusie niet word<strong>en</strong> uitgeslot<strong>en</strong>. In bepaalde gevall<strong>en</strong> is er inderdaad<br />

sprake van e<strong>en</strong> fysieke <strong>en</strong> functionele integratie die overig<strong>en</strong>s dikwijls ook al aanwezig was t<strong>en</strong><br />

tijde van de fusie van de jar<strong>en</strong> 1970.<br />

Zowel in het geval van de vrijwillige als de opgelegde fusie kan e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>malige financiële bonus<br />

word<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> natuurlijk de nodige overgangsmaatregel<strong>en</strong> (zoals op het vlak van<br />

politiek <strong>en</strong> ambtelijk personeel) getroff<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Aanbeveling 8. B RUSSEL<br />

De in Aanbeveling 5 naar vor<strong>en</strong> geschov<strong>en</strong> multi-level governance aanpak lijkt ook voor de<br />

Brusselse context e<strong>en</strong> oplossing omdat e<strong>en</strong> coher<strong>en</strong>te aanpak van de<br />

gewestgr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>de <strong>stad</strong>sregionale problem<strong>en</strong> op bestuurlijk niveau kan gebaat zijn bij<br />

e<strong>en</strong> verzakelijking. <strong>E<strong>en</strong></strong> ad hoc structuur laat in principe toe om los te kom<strong>en</strong> van de<br />

communautaire <strong>en</strong> bipolaire context zodat problem<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> meer bestuurlijke in plaats van<br />

e<strong>en</strong> vooral politieke invalshoek word<strong>en</strong> aangepakt.<br />

Verder is het belangrijk dat e<strong>en</strong> reeks van kleine gewestgr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>de voorbeeld<strong>en</strong> wordt<br />

gecreëerd van sam<strong>en</strong>werking op geme<strong>en</strong>telijk niveau in e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale context.<br />

Gezi<strong>en</strong> de specifiek institutionele context ontbreekt het hier nog meer dan in andere <strong>stad</strong>sregio’s<br />

aan e<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>de aanpak. Er is daardoor e<strong>en</strong> suboptimaal beheer van de <strong>stad</strong>sregio<br />

<strong>en</strong> er ontstaat – versterkt door de institutionele <strong>en</strong> communautaire constellatie <strong>en</strong> gewild of niet -<br />

e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> <strong>stad</strong> <strong>en</strong> rand.<br />

Het schaalniveau waarop die verzakelijking zich moet afspel<strong>en</strong> zal voor sommige thema’s<br />

ongetwijfeld e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal of zelfs hoger karakter hebb<strong>en</strong>. Aan de andere kant is het<br />

duidelijk dat e<strong>en</strong> probleem van e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>richtingsstraat in de rand van Brussel of van Antwerp<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong>zelfde schaalniveau is. Dit impliceert het gewestgr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>d sam<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> van (de<br />

administraties van) twee of meerdere geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.


Aanbeveling 9. S TADSREGIONALE FOCUS INTRODUCEREN IN RELEVANTE<br />

BELEIDSVELDEN<br />

10<br />

Het is belangrijk dat de <strong>stad</strong>sregionale focus in alle relevante beleidssector<strong>en</strong> wordt ingebouwd.<br />

Waar de 5 vorige aanbeveling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>u pres<strong>en</strong>teerd<strong>en</strong> voor <strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking, zet<br />

deze aanbeveling in op de versterking van e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale strategie op Vlaams niveau. Het<br />

sted<strong>en</strong>beleid moet hier als trekker funger<strong>en</strong>, maar dit is duidelijk niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> opdracht van het<br />

sted<strong>en</strong>beleid. De impact van de sector<strong>en</strong> op het vlak van stedelijke <strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale<br />

ontwikkeling is immers vele mal<strong>en</strong> groter dan wat met het sted<strong>en</strong>beleid kan bereikt word<strong>en</strong>.<br />

Het betreft dan de introductie van e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale herverdeling, sturing <strong>en</strong> coördinatie in<br />

beleidsveld<strong>en</strong> zoals mobiliteit, infrastructuur, cultuur, zorg, onderwijs, <strong>en</strong>z. . Dit impliceert dat<br />

acties of investering<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verdeling van goeder<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

<strong>stad</strong>sregionale dim<strong>en</strong>sie ook op dat schaalniveau word<strong>en</strong> ontwikkeld.<br />

S TADSREGIONALE MOBILISATIE EN DYNAMIEK<br />

De <strong>stad</strong>sregionale getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> dat niet iedere <strong>stad</strong> of buurgeme<strong>en</strong>te actief bezig is met de<br />

<strong>stad</strong>sregionale problematiek. Dit kan verschill<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Ofwel heeft m<strong>en</strong> al last<br />

g<strong>en</strong>oeg met de interne organisatie; ofwel is het wantrouw<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> <strong>stad</strong> <strong>en</strong> rand te groot; ofwel<br />

vindt m<strong>en</strong> als <strong>stad</strong> of randgeme<strong>en</strong>te dat m<strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>werking (financieel) niet nodig heeft; ofwel<br />

wil m<strong>en</strong> zijn eig<strong>en</strong> gang gaan zonder afweging<strong>en</strong> te moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal<br />

verband. In alle gevall<strong>en</strong> vergeet m<strong>en</strong> echter dat in de realiteit verschill<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong> van de<br />

maatschappelijke laag op e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal schaalniveau functioner<strong>en</strong>, wat impliceert dat op dat<br />

niveau beleid <strong>en</strong> beheer noodzakelijk is.<br />

Aanbeveling 10. V LAANDEREN MOET STEDEN EN STADSREGIO’ S EEN<br />

PROMINENTERE PLAATS GEVEN IN HET BELEID<br />

Onze <strong>Vlaamse</strong> sted<strong>en</strong> zijn op e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>tum aanbeland waar m<strong>en</strong> keuzes moet mak<strong>en</strong>. Onze<br />

regionale sted<strong>en</strong> zijn te klein om groot te zijn <strong>en</strong> te groot om klein te zijn. Naast e<strong>en</strong> interne<br />

<strong>Vlaamse</strong> strategie impliceert dit ook <strong>sterke</strong> aandacht voor de internationale context van de<br />

<strong>Vlaamse</strong> sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregio’s.<br />

De rol van de sted<strong>en</strong> komt slechts beperkt aan bod in de strategische docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van<br />

Vlaander<strong>en</strong> in Actie <strong>en</strong> het Pact 2020. De vorming van <strong>sterke</strong> sted<strong>en</strong> in <strong>sterke</strong> <strong>stad</strong>sregio’s heeft<br />

e<strong>en</strong> <strong>sterke</strong>re vertaling nodig in beleidsstrategieën die de toekomst van Vlaander<strong>en</strong> op<br />

middellange <strong>en</strong> lange termijn c<strong>en</strong>traal stell<strong>en</strong>.<br />

De interne <strong>Vlaamse</strong> staatshervorming waarvan sprake in ViA zal e<strong>en</strong> nieuwe positionering van de<br />

bestuurlijke lag<strong>en</strong> in de context van <strong>stad</strong>sregio’s moet<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>.<br />

Belangrijk is ook dat de opbouw van <strong>sterke</strong> sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>sterke</strong> <strong>stad</strong>sregio’s niet stopt aan de<br />

gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong>. De uitwerking van e<strong>en</strong> strategie hiervoor verliest dan ook aan waarde


11<br />

indi<strong>en</strong> abstractie zou gemaakt word<strong>en</strong> van de interregionale <strong>en</strong> internationale inbedding <strong>en</strong><br />

interacties.<br />

Aanbeveling 11. I NVESTEER IN DE BOTTOM UP ONTWIKKELING VAN COHERENTE<br />

GEDRAGEN STADSREGIONALE VERHALEN<br />

Aan bottom up ontwikkelde visies <strong>en</strong> strategieën moet e<strong>en</strong> grote kracht word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d. De<br />

<strong>Vlaamse</strong> overheid moet sam<strong>en</strong> met de maatschappelijke stakeholders dan ook sterk invester<strong>en</strong> in<br />

de ontwikkeling van coher<strong>en</strong>te <strong>stad</strong>sregionale verhal<strong>en</strong>.<br />

De getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van <strong>stad</strong>sregionale actor<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> dat er vandaag nerg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong><br />

<strong>stad</strong>sregionale visie bestaat. De belang<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> zijn weggestopt achter lokaal belang.<br />

In sted<strong>en</strong> waar aspect<strong>en</strong> van <strong>stad</strong>sregionale dim<strong>en</strong>sie zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het bestuursakkoord<br />

blijkt dat het in de praktijk niet van de grond komt <strong>en</strong> beperkt de interactie met de buurgeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

zich tot het ad hoc overleg bij concrete gr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>de problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verplichte<br />

adviesmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> -procedures.<br />

Nochtans kan de betek<strong>en</strong>is van e<strong>en</strong> lange termijn visie niet onderschat word<strong>en</strong>. In de constructie<br />

van deze lange termijn visie is complem<strong>en</strong>tariteit op <strong>stad</strong>sregionaal schaalniveau - tuss<strong>en</strong> <strong>stad</strong> <strong>en</strong><br />

de overige geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> – e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal thema. Het is hierbij ondermeer nodig om het ambiti<strong>en</strong>iveau<br />

van de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de <strong>stad</strong>sregio op elkaar af te stell<strong>en</strong>.<br />

Naast complem<strong>en</strong>tariteit is de opbouw van belang<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal<br />

draagvlak te creër<strong>en</strong> cruciaal. In iedere <strong>stad</strong>sregio bestaat er e<strong>en</strong> vorm van <strong>stad</strong>sregionale<br />

herk<strong>en</strong>ning, ook al is die bijvoorbeeld in e<strong>en</strong> grootstedelijke context zoals Antwerp<strong>en</strong> diffuus. Om<br />

de bov<strong>en</strong>lokale belang<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schap verder te ontwikkel<strong>en</strong> is er e<strong>en</strong> lange termijn strategie<br />

noodzakelijk, niet om deze op te legg<strong>en</strong> maar wel om deze organisch te lat<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>. Het<br />

overtuig<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> stakeholders <strong>en</strong> burgers is hierbij minst<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong> belangrijk als het<br />

positioner<strong>en</strong> van de <strong>stad</strong>sregio t<strong>en</strong> opzichte van de buit<strong>en</strong>wereld. Het gaat hier dan niet over<br />

oppervlakkige city(regio) marketing acties, maar om e<strong>en</strong> diepgaande m<strong>en</strong>taliteitswijziging <strong>en</strong> de<br />

creatie van id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op <strong>stad</strong>sregionale schaal.<br />

Het is tot slot nodig om alle geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te overtuig<strong>en</strong> van de voordel<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking<br />

kan bied<strong>en</strong> <strong>en</strong> om sam<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke visie te gaan. <strong>E<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong>thousiasmer<strong>en</strong>d<br />

verhaal alle<strong>en</strong> is echter onvoldo<strong>en</strong>de. Winst <strong>en</strong> verlies word<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong>maal berek<strong>en</strong>d binn<strong>en</strong> de<br />

eig<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>tegr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>: de geme<strong>en</strong>tegr<strong>en</strong>s is vooralsnog e<strong>en</strong> harde gr<strong>en</strong>s. Visieontwikkeling<br />

blijkt daarom erg verwev<strong>en</strong> met het creër<strong>en</strong> van concreet te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke<br />

belang<strong>en</strong>. Het gaat hier over win-win situaties zowel individueel als <strong>stad</strong>sregionaal, over<br />

verbetering van de kwaliteit van de voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> van het bestuur. Visie, onderhandeling <strong>en</strong><br />

realisatie moet<strong>en</strong> daarom in elkaar verwev<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>.<br />

Aanbeveling 12. D E CENTRUMSTEDEN MOETEN LEIDERSCHAP TONEN<br />

De c<strong>en</strong>trumsted<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> leiderschap ton<strong>en</strong> bij het opzett<strong>en</strong> van <strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking.


12<br />

Slechts e<strong>en</strong> aantal sted<strong>en</strong> zijn min of meer actief bezig met facett<strong>en</strong> van de <strong>stad</strong>sregionale<br />

problematiek. De getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> dat als e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trum<strong>stad</strong> resoluut zou gaan voor e<strong>en</strong><br />

<strong>stad</strong>sregionale b<strong>en</strong>adering, dit veel weerstand in de omgeving (zal) oproept(<strong>en</strong>). Toch zou de<br />

c<strong>en</strong>trum<strong>stad</strong> hier de motorfunctie moet<strong>en</strong> opnem<strong>en</strong>, maar met e<strong>en</strong> zekere terughoud<strong>en</strong>dheid <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> attitude die het wantrouw<strong>en</strong> doet afnem<strong>en</strong>, waardoor e<strong>en</strong> onderhandeld leiderschap kan<br />

ontstaan. Naast e<strong>en</strong> zekere terughoud<strong>en</strong>dheid <strong>en</strong> op<strong>en</strong> houding vanuit de <strong>stad</strong> is ev<strong>en</strong>zeer e<strong>en</strong><br />

op<strong>en</strong> geest bij buurgeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> noodzakelijk om mee te stapp<strong>en</strong> in het <strong>stad</strong>sregionale verhaal. Dit<br />

kan ondermeer ondersteund word<strong>en</strong> door de verduidelijking van het geme<strong>en</strong>schappelijk belang op<br />

korte <strong>en</strong> lange termijn, door concrete project<strong>en</strong>, door de betrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> de druk die uitgaat van<br />

de ontwikkeling<strong>en</strong> in de maatschappelijke laag.<br />

Aanbeveling 13. H ET GEORGANISEERDE MIDDENVELD MOET ACTIEF MEDE-<br />

EIGENAARSCHAP TONEN<br />

De stakeholders van het maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld moet<strong>en</strong> actief hun verantwoordelijkheid<br />

nem<strong>en</strong> in de ontwikkeling van <strong>stad</strong>sregionale strategieën. Ze moet<strong>en</strong> (mede-)trekker word<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

druk legg<strong>en</strong> op het politieke milieu.<br />

De (bestur<strong>en</strong> van de) c<strong>en</strong>trumsted<strong>en</strong> zijn ge<strong>en</strong> autonome eig<strong>en</strong>aars van de <strong>stad</strong>sregionale<br />

problem<strong>en</strong> die hun grondgebied (kunn<strong>en</strong>) overschrijd<strong>en</strong>. Gezi<strong>en</strong> hun oorsprong in de<br />

maatschappelijke laag is het vanzelfsprek<strong>en</strong>d dat het maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld wordt<br />

betrokk<strong>en</strong>, vermits zij het mede-eig<strong>en</strong>aarschap van de <strong>stad</strong>sregionale problematiek alsook van de<br />

oplossing<strong>en</strong> ervoor kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> opeis<strong>en</strong>.<br />

Het gaat dan over het ‘traditioneel’ georganiseerde midd<strong>en</strong>veld dat vandaag reeds (in pot<strong>en</strong>tie)<br />

e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale focus hanteert zoals sommige Resoc, het sociaal-economisch midd<strong>en</strong>veld,<br />

onderwijs, zorg, <strong>en</strong>z. . Het gaat ook over het informeel werk<strong>en</strong>de midd<strong>en</strong>veld of<br />

midd<strong>en</strong>veldbeweging<strong>en</strong> die niet in klassieke midd<strong>en</strong>veld te vatt<strong>en</strong> zijn (zie ook Aanbeveling 14).<br />

Aanbeveling 14. D E BURGER ACTIEF BETREKKEN ALS COPRODUCENT<br />

<strong>E<strong>en</strong></strong> model van <strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking moet naast het bestuurlijk <strong>en</strong> het georganiseerd<br />

midd<strong>en</strong>veldperspectief ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de burger actief betrekk<strong>en</strong>.<br />

De burger is niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>regionale consum<strong>en</strong>t maar ev<strong>en</strong>zeer e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale<br />

coproduc<strong>en</strong>t. Het is de combinatie van aanbod aan c<strong>en</strong>trumfuncties <strong>en</strong> geografische actieruimte<br />

van de burger die aan de basis ligt van de huidige <strong>stad</strong>sregionale realiteit. Het spreekt dan ook<br />

vanzelf dat de ontwikkeling van e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal kader ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> actieve participatie van<br />

de burger op dat schaalniveau impliceert. Dit kan zowel gaan over e<strong>en</strong> formele betrokk<strong>en</strong>heid bij<br />

concrete dossiers, zoals <strong>stad</strong>sregionale mobiliteit, natuur- <strong>en</strong> milieubeleid (bv <strong>stad</strong>sbos),<br />

afbak<strong>en</strong>ingsdossiers <strong>en</strong> de concrete programma’s ervoor. Dit kan ev<strong>en</strong>zeer betrekking hebb<strong>en</strong> op<br />

de actieve ondersteuning van minder formele betrokk<strong>en</strong>heid zoals <strong>stad</strong>s(regionale) blogs of<br />

magazines <strong>en</strong> dergelijke meer.


13<br />

In deze context moet er trouw<strong>en</strong>s op gewez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat het onderscheid tuss<strong>en</strong><br />

georganiseerde <strong>en</strong> niet-georganiseerde burger, ondermeer als gevolg van de digitale<br />

mogelijkhed<strong>en</strong>, sterk vervaagt. Omdat de burger steeds mondiger wordt <strong>en</strong> zich door ondermeer<br />

de digitale mogelijkhed<strong>en</strong> organiseert, word<strong>en</strong> problematiek<strong>en</strong> die de burger rak<strong>en</strong> finaal toch op<br />

de ag<strong>en</strong>da gezet. M<strong>en</strong> kan dergelijke process<strong>en</strong> dan ook beter actief organiser<strong>en</strong>, wat mete<strong>en</strong> het<br />

draagvlak voor <strong>stad</strong>sregionale actie kan vergrot<strong>en</strong>.<br />

E EN V LAAMS KADER VOOR STADSREGIONALE SAMENWERKING<br />

Dit rapport had niet tot doel om de kernbevinding<strong>en</strong> <strong>en</strong> de aanbeveling<strong>en</strong> ook al door te vertal<strong>en</strong><br />

naar e<strong>en</strong> concreet instrum<strong>en</strong>tarium. Hieronder zijn er wel al e<strong>en</strong> aantal aanzett<strong>en</strong> als logische<br />

doortrekking van de kernbevinding<strong>en</strong> <strong>en</strong> de aanbeveling<strong>en</strong>.<br />

Om e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal bestuur mogelijk te mak<strong>en</strong> is het zeker belangrijk dat e<strong>en</strong> basis wordt<br />

gelegd in e<strong>en</strong> kaderdecreet. Naast gerichte stimuli voor de verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van<br />

<strong>stad</strong>sregionaal handel<strong>en</strong> is het ook belangrijk dat e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale focus in relevante<br />

beleidsveld<strong>en</strong> wordt ingebouwd in de diverse <strong>Vlaamse</strong> instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Het is wel duidelijk dat deze instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> nog verder moet<strong>en</strong> uitgewerkt word<strong>en</strong>.<br />

Aanbeveling 15. K ADERDECREET STADSREGIONAAL BESTUUR<br />

De basis voor het <strong>stad</strong>sregionaal bestuur moet gelegd word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> Vlaams kaderdecreet<br />

<strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking.<br />

Aanbeveling 6 stuurt aan op de vorming van e<strong>en</strong> democratisch gelegitimeerd <strong>stad</strong>sregionaal<br />

bestuur, zonder ev<strong>en</strong>wel te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> complexere bestuurlijke organisatie. Het kaderdecreet<br />

schept dan de basis voor de vorming van e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal bestuur. Het bepaalt e<strong>en</strong> aantal<br />

kernelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, met name de strategische beleidsveld<strong>en</strong> die op het <strong>stad</strong>sregionaal niveau word<strong>en</strong><br />

gebracht <strong>en</strong> de criteria waaraan <strong>stad</strong>sregio’s di<strong>en</strong><strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong>. Tev<strong>en</strong>s stelt dit decreet dat bij de<br />

vorming van e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal bestuur de provincies terugtred<strong>en</strong> als politiek niveau voor het<br />

territorium van de <strong>stad</strong>sregio <strong>en</strong> dat Vlaander<strong>en</strong> terugtreedt voor de overgedrag<strong>en</strong> bevoegdhed<strong>en</strong>.<br />

Het kaderdecreet di<strong>en</strong>t zo te word<strong>en</strong> ontworp<strong>en</strong> dat geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, naast de gedefinieerde<br />

strategische beleidsveld<strong>en</strong>, ook zelf kunn<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong> om bijkom<strong>en</strong>de bevoegdhed<strong>en</strong> over te<br />

drag<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal bestuur.<br />

Aanbeveling 16. G ERICHTE STIMULI EN OPVOLGINGSCRITERIA VOOR DE<br />

VERSCHILLENDE VORMEN VAN STADSREGIONAAL HANDELEN<br />

De <strong>Vlaamse</strong> overheid moet gerichte financiële stimuli voorzi<strong>en</strong> voor de verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van<br />

<strong>stad</strong>sregionaal handel<strong>en</strong> <strong>en</strong> hierbij opvolgingscriteria hanter<strong>en</strong> die ervoor zorg<strong>en</strong> dat ook de<br />

doelstelling<strong>en</strong> van de <strong>Vlaamse</strong> overheid word<strong>en</strong> bereikt.


14<br />

Aanbeveling 4 tot Aanbeveling 8 zett<strong>en</strong> in op verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van <strong>stad</strong>sregionaal handel<strong>en</strong>.<br />

<strong>E<strong>en</strong></strong> globale vaststelling is dat die vandaag echter minimaal (kunn<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> ingezet op het vlak<br />

van <strong>stad</strong>sregionale coördinatie, capaciteitsopbouw, herverdeling <strong>en</strong> sturing.<br />

Het in vorige aanbeveling voorgestelde kaderdecreet geeft al de basis voor het <strong>stad</strong>sregionaal<br />

bestuur (Aanbeveling 6). Als m<strong>en</strong> de andere vorm<strong>en</strong> van <strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking wil zi<strong>en</strong><br />

groei<strong>en</strong>, dan zull<strong>en</strong> gerichte stimuli nodig zijn. Deze stimuli zijn zodanig dat ze de verschill<strong>en</strong>de<br />

vorm<strong>en</strong> van <strong>stad</strong>sregionaal handel<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>, bevorder<strong>en</strong> <strong>en</strong> bevoordel<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van<br />

situaties waar dit niet gebeurt. De terrein<strong>en</strong> waarvoor m<strong>en</strong> die stimuli ontwikkelt kunn<strong>en</strong> in het<br />

verl<strong>en</strong>gde ligg<strong>en</strong> van deze waarop m<strong>en</strong> op Vlaams niveau e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale focus inbouwt (zie<br />

volg<strong>en</strong>de aanbeveling).<br />

Het voorzi<strong>en</strong> van de noodzakelijke <strong>stad</strong>sregionale middel<strong>en</strong> kan bijvoorbeeld via:<br />

o Het voorzi<strong>en</strong> van fonds<strong>en</strong>vorming voor <strong>stad</strong>sregionale programma’s. De<br />

sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> stort<strong>en</strong> bv. in verhouding tot aantal inwoners.<br />

Vlaander<strong>en</strong> stort ev<strong>en</strong>veel op voorwaarde dat de <strong>stad</strong>sregio eerst beweegt.<br />

o Het voorzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal fonds.<br />

o Het bundel<strong>en</strong> van <strong>Vlaamse</strong> middel<strong>en</strong> voor bepaalde project<strong>en</strong> of domein<strong>en</strong> op<br />

<strong>stad</strong>sregionaal niveau (bv. voor zwembad<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>).<br />

Verder di<strong>en</strong><strong>en</strong> in het door de <strong>Vlaamse</strong> overheid aangereikte kader voor de verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong><br />

van <strong>stad</strong>sregionaal handel<strong>en</strong> opvolgingscriteria te word<strong>en</strong> ingebouwd die ervoor zorg<strong>en</strong> dat ook<br />

de doelstelling<strong>en</strong> van de <strong>Vlaamse</strong> overheid word<strong>en</strong> bereikt.<br />

Verder zijn er minst<strong>en</strong>s drie criteria waaraan de aanmoedigingsmechanism<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>.<br />

Vooreerst moet er e<strong>en</strong> modulering bestaan waarbij de beste vorm van sam<strong>en</strong>werking ook de<br />

beste ondersteuning krijgt. Voorts kan niet e<strong>en</strong>der welke vorm van sam<strong>en</strong>werking word<strong>en</strong><br />

ondersteund. Gezi<strong>en</strong> de invalshoek moet de <strong>stad</strong>-rand relatie c<strong>en</strong>traal staan <strong>en</strong> kan er ge<strong>en</strong><br />

situatie ontstaan waarbij de (rand)geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong> de c<strong>en</strong>trum<strong>stad</strong><br />

hierbij doelbewust links laat ligg<strong>en</strong>. T<strong>en</strong>slotte moet het systeem zodanig zijn dat sted<strong>en</strong> die<br />

<strong>stad</strong>sregionaal sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> hier voordeel uithal<strong>en</strong> in vergelijking met sted<strong>en</strong> die <strong>stad</strong>sregionale<br />

sam<strong>en</strong>werking weiger<strong>en</strong>.<br />

De <strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking is in ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel sc<strong>en</strong>ario e<strong>en</strong> vrijblijv<strong>en</strong>de oef<strong>en</strong>ing. De<br />

opvolgingscriteria word<strong>en</strong> best ingevuld vanuit twee invalshoek<strong>en</strong>: efficiënt bestuur <strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>wichtige verdeling van last<strong>en</strong> <strong>en</strong> lust<strong>en</strong>. Dit laatste betreft niet alle<strong>en</strong> het financiële vraagstuk<br />

van de financiering van de c<strong>en</strong>trumfuncties. Het gaat ook over e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtige verdeling van<br />

<strong>stad</strong>sregionale functies die toegankelijk moet<strong>en</strong> zijn voor de <strong>stad</strong>sregionale burger in <strong>stad</strong> <strong>en</strong><br />

rand.


Aanbeveling 17. I NSTRUMENTEN VOOR VERSTERKING VAN DE STADSREGIONALE<br />

15<br />

FOCUS OP V LAAMS NIVEAU<br />

Naast e<strong>en</strong> gerichte ondersteuning van de verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van <strong>stad</strong>sregionaal handel<strong>en</strong><br />

impliceert e<strong>en</strong> grotere <strong>stad</strong>sregionale focus in het Vlaams beleid (zie Aanbeveling 9) dat ook in de<br />

bestaande instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> middel<strong>en</strong> - waar relevant - <strong>stad</strong>sregionale herverdeling <strong>en</strong> sturing<br />

c<strong>en</strong>traal wordt gesteld.<br />

Aanbeveling 17.1 I NSTRUMENTEN BINNEN HET STEDENBELEID<br />

Het sted<strong>en</strong>beleid moet als trekker funger<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale coördinatie, herverdeling <strong>en</strong><br />

sturing te bevorder<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t ondermeer:<br />

o De huidige <strong>stad</strong>smonitor verruim<strong>en</strong> of herinterpreter<strong>en</strong> vanuit de <strong>stad</strong>sregionale focus zoals<br />

de resultat<strong>en</strong> van 2008 al voor e<strong>en</strong> aantal terrein<strong>en</strong> zijn gepres<strong>en</strong>teerd in e<strong>en</strong> Vlaams<br />

perspectief. Verder kan de aldus verruimde <strong>stad</strong>smonitor e<strong>en</strong> signaalfunctie hebb<strong>en</strong> bij de<br />

vaststelling van belangrijke onev<strong>en</strong>wicht<strong>en</strong> op <strong>stad</strong>sregionaal schaalniveau zodat<br />

bijsturing<strong>en</strong> mogelijk zijn (bv. inzake mogelijkhed<strong>en</strong> voor kinderopvang in <strong>stad</strong> <strong>en</strong> rand).<br />

o Bij de oproep<strong>en</strong> voor Stadsvernieuwingsproject<strong>en</strong> of de oprichting van e<strong>en</strong><br />

<strong>stad</strong>svernieuwingsfonds e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale pijler voorzi<strong>en</strong>.<br />

o Stadsregionale contract<strong>en</strong> introducer<strong>en</strong>. De huidige <strong>stad</strong>scontract<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> gezonde mix<br />

van <strong>en</strong>erzijds e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale doelstelling (won<strong>en</strong>) <strong>en</strong> anderzijds specifieke aandachtspunt<strong>en</strong><br />

voor iedere <strong>stad</strong>. M<strong>en</strong> zou deze <strong>stad</strong>scontract<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> uitbreid<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal<br />

luik of zelfs de mogelijkheid van e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal contract kunn<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>. Hierbij<br />

kunn<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale project<strong>en</strong> ondersteund word<strong>en</strong> op voorwaarde dat er hiervoor e<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>werkingsverband wordt opgezet ev<strong>en</strong>tueel naar analogie met het nieuw<br />

subsidiekader voor project<strong>en</strong> ter ondersteuning van lokaal woonbeleid.<br />

o Aandacht voor het Federaal Grootsted<strong>en</strong>beleid. In het federale regeerakkoord van 18<br />

maart 2008 is er sprake van “De uitvoering van de contract<strong>en</strong> in het kader van het<br />

Grootsted<strong>en</strong>beleid wordt verzekerd, ev<strong>en</strong>tueel door hun overdracht met de huidige<br />

middel<strong>en</strong> naar de Gewest<strong>en</strong>”. In de beleidsnota van de bevoegde federale minister is er<br />

sprake van de opmaak van e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingsakkoord tuss<strong>en</strong> de federale overheid, de<br />

Gewest<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />

Aanbeveling 17.2 I NSTRUMENTEN BINNEN ANDERE BELEIDSVELDEN<br />

Zoals gezegd is het is belangrijk dat de <strong>stad</strong>sregionale focus in alle relevante sector<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

sectorale beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> wordt ingebouwd. Gezi<strong>en</strong> de beperkte scope van de opdracht was<br />

het niet mogelijk om voor alle beleidsterrein<strong>en</strong>, zoals mobiliteit, infrastructuur, cultuur, zorg, <strong>en</strong>z.<br />

na te gaan op welke wijze de <strong>stad</strong>sregionale focus kan versterkt word<strong>en</strong>.<br />

De <strong>stad</strong>sregionale focus kan gerealiseerd word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale toets te introducer<strong>en</strong><br />

zodat investering<strong>en</strong>, acties of de verdeling van goeder<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

<strong>stad</strong>sregionale dim<strong>en</strong>sie ook op dat schaalniveau word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>.


F INANCIERING VAN CENTRUMFUNCTIES<br />

16<br />

Het beperkte onderzoek bracht aan het licht dat de fiscale concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> <strong>stad</strong> <strong>en</strong> rand<br />

weliswaar in sommige context<strong>en</strong> bestaat, maar globaal e<strong>en</strong> beperkt f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> is. Verder blijkt dat<br />

het geme<strong>en</strong>te- <strong>en</strong> het sted<strong>en</strong>fonds, wat zijn comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>de functie inzake de c<strong>en</strong>trumfunctie<br />

betreft, vooral voor Antwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> G<strong>en</strong>t speelt. Dit is veel minder het geval in de andere<br />

c<strong>en</strong>trumsted<strong>en</strong>. Het vraagstuk of de c<strong>en</strong>trumfunctie hiermee voldo<strong>en</strong>de wordt gecomp<strong>en</strong>seerd is<br />

hiermee ev<strong>en</strong>wel niet beantwoord.<br />

Aanbeveling 18. K RACHTIG PLEIDOOI VOOR BOTTOM UP ONDERZOEK<br />

Er di<strong>en</strong>t substantieel geïnvesteerd te word<strong>en</strong> in onderzoek naar de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> van de<br />

c<strong>en</strong>trumfuncties.<br />

Wat de methodologie betreft verwijz<strong>en</strong> we naar de conclusies van de eerste fase van het<br />

onderzoek naar de empirische onderbouw van de c<strong>en</strong>trumfuncties in <strong>stad</strong>sregio’s (Vermeersch<br />

e.a., 2009). Daarin wordt vastgesteld dat er ge<strong>en</strong> uniforme top down methodologie bestaat om<br />

c<strong>en</strong>trumfuncties te met<strong>en</strong>. Uit de analyse <strong>en</strong> de interpretatie van verschill<strong>en</strong>de publicaties in dit<br />

verband blijkt dat niet mogelijk is om te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> valide <strong>en</strong> betrouwbaar uniform<br />

wet<strong>en</strong>schappelijk verantwoord meetinstrum<strong>en</strong>t dat het begrip van de c<strong>en</strong>trumfuncties duidelijk<br />

maakt, voldo<strong>en</strong>de inzicht geeft in hun kost<strong>en</strong> én bat<strong>en</strong> <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ook mogelijkhed<strong>en</strong> biedt tot<br />

vergelijking van c<strong>en</strong>trumsted<strong>en</strong> onderling <strong>en</strong> doorhe<strong>en</strong> de tijd. Dit impliceert e<strong>en</strong> tijdsint<strong>en</strong>sieve<br />

bottom up b<strong>en</strong>adering waarin vertrokk<strong>en</strong> wordt van nog te definiër<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trumfuncties.<br />

Aanbeveling 19. O P TERMIJN ANDERE FINANCIERING NODIG IN STADSREGIONALE<br />

CONTEXT<br />

De vorming van <strong>stad</strong>sregio’s <strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale aanpak vrag<strong>en</strong> aangepaste<br />

financieringsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Sam<strong>en</strong>werking wordt nu niet financieel ondersteund. De <strong>Vlaamse</strong> overheid moet dit dan ook<br />

stimuler<strong>en</strong>, maar het mag ge<strong>en</strong> “afkoopbeleid” word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> de effici<strong>en</strong>cywinst die door<br />

sam<strong>en</strong>werking kan <strong>en</strong> moet bereikt word<strong>en</strong>. Het kan niet de bedoeling zijn dat e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale<br />

sam<strong>en</strong>werking opgezet wordt om <strong>en</strong>kel als e<strong>en</strong> soort fuik voor extra middel<strong>en</strong> te di<strong>en</strong><strong>en</strong> die<br />

vervolg<strong>en</strong>s verdeeld word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> <strong>stad</strong> <strong>en</strong> rand zonder inhoudelijke of procesmatige<br />

meerwaarde. Er moet ook e<strong>en</strong> concrete overdracht van bevoegdhed<strong>en</strong> aan verbond<strong>en</strong> zijn.


V ERVOLGTRAJECT<br />

17<br />

In de aanhef van deze aanbeveling<strong>en</strong> werd erop gewez<strong>en</strong> dat het in eerste instantie principeaanbeveling<strong>en</strong><br />

zijn. Dit impliceert e<strong>en</strong> vervolgtraject voor de concrete vormgeving, implem<strong>en</strong>tatie,<br />

tijdspad <strong>en</strong> transitieperiode.<br />

Aanbeveling 20. W ACHT NIET TOT MORGEN MET WAT VANDAAG AL KAN GEBEUREN<br />

De vrijwillige <strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking is al mogelijk via het decreet intergeme<strong>en</strong>telijke<br />

sam<strong>en</strong>werking. Het komt erop aan om in de relevante bestaande beleidsveld<strong>en</strong> stimuli te voorzi<strong>en</strong><br />

die de <strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking ondersteun<strong>en</strong>. Dit behoeft ge<strong>en</strong> zware ingrep<strong>en</strong>, zodat vrij<br />

snel e<strong>en</strong> gericht instrum<strong>en</strong>tarium kan ontwikkeld word<strong>en</strong> dat de verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van<br />

<strong>stad</strong>sregionaal handel<strong>en</strong> stimuleert <strong>en</strong> ondersteunt.<br />

Aanbeveling 21. E FFEN HET PAD VOOR HET STADSREGIONAAL BESTUUR<br />

De vorming van e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal bestuur is e<strong>en</strong> grote uitdaging die vanzelfsprek<strong>en</strong>d e<strong>en</strong><br />

ruimere draagwijdte heeft dan de vrijwillige sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> de andere vorm<strong>en</strong> van<br />

<strong>stad</strong>sregionaal handel<strong>en</strong>. Het creër<strong>en</strong> van deze mogelijkheid kan e<strong>en</strong> gezonde competitie do<strong>en</strong><br />

ontstaan tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de <strong>stad</strong>sregio’s in Vlaander<strong>en</strong>. De vorming van e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal<br />

bestuur impliceert immers meer bevoegdhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> middel<strong>en</strong>, waardoor ook e<strong>en</strong> <strong>sterke</strong>r bestuur<br />

wordt gevormd in vergelijking met <strong>stad</strong>sregio’s waar dit niet gebeurt. Het vormt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

tegelijkertijd de intermediaire bestuurslaag die rechtsreeks communiceert met het <strong>Vlaamse</strong><br />

(ev<strong>en</strong>tueel ook federale of supranationale) niveau. Het <strong>stad</strong>sregionale bestuursniveau blijft sterk<br />

lokaal verankerd <strong>en</strong> is veel <strong>sterke</strong>r ingebed in de maatschappelijke netwerk<strong>en</strong>. Daardoor is het<br />

e<strong>en</strong> sterk <strong>en</strong> democratisch gelegitimeerd niveau.<br />

Gezi<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong>heid van het lokale bestuursniveau is het zinvol om de meer fundam<strong>en</strong>tele<br />

hervorming<strong>en</strong>, die te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met de oprichting van e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal bestuur, te<br />

koppel<strong>en</strong> aan de lokale bestuursperiode. Dit impliceert dat m<strong>en</strong> nog ongeveer 3 jaar heeft om de<br />

nodige hervorming<strong>en</strong> voor te bereid<strong>en</strong>, zodat bij het begin van de volg<strong>en</strong>de lokale<br />

bestuursperiode op 1 januari 2013 de optie van e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal bestuur in elk geval technisch<br />

mogelijk is.<br />

Mee in het licht van de voorbereiding van het kaderdecreet, is het zinvol om <strong>en</strong>kele goede<br />

pilootproject<strong>en</strong> uit te kiez<strong>en</strong>, in verschill<strong>en</strong>de context<strong>en</strong>, zodat ook e<strong>en</strong> leertraject kan opgezet<br />

word<strong>en</strong>.


Kernbevinding<strong>en</strong> <strong>en</strong> overwegingskader<br />

18


1 Kader<br />

19<br />

In dit rapport staan de <strong>stad</strong>sregio’s c<strong>en</strong>traal die word<strong>en</strong> gevormd door de 13 c<strong>en</strong>trumsted<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Brussel <strong>en</strong> de kring van geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> rond die sted<strong>en</strong>. Behalve het b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> van de 13<br />

c<strong>en</strong>trumsted<strong>en</strong> is er voor de rest ge<strong>en</strong> vaste (geografische) definitie van de <strong>stad</strong>sregio. De keuze<br />

om deze 13 c<strong>en</strong>trumsted<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal te stell<strong>en</strong> is arbitrair, maar is tegelijkertijd relevant omdat op<br />

dat niveau de <strong>stad</strong>sregionale problematiek het sterkste speelt. Vlaander<strong>en</strong> heeft daarnaast nog tal<br />

van kleinere sted<strong>en</strong> waar <strong>stad</strong>sregionale problematiek<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> kleiner schaalniveau kunn<strong>en</strong><br />

spel<strong>en</strong>. Niets belet om op termijn hiervoor ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s mogelijkhed<strong>en</strong> van <strong>stad</strong>sregionale<br />

sam<strong>en</strong>werking te voorzi<strong>en</strong>.<br />

Om de <strong>stad</strong>sregionale problematiek in beeld te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> vertrok dit rapport van drie vrag<strong>en</strong> om<br />

vervolg<strong>en</strong>s, na de beschrijving van het reflectiekader, de actuele <strong>stad</strong>sregionale wereld te<br />

verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> via de gesprekk<strong>en</strong> in het discussieplatform.<br />

De drie vrag<strong>en</strong> vertrokk<strong>en</strong> van de drie lag<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> zijn in het <strong>stad</strong>sregionaal verhaal.<br />

Vanuit de maatschappelijke laag komt de vraag of er sprake is van <strong>stad</strong>sregionale<br />

belang<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. Vanuit de bestuurlijke laag komt de vraag waarom c<strong>en</strong>trale<br />

overhed<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor <strong>stad</strong>sregionale sturing ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze niet, of onvoldo<strong>en</strong>de<br />

gebruik<strong>en</strong>. T<strong>en</strong>slotte komt vanuit de politieke laag de vraag hoe het hele bestuurlijke <strong>en</strong> politieke<br />

systeem de <strong>stad</strong>sregionale problematiek<strong>en</strong> meer promin<strong>en</strong>t in zijn beslissing<strong>en</strong> kan lat<strong>en</strong><br />

doorweg<strong>en</strong>.<br />

In het reflectiekader werd<strong>en</strong> de <strong>stad</strong>sregionale problem<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevat in term<strong>en</strong> van schaal <strong>en</strong><br />

herverdeling <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> sturing <strong>en</strong> coördinatie anderzijds. De eerste twee dim<strong>en</strong>sies stell<strong>en</strong> het<br />

gegev<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal dat de reikwijdte van c<strong>en</strong>trumfuncties ruimer is dan de administratieve gr<strong>en</strong>s<br />

maar dat niet alle <strong>stad</strong>sregionale gebruikers hier ev<strong>en</strong>veel voor bijdrag<strong>en</strong>. Hierdoor staat de<br />

billijke verdeling van last<strong>en</strong> <strong>en</strong> lust<strong>en</strong> ter discussie. De twee andere dim<strong>en</strong>sies zijn<br />

beleidsdim<strong>en</strong>sies, waarbij e<strong>en</strong> afstemming van beleidsacties op <strong>stad</strong>sregionale schaal wordt<br />

gevraagd. Twee invalshoek<strong>en</strong> staan hierbij c<strong>en</strong>traal: het bereik<strong>en</strong> van effici<strong>en</strong>cy - efficiënt bestuur<br />

- <strong>en</strong> van equity – billijke verdeling van last<strong>en</strong> <strong>en</strong> lust<strong>en</strong>.<br />

Theoretisch zijn er verschill<strong>en</strong>de bestuurlijke sc<strong>en</strong>ario’s om oplossing<strong>en</strong> voor de <strong>stad</strong>sregionale<br />

sturing <strong>en</strong> coördinatie te bereik<strong>en</strong>. De meest e<strong>en</strong>voudige vorm is het behoud van de huidige<br />

bestuurlijke structuur met de ontwikkeling van stimuler<strong>en</strong>de instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om vooral op vrijwillige<br />

basis tot sam<strong>en</strong>werking te kom<strong>en</strong>. De stimulans zou kunn<strong>en</strong> bestaan in e<strong>en</strong> Vlaams beleidskader<br />

dat instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> installeert voor <strong>stad</strong>sregionale sturing. De meest verregaande is de vorming van<br />

e<strong>en</strong> nieuw bestuur op e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale schaal met afschaffing van de oorspronkelijke<br />

<strong>en</strong>titeit<strong>en</strong>. <strong>E<strong>en</strong></strong> belangrijke overweging is dat het bestuurlijk landschap niet complexer kan word<strong>en</strong>.<br />

In dit rapport word<strong>en</strong> pistes aangereikt die kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> beter aansluit<strong>en</strong> van de<br />

bestuurlijk-politieke op de maatschappelijke laag met het oog op <strong>sterke</strong>re sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>sterke</strong><br />

<strong>stad</strong>sregio. Vlaander<strong>en</strong> is immers ge<strong>en</strong> eiland <strong>en</strong> sinds het Witboek Sted<strong>en</strong>beleid is m<strong>en</strong> er zich<br />

van bewust dat <strong>sterke</strong> sted<strong>en</strong> cruciaal zijn in de verdere ontwikkeling van Vlaander<strong>en</strong>.


2 Stadsregionale problematiek waar gaat het over?<br />

20<br />

Door de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong> inzake mobiliteit <strong>en</strong> de globale geografische<br />

schaalverruiming van de dagelijkse actieruimte van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> bestaan er<br />

functionele relaties die verder reik<strong>en</strong> dan de administratieve gr<strong>en</strong>s. Met functionele relaties wordt<br />

bedoeld dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich uiteindelijk weinig stor<strong>en</strong> aan administratieve gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> wanneer ze zich<br />

in hun dagelijks lev<strong>en</strong> verplaats<strong>en</strong> naar het werk, de school, de winkels, het zwembad, de<br />

bibliotheek, het theater, <strong>en</strong>z. . Zeker in e<strong>en</strong> stedelijke context zijn die gr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>de<br />

functionele relaties int<strong>en</strong>s. Als gevolg van deze ontwikkeling<strong>en</strong> ontstaat er e<strong>en</strong> functionele realiteit<br />

die meerdere geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> stedelijke regio omvat, waarbij de ontwikkeling aan de <strong>en</strong>e zijde<br />

van de geme<strong>en</strong>tegr<strong>en</strong>s niet kan verklaard word<strong>en</strong> zonder de ontwikkeling aan de andere kant van<br />

de geme<strong>en</strong>tegr<strong>en</strong>s mee in beschouwing te nem<strong>en</strong>.<br />

In feite heeft iedere c<strong>en</strong>trumfunctie e<strong>en</strong> specifiek marktgebied (marktconforme functie) of<br />

verzorgingsgebied (publieke functie). Ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s afhankelijk van de lokale situatie zijn die functies<br />

meer of minder geconc<strong>en</strong>treerd in het c<strong>en</strong>trum van <strong>stad</strong> of agglomeratie of meer<br />

gedeconc<strong>en</strong>treerd over e<strong>en</strong> ruimere regio.<br />

Het <strong>stad</strong>sgewest is e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d concept om deze functionele relaties territoriaal te beschrijv<strong>en</strong>. In<br />

de context van dit rapport gebruik<strong>en</strong> we het begrip ‘<strong>stad</strong>sregio’. We focuss<strong>en</strong> hierbij op de<br />

<strong>stad</strong>sregio’s die word<strong>en</strong> gevormd door de 13 c<strong>en</strong>trumsted<strong>en</strong> <strong>en</strong> Brussel <strong>en</strong> de kring van<br />

geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> rond die sted<strong>en</strong>. Behalve het b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> van de 13 c<strong>en</strong>trumsted<strong>en</strong> is er voor de rest<br />

ge<strong>en</strong> vaste (geografische) definitie (nodig) van de <strong>stad</strong>sregio.<br />

Er zijn vandaag reeds tal van lijn<strong>en</strong> die zowel door publieke als private actor<strong>en</strong> in de<br />

maatschappelijke laag word<strong>en</strong> gehanteerd <strong>en</strong> waarbij in teg<strong>en</strong>stelling tot de ‘burgemeesterslijn’<br />

e<strong>en</strong> vorm van regionale (meer dan één geme<strong>en</strong>te) logica wordt gehanteerd: de ‘zorgregiolijn’, de<br />

‘politiezonelijn’, de ‘schoolregiolijn’, de ‘afbak<strong>en</strong>ingslijn’, de ‘Serr-Resoc-lijn’, de ‘brandweerzone<br />

lijn’, de ‘<strong>stad</strong>snetlijn’, de ‘intercommunale lijn’, <strong>en</strong>z. . De diverse bestaande administratieve<br />

gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> <strong>en</strong> beleidslijn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ieder hun eig<strong>en</strong> logica <strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong> niet noodzakelijk aan<br />

de geografie van de functie die m<strong>en</strong> w<strong>en</strong>st te beher<strong>en</strong>.<br />

Het bestaan van e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale wereld impliceert dat het beheer daarvan best ook op e<strong>en</strong> of<br />

ander wijze op dat schaalniveau gebeurt. Dit is zo vanuit overweging<strong>en</strong> op het gebied van<br />

effici<strong>en</strong>cy (efficiënt beheer van middel<strong>en</strong>) én equity (gelijkwaardige toegang tot di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

eerlijke verdeling van de last<strong>en</strong> hiervan). <strong>E<strong>en</strong></strong> <strong>stad</strong>sregionaal beheer impliceert ook dat de <strong>stad</strong> <strong>en</strong><br />

de <strong>stad</strong>sregio hier <strong>sterke</strong>r uitkom<strong>en</strong> waardoor het geheel meer is dan de som der del<strong>en</strong>. <strong>E<strong>en</strong></strong><br />

<strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking of organisatie impliceert dus dat e<strong>en</strong> kader voor<br />

gr<strong>en</strong>slijnoverschrijd<strong>en</strong>de strategieën <strong>en</strong> acties moet ontwikkeld word<strong>en</strong>.


3 Overweging<strong>en</strong> bij de ontwikkeling van <strong>stad</strong>sregionale<br />

sam<strong>en</strong>werking<br />

3.1 L ASTEN EN LUSTEN IN EEN STADSREGIONALE CONTEXT<br />

21<br />

De <strong>stad</strong>sregionale problematiek wordt veelal gelieerd met het feit dat burgers uit de stedelijke<br />

rand<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trumfuncties consumer<strong>en</strong> waarvoor zij noch hun bestuurders hoev<strong>en</strong> te betal<strong>en</strong>.<br />

Binn<strong>en</strong> dezelfde red<strong>en</strong>ering betal<strong>en</strong> de stedeling <strong>en</strong> zijn bestuurders voor die c<strong>en</strong>trumfuncties<br />

ongeacht wie ze gebruikt.<br />

Ook het omgekeerde doet zich voor. Door ruimtelijke spreiding van c<strong>en</strong>trumfuncties bevind<strong>en</strong><br />

deze zich niet alle<strong>en</strong> in de <strong>stad</strong> maar ook in sommige randgeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (zoals recreatiedomein<strong>en</strong> in<br />

de rand of grote op<strong>en</strong>luchtsportinfrastructur<strong>en</strong>). Zoals de randburger onvoldo<strong>en</strong>de bijdraagt voor<br />

de c<strong>en</strong>trumfunctie in de <strong>stad</strong>, draagt ook de stedeling onvoldo<strong>en</strong>de bij voor deze functies die in de<br />

rand zijn geleg<strong>en</strong>.<br />

De ruimtelijke spreiding van de laatste dec<strong>en</strong>nia heeft op dat vlak merkwaardige effect<strong>en</strong>. Het<br />

mak<strong>en</strong> van deze balans zal ongetwijfeld help<strong>en</strong> om op <strong>stad</strong>sregionaal niveau te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.<br />

Waar de problematiek van de c<strong>en</strong>trumfuncties e<strong>en</strong> tweerichtingsverkeer is (met wel meestal<br />

acc<strong>en</strong>t op sterk aanbod in de c<strong>en</strong>trum<strong>stad</strong>) is het volg<strong>en</strong>de aspect e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zijdige relatie. De<br />

randburger betaalt op zijn in de c<strong>en</strong>trumgeme<strong>en</strong>te verdi<strong>en</strong>de inkom<strong>en</strong>, belasting in zijn<br />

woongeme<strong>en</strong>te. Hierdoor plukt niet de c<strong>en</strong>trum<strong>stad</strong> maar de suburbane rand daar de vrucht<strong>en</strong><br />

van.<br />

<strong>E<strong>en</strong></strong> derde aspect in het equity-verhaal zijn de lust<strong>en</strong> <strong>en</strong> de last<strong>en</strong> van de nutsinfrastructuur. Het<br />

is duidelijk dat het ‘r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t’ van nutsinfrastructur<strong>en</strong> groter is in de <strong>stad</strong> omwille van het<br />

int<strong>en</strong>siever gebruik ervan. In e<strong>en</strong> dicht bevolkt gebied zijn er nu e<strong>en</strong>maal meer klant<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />

kleinere afstand <strong>en</strong> oppervlakte. Dit geldt voor alle nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (op<strong>en</strong>baar vervoer, post,<br />

weginfrastructuur, elektriciteit, riolering<strong>en</strong>, <strong>en</strong>z.). Mede als gevolg van het vergunning<strong>en</strong>beleid in<br />

niet-stedelijke dikwijls resid<strong>en</strong>tiële geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> van die nutinfrastructur<strong>en</strong> (bv van<br />

riolering<strong>en</strong>) sterk op, waardoor dikwijls ook e<strong>en</strong> achterstand is ontstaan. Het is logisch dat sted<strong>en</strong><br />

(<strong>en</strong> de burgers) niet opgezet zijn met het feit dat zij (via de fiscaliteit <strong>en</strong> subsidiemechanism<strong>en</strong>)<br />

mee moet<strong>en</strong> instaan voor de gevolg<strong>en</strong> van het vergunningsbeleid (afgeleg<strong>en</strong> <strong>en</strong> gespreide<br />

bebouwing<strong>en</strong>) van de buurgeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> de burger van deze resid<strong>en</strong>tiële geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met zijn<br />

werkelijke kost<strong>en</strong> wordt geconfronteerd zou dit mogelijk mee kunn<strong>en</strong> help<strong>en</strong> de <strong>stad</strong>svlucht af te<br />

remm<strong>en</strong>.<br />

3.2 S TAD EN RAND IN CONCURRENTIE: VERSCHILLENDE DIMENSIES<br />

Waar het vraagstuk van last<strong>en</strong> <strong>en</strong> lust<strong>en</strong> vroeger vooral op inkomst<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitgav<strong>en</strong> sloeg, is dit<br />

debat vandaag verruimd <strong>en</strong> slaat het ook op andere dim<strong>en</strong>sies. Zo wordt door c<strong>en</strong>trumsted<strong>en</strong><br />

gesteld dat zij vandaag al voldo<strong>en</strong>de inspanning<strong>en</strong> do<strong>en</strong> op sociaal niveau (bv. sociale<br />

huisvesting, asielzoekers, OCMW). Het is volg<strong>en</strong>s h<strong>en</strong> nu aan de randgeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om hun


22<br />

verantwoordelijkheid te nem<strong>en</strong>. In dezelfde context kan word<strong>en</strong> vastgesteld dat in heel wat<br />

gevall<strong>en</strong> stedelijke rand<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> onderdeel w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit te mak<strong>en</strong> van de afgebak<strong>en</strong>de <strong>stad</strong> zoals<br />

bepaald in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaander<strong>en</strong>. De <strong>stad</strong> wordt als het zwarte beest<br />

voorgesteld, zelfs al behor<strong>en</strong> sommige <strong>stad</strong>sregionale geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> onteg<strong>en</strong>sprekelijk tot de<br />

functioneel stedelijk ruimte. Door niet tot de afgebak<strong>en</strong>de <strong>stad</strong> te behor<strong>en</strong> is het mooi<br />

meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat zij ge<strong>en</strong> (sociale) taakstelling<strong>en</strong> op zich moet<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze het statuut van<br />

‘rustige gro<strong>en</strong>e geme<strong>en</strong>te’ kunn<strong>en</strong> bewar<strong>en</strong> (althans in de hoofd<strong>en</strong>, maar niet in de dagelijkse<br />

realiteit). Verder is er in dezelfde sfeer e<strong>en</strong> ware concurr<strong>en</strong>tieslag aan de gang tuss<strong>en</strong><br />

c<strong>en</strong>trumsted<strong>en</strong> <strong>en</strong> de <strong>stad</strong>sregio (ondermeer via de ontwikkeling van nieuwe woonproject<strong>en</strong>) voor<br />

het aantrekk<strong>en</strong> van de meer vermog<strong>en</strong>de bewoners, om aldus de sociale (<strong>en</strong> fiscale) basis te<br />

ver<strong>sterke</strong>n. De c<strong>en</strong>trum<strong>stad</strong> wint de laatste jar<strong>en</strong> ongetwijfeld aan aantrekkingskracht zeker ook<br />

omdat de meeste sted<strong>en</strong> de laatste jar<strong>en</strong> volgehoud<strong>en</strong> inspanning<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> op het vlak van<br />

opwaardering van de publieke ruimte <strong>en</strong> het cultuuraanbod, ondermeer ondersteund vanuit de<br />

<strong>Vlaamse</strong> overheid via de <strong>stad</strong>svernieuwingsproject<strong>en</strong>. Dit vergt grote investering<strong>en</strong>. De interne<br />

<strong>stad</strong>sregionale concurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> de aanhoud<strong>en</strong>de selectieve migratiestrom<strong>en</strong> zijn echter e<strong>en</strong><br />

signaal dat naast investering<strong>en</strong> in de c<strong>en</strong>trum<strong>stad</strong> tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> nieuw (her)verdelingskader nodig is<br />

tuss<strong>en</strong> <strong>stad</strong> <strong>en</strong> rand. Bij concurr<strong>en</strong>tie is immers niemand winnaar, noch de rand, noch de <strong>stad</strong><br />

noch de <strong>stad</strong>sregio, noch Vlaander<strong>en</strong>.<br />

3.3 W IN- WIN OP STADSREGIONAAL SCHAALNIVEAU<br />

Stadsregionale sam<strong>en</strong>werking impliceert het kunn<strong>en</strong> duidelijk mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk<br />

belang, waardoor kan gesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> belang<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schap op <strong>stad</strong>sregionaal<br />

niveau. Uiteraard zal de perceptie over het bereik<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> belang<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schap afhang<strong>en</strong><br />

van de positie van de betrokk<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te (<strong>stad</strong> of randgeme<strong>en</strong>te) <strong>en</strong> van het uitgangspunt in<br />

term<strong>en</strong> van effici<strong>en</strong>cy <strong>en</strong> equity.<br />

Om e<strong>en</strong> belang<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schap te creër<strong>en</strong> lijkt het zoek<strong>en</strong> naar win-win situaties de meest voor<br />

de hand ligg<strong>en</strong>de strategie te zijn omdat hiervan e<strong>en</strong> sterk mobiliser<strong>en</strong>de kracht uitgaat. Dit moet<br />

in de mate van het mogelijke ook word<strong>en</strong> nagestreefd <strong>en</strong> kan vertrekk<strong>en</strong> van concrete problem<strong>en</strong><br />

zoals e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijke aanpak van de mobiliteitsproblem<strong>en</strong>.<br />

De aanpak van <strong>stad</strong>sregionale problem<strong>en</strong> kan echter niet altijd gepaard gaan met e<strong>en</strong> win-winsituatie<br />

op individueel niveau. T<strong>en</strong> eerste kan e<strong>en</strong> keuzevraagstuk op <strong>stad</strong>sregionaal<br />

schaalniveau tot e<strong>en</strong> patstelling leid<strong>en</strong> als het betrokk<strong>en</strong> project slechts kan gerealiseerd word<strong>en</strong><br />

op één <strong>en</strong>kele plek (<strong>en</strong> niet kan herverdeeld word<strong>en</strong> over verschill<strong>en</strong>de plekk<strong>en</strong>). Dit is bv. het<br />

geval bij e<strong>en</strong> nieuw voetbal<strong>stad</strong>ion, zeker als de impact ervan ook de <strong>stad</strong>sregionale context<br />

overschrijdt. Dan komt pas echt de <strong>Vlaamse</strong> dim<strong>en</strong>sie van het herverdelingsvraagstuk op de<br />

voorgrond.<br />

As m<strong>en</strong> uitgaat van het equity principe zal m<strong>en</strong> t<strong>en</strong> tweede bij de verdeling van last<strong>en</strong> <strong>en</strong> lust<strong>en</strong><br />

niet a priori tot e<strong>en</strong> win-win situatie kom<strong>en</strong> voor iedere betrokk<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te afzonderlijk, maar wel<br />

op e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal niveau.


3.4 S TADSREGIONALE SAMENWERKING KENT NIET ALLEEN EEN BESTUURLIJK MAAR<br />

OOK EEN BURGERPERSPECTIEF<br />

23<br />

De functionele <strong>stad</strong>sregionale realiteit wordt vandaag suboptimaal beheerd door e<strong>en</strong> gebrek aan<br />

bestuurlijke arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op dat niveau. Dit heeft ook tot gevolg dat de beschikbare middel<strong>en</strong> te<br />

weinig efficiënt word<strong>en</strong> ingezet.<br />

Vanuit bestuurlijk perspectief is het belangrijk van op e<strong>en</strong> zo efficiënt mogelijke wijze de burger te<br />

kunn<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong>. Id<strong>en</strong>tieke di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> aanbied<strong>en</strong> op te veel verschill<strong>en</strong>de plekk<strong>en</strong> is zeker voor<br />

burgers die mobiel zijn in e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale context weinig zinvol omdat dit dikwijls leidt tot<br />

onderb<strong>en</strong>utte infrastructuur (meestal in de randgeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>). Specialisatie echter is wel zinvol als<br />

er e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de vraag is naar deze gespecialiseerde functies. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> gezonde<br />

concurr<strong>en</strong>tie ook aanbods- <strong>en</strong> kwaliteitsverhog<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong>.<br />

Vanuit het burgerperspectief zijn er verschill<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong> te beklemton<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> eerste di<strong>en</strong>t de burger op gelijkwaardige wijze toegang te kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> tot beschikbare<br />

di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> ongeacht zijn woonplaats in de <strong>stad</strong>sregio. Dit kan implicer<strong>en</strong> dat zeker voor de minder<br />

mobiele burgers e<strong>en</strong> meer verspreid aanbod van gelijke di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> is aangewez<strong>en</strong> om de<br />

toegankelijkheid ervan te vergrot<strong>en</strong> (burgernabije bestuurlijke di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> of bv sociale huisvesting).<br />

Dit betek<strong>en</strong>t ook dat di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, ongeacht de plek waar die wordt aangebod<strong>en</strong> in de <strong>stad</strong>sregio,<br />

toegankelijk moet<strong>en</strong> zijn voor elke <strong>stad</strong>sregionale burger.<br />

T<strong>en</strong> tweede is het belangrijk dat de burger, als belangrijke stakeholder, ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />

<strong>stad</strong>sregionale id<strong>en</strong>tificatie <strong>en</strong> reflectiekader ontwikkelt. Dit zal natuurlijk verschill<strong>en</strong> in functie van<br />

de wijze waarop de burger de <strong>stad</strong>sregionale ruimte gebruikt.<br />

T<strong>en</strong>slotte impliceert de ontwikkeling van e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal kader ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de ontwikkeling van<br />

participatie op dat schaalniveau. De burger is immers niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>regionale consum<strong>en</strong>t<br />

maar ev<strong>en</strong>zeer e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale coproduc<strong>en</strong>t.<br />

3.5 I NZETTEN OP VISIE, STRATEGIE ÉN CONCRETE PROJECTEN<br />

3.5.1 Lange termijn strategie noodzakelijk<br />

<strong>E<strong>en</strong></strong> gedrag<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale visie is vandaag in ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele <strong>stad</strong>sregio aanwezig <strong>en</strong> de<br />

belang<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> zijn dikwijls weggestopt achter lokaal belang <strong>en</strong> word<strong>en</strong> zeld<strong>en</strong> zeer<br />

expliciet in de patron<strong>en</strong> van id<strong>en</strong>tificatie opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In sted<strong>en</strong> waar aspect<strong>en</strong> van <strong>stad</strong>sregionale<br />

dim<strong>en</strong>sie zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het bestuursakkoord blijkt dat het in de praktijk niet van de grond<br />

komt <strong>en</strong> beperkt de interactie met de randgeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zich tot het ad hoc overleg <strong>en</strong> de verplichte<br />

adviesmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> -procedures.<br />

Nochtans kan de betek<strong>en</strong>is van e<strong>en</strong> lange termijn visie niet onderschat word<strong>en</strong>. In de constructie<br />

van deze lange termijn visie is complem<strong>en</strong>tariteit op <strong>stad</strong>sregionaal schaalniveau - tuss<strong>en</strong> <strong>stad</strong> <strong>en</strong><br />

de overige geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> – e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal thema. Het is hierbij ondermeer nodig om het ambiti<strong>en</strong>iveau<br />

van de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de <strong>stad</strong>sregio op elkaar af te stell<strong>en</strong>.<br />

Naast complem<strong>en</strong>tariteit is de opbouw van id<strong>en</strong>titeit, via id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, om e<strong>en</strong><br />

<strong>stad</strong>sregionaal draagvlak te creër<strong>en</strong> cruciaal. In iedere <strong>stad</strong>sregio bestaat er e<strong>en</strong> vorm van<br />

id<strong>en</strong>titeit, ook al is die bijvoorbeeld in e<strong>en</strong> grootstedelijke context zoals Antwerp<strong>en</strong> diffuus. Om de


24<br />

bov<strong>en</strong>lokale id<strong>en</strong>titeit verder te ontwikkel<strong>en</strong> is er e<strong>en</strong> lange termijn strategie noodzakelijk, niet om<br />

deze id<strong>en</strong>titeit op te legg<strong>en</strong> maar wel om deze organisch te lat<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>. Het overtuig<strong>en</strong> van de<br />

eig<strong>en</strong> stakeholders is hierbij minst<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong> belangrijk als het positioner<strong>en</strong> van de <strong>stad</strong>sregio t<strong>en</strong><br />

opzichte van de buit<strong>en</strong>wereld. Het gaat hier dan niet over oppervlakkige city(regio) marketing<br />

acties, maar om e<strong>en</strong> diepgaande m<strong>en</strong>taliteitswijziging <strong>en</strong> de creatie van id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

op <strong>stad</strong>sregionale schaal.<br />

Het is tot slot nodig om alle geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te overtuig<strong>en</strong> van de voordel<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking<br />

kan bied<strong>en</strong> <strong>en</strong> om sam<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke visie te gaan. Echter e<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>thousiasmer<strong>en</strong>d verhaal alle<strong>en</strong> is onvoldo<strong>en</strong>de. Winst <strong>en</strong> verlies word<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong>maal berek<strong>en</strong>d<br />

binn<strong>en</strong> de eig<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>tegr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>: de geme<strong>en</strong>tegr<strong>en</strong>s is vooralsnog e<strong>en</strong> harde gr<strong>en</strong>s.<br />

Visieontwikkeling blijkt daarom erg verwev<strong>en</strong> met het creër<strong>en</strong> van heel veel ev<strong>en</strong>wicht<strong>en</strong>. Visie,<br />

onderhandeling <strong>en</strong> realisatie moet<strong>en</strong> daarom in elkaar verwev<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>.<br />

3.5.2 Concrete project<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> aanknopingspunt<strong>en</strong> zijn voor sam<strong>en</strong>werking<br />

Het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> lange termijn visie betek<strong>en</strong>t dat m<strong>en</strong> concrete sam<strong>en</strong>werking vandaag<br />

vooral bereikt door concrete aanknopingspunt<strong>en</strong> te definiër<strong>en</strong> waarrond e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke<br />

strategie resultat<strong>en</strong> kan oplever<strong>en</strong>. Geme<strong>en</strong>tegr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>d overleg komt veelal pas tot<br />

stand op basis van goed te definiër<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> de win-win situaties (of<br />

niet-verlies / niet-verlies situaties) die kunn<strong>en</strong> bereikt word<strong>en</strong>. Dikwijls zijn mobiliteitsproblem<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> trekker.<br />

Dit zou dan mogelijk ook e<strong>en</strong> startpunt kunn<strong>en</strong> zijn voor e<strong>en</strong> meer g<strong>en</strong>erieke sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong><br />

visievorming op lange termijn. Toch blijkt dat concrete project<strong>en</strong> niet altijd mobiliser<strong>en</strong>d zijn. Er<br />

moet ook e<strong>en</strong> wil tot overleg zijn tuss<strong>en</strong> <strong>stad</strong> <strong>en</strong> rand.<br />

4 Overweging<strong>en</strong> bij het opzett<strong>en</strong> van <strong>stad</strong>sregionale<br />

bestuurlijke sc<strong>en</strong>ario’s<br />

4.1 M OGELIJKE BESTUURLIJKE SCENARIO’ S<br />

De Rynck & Voets (2008) herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> 7 verschill<strong>en</strong>de structuurgerichte sc<strong>en</strong>ario’s: (1)<br />

Interbestuurlijke contract<strong>en</strong>, (2) Error! Refer<strong>en</strong>ce source not found., (3) Algem<strong>en</strong>e perman<strong>en</strong>te<br />

instituties, (4) Ad hoc tijdelijke instituties met concrete beleidsinhoud, (5) Delegatie van<br />

bevoegdhed<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> bestaande bestuurslaag, (6) Aanpass<strong>en</strong> van bestuurlijke schal<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

(7) Nieuwe bestuurslaag.<br />

De eerste drie strategieën zijn structuurgericht, maar hebb<strong>en</strong> ook al meer proces- of maatgerichte<br />

aspect<strong>en</strong>. Ze word<strong>en</strong> vaak omschrev<strong>en</strong> als meer bruikbaar in complexe multi-actor settings. Net<br />

zoals de eerste drie is ook het vierde, dat ad hoc structur<strong>en</strong> vooropstelt, structuurgericht, maar<br />

dan wel hybride omdat er e<strong>en</strong> concrete beleidsinhoud aan gekoppeld is (bv e<strong>en</strong><br />

mobiliteitsproblematiek).<br />

De laatste drie strategieën zijn van e<strong>en</strong> meer alomvatt<strong>en</strong>de of holistische aard <strong>en</strong> zijn all<strong>en</strong><br />

gebaseerd op het monoc<strong>en</strong>trisch beeld dat <strong>stad</strong>sregionale problem<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> opgelost word<strong>en</strong><br />

door het vind<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e, optimale <strong>en</strong> consist<strong>en</strong>te organisatorische structuur of schaal.


25<br />

<strong>E<strong>en</strong></strong> belangrijke overweging bij het zoek<strong>en</strong> naar oplossing<strong>en</strong> is dat het niet de bedoeling kan zijn<br />

het bestuurlijk landschap complexer te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> al dan niet verdok<strong>en</strong> vierde bestuurslaag.<br />

Dat raakt in het bijzonder de positie van de provincie, maar ook de rol van ad hoc structur<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

het gebruik van bestaande tuss<strong>en</strong>niveaus als de facto bestuurslaag (intercommunale),<br />

4.2 G EEN UNIEK MODEL, MAAR OOK GEEN VEELHEID VAN MODELLEN<br />

Uit de lokale verhal<strong>en</strong>, die zijn sam<strong>en</strong>gebundeld in sectie Error! Refer<strong>en</strong>ce source not found.,<br />

blijkt het unieke karakter van de 13 <strong>stad</strong>sregio’s. Er is e<strong>en</strong> differ<strong>en</strong>tiatie op basis van de<br />

morfologie <strong>en</strong> de geografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Afhankelijk van de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de <strong>stad</strong>sregio <strong>en</strong><br />

de historische beslissing<strong>en</strong> (<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong>) zijn de stedelijke functies meer of minder verspreid<br />

over de <strong>stad</strong>sregio. Zo is er sprake van eerder c<strong>en</strong>tripetaal (alles in de c<strong>en</strong>trum<strong>stad</strong>) <strong>en</strong> meer<br />

dec<strong>en</strong>traal georiënteerde <strong>stad</strong>sregio’s. Deze structuur hangt ook af van de inbedding van de <strong>stad</strong><br />

in zijn omgeving <strong>en</strong> van de positie t<strong>en</strong> opzichte van de grotere sted<strong>en</strong> Brussel, Antwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

G<strong>en</strong>t.<br />

Er is tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> sterk verschil in voorgeschied<strong>en</strong>is die hetzij de <strong>stad</strong>sgr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>de<br />

b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> bevorderd (bv. Leiedal), dan wel bemoeilijkt (bv. Antwerpse <strong>stad</strong>sregio). Er zijn<br />

verschill<strong>en</strong> in betrokk<strong>en</strong> stakeholders <strong>en</strong> hun krachtverhouding<strong>en</strong>. Verder is er ook sprake van<br />

verschill<strong>en</strong>de bestuurlijke cultur<strong>en</strong>. T<strong>en</strong>slotte zijn er verschill<strong>en</strong> in de bestuurlijke <strong>en</strong> institutionele<br />

arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Deze verschill<strong>en</strong>de zorg<strong>en</strong> ook voor e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d aanvoel<strong>en</strong> van de <strong>stad</strong>sregionale<br />

problematiek <strong>en</strong> de mogelijke richting<strong>en</strong> van aanpak ervan.<br />

Dit alles zorgt ervoor dat één g<strong>en</strong>erieke oplossing onwaarschijnlijk is. Deze verschill<strong>en</strong>de<br />

context<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kader waarbinn<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de oplossing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bestaan om tot<br />

<strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking te kom<strong>en</strong>. Dezelfde resultat<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gehaald word<strong>en</strong> met<br />

verschill<strong>en</strong>de modell<strong>en</strong>. Toch lijkt er ge<strong>en</strong> veelheid van modell<strong>en</strong> te bestaan. <strong>E<strong>en</strong></strong> c<strong>en</strong>trum<strong>stad</strong><br />

heeft veel schroom om e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingsmodel te kiez<strong>en</strong> want dit kan veel weerstand in de<br />

omgeving oproep<strong>en</strong>. Toch zou de c<strong>en</strong>trum<strong>stad</strong> hier de motorfunctie voor moet<strong>en</strong> opnem<strong>en</strong>, zij het<br />

met e<strong>en</strong> zekere terughoud<strong>en</strong>dheid die het wantrouw<strong>en</strong> doet afnem<strong>en</strong>.<br />

De weerstand is meestal ingegev<strong>en</strong> vanuit de argwaan t<strong>en</strong> opzichte van de grote c<strong>en</strong>trum<strong>stad</strong> <strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong> opzichte van e<strong>en</strong> mogelijke fusie op termijn. Als model moet de fusie zeker niet uitgeslot<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>, zeker niet in specifieke gevall<strong>en</strong> of bij manifeste tekortkoming<strong>en</strong> van de fusieoperatie<br />

waardoor evid<strong>en</strong>te geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> niet tot de <strong>stad</strong> behor<strong>en</strong>. In de andere gevall<strong>en</strong> stelt e<strong>en</strong><br />

<strong>stad</strong>sregionaal kader zich best eerder neutraal op t<strong>en</strong> opzichte van de fusie-idee.<br />

4.3 V RIJWILLIGHEID: TE WEINIG ALLES EN TE VEEL NIETS<br />

Het vrijwillig sam<strong>en</strong>werkingsmodel k<strong>en</strong>t vanuit theoretisch perspectief als belangrijke beperking<br />

dat e<strong>en</strong>maal herverdelingsvraagstukk<strong>en</strong> aan bod kom<strong>en</strong>, de sam<strong>en</strong>werking uitdooft. Dit<br />

perspectief wordt ook bevestigd door de verhal<strong>en</strong> van meeste <strong>stad</strong>sregio’s. De Rynck & Voets<br />

(2008) maakt<strong>en</strong> van de sam<strong>en</strong>werkinsgverband<strong>en</strong> voor Kortrijk, Oost<strong>en</strong>de <strong>en</strong> Turnhout e<strong>en</strong>


26<br />

inv<strong>en</strong>taris. Hierbij gaat het zowel om vorm<strong>en</strong> van intergeme<strong>en</strong>telijke sam<strong>en</strong>werking zoals voorzi<strong>en</strong><br />

in het betreff<strong>en</strong>de decreet, als andere formele <strong>en</strong> informele structur<strong>en</strong>, Uit e<strong>en</strong> eerste analyse van<br />

deze netwerkverband<strong>en</strong> blijkt dat de <strong>stad</strong>sregionale focus in term<strong>en</strong> van herverdeling <strong>en</strong> sturing<br />

nauwelijks aanwezig is. Dit zegt niets over het nut van intergeme<strong>en</strong>telijke sam<strong>en</strong>werking. Het zegt wel<br />

iets over de inzetbaarheid van vrijwillige sam<strong>en</strong>werking als instrum<strong>en</strong>t om <strong>stad</strong>sregionale<br />

herverdelingsvraagstukk<strong>en</strong> aan te stur<strong>en</strong>.<br />

Er bestaan hierop, zoals in G<strong>en</strong>k inzake sociale huisvesting, beperkte uitzondering<strong>en</strong>, maar<br />

vandaag impliceert vrijwilligheid e<strong>en</strong> alles (bij cons<strong>en</strong>sus) of meestal niets (bij afwezigheid<br />

cons<strong>en</strong>sus) situatie. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het bereik<strong>en</strong> van lokale cons<strong>en</strong>sus niet noodzakelijk de beste<br />

<strong>stad</strong>sregionale strategie gezi<strong>en</strong> de lokale rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die hoe dan ook word<strong>en</strong> gemaakt.<br />

<strong>E<strong>en</strong></strong> remm<strong>en</strong>de factor om via vrijwillige sam<strong>en</strong>werking toch nog verder te kunn<strong>en</strong> gaan is zeker<br />

het feit dat er weinig tot ge<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale stimuli zijn. Hierdoor word<strong>en</strong> de lokale stakeholders<br />

ook niet aangemoedigd om binn<strong>en</strong> de context van vrijwillige sam<strong>en</strong>werking ook moeilijker<br />

herverdelingsvraagstukk<strong>en</strong> aan te pakk<strong>en</strong>. Daarom moet e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>tarium ontwikkeld word<strong>en</strong><br />

dat de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de vrijwillige sam<strong>en</strong>werking kan verlegg<strong>en</strong> (zie ook sectie 5). Als<br />

randbemerking (Verhoest & de Meu, 2008, (blz. 91 e.v.) moet wel gesteld word<strong>en</strong> dat IGS niet als<br />

substituut kan di<strong>en</strong><strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> gebrek aan bestuurskracht bij geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Het uitgangspunt van<br />

IGS is: wat geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zelf kunn<strong>en</strong>, mog<strong>en</strong> ze ook sam<strong>en</strong> do<strong>en</strong>”. Dit vereist wel dat ze dit zelf<br />

kunn<strong>en</strong> realiser<strong>en</strong>, althans zeker in afdo<strong>en</strong>de beleidsdomein<strong>en</strong>. In de eerste plaats di<strong>en</strong>t bij de<br />

geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zelf dus de capaciteit aanwezig te zijn om e<strong>en</strong> gedeg<strong>en</strong> beleid te kunn<strong>en</strong> voer<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> zelfstandige politieke rol te spel<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> deze capaciteit manifest ontbreekt, dan zal de<br />

geme<strong>en</strong>te overig<strong>en</strong>s ook weinig sterk staan in het IGS-verband.<br />

4.4 B OTTUM UP WAAR MOGELIJK TOP DOWN WAAR NODIG<br />

Er is e<strong>en</strong> aanvoel<strong>en</strong> dat bottum up gegroeide structur<strong>en</strong> veelal beter functioner<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> groter<br />

maatschappelijk draagvlak hebb<strong>en</strong> dan structur<strong>en</strong> die van bov<strong>en</strong>af zijn ‘opgelegd’. Verder is het<br />

ook de vaststelling dat opgelegde structur<strong>en</strong> beter werk<strong>en</strong> waar er e<strong>en</strong> traditie is ontwikkeld van<br />

bottom up overleg.<br />

<strong>E<strong>en</strong></strong> interessante richtlijn die m<strong>en</strong> hieruit kan afleid<strong>en</strong> is dat structur<strong>en</strong> bottum up strategie moet<strong>en</strong><br />

volg<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet omgekeerd. Dit belet natuurlijk niet dat stimuli word<strong>en</strong> ter beschikking gesteld om<br />

precies deze bottum up strategie te kunn<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>.<br />

Als m<strong>en</strong> dit op de Kortrijkse regio toepast dan is m<strong>en</strong> daar klaar om de stap naar <strong>stad</strong>sregio te<br />

zett<strong>en</strong>. Omgekeerd is er in Mechel<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale strategie. Dit geldt<br />

uiteindelijk ook voor de Leuv<strong>en</strong>se situatie, waarbij m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nogal op zichzelf gekeerde houding<br />

kan vaststell<strong>en</strong>. In Roeselare is er e<strong>en</strong> duidelijke <strong>stad</strong>sregionale ambitie van de <strong>stad</strong> <strong>en</strong><br />

tegelijkertijd e<strong>en</strong> provinciaal aangestuurde streekwerking. In Aalst lijkt vooralsnog ge<strong>en</strong> stedelijke<br />

laat staan <strong>stad</strong>sregionale strategie van de grond te kom<strong>en</strong>.<br />

Als m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> pure bottom up strategie zou volg<strong>en</strong> zou m<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> opper<strong>en</strong> dat het niet nodig is<br />

om e<strong>en</strong> structuur op te legg<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> verplichting tot sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> moet oplegg<strong>en</strong>.<br />

Echter het <strong>stad</strong>sregionaal verhaal is ook e<strong>en</strong> Vlaams verhaal <strong>en</strong> het is van belang dat ook<br />

<strong>Vlaamse</strong> doelstelling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gerealiseerd word<strong>en</strong>. Er moet dus e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de krachtig


27<br />

stimuler<strong>en</strong>de kader bestaan zowel voor situaties waar bestaande initiatiev<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ondersteund<br />

word<strong>en</strong> als voor situaties waar er ge<strong>en</strong> of onvoldo<strong>en</strong>de bottom up dynamiek bestaat. <strong>E<strong>en</strong></strong><br />

krachtige impuls hierbij is ongetwijfeld dat sam<strong>en</strong>werking ook meer bevoegdhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer<br />

middel<strong>en</strong> op dat schaalniveau impliceert. Het omgekeerde geldt ook. Als m<strong>en</strong> er niet in slaagt om<br />

sam<strong>en</strong>werking te bereik<strong>en</strong> staan er minder bevoegdhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> minder middel<strong>en</strong> ter beschikking<br />

dan wanneer m<strong>en</strong> dat wel zou do<strong>en</strong>.<br />

Dit impliceert ge<strong>en</strong> opgelegde unieke sam<strong>en</strong>werkingsvorm. De vorm kan op<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>, maar de<br />

<strong>Vlaamse</strong> overheid moet wel het kader schets<strong>en</strong> waarbinn<strong>en</strong> één <strong>en</strong> ander moet gebeur<strong>en</strong>.<br />

4.5 V ERZAKELIJKING VAN DE STADSREGIONALE PROBLEMEN IN AD HOC TIJDELIJKE<br />

INSTITUTIES MOGELIJK<br />

In e<strong>en</strong> mobiliser<strong>en</strong>d <strong>stad</strong>-rand overleg, waar lange termijn visie <strong>en</strong> concrete project<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>gaan, gaat het in feite om vijf belangrijke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:<br />

1. <strong>E<strong>en</strong></strong> werv<strong>en</strong>d verhaal:<br />

Dit kan e<strong>en</strong> werv<strong>en</strong>d verhaal zijn dat eerder globaal is <strong>en</strong> betrekking heeft op de<br />

toekomststrategie van de <strong>stad</strong>sregio. Het kan ook gaan over e<strong>en</strong> verhaal dat werv<strong>en</strong>d is<br />

voor e<strong>en</strong> project of e<strong>en</strong> bepaald specifiek programma. Vermoedelijk zal de tweede vorm<br />

meer voor de hand ligg<strong>en</strong> dan het eerste.<br />

2. Leiderschap / eig<strong>en</strong>aarschap<br />

3. Professioneel uitgebouwde onderhandelings- <strong>en</strong> uitvoeringsstructur<strong>en</strong> (inclusief het<br />

managem<strong>en</strong>t met organisatorische <strong>en</strong> financiële vertaling)<br />

4. Verantwoordelijkheid <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baarheid<br />

5. Behandeling <strong>en</strong> opvolging van deze sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> of instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op het<br />

<strong>Vlaamse</strong> niveau.<br />

Wanneer m<strong>en</strong> de te loss<strong>en</strong> problematiek goed kan definiër<strong>en</strong> <strong>en</strong> afbak<strong>en</strong><strong>en</strong> dan kan dit binn<strong>en</strong> de<br />

<strong>stad</strong>sregionale bestuurlijke sc<strong>en</strong>ario’s, mits de aanwezigheid van e<strong>en</strong> maatschappelijk draagvlak,<br />

gerealiseerd word<strong>en</strong> in ad hoc tijdelijke instituties met concrete beleidsinhoud. Dit is e<strong>en</strong> logische<br />

constructie omdat het ook e<strong>en</strong> verzakelijking van de aan te pakk<strong>en</strong> problematiek mogelijk maakt.<br />

Het bereik<strong>en</strong> van het maatschappelijk draagvlak kan bereikt word<strong>en</strong> door het opeis<strong>en</strong> door lokale<br />

stakeholders van het eig<strong>en</strong>aarschap van concrete project<strong>en</strong>.<br />

Wel pass<strong>en</strong> hierbij e<strong>en</strong> aantal kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. De 4 eerste functies implicer<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vorm van<br />

(bestuurlijke) zelfstandigheid in het kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> van beslissing<strong>en</strong> <strong>en</strong> het kunn<strong>en</strong> uitwerk<strong>en</strong> van<br />

voorstell<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> mandaat. Verder moet<strong>en</strong> de participer<strong>en</strong>de stakeholders de<br />

doelstelling<strong>en</strong> van het geme<strong>en</strong>schappelijk project ondersteun<strong>en</strong> <strong>en</strong> het belang van de individuele<br />

organisatie minder zwaar lat<strong>en</strong> doorweg<strong>en</strong>. Dit is ess<strong>en</strong>tieel in het uitdrag<strong>en</strong> van ‘het werv<strong>en</strong>d<br />

verhaal’. De vijfde functie impliceert dat ook de <strong>Vlaamse</strong> overheid zich zodanig organiseert dat de<br />

eerste 4 mogelijk word<strong>en</strong>.


4.6 G EMEENTEN WORDEN NAAR EEN HOGER SCHAALNIVEAU GEDUWD<br />

28<br />

Er zijn heel wat signal<strong>en</strong> dat de bestuurskracht van de geme<strong>en</strong>te onder druk staat. Dit heeft te<br />

mak<strong>en</strong> met de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de techniciteit, waarbij vooral kleinere geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> het moeilijk krijg<strong>en</strong> om<br />

dit alles zelfstandig te kunn<strong>en</strong> beheers<strong>en</strong>. Verder zijn er zeker in e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale context heel<br />

wat problematiek<strong>en</strong> die de geme<strong>en</strong>te overstijg<strong>en</strong>. Ook zijn er bov<strong>en</strong>lokale intercommunale<br />

structur<strong>en</strong> die, om zichzelf bestaansred<strong>en</strong> te gev<strong>en</strong>, druk uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op bestur<strong>en</strong> om tak<strong>en</strong> af te<br />

stot<strong>en</strong>. Daarnaast zijn er de provinciebestur<strong>en</strong> die het terrein van de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> betred<strong>en</strong>. Al die<br />

aspect<strong>en</strong> duw<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>te naar e<strong>en</strong> hoger schaalniveau. Hierbij wordt wel vastgesteld dat<br />

hierop verschill<strong>en</strong>de antwoord<strong>en</strong> bestaan.<br />

<strong>E<strong>en</strong></strong> algem<strong>en</strong>e vaststelling hierbij is de forse to<strong>en</strong>ame van het aantal netwerkachtige verband<strong>en</strong><br />

waarin geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. .Dit is in elk geval e<strong>en</strong> nieuw gegev<strong>en</strong> van de laatste<br />

dec<strong>en</strong>nia. <strong>E<strong>en</strong></strong> vraag die zich hierbij overig<strong>en</strong>s stelt is of de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> nog zelf wel goed wet<strong>en</strong> in<br />

welke structur<strong>en</strong> zij allemaal zijn verteg<strong>en</strong>woordigd. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn er soms financieringsstrom<strong>en</strong><br />

(bv. door subsidies van de <strong>Vlaamse</strong> overheid) die feitelijk nerg<strong>en</strong>s nog word<strong>en</strong> gecontroleerd. De<br />

problematiek van de controle is hier dus overduidelijk aanwezig, maar ook de problematiek van<br />

efficiëntie. In vergelijking met de bestuurlijke context <strong>en</strong> studies van pakweg twintig jaar geled<strong>en</strong><br />

is dit zeker e<strong>en</strong> belangrijke nieuwe contextfactor. De opbouw van <strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking<br />

zal ongetwijfeld moet<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gaan met de evaluatie van deze tuss<strong>en</strong>structur<strong>en</strong>. Ongetwijfeld<br />

kunn<strong>en</strong> ze dan e<strong>en</strong> heel deel verdwijn<strong>en</strong>.<br />

4.6.1 De intercommunale als het stedelijk bestuur<br />

In het geval Leiedal is er sprake van e<strong>en</strong> situatie waarin discussies over strategische keuz<strong>en</strong>, bv.<br />

op het vlak van ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing, minder <strong>en</strong> minder plaatsvind<strong>en</strong> op niveau van de<br />

geme<strong>en</strong>teraad. <strong>E<strong>en</strong></strong> bijkom<strong>en</strong>de vraag is waar die discussies dan wel plaatsvind<strong>en</strong>. Dit is e<strong>en</strong><br />

gevolg van de bestuurlijke structur<strong>en</strong> (in het bijzonder de overlegde <strong>en</strong> goedgekeurde<br />

uitbesteding van bevoegdhed<strong>en</strong>) <strong>en</strong> van de operationele system<strong>en</strong> (de moeilijke match tuss<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> ingewikkelde wetgeving, de b<strong>en</strong>odigde expertise bij lokale ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verwachting<strong>en</strong><br />

van burgers <strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong>). Dit zorgt er voor dat heel wat (strategische) dossiers nog slechts voor<br />

akte op de geme<strong>en</strong>teraad geag<strong>en</strong>deerd word<strong>en</strong>.<br />

In regio’s met e<strong>en</strong> <strong>sterke</strong> intercommunale ontstaat er daardoor <strong>en</strong>ige dubbelzinnigheid wat de<br />

verhouding met de eig<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>telijke bestuurskracht betreft. Hoe <strong>sterke</strong>r de intercommunale<br />

hoe dichter dit mogelijk kan kom<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> “stedelijk bestuur van de regio”. Hier kan er sprake zijn<br />

van e<strong>en</strong> de facto bevoegdheidsoverdracht van strategische dossiers naar e<strong>en</strong> ‘streekbestuur’.<br />

Hierdoor komt de zelfstandigheid van het eig<strong>en</strong> bestuur onder druk.<br />

Aldus verandert de betek<strong>en</strong>is van geme<strong>en</strong>te als politieke <strong>en</strong>titeit <strong>en</strong> krijgt de geme<strong>en</strong>telijke<br />

autonomie e<strong>en</strong> andere invulling. Dit is vermoedelijk typisch voor e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te in e<strong>en</strong> regio met<br />

e<strong>en</strong> sterk aanstur<strong>en</strong>de intercommunale.


4.6.2 Schaal aanpass<strong>en</strong> aan bevoegdhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> omgekeerd<br />

29<br />

M<strong>en</strong> kan ev<strong>en</strong>goed argum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> dat als m<strong>en</strong> de verantwoordelijkheid van e<strong>en</strong> democratisch<br />

verkoz<strong>en</strong> orgaan c<strong>en</strong>traal stelt <strong>en</strong> indi<strong>en</strong> individuele geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hun opdracht niet meer<br />

aankunn<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> fusie voor de hand ligt.<br />

Hieruit zou m<strong>en</strong> logischerwijze moet<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> dat als de schaal verschilt van de bevoegdhed<strong>en</strong><br />

het nodig is om de bevoegdhed<strong>en</strong> aan te pass<strong>en</strong> aan de schaal <strong>en</strong> omgekeerd <strong>en</strong> dat de<br />

intermediaire structuur van de intercommunale gezi<strong>en</strong> het democratisch deficit, ge<strong>en</strong> alternatief is.<br />

Deze oplossing kan echter naast e<strong>en</strong> fusie in verschill<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong> uitmond<strong>en</strong>, zoals e<strong>en</strong><br />

situatie waar niet alle geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> nog dezelfde bevoegdhed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> of dat bepaalde<br />

bevoegdhed<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>lokaal word<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere lokaal blijv<strong>en</strong>. Tev<strong>en</strong>s kan m<strong>en</strong> als randbemerking<br />

stell<strong>en</strong> dat in de plaats van fusie volg<strong>en</strong>s Verhoest & De Meu (2008) ook de verbetering van het<br />

statuut van de mandataris al e<strong>en</strong> versterking van de bestuurskracht kan betek<strong>en</strong><strong>en</strong> zodat de<br />

mandataris voldo<strong>en</strong>de tijd kan bested<strong>en</strong> aan zijn mandaat.<br />

4.6.3 Sam<strong>en</strong>spel van bestuurlijke niveaus<br />

M<strong>en</strong> kan vaststell<strong>en</strong> dat Vlaams <strong>en</strong> lokaal niet gescheid<strong>en</strong> zijn maar verwev<strong>en</strong>, vooral via de<br />

organisatie van politieke partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatschappelijke organisaties. Dit betek<strong>en</strong>t ook dat 'de'<br />

oplossing niet alle<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong> te verwacht<strong>en</strong> is, maar tot stand zal kom<strong>en</strong> door, zoals al<br />

gezegd, in te zoom<strong>en</strong> op de interactie tuss<strong>en</strong> beweging<strong>en</strong> van onderuit <strong>en</strong> kaders van bov<strong>en</strong>af.<br />

Voorts kan m<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong> dat waar het <strong>en</strong>e niveau te kort schiet het andere dikwijls te voorschijn<br />

komt. Verschill<strong>en</strong>de bestuurlijke niveaus kunn<strong>en</strong> voor sam<strong>en</strong>werking van belang zijn. Hierbij wordt<br />

gewez<strong>en</strong> op de verschill<strong>en</strong>de rol die provinciebestur<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>, met e<strong>en</strong> promin<strong>en</strong>tere<br />

aanwezigheid in Limburg <strong>en</strong> West-Vlaander<strong>en</strong>.<br />

Aan de andere kant stell<strong>en</strong> zich ook problem<strong>en</strong> in de verhouding tuss<strong>en</strong> provincie <strong>en</strong> lokale<br />

bestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun taakstelling. Zo ler<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>landse ervaring<strong>en</strong> dat de provincies of e<strong>en</strong> ander<br />

intermediair bestuur in sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> in stedelijke regio’s niet aanvaard word<strong>en</strong> als legitiem bestuur,<br />

t<strong>en</strong>zij ze zich voor bepaalde project<strong>en</strong> inkop<strong>en</strong>. Dan aanvaardt m<strong>en</strong> wel het geld maar niet het<br />

bestuur. Dat is dan eerder e<strong>en</strong> uiting van e<strong>en</strong> probleem van lokale bestuurskracht dat oneig<strong>en</strong>lijk<br />

wordt opgelost door e<strong>en</strong> ander bestuur te lat<strong>en</strong> overnem<strong>en</strong>. Globaal gesprok<strong>en</strong> kan de politieke<br />

rol van de provincies in <strong>stad</strong>sregio’s dus ter discussie gesteld word<strong>en</strong>. Er is wel nood aan<br />

gespreksplatform<strong>en</strong> <strong>en</strong> de provincie of de gouverneur kan hierbij nuttig zijn maar e<strong>en</strong> politieke rol<br />

gev<strong>en</strong> aan de provinciebestur<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale context is e<strong>en</strong> heel ander verhaal.<br />

4.6.4 Schaalvergroting met sted<strong>en</strong> als trekkers <strong>en</strong> vlott<strong>en</strong>de ‘tuss<strong>en</strong>niveaus’<br />

Algeme<strong>en</strong> zou m<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> dat hoe <strong>sterke</strong>r de lokale bestuurskracht is, hoe minder er<br />

nood is aan in de plaats tred<strong>en</strong>de bov<strong>en</strong>lokale bestuurslag<strong>en</strong>. Sterke lokale bestur<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> in<br />

belangrijke mate de eig<strong>en</strong> boontjes dopp<strong>en</strong> <strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> dat mogelijk (ook in hun<br />

verantwoordingsplicht naar de burger toe) nog beter kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> wanneer zij over<br />

bevoegdhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> de middel<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> die nu nog op e<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>lokaal (Vlaams <strong>en</strong><br />

provinciaal) niveau word<strong>en</strong> uitgeoef<strong>en</strong>d.


30<br />

<strong>E<strong>en</strong></strong> <strong>sterke</strong>re lokale bestuurskracht wordt dikwijls gelijkgeschakeld met schaalvergroting. In die<br />

mate dat er e<strong>en</strong> verband bestaat tuss<strong>en</strong> omvang <strong>en</strong> slagkracht kan de schaalvergroting inderdaad<br />

e<strong>en</strong> antwoord bied<strong>en</strong> op de situatie waar m<strong>en</strong> moet opboks<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong>de <strong>sterke</strong><br />

stedelijke regio’s. Hierbij is de vaststelling dat de huidige <strong>Vlaamse</strong> sted<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>tum zijn<br />

aanbeland waar keuzes moet<strong>en</strong> gemaakt word<strong>en</strong>. Onze regionale sted<strong>en</strong> zijn te klein om groot te<br />

zijn <strong>en</strong> te groot om klein te zijn. Ook de economie k<strong>en</strong>merkte zich de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> door e<strong>en</strong><br />

schaalvergroting als antwoord op e<strong>en</strong> steeds competitievere omgeving. In deze noodzakelijke<br />

schaalvergroting zijn de sted<strong>en</strong> de motor <strong>en</strong> katalysator.<br />

Het is echter te e<strong>en</strong>voudig om overal <strong>en</strong> voor alles te pleit<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> schaalvergroting. Niet alle<br />

maatschappelijke process<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> zich binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregio af op e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal<br />

schaalniveau. Sommige vrag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> (bestuurlijke) aanpak op e<strong>en</strong> kleiner schaalniveau. Als m<strong>en</strong><br />

zichzelf echter wil verkop<strong>en</strong> aan de buit<strong>en</strong>wereld of m<strong>en</strong> w<strong>en</strong>st e<strong>en</strong> coher<strong>en</strong>t ruimtelijk <strong>en</strong><br />

mobiliteitsbeleid te organiser<strong>en</strong>, zal de <strong>stad</strong>sregionale schaal wel e<strong>en</strong> relevant niveau zijn. Deze<br />

vorm van bestur<strong>en</strong> is duidelijk aanwezig in de Communauté Urbaine van Rijsel <strong>en</strong> Lyon in<br />

Frankrijk. Deze hebb<strong>en</strong> tegelijkertijd e<strong>en</strong> groot schaalniveau voor de <strong>stad</strong>sregionale<br />

problematiek<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> klein schaalniveau van de individuele geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de lokale<br />

aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>. Zelfs binn<strong>en</strong> die grotere structur<strong>en</strong> behoud<strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>stell<strong>en</strong>de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

dus hun eig<strong>en</strong>heid, e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> “kleur”. Er is dus sprake van e<strong>en</strong> “combinatie van kleur<strong>en</strong>”.<br />

Naast het gegev<strong>en</strong> dat niet alle process<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale schaal spel<strong>en</strong>, wat<br />

schaaldiffer<strong>en</strong>tiatie impliceert, hangt bestuurskracht ook sam<strong>en</strong> met politieke <strong>en</strong> bestuurlijke<br />

cultuur, kwaliteit<strong>en</strong> van de bestuurders, het niveau van de ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>, <strong>en</strong>z. Tev<strong>en</strong>s is aan<br />

schaalvergroting ook e<strong>en</strong> belangrijk vraagstuk gekoppeld van de effectieve organisatie ervan<br />

(inclusief financiering <strong>en</strong> personeel). Schaalvergroting alle<strong>en</strong> lost in feite niets op als er ge<strong>en</strong><br />

effectieve organisatie op pot<strong>en</strong> kan gezet word<strong>en</strong>.<br />

De <strong>Vlaamse</strong> overheid moet hiervoor e<strong>en</strong> kader mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uitnodig<strong>en</strong> zich in e<strong>en</strong><br />

“regio”structuur te organiser<strong>en</strong>. Hierbij zijn meerdere geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ‘kleine’<br />

bestuurlijke bevoegdhed<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> bij de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> terwijl de ‘grote’ bestuurlijke bevoegdhed<strong>en</strong>,<br />

zoals milieu <strong>en</strong> mobiliteit, bij de regio kom<strong>en</strong>. Vlaander<strong>en</strong> kan hiervoor e<strong>en</strong> financiële<br />

aanmoediging ontwikkel<strong>en</strong>. Het is belangrijk om meerdere formules te voorzi<strong>en</strong>, <strong>en</strong> die ook vanuit<br />

Vlaander<strong>en</strong> te stimuler<strong>en</strong>. Uniformiteit is niet nodig. Dit kan ook betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat voor verschill<strong>en</strong>de<br />

thema’s met verschill<strong>en</strong>de reikwijdte andere (geografische) formules mogelijk zijn.<br />

In e<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong>de <strong>stad</strong>sregionale context wordt de lokale bestuursbasis nog breder <strong>en</strong> <strong>sterke</strong>r<br />

door de inher<strong>en</strong>te delegatie van bevoegdhed<strong>en</strong> naar het <strong>stad</strong>sregionale niveau, inclusief de<br />

bijhor<strong>en</strong>de middel<strong>en</strong>, die hiermee gepaard gaat. Deze delegatie van bevoegdhed<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t in twee<br />

richting<strong>en</strong> te gaan: vanuit de geme<strong>en</strong>te <strong>en</strong> vanuit de provincie <strong>en</strong> het <strong>Vlaamse</strong> niveau. Dit<br />

betek<strong>en</strong>t ook dat het ‘<strong>stad</strong>sregionaal bestuur’ ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s over uitvoer<strong>en</strong>de bevoegdhed<strong>en</strong> beschikt.<br />

Binn<strong>en</strong> die context is het <strong>stad</strong>sregionaal sam<strong>en</strong>werkingsverband het tuss<strong>en</strong>niveau tuss<strong>en</strong> het<br />

lokaal bestuur <strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> is er ge<strong>en</strong> nood aan nog e<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>d tuss<strong>en</strong>niveau. Het is<br />

evid<strong>en</strong>t dat m<strong>en</strong> in deze constructie, op de plekk<strong>en</strong> waar deze nieuwe vorm van sam<strong>en</strong>werking


31<br />

lukt, tot provincievrije regio’s komt, met e<strong>en</strong> rechtstreekse communicatie tuss<strong>en</strong> de <strong>stad</strong>sregio <strong>en</strong><br />

het <strong>Vlaamse</strong> niveau.<br />

Aldus komt m<strong>en</strong> tot ‘vlott<strong>en</strong>de’ tuss<strong>en</strong>niveaus, die mogelijks niet meer bestaan in bepaalde<br />

stedelijke regio’s, maar nog wel in andere context<strong>en</strong>, bv. in plattelandsregio’s. Zelfs in dit laatste<br />

voorbeeld kan m<strong>en</strong> zich situaties voorstell<strong>en</strong>, waar parallel met de vorming van <strong>sterke</strong><br />

<strong>stad</strong>sregio’s ook <strong>sterke</strong> plattelandsregio’s word<strong>en</strong> gevormd, waarbij ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de nood aan e<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong>niveau verdwijnt. Uiteraard kan in situaties waar de provincie vandaag e<strong>en</strong> trekkersrol<br />

vervult dat ook in de toekomst blijv<strong>en</strong> do<strong>en</strong> als alle <strong>stad</strong>sregionale partij<strong>en</strong> het daarmee e<strong>en</strong>s zijn.<br />

4.7 G EEN AFBREUK AAN DEMOCRATIE<br />

Ongeacht de vorm van <strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking die m<strong>en</strong> w<strong>en</strong>st te bereik<strong>en</strong> is het van belang<br />

dat het ‘democratisch spel’ niet verdrinkt. Grote <strong>stad</strong>sregionale structur<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> niet di<strong>en</strong><strong>en</strong> om<br />

het democratisch debat te smor<strong>en</strong> in de techniciteit. Daarom mag de economische dim<strong>en</strong>sie zeker<br />

niet als <strong>en</strong>ige achterligg<strong>en</strong>d doelstelling geld<strong>en</strong>.<br />

Verder moet m<strong>en</strong> voorzichtig zijn als m<strong>en</strong> vooral in de context van intercommunales spreekt over<br />

democratisch deficit. Structur<strong>en</strong> word<strong>en</strong> altijd ingevuld door m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Hierbij zijn er twee<br />

probleemdim<strong>en</strong>sies. Enerzijds ontstaat er e<strong>en</strong> probleem wanneer de structur<strong>en</strong> te ver van de<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> te staan, waardoor m<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong>heid verliest. In e<strong>en</strong> intermediaire structuur<br />

moet teruggekoppeld word<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> moet als geme<strong>en</strong>teraad niet aanvaard<strong>en</strong><br />

om het strategische debat niet te voer<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>en</strong>kel te acter<strong>en</strong> wat op e<strong>en</strong> hoger schaalniveau<br />

(intercommunale) al is beslist. De echte discussie moet in de geme<strong>en</strong>teraad gebeur<strong>en</strong> met directe<br />

terugkoppeling vanuit de intermediaire structur<strong>en</strong>. Indirecte terugkoppeling is altijd suboptimaal.<br />

Discussies moet<strong>en</strong> gevoerd word<strong>en</strong> op het juiste niveau. Dit pleit ervoor om ge<strong>en</strong><br />

mastodontstructur<strong>en</strong> op te zett<strong>en</strong>.<br />

Anderzijds treedt m<strong>en</strong> hier in het debat over het statuut (tijd, honorering, vorming) van de<br />

geme<strong>en</strong>teraadsled<strong>en</strong>, wat e<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>teel aspect is als het gaat over de kwaliteit van de<br />

geme<strong>en</strong>terad<strong>en</strong>. Het is immers geheel logisch dat de echte discussie in de geme<strong>en</strong>terad<strong>en</strong> moet<br />

gevoerd word<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat deze ge<strong>en</strong> applausmachine zijn voor wat intercommunales besliss<strong>en</strong>. Aan de<br />

andere kant is de vraag waarom de geme<strong>en</strong>terad<strong>en</strong> vakkundig zoud<strong>en</strong> discussiër<strong>en</strong> over keuzes<br />

binn<strong>en</strong> intercommunales waar m<strong>en</strong> dit niet kan over bv. strategische meerjar<strong>en</strong>plann<strong>en</strong>.<br />

4.8 D E MAATSCHAPPELIJKE LAAG IS MEDE- EIGENAAR VAN DE STADSREGIONALE<br />

PROBLEMATIEK<br />

Dit rapport vertrok vanuit de vaststelling dat de maatschappelijke laag e<strong>en</strong> weerspiegeling is van<br />

de functionele ruimtes. Het gaat over het gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> inzake gebruik van infrastructuur <strong>en</strong><br />

voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Het gaat om de schaal waarop maatschappelijke verband<strong>en</strong> zich organiser<strong>en</strong>:<br />

bedrijv<strong>en</strong>, midd<strong>en</strong>veldorganisaties, private organisaties zoals welzijnsinstelling<strong>en</strong>,<br />

gezondheidsinstelling<strong>en</strong>, <strong>en</strong>z. . <strong>E<strong>en</strong></strong> verdere vaststelling was dat noch de bestuurlijke noch de<br />

politieke laag hierop e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de antwoord heeft.<br />

Dit rapport formuleert aanbeveling<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> nieuwe bestuurlijke <strong>en</strong> politieke aanpak van de<br />

<strong>stad</strong>sregionale problematiek. Het is duidelijk dat de link met de maatschappelijke laag niet mag


32<br />

teloorgaan. De (bestur<strong>en</strong> van de) c<strong>en</strong>trumsted<strong>en</strong> zijn ge<strong>en</strong> autonome eig<strong>en</strong>aars van de<br />

<strong>stad</strong>sregionale problem<strong>en</strong> die hun grondgebied (kunn<strong>en</strong>) overschrijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarbij de c<strong>en</strong>trum<strong>stad</strong><br />

de katalysator is voor de mogelijke oplossing<strong>en</strong>. Gezi<strong>en</strong> hun oorspong in de maatschappelijke<br />

laag is het vanzelfsprek<strong>en</strong>de dat deze laag wordt betrokk<strong>en</strong> vermits zij het mede-eig<strong>en</strong>aarschap<br />

van de <strong>stad</strong>sregionale problematiek alsook van de oplossing<strong>en</strong> ervoor kunn<strong>en</strong> opeis<strong>en</strong>. De<br />

maatschappelijke groep<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> veel meer dan nu het geval is hun verantwoordelijkheid<br />

nem<strong>en</strong>, trekker word<strong>en</strong> <strong>en</strong> druk legg<strong>en</strong> op het politieke milieu. Hierdoor bewijz<strong>en</strong> ze ook hun<br />

toegevoegde waarde in deze context.<br />

5 Nood aan coher<strong>en</strong>t Vlaams kader met <strong>stad</strong>sregionale<br />

focus <strong>en</strong> stimuli<br />

5.1 W AAR WIL V LAANDEREN MET ZIJN STEDEN NAAR TOE?<br />

Als m<strong>en</strong> de rol van de sted<strong>en</strong> op Europees <strong>en</strong> mondiaal vlak beschouwt dan kan m<strong>en</strong> niet buit<strong>en</strong><br />

de vaststelling dat zij de trekker zijn van de maatschappelijke ontwikkeling. Dit vraagt om e<strong>en</strong><br />

duidelijke <strong>Vlaamse</strong> visie over de rol van de sted<strong>en</strong>. Dit zal ook e<strong>en</strong> kader bied<strong>en</strong> voor<br />

<strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking omdat sted<strong>en</strong> niet meer gedefinieerd word<strong>en</strong> door wat er rond de<br />

kerktor<strong>en</strong> of de grote markt gebeurt, maar wel door de gehele functionele realiteit in <strong>en</strong> rond die<br />

<strong>stad</strong>. Uiteindelijk kwam m<strong>en</strong> ook in Witboek Sted<strong>en</strong>beleid van 2003 tot deze conclusies. In de<br />

strategische doelstelling<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong> in Actie <strong>en</strong> het Pact 2020 wordt slechts beperkt<br />

aandacht geschonk<strong>en</strong> aan de rol van de sted<strong>en</strong>. Het Pact 2020 beklemtoont het belang van<br />

duurzame, creatieve sted<strong>en</strong>, zodat sted<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> Brussel in creatieve economische<br />

niches e<strong>en</strong> voortrekkersrol vervull<strong>en</strong>. Stedelijke kern<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aantrekkelijke woonkern<strong>en</strong> waar<br />

jongvolwass<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> jonge gezinn<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>lev<strong>en</strong> met ouder<strong>en</strong>, met e<strong>en</strong> interessant<br />

aanbod van cultuur, onderwijs, zorg, mobiliteit, commercieel apparaat <strong>en</strong> werk, ev<strong>en</strong>als<br />

betaalbare woning<strong>en</strong>. In die zin zijn stedelijke kern<strong>en</strong> ook aantrekkelijke woonkern<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

afspiegeling van de maatschappelijke diversiteit. De doorbrak<strong>en</strong> van VIA beklemton<strong>en</strong> via het<br />

concept van het gro<strong>en</strong> sted<strong>en</strong>gewest de rol van de <strong>stad</strong> als groeipool met creatief tal<strong>en</strong>t.<br />

Daarnaast wordt voor e<strong>en</strong> interne staatshervorming gepleit.<br />

Het is duidelijk dat <strong>sterke</strong> sted<strong>en</strong> slechts e<strong>en</strong> beperkte ruimte innem<strong>en</strong> in beide docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

dat de vorming van <strong>sterke</strong> sted<strong>en</strong> in <strong>sterke</strong> <strong>stad</strong>sregio’s e<strong>en</strong> <strong>sterke</strong>re vertaling nodig heeft in<br />

docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die de toekomst van Vlaander<strong>en</strong> op middellange <strong>en</strong> lange termijn c<strong>en</strong>traal stell<strong>en</strong>. De<br />

vaststelling is dat onze <strong>Vlaamse</strong> sted<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>tum zijn aanbeland waar keuzes moet<strong>en</strong><br />

gemaakt word<strong>en</strong>. Onze regionale sted<strong>en</strong> zijn te klein om groot te zijn <strong>en</strong> te groot om klein te zijn.<br />

De interne <strong>Vlaamse</strong> staatshervorming waarvan sprake zal e<strong>en</strong> nieuwe positionering van de<br />

bestuurlijke lag<strong>en</strong> in de context van <strong>stad</strong>sregio’s moet<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>.<br />

Belangrijk is ook dat de opbouw van <strong>sterke</strong> sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>sterke</strong> <strong>stad</strong>sregio’s niet stopt aan de<br />

gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong>. De uitwerking van e<strong>en</strong> strategie hiervoor verliest van haar waarde


33<br />

indi<strong>en</strong> abstractie zou gemaakt word<strong>en</strong> van de interregionale <strong>en</strong> internationale inbedding <strong>en</strong><br />

interacties.<br />

5.2 B ELEIDSVELDEN MET EEN RELEVANTE STADSREGIONALE FOCUS<br />

Er zijn heel wat beleidsveld<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> relevante <strong>stad</strong>sregionale focus. Ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing,<br />

mobiliteit <strong>en</strong> won<strong>en</strong> zijn de beleidsveld<strong>en</strong> die spontaan in de <strong>stad</strong>sregionale gesprekk<strong>en</strong> op de<br />

voorgrond kwam<strong>en</strong>. Ze word<strong>en</strong> hieronder verder toegelicht. Daarnaast hebb<strong>en</strong> ook andere<br />

beleidsveld<strong>en</strong> concrete aanknopingspunt<strong>en</strong>. Gedacht kan word<strong>en</strong> aan zorg <strong>en</strong> onderwijs waar<br />

vandaag al e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale <strong>en</strong> regionale b<strong>en</strong>adering in de ontwikkeling van het aanbod<br />

bestaat. <strong>E<strong>en</strong></strong> <strong>stad</strong>sregionale of regionale focus is ook aanwezig of pot<strong>en</strong>tieel aanwezig in het<br />

ruimtelijk-economisch beleid (o.a. de inplanting van economische ruimte), het sociaal-economisch<br />

streekoverleg (Serr-Resoc), cultuur (afstemming cultuuraanbod), toerisme (<strong>Vlaamse</strong> regio’s <strong>en</strong><br />

kunststed<strong>en</strong>) <strong>en</strong> zorg (hiërarchische structuur van de zorgregio’s gekoppeld aan de natuurlijke<br />

invloedssfer<strong>en</strong> van de sted<strong>en</strong>). T<strong>en</strong>slotte is er ook het Federale Grootsted<strong>en</strong>beleid waarvan,<br />

gezi<strong>en</strong> het regeerakkoord mogelijk e<strong>en</strong> toewijzing naar de gewest<strong>en</strong> of e<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>werkingsakkoord kan verwacht word<strong>en</strong>.<br />

5.2.1 Ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing: lost niet alle maatschappelijke problem<strong>en</strong> op<br />

Het gebrek aan ruimtelijke sturing vanuit e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale visie is in het ruimtelijk beleid <strong>en</strong><br />

specifiek in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaander<strong>en</strong> wel degelijk als e<strong>en</strong> beleidsprobleem ervar<strong>en</strong>.<br />

Het kan e<strong>en</strong> belangrijk instrum<strong>en</strong>t zijn in het beheer van de <strong>stad</strong>sregionale ruimte. De praktijk<br />

wijst erop dan uiteindelijk de <strong>stad</strong>sregionale focus in het vastlegg<strong>en</strong> van de stedelijke<br />

afbak<strong>en</strong>ingslijn met de eraan verbond<strong>en</strong> taakstelling<strong>en</strong>, niet c<strong>en</strong>traal staat. Er is de g<strong>en</strong>erieke<br />

vaststelling dat de afbak<strong>en</strong>ing zich in eerste instantie toespitst op de fysiek ruimtelijke structuur.<br />

Verder is er ook het gegev<strong>en</strong> dat in heel wat randgeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (of del<strong>en</strong> daarvan) ge<strong>en</strong> echte wil<br />

bestond om tot het stedelijk gebied te behor<strong>en</strong>, wat ook in de grootstedelijke context van<br />

Antwerp<strong>en</strong> zeer expliciet is. Ze zijn liever buit<strong>en</strong>gebied om aldus niet met de stedelijke problem<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> opdracht<strong>en</strong> geconfronteerd te moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Hierdoor sluit de afbak<strong>en</strong>ingslijn nauw aan bij<br />

de huidige morfologische structuur, die dikwijls binn<strong>en</strong> administratieve gr<strong>en</strong>s van de c<strong>en</strong>trum<strong>stad</strong><br />

is geleg<strong>en</strong>. Hierdoor is het ruimtelijk beheer van de <strong>stad</strong>sregionale functionele ruimte ver weg.<br />

In de opgetek<strong>en</strong>de positieve verhal<strong>en</strong> (bv. Brugge, Turnhout, Aalst) wordt e<strong>en</strong> draagvlak bereikt<br />

omdat er politieke overe<strong>en</strong>stemming is over de verdeling van de taakstelling over de betrokk<strong>en</strong><br />

geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Belangrijk hierbij is dat <strong>sterke</strong> ondersteun<strong>en</strong>de structur<strong>en</strong> (veelal de betrokk<strong>en</strong><br />

intercommunale, soms ook de Resoc) hier het pad voorbereid<strong>en</strong> waardoor cons<strong>en</strong>sus kan bereikt<br />

word<strong>en</strong>. De <strong>stad</strong>sregionale b<strong>en</strong>adering blijft echter achterwege wanneer na de planning de<br />

concrete realisatie van de taakstelling (vooral de woongebied<strong>en</strong>) aan de orde is omdat dan de<br />

individuele rek<strong>en</strong>ing wordt gemaakt.<br />

Vanuit e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale invalshoek is het dus belangrijk dat ook na het planningsproces wordt<br />

sam<strong>en</strong>gewerkt bij de concrete invulling van de planzones (bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong> <strong>en</strong> woongebied<strong>en</strong>)<br />

om interne <strong>stad</strong>sregionale concurr<strong>en</strong>tie teg<strong>en</strong> te gaan. Dit kan door e<strong>en</strong> programma <strong>en</strong> door<br />

uitvoeringsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die op dat afgebak<strong>en</strong>de gebied zijn gebaseerd.


34<br />

Tot slot mag m<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> dat de <strong>Vlaamse</strong> dim<strong>en</strong>sie van het herverdelingsvraagstuk, dat<br />

sam<strong>en</strong>gaat met het afbak<strong>en</strong>ingsproces, onvoldo<strong>en</strong>de het lokale niveau heeft oversteg<strong>en</strong>. Hiervoor<br />

zijn minst<strong>en</strong>s twee verklaring<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> te schuiv<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste duikt hier het typische<br />

k<strong>en</strong>merk van de Belgische politiek op, namelijk de verwev<strong>en</strong>heid van lokale <strong>en</strong> <strong>Vlaamse</strong><br />

belang<strong>en</strong>. Dit zog<strong>en</strong>aamde ‘political localism’ maakt dat het algeme<strong>en</strong> belang op Vlaams niveau<br />

in de feitelijke politieke onderhandeling<strong>en</strong> (eerst via de ‘bevri<strong>en</strong>de’ kabinett<strong>en</strong>, vervolg<strong>en</strong>s in het<br />

interkabinett<strong>en</strong>overleg <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel finaal voortgezet in de ministerraad) vaak zeer sterk gekleurd<br />

wordt door lokale reflex<strong>en</strong> <strong>en</strong> belang<strong>en</strong>. De algem<strong>en</strong>e vaststelling van e<strong>en</strong> goed geplaatst<br />

waarnemer dat er op het <strong>Vlaamse</strong> politieke niveau vooral aandacht is voor het regel<strong>en</strong> van lokale<br />

dossiers in plaats van aandacht voor e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> belang op Vlaams niveau strookt in elk geval<br />

met bevinding<strong>en</strong> in wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek (zie Voets 2008). T<strong>en</strong> tweede is het niet alle<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> kwestie van de verm<strong>en</strong>ging tuss<strong>en</strong> lokale <strong>en</strong> <strong>Vlaamse</strong> belang<strong>en</strong>, maar is het ook de vraag in<br />

welke mate er voldo<strong>en</strong>de politieke <strong>en</strong> ambtelijke capaciteit op het <strong>Vlaamse</strong> niveau is om met dit<br />

soort dossiers om te gaan <strong>en</strong> in dit soort dossiers te onderhandel<strong>en</strong>. De manier waarop in de<br />

afbak<strong>en</strong>ingsprocess<strong>en</strong> ruimtelijke planners van het <strong>Vlaamse</strong> niveau zonder duidelijk mandaat,<br />

zonder veel begeleiding <strong>en</strong> soms zonder te beschikk<strong>en</strong> over het juiste profiel, in het veld werd<strong>en</strong><br />

gestuurd om de politieke onderhandeling<strong>en</strong> in de <strong>stad</strong>sregio’s (met onder meer zeer actieve<br />

burgemeesters) in het kader van de afbak<strong>en</strong>ing te voer<strong>en</strong>, bleek in e<strong>en</strong> aantal gevall<strong>en</strong> gedoemd<br />

om te mislukk<strong>en</strong>. De manier waarop de afbak<strong>en</strong>ingsprocess<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds als objectief, rationeel <strong>en</strong><br />

wet<strong>en</strong>schappelijk in het veld werd<strong>en</strong> opgezet, maar waar de hele politieke machine anderzijds<br />

e<strong>en</strong> vaak parallel traject liep, doet alvast de vraag rijz<strong>en</strong> naar de capaciteit om via dergelijk<br />

Vlaams ruimtelijk beleid <strong>stad</strong>sregionale herverdelingsvraagstukk<strong>en</strong> aan te pakk<strong>en</strong>.<br />

Hieruit kan m<strong>en</strong> echter niet besluit<strong>en</strong> dat niets is gelukt. Het afbak<strong>en</strong>ingsproces moet als e<strong>en</strong><br />

proces word<strong>en</strong> beschouwd. Het was de eerste keer dat dit gebeurde op die schaal. Misschi<strong>en</strong><br />

war<strong>en</strong> er wel overtrokk<strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong>. Het is onrealistisch te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat alles zomaar ine<strong>en</strong>s<br />

zou opgelost gerak<strong>en</strong>. Ook mag m<strong>en</strong> niet verwacht<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> ruimtelijk planningsproces alle<br />

complexe problem<strong>en</strong> zal oploss<strong>en</strong>. Immers e<strong>en</strong> planningsproces verandert niets aan bestaande<br />

historisch gegroeide machtsverhouding<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s is het beleidsdomein ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing<br />

ook niet bevoegd voor tal van problem<strong>en</strong> die naar aanleiding van deze afbak<strong>en</strong>ing opduik<strong>en</strong>.<br />

5.2.2 Mobiliteit: belangrijkste geme<strong>en</strong>tegr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>d thema<br />

Mobiliteit is e<strong>en</strong> thema waaraan e<strong>en</strong> werv<strong>en</strong>de kracht wordt toegek<strong>en</strong>d als opstap naar e<strong>en</strong><br />

<strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking. Dit geldt zowel voor de c<strong>en</strong>trumsted<strong>en</strong> als voor de overige<br />

geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de <strong>stad</strong>sregio, zeker in e<strong>en</strong> grootstedelijke context, maar ook op niveau van<br />

stedelijke netwerk<strong>en</strong> zoals de <strong>Vlaamse</strong> Ruit. De mobiliteitsthema’s spel<strong>en</strong> op alle schaalniveaus.<br />

Het gaat zowel over de gehele mobiliteitsproblematiek op e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionaal schaalniveau als<br />

over e<strong>en</strong> zeer concreet lokaal probleem, zoals de gezam<strong>en</strong>lijke aanpak van e<strong>en</strong><br />

geme<strong>en</strong>tegr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>de straat. Beide niveaus zijn relevant voor <strong>stad</strong>sregionale<br />

sam<strong>en</strong>werking.<br />

Ook de netwerkbeheerders (De Lijn) zijn vanuit hun opdracht met de <strong>stad</strong>sregionale<br />

mobiliteitsproblematiek begaan. Het netmanagem<strong>en</strong>t van De Lijn is e<strong>en</strong> vraaggericht model


35<br />

waarbij de vertrekbasis het vervoerspot<strong>en</strong>tieel is op e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale schaal. Het is wel<br />

belangrijk dat De Lijn, in het overleg dat m<strong>en</strong> hiervoor lokaal organiseert, de partij<strong>en</strong> die de<br />

<strong>stad</strong>sregionale focus behartig<strong>en</strong>, ook daadwerkelijk in het proces betrekk<strong>en</strong> (cf. Stadsregio<br />

Turnhout).<br />

5.2.3 Won<strong>en</strong>: Regierol moet op <strong>stad</strong>sregionaal niveau<br />

Het discussieplatform kreeg ook als opdracht mee om het geme<strong>en</strong>schappelijk luik “Won<strong>en</strong>” van<br />

de Stadscontract<strong>en</strong> verder te bekijk<strong>en</strong>. Daar waar mobiliteit in verschill<strong>en</strong>de <strong>stad</strong>sregio’s, inclusief<br />

Brussel, zowat spontaan als goed aanknopingspunt wordt gezi<strong>en</strong> voor de uitbouw van e<strong>en</strong><br />

geme<strong>en</strong>schappelijk <strong>stad</strong>sregionale aanpak, is dit niet zo voor won<strong>en</strong>. Nochtans hebb<strong>en</strong> de derti<strong>en</strong><br />

c<strong>en</strong>trumsted<strong>en</strong> won<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk prioritair stedelijk beleidsdomein naar voor<br />

geschov<strong>en</strong>.<br />

De <strong>stad</strong>scontract<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> van de decretaal voorzi<strong>en</strong>e maar nog verder te preciser<strong>en</strong> regierol<br />

van de lokale bestur<strong>en</strong>. Territoriaal slaat deze regierol in eerste instantie op de <strong>stad</strong> zelf t<strong>en</strong><br />

opzichte van alle actor<strong>en</strong> die er op het vlak van won<strong>en</strong> actief zijn. Uit de getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> blijkt dat er<br />

niet alle<strong>en</strong> sprake zou moet<strong>en</strong> zijn van e<strong>en</strong> gedeelde ag<strong>en</strong>da van de 13 c<strong>en</strong>trumsted<strong>en</strong>, maar<br />

tev<strong>en</strong>s van e<strong>en</strong> gedeelde ag<strong>en</strong>da in e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale context gezi<strong>en</strong> de concurr<strong>en</strong>tie op het<br />

vlak van nieuwe wooninitiatiev<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> <strong>stad</strong> <strong>en</strong> rand.<br />

Om e<strong>en</strong> volwaardig lokaal woonbeleid te kunn<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> wordt de intergeme<strong>en</strong>telijke<br />

sam<strong>en</strong>werking gestimuleerd op het vlak van de lokale woonregiefunctie. De <strong>Vlaamse</strong> Regering<br />

heeft daarvoor op 21 september 2007 e<strong>en</strong> nieuw subsidiekader voor project<strong>en</strong> ter ondersteuning<br />

van lokaal woonbeleid goedgekeurd.<br />

Behalve Midd<strong>en</strong>-West-Vlaander<strong>en</strong>, waar de sted<strong>en</strong> de clusters van geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> definiër<strong>en</strong> is de<br />

vaststelling dat de gesubsidieerde project<strong>en</strong> slechts beperkt in e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale context word<strong>en</strong><br />

ontwikkeld. Alle<strong>en</strong> G<strong>en</strong>k is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> project. Voorts is er ook in de Stadsregio Turnhout<br />

e<strong>en</strong> gesubsidieerd project, maar dan zonder de <strong>stad</strong> Turnhout zelf. De overige project<strong>en</strong> situer<strong>en</strong><br />

zich in e<strong>en</strong> landelijke, suburbane of kleinstedelijke context.<br />

In ess<strong>en</strong>tie wordt door de intergeme<strong>en</strong>telijke sam<strong>en</strong>werking e<strong>en</strong> meer uniform lokaal woonbeleid<br />

gestimuleerd zodat, via het formuler<strong>en</strong> van geme<strong>en</strong>schappelijke doelstelling<strong>en</strong> (bv leefbaarheid,<br />

betaalbaarheid, kwaliteit, <strong>en</strong>z.), hogere standaard<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bereikt in meerdere geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> regio waar dit anders slechts beperkt of niet van grond zou kom<strong>en</strong> door het gebrek aan<br />

middel<strong>en</strong>. Er wordt als het ware e<strong>en</strong> ‘sjabloon’ gemaakt die door de verschill<strong>en</strong>de lokale bestur<strong>en</strong><br />

wordt ingevuld. Dit is uiteraard e<strong>en</strong> stap voorwaarts, maar in ess<strong>en</strong>tie blijft de regierol e<strong>en</strong> lokale<br />

aangeleg<strong>en</strong>heid. Uiteraard zull<strong>en</strong> er door de intergeme<strong>en</strong>telijke sam<strong>en</strong>werking wel spill overs<br />

(k<strong>en</strong>nis, ideeën, <strong>en</strong>z.) bestaan tuss<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, maar e<strong>en</strong> echte afstemming van <strong>en</strong><br />

gezam<strong>en</strong>lijk nem<strong>en</strong> van verantwoordelijkheid in het woonbeleid tuss<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> – laat staan op<br />

e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale schaal <strong>en</strong> zeker in term<strong>en</strong> van herverdeling- is daar vooralsnog niet bij.<br />

5.3 V LAANDEREN MOET ZELF GEÏNTEGREERD WERKEN<br />

In het ondersteuningsbeleid treedt het <strong>Vlaamse</strong> niveau nu zeer versnipperd op, met veel<br />

verschill<strong>en</strong>de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, met relatief weinig onderlinge coher<strong>en</strong>tie, weinig afstemming <strong>en</strong> zelfs


36<br />

teg<strong>en</strong>spraak tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> van het <strong>Vlaamse</strong> Gewest. Iedere subsidie heeft zijn<br />

eig<strong>en</strong> reglem<strong>en</strong>t.<br />

Vlaander<strong>en</strong> moedigt de integrale aanpak door de lokale overheid aan voor de project<strong>en</strong> in de<br />

<strong>stad</strong>scontract<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor de <strong>stad</strong>svernieuwingsproject<strong>en</strong>. Voor de sted<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t dit dat ze<br />

moet<strong>en</strong> afstapp<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> sectorale b<strong>en</strong>adering <strong>en</strong> e<strong>en</strong> stevig projectmanagem<strong>en</strong>t op pot<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> zett<strong>en</strong>.<br />

De <strong>stad</strong>scontract<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> echter aan dat Vlaander<strong>en</strong> zelf niet mee is met de gepromote integrale<br />

<strong>en</strong> projectmatige aanpak: noch op organisatorisch, noch op financieel vlak. De sectorale<br />

invalshoek blijft daar dominer<strong>en</strong> <strong>en</strong> leidt ook op financieel vlak tot e<strong>en</strong> versnipperd beeld. Dat stelt<br />

heel wat problem<strong>en</strong>. Zo zijn grote <strong>stad</strong>svernieuwingsproject<strong>en</strong> niet als dusdanig opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de<br />

<strong>Vlaamse</strong> begroting. De investering<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong> in <strong>stad</strong>sontwikkeling kunn<strong>en</strong> dus ook niet<br />

integraal word<strong>en</strong> opgevolgd <strong>en</strong> gecontroleerd.<br />

Dat Vlaander<strong>en</strong> zelf nog e<strong>en</strong> hele weg af te legg<strong>en</strong> heeft op het vlak van geïntegreerd werk<strong>en</strong><br />

blijkt ook uit de analyse van de manier waarop bov<strong>en</strong>lokale <strong>stad</strong>sregionale initiatiev<strong>en</strong><br />

functioner<strong>en</strong> (Voets 2008). Zo is de <strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking in de G<strong>en</strong>tse kanaalzone <strong>en</strong> in<br />

het Parkbos G<strong>en</strong>t niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kwestie van het zoek<strong>en</strong> naar geme<strong>en</strong>schappelijke ag<strong>en</strong>da’s <strong>en</strong><br />

win-win situaties tuss<strong>en</strong> <strong>stad</strong> <strong>en</strong> buurgeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Het is ev<strong>en</strong>zeer e<strong>en</strong> kwestie van (<strong>en</strong> soms<br />

vooral) het prober<strong>en</strong> om afstemming <strong>en</strong> coördinatie te bewerkstellig<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> <strong>Vlaamse</strong><br />

administraties onderling, zowel afdeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> departem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de sector<strong>en</strong><br />

(ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing, milieu, infrastructuur, landschap, <strong>en</strong>z.) als binn<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

provinciale buit<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> de c<strong>en</strong>trale administraties in Brussel anderzijds. De kunst<br />

bestaat er dan in om de verschill<strong>en</strong>de beleids- <strong>en</strong> beheerscycli met elkaar te verbind<strong>en</strong> (zoals de<br />

langetermijnplanning van de weg<strong>en</strong>administratie, de investeringsag<strong>en</strong>da van waterweg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

zeewez<strong>en</strong>, de instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor bosuitbreiding <strong>en</strong> het instrum<strong>en</strong>tarium van de <strong>Vlaamse</strong><br />

Landmaatschappij om e<strong>en</strong> aantal gebied<strong>en</strong> in te richt<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s welbepaalde procedures). Het<br />

<strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> in beide voorbeeld<strong>en</strong> toont hoe lokale actor<strong>en</strong> actief, via allerlei<br />

kanal<strong>en</strong> <strong>en</strong> met wissel<strong>en</strong>d succes, de versnipperde bevoegdhed<strong>en</strong>, ag<strong>en</strong>da’s, budgett<strong>en</strong>, <strong>en</strong>z. op<br />

Vlaams niveau aan elkaar prober<strong>en</strong> te verbind<strong>en</strong>, soms voor hun individuele belang<strong>en</strong> maar soms<br />

ook vanuit e<strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale gedeelde visie.<br />

Het is dus van cruciaal belang dat bij het opzett<strong>en</strong> of toelat<strong>en</strong> van nieuwe<br />

sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong>, structur<strong>en</strong> of instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de lokale bestur<strong>en</strong> niet <strong>en</strong>kel aandacht<br />

gaat naar e<strong>en</strong> duidelijk mandaat of naar de uitvoeringscapaciteit maar ev<strong>en</strong>zeer naar de<br />

organisatorische <strong>en</strong> financiële vertaling, behandeling <strong>en</strong> opvolging van deze<br />

sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> of instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op het <strong>Vlaamse</strong> niveau. Dit zijn belangrijke<br />

randvoorwaard<strong>en</strong> om van e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale sturing te kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>.<br />

5.4 S TADSREGIONALE TOETS<br />

Er is nood aan e<strong>en</strong> <strong>stad</strong>sregionale toets die kan toegepast word<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de sectorale<br />

initiatiev<strong>en</strong>. Zo moet het mogelijk zijn om bijvoorbeeld op het gebied van bibliothek<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

<strong>stad</strong>sregionale toets in te bouw<strong>en</strong> of om afsprak<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> over ev<strong>en</strong>tuele specialisatie in de<br />

verschill<strong>en</strong>de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Hieraan kan dan het al dan niet toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van (e<strong>en</strong> deel van) de<br />

subsidies word<strong>en</strong> gekoppeld of kunn<strong>en</strong> extra subsidies word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d.


37<br />

Voor sommige <strong>stad</strong>sregionale doel<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> meer strikt kader nodig zijn dat overal van<br />

toepassing is (bv. e<strong>en</strong> verdeling van sociale last<strong>en</strong> op het vlak van sociale huisvesting zoals nu<br />

voorzi<strong>en</strong> in het decreet grond- <strong>en</strong> pand<strong>en</strong>beleid). Soms kan het voldo<strong>en</strong>de zijn bepaalde<br />

impuls<strong>en</strong>, gekoppeld aan e<strong>en</strong> aantal voorwaard<strong>en</strong>, te gev<strong>en</strong> waarop individuele <strong>stad</strong>sregio’s zelf<br />

moet<strong>en</strong> inspel<strong>en</strong>. Deze meer soepele b<strong>en</strong>adering lijkt zonder verdere stimulans<strong>en</strong> in de meeste<br />

<strong>stad</strong>sregio’s nog niet voor morg<strong>en</strong> omdat e<strong>en</strong> tr<strong>en</strong>dbreuk met de huidige m<strong>en</strong>taliteit noodzakelijk<br />

zal zijn. In ieder geval moet Vlaander<strong>en</strong> hierin e<strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong>de rol spel<strong>en</strong>.<br />

6 Financiering <strong>en</strong> fiscaliteit: e<strong>en</strong> moeilijk thema<br />

<strong>E<strong>en</strong></strong> fiscaal gelijk zett<strong>en</strong> van de <strong>stad</strong>sregionale geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op vlak van bv. opc<strong>en</strong>tiem<strong>en</strong><br />

onroer<strong>en</strong>de voorheffing <strong>en</strong> % APB is op dit og<strong>en</strong>blik onbespreekbaar. Op andere vlakk<strong>en</strong> kan toch<br />

e<strong>en</strong> ontluik<strong>en</strong>de belang<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schap ontdekt word<strong>en</strong>, zoals bv. het DIFTAR-systeem waar<br />

vandaag door verschill<strong>en</strong>de tarifering<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de <strong>stad</strong>sregio afvaltoerisme<br />

ontstaat. Omgekeerd ziet m<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>zeer <strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking afspring<strong>en</strong> omdat<br />

randgeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> niet bereid zijn om mee te betal<strong>en</strong> voor de <strong>stad</strong>sregionale functies <strong>en</strong> omgekeerd:<br />

de c<strong>en</strong>trum<strong>stad</strong> niet bereid is te betal<strong>en</strong> voor c<strong>en</strong>trumfuncties in de randgeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Fundam<strong>en</strong>teel in deze discussie is in hoeverre er fiscale concurr<strong>en</strong>tie bestaat tuss<strong>en</strong> <strong>stad</strong> <strong>en</strong> rand<br />

<strong>en</strong> of dat altijd erg is <strong>en</strong> grote gevolg<strong>en</strong> heeft. Daarnaast zijn er comp<strong>en</strong>satiemechanism<strong>en</strong> voor<br />

de c<strong>en</strong>trumfuncties in de sted<strong>en</strong>, maar niet voor deze in de rand.<br />

6.1 F ISCALE CONCURRENTIE: BEPERKT IN STADSREGIONALE CONTEXT<br />

In teg<strong>en</strong>stelling tot de wijdverspreide perceptie wordt vastgesteld dat in de sted<strong>en</strong> wel veelal<br />

hoge, maar niet noodzakelijke de hoogste tariev<strong>en</strong> gehanteerd word<strong>en</strong>. Wel is het zo dat in e<strong>en</strong><br />

<strong>stad</strong>sgewestelijke context er meestal e<strong>en</strong> hogere aanslagvoet in de kernsted<strong>en</strong> bestaat hetzij voor<br />

het % APB, hetzij voor de OOV of voor beide. Dit is zeer expliciet het geval voor Antwerp<strong>en</strong>, G<strong>en</strong>t<br />

(<strong>en</strong>kel OOV), Leuv<strong>en</strong> (<strong>en</strong>kel OOV), Mechel<strong>en</strong> (<strong>en</strong>kel OOV), Oost<strong>en</strong>de (<strong>en</strong>kel OOV), Sint-Niklaas<br />

(<strong>en</strong>kel % APB) <strong>en</strong> Turnhout. In deze laatste bestaat het grootste verschil tuss<strong>en</strong> OOV in de <strong>stad</strong><br />

<strong>en</strong> in agglomeratie <strong>en</strong> banlieue. Dit creëert e<strong>en</strong> fiscale concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> <strong>stad</strong> <strong>en</strong> rand, zij het<br />

dat die geografisch beperkt van schaal is. <strong>E<strong>en</strong></strong>maal de eerste rand voorbij zijn de tariev<strong>en</strong><br />

vergelijkbaar <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> plattelandscontext zelfs ev<strong>en</strong> hoog of hoger. De fiscale concurr<strong>en</strong>tie<br />

tuss<strong>en</strong> <strong>stad</strong> <strong>en</strong> rand is dus eerder beperkt. De fiscaliteit op zich heeft met andere woord<strong>en</strong> niet de<br />

maatschappelijk gevolg<strong>en</strong> die sommig<strong>en</strong> in dit verband voorhoud<strong>en</strong>.<br />

De combinatie van aanslagvoet<strong>en</strong>, fiscale capaciteit <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> op het gebied van andere<br />

bronn<strong>en</strong> van inkomst<strong>en</strong> zorgt voor e<strong>en</strong> hoge opbr<strong>en</strong>gst per inwoner van alle lokale belasting<strong>en</strong> in<br />

de sted<strong>en</strong> (naast e<strong>en</strong> aantal andere gebied<strong>en</strong> zoals de kust). Daarnaast is er vooral in Antwerp<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> G<strong>en</strong>t ook e<strong>en</strong> grote comp<strong>en</strong>satie vanuit het geme<strong>en</strong>tefonds, vooral door de nog steeds<br />

aanzi<strong>en</strong>lijke compartim<strong>en</strong>tering. Dit is veel minder of zelfs helemaal niet (Mechel<strong>en</strong> <strong>en</strong> G<strong>en</strong>k) het<br />

geval voor de andere c<strong>en</strong>trumsted<strong>en</strong>, behalve voor Brugge. Voor Brugge is dat e<strong>en</strong> gevolg van de<br />

afzonderlijke behandeling <strong>en</strong> door de ‘kustbonus’.


38<br />

Alles op e<strong>en</strong> rij gezet zorgt dit ervoor dat ondanks de grotere inkomst<strong>en</strong> per inwoner uit<br />

belasting<strong>en</strong>, het aandeel hiervan in de totale ontvangst<strong>en</strong> in Antwerp<strong>en</strong> (28%) <strong>en</strong> G<strong>en</strong>t (29%) laag<br />

ligt <strong>en</strong> dat het aandeel in de inkomst<strong>en</strong> uit het geme<strong>en</strong>tefonds er groot is (Antwerp<strong>en</strong> 41% <strong>en</strong><br />

G<strong>en</strong>t 43%).<br />

Voor de andere c<strong>en</strong>trumsted<strong>en</strong> is het aandeel in de totale ontvangst<strong>en</strong> van het geme<strong>en</strong>tefonds<br />

beperkter (tuss<strong>en</strong> 22% in Leuv<strong>en</strong> <strong>en</strong> 30% in Brugge). Dit is weliswaar meer dan voor e<strong>en</strong><br />

gemiddelde geme<strong>en</strong>te (17%), maar ook in veel plattelandsgeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is dat aandeel groot. Het<br />

aandeel van de belasting<strong>en</strong> schommelt bij de regionale sted<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 40% in Turnhout <strong>en</strong> 52% in<br />

Kortrijk.<br />

6.2 C OMPENSATIE CENTRUMFUNCTIE: VOLLEDIG PLAATJE BESTAAT NIET<br />

Met de huidige k<strong>en</strong>nis kan niet word<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> of de bestaande comp<strong>en</strong>satie voor de<br />

c<strong>en</strong>trumfunctie voldo<strong>en</strong>de is. Dergelijke oef<strong>en</strong>ing is in opmaak, maar zal bijzonder moeilijk zijn.<br />

Belangrijk hierbij is mee te gev<strong>en</strong> dat iedere <strong>stad</strong> haar c<strong>en</strong>trumfuncties op e<strong>en</strong> andere manier<br />

invult. Dat betek<strong>en</strong>t dat ook de noodzaak bestaat om de c<strong>en</strong>trumfuncties gediffer<strong>en</strong>tieerd te<br />

analyser<strong>en</strong>. Ze verschill<strong>en</strong> per stedelijk gebied, de schal<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> per functie, idem voor de<br />

kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong>structuur <strong>en</strong> idem voor de bestuurlijke sc<strong>en</strong>ario's die in de praktijk al word<strong>en</strong><br />

gebruikt (afsprak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, tuss<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> van de <strong>Vlaamse</strong> overheid of van de<br />

provincie,...). Hieruit volgt ook dat het zeker onmogelijk is om alle functies op e<strong>en</strong> zelfde uniforme<br />

wijze te met<strong>en</strong>.<br />

<strong>E<strong>en</strong></strong> analyse waarin deze viervoudige differ<strong>en</strong>tiatie wordt ingebouwd zal ongetwijfeld leid<strong>en</strong> tot<br />

e<strong>en</strong> meer g<strong>en</strong>uanceerde politiek debat over de last<strong>en</strong> <strong>en</strong> lust<strong>en</strong> van de c<strong>en</strong>trumfunctie wat ook<br />

moet leid<strong>en</strong> tot maatwerk afgestemd op de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de c<strong>en</strong>trumfuncties per stedelijk<br />

gebied.<br />

Gezi<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>staande onzekerhed<strong>en</strong> die vandaag hieromtr<strong>en</strong>t nog bestaan is het meer dan<br />

aangewez<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> krachtig pleidooi te houd<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> substantiële investering in onderzoek<br />

naar de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> van de c<strong>en</strong>trumfuncties. Wat de methodologie betreft verwijz<strong>en</strong> we in dit<br />

verband naar de conclusies van de eerste fase van het onderzoek naar de empirische onderbouw<br />

van de c<strong>en</strong>trumfuncties in <strong>stad</strong>sregio’s (Vermeersch e.a., 2009). Daarin wordt vastgesteld dat er<br />

ge<strong>en</strong> uniforme top down methodologie bestaat om c<strong>en</strong>trumfuncties te met<strong>en</strong>. Uit de analyse <strong>en</strong> de<br />

interpretatie van verschill<strong>en</strong>de publicaties in dit verband blijkt dat niet mogelijk is om te kom<strong>en</strong> tot<br />

e<strong>en</strong> valide <strong>en</strong> betrouwbaar uniform wet<strong>en</strong>schappelijk verantwoord meetinstrum<strong>en</strong>t dat het begrip<br />

van de c<strong>en</strong>trumfuncties duidelijk maakt, voldo<strong>en</strong>de inzicht geeft in hun kost<strong>en</strong> én bat<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ook mogelijkhed<strong>en</strong> biedt tot vergelijking van c<strong>en</strong>trumsted<strong>en</strong> onderling <strong>en</strong> doorhe<strong>en</strong> de<br />

tijd. Dit impliceert e<strong>en</strong> tijdsint<strong>en</strong>sieve bottom up b<strong>en</strong>adering waarin vertrokk<strong>en</strong> wordt van te<br />

definiër<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trumfuncties.<br />

6.3 A NDERE FINANCIERING NODIG IN STADSREGIONALE CONTEXT<br />

De vorming van <strong>stad</strong>sregio’s betek<strong>en</strong>t dat de financiering van de sted<strong>en</strong> in de toekomst hoe dan<br />

ook op e<strong>en</strong> andere manier zal moet<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. Zo zal moet<strong>en</strong> nagedacht word<strong>en</strong> over de<br />

allocatie van de middel<strong>en</strong> uit het geme<strong>en</strong>tefonds. Er is nu e<strong>en</strong> 1 (Vlaander<strong>en</strong>) op 1 (geme<strong>en</strong>te)


39<br />

relatie <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking wordt niet financieel ondersteund, terwijl sam<strong>en</strong>werking intrinsiek zorgt<br />

voor efficiëntiewinst. De <strong>Vlaamse</strong> overheid moet dit stimuler<strong>en</strong>, maar het mag ge<strong>en</strong> “afkoopbeleid”<br />

word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> de effici<strong>en</strong>cywinst die door sam<strong>en</strong>werking kan <strong>en</strong> moet bereikt word<strong>en</strong>. Het kan<br />

niet de bedoeling zijn dat m<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> gaat sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> om meer geld te krijg<strong>en</strong>. Er moet e<strong>en</strong><br />

concrete overdracht van bevoegdhed<strong>en</strong> aan verbond<strong>en</strong> zijn. Ook het Sted<strong>en</strong>fonds zou e<strong>en</strong><br />

<strong>stad</strong>regionaal luik kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. Verder kunn<strong>en</strong> bepaalde vorm<strong>en</strong> van lokale fiscaliteit (bv<br />

bedrijfsbelasting) op e<strong>en</strong> hoger bestuurlijk niveau georganiseerd word<strong>en</strong>, of zelfs overdrag<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> naar Vlaander<strong>en</strong>. Dat zijn allemaal mogelijke aanmoedigingsmechanism<strong>en</strong> die de vorming<br />

van <strong>stad</strong>sregio’s kunn<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>.<br />

Verder zijn er minst<strong>en</strong>s twee criteria waaraan de aanmoedigingsmechanism<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>.<br />

Vooreerst moet er e<strong>en</strong> modulering bestaan waarbij de beste vorm van sam<strong>en</strong>werking ook de<br />

beste ondersteuning krijgt. Dit betek<strong>en</strong>t ook dat Vlaander<strong>en</strong> resultaatsgebond<strong>en</strong> indicator<strong>en</strong> moet<br />

vastlegg<strong>en</strong> gekoppeld aan de financiële ondersteuning van de <strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking.<br />

Voorts kan niet e<strong>en</strong>der welke vorm van sam<strong>en</strong>werking word<strong>en</strong> ondersteund. Gezi<strong>en</strong> de invalshoek<br />

moet de <strong>stad</strong> c<strong>en</strong>traal staan <strong>en</strong> kan er ge<strong>en</strong> situatie ontstaan waarbij de (rand)geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong> de c<strong>en</strong>trum<strong>stad</strong> hierbij doelbewust links laat ligg<strong>en</strong>.


Refer<strong>en</strong>ties<br />

Albrechts, L. & Lievois, G. (2004). The Flemish diamond: urban network in the making? European Planning Studies,<br />

12(3): 351-370.<br />

B<strong>en</strong>net, R.J., 2004, ‘Territorial Reform of C<strong>en</strong>tral-Regional-Local Governm<strong>en</strong>t Relations: The Implications for Local<br />

Economic Developm<strong>en</strong>t Ag<strong>en</strong>cies in England’, Barlow, M. & Wastl-Water, D. (eds.), New Chall<strong>en</strong>ges in Local<br />

and Regional Administration (Aldershot: Ashgate).<br />

Boudry L., Cabus P., Corijn E., De Rynck F., Kesteloot C., Loeckx A., (editors), (2003), De eeuw van de <strong>stad</strong>, Van<br />

rastersted<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>stad</strong>srepubliek<strong>en</strong>, Witboek Sted<strong>en</strong>beleid<br />

Bral, L., Doy<strong>en</strong> G., Schelfaut H., Tubex S., Vanderhasselt A., (2009), Stadsmonitor 2008. <strong>E<strong>en</strong></strong> monitor voor duurzame<br />

<strong>en</strong> leefbare sted<strong>en</strong>. 306 pp.<br />

Bryon J., Vanderlind<strong>en</strong> L., (2008), Beschouwing<strong>en</strong> bij de opmaak van het Toeristisch Actieplan voor de <strong>Vlaamse</strong><br />

Kunststed<strong>en</strong>. Theoretisch kader, resultat<strong>en</strong> <strong>en</strong> procesanalyse. Steunpunt Buit<strong>en</strong>lands beleid, Toerisme <strong>en</strong><br />

Recreatie, Spoor Toerisme <strong>en</strong> recreatie. 61 p.<br />

Cabus P. (1984), Urban areas and their hinterland; L. Albrechts & B. Vinikas (Eds.), Managing the metropolis:<br />

interplay of small and large scale in major urban areas, Blz. 207-226.<br />

Cabus P. (1999), De sociaal-economische belang<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schap als antwoord op de Brusselse paradox binn<strong>en</strong> de<br />

huidige institutionele context. M. Roelandts (ed.), Stedelijke economie, Analyse <strong>en</strong> perspectiev<strong>en</strong>. Naar e<strong>en</strong><br />

nieuwe metropolisering van de economische activiteit? Brussel, Presses Ferer, pp. 127-142<br />

Cabus P. (1980a), De streek: <strong>E<strong>en</strong></strong> geografisch-economisch-planologische b<strong>en</strong>adering. Beoordeling van de bestaande<br />

regionale indeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorstel tot e<strong>en</strong> nieuwe regionale indeling voor Vlaander<strong>en</strong>, GERV-Bericht<strong>en</strong> nr. 25,<br />

Blz. 107-208.<br />

Cabus P. (ed.) (2008), HST & The economic strategies for the Kortrijk region. Leiedal, Kortrijk, 77p<br />

Cabus P., De Decker P., Kesteloot C., Meert H. (1995), Concurr<strong>en</strong>tie of complem<strong>en</strong>tariteit? Plann<strong>en</strong> voor Brussel <strong>en</strong><br />

omgeving, Ruimtelijke Planning, Kluwer, Katern 4, blz. 7-32.<br />

Cabus, P., Kesteloot, C., Van der Haeg<strong>en</strong>, P., Stadsvlucht maakt vrij, 1989, Acco Leuv<strong>en</strong><br />

Cabus P. , Knaep<strong>en</strong> W.(1996), C<strong>en</strong>trumfunctie: Duur betaald?, Ruimtelijke Planning, Kluwer, Katern 1, blz. 5-38<br />

Casier B., (2009), Stadsregionale sam<strong>en</strong>werking. Sint-Niklaas – Waasland. Pres<strong>en</strong>tatie Discussieplatform<br />

Castells M., (2001), Local and global: cities in the network society. Tijdschrift voor Economische <strong>en</strong> Sociale Geografie<br />

– 2002, Vol. 93, No. 5, pp. 548–558<br />

Christaller W., (1933), Die z<strong>en</strong>trale Orte in Süddeutsland. J<strong>en</strong>a.<br />

Commissie Bestuurlijke Organisatie. (1997). De organisatie van het binn<strong>en</strong>lands bestuur in Vlaander<strong>en</strong>. Advies van de<br />

Commissie Bestuurlijke Organisatie. Brussel: Ministerie van de <strong>Vlaamse</strong> Geme<strong>en</strong>schap. 219 p.<br />

Conseil Economique et Social, Nord-Pas-de-Calais, (2000), Forum, Eurorégion 2020: les voies d’un possible. Lille 7<br />

december 2000.<br />

De Brabander, G., Vervoort, L. & Witlox, F. (1987). Metropolis, over m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> c<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Leuv<strong>en</strong>: Kritak. 191 p.<br />

De Ceuninck K., (2009), Over de bestuurlijke schaal vande <strong>Vlaamse</strong> lokale overhed<strong>en</strong>. In: <strong>Vlaamse</strong> Adviesraad voor<br />

Bestuurszak<strong>en</strong>, (2009), Memorandum 2009-2014. Aanbeveling<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> krachtig bestuurlijk beleid. Pp 73-<br />

72-128<br />

Degreef E., (2009), <strong>E<strong>en</strong></strong> analyse B.B.B. In: <strong>Vlaamse</strong> Adviesraad voor Bestuurszak<strong>en</strong>, (2009), Memorandum 2009-<br />

2014. Aanbeveling<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> krachtig bestuurlijk beleid. Pp 52-72<br />

40


De Rynck & Voets (2008, Bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> voor het <strong>stad</strong>sregionale debat in Vlaander<strong>en</strong>, K<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum <strong>Vlaamse</strong> Sted<strong>en</strong>.<br />

De Rynck, F. & Voets, J. (2004). Gebiedsgerichte beleidsnetwerk<strong>en</strong>: Pleidooi voor e<strong>en</strong> dynamische <strong>en</strong> conting<strong>en</strong>te<br />

b<strong>en</strong>adering van het democratievraagstuk. Vlaams Tijdschrift voor Overheidsmanagem<strong>en</strong>t (VTOM), 9(1): 36-<br />

47.<br />

Dewachter, W. (1976). Doelstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> machtsmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bij de fusies in het <strong>stad</strong>sgewest Leuv<strong>en</strong>. Res Publica,<br />

XVIII(3-4): 337-360.<br />

ESPON, (2006), ESPON Atlas. mapping the structure of European territory. Bonn, 92 p<br />

Florida R., (2002), The rise of the creative class: And how it is transforming work, leisure, community and everyday<br />

life, Basic Books, 350 p,<br />

Francq B., Loopmans M., Pierart J., Uitermark J., (2008), <strong>E<strong>en</strong></strong> beleid voor e<strong>en</strong> duurzame <strong>stad</strong> 25 aanbeveling<strong>en</strong>.<br />

Federaal Grootsted<strong>en</strong>beleid. 28 juli 2008, 95 p.<br />

Gatz S., Leys<strong>en</strong> C., van Rouveroij S, Basiliades J., Stouthuys<strong>en</strong> P., (eds)., (2005), Stadslucht maakt vrij. Vubpress,<br />

376 p.<br />

Gatz S., Leys<strong>en</strong> C., van Rouveroij S., Pille J., Stouthuys<strong>en</strong> P., (eds)., (2007), The state of the city. The city is the<br />

state. Stadslucht maakt vrij. Vubpress, 330 p.<br />

Goeminne, S., Geys, B. & Smolders, C. (2005). Political Fragm<strong>en</strong>tation and Projected Tax Income: Evid<strong>en</strong>ce from<br />

Flemish Municipalities. Rapport voorgesteld op de ‘61ste Confer<strong>en</strong>ce of the International Institute of Public<br />

Finances’, Jeju (Korea), 22-25 augustus 2005. 20 p. Beschikbaar online op<br />

http://gemini.econ.umd.edu/confer<strong>en</strong>ce/iipf2005/program/iipf2005.html#9<br />

Gooss<strong>en</strong>s M., 1963, Hiërarchie <strong>en</strong> hinterland<strong>en</strong> der c<strong>en</strong>tra: e<strong>en</strong> methodologische studie toegepast op N.O. België,<br />

Acta Geographica Lovani<strong>en</strong>sa.<br />

Gooss<strong>en</strong>s M., Van der Haeg<strong>en</strong> H., 1972, De invloedssfer<strong>en</strong> der c<strong>en</strong>tra <strong>en</strong> hun activiteitsstructur<strong>en</strong>. Atlas van België,<br />

Pl. 28 A, B, C., Brussel.<br />

Govers R., Van Hecke E., Cabus P., (2008), Delineating Tourism: Defining the Usual Environm<strong>en</strong>t. Annals of Tourism<br />

Research. Vol 35, pp. 1053-1073.<br />

Haughwout, A.F. (1999). Regional Fiscal Cooperation in Metropolitan Areas: An Exploration, Journal of Policy Analysis<br />

and Managem<strong>en</strong>t, 18/4:579-600.<br />

Hemel, Z., (2002), “ Creatieve sted<strong>en</strong> “ in Sted<strong>en</strong>bouw <strong>en</strong> Ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing, 02, pp 6-13<br />

H<strong>en</strong>driks, F. (2006). ‘Shifts in Governance in a Polyc<strong>en</strong>tric Urban Region: The Case of the Dutch Rand<strong>stad</strong>’,<br />

International Journal of Public<br />

Hoge Raad voor Binn<strong>en</strong>lands Bestuur, 2002, Advies 3. Nut van het instrum<strong>en</strong>t van de fusie in het kader van de versterking<br />

van de bestuurskracht van de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. 24 p.<br />

K<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum <strong>Vlaamse</strong> sted<strong>en</strong>, VVSG, (2009), Innovatieve <strong>en</strong> aantrekkelijk sted<strong>en</strong> motor van <strong>Vlaamse</strong> welvaart..<br />

Memorandum van de <strong>Vlaamse</strong> c<strong>en</strong>trumsted<strong>en</strong> aan de <strong>Vlaamse</strong> politieke partij<strong>en</strong> voor de verkiezing<strong>en</strong> van 7<br />

juni 2009. 14 p.<br />

Keul<strong>en</strong>, M. (2007). Beleidsbrief sted<strong>en</strong>beleid. beleidsprioriteit<strong>en</strong> 2007-2008. Brussel: Ministerie van de <strong>Vlaamse</strong><br />

Geme<strong>en</strong>schap. 46 p.<br />

Keul<strong>en</strong>, M. (2008). Beleidsbrief sted<strong>en</strong>beleid. beleidsprioriteit<strong>en</strong> 2008-2009. Brussel: Ministerie van de <strong>Vlaamse</strong><br />

Geme<strong>en</strong>schap. 59 p.<br />

Leroy, J. (2005). Fiscaliteit als beleidsinstrum<strong>en</strong>t voor stedelijkheid. In: S. Gatz, S. van Rouveroij, C. Leys<strong>en</strong>, P.<br />

Stouthuys<strong>en</strong>, J. Basilliades (Eds). Stadslucht maakt vrij!. Brussel: VUB Press. pp. 165-176.<br />

Luyt<strong>en</strong>, S., Van Hecke, E. , 2007, De Belgische Stadsgewest<strong>en</strong> 2001, Statistics Belgium Working Paper, 84pp.<br />

41


Maes, R., (1970), De bestuurskracht van de Belgische geme<strong>en</strong>te. In: Res Publica, 22, 3, pp.427-456.<br />

Maes, R. (1976). ‘De sam<strong>en</strong>voeging van geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (The merging of municipalities)’, Res Publica, XVII/3-4:275-314.<br />

Michel J., (1982), la fusion des communes. Un bilan provisoire. In : Res Publica, 24, 34-, pp. 407-414<br />

Moes<strong>en</strong>, W. (2004). Op<strong>en</strong>bare financiering <strong>en</strong> de nieuwe sted<strong>en</strong>’, De Rynck, F., Boudry, L., Cabus, P., Corijn, E.,<br />

Kesteloot, C. & Loeckx, A. (eds.), De eeuw van de <strong>stad</strong>. Over <strong>stad</strong>srepubliek<strong>en</strong> <strong>en</strong> rastersted<strong>en</strong>. Voorstudies.<br />

OECD, (2006), Competitive Cities in the Global Economy. OECD Territorial reviews. Paris, 445 p.<br />

Ostrom, E., 1991, Governing the Commons. The Evolution of Institutions for Collective Action. Cambridge: Cambridge<br />

University Press.<br />

Pattyn M., 1984, Voorbereid<strong>en</strong>d onderzoek naar e<strong>en</strong> besturulijk kader voor de Belgische agglomeraties <strong>en</strong><br />

<strong>stad</strong>sgewest<strong>en</strong>. Thesis Sted<strong>en</strong>bouw <strong>en</strong> Ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing, K.U. Leuv<strong>en</strong>.<br />

Ray C., (2001), Culture economies: A perspective on local rural developm<strong>en</strong>t in Europe, C<strong>en</strong>tre for Rural Economy,<br />

Newcastle upon Tyne.<br />

Resoc Zuid-West-Vlaander<strong>en</strong>, (2007), Woonregieboek. Zes prioriteit<strong>en</strong> voor het woonbeleid in Zuid-West-Vlaander<strong>en</strong>.<br />

Atlas Zuidelijk West-Vlaander<strong>en</strong>. Fascikel 7. 90 pp.<br />

SERV, CESRW, ESRBGH, CESR, LBO, 2000, Geme<strong>en</strong>schappelijke verklaring van de sociaal-economische rad<strong>en</strong> van<br />

de Euroregio, december 2000.<br />

Swyngedouw E. (1997), Excluding the other: The production of scale and scaled politics, in: Lee R., Wills J., (eds),<br />

Geographies of economies, London, ARNOLD, pp. 167-176.<br />

Technum, (1996), Opmaak van e<strong>en</strong> ruimtelijk visie voor de Bipool Hasselt-G<strong>en</strong>k.<br />

Teisman, G.R., 2000, ‘Models for research into decision-making processes: on phases, streams and decision-making<br />

rounds’, Public Administration, 78/4:937-956.<br />

Tubex, S., Voets, J. & De Rynck, F. (2005) <strong>E<strong>en</strong></strong> beschrijv<strong>en</strong>de analyse van ruimtelijk-ecologische <strong>en</strong> socioeconomische<br />

arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong>. G<strong>en</strong>t: SBOV. 180 p.<br />

Uitermark J. (2002), Re-scaling, ‘scale fragm<strong>en</strong>tation’ and the regulation of antagonistic relationships. Progress in<br />

Human geography, 26,6, pp. 743-765<br />

Van de Bosch H., (2009), Intergeme<strong>en</strong>telijke sam<strong>en</strong>werking: lokaal woonbeleid anders bekek<strong>en</strong>. Pres<strong>en</strong>tatie op het<br />

Woonforum. Antwerp<strong>en</strong> 20 maart 2009.<br />

Van der Haeg<strong>en</strong> H., Pattyn M., (1979). De Belgische <strong>stad</strong>sgewest<strong>en</strong>. Statistisch Tijdschrift, 3, p. 235-249 <strong>en</strong><br />

Statistische Studiën, 56, N.I.S., p. 3-18<br />

Van der Haeg<strong>en</strong>, H., Van Hecke, E., Juchtmans, G. (1996), De Belgische Stadsgewest<strong>en</strong>, Statistische Studiën, 104.<br />

Van Hecke, Actualisering van de stedelijke hiërarchie van België, Tijdschrift van het Geme<strong>en</strong>tekrediet, nr. 205,<br />

1998/3, pp. 45-76<br />

Van Hecke, E, Luyt<strong>en</strong>, S., (2007). De Belgische <strong>stad</strong>sgewest<strong>en</strong> 2001. Statistics Belgium Working Paper (nr. 14).<br />

Algem<strong>en</strong>e Directie Statistiek <strong>en</strong> Economische Informatie: Brussel. 81 p<br />

Vandermott<strong>en</strong>, C., Vermoes<strong>en</strong> F., De Lannoy W., De Corte S;, 1999, Europese Sted<strong>en</strong>. <strong>E<strong>en</strong></strong> vergelijk<strong>en</strong>de cartografie.<br />

Het tijdschrift van het geme<strong>en</strong>tekrediet, 53e jg, nr. 207-2.8, ½<br />

Verhoest K., De Meu R., (2008), Bestuurskundige evaluatie van het decreet intergeme<strong>en</strong>telijke sam<strong>en</strong>werking. SBOV: Bproject.<br />

Bestuurskundige evaluatie. D/2008/10106/012. 101 p.<br />

Verhulst J., (2009), Discussieplatform Stadsregionale Sam<strong>en</strong>werking, Pres<strong>en</strong>tatie 17 maart 2009<br />

Vermeersch T., Way<strong>en</strong>berg E., De Rynck F., Reynaert H., Steyvers K., Ackaert J., (2009), Empirische onderbouw van<br />

de c<strong>en</strong>trumfuncties in <strong>stad</strong>sregio’s – onderzoek naar aspect<strong>en</strong> van <strong>stad</strong>sregionale verev<strong>en</strong>ing, Rapport Fase<br />

1, Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaander<strong>en</strong>, 31 p.<br />

42


Vesoc, (2009), Pact 2020: <strong>E<strong>en</strong></strong> nieuw toekomstplan voor Vlaander<strong>en</strong>. 20 Doelstelling<strong>en</strong>. Brussel. 32 p.<br />

<strong>Vlaamse</strong> Adviesraad voor Bestuurszak<strong>en</strong> (VLABEST), 2009, Memorandum 2009-2014. Aanbeveling<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />

krachtig bestuurlijk beleid.<br />

Vlaander<strong>en</strong> in Actie, Commissie Efficiënte <strong>en</strong> Effectieve Overheid, <strong>E<strong>en</strong></strong> slagkrachtige overheid in Vlaander<strong>en</strong>.<br />

Tuss<strong>en</strong>tijds verslag dd 8 december 2008<br />

Vlaander<strong>en</strong> in Actie, 2009, Doorbrak<strong>en</strong> 2020. Brussel<br />

Visser, J.A. (2002). Understanding Local Governm<strong>en</strong>t Cooperation in Urban Regions. Toward a Cultural Model of<br />

Interlocal Relations, American Review of Public Administration, 32/1:40-65.<br />

Voets, J. & De Rynck, F., 2006, “Het <strong>Vlaamse</strong> regime <strong>en</strong> de <strong>stad</strong>sregionale sturingsproblematiek”. In: De Rynck, Filip<br />

& Way<strong>en</strong>berg, Ell<strong>en</strong> (eds) Lokale bestur<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong>: intra- <strong>en</strong> interbestuurlijk doorgelicht. Jaarboek<br />

SBOV 2005. Brugge: die Keure, pp. 161-179.<br />

Way<strong>en</strong>berg, E., De Peuter, B., Intergeme<strong>en</strong>telijke sam<strong>en</strong>werking in de Westhoek. In: DE RYNCK, F., WAYENBERG, E.,<br />

(Ed.), Lokale bestur<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong>:intra- <strong>en</strong> interbestuurlijk doorgelicht. Steunpunt Bestuurlijke Organisatie<br />

Vlaander<strong>en</strong>, Jaarboek 2005, pp.181-193.<br />

43


Bijlag<strong>en</strong><br />

44


1 Sam<strong>en</strong>stelling van Discussieplatform Raster<strong>stad</strong>-<br />

Stadsregionale Sam<strong>en</strong>werking<br />

Extern Deskundig<strong>en</strong>:<br />

45<br />

Peter Cabus, voorzitter, K.U. Leuv<strong>en</strong>, Onderzoeksgroep Sociale <strong>en</strong> Economische Geografie<br />

Filip De Rynck, Hogeschool G<strong>en</strong>t<br />

Joris Voets, K.U. Leuv<strong>en</strong> Instituut voor de Overheid<br />

Geert Bouckaert, K.U. Leuv<strong>en</strong> Instituut voor de Overheid<br />

Ann Verhetsel, Universitaire Faculteit<strong>en</strong> St.-Ignatius Antwerp<strong>en</strong> (UFSIA), Vakgroep Transport <strong>en</strong><br />

Ruimtelijke Economie<br />

Johan Ackaert , Universiteit Hasselt<br />

Willy Miermans, Hogeschool voor Verkeerskunde Diep<strong>en</strong>beek,<br />

Verteg<strong>en</strong>woordigers Sted<strong>en</strong>:<br />

Stijn Vermass<strong>en</strong>, Aalst<br />

Stijn Valgaer<strong>en</strong>, Lieselot Van Hijfte, Antwerp<strong>en</strong><br />

Dirk Michiels, Brugge<br />

Noora Paruys, G<strong>en</strong>k<br />

Karl-Filip Co<strong>en</strong>egrachts, G<strong>en</strong>t<br />

Marc Verachtert, Valerie Del Re, Hasselt<br />

Geert Hillaert, Kortijk<br />

Gust Vri<strong>en</strong>s, Leuv<strong>en</strong><br />

Eric Laga, Johan Verhulst, Mechel<strong>en</strong><br />

Gw<strong>en</strong>ny Cooman, Rudy Simo<strong>en</strong>s, Filip Van Haverbeke, Oost<strong>en</strong>de<br />

Didier Pillaert, Roeselare<br />

Christi<strong>en</strong> Geldolf, Bart Casier, Sint-Niklaas<br />

Staf Lauwerys<strong>en</strong>, Turnhout<br />

Sv<strong>en</strong> Gatz, Brussel<br />

Verteg<strong>en</strong>woordigers van de <strong>stad</strong>sregio’s<br />

Wout Baert, Stadsregio Turnhout<br />

Jan Sabbe, Intercommunale Leiedal<br />

Jo Discart, RESOC, Leuv<strong>en</strong><br />

Juli<strong>en</strong> Van Geertsom, Maatschappij voor het industrialisatiebeleid van de linkeroever<br />

Bruno Tricot, Stad-land-schap, Streekhuis Midd<strong>en</strong> West-Vlaander<strong>en</strong>


Verteg<strong>en</strong>woordigers Beleidsdomein<strong>en</strong>:<br />

Piet Van der Plas, Beleid Binn<strong>en</strong>land, Sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> Inburgering<br />

Luc Bral, Studiedi<strong>en</strong>st <strong>Vlaamse</strong> Regering<br />

James Van Caster<strong>en</strong>, RWO, Afdeling Ruimtelijke Planning<br />

Stev<strong>en</strong> Eeckhout, Bruno Depondt, Afdeling woonbeleid<br />

Ko<strong>en</strong> Vermoes<strong>en</strong>, Eline Horemans , Ruimtelijke Economie<br />

Ingrid Liet<strong>en</strong>, De Lijn<br />

Verteg<strong>en</strong>woordigers van de kabinett<strong>en</strong><br />

46<br />

Ann Ste<strong>en</strong>brugghe, Dimitri Meess<strong>en</strong>, Vlaams minister Dirk Van Mechel<strong>en</strong><br />

Marle<strong>en</strong> Van Ouytsel, Raadgever Sted<strong>en</strong>beleid, Vlaams minister van Binn<strong>en</strong>lands Bestuur,<br />

Sted<strong>en</strong>beleid, Won<strong>en</strong> <strong>en</strong> Inburgering,<br />

Marc Mahieu, Raadgever Won<strong>en</strong>,Kabinet Vlaams minister van Binn<strong>en</strong>lands Bestuur,<br />

Sted<strong>en</strong>beleid, Won<strong>en</strong> <strong>en</strong> Inburgering<br />

Martine Meurr<strong>en</strong>s, Kabinet Vlaams minister van Economie, Ondernem<strong>en</strong>, Wet<strong>en</strong>schap, Innovatie<br />

<strong>en</strong> Buit<strong>en</strong>landse Handel<br />

Stijn Billiet, Kabinet Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie <strong>en</strong> Gelijke Kans<strong>en</strong><br />

Roel Bruyninckx, Vlaams minister van Op<strong>en</strong>bare Werk<strong>en</strong>, Energie, Leefmilieu <strong>en</strong> Natuur<br />

Johan Van Win, Vlaams minister van werk, onderwijs <strong>en</strong> Vorming<br />

Verteg<strong>en</strong>woordiger van het K<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum <strong>Vlaamse</strong> Sted<strong>en</strong><br />

Linda Boudry, Jero<strong>en</strong> Windey<br />

Verteg<strong>en</strong>woordigers VVSG, VVP<br />

Mark Suyk<strong>en</strong>s, Ver<strong>en</strong>iging van <strong>Vlaamse</strong> Sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vzw<br />

Raymond Van Loock, Ver<strong>en</strong>iging van de <strong>Vlaamse</strong> Provincies<br />

Ondersteuning<br />

Caroline Ryckeboer, Team Sted<strong>en</strong>beleid<br />

Monique De Ceuster, Team Sted<strong>en</strong>beleid<br />

Stefaan Tubex, Team Sted<strong>en</strong>beleid


47<br />

Bijkom<strong>en</strong>de g<strong>en</strong>odigd<strong>en</strong> in de vergadering<strong>en</strong>:<br />

18 november 2008<br />

Guido Decoster, Ag<strong>en</strong>tschap voor Binn<strong>en</strong>lands Bestuur<br />

Jef Gabriêls, burgemeester G<strong>en</strong>k<br />

16 december 2008<br />

Miet Remans, Opglabbeek<br />

Francis Stijn<strong>en</strong>, burgemeester Turnhout<br />

Jef Kersemans, burgemeester Oud-Turnhout<br />

20 januari 2009<br />

Frank De Bruyne, Antwerp<strong>en</strong><br />

Mil Symons, Wijnegem<br />

Jef Biron, Wijnegem<br />

17 februari 2009<br />

Carl Vereecke, Kuurne<br />

Jan Seynhaeve, Wevelgem<br />

Leo Van der Vliet, BAM<br />

Philippe Jacobs, De lijn Vlaams Brabant<br />

17 maart 2009<br />

Jo Libeer, VOKA<br />

Carl Collaerts, VOKA<br />

Wim Beernaert, Nelson Inspires<br />

21 april 2009<br />

Louis Tobback, burgemeester van Leuv<strong>en</strong><br />

Marc Timbremont, De Volkshaard


48<br />

2 Stadsregionale getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />

16 december 2009<br />

Pres<strong>en</strong>tatie Turnhout,<br />

Voorstelling door de heer Wout Baert, Stadsregio Turnhout.<br />

Aanvulling door de heer Francis Stijn<strong>en</strong>, burgemeester van Turnhout:<br />

Aanvulling door de heer Jef Kersemans, burgemeester van Oud-Turnhout<br />

Pres<strong>en</strong>tatie Kortrijk<br />

Voorstelling door de heer Geert Hillaert, <strong>stad</strong>ssecretaris van Kortrijk <strong>en</strong> Jan Sabbe, Leiedal.<br />

Pres<strong>en</strong>tatie G<strong>en</strong>k<br />

Toelichting pres<strong>en</strong>tatie door mevrouw Noora Paruys, <strong>stad</strong> G<strong>en</strong>k <strong>en</strong> mevrouw Miet Remans,<br />

OCMW-secretaris Opglabbeek.<br />

20 januari 2009<br />

Pres<strong>en</strong>tatie G<strong>en</strong>t<br />

Voorstelling door de heer Karl-Filip Co<strong>en</strong>egrachts, G<strong>en</strong>t<br />

Pres<strong>en</strong>tatie Stad - land - schap regio Roeselare<br />

Voorstelling door de heer Didier Pillaert, Roeselare <strong>en</strong> de heer Bruno Tricot, Provincie West-<br />

Vlaander<strong>en</strong><br />

Pres<strong>en</strong>tatie Antwerp<strong>en</strong>, afbak<strong>en</strong>ingsproces<br />

Toelichting door de heer James Van Caster<strong>en</strong>, RWO – Ruimtelijke Planning<br />

Toelichting door de heer Frank De Bruyne, Antwerp<strong>en</strong><br />

Inhoudelijke reacties van Wijnegem<br />

Verteg<strong>en</strong>woordigers van Wijnegem: de heer Mil Sysmans <strong>en</strong> de heer Jef Biron<br />

17 februari 2009<br />

Toelichting Brugge, Dirk Michiels<br />

Toelichting Oost<strong>en</strong>de, Filip Van Haverbeke<br />

Reflectie pres<strong>en</strong>tatie <strong>stad</strong>sregionale sam<strong>en</strong>werking Kortrijk, Carl Vereecke, burgemeester van<br />

Kuurne <strong>en</strong> Jan Seynhaeve, burgemeester van Wevelgem.<br />

Toelichting BAM, Leo Van der Vliet<br />

Toelichting de Lijn, Philippe Jacobs


17 maart 2009<br />

Pres<strong>en</strong>tatie inzake "Id<strong>en</strong>titeit", door Wim Beernaert, Nelson Inspires<br />

Toelichting Mechel<strong>en</strong>, door Johan Verhulst<br />

Toelichting Sint-Niklaas, door Bart Casier<br />

Toelichting VOKA, door Jo Libeer<br />

21 april 2009<br />

49<br />

Toelichting Leuv<strong>en</strong>, door Louis Tobback<br />

Toelichting Aalst, door Stijn Vermass<strong>en</strong><br />

Toelichting door Marc Timbremont, De Volkshaard, G<strong>en</strong>t

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!