LANDELIJK AFVALBEHEERPLAN 2002-2012 - Vmk
LANDELIJK AFVALBEHEERPLAN 2002-2012 - Vmk LANDELIJK AFVALBEHEERPLAN 2002-2012 - Vmk
5 In- en uitvoer Het toetsingskader, de bezwaargronden en de bijbehorende procedures voor in- en uitvoer zijn opgenomen in hoofdstuk 12 van het beleidskader. De uitwerking voor verpakkingsafval is hierna gegeven, met uitzondering van verpakkingsafval als bestanddeel van het huishoudelijk restafval en HDO-restafval. Zie hiervoor de sectorplannen 1 ‘Huishoudelijk restafval’ en 3 ‘HDO-restafval’. 5.1 Verwijderen Invoer van verpakkingsafval voor storten wordt op basis van nationale zelfverzorging en/of omdat de overbrenging niet in overeenstemming is met nationale wettelijke bepalingen in beginsel niet toegestaan. Uitvoer van verpakkingsafval voor storten wordt op basis van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan. Tegen invoer van verpakkingsafval voor verbranden als vorm van verwijdering wordt in beginsel bezwaar gemaakt daar dit in strijd is met de Nederlandse minimumstandaard en als zodanig niet kan worden vergund aan een verwerker in Nederland. Het gestelde in de vorige zin geldt niet voor partijen waarvoor door de kennisgever voldoende aannemelijk wordt onderbouwd dat nuttige toepassing vanwege aard en samenstelling niet goed mogelijk is. Hiervoor wordt invoer toegestaan wanneer de verwerking is vergund aan de beoogde verwerker. Tegen uitvoer van verpakkingsafval voor verbranden als vorm van verwijderen wordt in beginsel geen bezwaar gemaakt. 5.2 Nuttige toepassing Wanneer huishoudelijk restafval of HDO-restafval is bewerkt (bijvoorbeeld door nascheiden) kan dit ertoe leiden dat een scheidingsfractie wordt aangeduid als afzonderlijke materiaalstroom, bijvoorbeeld papierafval of plasticafval, dat voor een deel uit verpakkingsafval bestaat. Overbrenging van dergelijke stromen ten behoeve van nuttige toepassing, voor zover ingedeeld in de groene lijst, is in beginsel vrij. Indien de gescheiden fractie nog steeds als stedelijk afval wordt aangemerkt (ingedeeld op de oranje lijst) wordt voor de uitwerking verwezen naar de sectorplannen 1 ‘Huishoudelijk restafval’ en 3 ‘HDO-restafval’. Tegen invoer van verpakkingsafval voor nuttige toepassing wordt in beginsel geen bezwaar gemaakt wanneer de beoogde verwerking in lijn is met de Nederlandse minimumstandaard en als zodanig is vergund aan de beoogde verwerker, danwel wanneer het materiaal geschikt is voor directe nuttige toepassing binnen de daarvoor geldende nationale normen. Tegen uitvoer verpakkingsafval voor nuttige toepassing wordt in beginsel geen bezwaar gemaakt. 5.3 Voorlopige verwijdering of voorlopige nuttige toepassing Worden verpakkingsmateriaalstromen na overbrenging verkleind, gesorteerd, gepelletiseerd of anderszins voorbehandeld, dan is in het algemeen sprake van voorlopige nuttige toepassing (R12/R13) of van voorlopige verwijdering (D13/D14/D15). Tegen in- en uitvoer voor voorlopige verwijdering wordt in beginsel bezwaar gemaakt op grond van nationale zelfverzorging wanneer als vervolghandeling een deel van het overgebrachte afval wordt gestort. Landelijk afvalbeheerplan (LAP) Pagina 120/264 Deel 2 Sectorplannen Gewijzigde versie van maart 2007
Tegen invoer voor voorlopige verwijdering waarbij de vervolgbehandeling geheel bestaat uit verbranden als vorm van verwijdering wordt in beginsel bezwaar gemaakt daar dit in strijd is met de Nederlandse minimumstandaard en als zodanig niet kan worden vergund aan een verwerker in Nederland. Het gestelde in de vorige zin geldt niet voor partijen waarvoor door de kennisgever voldoende aannemelijk wordt onderbouwd dat nuttige toepassing vanwege aard en samenstelling niet goed mogelijk is. Hiervoor wordt invoer toegestaan wanneer de verwerking is vergund aan de beoogde verwerker. Tegen uitvoer voor voorlopige verwijdering waarbij de vervolgbehandeling geheel bestaat uit verbranden als vorm van verwijdering wordt in beginsel geen bezwaar gemaakt. Tegen invoer voor voorlopige nuttige toepassing wordt in beginsel geen bezwaar gemaakt wanneer de beoogde verwerking in lijn is met de Nederlandse minimumstandaard en als zodanig is vergund aan de beoogde verwerker. Tegen uitvoer voor voorlopige nuttige toepassing wordt bezwaar gemaakt wanneer als vervolghandeling zoveel van het overgebrachte afval wordt gestort dat de mate van nuttige toepassing de overbrenging niet rechtvaardigt. Het toetsingskader hiervoor is paragraaf 12.4 beleidskader. Als uitgangspunt geldt hierbij dat iedere mate van storten in beginsel te hoog is om de overbrenging te rechtvaardigen aangezien nuttige toepassing of verbranden als vorm van verwijdering mogelijk is. Wanneer de kennisgeving onvoldoende gegevens bevat over de vervolghandeling(en) wordt in beginsel bezwaar gemaakt, zowel bij voorlopige nuttige toepassing als bij voorlopige verwijdering. 6 Monitoring De minister van VROM is ingevolge de Europese Richtlijn 94/62/EG, gewijzigd door middel van de Europese Richtlijn 2004/12/EG, verplicht jaarlijks aan de Europese Commissie te rapporteren hoeveel verpakkingen van papier en karton, glas, kunststoffen, metalen en hout nieuw op de markt zijn gebracht en hoeveel van deze verpakkingsmaterialen jaarlijks wordt hergebruikt. Producenten en importeurs zijn ingevolge artikel 8 van het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton verplicht jaarlijks de minister hierover te rapporteren. Landelijk afvalbeheerplan (LAP) Pagina 121/264 Deel 2 Sectorplannen Gewijzigde versie van maart 2007
- Page 69 and 70: • geen gescheiden inzameling van
- Page 71 and 72: Minimumstandaard De minimumstandaar
- Page 73 and 74: Landelijk afvalbeheerplan (LAP) Pag
- Page 75 and 76: a. alle scherpe voorwerpen/naalden
- Page 77 and 78: 10. Het is niet toegestaan om verpa
- Page 79 and 80: Er zijn wel mogelijkheden om de hoe
- Page 81 and 82: Het be- en verwerken van dierlijk b
- Page 83 and 84: Landelijk afvalbeheerplan (LAP) Pag
- Page 85 and 86: Voor deze stromen … ... zie deze
- Page 87 and 88: Het is de producenten en importeurs
- Page 89 and 90: 5 In- en uitvoer Het toetsingskader
- Page 91 and 92: Landelijk afvalbeheerplan (LAP) Pag
- Page 93 and 94: 3 Beleid Het beleid voor scheepsafv
- Page 95 and 96: 3.2.3 Visserij Afhankelijk van de h
- Page 97 and 98: 4.1 Inzamelen 4.1.1 Inzamelen van g
- Page 99 and 100: worden uitsluitend verleend indien
- Page 101 and 102: 4.3 Be- en verwerken De in deze par
- Page 103 and 104: Landelijk afvalbeheerplan (LAP) Pag
- Page 105 and 106: Voor deze stromen … ... zie deze
- Page 107 and 108: en vergunningenbesluit (Ivb) en zij
- Page 109 and 110: 4.3 Brekerzeefzand en sorteerzeefza
- Page 111 and 112: 4.5 Houtafval (Eural 17.02.01, 17.0
- Page 113 and 114: 4.8.2 Be- en verwerken In het MER v
- Page 115 and 116: 5.3 Voorlopige verwijdering of voor
- Page 117 and 118: Sectorplan 14 Verpakkingsafval 1 Ac
- Page 119: 3.3 Be- en verwerken Gescheiden ing
- Page 123 and 124: Sectorplan 15 Wit- en bruingoed 1 A
- Page 125 and 126: ereikte resultaten wordt jaarlijks
- Page 127 and 128: Wanneer de kennisgeving onvoldoende
- Page 129 and 130: Sectorplan 16 Explosieve afvalstoff
- Page 131 and 132: 4 Aspecten van vergunningverlening
- Page 133 and 134: 4.3.2 Be- en verwerken Het Explosie
- Page 135 and 136: (opslaan als zelfstandige activitei
- Page 137 and 138: 6 Monitoring De monitoring van expl
- Page 139 and 140: Sectorplan 17 KCA/KGA en Chemicali
- Page 141 and 142: afvalscheiding en afvalpreventie va
- Page 143 and 144: inzamelen van kleine hoeveelheden F
- Page 145 and 146: Tegen invoer van verpakkingen van v
- Page 147 and 148: Landelijk afvalbeheerplan (LAP) Pag
- Page 149 and 150: ‘Met preventie naar duurzaam onde
- Page 151 and 152: 5.2 Nuttige toepassing Gescheiden i
- Page 153 and 154: Sectorplan 19 Kunststofafval 1 Acht
- Page 155 and 156: gedemonteerd komen als shredderafva
- Page 157 and 158: vergund aan een verwerker in Nederl
- Page 159 and 160: Sectorplan 20 Textiel 1 Achtergrond
- Page 161 and 162: Minimumstandaard De minimumstandaar
- Page 163 and 164: Landelijk afvalbeheerplan (LAP) Pag
- Page 165 and 166: Voor deze stromen … ... zie deze
- Page 167 and 168: De minimumstandaard betekent dat sl
- Page 169 and 170: 5.3 Voorlopige verwijdering of voor
5 In- en uitvoer<br />
Het toetsingskader, de bezwaargronden en de bijbehorende procedures voor in- en uitvoer zijn<br />
opgenomen in hoofdstuk 12 van het beleidskader. De uitwerking voor verpakkingsafval is hierna gegeven,<br />
met uitzondering van verpakkingsafval als bestanddeel van het huishoudelijk restafval en HDO-restafval.<br />
Zie hiervoor de sectorplannen 1 ‘Huishoudelijk restafval’ en 3 ‘HDO-restafval’.<br />
5.1 Verwijderen<br />
Invoer van verpakkingsafval voor storten wordt op basis van nationale zelfverzorging en/of omdat de<br />
overbrenging niet in overeenstemming is met nationale wettelijke bepalingen in beginsel niet toegestaan.<br />
Uitvoer van verpakkingsafval voor storten wordt op basis van nationale zelfverzorging in beginsel niet<br />
toegestaan.<br />
Tegen invoer van verpakkingsafval voor verbranden als vorm van verwijdering wordt in beginsel bezwaar<br />
gemaakt daar dit in strijd is met de Nederlandse minimumstandaard en als zodanig niet kan worden<br />
vergund aan een verwerker in Nederland. Het gestelde in de vorige zin geldt niet voor partijen waarvoor<br />
door de kennisgever voldoende aannemelijk wordt onderbouwd dat nuttige toepassing vanwege aard en<br />
samenstelling niet goed mogelijk is. Hiervoor wordt invoer toegestaan wanneer de verwerking is vergund<br />
aan de beoogde verwerker.<br />
Tegen uitvoer van verpakkingsafval voor verbranden als vorm van verwijderen wordt in beginsel geen<br />
bezwaar gemaakt.<br />
5.2 Nuttige toepassing<br />
Wanneer huishoudelijk restafval of HDO-restafval is bewerkt (bijvoorbeeld door nascheiden) kan dit ertoe<br />
leiden dat een scheidingsfractie wordt aangeduid als afzonderlijke materiaalstroom, bijvoorbeeld<br />
papierafval of plasticafval, dat voor een deel uit verpakkingsafval bestaat. Overbrenging van dergelijke<br />
stromen ten behoeve van nuttige toepassing, voor zover ingedeeld in de groene lijst, is in beginsel vrij.<br />
Indien de gescheiden fractie nog steeds als stedelijk afval wordt aangemerkt (ingedeeld op de oranje lijst)<br />
wordt voor de uitwerking verwezen naar de sectorplannen 1 ‘Huishoudelijk restafval’ en 3 ‘HDO-restafval’.<br />
Tegen invoer van verpakkingsafval voor nuttige toepassing wordt in beginsel geen bezwaar gemaakt<br />
wanneer de beoogde verwerking in lijn is met de Nederlandse minimumstandaard en als zodanig is<br />
vergund aan de beoogde verwerker, danwel wanneer het materiaal geschikt is voor directe nuttige<br />
toepassing binnen de daarvoor geldende nationale normen.<br />
Tegen uitvoer verpakkingsafval voor nuttige toepassing wordt in beginsel geen bezwaar gemaakt.<br />
5.3 Voorlopige verwijdering of voorlopige nuttige toepassing<br />
Worden verpakkingsmateriaalstromen na overbrenging verkleind, gesorteerd, gepelletiseerd of anderszins<br />
voorbehandeld, dan is in het algemeen sprake van voorlopige nuttige toepassing (R12/R13) of van<br />
voorlopige verwijdering (D13/D14/D15).<br />
Tegen in- en uitvoer voor voorlopige verwijdering wordt in beginsel bezwaar gemaakt op grond van<br />
nationale zelfverzorging wanneer als vervolghandeling een deel van het overgebrachte afval wordt gestort.<br />
Landelijk afvalbeheerplan (LAP) Pagina 120/264<br />
Deel 2 Sectorplannen<br />
Gewijzigde versie van maart 2007