LANDELIJK AFVALBEHEERPLAN 2002-2012 - Vmk
LANDELIJK AFVALBEHEERPLAN 2002-2012 - Vmk
LANDELIJK AFVALBEHEERPLAN 2002-2012 - Vmk
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4.5 Houtafval (Eural 17.02.01, 17.02.04*c, 19.12.06*c, 19.12.07, 20.01.37* en 20.01.38)<br />
4.5.1 Inzamelen en opslaan<br />
Voor het uitsluitend opslaan (opslaan als zelfstandige activiteit) geldt hetgeen onder paragraaf 4.1.1 van dit<br />
sectorplan is vermeld ook hier.<br />
4.5.2 Be- en verwerken<br />
Minimumstandaard<br />
• De minimumstandaard voor onbehandeld (A-hout), geverfd, gelakt en verlijmd hout (B-hout) is nuttige<br />
toepassing.<br />
• Voor CC-hout en CCA-hout is de minimumstandaard storten. Verwerking in de vorm van<br />
producthergebruik, materiaalhergebruik, nuttige toepassing als brandstof en/of verwijderen door<br />
verbranden, is niet toegestaan wanneer daarbij - bijvoorbeeld door inzet van de daarbij gevormde<br />
reststoffen - diffuse verspreiding van de in het hout aanwezige metalen optreedt of kan optreden.<br />
Voor andere vormen van C-hout dan CC- en CCA-hout is de minimumstandaard verbranden.<br />
Overwegingen bij het vaststellen van de minimumstandaard<br />
• De aangegeven minimumstandaard sluit aan op de bestaande praktijk en is daarmee uitvoerbaar,<br />
bedrijfszeker en kosteneffectief.<br />
• Verbranding van CC en CCA hout in een AVI of E-centrale is ongewenst in verband met de daardoor<br />
optredende diffuse verspreiding van metalen in de asresten. In praktijk komt nuttige toepassing in Ecentrales<br />
nog wel voor en inzet is dit te beëindigen. Indirecte verbranding in een E-centrale in de vorm<br />
van een voorgeschakelde vergasser is/blijft wel toegestaan, onder voorwaarde dat de daarbij<br />
vrijkomende reststoffen worden gestort.<br />
• Het niveau van verwerking dat in de minimumstandaard is vastgelegd komt overeen met de gangbare<br />
wijze van verwerking in het buitenland.<br />
4.6 Straalgrit (Eural 12.01.16*c en 12.01.17)<br />
4.6.1 Inzamelen en opslaan<br />
Voor het uitsluitend opslaan (opslaan als zelfstandige activiteit) geldt hetgeen onder paragraaf 4.1.1 van dit<br />
sectorplan is vermeld ook hier.<br />
4.6.2 Be- en verwerken<br />
Voor het reinigen van straalgrit worden afhankelijk van de mate van verontreiniging verschillende<br />
technieken ingezet. Vervolgens wordt het straalgrit opnieuw ingezet. De afzet van gereinigd straalgrit als<br />
straalmiddel is moeilijk, omdat de straaleigenschappen van secundair straalgrit minder goed zijn dan van<br />
primair straalgrit. Op grond van de ministeriële regeling ‘Regeling niet-reinigbaar straalgrit’ wordt bepaald<br />
of verontreinigd straalgrit reinigbaar is.<br />
Voor niet-reinigbaar straalgrit zijn in het MER voor het LAP twee technieken vergeleken, te weten storten<br />
en pyrolyse/smelten. Uit de vergelijking van deze technieken komen afhankelijk van de wijze waarop de<br />
milieueffecten worden gewogen, verschillende resultaten naar voren. Wanneer alle effecten gelijk worden<br />
gewogen en wanneer de scores op broeikaseffect en het thema verspreiding bepalend zijn, is storten<br />
significant beter dan pyrolyse/smelten. Bij een weging waarbij de mate waarin toepassing van een<br />
verwerkingstechniek bijdraagt aan het realiseren van beleidsdoelen (Distance-to-target), de doorslag geeft,<br />
scoort pyrolyse/smelten significant beter. Dit is vooral een gevolg van de hoeveelheid finaal afval die na<br />
verwerking resteert.<br />
Landelijk afvalbeheerplan (LAP) Pagina 111/264<br />
Deel 2 Sectorplannen<br />
Gewijzigde versie van maart 2007