Armoede, migranten en informaliteit in Rotterdam-Delfshaven. Tweede
Armoede, migranten en informaliteit in Rotterdam-Delfshaven. Tweede Armoede, migranten en informaliteit in Rotterdam-Delfshaven. Tweede
Hoofdstuk 3 en onveranderlijk gegeven is, maar een zekere mate van beweging kent. De drie arbeidscarrières kunnen elkaar bijvoorbeeld opvolgen in de tijd, waarmee de onderlinge verschillen gradueel van aard zijn. Zo kunnen de working poor met hun typische versnipperde carrière op de arbeidsmarkt, naarmate zij ouder worden of arbeidsongeschikt raken, steeds kortere periodes van betaald werk afwisselen met steeds langere periodes van werkloosheid. Als deze respondenten uiteindelijk niet meer aan het werk komen, krijgt hun arbeidscarrière na verloop van tijd het karakter van een buitenstaandersloopbaan. De hier onderscheiden typen variëren in de afstand tot de arbeidsmarkt. Buitenstaanders hebben verreweg de grootste afstand tot de arbeidsmarkt, terwijl de working poor – zij het onvolledig en periodiek - werkzaam zijn of over recente werkervaring beschikken. Zij hebben substantieel betere mogelijkheden om door middel van betaald werk hun financiële situatie te verbeteren dan bijvoorbeeld de buitenstaanders. De dynamiek van de arbeidscarrières betreft echter niet alleen een afglijden naar een steeds minder gunstige situatie. Uit het arbeidsverleden van de respondenten kunnen we ook positievere tendensen constateren. Mede dankzij het overheidsbeleid, dat zich richt op sociale activering en begeleiding naar de arbeidsmarkt mag bij geen enkel type carrière worden uitgesloten dat de betrokkenen uiteindelijk toch een stabielere positie op de arbeidsmarkt verwerven. Zoals uit tabel 3.9 blijkt, bevinden zich onder de buitenstaanders relatief veel Turkse en Nederlandse respondenten. Zij zijn in het verleden slachtoffer geworden van de ontslagen in de traditionele industriële sectoren. In tien gevallen betreft het respondenten die ouder zijn dan 55 jaar. Mede door hun leeftijd is de afstand tot de arbeidsmarkt bij deze respondenten groot en in het geval dat ze ouder zijn dan 65 jaar vrijwel onoverbrugbaar. De reden dat deze laatste respondenten arm zijn, hangt mede samen met het feit dat ze eerder in hun leven niet in staat zijn geweest een volledig pensioen op te bouwen. Vooral onder de Turkse migranten heeft zich dit voorgedaan. Zij zijn pas later in hun carrière naar Nederland gekomen en begonnen met werken, sommigen zijn arbeidsongeschikt geworden en een aantal – vaak vrouwen - heeft nooit op de formele arbeidsmarkt geparticipeerd. Een nu 69-jarige autochtone vrouw vormt een voorbeeld van dat laatste. Ze heeft geen opleiding genoten, slechts vijf jaar basisschool. In haar vroege jeugd liet haar vader het gezin in de steek waardoor haar moeder gedwongen was buitenshuis te gaan werken. De respondent werd toen ze tien jaar oud was van school gehaald om voor haar zes oudere broers en zussen het huishouden te doen. 58
De respondenten nader beschreven Eenmaal volwassen is ze tweemaal getrouwd en gescheiden. Op onze vraag waarom ze een minimuminkomen heeft, zegt ze: 59 ‘Je hebt nooit een vak geleerd en nooit kunnen werken en altijd voor het huishouden gestaan. En toen moest ik trouwen en dan kon je ook niet meer leren.’ Sinds haar tweede scheiding in 1967, ze was toen 38 jaar, heeft de respondent een minimuminkomen. Eerst in de vorm van een bijstandsuitkering en vanaf haar 65-ste in de vorm van AOW. Haar kinderen waren in 1967 achttien en twaalf jaar oud en de respondent was dus te typeren als een alleenstaande moeder. Het sociale beleid ten aanzien van alleenstaande moeders was in de jaren zestig en zeventig gebaseerd op het kostwinnersbeginsel. Vrouwen werden toentertijd primair gekarakteriseerd als verzorgers. De staat had zichzelf de taak toebedeeld van het vervangen van de kostwinner. Dat de afstand tot de arbeidsmarkt van de betrokken vrouwen daarbij in de loop der jaren onoverbrugbaar werd, werd op de koop toe genomen. Deze inmiddels achterhaalde beleidslogica - sinds de jaren tachtig is een kentering zichtbaar waarbij vrouwen in toenemende mate als werknemers worden gekarakteriseerd – draagt ertoe bij, dat zich onder de mensen met een minimuminkomen veel oudere, alleenstaande vrouwen bevinden die in een eerdere levensfase alleenstaande moeders zijn geweest (Bussemaker et al. 1999, Snel et al. 2000). Onder de buitenstaanders bevinden zich verschillende jongere alleenstaande moeders en dan vooral van Kaapverdische afkomst. Wegens de zorg voor hun kinderen zijn deze vrouwen jaren geleden gestopt met werken of hebben ze nooit buiten het huishouden gewerkt. Het is opmerkelijk dat een aantal van deze vrouwen in het verleden een illegaal bestaan heeft geleid. Om hieruit te kunnen ontsnappen zijn ze getrouwd met een Nederlandse ingezetene om na verloop van tijd weer van hem te scheiden. Eenderde van de respondenten kan tot de working poor worden gerekend. Zij wisselen periodes van uitkeringsafhankelijkheid af met periodes waarin ze een betaalde baan hebben. Bijna de helft van hen interviewden we in een periode van werkloosheid. De overigen hadden een baan. Het betreft dan meestal laagbetaald werk, dat weinig bestaanszekerheid of perspectief biedt en waarvoor weinig scholing is vereist. Zij werken voor uitzendbureaus, voor verschillende bazen op verschillende locaties, of werken in een door de overheid gesubsidieerde, laagbetaalde, baan. Onder de working poor treffen we eveneens relatief veel alleenstaande moeders, waaronder van Kaapverdische
- Page 16 and 17: Hoofdstuk 1 ze om deze te verbetere
- Page 18 and 19: Hoofdstuk 1 schulden maken. Door mi
- Page 20 and 21: Hoofdstuk 1 nomie bij aan een verde
- Page 22 and 23: Hoofdstuk 1 (WRR 1985: 112, 113). O
- Page 24 and 25: Hoofdstuk 2 Mathenesse, Middelland,
- Page 26 and 27: Hoofdstuk 2 toe, zoals een voormali
- Page 28 and 29: Hoofdstuk 2 den, de mobiliteit, het
- Page 30 and 31: Hoofdstuk 2 treren de Turkse en Kaa
- Page 32 and 33: Hoofdstuk 2 deelgemeentes als Prins
- Page 34 and 35: Hoofdstuk 2 gen kring. De onderneme
- Page 36 and 37: Hoofdstuk 2 eren en migrantenondern
- Page 38 and 39: Hoofdstuk 2 de eilandengroep langdu
- Page 40 and 41: Hoofdstuk 2 Aan het begin van de tw
- Page 42 and 43: Hoofdstuk 2 schikking over een tuin
- Page 44 and 45: Hoofdstuk 2 36 samenstelling van de
- Page 46 and 47: Hoofdstuk 2 groeten op straat. De c
- Page 48 and 49: Hoofdstuk 2 Kaapverdianen zoeken ve
- Page 50 and 51: Hoofdstuk 3 gemeente Noord en vier
- Page 52 and 53: Hoofdstuk 3 3.3 Inkomenssituatie In
- Page 54 and 55: Hoofdstuk 3 komt haar inkomen net b
- Page 56 and 57: Hoofdstuk 3 schulden worden gemaakt
- Page 58 and 59: Hoofdstuk 3 benadering dus gedefini
- Page 60 and 61: Hoofdstuk 3 in formele organisaties
- Page 62 and 63: Hoofdstuk 3 Turkse, kring van koffi
- Page 64 and 65: Hoofdstuk 3 op de arbeidsmarkt, die
- Page 68 and 69: Hoofdstuk 3 origine, die wel een ba
- Page 70 and 71: Hoofdstuk 3 De drie typische verhou
- Page 72 and 73: Hoofdstuk 3 eenvoudig valt om maand
- Page 74 and 75: Hoofdstuk 4 ben voor huishoudens me
- Page 76 and 77: Hoofdstuk 4 In de derde plaats kan
- Page 78 and 79: Hoofdstuk 4 gastvrouw op haar beurt
- Page 80 and 81: Hoofdstuk 4 met de sociale dienst w
- Page 82 and 83: Hoofdstuk 4 74 vraagd of zij dat ze
- Page 84 and 85: Hoofdstuk 4 ben ze niet aangevraagd
- Page 86 and 87: Hoofdstuk 4 morele principes: het r
- Page 89 and 90: Hoofdstuk 5 Armoedebeleid en het be
- Page 91 and 92: Armoedebeleid en het benutten van i
- Page 93 and 94: Literatuurlijst Amersfoort, van, H.
- Page 95 and 96: Literatuurlijst Engbersen, G. (1986
- Page 97 and 98: Literatuurlijst Kloosterman, R., J.
- Page 99 and 100: Literatuurlijst Scott, J.C. (1976).
- Page 101: Literatuurlijst Van Walsum, S. (200
De respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> nader beschrev<strong>en</strong><br />
E<strong>en</strong>maal volwass<strong>en</strong> is ze tweemaal getrouwd <strong>en</strong> gescheid<strong>en</strong>. Op onze vraag<br />
waarom ze e<strong>en</strong> m<strong>in</strong>imum<strong>in</strong>kom<strong>en</strong> heeft, zegt ze:<br />
59<br />
‘Je hebt nooit e<strong>en</strong> vak geleerd <strong>en</strong> nooit kunn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> altijd<br />
voor het huishoud<strong>en</strong> gestaan. En to<strong>en</strong> moest ik trouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan kon<br />
je ook niet meer ler<strong>en</strong>.’<br />
S<strong>in</strong>ds haar tweede scheid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1967, ze was to<strong>en</strong> 38 jaar, heeft de respond<strong>en</strong>t<br />
e<strong>en</strong> m<strong>in</strong>imum<strong>in</strong>kom<strong>en</strong>. Eerst <strong>in</strong> de vorm van e<strong>en</strong> bijstandsuitker<strong>in</strong>g <strong>en</strong><br />
vanaf haar 65-ste <strong>in</strong> de vorm van AOW. Haar k<strong>in</strong>der<strong>en</strong> war<strong>en</strong> <strong>in</strong> 1967 achtti<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> twaalf jaar oud <strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t was dus te typer<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> alle<strong>en</strong>staande<br />
moeder. Het sociale beleid t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van alle<strong>en</strong>staande moeders<br />
was <strong>in</strong> de jar<strong>en</strong> zestig <strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig gebaseerd op het kostw<strong>in</strong>nersbeg<strong>in</strong>sel.<br />
Vrouw<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> to<strong>en</strong>tertijd primair gekarakteriseerd als verzorgers. De staat<br />
had zichzelf de taak toebedeeld van het vervang<strong>en</strong> van de kostw<strong>in</strong>ner. Dat de<br />
afstand tot de arbeidsmarkt van de betrokk<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> daarbij <strong>in</strong> de loop der<br />
jar<strong>en</strong> onoverbrugbaar werd, werd op de koop toe g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Deze <strong>in</strong>middels<br />
achterhaalde beleidslogica - s<strong>in</strong>ds de jar<strong>en</strong> tachtig is e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>ter<strong>in</strong>g zichtbaar<br />
waarbij vrouw<strong>en</strong> <strong>in</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate als werknemers word<strong>en</strong> gekarakteriseerd<br />
– draagt ertoe bij, dat zich onder de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> m<strong>in</strong>imum<strong>in</strong>kom<strong>en</strong><br />
veel oudere, alle<strong>en</strong>staande vrouw<strong>en</strong> bev<strong>in</strong>d<strong>en</strong> die <strong>in</strong> e<strong>en</strong> eerdere lev<strong>en</strong>sfase<br />
alle<strong>en</strong>staande moeders zijn geweest (Bussemaker et al. 1999, Snel<br />
et al. 2000).<br />
Onder de buit<strong>en</strong>staanders bev<strong>in</strong>d<strong>en</strong> zich verschill<strong>en</strong>de jongere alle<strong>en</strong>staande<br />
moeders <strong>en</strong> dan vooral van Kaapverdische afkomst. Weg<strong>en</strong>s de zorg voor hun<br />
k<strong>in</strong>der<strong>en</strong> zijn deze vrouw<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> gestopt met werk<strong>en</strong> of hebb<strong>en</strong> ze<br />
nooit buit<strong>en</strong> het huishoud<strong>en</strong> gewerkt. Het is opmerkelijk dat e<strong>en</strong> aantal van<br />
deze vrouw<strong>en</strong> <strong>in</strong> het verled<strong>en</strong> e<strong>en</strong> illegaal bestaan heeft geleid. Om hieruit te<br />
kunn<strong>en</strong> ontsnapp<strong>en</strong> zijn ze getrouwd met e<strong>en</strong> Nederlandse <strong>in</strong>gezet<strong>en</strong>e om na<br />
verloop van tijd weer van hem te scheid<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong>derde van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kan tot de work<strong>in</strong>g poor word<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d. Zij<br />
wissel<strong>en</strong> periodes van uitker<strong>in</strong>gsafhankelijkheid af met periodes waar<strong>in</strong> ze<br />
e<strong>en</strong> betaalde baan hebb<strong>en</strong>. Bijna de helft van h<strong>en</strong> <strong>in</strong>terviewd<strong>en</strong> we <strong>in</strong> e<strong>en</strong><br />
periode van werkloosheid. De overig<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> baan. Het betreft dan<br />
meestal laagbetaald werk, dat we<strong>in</strong>ig bestaanszekerheid of perspectief biedt<br />
<strong>en</strong> waarvoor we<strong>in</strong>ig schol<strong>in</strong>g is vereist. Zij werk<strong>en</strong> voor uitz<strong>en</strong>dbureaus, voor<br />
verschill<strong>en</strong>de baz<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de locaties, of werk<strong>en</strong> <strong>in</strong> e<strong>en</strong> door de overheid<br />
gesubsidieerde, laagbetaalde, baan. Onder de work<strong>in</strong>g poor treff<strong>en</strong> we<br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s relatief veel alle<strong>en</strong>staande moeders, waaronder van Kaapverdische