Kabeldraagsystemen Inhoudsopgave - Schneider Electric

Kabeldraagsystemen Kabeldraagsystemen en corrosie
Het verwerken van roestvaststaal
Bij het monteren van roestvaststalen producten dient met een
aantal belangrijke aspecten rekening te worden gehouden.
Het materiaal blijkt in combinatie met normaal staal belangrijk
minder roestvast dan over het algemeen wordt aangenomen.
STAGO geeft u een aantal richtlijnen:
• Transport/verwerking
Let op dat roestvaststalen onderdelen op geen enkele wijze in
aanraking komen met normale stalen onderdelen.
• Opslag
Sla nooit roestvaststalen producten op locaties op waar andere
staalproducten machinaal worden verwerkt, zoals in de buurt
van (verspanende) zaag- en slijpmachines.
• Lassen
Las zo weinig mogelijk aan roestvaststaal. Als er toch moet
worden gelast, maak dan alleen gebruik van een voor roestvaststaal
geëigende lasmethode.
• Gereedschap
Gebruik voor zagen of slijpen altijd zaagbladen en slijpgereedschappen
welke uitsluitend zijn bedoeld voor het bewerken van
roestvaststaal. Gebruik nooit gereedschap dat eerder is gebruikt
voor het zagen of slijpen van normaal stalen producten.
Gaten dienen uitsluitend met HSS-boren met aangepaste
scherpe snijhoek te worden aangebracht. Gebruik tijdens
het boren een koelvloeistof om de levensduur van de boor te
verlengen.
Gebruik voor de montage conventionele montagegereedschappen.
Gebruik een smeermiddel bij het aandraaien van
moeren, zodat deze niet blokkeren.
• Combineer nooit onbehandeld of verzinkt stalen producten
met roestvaststaal
Roestvaststalen kabeldragers, welke op staalconstructies
worden gemonteerd altijd geïsoleerd monteren met behulp
van nylon ringen en bussen. Wanneer dit wordt nagelaten zal
oppervlaktecorrosie op de contactvlakken optreden.
• Verkleuring en selectieve corrosie
Wanneer tijdens het zagen, slijpen of boren een blauwe gloed
verschijnt, verwijdert u deze met een afbijtmiddel. Spoel dit
afbijtmiddel vervolgens zorgvuldig weg met water.
Wanneer selectieve corrosie verschijnt, kunt u deze als volgt
verwijderen:
a) Met water wegspoelen (eventueel onder hoge druk).
b) Poetsen met een reinigingsdoek of met fijn schuurpapier (nat
of droog) en naspoelen met water.
c) Slijpen met een fijnkorrelig schuurwiel en naspoelen met
water.
d) Afbijten met afbijtmiddel. Zorg dat het afbijtmiddel vervolgens
zorgvuldig met water wordt weggespoeld en denk aan veiligheidsregels.
9
Inleiding