29.09.2013 Views

Boekje over: oUDe BeGrAAFPLAATS vrIeZeNveeN - Rustplaatsen

Boekje over: oUDe BeGrAAFPLAATS vrIeZeNveeN - Rustplaatsen

Boekje over: oUDe BeGrAAFPLAATS vrIeZeNveeN - Rustplaatsen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Boekje</strong> <strong>over</strong>:<br />

<strong>oUDe</strong> <strong>BeGrAAFPLAATS</strong><br />

<strong>vrIeZeNveeN</strong><br />

www.rustplaatsen.nl


2<br />

oude begraafplaats vriezenveen en omgeving<br />

Tot in de late Middeleeuwen was de streek waar Vriezenveen ligt woest en ontoegankelijk.<br />

Om de controle <strong>over</strong> dit grote veengebied ten noorden van Almelo te effectueren,<br />

gaven de bewoners van het Huis van Almelo, de toenmalige eigenaren,<br />

in het begin van de veertiende eeuw de wildernissen ter ontginning uit aan ‘Vrijen<br />

Vresen ende alle die lude ende oeren erfgenamen, die daer nu wonet op den voerseyden<br />

vene dat gheleghen is tusschen der Wederder (Wierdense) wueste ende<br />

Bavesbeke’.<br />

De ontginningsmethode die de kolonisten toepasten, was van het in de Middeleeuwen<br />

ontwikkelde Fries-Hollandse type. Dwars op de Vriezenveensche Aa<br />

werden op gelijke afstand sloten gegraven. Deze zogenaamde zwettesloten dienden<br />

als ontwateringskanalen en als perceelsgrenzen. Belangrijk bij de individuele<br />

ontginning van de woeste gronden was het ‘recht van opstrek’, waarbij iedere<br />

gerechtigde eigenaar het recht had op het ontginnen van de voor en achter zijn in<br />

cultuur gebrachte landen gelegen gronden, voorz<strong>over</strong> deze binnen de verlengden<br />

van zijn zwettesloten (=grenssloten) en binnen de grenzen van het eigen dorp of<br />

buurschap lagen. Door het steeds verder voortschrijden van de ontginningen ontstonden<br />

langgerekte percelen, die als gevolg van het heersende erfrecht steeds<br />

smaller werden. De ontginning van het veen begon aan de Vriezenveensche Aa<br />

net ten noorden van Almelo. Vanwege de drassigheid waren de gronden direct<br />

langs deze waterloop alleen geschikt voor weiland. Voor de aanleg van akkers<br />

en het bouwen van huizen vonden ze ongeveer 1.200 meter noordelijk geschikte<br />

grond. De boerderijen werden naast elkaar gebouwd aan de huidige Oudeweg.<br />

De nieuwe nederzetting Oudeweg kreeg van de heren van het Huis van Almelo<br />

een eigen dorpsregering met de bijbehorende rechten, onder meer het genoemde<br />

recht van opstrek. Omdat bij vererving de hoeven, die aanvankelijk gemiddeld 16<br />

akkers (1 akker = 7 meter) breed waren, in de lengte onder de jongere generaties<br />

werden verdeeld, werden de kavels in de loop der tijd steeds smaller.<br />

< Oude begraafplaats Vriezenveen<br />

op de kaart uit ca 1900<br />

www.rustplaatsen.nl


Ze werden steeds langer omdat het verlies aan cultuurgrond steeds in de lengte<br />

moest worden teruggewonnen. De meest arbeidsintensieve percelen, de bouwlanden,<br />

kwamen daardoor steeds verder weg te liggen. De eerste nederzetting<br />

werd daarom geleidelijk aan opgebroken en verplaatst naar een lokatie ongeveer<br />

1.300 meter noordelijker. Aan het eind van de vijftiende eeuw was de nederzetting<br />

aan de Oudeweg verdwenen. Een tweede factor die een rol speelde bij de<br />

verplaatsing van de bewoningsas, was de inklink van het veenpakket, waardoor<br />

de gronden steeds drassiger werden. Weilanden veranderden in hooilanden,<br />

bouwlanden in weilanden.De bewoning van de nieuwe nederzetting aan de Buterweg<br />

werd in 1666 grotendeels beëindigd. Deze keer als gevolg van invallen van<br />

de legers van de Munsterse Bisschop onder leiding van Christoffel Bernhard van<br />

Galen (Bommen Berend). Het dorp werd volledig vernield. Verschillende bewoners<br />

bouwden hun woning weer op dezelfde plaats op, anderen vestigden zich<br />

noordelijker op een zandopduiking in het veengebied ter hoogte van de huidige<br />

Dorpsstraat. Uiteindelijk verdween ook de nederzetting aan de Buterweg geheel.<br />

Op de zandopduiking groeide Vriezenveen uit tot een ongeveer vijf kilometer lang<br />

weg- of streekdorp met de boerderijen onder een hoek van ‘ 60 graden op de<br />

rooilijn (zaagtandstructuur). Aanvankelijk stonden de boerderijen (voornamelijk<br />

van het ‘Los hoes’-type met strodaken en ‘oelengaten’ in de houten topgevels) op<br />

enige afstand van elkaar. Toen woningbouw direkt aan de Dorpsstraat als gevolg<br />

van verdergaande splitsing van de erven niet meer mogelijk was, bouwden de<br />

bewoners van Vriezenveen net als in Staphorst een nieuwe rij boerderijen achter<br />

de oude. In de loop van de tijd ontstond er zo een lint van drie tot vier rijen achter<br />

elkaar geplaatste boerderijen, waarbij de boerderijen die niet aan de weg stonden<br />

slechts te bereiken waren via het erf van de voorburen.<br />

Vriezenveners hadden vroeger<br />

naast hun bestaan als<br />

landbouwer vaak neveninkomsten.<br />

Veel van hen handelden<br />

in van alles en nog<br />

wat. Enkelen verdienden<br />

fortuinen met het verhandelen<br />

van textiel, onder andere<br />

naar het Russische St.<br />

Petersburg. Op de foto een<br />

impressie van deze zogenoemde<br />

‘Rusluie’.<br />

www.rustplaatsen.nl<br />

In 1900 was het eeuwenoude verkavelingspatroon van Vriezenveen nog vrijwel<br />

intact. De topografische kaart van die tijd en de kadastrale minuutplan van 1832<br />

geven een prachtig en duidelijk beeld van de enorme versnippering van het<br />

grondgebruik in vroeger tijden. In de loop van de twintigste eeuw onderging het<br />

streekdorp een ware metamorfose. In 1905 werd het dorp getroffen door een<br />

enorme brand, waarbij 225 huizen, twee kerken en het gemeentehuis in de as<br />

werden gelegd. Het gevolg was dat er radicaal gekapt werd met de oude lokale<br />

woningbouwcultuur. Strakke bakstenen huizen met schoorstenen kwamen in de<br />

plaats van de houten boerderijen van het traditionele ‘Los hoes’-type, waarvan er<br />

nog enkele in het dorp aanwezig zijn. De oorspronkelijke lintvorm van het dorp<br />

bleef vooralsnog gehandhaafd. Buiten de bebouwde kom veranderde het landschap<br />

volledig. Ruilverkavelingen maakten een eind aan de lange smalle kavels.<br />

Met uitzondering van het natuurreservaat ‘Engbertsdijksvenen’, waar nog op<br />

beperkte schaal veen gewonnen wordt, en de Nieuwe Hoevenwegsvenen, heeft<br />

het vroegere veenlandschap plaats gemaakt voor een veenkoloniaal akkerbouwgebied<br />

met een rationele verkavelingsstructuur.<br />

Als bestaansbron was de turfstekerij voor de agrarische bevolking van Vriezenveen<br />

tot het einde van de negentiende vooral een bron van neveninkomsten.<br />

Het steken en verhandelen van turf werd al vroeg <strong>over</strong>gelaten aan dat deel van<br />

de bevolking dat geen bestaan in de landbouw kon vinden. De turfwingebieden<br />

werden door de boeren voor een kwart van de opbrengst verpacht aan belangstellenden.<br />

De grootschalige exploitatie<br />

van het dikke veenpakket in<br />

het noorden van de gemeente begon<br />

nadat tussen 1890 en 1895 het<br />

Vriezenveensche Veenkanaal was<br />

gegraven. De vervening werd georganiseerd<br />

door verveners uit de in<br />

1859 aan het Overijsselsch Kanaal<br />

Almelo-Zwolle ontstane veenkolonie<br />

Vroomshoop.<br />

Het gebied ter hoogte van de<br />

algemene begraafplaats in<br />

Vriezenveen op de kadastrale<br />

minuutplan van 1832.<br />

www.rustplaatsen.nl


Behalve de turfstekerij vormde voor een groot deel van de boerenbevolking van<br />

Vriezenveen de handel al vroeg een belangrijk bron van neveninkomsten. Aanvankelijk<br />

brachten de boeren hun produkten zelf aan de man, maar al spoedig<br />

werd de handel in allerlei produkten voor velen zo belangrijk dat er een zelfstandige<br />

groep van handelaren ontstond. Zo bestond in 1795 16% van de beroepsbevolking<br />

van Vriezenveen uit handelaren, voor wie tuinzaden en linnen de voornaamste<br />

handelswaar vormden. Tuinzaden werden ingekocht in West-Friesland,<br />

linnen daarentegen onder andere in het eigen dorp. Het dorp Vriezenveen kende<br />

namelijk veel thuiswevers die behalve voor eigen gebruik ook voor handelaren<br />

(linnenreders of -fabriqueurs) produceerden. Voor de buitenlandse handel richtten<br />

de Vriezenveense kooplieden speciale compagnieschappen op. Belangrijke<br />

buitenlandse afzetgebieden waren onder meer Scandinavië, Portugal en Spanje,<br />

West-Indië en Rusland.<br />

Vooral door de handel op Rusland kreeg Vriezenveen grote bekendheid. In Sint<br />

Petersburg (het huidige Leningrad) hadden Vriezenveense handelsfirma’s eigen<br />

kantoren, winkels en compagnieschappen. Later bouwden de ‘Rusluie’ ook eigen<br />

kerken en scholen. Textiel nam vanaf het begin de belangrijkste plaats in het produktenassortiment<br />

in. De bloeitijd van de intensieve handelsbetrekkingen tussen<br />

Vriezenveen en Rusland, die al in de achttiende eeuw begonnen, bereikte het<br />

hoogtepunt tussen 1850 en 1870, ten tijde van de opkomst van de fabrieksmatige<br />

textielproduktie in Vriezenveen. Als gevolg van de Oktoberrevolutie in Rusland<br />

kwam er in 1917 een abrupt einde aan de Ruslandhandel.<br />

De Vriezenveense kooplieden die zich in Rusland vestigden, bleven <strong>over</strong> het algemeen<br />

sterke banden met het moederdorp onderhouden. Rijk geworden in Sint<br />

Petersburg keerden de meesten op middelbare leeftijd terug naar Vriezenveen,<br />

waar zij grote herenhuizen en boerderijen lieten bouwen. Na de Tweede Wereldoorlog<br />

zijn veel van deze bouwwerken afgebroken. Een voorbeeld van nog aanwezige<br />

villa’s van voormalige Rusluie is villa Ter Brake op het Westeinde (tegenwoordig<br />

dokterswoning).<br />

Omstreeks het midden van de vorige eeuw was er in Vriezenveen één handweverij,<br />

die werk bood aan een twintigtal personen. De weefgetouwen waren ondergebracht<br />

in een voormalig bierbrouwerijtje. Hier werd de grondslag gelegd voor de<br />

latere Vriezenveense textielindustrie. De plannen van de eigenaren van de handweverij<br />

voor de bouw van een stoomweverij werden in 1859 gerealiseerd, toen<br />

aan het Overijsselsch Kanaal de fundamenten gelegd werden voor een dergelijke<br />

www.rustplaatsen.nl<br />

fabriek. Deze begon in 1860 met aanvankelijk 112 getouwen te draaien onder de<br />

naam Firma Weitzel, Jansen & Co. De groei van de fabriek kreeg een belangrijke<br />

impuls onder invloed van de Amerikaanse Burgeroorlog. De firma maakte door<br />

de verkoop van grote voorraden garens en andere producten flinke winsten. In<br />

1862 werd de capaciteit van de fabriek dan ook verdubbeld. De katoenprijzen<br />

stegen daarna echter zo snel dat de productie een jaar lang gestopt werd. Een<br />

schoonzoon van één van de firmanten keerde tijdelijk uit Sint Petersburg naar<br />

Vriezenveen terug om de stoomfabriek weer draaiende te krijgen. Weitzel en Engels<br />

gingen met de reorganisatie niet akkoord en trokken zich uit de firma terug.<br />

De nieuwe eigenaren legden zich onder de naam Firma Kunst, Jansen & Co toe<br />

op grote omzetten met kleine winstmarges. Wat in het eigen bedrijf niet geproduceerd<br />

kon worden, werd bij andere fabrieken in Twente gekocht, vervolgens<br />

in Vriezenveen van een nieuwe firmanaam voorzien en voor verzending naar de<br />

afzetgebieden gereed gemaakt. In 1869 ging de fabriek opnieuw failliet. Ditmaal,<br />

door C.J. en W.C. Jansen uit Sint Petersburg en J.L.L. Tilanus uit Almelo, werden<br />

de zaken nog in hetzelfde jaar weer opgenomen en ontstond op 17 november de<br />

firma Jansen & Tilanus. Onder deze naam groeide het bedrijf uit tot het grootste<br />

bedrijf en de belangrijkste industriële werkgever van de gemeente Vriezenveen.<br />

De groei van het bedrijf werd belangrijk gestimuleerd door de ligging aan het<br />

Overijsselsch Kanaal en na 1906 tevens aan de spoorlijn Almelo-Mariënberg. Beperkte<br />

men zich in 1869 tot de productie van katoenen stoffen, in 1872 werd het<br />

produktenassortiment uitgebreid door de oprichting van een tricotage-afdeling<br />

en in 1934 door de uitbreiding van het bedrijf met een kunstzijdeweverij.


ustplaats boeren, fabrikanten en ‘rusluie’<br />

De Oude begraafplaats in Vriezenveen maakt onderdeel uit van een grote nog<br />

steeds in gebruik zijnde dodenakker. Opvallend in het oude gedeelte zijn de vele<br />

hekwerkjes. In de zuidoostelijke hoek ligt de omgekomen bemanning van een<br />

op 26 maart 1942 neergestort vliegtuig van de Royal Australian Airforce. Op de<br />

begraafplaats zijn ook leden van de Vriezenveense textielfabrikantenfamilies<br />

Jansen en Tilanus begraven.<br />

Na de Reformatie ging bijna het gehele dorp Vriezenveen <strong>over</strong> naar de nieuwe,<br />

‘gereformeerde’ leer. Een klein aantal gezinnen bleef echter rooms-katholiek.<br />

Toen vanaf 1795 het katholieke geloof weer vrijelijk beleden mocht worden, werd<br />

Vriezenveen weer een zelfstandige statie met een eigen kerk (gebouwd in 1779).<br />

Een latere, uit 1858 daterende kerk met pastorie viel tijdens de grote brand in<br />

1905 ten prooi aan de vlammen. Daarna verrees op dezelfde plaats de huidige<br />

rooms-katholieke kerk met Lourdesgrot.In 1666 verrees aan de zuidzijde van de<br />

nieuwe bewoningsas de Nederlands hervormde kerk. In de loop der jaren is deze<br />

kerk herhaaldelijk vernieuwd en vergroot, maar de houten toren bleef tot 1923<br />

gehandhaafd. Nadat in dat jaar opnieuw een ingrijpende verbouwing plaatsvond,<br />

waarbij de houten toren vervangen werd door een stenen toren, kreeg de Nederlands<br />

hervormde kerk in 1967 haar huidige vorm.<br />

In 1838 vond in Vriezenveen de Afscheiding plaats en ontstond de Christelijk Afgescheiden<br />

Gemeente. Nadat vele jaren vergaderd was ten huize van verschillende<br />

families en in voor deze erediensten ingerichte boerderijen, kwam er in 1893<br />

een echt kerkgebouw gereed.<br />

De begraafplaats rondom de Nederlands hervormde kerk in Vriezenveen bleef<br />

tot 1875 in gebruik. In dat jaar werd een nieuwe algemene begraafplaats aan de<br />

Weemestraat in gebruik genomen. Deze nieuwe begraafplaats werd aangelegd<br />

op eigen grond van de kerk. ‘Weeme’ is een oude benaming voor de gronden die<br />

vroeger hoorden bij de pastorieën van kerken. Hier vonden de voorgangers een<br />

aanvulling op hun salaris, dat met name in kleinere plaatsen vaak onvoldoende<br />

was om van te leven. De kadastrale minuutplan van 1832 en de bijbehorende<br />

Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels laten samen mooi zien dat de gronden voor<br />

de nieuwe begraafplaats van de genoemde kerk waren. Dat gold alleen voor het<br />

oude gedeelte. Voor de latere uitbreiding moesten heel wat verschillende eigenaren<br />

worden benaderd. Dat betrof niet alleen landbouwers. Veel grond in de<br />

bebouwde kom behoorde toe aan kooplieden, waaronder de genoemde Rusluie.<br />

Het kaartje hieronder geeft duidelijk de versnippering van het grondgebruik in<br />

Vriezenveen weer zoals dat eeuwenlang bestond.<br />

Diverse soorten mos op de Oude Algemene Begraafplaats aan de Weemestraat in<br />

Vriezenveen.


Hieronder staan 7 bijzondere plekken op begraafplaats. De kaart achterin het boekje<br />

laat zien waar deze liggen. Loop gerust van de ene naar de andere bijzonder<br />

plek, maar wel met respect voor de plek.<br />

1. Levende landkaarten<br />

Bijzonder in het oude gedeelte van de algemene begraafplaats van Vriezenveen<br />

zijn de mossen. Hoewel deze zeer traag groeiende plantjes ook op andere begraafplaatsen<br />

uitbundig groeien, zijn hier wel heel veel soorten en dito vormen<br />

aanwezig. Wereldkaarten, soepborden, artische landschappen en nog veel meer<br />

vormen sieren de graven. De soortenrijkdom heeft alles te maken met de voorkomende<br />

steensoorten. Elke mossoort stelt namelijk zijn eigen eisen aan de<br />

omgeving. Zo is er de Zwarte Grafkorst die alleen te vinden is op platliggende<br />

kalkstenen monumenten. Mos gedijt alleen daar waar schone lucht aanwezig. In<br />

ruil daarvoor geeft het zuurstof vrij. Vooral onder de bomen bij de ingang van het<br />

oude deel van de begraafplaats is de soortenrijkdom groot.<br />

2. Oorlogshelden<br />

In de zuidoostelijke hoek van de Oude begraafplaats Vriezenveen liggen de helden<br />

begraven die gestorven zijn in de Tweede Wereldoorlog. Het gaat hier om<br />

twee geheel verschillende groepen. In het grootste graf liggen zes oorlogsslachtoffert<br />

uit het Gemenebest (Australië en Engeland) die sneuvelden op 26 maart<br />

1942. Vijf van hen waren vliegeniers. In het graf naast hen liggen twee Vriezenveense<br />

verzetshelden begraven. Zij waren onder meer betrokken bij droppings<br />

van wapens en voedsel in de Engbertdijksvenen. Helaas maakten ze de bevrijding<br />

niet mee. Op 9 maart 1945 werden Harmannus Johannes Meijers en Jan Reint<br />

Kerkdijk te Woeste Hoeve gefussileerd. De vrouw van Jan Reint ligt begraven in<br />

het graf naast de verzetsstrijders.<br />

3. Steenrijk en op een houtje bijten<br />

De Oude begraafplaats Vriezenveen kent in tegenstelling tot veel andere oude<br />

begraafplaatsen weinig lege plekken. Verreweg het merendeel van de mensen<br />

die hier begraven liggen konden het zich veroorloven een stenen grafmonument<br />

te laten plaatsen. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het feit, dat de Vriezenveners<br />

niet voor een gat te vangen waren wat betreft hun inkomstenbronnen. Op<br />

een aantal plekken staan geen stenen maar bescheiden houten grafmonumenten.<br />

Hier liggen mensen begraven die het met wat minder moesten doen. Houten<br />

grafmonumenten zijn op andere begraafplaatsen nauwelijks nog te vinden. Die<br />

van Johannes Kobes op de Oude begraafplaats Vriezenveen heeft weer en wind<br />

weerstaan door een klein beschermend dakje van hout omwikkeld met lood.<br />

4. Ieder vak zijn eigen monument<br />

Op oude graven vertellen de meeste opschriften niet meer dan naam, geboortedatum<br />

en sterfdatum van de <strong>over</strong>ledene. Soms worden ook plaatsnamen vermeld<br />

en beroepen. Dat laatste was meestal het geval bij <strong>over</strong>leden notabelen<br />

of personen die zich op de een of andere wijze verdienstelijk hadden gemaakt.<br />

Ongeveer in het midden van de Oude begraafplaats Vriezenveen staan de graven<br />

van mensen die op de een of andere manier iets te maken hadden met de ijzergieterij<br />

Ten Cate in Almelo, waaronder opvallend veel kinderen. Op hun graven<br />

prijken gedenkplaten van gietijzer.<br />

5. Rusluie<br />

De eerste bewoners van de streek waar Vriezenveen in tot ontwikkeling kwam<br />

waren arme boeren die met de verbouw van boekweit en het houden van vee<br />

een bestaan opbouwden in de oneindige venen ten noorden van Almelo. Om<br />

wat extra te verdienen hadden de Vriezenveners allerlei bijbaantjes. Veel van hen<br />

weefden in de wintermaanden stoffen. Anderen staken turf en weer anderen trokken<br />

als marskramer door stad en land. Een aantal kooplieden ging het avontuur<br />

aan en ging internationaal handel drijven. Van grote betekenis kreeg de handel<br />

met St. Petersburg in Rusland. Een van de bekendste Vriezenveense families die<br />

daarbij betrokken waren, de zogenoemde Rusluie, was Engberts.<br />

6. Tricotage<br />

Een van de nazaten van de eerste Rusluie stond aan de basis van de textielfabriek<br />

Jansen en Tilanus aan het Overijsselsch Kanaal in Vriezenveen. Jansen, afkomstig<br />

uit St. Petersburg, Tilanus, afkomstig uit Almelo waren slimme ondernemers<br />

die telkens weer nieuwe markten aanboorden. Rijk en beroemd werden ze met<br />

de tricotage oftewel met breien. De producten van hun door stoom aangedreven<br />

breimachines stonden in de top 10 van de wereld. Leden van de familie van Tilanus<br />

liggen begraven in het grootste graf van de begraafplaats. Voor het maken<br />

van het graf zijn diverse materialen gebruikt, waaronder kalksteen, baksteen,<br />

zandsteen en ijzer.<br />

7. Spaanse griep<br />

In het noordelijke deel van de Oude begraafplaats Vriezenveen liggen heel veel<br />

graven die gedolven zijn aan het einde van de Eerste Wereldoorlog. Hoewel Nederland<br />

toen neutraal was, kwamen hier ook heel veel burgers om. Een griepvirus<br />

werd veel mensen fataal. Dat deze Spaanse Griep volkomen willekeurig<br />

toesloeg, blijkt wel uit de leeftijden waarop de getroffenen stierven. Met name<br />

negentienachttien was een rampjaar wat betreft het aantal doden als gevolg van<br />

die griep.


Speurkaart oude begraafplaats vriezenveen<br />

Koningsweg<br />

Ingang oude<br />

gedeelte<br />

Weemestraat<br />

Weemestraat<br />

1<br />

2<br />

3<br />

7<br />

6<br />

4<br />

5<br />

Koningsweg<br />

De inhoud van dit boekje is tot stand gekomen in samenwerking met Gerrit<br />

Bosch van Vereniging Oud Vriezenveen en Historisch Museum Vriezenveen.


Staat u te popelen om zich op de een of andere wijze actief in te zetten voor het<br />

behoud en het beheer van één van de vele historische rustplaatsen? Neem dan<br />

contact op met bijvoorbeeld Vereniging De Terebinth. Zij zet zich in voor de funeraire<br />

cultuur in Nederland. Op de site www.ribo.nl kunt u ook terecht voor meer<br />

informatie.<br />

www.rustplaatsen.nl<br />

Deze uitgave maakt onderdeel uit van het project ‘Historische begraafplaatsen<br />

in cultuurhistorisch perspectief’. Daarbij worden op historisch waardevolle<br />

begraafplaatsen in Overijssel herstel- werkzaamheden aan graven ed. uitgevoerd<br />

en worden de culturele en educatieve aspecten nader belicht. Het project is<br />

tot stand gekomen dankzij financiële bijdragen van de Provincie Overijssel<br />

en Leader, ‘Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling: Europa<br />

investeert in zijn platteland’.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!