checklist leidstervaardigheden
checklist leidstervaardigheden
checklist leidstervaardigheden
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN<br />
DE TAALLIJN
CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN<br />
Binnen de Taallijn staat de deskundigheidsbevordering<br />
van (toekomstige) leidsters centraal. De nadruk in de<br />
scholing ligt dan ook op het aanleren en toepassen<br />
van <strong>leidstervaardigheden</strong>.<br />
In de volgende <strong>checklist</strong> komen de <strong>leidstervaardigheden</strong><br />
aan de orde die bij de speerpunten van de Taallijn horen.<br />
Enkele vaardigheden zijn bij meerdere speerpunten van<br />
belang en worden daarom vaker genoemd. In het boek<br />
‘Peuters Interactief met Taal’ van het Expertisecentrum<br />
Nederlands (Stoep & Van Elsäcker, 2005) wordt een<br />
toelichting op de vaardigheden gegeven.<br />
Let op: deze <strong>checklist</strong> is geen toets. De <strong>checklist</strong> is vooral<br />
om bij te houden of je bepaalde vaardigheden al toepast<br />
en waar je aan wilt of moet werken. Het is de bedoeling<br />
dat je je eigen sterkte/zwakte analyse maakt ten aanzien<br />
van de vijf speerpunten en de algemene vaardigheden die<br />
in de <strong>checklist</strong> genoemd worden. Geef aan wat volgens<br />
jou goed gaat en regelmatig gebeurt (+), wat redelijk gaat<br />
en af en toe gebeurt (±) en wat niet goed gaat en slechts<br />
af en toe of helemaal niet gebeurt (-).<br />
Kies tot slot twee punten die al heel goed gaan en<br />
minstens twee punten waar je aan wilt werken.
LEIDSTERVAARDIGHEDEN BIJ INTERACTIEF VOORLEZEN<br />
+ = gaat goed, gebeurt regelmatig<br />
± = gaat redelijk, gebeurt af en toe<br />
- = gaat niet goed, gebeurt slechts af en toe<br />
Vaardigheid / activiteit + ± -<br />
Ik bespreek de voorplaat van het boek en de titel<br />
Ik vraag of de kinderen ook wel eens zoiets meegemaakt<br />
hebben als in het verhaal<br />
Ik stel vóór het voorlezen een luistervraag: Wat denken<br />
jullie? Zal ..... Ik kom hier na afl oop op terug<br />
Ik laat peuters voorspellen tijdens het verhaal:<br />
Wat zal er nu gebeuren? Hoe zou dit afl open?<br />
Ik schep ruimte voor inbreng van de peuters;<br />
door stiltes te laten vallen, positief te reageren,<br />
aanmoedigende luistergeluiden te maken<br />
Ik vul opmerkingen aan tot welgevormde<br />
zinnen (herverwoorden)<br />
Ik verduidelijk kernwoorden door een voorwerp of foto te<br />
laten zien, door voor te doen of uit te leggen<br />
Ik geef een samenvatting van het verhaal, of van<br />
een belangrijk deel van het verhaal<br />
Ik stel vragen van verschillende niveaus: gesloten,<br />
open en voorspellend.<br />
Ik leg de peuters nieuwe dingen uit (kennis van de wereld)<br />
en sluit hierbij aan bij wat ze al weten<br />
Ik bespreek het belangrijkste probleem en de oplossing<br />
in het verhaal
LEIDSTERVAARDIGHEDEN BIJ WERKEN AAN WOORDENSCHAT<br />
+ = gaat goed, gebeurt regelmatig<br />
± = gaat redelijk, gebeurt af en toe<br />
- = gaat niet goed, gebeurt slechts af en toe<br />
Vaardigheid / activiteit + ± -<br />
Ik selecteer bij elk thema kernwoorden op minstens<br />
twee niveaus<br />
Ik verduidelijk de betekenis van woorden door deze uit<br />
te beelden (met voorwerpen, foto’s of door voordoen)<br />
Ik verduidelijk de betekenis van woorden door deze uit<br />
te leggen met eenvoudige woorden<br />
Ik verduidelijk de betekenis van woorden door<br />
woorden in verschillende situaties aan te bieden<br />
(verschillende contexten)<br />
Ik bied diverse betekenisvolle activiteiten aan om de<br />
kernwoorden te herhalen en te oefenen<br />
Ik controleer of de kinderen de kernwoorden kennen en<br />
kunnen gebruiken en houd dit bij in een map of schrift
LEIDSTERVAARDIGHEDEN BIJ GESPREKKEN MET PEUTERS<br />
+ = gaat goed, gebeurt regelmatig<br />
± = gaat redelijk, gebeurt af en toe<br />
- = gaat niet goed, gebeurt slechts af en toe<br />
Vaardigheid / activiteit + ± -<br />
Ik verwoord handelingen (ik zeg voortdurend wat ik aan<br />
het doen ben of wat de peuters doen)<br />
Ik bescherm de beurt van een peuter, zorg voor een veilig<br />
klimaat in de gespreksgroep en laat iedereen zoveel<br />
mogelijk aan bod komen<br />
Ik schep ruimte voor opmerkingen van peuters door zelf<br />
minder vragen te stellen, aanmoedigende luistergeluiden<br />
te maken en stiltes te laten vallen<br />
Ik speel regelmatig beurten door naar andere peuters<br />
in plaats van zelf te reageren<br />
Ik stel zoveel mogelijk open vragen en wissel verschillende<br />
soorten vragen af, zoals:<br />
• aanwijsvragen<br />
• ja/nee-vragen, of/of-vragen, wie/wat/waar-vragen<br />
• waarom-vragen, hoe-vragen<br />
• tegendeel-vragen: “Jij bent toch niet ......”<br />
• vragen naar eigen ervaringen<br />
Ik respecteer de visie van de peuter<br />
Ik doe regelmatig een prikkelende bewering in plaats van<br />
een vraag te stellen: Een krokodil is een leuk huisdier!<br />
Ik stimuleer de kinderen tot nadenken door dieper in te<br />
gaan op de inhoud: Hoe moet de beer nou naar binnen?<br />
Past hij wel door de deur van het huis dat jullie<br />
gemaakt hebben?<br />
Ik onderhandel over de betekenis van wat de kinderen<br />
zeggen door interesse te tonen en door dóór te vragen:<br />
Leg eens uit, wat bedoel je precies?<br />
Ik vul de uiting van de peuter aan tot een goede zin en breid<br />
deze eventueel uit door nieuwe woorden in te brengen
LEIDSTERVAARDIGHEDEN BIJ PEUTERS EN ICT<br />
+ = gaat goed, gebeurt regelmatig<br />
± = gaat redelijk, gebeurt af en toe<br />
- = gaat niet goed, gebeurt slechts af en toe<br />
Vaardigheid / activiteit + ± -<br />
Ik kan omgaan met een digitale camera<br />
Ik kan digitale foto’s op een computer zetten<br />
Ik kan digitale foto’s op de computer presenteren in<br />
een fotoshow<br />
Ik kan digitale prentenboeken maken<br />
Ik gebruik diverse audio-visuele hulpmiddelen in<br />
verschillende situaties, zoals: computer, cd-roms, dvd’s,<br />
tv, videobanden, digitaal schoolbord, cassettebandjes e.d.<br />
Ik begeleid de gesprekken in de kleine kring bij de<br />
computer/televisie<br />
Ik zoek op internet naar geschikte materialen, foto’s,<br />
en software met woordenschat en taalspelletjes<br />
Ik kies televisieprogramma’s die als ondersteuning<br />
dienen bij het thema dat ik centraal stel
LEIDSTERVAARDIGHEDEN BIJ OUDERBETROKKENHEID: HET GEZINSPORTFOLIO<br />
+ = gaat goed, gebeurt regelmatig<br />
± = gaat redelijk, gebeurt af en toe<br />
- = gaat niet goed, gebeurt slechts af en toe<br />
Vaardigheid / activiteit + ± -<br />
Ik betrek ouders zoveel mogelijk bij het thema door ze<br />
op de hoogte te stellen van het nieuwe thema en de<br />
activiteiten hierbij<br />
Ik maak voor elk kind een gezinsportfolio (map of boek)<br />
en zorg voor een opbergsysteem waar de kinderen<br />
zelf bij kunnen<br />
Ik selecteer samen met de kinderen werkjes voor het<br />
portfolio en bespreek de werkjes door hierop met de<br />
kinderen te refl ecteren en te evalueren<br />
Ik geef de gezinsportfolio’s regelmatig mee naar huis<br />
Ik voer gesprekken met de kinderen over de inhoud<br />
van het portfolio<br />
Ik voer gesprekken met de ouders over de inhoud<br />
van het portfolio
LEIDSTERVAARDIGHEDEN ALGEMEEN<br />
+ = gaat goed, gebeurt regelmatig<br />
± = gaat redelijk, gebeurt af en toe<br />
- = gaat niet goed, gebeurt slechts af en toe<br />
Vaardigheid / activiteit + ± -<br />
Ik begin het thema met een sterk aansprekend anker<br />
(introductie)<br />
Ik zoek (en selecteer) geschikte materialen en boeken<br />
bij het thema<br />
Ik kies activiteiten bij het thema die zinvol en betekenisvol<br />
zijn voor de peuters<br />
Ik heb zicht op de taalontwikkeling van de peuters door<br />
regelmatig te observeren en/of te toetsen en de resultaten<br />
vast te leggen in een map of schrift<br />
Ik kan door zelfrefl ectie mijn eigen handelen kritisch<br />
bekijken<br />
Ik kan een planning maken bij een thema waarbij alle vijf<br />
speerpunten aan bod komen<br />
Eindconclusie<br />
Mijn twee sterkste punten zijn:<br />
1.<br />
2.<br />
Twee punten waaraan ik graag zou willen werken, zijn:<br />
1.<br />
2.