29.09.2013 Views

De verovering van Grol door Frederik Hendrik Dagboek 1627

De verovering van Grol door Frederik Hendrik Dagboek 1627

De verovering van Grol door Frederik Hendrik Dagboek 1627

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Te Emmerich wordt alles in gereedheid gebracht om morgen richting <strong>Grol</strong> te gaan. <strong>De</strong> prins verdeelt zijn nu<br />

ontscheept voetvolk in drie groepen. Er zijn in totaal honderdachtenzestig compagnieën voetvolk aanwezig.<br />

Daarbij zijn 75 stukken geschut <strong>van</strong> verschillende grootte en ongeveer 1000 wagens, om deze kanonnen en kruit,<br />

kogels, vaartuigen om de rivieren over te kunnen steken, biesbruggen, leeftocht, en al hetgeen verder nodig is te<br />

kunnen vervoeren.<br />

Een deel <strong>van</strong> de ruiterij, sterk 55 compagnieën, heeft gisteren reeds opdracht gekregen zich gereed te maken om<br />

in twee troepen als voorhoede naar <strong>Grol</strong> te trekken. Enkele compagnieën ruiters onder de graaf <strong>van</strong> Styrum<br />

vertrekken deze avond <strong>van</strong>uit Emmerich richting <strong>Grol</strong> om de wegen naar de stad te gaan bezetten. Daarop volgt<br />

kort daarna de luitenant-generaal Stakenbroeck met de resterende cavalerie.<br />

Zondag 18 juli <strong>1627</strong><br />

<strong>De</strong> vertraging die de naar de verzamelplaats op weg zijnde troepen onderweg <strong>door</strong> de tegenwind hadden<br />

opgelopen, had tot gevolg dat de prins <strong>van</strong>af woensdag de 14de tot <strong>van</strong>daag te Emmerich heeft moeten wachten<br />

voordat hij met het leger kon beginnen te marcheren. Nu zijn alle voor het veldleger opgeroepen compagnieën<br />

zowel te voet als te paard te Emmerich gearriveerd. Het leger breekt deze zondagmorgen <strong>van</strong> Emmerich op om<br />

’s avonds kwartier te maken te Millingen.<br />

Omdat de bedoelingen <strong>van</strong> <strong>Hendrik</strong> <strong>van</strong> den Bergh en zijn bij Wesel verzamelde troepen niet bekend zijn en de<br />

prins niet het risico wil lopen dat enig schielijk voorval hem zal dwingen <strong>van</strong> zijn doel af te wijken, geeft hij de<br />

gouverneur <strong>van</strong> Rees, de kolonel Pinsen 3 , op wiens ervaring hij veel vertrouwt, opdracht om met 37<br />

compagnieën in het oosten het gebied <strong>van</strong> de Rijn en de Maas te bewaken. Van de kolonel Pinsen ter<br />

beschikking staande troepen gaan 26 compagnieën voetvolk naar Grave om zich op een plaats beneden Grave<br />

aan de noordzijde <strong>van</strong> de Maas te legeren. Men weet aan Staatse zijde dat de Spaanse vijand die plaats wil<br />

bemachtigen om zo voor het Staatse leger de mogelijkheid om naar Grave te gaan af te sluiten. Maar de<br />

voorzichtigheid en attentheid <strong>van</strong> de prins voorkomt dat, <strong>door</strong> daar <strong>door</strong> de boeren een schans tot bescherming<br />

<strong>van</strong> die contreien te laten aanleggen. <strong>De</strong> resterende 11 compagnieën wil de prins bij Emmerich aan de Rijn laten<br />

blijven, totdat men nader <strong>van</strong> de bedoelingen <strong>van</strong> de vijand op de hoogte zal zijn. <strong>De</strong> kolonel Varick 4 wordt met<br />

14 compagnieën naar Zaltbommel gezonden om te zien of de vijand, <strong>door</strong> af te wijken <strong>van</strong> de eventuele route<br />

naar <strong>Grol</strong>, daar iets mocht aan<strong>van</strong>gen. Pinsen en Varick hebben opdracht om hun krachten te verenigen als de<br />

vijand het mogelijk in de zin heeft Emmerich, Rees, Grave, Ravenstein of Gennep, of enige andere stad te<br />

belegeren.<br />

Men weet dat er tot eergisteren binnen <strong>Grol</strong> nog geen ander volk aanwezig was dan het gewone garnizoen <strong>van</strong><br />

1000 á 1200 man voetvolk in acht compagnieën, naast een compagnie ruiters. Voor zover er gisteren geen<br />

versterkingen de stad in zijn gebracht zullen de <strong>door</strong> <strong>Frederik</strong> <strong>Hendrik</strong> vooruitgezonden ruiters dat <strong>van</strong> nu af aan<br />

verhinderen.<br />

<strong>De</strong> Spaanse vijand heeft tot nog toe geen bijzonder grote legermacht bijeengebracht. <strong>De</strong> prins ont<strong>van</strong>gt <strong>van</strong>daag<br />

echter wel bericht dat graaf <strong>Hendrik</strong> <strong>van</strong> den Bergh tussen Rijnberk en Wesel 5 à 6000 man heeft verzameld, en<br />

dat <strong>van</strong> alle kanten het krijgsvolk bijeen gebracht wordt om zich bij hem te voegen. <strong>De</strong> verdere ontwikkelingen<br />

moeten worden afgewacht. <strong>De</strong> tijd zal het leren.<br />

Op weg naar het leger reist de secretaris <strong>van</strong> <strong>Frederik</strong> <strong>Hendrik</strong>, Constantijn Huijgens, deze zondag samen met de<br />

prins over Emmerich naar Millingen. Twee <strong>van</strong> de gedeputeerden vertrekken <strong>van</strong>daag naar Zutphen. Het zijn de<br />

heren Haersolte en Schaffer die worden verzocht zich voor een tijdlang naar Zutphen, <strong>De</strong>venter en Doesburg te<br />

willen begeven om naast de heer Van Essen ervoor te zorgen dat brood, bier en andere zaken voor het dagelijks<br />

onderhoud <strong>van</strong> het leger daar worden ingekocht om over land of per schip via Borculo naar <strong>Grol</strong> te worden<br />

vervoerd. <strong>De</strong> Arnhemse schepen E. v. Essen houdt zich waarschijnlijk in opdracht <strong>van</strong> het bestuur <strong>van</strong> zijn stad<br />

onder de belegeraars op.<br />

Maandag 19 juli <strong>1627</strong><br />

<strong>Frederik</strong> <strong>Hendrik</strong> vertrekt deze morgen vroeg met de rest <strong>van</strong> zijn leger <strong>van</strong> Millingen naar Aalten en arriveert<br />

daar ‘s avonds. <strong>De</strong> ruiters onder de graaf <strong>van</strong> Styrum, die de avond <strong>van</strong> de 17de juli <strong>van</strong>uit Emmerich vooruit<br />

waren gereden richting <strong>Grol</strong> om de wegen naar de stad te bezetten, bereikten de voorbije nacht in betrekkelijk<br />

korte tijd de stad <strong>Grol</strong>. Daarop volgde de luitenant-generaal Stakenbroeck met de resterende cavalerie. Dat bleef<br />

uiteraard niet onopgemerkt. ‘<strong>De</strong> a<strong>van</strong>tgarde <strong>van</strong> de Prins <strong>van</strong> Orangien wierde <strong>van</strong> den toorenblaser gesien’. Dit<br />

bericht bereikt de gouverneur <strong>van</strong> <strong>Grol</strong>, Matthijs <strong>van</strong> Dulcken, terwijl hij bij de ont<strong>van</strong>ger aan tafel zit. Hij<br />

vermoedt een dergelijk bericht in het geheel niet en spreekt de boodschapper bestraffend toe. Hij gaat er<br />

namelijk <strong>van</strong> uit dat het een konvooi betreft dat hij uit Wesel verwacht. Dat is intussen echter op de vlucht voor<br />

3 Willem Pynssen <strong>van</strong> der Aa.<br />

4 Filips <strong>van</strong> Varick.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!