Bijlagen bij toelichting - Gemeente Oss

Huismus
Tijdens de veldonderzoeken zijn huismussen waargenomen op deellocatie A. De huismussen bevonden
zich tijdens het broedseizoen op het woonhuis en in de twee te slopen kleinschalige stallen/schuren.
Aangenomen wordt dat de huismussen de desbetreffende bebouwing op locatie A gebruiken
als nestplaats. Op de deellocatie B en C zijn geen huismussen waargenomen. Het is niet uit
te sluiten dat in een volgend broedseizoen de onderzoekslocatie wel wordt gebruikt als nestlocatie.
5.2 Vleermuizen
Verblijfplaatsen binnen de onderzoekslocatie
Tijdens het veldonderzoek is gedurende het onderzoek naar zomerverblijfplaatsen eenmaal (op 8 juni
2011) een gewone grootoorvleermuis in het woonhuis aan Kapelstraat 38 waargenomen. Tijdens de
hierop volgende veldbezoeken zijn geen verse keutels van gewone grootoorvleermuis meer aangetroffen
op de zolder van het woonhuis aan de Kapelstraat 38. Het betreft hier naar verwachting een
zomerverblijfplaats van één of hooguit enkele gewone grootoorvleermuizen.
Verder zijn tijdens de veldbezoeken geen invliegende, uitvliegende, zwermende of gevel grijpende
vleermuizen waargenomen binnen de onderzoekslocatie. Op basis van de huidige onderzoeksinspanning
kan met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat de te slopen bebouwing dit jaar, met
uitzondering van een zomerverblijffunctie voor gewone grootoorvleermuis, geen verdere verblijffunctie
heeft voor vleermuizen.
Verblijfplaatsen buiten de onderzoekslocatie
Tijdens de laatste twee veldbezoeken zijn gewone dwergvleermuizen met sociale roep waargenomen
ten noorden van de onderzoekslocatie, in de bebouwde kom van Megen. Deze sociale geluiden duiden
op de aanwezigheid van paarverblijven. Tevens is het mogelijk dat de betreffende paarverblijfplaatsen
in gebruik zijn door gewone dwergvleermuizen als winterverblijfplaats. Er zijn geen gevel
grijpende vleermuizen waargenomen welke duidelijk aangeven waar het paarverblijf zich bevindt.
Foeragerende / passerende vleermuizen
Tijdens de veldbezoeken zijn binnen de onderzoekslocatie enkele (2 tot 4) foeragerende gewone
dwergvleermuizen waargenomen en drie foeragerende laatvliegers. Het aanwezige foerageerhabitat
op de onderzoeklocatie verdwijnt deels, maar is niet van essentieel belang. De plannen zullen geen
aantasting van belangrijk foerageerhabitat vormen.
Tijdens alle veldbezoeken zijn diverse passerend gewone dwergvleermuizen langs de Kapelstraat
waargenomen. Vleermuizen maken veelal gebruik van dergelijke lijnvormige (donkere) bomenrijen
langs wegen om zich te verplaatsen tussen verblijfplaatsen en foerageergebieden. De bomen op de
onderzoekslocatie maken overigens geen deel uit van een lijnvormig element welke een functie kan
hebben als vliegroute. De bomen langs de Kapelstraat blijven behouden en er wordt geen extra verlichting
geplaats. Hierdoor blijft het aaneengesloten landschapselement met een donker karakter dat
als vliegroute voor vleermuizen fungeert behouden. Overtreding ten aanzien van vliegroutes is dan
ook niet aan de orde.
10113785 OSS.GEM.ECO2 Pagina 6 van 10