Bijlagen bij toelichting - Gemeente Oss
Bijlagen bij toelichting - Gemeente Oss Bijlagen bij toelichting - Gemeente Oss
Uitwerking 5.1.4 Afvoerregulerend kunstwerk Om te voorkomen dat de ontwikkeling van de nieuwbouw versnelde afvoer van regenwater tot gevolg heeft, wordt het regenwater in de buffer vastgehouden. Dit gebeurt met behulp van een afvoerregulerend kunstwerk (bijvoorbeeld een stuw). De maximale afvoer die volgens de richtlijnen van het waterschap mag plaatsvinden is 1,33 l/s/ha. Iedere grote buffer wordt voorzien van een afvoerregulerende kunstwerk. In figuur 5.1 is de situering van deze kunstwerken indicatief aangegeven. In tabel 5.4 is aangegeven wat de maximale afvoercapaciteit van de kunstwerken bij een T=10 bui mag zijn. Om te voorkomen dat bij grotere buien wateroverlast ontstaat in de woonwijken wordt het kunstwerk voorzien van een overstortdrempel. Het niveau van deze overstortdrempels is gelijk aan de maximale ontwerpwaterstand in de bergingen (zie tabel 5.3). Komt er meer water in de buffer, waardoor de waterstand hoger wordt dan de maximale ontwerpwaterstand (tijdens situaties die zich minder frequent dan eens per 10 jaar voordoen), dan kan het water over de dam overstorten naar de sloot. Zo worden te hoge waterpeilen in het plangebied voorkomen. In tabel 5.4 is aangegeven aan welke criteria de afvoerregulerende kunstwerken moeten voldoen. In onderstaande figuur zijn twee voorbeelden voor vormgeving van dergelijke kunstwerken gegeven. Tabel 5.4 Ontwerpcriteria afvoerregulerende kunstwerken Locatie Max. afvoer (l/s) Min. peil Peil drempel (m+NAP) (m+NAP) Zon W 0,50 5,3 5,8 Water O 1,52 5,2 5,7 Water vijver 1,02 5,3 5,6 Water bermsloot 2,41 4,6 5,3 drempel minimaal peil Figuur 5.5 Voorbeelden afvoerregulerende kunstwerken drempel minimaal peil 5.1.5 Vervolg Bij het besteksgereed maken van het plan dient aandacht besteed te worden aan de volgende onderwerpen: • Huisaansluitingen op de goten (ervoor zorgen dat het regenwater vanaf de particuliere terreinen eenvoudig en bovengronds naar de regenwatervoorzieningen op het openbare terrein kan stromen); • detailuitwerking goten (locatie, vormgeving, kruisingen van de weg, taludbescherming); • Bij de uitstroming van de goten dient het maaiveld beschermd te worden tegen uitspoeling. • Uitwerking afvoerregulerend kunstwerk; • Voor wat betreft het ‘normale’ gebruik moet veel aandacht worden besteed aan voorlichting aan de toekomstige bewoners. Hierbij moet de aandacht niet alleen gericht zijn op een eerste generatie bewoners, ook volgende generaties hebben recht op voldoende informatie en communicatie. 207839.ehv.220.R001, revisie 1 Pagina 16 van 20
Figuur 5.6 Voorbeelden ‘huisaansluitingen’ 5.2 Riolering (DWA) De uitgangspunten voor het ontwerp van het rioolstelsel zijn weergegeven in tabel 5.5. Tabel 5.5 Ontwerpnormen riolering Type rioolstelsel dwa-stelsel afvoercapaciteit: Leidraad Riolering, module maximale vulling gescheiden stelsel is C2100 Riolen: 50% bij Qmax, zie 3.4.3 Minimale dekking op buiten-bovenkant buis 1,00 m voor beginstrengen, eginstrengen, verder minimaal 1,10m Buismateriaal PP Minimale buisdiameter φ250 mm Buisverhangen 150 m 4‰ gevolgd door minimaal (1/(ø in mm+100))‰ Maximale strenglente 100 m Uitwerking De controleputten in het dwa-stelsel worden voorzien van stroomprofielen en een hoekbanket van 45 o . Al het huishoudelijk afvalwater wordt afgevoerd via het dwa-stelsel (droogweerafvoer). De afvoernorm van waterschap Aa en Maas bedraagt 120 l/inwoner/dag met een gemiddelde afvoer van 10 l/inwoner/uur. Voor de woningbezetting is 2,7 aangehouden. Tabel 5.6 Benodigde afvoercapaciteit DWA-riool Locatie Aantal woningen Afvoercapaciteit riool Zon 24 0,65 m 3 /uur Water 25 0,68 m 3 /uur Aarde 19 0,52 m 3 /uur Totaal 68 1,85 m 3 /uur In § 2.6 is de situatie met betrekking tot de al aanwezige riolering kort beschreven. Op basis daarvan worden nu de mogelijkheden uitgewerkt voor het inzamelen en afvoer van het vuilwater van de drie locaties. Voor de inzameling van het huishoudelijk afvalwater wordt in alle straten waar afvalwater vrijkomt dwa-riolering geprojecteerd. Het heeft de voorkeur het vuilwaterriool van de drie locaties onder vrijverval op het bestaande gemengde stelsel aan te sluiten. De haalbaarheid van de aansluitmogelijkheden is onderzocht. Bepalend hiervoor is de diepteligging van de huidige riolering, het maaiveldniveau en maaiveldverloop in de inbreidingslocaties, en eventuele bijzonderheden met betrekking tot de afstroming via het bestaande stelsel. 207839.ehv.220.R001, revisie 1 Pagina 17 van 20
- Page 95 and 96: Bijlage 5 Toetsingskader analyseres
- Page 97 and 98: Bijlage 5 Toetsingskader analyseres
- Page 99 and 100: Bijlage 6 Rapportagegrenzen laborat
- Page 101: Bijlage 8 Achtergrondgehalten
- Page 105: Bijlage 4 - Akoestisch onderzoek we
- Page 108 and 109: onderwerp Geluidbelasting woning op
- Page 110 and 111: onderwerp Geluidbelasting woning op
- Page 112 and 113: onderwerp Geluidbelasting woning op
- Page 114 and 115: onderwerp Geluidbelasting woning op
- Page 116 and 117: Situatie-overzicht tekening 1 schaa
- Page 128 and 129: Grenswaarden nieuwe woningen langs
- Page 131 and 132: Waterhuishoudingsplan 3 locaties Me
- Page 133 and 134: Inhoudsopgave 1 Inleiding..........
- Page 135 and 136: 2 Huidige situatie In de rapportage
- Page 137 and 138: Huidige situatie te kunnen vasthoud
- Page 139 and 140: 4 Hoofdlijnen van het ontwerp Er is
- Page 141 and 142: 5 Uitwerking 5.1 Regenwater 5.1.1 A
- Page 143 and 144: Uitwerking In de deelgebieden Zon e
- Page 145: Uitwerking Tabel 5.2 Minimaal benod
- Page 149 and 150: 6,20 6,13 6,25 Figuur 5.6 Voorstel
- Page 151: Bijlage 6 - Quickscan flora en faun
- Page 154 and 155: QUICKSCAN FLORA EN FAUNA Kapelstraa
- Page 156 and 157: 1. INLEIDING Econsultancy heeft van
- Page 158 and 159: 3. ONDERZOEKSMETHODIEK Het veldbezo
- Page 160 and 161: Daarnaast hebben ingrepen in het la
- Page 162 and 163: Overige broedvogels De bebouwing op
- Page 164 and 165: 5.5 Libellen en dagvlinders Voor li
- Page 166 and 167: De genoemde maatregelen dienen in o
- Page 168 and 169: TITEL: topografische ligging van de
- Page 170 and 171: Bijlage 2b Foto's onderzoekslocatie
- Page 172 and 173: Bijlage 2b Foto's onderzoekslocatie
- Page 174 and 175: Bijlage 2b Foto's onderzoekslocatie
- Page 176 and 177: Bijlage 4 Natuurwetgeving en beleid
- Page 178 and 179: AANVULLEND ECOLOGISCH VELDONDERZOEK
- Page 180 and 181: INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING ........
- Page 182 and 183: Deellocatie A: Het bedrijfsterrein
- Page 184 and 185: 4. ONDERZOEKSMETHODIEK Voor vleermu
- Page 186 and 187: Huismus Tijdens de veldonderzoeken
- Page 188 and 189: 6.2 Broedvogels Alle broedende inhe
- Page 190 and 191: Algemene zorgplicht In het kader va
- Page 193 and 194: ARCHEOLOGISCH VERKENNEND BOORONDERZ
- Page 195 and 196: Administratieve gegevens plangebied
Figuur 5.6 Voorbeelden ‘huisaansluitingen’<br />
5.2 Riolering (DWA)<br />
De uitgangspunten voor het ontwerp van het rioolstelsel zijn weergegeven in tabel 5.5.<br />
Tabel 5.5 Ontwerpnormen riolering<br />
Type rioolstelsel dwa-stelsel<br />
afvoercapaciteit: Leidraad Riolering, module maximale vulling gescheiden stelsel is<br />
C2100<br />
Riolen:<br />
50% <strong>bij</strong> Qmax, zie 3.4.3<br />
Minimale dekking op buiten-bovenkant buis 1,00 m voor beginstrengen, eginstrengen, verder<br />
minimaal 1,10m<br />
Buismateriaal PP<br />
Minimale buisdiameter φ250 mm<br />
Buisverhangen 150 m 4‰ gevolgd door minimaal<br />
(1/(ø in mm+100))‰<br />
Maximale strenglente 100 m<br />
Uitwerking<br />
De controleputten in het dwa-stelsel worden voorzien van stroomprofielen en een hoekbanket<br />
van 45 o .<br />
Al het huishoudelijk afvalwater wordt afgevoerd via het dwa-stelsel (droogweerafvoer). De<br />
afvoernorm van waterschap Aa en Maas bedraagt 120 l/inwoner/dag met een gemiddelde afvoer<br />
van 10 l/inwoner/uur. Voor de woningbezetting is 2,7 aangehouden.<br />
Tabel 5.6 Benodigde afvoercapaciteit DWA-riool<br />
Locatie Aantal woningen Afvoercapaciteit riool<br />
Zon 24 0,65 m 3 /uur<br />
Water 25 0,68 m 3 /uur<br />
Aarde 19 0,52 m 3 /uur<br />
Totaal 68 1,85 m 3 /uur<br />
In § 2.6 is de situatie met betrekking tot de al aanwezige riolering kort beschreven. Op<br />
basis daarvan worden nu de mogelijkheden uitgewerkt voor het inzamelen en afvoer<br />
van het vuilwater van de drie locaties.<br />
Voor de inzameling van het huishoudelijk afvalwater wordt in alle straten waar afvalwater<br />
vrijkomt dwa-riolering geprojecteerd. Het heeft de voorkeur het vuilwaterriool van de drie<br />
locaties onder vrijverval op het bestaande gemengde stelsel aan te sluiten. De haalbaarheid van<br />
de aansluitmogelijkheden is onderzocht. Bepalend hiervoor is de diepteligging van de huidige<br />
riolering, het maaiveldniveau en maaiveldverloop in de inbreidingslocaties, en eventuele<br />
<strong>bij</strong>zonderheden met betrekking tot de afstroming via het bestaande stelsel.<br />
207839.ehv.220.R001, revisie 1<br />
Pagina 17 van 20