Bijlagen bij toelichting - Gemeente Oss

4 Hoofdlijnen van het ontwerp
Er is al een stedenbouwkundig plan gemaakt voor de inbreidingslocaties. In dit hoofdstuk wordt
op basis van het stedenbouwkundige plan het waterhuishoudingsplan uitgewerkt op basis van de
gestelde randvoorwaarden en uitgangspunten.
4.1 Gescheiden houden van vuil en schoon regenwater
Het regenwater van daken, particuliere verhardingen, straten en parkeerplaatsen wordt via een
regenwaterafvoersysteem ingezameld en afgevoerd naar de waterberging. Het hemelwater van
terreinverhardingen wordt door lokaal verkeer, geparkeerde auto’s en overig gebruik
verontreinigd. De locaties betreffen voornamelijk woonstraten met een geringe verkeersintensiteit.
De omvang van de verontreiniging van het hemelwater zal daardoor, met
uitzondering van calamiteiten, ook beperkt zijn.
Om eventuele vervuiling van het regenwater door oneigenlijke lozingen te voorkomen willen
wij het regenwater zoveel mogelijk oppervlakkig laten afstromen. Hierdoor is het niet mogelijk
het schone hemelwater van daken en licht vervuilde hemelwater van terreinverhardingen
gescheiden op te vangen. Uiteraard wordt afvalwater gescheiden van het regenwater
ingezameld.
4.2 Afwegingsstappen
Hergebruik van regenwater op het niveau van individuele woningen wordt gestimuleerd.
Infiltratie van hemelwater is door de kleilaag in de bodem en kweldruk in het plangebied niet
mogelijk. Het regenwater wordt daarom gebufferd in het plangebied en vertraagd afgevoerd
naar het regionale oppervlaktewatersysteem.
4.3 Hydrologisch neutraal bouwen
Concreet houdt hydrologisch neutraal bouwen in dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand
(GHG) niet verlaagd mag worden (grondwaterneutraal) en dat de afvoer uit het plangebied niet
groter mag zijn dan in de huidige situatie (afvoerneutraal).
Grondwaterneutraal
De gewenste ontwateringsdiepte in het plangebied wordt verkregen door daar waar nodig grond
op te brengen. Bovendien wordt er kruipruimteloos gebouwd, waardoor de ontwateringsdiepte
minder groot hoeft te zijn. Er wordt dus geen gebruik gemaakt van drainage om de gewenste
ontwateringsdiepte te verkrijgen.
Afvoerneutraal
De afvoer uit het plangebied wordt beperkt met behulp van een stuwconstructie. De maximale
afvoer is gelijk aan de landbouwkundige afvoer (huidige functie) en bedraagt 1,33 l/s/ha. De
omgeving wordt zo niet extra belast. De afvoerlimiet geldt tot een situatie die gemiddeld
genomen eens per 10 jaar voorkomt. Bij minder frequent voorkomende situaties mag het water
uit het plangebied overstorten. Binnen het plangebied is voldoende ruimte gecreëerd voor water
om problemen bij de beperkte afvoer te voorkomen. Dit is in hoofdstuk 5 verder uitgewerkt.
207839.ehv.220.R001, revisie 1
Pagina 9 van 20