28.09.2013 Views

Bijlagen bij toelichting - Gemeente Oss

Bijlagen bij toelichting - Gemeente Oss

Bijlagen bij toelichting - Gemeente Oss

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Huidige situatie<br />

2.4 Grondwater<br />

Sinds begin 2004 worden de freatische grondwaterstanden gemeten langs de Meerstraat, net ten<br />

oosten van locaties Water en Aarde (peilbuis 114). In onderstaande tabel worden de in peilbuis<br />

114 gemeten grondwaterstanden vergeleken met de gemeten stijghoogte in peilbuis 77, gelegen<br />

na<strong>bij</strong> de Koolmarkt in Megen.<br />

Peilbuis 77 gws m + NAP Peilbuis 114 gws m + NAP<br />

(diepere grondwater) (freatisch grondwater)<br />

Feb. 2004 5,14 4,97<br />

April 2004 5,11 4,94<br />

Juni 2004 5,01 4,84<br />

Aug 2004 5,09 4,90<br />

Okt 2004 5,09 4,94<br />

Dec 2004 5,23 5,04<br />

Feb 2005 5,24 5,07<br />

April 2005 5,09 4,85<br />

Juni 2005 5,06 5,07<br />

Aug 2005 5,06 5,09<br />

Okt 2005 5,02 5,08<br />

Dec 2005 5,21 5,30<br />

De vergelijking tussen beide meetpunten is niet helemaal correct, omdat ze niet op dezelfde plek<br />

staan. Het is wel een goede indicatie voor het in beperkte mate optreden van kwel.<br />

Ongeveer 1 km ten zuiden van de drie plangebieden ligt een peilbuis (nr. 39 in het meetnet van<br />

<strong>Oss</strong>) waar al langer het freatische grondwater wordt gemeten. Daar is de GHG volgens de<br />

gegevens van TNO 5,11 m + NAP. In 2004 zijn op dezelfde tijdstippen grondwaterstanden<br />

gemeten in peilbuis 114 en in peilbuis 39. De grondwaterstanden in peilbuis 114 waren<br />

ongeveer 0,20 m hoger dan in peilbuis 39. Een indicatie voor de GHG in het plangebied is dus<br />

5,31 m + NAP. De GLG ligt vermoedelijk tussen de 4,8 en 5,0 m +NAP.<br />

Volgens de bodemkaart van Nederland komt op de drie locaties een grondwatertrap (Gt) VI<br />

voor. Dit betekent een GHG van 0,4 tot 0,8 m –mv en een GLG van dieper dan 1,2 m –mv.<br />

Voor de GHG komt deze informatie overeen met de peilbuisgegevens.<br />

De Maas doorsnijdt de deklaag, waardoor hoge waterstanden in de Maas terugkomen in de<br />

stijghoogte van het water in het eerste watervoerend pakket. Hierdoor zal tijdens hoogwater in<br />

de Maas de stijghoogte ter plaatse van de locaties fors hoger kunnen worden dan de in tabel 1<br />

weergegeven stijghoogten. De hogere stijghoogten in het watervoerend pakket werken ook door<br />

in de grondwaterstand in de deklaag. In hoogwaterperioden kan de grondwaterstand hierdoor<br />

hoger worden dan de GHG.<br />

2.5 Oppervlaktewater<br />

In <strong>bij</strong>lage 3 zijn de watergangen in de omgeving van de drie locaties weergegeven. Er liggen<br />

geen watergangen in de drie locaties. Wel ligt er ten oosten van de Kapelstraat een sloot die in<br />

verbinding staat met de verder naar het zuiden gelegen schouwsloot. De waterlopen in de<br />

omgeving van de drie locaties wateren allemaal af op een aan de westzijde van de Kapelstraat<br />

gelegen hoofdwatergang van het waterschap. Via een lange route wordt het water uiteindelijk<br />

via het poldergemaal Gewande op de Maas uitgeslagen.<br />

Het zomer- en winterpeil wordt geregeld met een stuw in een grote watergang ten zuidoosten<br />

van Macharen. Het zomerpeil is 4,80 m + NAP, het winterpeil 4,35 m + NAP. Het komt voor<br />

dat in de zomer het waterpeil 5 cm hoger wordt gestuwd om in het gebied rond Macharen water<br />

207839.ehv.220.R001, revisie 1<br />

Pagina 6 van 20

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!