'Rosa, Rosa, bloemen op je hoed'. - Mijn Stad Mijn Dorp

‘Rosa, Rosa, bloemen op je hoed’.
Op eerste Pinksterdag wordt in Borne de traditie van de
Pinksterbruidjes in ere gehouden. De Pinksterbruidjes
bestaan uit groepjes in het wit geklede meisjes van vier tot
ongeveer acht jaar. De centrale persoon is Rosa, die een met
kant versierde lange jurk draagt en bloempjes in het haar
heeft. Zij loopt vooraan onder een met groene takken en
bloemen versierde boog.
Er wordt bij huizen aangebeld en als de mensen naar buiten
komen, beginnen ze met hun dansje en het liedje “Rosa,
Rosa, bloemen op je hoed, alle mooie meisjes zijn zo goed”.
Hierna laten ze zich door het publiek trakteren op snoep, fruit
of geld.
Om 13.00 uur verzamelen alle groepjes zich in het centrum
op het Rheineplein. Daar staat de Pinksterkroon, versierd met
bloemen en uitgeblazen eieren. Daar wordt opnieuw gedanst
en gezongen.
Het Pinksterfeest
Pinksteren valt op de vijftigste dag na Pasen en wordt zowel in het jodendom als in het
christendom gevierd. In het jodendom wordt tijdens Pinksteren de uittocht uit Egypte en
de wetgeving op de Sinaï herdacht. Voor de christenen is Pinksteren het feest van de
uitstorting van de Heilige Geest over de gemeente van Jezus Christus.
Een nieuw begin
Het feest van de Pinksterbruid of Pinksterbloem behoort in Noord-Europa tot de
volksgebruiken rond het Pinksterfeest, die samenvalt met de oude mei- of lentefeesten,
waarbij de goden om vruchtbaarheid voor het land wordt gesmeekt. Binnen de heidens
traditie werd tijdens dit feest het mooiste meisje door de jongelingen van het dorp of de
buurt tot Pinksterbruid gekozen en met bloemen versierd en gekroond. De bloem of bruid
symboliseerde een nieuw begin.
o Wanneer: eerste Pinksterdag
o Waar: rondgang door Borne, 13.00 uur verzamelen op Rheineplein
Lees meer in de publicatie Echt Overijssels?!
Foto: Pinksterblom te Cromvoirt,
© Rosa Verhoeve

“Als kind ging ik voor schooltijd wel drie keer in de week naar de schoolmis voor de
jeugd. Thuis deden we aan alle kerkelijke hoogtijdagen mee. Veertig dagen voor Pasen
had je de periode van vasten in verband met de kruisiging van Christus. Op de dag die
vooraf ging aan vasten had je het Vastenavondfeest of op z’n Twents: ‘Vasselaomd’.
Carnaval is een van oorsprong katholiek feest, dat gevierd wordt in de drie dagen
voorafgaand aan Aswoensdag. Op de Vastenavond, om middernacht, vangt de veertig
dagen vastentijd aan, die duurt tot Pasen.
Eerste carnavalsvereniging van Overijssel
Oldenzaal was in 1954 de eerste Overijsselse plaats met een carnavalsvereniging (De
Kadolstermennekes) en een carnavalsoptocht, die binnen enkele jaren tienduizenden
mensen op de been bracht. In 1960 volgde Losser. Bij de optocht in Oldenzaal in 1968
oversteeg het aantal toeschouwers de honderdduizend, waren er 120 wagens en 14
muziekkorpsen, afkomstig uit heel Twente.
Foto’s: Carnaval in Oldenzaal
Bron: Transisalania
Autoriteiten op de hak genomen
Op een van de drie carnavalsdagen trekt een optocht door de straten, de zegetocht van
Prins Carnaval en zijn gevolg van elf. Het getal elf is van oudsher het getal van de
dwazen en de gekken. Het feest wordt wel eens vergeleken met een omkeringritueel,
waarin maatschappelijke rollen worden omgedraaid. Autoriteiten worden op de hak
genomen.
Waarschijnlijk bestond het feest vroeger al in de vorm van een winterfeest in de
voorchristelijke tijd. Het was van oudsher ook een eetfestijn waarbij al het vet en vlees
dat aan bederf onderhevig kon zijn, voor het vasten werd opgemaakt.
Lees meer in de publicatie Echt Overijssels?!
of kijk op: Transisalania

“In 1941, toen ik drie jaar was en net kon
bijten, kreeg ik mijn eerste Dalfser mop. De
Dalfser mop is hard. Het was het beste
koffiekoekje dat je kende. Dat hoor je nu nog."
Dalfsen heeft grote roem verkregen met zijn
koekje ‘de Dalfser mop’. De bekendheid is zo
groot geworden, dat de inwoners zelfs spottend
‘Dalfser moppen’ worden genoemd. Een
‘möpke’ is de algemene Oost-Nederlandse
naam voor koekje.
De eerste mop
Volgens overlevering was het bakker Gerrit Frijling (1756-1833) die in 1784 bij toeval de
eerste Dalfser mop bakte. De bolletjes deeg op de bakplaat die hij de oven in had
geschoven waren voorbestemd om als zachte, vrij grote koekjes de deur uit te gaan.
Toen hij de oven opentrok, snoof hij een voor hem volkomen vreemde geur op. Het
betrof hier een misbaksel. Maar het rook zo lekker en bleek zo goed te smaken, dat
bakker Frijling moeite moest doen om te bedenken waar de fout was gemaakt. Hij
prentte zich het recept goed in. Sindsdien is het geheim van de receptuur binnen de
familie Frijling gebleven.
Het succes van het koekje werd zo groot, dat bakkers in Zwolle en Deventer het koekje
probeerden te imiteren. Tevergeefs. Nu, na ruim tweehonderd jaar worden de ‘Oprechte
Dalfser moppen’ nog steeds gebakken.
Lees meer in de publicatie Echt Overijssels?!
of op de groepspagina van de Historische Kring Dalfsen
Foto: Speelgoedmuseum Deventer

“Als kind gingen wij bij onze ooms en tantes langs om de Palmpasen te laten
bewonderen; die dag was je als kind het middelpunt."
Palmpasen of Palmzondag, wordt gevierd op de laatste
zondag voor Pasen, de laatste zondag van de
vastenperiode. Kinderen trekken met hun versierde
palmpaasstokken, voorzien van broodhaantjes, door
de stad en eindigen de tocht bij het stadhuis. Van
oudsher werd op Palmzondag door de Roomskatholieke
kerk de intocht van Jezus in Jeruzalem
herdacht.
o Wanneer: laatste zondag voor Pasen
o Waar: eindigt op stadhuisplein
Lees meer in de publicatie Echt Overijssels?!
Foto: Historisch Centrum Overijssel