Hypertensieve aandoeningen tijdens de zwangerschap ... - KNOV
Hypertensieve aandoeningen tijdens de zwangerschap ... - KNOV
Hypertensieve aandoeningen tijdens de zwangerschap ... - KNOV
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
- eventuele proteïnurie;<br />
- eventuele risicofactoren.<br />
• Verwijs in ie<strong>de</strong>r geval bij een SBD ≥ 150 en/of DBD ≥ 95 en/of bij pre-eclamptische klachten en/of bij<br />
proteïnurie.<br />
5.3 Beleid <strong>tij<strong>de</strong>ns</strong> <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong><br />
Zie tevens <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> praktijkkaart<br />
Na een bevalling is het risico op (pre-)eclampsie of het HELLP-syndroom nog niet verdwenen. Zo’n <strong>de</strong>rtig<br />
procent van <strong>de</strong> diagnoses pre-eclampsie, eclampsie en HELLP-syndroom wordt in <strong>de</strong> kraambedperio<strong>de</strong> (1-10<br />
dagen na <strong>de</strong> bevalling) gesteld 9;13;21.<br />
Conclusies Studies Niveau<br />
Van alle eclamptische insulten vindt 28-33% C Zwart, 2008<br />
na <strong>de</strong> bevalling plaats. Ook het HELLPsyndroom<br />
wordt in 30% van <strong>de</strong> gevallen<br />
postpartum geconstateerd.<br />
9<br />
Chames, 200221 D<br />
Steegers, 201013 3<br />
Eclamptische insulten die postpartum<br />
optre<strong>de</strong>n, vin<strong>de</strong>n binnen acht dagen na <strong>de</strong><br />
partus plaats.<br />
C Zwart, 20089 3<br />
Vrouwen die een ernstige hypertensieve C Rep, 200733<br />
aandoening hebben gehad, rapporteren tot een<br />
jaar na <strong>de</strong> bevalling meer lichamelijke klachten<br />
en psychosociale problemen.<br />
Roes, 200595 3<br />
Overige overwegingen<br />
Door mogelijke vervuiling van <strong>de</strong> urine met lochia is <strong>tij<strong>de</strong>ns</strong> <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong> katheterurine nodig voor een<br />
eventuele bepaling van proteïnurie.<br />
Borstvoeding verlaagt zowel <strong>de</strong> systolische als <strong>de</strong> diastolische bloeddruk 96. Dit effect treedt zowel <strong>tij<strong>de</strong>ns</strong> een<br />
borstvoeding op als in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van zes maan<strong>de</strong>n waarin <strong>de</strong> borstvoeding werd gegeven. Bij vrouwen die<br />
kunstvoeding geven, treedt dit effect niet op 96.<br />
Aanbevelingen voor <strong>tij<strong>de</strong>ns</strong> <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong><br />
• Meet <strong>de</strong> bloeddruk <strong>tij<strong>de</strong>ns</strong> <strong>de</strong> kraamperio<strong>de</strong> bij alle vrouwen tenminste twee keer:<br />
- 24-48 uur postpartum,<br />
- op <strong>de</strong> achtste dag postpartum.<br />
• Meet <strong>de</strong> bloeddruk tevens bij ie<strong>de</strong>r consult bij:<br />
- vrouwen met een hypertensieve aandoening op enig moment <strong>tij<strong>de</strong>ns</strong> <strong>de</strong> <strong>zwangerschap</strong>,<br />
- vrouwen met twee of meer risicofactoren.<br />
• Bevestig een eenmalig gevon<strong>de</strong>n hypertensie altijd met een nameting na tenminste vier uur (of langer)<br />
om wittejashypertensie uit te sluiten, behalve bij een systolische bloeddruk (SBD) ≥ 160 en/of een<br />
diastolische bloeddruk (DBD) ≥ 100.<br />
• Bepaal eventueel proteïnurie in katheterurine bij een SBD ≥ 140 en/of DBD ≥ 90.<br />
• Betrek <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> factoren bij het bepalen van het verwijsbeleid:<br />
- actuele bloeddrukwaar<strong>de</strong>,<br />
37