Hypertensieve aandoeningen tijdens de zwangerschap ... - KNOV
Hypertensieve aandoeningen tijdens de zwangerschap ... - KNOV Hypertensieve aandoeningen tijdens de zwangerschap ... - KNOV
Factoren tijdens de zwangerschap Infecties Een infectie van het tandvlees of een urineweginfectie voor en tijdens de zwangerschap zijn minder bekende, maar wel belangrijke risicoverhogende factoren. Dit blijkt uit een systematische review 81. In een Nederlands onderzoek wordt bij 82% van de vrouwen die vroeg (voor 34 weken) pre-eclampsie krijgen een ernstige peridontale infectie geconstateerd tegenover 37% van de vrouwen met een ongecompliceerde zwangerschap 82. De bloeddruk De bloeddruk is in meerdere opzichten een risicofactor. Wanneer de systolische en diastolische bloeddruk al voor de zwangerschap zijn verhoogd (> 130/78 mmHg), hebben zwangere vrouwen een zes tot zeven keer zo hoge kans op pre-eclampsie in vergelijking met vrouwen die dan een relatief lage bloeddruk (< 111/64 mmHg) hebben 83. Dit geldt voor zowel nulliparae als multiparae. Hetzelfde geldt voor de bloeddruk in het eerste trimester. Is deze dan al relatief hoog (≥ 130/80 mmHg), dan bestaat er ook een verhoogde kans op pre-eclampsie later in de zwangerschap 5;75. Is er geen ‘midpregnancy drop’, dan is dat een afwijking van het fysiologisch verloop. U kunt dat eveneens als een risicofactor beschouwen. Hoe eerder de bloeddruk in het derde trimester stijgt, hoe groter de kans is dat de vrouw pre-eclampsie ontwikkelt 6;27. Stijgt de bloeddruk al voor de 30e week, dan is het risico 40%. Na 36 weken is het risico op pre-eclampsie 10% 2;28. Conclusies Verhoogd risico Studies Niveau De volgende groepen zwangeren hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van pre-eclampsie: Nulliparae. + A1 Duckitt, 1 Negroïde nulliparae uit Suriname en de Antillen. Zwangeren met pre-eclampsie in hun eerste zwangerschap. Zwangeren die in het eerste trimester een bloeddruk > 130/80 mmHg hebben. Zwangeren die voor de zwangerschap al een bloeddruk > 130/78 mmHg hadden. Zwangeren die zelf geboren zijn uit een zwangerschap met pre-eclampsie, ook al is de eerste zwangerschap ongestoord verlopen. Zwangere met een partner die is geboren uit een zwangerschap met pre-eclampsie. Zwangeren met een BMI > 35 voor de zwangerschap. Zwangeren met een BMI >35 bij het eerste consult. 30 2005 75 + C Knuist, 1998 19 3 ++ A1 Duckitt 2005 75 1 ++ A Duckitt, 2005 75 C Knuist, 1998 43 ++ B Magnussen, 2007 83 + + ++ + B Skjaerven, 2005 78 A1 Duckitt, 2005 75 1 2 2 1
Zwangeren bij wie pre-eclampsie voorkomt bij zus of moeder. + B Duckitt, 200575 2 Zwangeren die ouder zijn dan 40 jaar. + B Duckitt, 200575 2 Zwangeren met een partner van een andere etnische afkomst. + B Caughey, 200580 2 Zwangeren die in hun werk veel tillen en + A2 Mozurkewich, staan. 200079 2 Zwangeren die voor of tijdens de + A1 Condezwangerschap een urineweginfectie of een peridontale infectie doormaken. Agudelo, 200881 1 Het ontbreken van een ‘midpregnancy drop’ + C Barton, 2001 kan gezien worden als een risicofactor. Stijging bloeddruk voor 30 weken ++ Saudan. 27 Saudan, 199828 3 + = OR of RR ≤ 4.0; ++ = OR of RR > 4.0 4.2 Risicoverlagende factoren Er zijn ook factoren die het risico op pre-eclampsie verminderen. Het tijdsinterval tussen de zwangerschappen beïnvloedt het risico op pre-eclampsie meer dan een zwangerschap van een nieuwe partner 75. Een nieuwe zwangerschap binnen twee jaar vermindert het risico op pre-eclampsie met bijna de helft (1.83 vs 1.0) 75. Ook blijkt uit verschillende onderzoeken dat roken voor of tijdens de zwangerschap beschermt tegen preeclampsie 84;85. Waardoor dit nu exact veroorzaakt wordt, is op dit moment nog niet duidelijk. Conclusies Studies Niveau Een zwangerschap binnen twee jaar na de C Duckitt, laatste vermindert het risico op preeclampsie met bijna de helft, vergeleken met een periode van meer dan vijf jaar tussen twee zwangerschappen (RR 1.0 vs1.83). 200575 2 Roken tijdens de zwangerschap verlaagt het A1 Conderisico op pre-eclampsie met 32-50%. Er is Agudelo, 1999 een dosis-responsrelatie: hoe meer de vrouw rookt, hoe kleiner het risico. 84 A2 England, 200785 1 4.3 Onduidelijke risicofactoren Sommige factoren lijken vooralsnog geen verband te hebben met het risico op een hypertensieve aandoening of leiden tot tegenstrijdige onderzoeksresultaten: • werkstress en/of psychosociale stress 86; • pilgebruik voor de zwangerschap 83; • sporten en/of bewegen 3;20;87-89; • jonge leeftijd: < 20 jaar 83; • sociaal-economische status/opleiding 4; • abortus in voorgeschiedenis 4;19. 31
- Page 1 and 2: Hypertensieve aandoeningen tijdens
- Page 3: Voorwoord KNOV-standaarden zijn evi
- Page 7 and 8: 1 Inleiding Aanleiding Ongeveer een
- Page 9: en verwijzing. Hoofdstuk 6 benadruk
- Page 12 and 13: • afwijkingen aan de lever: misse
- Page 14 and 15: Figuur 1. (Heineman 2007, blz 260)
- Page 16 and 17: Analyse van de 27 sterfgevallen lee
- Page 18 and 19: Maternale complicaties Ongeveer de
- Page 20 and 21: ij zwangeren. Korotkoff 5 geeft een
- Page 22 and 23: De diverse methoden zijn met elkaar
- Page 24 and 25: zwangeren (3% van de 867) pre-eclam
- Page 26 and 27: aan het bestaan van een hypertensie
- Page 28 and 29: Hoewel het aannemelijk is dat de vo
- Page 32 and 33: Het verband tussen stress en (zwang
- Page 34 and 35: • Vraag alle zwangeren regelmatig
- Page 36 and 37: • Verwijs een zwangere tussen de
- Page 38 and 39: - eventuele lichamelijke klachten p
- Page 40 and 41: Al voor de zwangerschap is het moge
- Page 42 and 43: eerstelijns bevalling werden vier v
- Page 45 and 46: Literatuurlijst 1. Schutte JM, Schu
- Page 47 and 48: 27. Barton JR, O'brien JM, Bergauer
- Page 49 and 50: 53. O'Brien E, Waeber B, Parati G,
- Page 51 and 52: 77. Hernandez-Diaz S, Toh S, Cnatti
- Page 53: Bijlagen 53
- Page 56 and 57: • Beoordeel de kans van een zwang
- Page 58 and 59: Bij (dreigende) eclampsie • Laat
- Page 61 and 62: Bijlage 2 Lijst van betrokkenen bij
- Page 63 and 64: Bijlage 3 Indeling literatuur naar
- Page 65: Bijlage 4 Voorbeeld van het HELLP-m
Factoren <strong>tij<strong>de</strong>ns</strong> <strong>de</strong> <strong>zwangerschap</strong><br />
Infecties<br />
Een infectie van het tandvlees of een urineweginfectie voor en <strong>tij<strong>de</strong>ns</strong> <strong>de</strong> <strong>zwangerschap</strong> zijn min<strong>de</strong>r beken<strong>de</strong>,<br />
maar wel belangrijke risicoverhogen<strong>de</strong> factoren. Dit blijkt uit een systematische review 81. In een Ne<strong>de</strong>rlands<br />
on<strong>de</strong>rzoek wordt bij 82% van <strong>de</strong> vrouwen die vroeg (voor 34 weken) pre-eclampsie krijgen een ernstige<br />
peridontale infectie geconstateerd tegenover 37% van <strong>de</strong> vrouwen met een ongecompliceer<strong>de</strong><br />
<strong>zwangerschap</strong> 82.<br />
De bloeddruk<br />
De bloeddruk is in meer<strong>de</strong>re opzichten een risicofactor. Wanneer <strong>de</strong> systolische en diastolische bloeddruk al<br />
voor <strong>de</strong> <strong>zwangerschap</strong> zijn verhoogd (> 130/78 mmHg), hebben zwangere vrouwen een zes tot zeven keer<br />
zo hoge kans op pre-eclampsie in vergelijking met vrouwen die dan een relatief lage bloeddruk (< 111/64<br />
mmHg) hebben 83. Dit geldt voor zowel nulliparae als multiparae.<br />
Hetzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong> bloeddruk in het eerste trimester. Is <strong>de</strong>ze dan al relatief hoog (≥ 130/80 mmHg), dan<br />
bestaat er ook een verhoog<strong>de</strong> kans op pre-eclampsie later in <strong>de</strong> <strong>zwangerschap</strong> 5;75.<br />
Is er geen ‘midpregnancy drop’, dan is dat een afwijking van het fysiologisch verloop. U kunt dat eveneens als<br />
een risicofactor beschouwen. Hoe eer<strong>de</strong>r <strong>de</strong> bloeddruk in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> trimester stijgt, hoe groter <strong>de</strong> kans is dat<br />
<strong>de</strong> vrouw pre-eclampsie ontwikkelt 6;27. Stijgt <strong>de</strong> bloeddruk al voor <strong>de</strong> 30e week, dan is het risico 40%. Na 36<br />
weken is het risico op pre-eclampsie 10% 2;28.<br />
Conclusies Verhoogd<br />
risico<br />
Studies Niveau<br />
De volgen<strong>de</strong> groepen zwangeren hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van<br />
pre-eclampsie:<br />
Nulliparae. + A1 Duckitt, 1<br />
Negroï<strong>de</strong> nulliparae uit Suriname en <strong>de</strong><br />
Antillen.<br />
Zwangeren met pre-eclampsie in hun eerste<br />
<strong>zwangerschap</strong>.<br />
Zwangeren die in het eerste trimester een<br />
bloeddruk > 130/80 mmHg hebben.<br />
Zwangeren die voor <strong>de</strong> <strong>zwangerschap</strong> al<br />
een bloeddruk > 130/78 mmHg had<strong>de</strong>n.<br />
Zwangeren die zelf geboren zijn uit een<br />
<strong>zwangerschap</strong> met pre-eclampsie, ook al is<br />
<strong>de</strong> eerste <strong>zwangerschap</strong> ongestoord<br />
verlopen.<br />
Zwangere met een partner die is geboren<br />
uit een <strong>zwangerschap</strong> met pre-eclampsie.<br />
Zwangeren met een BMI > 35 voor <strong>de</strong><br />
<strong>zwangerschap</strong>.<br />
Zwangeren met een BMI >35 bij het eerste<br />
consult.<br />
30<br />
2005 75<br />
+ C Knuist, 1998 19 3<br />
++ A1 Duckitt 2005 75 1<br />
++ A Duckitt, 2005 75<br />
C Knuist, 1998 43<br />
++ B Magnussen,<br />
2007 83<br />
+<br />
+<br />
++<br />
+<br />
B Skjaerven,<br />
2005 78<br />
A1 Duckitt,<br />
2005 75<br />
1<br />
2<br />
2<br />
1