Hypertensieve aandoeningen tijdens de zwangerschap ... - KNOV

Hypertensieve aandoeningen tijdens de zwangerschap ... - KNOV Hypertensieve aandoeningen tijdens de zwangerschap ... - KNOV

dutchmidwife.com
from dutchmidwife.com More from this publisher
28.09.2013 Views

• afwijkingen aan de lever: misselijkheid, braken, pijn rechts boven in de buik of in epigastrio, verhoogde transaminasen in het bloed; • afwijkingen aan de nieren: oligurie, verhoogd kreatininegehalte in het bloed, acuut nierfalen; • oedeem; • hematologische afwijkingen: trombocytopenie, intravasale stolling, hemolyse. Sommige definities maken onderscheid tussen matige en ernstige pre-eclampsie; andere definities doen dat niet 10;11. Matige pre-eclampsie is dan een systolische bloeddruk (SBD) van < 160 en een diastolische bloeddruk (DBD) van < 110 mmHg, zonder lichamelijke klachten. Ernstige pre-eclampsie gaat gepaard met een SBD ≥ 160 en een DBD ≥ 110 mmHg, of wanneer er klinische verschijnselen zijn. Pre-eclampsie kan zowel in de zwangerschap als in de postpartum periode optreden 12;13. HELLP-syndroom HELLP staat voor Hemolyse, Elevated Liver enzymes Low Platelets. Tegenwoordig wordt met HELLP bepaalde complicaties aangeduid die optreden bij pre-eclampsie; het is vermoedelijk geen op zichzelf staande aandoening 14. Andere combinaties van de complicaties, zoals ‘ELLP-syndroom’ komen ook voor 14. Het HELLP-syndroom ontbreekt in classificaties van hypertensieve aandoeningen, zoals die van de ISSHP 15;16. Het HELLP-syndroom gaat niet altijd gepaard met hypertensie. Eclampsie Eclampsie wordt gekenmerkt door convulsies als complicatie van een hypertensieve aandoening tijdens zwangerschap, bevalling of kraamperiode. Meestal gaan prodromale verschijnselen vooraf aan eclampsie, zoals (ernstige) pre-eclamptische klachten (bijvoorbeeld ernstige hoofdpijn of visusstoornissen) en hypertensie. Een eclamptisch insult kan ook de eerste uiting zijn van het ziektebeeld. Chronische hypertensie Chronische hypertensie is hypertensie (systolische bloeddruk ≥140 mmHg en/of een diastolische bloeddruk ≥ 90 mmHg) voorafgaand aan de zwangerschap of hypertensie die is ontdekt in de eerste helft van de zwangerschap. Zie verder paragraaf 2.6 van deze standaard. Gesuperponeerde pre-eclampsie Gesuperponeerde pre-eclampsie is pre-eclampsie bij een vrouw met chronische hypertensie. 2.2 Om welke aantallen gaat het? Het is niet precies duidelijk hoe vaak hypertensieve aandoeningen tijdens de zwangerschap voorkomen in een eerstelijns populatie. Dit komt doordat de definities en de criteria voor registratie verschillen. In 2007 krijgen in Nederland 14.228 van alle zwangeren een hypertensieve aandoening: ongeveer 11% (1 op de 9) van de nulliparae en 6% (1 op de 17) van de multiparae 17;18. De incidentie blijft in de periode van 2003- 2007 vrijwel gelijk 18. Chronische hypertensie komt voor bij 423 zwangeren: 0,2% van de zwangeren 17;18. De incidentie van specifiek pre-eclampsie is lastig te bepalen. De PRN-database registreert bijvoorbeeld alleen pre-eclampsie met ziekenhuisopname. In 2007 gebeurt dit bij 547 vrouwen (0,2% van de zwangeren). Waarschijnlijk wordt dit te weinig gerapporteerd 17;18. Twee Nederlandse onderzoeken onder nulliparae vinden verschillende incidenties van zwangerschapshypertensie en pre-eclampsie. In een onderzoek van Knuist onder ruim 2400 zwangeren heeft 16,4% zwangerschapshypertensie en 1.4% pre-eclampsie 19. Een Amsterdams cohortonderzoek onder 3679 multiculturele nulliparae stelt de diagnose zwangerschapshypertensie bij 4.4% en pre-eclampsie bij 3.5% 20. De 12

discrepantie tussen deze onderzoeken heeft waarschijnlijk te maken met de wijze waarop de diagnose gesteld is en de inclusie van zwangeren met chronische hypertensie. Beide studies hanteren dezelfde definities. Eclampsie wordt in 2007 bij 21 vrouwen (0.02 % van de nulliparae, 0.01% van de multiparae) tijdens de zwangerschap in de PRN geregistreerd 18. In Nederland komt eclampsie voor bij 6.2 per 10.000 bevallingen 9. Dit is beduidend hoger dan in Scandinavische landen (5.0 per 10.000) en Groot-Brittannië (2.7 per 10.000). Een analyse van alle 222 diagnoses van 2004-2006 in Nederland laat zien dat eclampsie optreedt tijdens de zwangerschap (39%), tijdens de bevalling (32%) of na de bevalling (28%) 9. Eclampsie komt dus vrij vaak voor na de bevalling 9;21;22. Een Amerikaans onderzoek vindt in de periode 1996-2002 een vergelijkbaar percentage van 33% 21. Uit een analyse van alle vrouwen met eclampsie van 1931-1990 blijkt dat sinds de introductie van antihypertensiva in de jaren ’70 de mortaliteit enorm gedaald is en de diagnose nauwelijks meer intrapartum wordt gesteld. In de periode 1981-1990 wordt de diagnose steeds vaker postpartum gesteld: in 48% postpartum en eveneens 48% antenataal 22. 2.3 Fysiologie en pathofysiologie Het fysiologische verloop van de bloeddruk in de zwangerschap en tijdens de baring Elke zwangerschap gaat gepaard met ingrijpende veranderingen in het cardiovasculaire systeem 23. Onder invloed van progesteron treedt vasodilatatie op en neemt de elasticiteit van het hart en de grote vaten toe. De systemische vaatweerstand daalt en ter compensatie stijgen het hartminuutvolume en het circulerend volume. Het plasmavolume in het bloed stijgt met 50%. Het aantal erytrocyten neemt in verhouding echter minder toe, slechts met 25-30%. Dit wordt ook 'hemodilutie' genoemd. Al deze cardiovasculaire veranderingen komen tot uiting in het fysiologische verloop van de bloeddruk tijdens de zwangerschap. Bij zes weken amenorroe is de bloeddruk al significant lager dan preconceptioneel. Vervolgens daalt de bloeddruk nog licht door, om tussen de 20 en 24 weken het laagste niveau te bereiken. Dit laagste punt staat bekend als de ‘mid-pregnancy drop’. In vergelijking met de bloeddruk van voor de zwangerschap is de systolische bloeddruk dan ongeveer 5 mmHg lager en de diastolische ongeveer 8-10 mmHg lager. Hierna, vanaf ongeveer 28 weken, stijgt de bloeddruk weer naar een waarde die vergelijkbaar is met voor de zwangerschap 24;25. Figuur 1 geeft dit proces weer. De bloeddrukdaling tot halverwege de zwangerschap kan een hoge bloeddruk van voor de zwangerschap maskeren. Over het verloop van de bloeddruk tijdens de baring is niet veel bekend. Het ligt voor de hand dat de systolische bloeddruk gevoeliger is voor de lichamelijke inspanning en emotionele gesteldheid van de barende dan de diastolische bloeddruk. Een Amerikaans onderzoek geeft informatie over het verloop van de diastolische bloeddruk tijdens de bevalling 7. Van de 4796 vrouwen die tijdens de zwangerschap steeds een diastolische bloeddruk ≤ 90 mmHg hebben, komt 66% tijdens de bevalling niet boven deze grens uit. Een kwart (26%) heeft alleen hypertensie (diastole bloeddruk 90-110 mmHg). De overige vrouwen (8%) ontwikkelen pre-eclampsie 7. 13

• afwijkingen aan <strong>de</strong> lever: misselijkheid, braken, pijn rechts boven in <strong>de</strong> buik of in epigastrio, verhoog<strong>de</strong><br />

transaminasen in het bloed;<br />

• afwijkingen aan <strong>de</strong> nieren: oligurie, verhoogd kreatininegehalte in het bloed, acuut nierfalen;<br />

• oe<strong>de</strong>em;<br />

• hematologische afwijkingen: trombocytopenie, intravasale stolling, hemolyse.<br />

Sommige <strong>de</strong>finities maken on<strong>de</strong>rscheid tussen matige en ernstige pre-eclampsie; an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>finities doen dat<br />

niet 10;11. Matige pre-eclampsie is dan een systolische bloeddruk (SBD) van < 160 en een diastolische<br />

bloeddruk (DBD) van < 110 mmHg, zon<strong>de</strong>r lichamelijke klachten. Ernstige pre-eclampsie gaat gepaard met<br />

een SBD ≥ 160 en een DBD ≥ 110 mmHg, of wanneer er klinische verschijnselen zijn.<br />

Pre-eclampsie kan zowel in <strong>de</strong> <strong>zwangerschap</strong> als in <strong>de</strong> postpartum perio<strong>de</strong> optre<strong>de</strong>n 12;13.<br />

HELLP-syndroom<br />

HELLP staat voor Hemolyse, Elevated Liver enzymes Low Platelets. Tegenwoordig wordt met HELLP<br />

bepaal<strong>de</strong> complicaties aangeduid die optre<strong>de</strong>n bij pre-eclampsie; het is vermoe<strong>de</strong>lijk geen op zichzelf staan<strong>de</strong><br />

aandoening 14. An<strong>de</strong>re combinaties van <strong>de</strong> complicaties, zoals ‘ELLP-syndroom’ komen ook voor 14. Het<br />

HELLP-syndroom ontbreekt in classificaties van hypertensieve <strong>aandoeningen</strong>, zoals die van <strong>de</strong> ISSHP 15;16.<br />

Het HELLP-syndroom gaat niet altijd gepaard met hypertensie.<br />

Eclampsie<br />

Eclampsie wordt gekenmerkt door convulsies als complicatie van een hypertensieve aandoening <strong>tij<strong>de</strong>ns</strong><br />

<strong>zwangerschap</strong>, bevalling of kraamperio<strong>de</strong>. Meestal gaan prodromale verschijnselen vooraf aan eclampsie,<br />

zoals (ernstige) pre-eclamptische klachten (bijvoorbeeld ernstige hoofdpijn of visusstoornissen) en<br />

hypertensie. Een eclamptisch insult kan ook <strong>de</strong> eerste uiting zijn van het ziektebeeld.<br />

Chronische hypertensie<br />

Chronische hypertensie is hypertensie (systolische bloeddruk ≥140 mmHg en/of een diastolische bloeddruk<br />

≥ 90 mmHg) voorafgaand aan <strong>de</strong> <strong>zwangerschap</strong> of hypertensie die is ont<strong>de</strong>kt in <strong>de</strong> eerste helft van <strong>de</strong><br />

<strong>zwangerschap</strong>. Zie ver<strong>de</strong>r paragraaf 2.6 van <strong>de</strong>ze standaard.<br />

Gesuperponeer<strong>de</strong> pre-eclampsie<br />

Gesuperponeer<strong>de</strong> pre-eclampsie is pre-eclampsie bij een vrouw met chronische hypertensie.<br />

2.2 Om welke aantallen gaat het?<br />

Het is niet precies dui<strong>de</strong>lijk hoe vaak hypertensieve <strong>aandoeningen</strong> <strong>tij<strong>de</strong>ns</strong> <strong>de</strong> <strong>zwangerschap</strong> voorkomen in een<br />

eerstelijns populatie. Dit komt doordat <strong>de</strong> <strong>de</strong>finities en <strong>de</strong> criteria voor registratie verschillen.<br />

In 2007 krijgen in Ne<strong>de</strong>rland 14.228 van alle zwangeren een hypertensieve aandoening: ongeveer 11% (1 op<br />

<strong>de</strong> 9) van <strong>de</strong> nulliparae en 6% (1 op <strong>de</strong> 17) van <strong>de</strong> multiparae 17;18. De inci<strong>de</strong>ntie blijft in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van 2003-<br />

2007 vrijwel gelijk 18. Chronische hypertensie komt voor bij 423 zwangeren: 0,2% van <strong>de</strong> zwangeren 17;18.<br />

De inci<strong>de</strong>ntie van specifiek pre-eclampsie is lastig te bepalen. De PRN-database registreert bijvoorbeeld alleen<br />

pre-eclampsie met ziekenhuisopname. In 2007 gebeurt dit bij 547 vrouwen (0,2% van <strong>de</strong> zwangeren).<br />

Waarschijnlijk wordt dit te weinig gerapporteerd 17;18.<br />

Twee Ne<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rzoeken on<strong>de</strong>r nulliparae vin<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong> inci<strong>de</strong>nties van<br />

<strong>zwangerschap</strong>shypertensie en pre-eclampsie. In een on<strong>de</strong>rzoek van Knuist on<strong>de</strong>r ruim 2400 zwangeren heeft<br />

16,4% <strong>zwangerschap</strong>shypertensie en 1.4% pre-eclampsie 19. Een Amsterdams cohorton<strong>de</strong>rzoek on<strong>de</strong>r 3679<br />

multiculturele nulliparae stelt <strong>de</strong> diagnose <strong>zwangerschap</strong>shypertensie bij 4.4% en pre-eclampsie bij 3.5% 20. De<br />

12

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!