28.09.2013 Views

5 (Maart '10) - Tanuki

5 (Maart '10) - Tanuki

5 (Maart '10) - Tanuki

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

N<br />

De kajuit van de Musketier<br />

a vorige keer de overnachtingsperikelen van de Hollanders op Kyūshū te hebben<br />

gevolgd zullen we hen deze keer vergezellen op het restant van hun tocht naar de<br />

shogun te Edo. Avonturen zo heftig als de moord in 1689 waren er zelden, maar dat<br />

wil niet zeggen dat de reis normaal gesproken eentonig was, hoewel het erop lijkt dat het<br />

toch altijd weer opperhoofd Cornelis van Outhoorn was die iets te verduren kreeg. Zo ook<br />

op de hofreis van 1692. In de namiddag had men besloten om in een kleine herberg ergens<br />

op Kyūshū te overnachten en de volgende dag verder te reizen. Aan het vertrek van de Hollanders<br />

grensde een tuintje met daarin een hek met poortje, uitkomend op de straat, dat<br />

van ellende haast uit elkaar viel. De Nederlanders besloten om van het laatste beetje zon<br />

te genieten in het tuintje, maar toen de tolk het haveloze hekje opmerkte, meldde hij het<br />

aan de opperbongiois. Deze liet het meteen van buitenaf dichtspijkeren. Van Outhoorn was<br />

woedend over deze daad:<br />

[...] puijr als off wij gevangenen waren, die daer door ’t mogten ontvluchten, wij vroegen<br />

haar aff off zij daer voor bevreest waren, en off de Japanse beleeftheijd mede braght,<br />

vrinden die expres gingen om den keijser te begroeten, in ’t ooge van de gehele werelt<br />

zoodanigh te onteeren [...]<br />

Krasse taal, maar de Japanners bekommerden er zich niet in het minst om. Volgens Van<br />

Outhoorn omdat ze al door de tolk waren geïnstrueerd om de Hollanders dwars te zitten.<br />

Eenmaal aangekomen in Shimonoseki, gelegen op het noordelijkste puntje van Kyūshū,<br />

begon het tweede stadium van de reis. Vanaf Shimonoseki ging men doorgaans per schip<br />

over de Japanse binnenzee richting Ōsaka. Aangekomen in de stad der kooplieden van<br />

Japan begonnen de eerste officiële handelingen. Allereerst namen de Hollanders hun intrek<br />

in de gebruikelijke herberg, waarna de Ōsaka-bugyō over hun komst werd geïnformeerd.<br />

Vervolgens was het wachten op een audiëntie bij de hoge heren van de stad. Tijdens deze<br />

audiëntie werden geschenken aan de bugyō overhandigd en werden de Nederlanders allerlei<br />

vragen gesteld onder het genot van een pijpje tabak, een kopje ‘gedroogde thee’ en een<br />

portie vis. Bijvoorbeeld hoe ver het was van Batavia tot aan Japan, of de bugyō het rapier<br />

van het opperhoofd niet eens mocht zien en of de Nederlandse dokter geen middeltjes bij<br />

zich had tegen allerhande kwaaltjes. De Nederlanders schonken op hun beurt wat banket<br />

en sterke drank en na enige dagen in Ōsaka te hebben doorgebracht werd de reis voortgezet<br />

naar Miyako (het huidige Kyōto). De handelingen in Miyako verliepen nagenoeg op<br />

dezelfde manier als in Ōsaka. Alleen werd er ook van de gelegenheid gebruik gemaakt om<br />

de lakwerken te inspecteren die men reeds vanuit Nagasaki had besteld. De reis ging voort<br />

over de Tōkaidō.<br />

In een herberg in Suma (westelijk deel van het huidige Kōbe) was het weer mis. De oude<br />

herbergier was enige tijd daarvoor gestorven en diens pientere knaap van slechts tien à<br />

twaalf jaren oud had de zaak overgenomen. Deze nieuwsgierige jongen was de hele avond<br />

niet bij de Hollanders weg te slaan en met behulp van assistent Visser, die de Japanse taal<br />

een klein beetje machtig was, stelde de jongen intelligentere vragen dan Van Outhoorn<br />

16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!