200602-psychofarmaca.pdf - Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme
200602-psychofarmaca.pdf - Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme
200602-psychofarmaca.pdf - Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
C.E.J. Ketelaars<br />
In dit korte artikel wordt de stand van zaken weergegeven wat betreft de effecten en bijwerkingen van medicatie<br />
bij autisme. Bij patiënten met een <strong>Autisme</strong> Spectrum Stoornis komt een aantal symptomen en gedragingen voor die<br />
gunstig kunnen reageren op medicijnen. Deze symptomen worden beschreven en de daarbij behorende middelen<br />
van keuze worden genoemd, almede de hantering ervan.<br />
Summary Patients with Autistic Spectrum Disorders show a number of symptoms and behaviours which respond<br />
to medication. This short paper describes the efficacy and side-effects of several groups of the relevant psycho-active<br />
agents.<br />
Psychofarmaca bij<br />
autisme, een update<br />
Dr. C.E.J. Ketelaars (kinder)psychiater,<br />
<strong>Autisme</strong> Team NoordNederland en Universitair<br />
Centrum Kinder en Jeugd Psychiatrie te<br />
Groningen.<br />
72<br />
<strong>Wetenschappelijk</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>Autisme</strong><br />
Inleiding<br />
In deze “update” wordt de stand van<br />
zaken wat betreft de effecten van<br />
medicatie bij autisme geactualiseerd.<br />
De tekst is geschreven met de bedoeling<br />
dat de kennis op een toegankelijke<br />
manier wordt weergegeven, ook voor<br />
niet-medici en geïnteresseerde ouders.<br />
Alleen de in Nederland verkrijgbare<br />
middelen worden genoemd.<br />
De studies op het gebied van <strong>Autisme</strong><br />
Spectrum Stoornissen zijn altijd verricht<br />
met kinderen, jeugdigen en volwassenen<br />
met een Autistische Stoornis,<br />
Stoornis van Asperger of een ernstige<br />
Pervasieve Ontwikkelingsstoornis Niet<br />
Anderszins Omschreven (Engelse<br />
afkorting: PDDNOS). Deze drie beelden<br />
tezamen worden in de tekst kortweg<br />
met “autisme” aangeduid. Er zijn<br />
geen studies op het gebied van<br />
Multiple Complex Developmental<br />
Disorder (MCDD), deze groep kinderen<br />
wordt echter in de praktijk wel<br />
met de middelen behandeld die in<br />
deze update genoemd worden.<br />
Het blijft zinvol om vooraf enkele<br />
opmerkingen en richtlijnen te maken<br />
over de context van <strong>psychofarmaca</strong> bij<br />
kinderen met autisme:<br />
1. Het is verstandig om farmacotherapie<br />
te zien als ondersteuning of voorwaarde<br />
voor het succes van niet-medicamenteuze<br />
behandelingen. Deze laatste<br />
behandelingen bestaan vrijwel altijd uit<br />
het organiseren van een intens (de mate<br />
hiervan is afhankelijk van de mate van<br />
autisme) gestructureerde omgeving<br />
rond een patiënt waarbinnen gedragsveranderingen<br />
tot stand gebracht kunnen<br />
worden. Alleen bij noodzaak, dus<br />
als niet-medicamenteuze behandelingen<br />
onvoldoende effect hebben (of niet<br />
mogelijk zijn) is medicatie te proberen.
2. Met tussenpozen van 6 maanden tot<br />
een jaar moet het effect, de noodzaak<br />
en de bijwerkingen van de farmacotherapie<br />
door ter zake deskundigen<br />
met de ouders en patiënt besproken<br />
worden.<br />
3. De oorzaak van autisme wordt toegeschreven<br />
aan een genetische aanleg,<br />
in interactie met grotendeels onbekende<br />
omgevingsfactoren. Hoewel toenemend<br />
bewijsmateriaal voor een<br />
genetische basis wordt gepubliceerd,<br />
blijft men, in afwachting van de daadwerkelijke<br />
identificatie van een<br />
“autisme-gen”, in het ongewisse over<br />
de pathogenese, het ziekteproces van<br />
autisme. De huidige waaier aan farmacotherapeutische<br />
mogelijkheden is<br />
dan ook vooral gebaseerd op het testen<br />
van bestaande middelen die voor<br />
andere beelden zoals psychose,<br />
depressie, angst, dwangmatigheid,<br />
agressie of hyperactiviteit voorgeschreven<br />
worden.<br />
4. Over farmacotherapie bij psychiatrische<br />
beelden zoals autisme zijn grofweg<br />
vier soorten publicaties te vinden:<br />
een “zuivere” groep zo goed mogelijk<br />
gekarakteriseerde patiënten die dubbelblind<br />
placebo-gecontroleerd wordt<br />
onderzocht met goed gedefinieerde<br />
effectmaten. Verder wordt open onderzoek<br />
gepubliceerd, hier is veelal sprake<br />
van een minder zuiver gekarakteriseerde<br />
(maar ook dichter bij de praktijk<br />
staande) groep patiënten, die met<br />
soms wat “grovere” effectmaten wordt<br />
bekeken. Als derde zijn er vele klinische<br />
anekdotes (ingestuurde brieven)<br />
te vinden in de diverse klinische tijdschriften.<br />
De vierde categorie wordt<br />
gevormd door invloedrijke berichten<br />
op internet en andere communicatievormen<br />
tussen ouders. De hiernavolgende<br />
aanbevelingen over <strong>psychofarmaca</strong><br />
bij autisme zijn vooral gebaseerd<br />
op de eerste twee soorten publicaties,<br />
spaarzaam aangevuld met klinische<br />
anekdotes en eigen ervaringen. Een<br />
voorschrijvende arts hoort op de<br />
hoogte te zijn van de bestaande publicaties<br />
over de effecten en bijwerkingen<br />
van de middelen en handelt op basis<br />
van die kennis en eigen opgedane<br />
ervaringen.<br />
Welke symptomen bij<br />
kinderen met autisme zijn<br />
gevoelig<br />
A<br />
voor medicatie?<br />
utisme “mengt”zich vaak met<br />
andere beelden of gedragingen.<br />
In de tabel hieronder zijn vier symptoomclusters<br />
geconstrueerd en gekoppeld<br />
aan de vaak gunstige effecten van<br />
vier groepen middelen. Eetstoornissen<br />
en slaapstoornissen zijn hier buiten<br />
beschouwing gelaten, deze problematiek<br />
kan het beste eerst met gedragstherapeutische<br />
maatregelen behandeld<br />
worden, maar indien nodig kunnen<br />
melatonine en clonidine gunstige<br />
effecten hebben op de slaap. Het is<br />
moeilijk, soms onmogelijk, om een<br />
precieze grens te trekken tussen autisme<br />
enerzijds en overlappende symptomatologie<br />
en comorbide syndromen<br />
anderzijds. In de praktijk wordt medicatie<br />
meestal voorgeschreven op grond<br />
van wat de arts samen met de ouders<br />
en patiënt als primair te behandelen<br />
symptomen beschouwen.<br />
Waarschijnlijk is er geen medicatie die<br />
tot de “echte” kern van het autisme<br />
doordringt. Hier wordt bedoeld: de<br />
capaciteit en neiging tot adequaat contact<br />
maken, het verdragen van toenadering,<br />
het verwerken van sociale informatie<br />
om vervolgens eigen gedrag bij<br />
te sturen. Het komt wel zeer regelmatig<br />
voor dat ouders een verbetering in<br />
“het contact” melden, het kind wordt<br />
bijvoorbeeld meer “open” genoemd,<br />
“snapt meer” en/of is “makkelijker bij<br />
te sturen”. Nogmaals, waarschijnlijk<br />
is dit secundair aan (bijvoorbeeld)<br />
minder druk gedrag, minder explosief<br />
gedrag, verminderde dwangmatigheid<br />
of verbeterde stemming.<br />
Huidige kennis over de<br />
psychofarmacotherapie<br />
van autisme<br />
Anti-ADHD middelen<br />
Methylfenidaat versterkt de dopaminerge<br />
en noradrenerge signaaloverdracht<br />
door het vrijkomen van<br />
Cluster “ADHD” Anti-ADHD middelen<br />
Hyperactief Methylfenidaat<br />
Impulsief Clonidine<br />
Ongeconcentreerd Atomoxetine<br />
Cluster “agressief” Antipsychotica<br />
Driftaanvallen en ander agressief gedrag Risperidon<br />
Automutilatie Pipamperon<br />
Tics En andere …<br />
Cognitieve desorganisatie (chaotisch / overprikkeld)<br />
Dwangmatig gedrag / Stereotypieën / Dranghandelingen<br />
Cluster “angstig-obsessief” Antidepressiva<br />
Dwanggedachten en preoccupaties Fluoxetine<br />
Angstsymptomen Citalopram<br />
Symptomen van depressie / ontstemming En andere …<br />
Cluster “stemmingslabiel” Stemmingsstabilisatoren<br />
“Emotie-disregulatie” Valproaat<br />
Carbamazepine<br />
En andere …<br />
73<br />
nummer 2 • augustus 2006
Psychofarmaca bij autisme,<br />
een update<br />
deze neurotransmitters te stimuleren<br />
en tegelijkertijd de heropname te remmen.<br />
Atomoxetine bezit een deel van<br />
deze eigenschappen; het remt alleen de<br />
heropname van noradrenaline.<br />
Clonidine tenslotte lijkt het noradrenerge<br />
systeem wat tot rust te brengen<br />
via het stimuleren van een zelf-remsysteem<br />
(autoreceptor). Deze regulaties<br />
van dopaminerg en noradrenerg<br />
systeem verbeteren het rustige, oplettende,<br />
gedrag.<br />
Methylfenidaat<br />
Het effect van laag gedoseerd (minder<br />
dan 0,6 mg/kg/dd) methylfenidaat<br />
op hyperactief gedrag bij kinderen met<br />
een ernstige variant van autisme valt<br />
op zijn hoogst bij 60% van de patiëntjes<br />
gunstig uit en kan helaas tot in<br />
70% van de gevallen bijwerkingen<br />
opleveren. (Stigler, Desmond, Posey,<br />
Wiegand, & McDougle 2004,<br />
Quintana, Birmaher, Stedge, Lennon,<br />
Freed, Bridge, et al. 1995, Handen,<br />
Johnson & Lubetsky, 2000). Het is<br />
weliswaar bekend dat methylfenidaat<br />
het “sociaal gedrag” bij ADHD kinderen<br />
verbetert, maar het is echter niet<br />
onderzocht of dit ook geldt bij kinderen<br />
met ADHD plus licht autisme. Het<br />
is daarentegen wel duidelijk dat de<br />
sociaal cognitieve beperkingen bij ernstig<br />
autisme niet verbeteren door het<br />
middel. De ernst van de bijwerkingen<br />
(terugtrekgedrag / stilvallen, angst,<br />
prikkelbaarheid, ontremming, stereotypieën,<br />
eet- en inslaapstoornissen) bij<br />
de autistische kinderen zijn in de<br />
meeste gevallen onaanvaardbaar. Het is<br />
dus als vuistregel te gebruiken dat<br />
naarmate een druk kind meer autistisch<br />
is, de kans op een gunstig effect<br />
van methylfenidaat afneemt.<br />
Atomoxetine<br />
Het effect van atomoxetine op druk<br />
gedrag bij autisme is nog niet adequaat<br />
74<br />
<strong>Wetenschappelijk</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>Autisme</strong><br />
onderzocht. Enkele open studies geven<br />
aan dat het middel regelmatig een<br />
gunstig effect uitoefent, waarbij echter<br />
ook vervelende bijwerkingen kunnen<br />
optreden (buikbezwaren, overprikkeld<br />
gedrag, slaperigheid of juist inslaapproblemen)<br />
(Jou, Handen & Hardan,<br />
2005, Troost 2006). Op afzienbare termijn<br />
zal dit middel ook in Nederland<br />
beter onderzocht worden bij patiënten<br />
met autisme.<br />
Clonidine<br />
Clonidine is matig effectief bevonden<br />
in de behandeling van prikkelbaarheid<br />
en hyperactiviteit bij ernstig autistische<br />
kinderen (Fankhauser, Karumanchi,<br />
German, Yates & Karumanchi, 1992,<br />
Jaselskis, Cook, Fletcher & Leventhal,<br />
1992). Veel kinderen (tot 40%) werden<br />
slaperig of depressief.<br />
Antipsychotica<br />
Het werkingsmechanisme van de<br />
diverse antipsychotica is de dopaminereceptorblokkade<br />
plus een variërende<br />
blokkade van een variërend receptorpatroon<br />
(serotonine, noradrenaline,<br />
histamine, acetylcholine). De dopamineblokkade<br />
lijkt een bepaalde rust /<br />
beperking te geven van de emotionele<br />
lading die aan gebeurtenissen wordt<br />
toegeschreven. De serotonineblokkade<br />
vormt waarschijnlijk het tweede<br />
mechanisme achter met name de<br />
agressievermindering.<br />
Door deze bekende effecten van antipsychotica<br />
op gedragsproblemen,<br />
denkstoornissen maar ook teruggetrokken<br />
en negativistisch gedrag zijn<br />
de middelen uit deze groep ook bij<br />
patiënten met autisme onderzocht.<br />
Studies uit de jaren ’80 beschreven al<br />
gunstige effecten van haloperidol<br />
(Campbell, Anderson, Small, Perry,<br />
Green & Caplan, 1982), maar inmiddels<br />
worden risperidon en (in<br />
Nederland) pipamperon veel meer<br />
voorgeschreven. Wat betreft pipamperon<br />
is er geen gepubliceerd onderzoek<br />
aangaande autisme beschikbaar, maar<br />
in de praktijk is dit middel wegens de<br />
langdurige klinische ervaringen nog<br />
steeds van belang bij autisme patiënten<br />
met gedragsproblematiek. Risperidon<br />
daarentegen is nu uitgebreid getest en<br />
uit deze studies weten we dat antipsychotische<br />
middelen zoals risperidon<br />
een vermindering van stereotype<br />
gedrag, onrustig gedrag, affectieve<br />
labiliteit, boosheid, driftaanvallen en<br />
automutilatie kunnen geven<br />
(McCracken, McGough, Shah, Cronin,<br />
Hong, Aman, et al. 2002). Het bleek<br />
dat veel of erg veel verbetering aanwezig<br />
was bij 69% van de kinderen en<br />
jeugdigen. De symptomen die nog het<br />
meest gunstig veranderden waren<br />
driftbuien en automutilatie (Arnold,<br />
Vitiello, McDougle, Scahill, Shah,<br />
Gonzalez, Chuang & Davies et al<br />
2003). In een niet Amerikaanse populatie,<br />
waarbij ook lichtere varianten uit<br />
het spectrum werden geïncludeerd,<br />
werd verbetering gezien op enkele<br />
subschalen van de Vragenlijst Inventarisatie<br />
Sociaal gedrag bij Kinderen (VISK)<br />
betreffende het sociaal funtioneren,<br />
maar niet op de subschalen “angst<br />
voor veranderingen” en “stereotiep<br />
gedrag” (Troost 2006).<br />
Rond de groep van antipsychotica is<br />
recent veel discussie ontstaan over de<br />
netto balans van bijwerkingen: de<br />
oudere middelen zoals haloperidol<br />
kunnen voorbijgaande extrapiramidale<br />
verschijnselen zoals dyskinesieën veroorzaken<br />
(tot 11% van de patiëntjes,<br />
Campbell, Armenteros, Malone,<br />
Adams, Eisenberg & Overall 1997)<br />
maar risperidon kan een snelle<br />
gewichtstoename geven (gemiddeld<br />
6 kg na 6 maanden (Aman, Arnold,<br />
McDougle, Vitiello, Scahill, Davies et al.<br />
2005)) en nadelige veranderingen in<br />
de bloed-vetgehaltes veroorzaken
(aangetoond bij volwassenen).<br />
Voorlopig lijkt er nog een praktische<br />
consensus te bestaan dat risperidon en<br />
pipamperon eerst voorgeschreven worden,<br />
en dat uiterst lage doseringen van<br />
haloperidol in beeld komen bij te veel<br />
gewichtstoename. Een nieuwe tendens<br />
speelt hier overigens dwars door heen:<br />
er zijn vanuit de volwassenenpsychiatrie<br />
aanwijzingen dat quetiapine en<br />
aripiprazole minder gewichtstoename<br />
veroorzaken. Bij deze twee middelen is<br />
er echter nog onvoldoende adequaat<br />
onderzoek gedaan bij kinderen en<br />
jeugdigen. (Het effect van aripiprazole<br />
op autisme wordt momenteel onderzocht).<br />
Antidepressiva<br />
De best onderzochte antidepressiva bij<br />
autisme zijn de “SSRI’s” (Engelse<br />
afkorting voor Selectieve Serotonine<br />
Heropname Remmers). Het werkingsmechanisme<br />
bij deze middelen bestaat<br />
uit een veranderde / rustiger regulatie<br />
van het serotonerge systeem, zodanig<br />
dat de angst- en stemmingsreacties op<br />
gebeurtenissen minder heftig zijn<br />
Een recente review concludeert dat<br />
SSRI’s een gunstig effect kunnen uitoefenen<br />
op algeheel functioneren en<br />
met name op angstig en repetitief<br />
gedrag bij patiënten met autisme<br />
(Kolevzon, Mathewson & Hollander<br />
2006). De belangrijkste studie tot op<br />
heden is verricht met fluoxetine<br />
(Hollander, Phillips, Chaplin, Zagursky,<br />
Novotny, Wasserman et al. 2005). Er<br />
zijn overigens geen redenen om aan te<br />
nemen dat de effecten van andere<br />
SSRI’s zoals citalopram (momenteel in<br />
onderzoek), fluvoxamine en sertraline<br />
in belangrijke mate verschillen met<br />
fluoxetine. De bijwerkingen van de<br />
SSRI’s zijn onderling ook niet verschillend,<br />
de belangrijkste zijn: buikbezwaren,<br />
soms verhoogde bloedingsneiging<br />
en “activatie” (in de meest brede inter-<br />
pretatie wordt hiermee bedoeld: verergering<br />
van de suïcidaliteit, angst,<br />
agitatie / bewegingsonrust, slapeloosheid,<br />
overprikkeling, vijandigheid,<br />
impulsiviteit, automutilatie, tics of<br />
(hypo)manie). In het onderzoek van<br />
Hollander et al. waren er overigens<br />
geen significante verschillen in de bijwerkingen<br />
tussen de fluoxetine groep<br />
en de placebo groep. Het is van belang<br />
om zeer laag te doseren, met name bij<br />
jonge kinderen, omdat het meer en<br />
meer duidelijk wordt dat de “activatie”<br />
vaker optreed naarmate het kind<br />
jonger is.<br />
Stemmingsstabilisatoren<br />
Deze groep middelen stabiliseren de<br />
hersenfuncties via het GABA en glutamaat<br />
systeem in een brede zin van het<br />
woord. Ze worden voorgeschreven bij<br />
bijvoorbeeld epilepsie, manischdepressiviteit<br />
maar ook aandoeningen<br />
zoals pijnaanvallen in een zenuw (neuralgie).<br />
Omdat de middelen in de<br />
praktijk ook wel aanvallen van agressie<br />
en heftige emoties kunnen verminderen,<br />
is bijvoorbeeld de effectiviteit van<br />
valproaat en lamotrigine bij autisme<br />
op een adequate manier onderzocht.<br />
Lamotrigine bleek niet effectief te zijn<br />
(Belsito, Law, Kirk, Landa &<br />
Zimmerman 2001). Bij valproaat<br />
echter spreken twee adequate studies<br />
elkaar tegen (Hellings, Weckbaugh,<br />
Nickel, Cain, Zarcone, Reese et al.<br />
2005 en Hollander, Soorya,<br />
Wasserman, Esposito, Chaplin &<br />
Anagnostou 2006).<br />
Gemengde groep<br />
In de loop van de jaren zijn er middelen<br />
zoals naltrexon (opiaatantagonist),<br />
buspiron (anxiolyticum), amantadine<br />
(dopamine agonist en NMDA antagonist)<br />
en secretin (dunne darmhormoon<br />
met effect op alvleesklier secretie)<br />
onderzocht. Hieruit bleek dat<br />
naltrexon alleen een bescheiden gunstig<br />
effect uitoefent bij teruggetrokken<br />
autistische kinderen, die in vlagen<br />
hyperactief kunnen zijn (review:<br />
Buitelaar en Willemsen-Swinkels<br />
2000). Mogelijk is er in individuele<br />
gevallen een gunstig effect te behalen<br />
met buspiron (alleen of als additie) op<br />
angst, geagiteerd gedrag, agressie,<br />
automutilatie en slaapstoornissen (zie<br />
o.a. Buitelaar, van der Gaag & Van der<br />
Hoeven 1998). Amantadine lijkt een<br />
bescheiden effect te kunnen hebben op<br />
hyperactiviteit bij autistische kinderen<br />
(King, Wright, Handen, Sikich,<br />
Zimmerman, McMahon et al. 2001).<br />
Naar aanleiding van een kleine open<br />
studie met vervolgens veel positieve<br />
berichten in de pers en internet, is<br />
secretin op een dubbelblind placebogecontroleerde<br />
manier onderzocht bij<br />
grote groepen kinderen. Er kon nimmer<br />
een (klinisch) significant effect<br />
gerapporteerd worden, niet van éénmalige<br />
injecties, noch van herhaalde<br />
injecties.<br />
Vrij verkrijgbare middelen<br />
Over vitamine B6 en magnesium zijn<br />
enkele dubbelblinde studies verricht in<br />
de tachtiger jaren die een matig effect<br />
rapporteerden. Over het multivitamine<br />
preparaat “Supernu” bestaan geen<br />
wetenschappelijke publicaties. Een<br />
onderzoek met L-Carnosine rapporteerde<br />
gunstige effecten (Chez,<br />
Buchanan, Aimonovitch, Becker,<br />
Schaefer, Black, et al. 2002).<br />
DiMethylGlycine (dieetsupplement)<br />
was niet effectief in twee dubbelblind<br />
placebo gecontroleerde studies. Visolie<br />
staat momenteel in een warme belangstelling,<br />
maar adequaat onderzoek aangaande<br />
autisme is nog niet gepubliceerd.<br />
Er is overigens veel onderzoek<br />
gaande met dit voedingssupplement,<br />
ook bij autisme. Melatonine verkort de<br />
inslaaptijd en verlengt waarschijnlijk<br />
75<br />
nummer 2 • augustus 2006
Psychofarmaca bij autisme,<br />
een update<br />
de slaaptijd bij kinderen en jeugdigen<br />
met gevarieerde problematiek (zie o.a.<br />
Smits, van Stel, van der Heijden, Meijer,<br />
Coenen & Kerkhof 2003). Dit geldt<br />
waarschijnlijk ook voor kinderen en<br />
jeugdigen met de stoornis van Asperger<br />
(Paavonen, Nieminen-von Wendt,<br />
Vanhala, Aronen, von Wendt, 2003).<br />
Samenvattend<br />
Na zorgvuldige diagnostiek en bespreking<br />
van de niet-farmacotherapeutische<br />
behandelingsvormen staat de clinicus<br />
samen met de ouders en/of de<br />
patiënt voor de moeilijke taak om vast<br />
te stellen of – en zo ja – welke symptomen<br />
of gedragingen behandeld<br />
zouden moeten worden met <strong>psychofarmaca</strong>.<br />
Indien besloten wordt om<br />
middelen voor te schrijven moet de<br />
clinicus in ieder geval voor zichzelf<br />
helder hebben welk medicijn voor<br />
welk symptoom zou kunnen werken.<br />
De effecten van de twee hoofdgroepen:<br />
de antipsychotica en de SSRI’s zijn<br />
tamelijk breed en overlappen elkaar<br />
voor een groot deel. Het is in de praktijk<br />
te verdedigen om de patiënten met<br />
vooral symptomen zoals overprikkeling,<br />
explosiviteit, agressie, automutilatie<br />
en tics / stereotypieën in de eerste<br />
plaats een antipsychoticum voor te<br />
schrijven. Bij patiënten met vooral<br />
angstig, dwangmatig en rigide /<br />
gepreoccupeerd denken zou in de<br />
eerste plaats een SSRI voorgeschreven<br />
kunnen worden. Er is echter nog geen<br />
goed onderzoek voorhanden die de<br />
beide soorten farmaca op een directe<br />
manier met elkaar vergelijkt op effectiviteit<br />
en bijwerkingen. Het komt ook<br />
wel voor om beide soorten middelen<br />
tegelijk voor te schrijven, in een<br />
poging om de gunstige effecten op te<br />
kunnen tellen. Op dat moment moeten<br />
wel de eventuele interacties (CYPenzym-remming)<br />
in acht genomen<br />
worden. Dit geldt ook voor combina-<br />
76<br />
<strong>Wetenschappelijk</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>Autisme</strong><br />
ties van bovengenoemde farmaca en<br />
anti-ADHD middelen.<br />
De drie anti-ADHD middelen kunnen<br />
bij druk gedrag voorgeschreven worden,<br />
met dien verstande dat de balans<br />
van effecten versus bijwerkingen minder<br />
gunstig wordt naarmate er ernstiger<br />
autisme speelt.<br />
Over middelen zoals buspiron, stemmingsstabilisatoren,<br />
amantadine en<br />
naltrexon bestaan te weinig overtui-<br />
gende gegevens om regelmatig voorschrijven<br />
te rechtvaardigen.<br />
Hantering van de middelen:<br />
Het kan niet vaak genoeg genoemd<br />
worden: de startdosering is altijd laag,<br />
de dosering dient langzaam opgevoerd<br />
te worden met zorgvuldige controle<br />
op effecten en mogelijke bijwerkingen.<br />
Hier de aanbevolen doses en de daarbij<br />
meest voorkomende bijwerkingen:<br />
Antipsychotica<br />
Risperidon (Risperdal®) 0.25 tot 2 mg dd in 1 of 2 doses.<br />
Pipamperon (Dipiperon®) 4 tot 80 mg dd in 1 of 2 doses.<br />
Bijwerkingen: eetlust / gewichtstoename, waarschijnlijk nadelige<br />
veranderingen in de bloedvetgehaltes, slaperigheid, depressie.<br />
Bij te veel gewichtstoename:<br />
Haloperidol (Haldol®) 0,125 tot 1 mg dd in 1 dosis<br />
Bijwerkingen: tardieve dyskinesie, slaperigheid en depressie.<br />
Alternatieven binnen deze groep, maar moeten nog beter onderzocht worden:<br />
Quetiapine (Seroquel®) 25 tot 300 mg dd in 2 doses<br />
Aripiprazole (Abilify®) 2,5 tot 15 mg dd in 1 dosis<br />
Antidepressiva<br />
Citalopram (Cipramil®), 2 tot 20 mg dd in 1 dosis.<br />
Fluvoxamine (Fevarine®), 25 tot 150 mg dd in 1 of 2 doses.<br />
Fluoxetine (Prozac®), 4 tot 20 mg dd in 1 dosis.<br />
Sertraline (Zoloft®), 25 tot 150 mg dd in 1 of 2 doses.<br />
Bijwerkingen: “activatie”, (bijv. hyperactiviteit, agitatie, tics.), buikbezwaren,<br />
remming seksueel functioneren.<br />
Anti-ADHD middelen<br />
Methylfenidaat (Ritalin® of Concerta®), 0.3 tot 0.6 mg/kg dd in 1 tot 3 doses.<br />
Mogelijke bijwerkingen bij ernstig autisme: terugtrekgedrag / stilvallen,<br />
angst, prikkelbaarheid.<br />
Atomoxetine (Strattera®) tot 1,4 mg/kg dd in 1 of 2 doses.<br />
Bijwerkingen: overprikkeld gedrag, buikbezwaren en slaapstoornissen.<br />
Clonidine (Dixarit®), einddosis ongeveer 4 microgram/kg dd in 3 doses.<br />
Bijwerkingen: slaperigheid, hypotensie, depressieve symptomen.<br />
Melatonine eerst 0,1 mg proberen (zonder recept), indien onvoldoende effect:<br />
1 tot 3 mg (op recept) ongeveer 1 uur voor het slapen.<br />
Valproaat (Depakine®) en carbamazepine (Tegretol®) en andere antiepileptica<br />
in zeldzame gevallen, instellen dosis en monitoren van<br />
bijwerkingen door gespecialiseerde personen.
Literatuur<br />
Aman, M.G., Arnold, L.E., McDougle, C.J.,<br />
Vitiello, B., Scahill, L., Davies, M., McCracken, J.T. et<br />
al. 2005. Acute and long-term safety and tolerability<br />
of risperidone in children with autism. J Child Adolesc<br />
Psychopharmacol. 15:869-84.<br />
Arnold, L.E., Vitiello, B., McDougle, C., Scahill, L.,<br />
Shah, B., Gonzalez, N.M., Chuang, S., Davies, M. et<br />
al 2003. Parent-defined target symptoms respond to<br />
risperidone in RUPP autism study: customer approach<br />
to clinical trials. J Am Acad Child Adolesc Psychiatry.<br />
42:1443-50.<br />
Belsito, K.M., Law, P.A., Kirk, K.S., Landa, R.J.,<br />
Zimmerman, A.W. (2001). Lamotrigine therapy for<br />
autistic disorder: a randomized, double-blind, placebocontrolled<br />
trial. J Autism Dev Disord. 31:175-81.<br />
Buitelaar, J.K. & Willemsen-Swinkels, S.H.N. (2000)<br />
Medication treatment in subjects with autistic spectrum<br />
disorders. Eur Child Adolesc Psychiat 9:I85-I97.<br />
Buitelaar, J.K., van der Gaag, R.J., Van der Hoeven,<br />
J., (1998) Buspirone in the management of anxiety<br />
and irritability in children with pervasive developmental<br />
disorders: results of an open-label study. J Clin Psychiatry.<br />
59:56-9.<br />
Campbell, M., Armenteros, J.L., Malone, R.P.,<br />
Adams, P.B., Eisenberg, Z.W., Overall, J.W. (1997).<br />
Neuroleptic-related dyskinesias in autistic children: a<br />
prospective, longitudinal study.<br />
J Am Acad Child Adolesc Psychiatry. 36:835-43.<br />
Campbell, M., Anderson, L.T., Small, A.M., Perry,<br />
R., Green, W.H., Caplan, R. (1982). The effects of<br />
haloperidol on learning and behavior in autistic children.<br />
J Autism Dev Disord. 12:167-75.<br />
Chez, M.G., Buchanan, C.P., Aimonovitch, M.C.,<br />
Becker, M., Schaefer, K., Black, C., Komen, J. (2002).<br />
Double-blind, placebo-controlled study of L-carnosine<br />
supplementation in children with autistic spectrum<br />
disorders. J Child Neurol.17:833-7.<br />
Fankhauser, M.P., Karumanchi, V.C., German, M.L.<br />
Yates, A., Karumanchi, S.D. (1992) A double-blind,<br />
placebo controlled study of the efficacy of transdermal<br />
clonidine in autism. J Clin Psychiat 53: 77-82.<br />
Handen, B.L., Johnson, C.R., Lubetsky, M. (2000)<br />
Efficacy of methylphenidate among children with autism<br />
and symptoms of attention-deficit hyperactivity disorder.<br />
J Autism Dev Disord. 30:245-55.<br />
Hellings, J.A., Weckbaugh, M., Nickel, E.J., Cain,<br />
S.E., Zarcone, J.R., Reese, R.M., Hall, S., et al. (2005).<br />
A double-blind, placebo-controlled study of valproate<br />
for aggression in youth with pervasive developmental<br />
disorders. J Child Adolesc Psychopharmacol. 15:682-92.<br />
Hollander, E., Phillips, A., Chaplin, W., Zagursky,<br />
K., Novotny, S., Wasserman, S., Iyengar, R. (2005). A<br />
placebo controlled crossover trial of liquid fluoxetine on<br />
repetitive behaviors in childhood and adolescent autism.<br />
Neuropsychopharmacology. 30:582-9.<br />
Hollander, E., Soorya, L., Wasserman, S., Esposito,<br />
K., Chaplin, W., Anagnostou, E. (2006).<br />
Divalproex sodium vs. placebo in the treatment of<br />
repetitive behaviours in autism spectrum disorder. Int J<br />
Neuropsychopharmacol. 9:209-13.<br />
Jaselskis, C., Cook, E.H., Fletcher, K.E., Leventhal,<br />
B. (1992). Clonidine treatment of hyperactive and<br />
impulsive children with autistic disorder. J Clin.<br />
Psychopharmacology 12:322-327.<br />
Jou, R.J., Handen, B.L., Hardan, A.Y. (2005)<br />
Retrospective assessment of atomoxetine in children and<br />
adolescents with pervasive developmental disorders. J<br />
Child Adolesc Psychopharmacol. 15:325-30.<br />
King, B.H., Wright, D.M., Handen, B.L., Sikich,<br />
L., Zimmerman, A.W., McMahon, W., Cantwell,<br />
E. et al. (2001). Double-blind, placebo-controlled<br />
study of amantadine hydrochloride in the treatment<br />
of children with autistic disorder. J Am Acad Child<br />
Adolesc Psychiatry. 40:658-65.<br />
Kolevzon, A., Mathewson, K.A., Hollander, E. (2006)<br />
Selective serotonin reuptake inhibitors in autism: a review<br />
of efficacy and tolerability. J Clin Psychiatry. 67:407-14.<br />
McCracken, J.T., McGough, J., Shah, B., Cronin,<br />
P., Hong, D., Aman, M.G., Arnold, L.E. et al. (2002)<br />
Risperidone in children with autism and serious<br />
behavioral problems. N Engl J Med. 347:314-21.<br />
advertentie<br />
Paavonen, E.J., Nieminen – von Wendt, T., Vanhala,<br />
R., Aronen, E.T., von Wendt, L. (2003). Effectiveness<br />
of melatonin in the treatment of sleep disturbances<br />
in children with Asperger disorder. J Child Adolesc<br />
Psychopharmacol. 13:83-95.<br />
Quintana, H., Birmaher, B., Stedge, D., Lennon,<br />
S., Freed, J., Bridge, J., Greenhill, L. (1995) Use of<br />
methylfenidate in the treatment of children with autistic<br />
disorder. J Autism Dev Disord. 25:283-294, 1995.<br />
Smits, M.G., van Stel, H.F., van der Heijden, K.,<br />
Meijer, A.M., Coenen, A.M., Kerkhof, G.A. (2003).<br />
Melatonin improves health status and sleep in children<br />
with idiopathic chronic sleep-onset insomnia: a<br />
randomized placebo-controlled trial. J Am Acad Child<br />
Adolesc Psychiatry. 42:1286-93.<br />
Stigler, K,A., Desmond, L.A., Posey, D.J., Wiegand,<br />
R.E., McDougle, C.J. (2004) A naturalistic retrospective<br />
analysis of psychostimulants in pervasive developmental<br />
disorders. J Child Adolesc psychopharmacol. 14:49-56.<br />
Troost, P.W. (2006) Pharmacological Treatment in<br />
Children with Autism Spectrum Disorders. PhD Thesis,<br />
University Medical Center Groningen.<br />
77<br />
nummer 2 • augustus 2006
Bijlage bij artikel <strong>Wetenschappelijk</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>Autisme</strong><br />
Dit artikel is verschenen in het <strong>Wetenschappelijk</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>Autisme</strong>. Het tijdschrift is<br />
online te vinden op www.wetenschappelijktijdschriftautisme.nl.<br />
Over het <strong>Wetenschappelijk</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>Autisme</strong><br />
Het <strong>Wetenschappelijk</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>Autisme</strong> is een uitgave van de NVA, de Nederlandse<br />
Vereniging voor <strong>Autisme</strong>. De website van de NVA is www.autisme.nl.<br />
Het blad verschijnt 3 keer per jaar. Het verschijnt onder de verantwoordelijkheid van een<br />
onafhankelijke redactie.<br />
Contact<br />
U kunt ons per mail bereiken op: redactie@wetenschappelijktijdschriftautisme.nl<br />
De overige contactgegevens vindt u op onze website.<br />
Deze pagina is aan de PDF toegevoegd in augustus 2010.
Bijlage bij artikel <strong>Wetenschappelijk</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>Autisme</strong><br />
Dit artikel is verschenen in het <strong>Wetenschappelijk</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>Autisme</strong>. Het tijdschrift is<br />
online te vinden op www.wetenschappelijktijdschriftautisme.nl.<br />
Over het <strong>Wetenschappelijk</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>Autisme</strong><br />
Het <strong>Wetenschappelijk</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>Autisme</strong> is een uitgave van de NVA, de Nederlandse<br />
Vereniging voor <strong>Autisme</strong>. De website van de NVA is www.autisme.nl.<br />
Het blad verschijnt 3 keer per jaar. Het verschijnt onder de verantwoordelijkheid van een<br />
onafhankelijke redactie.<br />
Contact<br />
U kunt ons per mail bereiken op: redactie@wetenschappelijktijdschriftautisme.nl<br />
De overige contactgegevens vindt u op onze website.<br />
Deze pagina is aan de PDF toegevoegd in augustus 2010.