wandeling - Federatie Historie Sittard-Geleen-Born
wandeling - Federatie Historie Sittard-Geleen-Born
wandeling - Federatie Historie Sittard-Geleen-Born
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Sittard</strong> heeft van oudsher relatief veel joodse inwoners gehad. Aan het begin van de Tweede<br />
Wereldoorlog waren er ruim 230 in <strong>Sittard</strong> geregistreerd, inclusief zo’n 90 Duitse vluchtelingen.<br />
Daarvan overleefden er slechts enkelen en ter herinnering aan de 160 omgekomen joodse burgers uit<br />
de regio is in de kloostertuin een monument opgericht.<br />
<strong>Sittard</strong> kende in de 16 e eeuw al joodse inwoners die echter niet altijd als medeburgers werden<br />
behandeld. Eind 18 e eeuw woonden er zo’n 50 in de stad, een aantal dat eind 19 eeuw was gegroeid<br />
tot bijna 200 mensen. Tot het midden van de 19 e eeuw bevond hun synagoge zich onopvallend in<br />
een in 1965 afgebroken huis in de Molenbeekstraat. Daarna betrokken ze in de Plakstraat een<br />
nieuwe synagoge die in 1953 werd gesloopt. Vanwege het geringe aantal leden was de joodse<br />
gemeente inmiddels in 1947 opgeheven.<br />
22. Dominicanen- / Jezuïetencomplex<br />
In 1626 kwamen de Dominicanen naar <strong>Sittard</strong>. Ze kregen de beschikking over het Gasthuis, gelegen<br />
op de hoek van de Oude Markt / Markt. Van de hertog van Gulik kregen zij toestemming voor de<br />
bouw van een nieuw klooster met kerk op de plek van het Gasthuis; deze nieuwbouw was gereed in<br />
1668. De Dominicanen hadden hier het College Albertinum, een Latijnse school, maar in 1797 werden<br />
zij door de Fransen verdreven en werd de school opgeheven. In 1850 werden ze opgevolgd door de<br />
Jezuïeten en dezen namen ook het hele college over. Op hun beurt werden zij in 1922 gevolgd door de<br />
Franciscanen met het missiehuis Franciscus Solanus. In 1945 verliet ook deze orde <strong>Sittard</strong>. Daarna<br />
werden de gebouwen nog gebruikt als gezellenhuis voor mijnwerkers en als onderkomen voor allerlei<br />
onderwijsinstellingen, zoals de laboratoriumschool en de Katholieke Leergangen. Ook dit gedeelte van<br />
het zogenaamde “Kloosterkwartier” is gerestaureerd en heeft een nieuwe bestemming.<br />
23. Jezuïetentuin<br />
Evenals de Ursulinen hadden ook de Jezuïeten grond in bezit buiten de omwalling. Om die te kunnen<br />
bereiken maakten zij een doorgang door de wal, een route, die momenteel door veel bezoekers van<br />
de binnenstad wordt benut. Een deel van hun tuin lag echter binnen de wallen, sinds de tijd van de<br />
Franciscanen “Cour Solanus” genoemd. In de muur van het Kerkepad ziet men nog hier en daar de<br />
plekken waar de paters vroeger hun kaarsjes voor verlichting zetten.<br />
Aansluitend aan (maar wel afgescheiden van) de kloostertuin van de Ursulinen hadden ook de<br />
Jezuïeten aan deze kant van de wal hun tuin die echter als groentetuin werd gebruikt. De aankoop<br />
van dit terrein door de Jezuïeten had voor de mensen van <strong>Sittard</strong> wel tot gevolg dat het “Lank<br />
Getske” (een veel gebruikt voetpad langs de voet van de wal) tot veler verdriet (en ongenoegen)<br />
werd opgeheven.<br />
24. “Jardin d’Isabelle”<br />
“Jardin d’ Isabelle” is genoemd naar Isabelle de Borman, de dochter uit een rijke doktersfamilie. Het<br />
gezin De Borman woonde aan de Markt en dit was hun tuin. Isabella was verliefd op de dichter en<br />
bohémien Charles Beltjens die met haar wilde trouwen. Dokter de Borman gaf echter geen<br />
toestemming en Charles is naar Frankrijk vertrokken waar hij dichtte in zijn moedertaal, het Frans. Hij<br />
kreeg enige bekendheid en wordt daarom in de tuin van de vroegere dokterswoning herdacht met<br />
fragmenten uit zijn gedicht over de Condor en met een kopie van zijn beeld van de hand van de<br />
beeldhouwer Gjus Roebroek.<br />
22