28.09.2013 Views

De vanzelfsprekendheden voorbij Editiewetenschap en haar publiek

De vanzelfsprekendheden voorbij Editiewetenschap en haar publiek

De vanzelfsprekendheden voorbij Editiewetenschap en haar publiek

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>De</strong> <strong>vanzelfsprek<strong>en</strong>dhed<strong>en</strong></strong> <strong>voorbij</strong><br />

<strong>Editiewet<strong>en</strong>schap</strong> <strong>en</strong> <strong>haar</strong> <strong>publiek</strong>:<br />

e<strong>en</strong> kritische bevraging 1<br />

Charlotte Cailliau, Universiteit G<strong>en</strong>t<br />

saM<strong>en</strong>Vatting<br />

<strong>De</strong> verschill<strong>en</strong>de editietheorieën reflecter<strong>en</strong> weinig over de verwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> w<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

van de gebruiker, waardoor e<strong>en</strong> kloof gaapt tuss<strong>en</strong> de editeur <strong>en</strong> zijn of <strong>haar</strong> <strong>publiek</strong>.<br />

Die kloof kan pas gedicht word<strong>en</strong> als de editiewet<strong>en</strong>schap meer aandacht besteedt aan<br />

de lezer <strong>en</strong> aan de vraag wie die lezer is. Het debat blijkt nog te vaak te gaan over het<br />

medium, <strong>en</strong> de blik van de editeur beperkt zich tot het literatuuronderzoek. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

wordt heel algeme<strong>en</strong> van ‘de’ literatuurwet<strong>en</strong>schapper gesprok<strong>en</strong> als ideale recipiënt<br />

van de editie <strong>en</strong> wordt het brede <strong>publiek</strong>, de in literatuur geïnteresseerde lezer, buit<strong>en</strong><br />

beschouwing gelat<strong>en</strong>. Doorgaans zijn er te weinig financiële middel<strong>en</strong> om zowel de<br />

professionele gebruiker als de geïnteresseerde lezer te bedi<strong>en</strong><strong>en</strong> met e<strong>en</strong> afzonderlijke<br />

editie van e<strong>en</strong>zelfde werk. Daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> is dat bredere <strong>publiek</strong> veel moeilijker te differ<strong>en</strong>tiër<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> te definiër<strong>en</strong>, zoals het proefschrift van Theo Witte (2008a) aantoont.<br />

<strong>De</strong> editeur moet zich desondanks bewust zijn van deze problematiek <strong>en</strong> met dat<br />

<strong>publiek</strong> rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> bij zijn of <strong>haar</strong> werkzaamhed<strong>en</strong>. Wordt dat als uitgangspunt<br />

gekoz<strong>en</strong> voor de opmaak van de editie, dan komt m<strong>en</strong> automatisch terecht bij e<strong>en</strong><br />

hybride editie, zoals het project over de verz<strong>en</strong> van Willem Kloos (1859-1938) ook<br />

laat zi<strong>en</strong>.<br />

1. inleiding<br />

Het vergt weinig inspanning om vast te stell<strong>en</strong> dat de editiewet<strong>en</strong>schap teg<strong>en</strong>woordig<br />

uitgegroeid is tot e<strong>en</strong> zelfstandige, theoretisch <strong>en</strong> methodologisch<br />

uitgebouwde discipline, zowel in de Anglo-Amerikaanse land<strong>en</strong> als in<br />

Duitsland, Nederland <strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong>. Dat bewijz<strong>en</strong> onder andere de ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong><br />

die zich heel specifiek richt<strong>en</strong> op de editiewet<strong>en</strong>schap, zoals de Society<br />

1 Met dank aan prof. dr. Yves T’Sjo<strong>en</strong> <strong>en</strong> dr. Peter de Bruijn voor hun opmerking<strong>en</strong> bij eerdere<br />

versies.<br />

Verslag<strong>en</strong> & Mededeling<strong>en</strong> / 263


for Textual Scholarship, de European Society for Textual Scholarship <strong>en</strong> de<br />

Arbeitsgemeinschaft für germanistische Edition. Ze organiser<strong>en</strong> jaarlijkse bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tijdschrift uit dat exclusief gewijd is aan de editietheorie<br />

<strong>en</strong> -praktijk. 2 Daarnaast wordt het vak ook onderwez<strong>en</strong> aan verschill<strong>en</strong>de<br />

universiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn er institut<strong>en</strong> zoals het Huyg<strong>en</strong>s Instituut (KNAW)<br />

in <strong>De</strong>n Haag <strong>en</strong> het C<strong>en</strong>trum voor Teksteditie <strong>en</strong> Bronn<strong>en</strong>studie (KANTL) in<br />

G<strong>en</strong>t die zich bezighoud<strong>en</strong> met het concipiër<strong>en</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stell<strong>en</strong> van wet<strong>en</strong>schappelijk<br />

verantwoorde edities.<br />

Het gaat goed met het vakgebied, misschi<strong>en</strong> zelfs beter dan ooit tevor<strong>en</strong>. Heel<br />

wat edities zijn ondertuss<strong>en</strong> versch<strong>en</strong><strong>en</strong> waarin e<strong>en</strong> werk op e<strong>en</strong> verantwoorde<br />

manier wordt gerestaureerd <strong>en</strong> bewaard voor het nageslacht. Interdisciplinair<br />

is er ev<strong>en</strong>wel minder red<strong>en</strong> tot <strong>en</strong>thousiasme. Wet<strong>en</strong>schappelijk verantwoorde<br />

edities, de product<strong>en</strong> van de editiewet<strong>en</strong>schap, 3 rak<strong>en</strong> blijkbaar nog steeds te<br />

weinig bij de rest van het wet<strong>en</strong>schappelijke <strong>publiek</strong>, <strong>en</strong> zo wordt de andere<br />

taak van de discipline niet voldo<strong>en</strong>de verwez<strong>en</strong>lijkt. Edities word<strong>en</strong> immers<br />

ook sam<strong>en</strong>gesteld om als fundam<strong>en</strong>t van tekstonderzoek te kunn<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />

maar daarvan wordt maar mondjesmaat geprofiteerd door de primaire doelgroep<br />

van die edities, namelijk de literatuurwet<strong>en</strong>schappers. In het op<strong>en</strong>ingsartikel<br />

van Text Editing, Print and the Digital World (<strong>De</strong>egan & Sutherland,<br />

2009) verwoordt Kathryn Sutherland het als volgt:<br />

In other words, not only is there no necessary congru<strong>en</strong>ce betwe<strong>en</strong> the<br />

work of the textual and the literary critic, but the latter may (and does)<br />

regularly labour in cheerful disregard of the critical procedures by which<br />

the former shaped and delivered the text. (Sutherland, 2009, p. 15)<br />

<strong>De</strong>ze kritiek is overig<strong>en</strong>s van alle tijd<strong>en</strong>. In Duitsland zijn de historisch-kritische<br />

edities, waarin e<strong>en</strong> editeur zijn of <strong>haar</strong> vaardighed<strong>en</strong> in optima forma<br />

kon demonstrer<strong>en</strong>, door collega-wet<strong>en</strong>schappers als te moeilijk <strong>en</strong> weinig toegankelijk<br />

bevond<strong>en</strong>. Vel<strong>en</strong> maakt<strong>en</strong> dan ook ge<strong>en</strong> of nauwelijks gebruik van<br />

die uitgav<strong>en</strong>, die heel vaak gewoon op de plank blev<strong>en</strong> staan of nog:<br />

[I]n Germany the practice of preparing historical-critical editions has<br />

be<strong>en</strong> compared since the sixties to a state funeral, during which – to<br />

put it briefly – the mourned author disappears into a honorary tomb<br />

2 Die tijdschrift<strong>en</strong> zijn respectievelijk Textual Cultures (vroeger Text), Variants <strong>en</strong> editio.<br />

3 Vooral de historisch-kritische <strong>en</strong> de studie-edities. Voor (wet<strong>en</strong>schappelijke) leesedities geldt<br />

dat minder.<br />

Verslag<strong>en</strong> & Mededeling<strong>en</strong> / 264


and “relatives” lose their way amid the gigantic graveyards of the<br />

apparatus. (<strong>De</strong> Bruijn, 2002, p. 114)<br />

Ook in de Nederlandse editiewet<strong>en</strong>schap, e<strong>en</strong> stroming afgeleid van de Duitse,<br />

was dat e<strong>en</strong> veel gehoorde klacht. <strong>De</strong> Bruijn (idem) schrijft bijvoorbeeld ev<strong>en</strong><br />

verder: ‘Without exception, the editions which are published within the series<br />

Monum<strong>en</strong>ta Literaria Neerlandica are welcomed with superlatives such as<br />

“exemplary”, “excell<strong>en</strong>t”, “exceptional”, “praiseworthy” and “monum<strong>en</strong>tal”,<br />

but they subsequ<strong>en</strong>tly evoke an almost deathly sil<strong>en</strong>ce.’ In de Anglo-<br />

Amerikaanse editiewet<strong>en</strong>schap had m<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> veel eerder aandacht<br />

voor het literatuuronderzoek <strong>en</strong> is al vroeg geopteerd om één leestekst aan te<br />

bied<strong>en</strong>. Toch bleef ook daar de wet<strong>en</strong>schapper in de kou staan, want die <strong>en</strong>e<br />

tekst was e<strong>en</strong> geconstrueerde tekst op basis van de (vermoedelijke) laatste<br />

auteursint<strong>en</strong>tie.<br />

Het digitale medium zou verbetering in die malaise br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. In plaats van die<br />

ingewikkelde variant<strong>en</strong>apparat<strong>en</strong> vol cryptische tek<strong>en</strong>s door te nem<strong>en</strong>, kon de<br />

Duitse <strong>en</strong> Nederlandstalige onderzoeker nu via <strong>en</strong>kele muisklikk<strong>en</strong> de variant<strong>en</strong><br />

op het scherm tover<strong>en</strong>. Aan de andere kant van de oceaan besliste m<strong>en</strong><br />

daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> om niet langer één tekstversie in boekvorm te giet<strong>en</strong>, maar alle<br />

tekstversies zo neutraal mogelijk in e<strong>en</strong> digitaal archief onder te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. 4 Op<br />

deze manier werd<strong>en</strong> de vorsers werkelijk gedi<strong>en</strong>d, want ze kond<strong>en</strong> onder het<br />

juk van de editeur vandaan kom<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> problem<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel niet opgelost, <strong>en</strong> in deze bijdrage wordt nagegaan<br />

hoe dat komt. Daarvoor word<strong>en</strong> eerst de geschied<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de<br />

editieschol<strong>en</strong> heel beknopt geschetst, ditmaal vanuit het standpunt<br />

van de literatuurwet<strong>en</strong>schapper. <strong>De</strong> c<strong>en</strong>trale vraag is hoe <strong>en</strong> in welke mate die<br />

aan bod kwam in theoretische beschouwing<strong>en</strong> van vroeger tot nu. 5 Daarbij<br />

wordt uitvoeriger ingegaan op de Anglo-Amerikaanse editiewet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>,<br />

omdat hun omgang met het doel<strong>publiek</strong> iets gecompliceerder is. Het overzicht<br />

wordt afgeslot<strong>en</strong> met de reacties van <strong>en</strong>kele oppon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op Jerome McGanns<br />

opvatting<strong>en</strong>. Daarna wordt de huidige situatie besprok<strong>en</strong> aan de hand van e<strong>en</strong><br />

4 In deze bijdrage gebruik ik consequ<strong>en</strong>t de term ‘archief’ als het gaat om het weergev<strong>en</strong> van<br />

tekstversies zonder of met zo weinig mogelijk inm<strong>en</strong>ging van de editeur. E<strong>en</strong> editie is dan weer<br />

e<strong>en</strong> uitgave waar naast e<strong>en</strong> kritische leestekst ook de variant<strong>en</strong> word<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>.<br />

5 Frankrijk wordt niet alle<strong>en</strong> hier maar ook in de rest van dit artikel buit<strong>en</strong> beschouwing gelat<strong>en</strong>,<br />

omdat de ‘critique génétique’ zich niet in de eerste plaats bezighoudt met het inricht<strong>en</strong> van<br />

edities voor e<strong>en</strong> bepaald <strong>publiek</strong>. Dirk van Hulle (2006, p. 10) schrijft: ‘<strong>De</strong> zog<strong>en</strong>aamde critique<br />

génétique is niet in de eerste plaats gericht op het vervaardig<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> editie. Haar<br />

onderzoeksobject is de dynamiek van het schrijfproces.’<br />

Verslag<strong>en</strong> & Mededeling<strong>en</strong> / 265


drietal exemplarische artikels uit Text Editing, Print and the Digital World<br />

(<strong>De</strong>egan & Sutherland, 2009). Daaruit zal blijk<strong>en</strong> dat op dit mom<strong>en</strong>t in het<br />

debat vooral het medium c<strong>en</strong>traal staat <strong>en</strong> (opnieuw) niet de ontvanger. Vervolg<strong>en</strong>s<br />

wordt geprobeerd nauwkeuriger te bepal<strong>en</strong> wie of wat het doel<strong>publiek</strong><br />

is <strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele moeilijkhed<strong>en</strong> blootgelegd. Tot slot wordt het project<br />

rond de verz<strong>en</strong> van Willem Kloos (1859-1938) in het debat betrokk<strong>en</strong> om<br />

e<strong>en</strong> voorstel te formuler<strong>en</strong> over hoe e<strong>en</strong> ‘overbrugg<strong>en</strong>de’ editie kan word<strong>en</strong><br />

ingericht.<br />

2. e<strong>en</strong> geschied<strong>en</strong>is Van contact M e t het literatuuronderzoek.<br />

2.1. duitsland<br />

Het was Karl Lachmanns methode van ‘rec<strong>en</strong>sio’ <strong>en</strong> ‘em<strong>en</strong>datio’ die resulteerde<br />

in het ontstaan van de typisch Duitse historisch-kritische edities.<br />

(Plachta, 1995, p. 505) Eerst moest<strong>en</strong> alle overgeleverde tekstgetuig<strong>en</strong><br />

beschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> geclassificeerd word<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s hun autorisatie <strong>en</strong> plaats in het<br />

stemma. Daarna kond<strong>en</strong> ‘fout<strong>en</strong>’ gecorrigeerd word<strong>en</strong>. Die methode werd<br />

onder meer toegepast in de uitgave van het volledige werk van Goethe (1887-<br />

1919), waar het ev<strong>en</strong>wel de bedoeling was om de tekst<strong>en</strong> te reconstruer<strong>en</strong><br />

naar Goethes laatste int<strong>en</strong>ties. 6 Al snel echter beseft<strong>en</strong> editeurs dat alle versies<br />

gelijkwaardig war<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de ontwikkeling van het werk c<strong>en</strong>traal moest<br />

staan. Hierdoor werd het apparaat het c<strong>en</strong>trum van de editie. In de Duitse<br />

editietheorie werd dan ook al vroeg heel veel aandacht besteed aan dat apparaat<br />

<strong>en</strong> hoe het de tekstontwikkeling optimaal kon weergev<strong>en</strong>. Onder ander<strong>en</strong><br />

Witkowski, Beibner <strong>en</strong> Zeller hield<strong>en</strong> zich bezig met het ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

uitd<strong>en</strong>k<strong>en</strong> van verfijnde variant<strong>en</strong>apparat<strong>en</strong>. (Plachta, 1995, p. 508-512)<br />

<strong>De</strong> docum<strong>en</strong>tatie <strong>en</strong> reconstructie van de tekstg<strong>en</strong>ese was met andere woord<strong>en</strong><br />

het belangrijkste doel van de Duitse editiewet<strong>en</strong>schap, <strong>en</strong> dat kon het beste<br />

word<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong> in ‘monum<strong>en</strong>tale’ historisch-kritische edities, waarin<br />

technische perfectie werd nagestreefd. Verkoopcijfers ded<strong>en</strong> er niet echt toe,<br />

want vaak werd<strong>en</strong> deze project<strong>en</strong> gefinancierd door institut<strong>en</strong> die vooral<br />

mooie <strong>en</strong> vele boekdel<strong>en</strong> wild<strong>en</strong> waarin het werk van hun auteur verzameld<br />

6 <strong>De</strong> bedoelde uitgave is de Weimareditie. Meer informatie over het tot stand kom<strong>en</strong> van deze<br />

editie is onder meer te vind<strong>en</strong> in Nutt-Kofoth (2006).<br />

Verslag<strong>en</strong> & Mededeling<strong>en</strong> / 266


was. 7 Hierdoor was er heel weinig contact met de buit<strong>en</strong>wereld <strong>en</strong> maar<br />

geringe aandacht voor wat het literatuuronderzoek van e<strong>en</strong> editie zou kunn<strong>en</strong><br />

verwacht<strong>en</strong>. Vandaag krijg<strong>en</strong> zulke groots opgezette project<strong>en</strong> amper nog geldelijke<br />

steun, maar nog steeds operer<strong>en</strong> Duitse editeurs vooral vanuit e<strong>en</strong><br />

ivor<strong>en</strong> tor<strong>en</strong>, zoals de bijdrag<strong>en</strong> in Text und Edition lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> (Nutt-Kofoth<br />

et al., 2000).<br />

Plachta <strong>en</strong> Van Vliet (2000, p. 11) stell<strong>en</strong> zich bijvoorbeeld de vraag of het<br />

nog zin heeft het werk van e<strong>en</strong> auteur in de grootst mogelijke volledigheid te<br />

editer<strong>en</strong> <strong>en</strong> of de heel erg gecompliceerde variant<strong>en</strong>apparat<strong>en</strong> de edities niet<br />

alle<strong>en</strong> door <strong>en</strong> voor editeurs mak<strong>en</strong>. Dirk Göttsche (2000, p. 48) heeft het<br />

ev<strong>en</strong> verder ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s over de gebruiksonvri<strong>en</strong>delijkheid van de variant<strong>en</strong>apparat<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> ook Nutt-Kofoth (2000, p. 166) stelt e<strong>en</strong> kloof vast tuss<strong>en</strong> de opzet<br />

<strong>en</strong> het gebruik van de historisch-kritische editie: ‘In der Regel werd<strong>en</strong> die<br />

historisch-kritisch<strong>en</strong> Ausgab<strong>en</strong> für die literaturwiss<strong>en</strong>schaftliche Interpretation<br />

kaum g<strong>en</strong>utzt.’ E<strong>en</strong> oplossing ziet hij in het c<strong>en</strong>traal stell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> werktekst<br />

die op de literatuurwet<strong>en</strong>schap is georiënteerd (2000, p. 201), dus helemaal<br />

vrij van diakritische tek<strong>en</strong>s <strong>en</strong> met variant<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ander deel van de editie.<br />

En idealiter wordt niet alle<strong>en</strong> met apparat<strong>en</strong> gewerkt, maar word<strong>en</strong> de andere<br />

versies integraal (bijvoorbeeld met behulp van facsimiles) weergegev<strong>en</strong>.<br />

2.2. nederland <strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong><br />

In Nederland is, zoals Marita Mathijs<strong>en</strong> (2003 3 , p. 27) aangeeft, pas laat de<br />

editiewet<strong>en</strong>schap als discipline ontwikkeld. In 1979 werd de eerste historischkritische<br />

editie van Gedicht<strong>en</strong> van J.C. Bloem gepubliceerd, die sam<strong>en</strong>gesteld<br />

was door A.L. Sötemann <strong>en</strong> H.T.M. van Vliet. Zij volgd<strong>en</strong> daarvoor de<br />

principes van de Duitse richting, omdat daar al e<strong>en</strong> paar wet<strong>en</strong>schappelijke<br />

edities versch<strong>en</strong><strong>en</strong> war<strong>en</strong> <strong>en</strong> de historisch-kritische editie als type theoretisch<br />

gedefinieerd <strong>en</strong> praktisch ontwikkeld was. 8 Vier jaar later, in 1983,<br />

werd het Bureau voor Basisvoorzi<strong>en</strong>ing Tekstedities in <strong>De</strong>n Haag opgericht,<br />

dat het wet<strong>en</strong>schappelijke editer<strong>en</strong> organiseerde <strong>en</strong> professionaliseerde. 9<br />

7 Voorbeeld<strong>en</strong> zijn: ‘die Grillparzer-Ausgabe anfangs im „Auftrag der Reichshaupt- und Resid<strong>en</strong>zstadt<br />

Wi<strong>en</strong>“, Beibners Hölderlin-Ausgabe zuletzt „im Auftrag des Kultusministeriums<br />

Bad<strong>en</strong>-Württemberg“ und die Düsseldorfer Heine-Ausgabe „im Auftrag der Landeshauptstadt<br />

Düsseldorf“.’ (Plachta & Van Vliet, 2000, p. 12)<br />

8 zie ook Plachta & Van Vliet (2002, p. 8-9).<br />

9 vergelijk Mathijs<strong>en</strong> (2003 3 , p. 27).<br />

Verslag<strong>en</strong> & Mededeling<strong>en</strong> / 267


<strong>De</strong> Nederlandse editiewet<strong>en</strong>schap was ev<strong>en</strong>wel van meet af aan pragmatischer,<br />

omdat geldelijke steun moeilijker te verkrijg<strong>en</strong> was. (<strong>De</strong> Bruijn, 2002, p. 114)<br />

<strong>De</strong> uitgeverij droeg e<strong>en</strong> deel van het risico, waardoor er toch iets werd verwacht<br />

van de verkoop van edities. Van in het begin hadd<strong>en</strong> editeurs met<br />

andere woord<strong>en</strong> meer oog voor het beoogde <strong>publiek</strong> dat ze probeerd<strong>en</strong> te<br />

di<strong>en</strong><strong>en</strong> door vooral het variant<strong>en</strong>apparaat heel wat e<strong>en</strong>voudiger in te richt<strong>en</strong>.<br />

The complaint voiced by German editors that the apparatus in a historical-critical<br />

edition is a giant graveyard in which the reader wanders<br />

around and finally loses his way is not, or is only rarely, heard in the<br />

Netherlands. […] This […] is undoubtedly due to the fact that the<br />

apparatus in Dutch editions has be<strong>en</strong> greatly simplified, a developm<strong>en</strong>t<br />

which has be<strong>en</strong> praised in the professional literature for increasing<br />

clarity and furthering compreh<strong>en</strong>sion. (<strong>De</strong> Bruijn, 2002, p. 118)<br />

Daarnaast werd<strong>en</strong> in het begin van de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig van de vorige eeuw ook<br />

hevige betog<strong>en</strong> gevoerd om ook aan historisch-kritische edities e<strong>en</strong> uitvoerig<br />

comm<strong>en</strong>taargedeelte toe te voeg<strong>en</strong>. Dat deel kon immers, onder meer volg<strong>en</strong>s<br />

Redbad Fokkema, het aantal lezers aanzi<strong>en</strong>lijk do<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>. 10<br />

Vlaander<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> heeft, zoals Van Raemdonck <strong>en</strong> Vanhoutte (2004,<br />

p. 119-120) aanton<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele traditie in het mak<strong>en</strong> van historisch-<br />

kritische edities <strong>en</strong> pas in 2000 werd het C<strong>en</strong>trum voor Teksteditie <strong>en</strong> Bronn<strong>en</strong>studie<br />

(CTB) opgericht, waar methodisch aan onderzoek werd gedaan.<br />

Daardoor is, zoals de auteurs terecht opmerk<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ‘Vlaamse school’ nog<br />

lang niet gedefinieerd (p. 121). Wat wel vaststaat is dat de Vlaamse praktijk<br />

eclectischer is of zoals de auteurs het uitdrukk<strong>en</strong>:<br />

Geographically situated in the middle of Europe and used to reading<br />

many languages, Flemish scholars have the unique opportunity to study<br />

and synthesize the theories and practices of the German, Fr<strong>en</strong>ch,<br />

Anglo-American, and Nordic schools of scholarly editing. Rather than<br />

accepting the guidelines or standards set by one institution, school or<br />

research group in one of these countries, Flemish editorial theorists do<br />

not hesitate to adapt governing theories and demonstrate an eclectic<br />

approach towards the theories of scholarly editing. (Van Raemdonck<br />

& Vanhoutte, 2004, p. 121)<br />

10 Aanleiding van die discussie was het verschijn<strong>en</strong> van de historisch-kritische Nijhoff-uitgave (1993)<br />

waarin de editeurs Van d<strong>en</strong> Akker <strong>en</strong> Dorleijn pleitt<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> minimalistische aanpak wat het<br />

comm<strong>en</strong>taargedeelte betreft. E<strong>en</strong> relaas van die discussie is te vind<strong>en</strong> in <strong>De</strong> Bruijn (1998).<br />

Verslag<strong>en</strong> & Mededeling<strong>en</strong> / 268


Op dit mom<strong>en</strong>t houdt de productie van edities <strong>en</strong>erzijds de wet<strong>en</strong>schappelijke<br />

leesedities op papier in, die bedoeld zijn voor e<strong>en</strong> groot <strong>publiek</strong>. Anderzijds<br />

zijn er de elektronische studie-edities die specifiek voor academici zijn<br />

bestemd.<br />

2.3. <strong>en</strong>geland <strong>en</strong> de Ver<strong>en</strong>igde stat<strong>en</strong> Van aM e r i k a<br />

In het artikel ‘The Importance of Scholarly Editing, and the Question of<br />

Standards’ mijmert Paul Eggert over de rol van de editeur. E<strong>en</strong> editeur, zoals<br />

e<strong>en</strong> uitgever of e<strong>en</strong> redactie-medewerker,<br />

mediates, according to defined or undefined standards or conv<strong>en</strong>tions,<br />

betwe<strong>en</strong> the text of a docum<strong>en</strong>t made by another and the audi<strong>en</strong>ce of<br />

the anticipated publication. (Eggert, 2002, p. 17)<br />

<strong>De</strong> editeur die e<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijk verantwoorde editie wil sam<strong>en</strong>stell<strong>en</strong>,<br />

moet daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met de overlevering van de tekst <strong>en</strong> de<br />

historische tekstvorm<strong>en</strong> respecter<strong>en</strong>, terwijl ook die editie e<strong>en</strong> weg moet vind<strong>en</strong><br />

naar het <strong>publiek</strong>.<br />

The scholarly editor’s responsibilities are and must remain fatally divided<br />

betwe<strong>en</strong> the need to respect the pastness of the past in all its details<br />

and the need to make it accessible for readers of today and the future.<br />

(Eggert, 2002, p. 19)<br />

Nochtans is die toegankelijkheid voor de lezers lange tijd niet de eerste zorg<br />

van editeurs geweest. In de Anglo-Amerikaanse wereld was dat in de eerste<br />

plaats het reconstruer<strong>en</strong> van de tekst zoals de auteur die bedoeld zou hebb<strong>en</strong>.<br />

Uit het onderzoek naar het werk van Shakespeare ontstond<strong>en</strong> aan het begin<br />

van de twintigste eeuw twee richting<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de editiewet<strong>en</strong>schap, namelijk<br />

de ‘best-text’ <strong>en</strong> de ‘copy-text’ theorie. 11 In de eerste b<strong>en</strong>adering ging de<br />

editeur ervan uit dat de tekst die het dichtst bij de laatste auteursint<strong>en</strong>tie in de<br />

buurt kwam moest word<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong>, <strong>en</strong> daarin werd<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel evid<strong>en</strong>te fout<strong>en</strong><br />

gecorrigeerd. <strong>De</strong> ‘copy-text’ theorie werd theoretisch gefundeerd door<br />

W.W. Greg to<strong>en</strong> hij in 1950 het invloedrijke artikel ‘The rationale of copytext’<br />

publiceerde (Greg, 1950-1951). Daarin pleitte Greg voor het toelat<strong>en</strong> van<br />

em<strong>en</strong>datie tot op het niveau van de variant<strong>en</strong>. <strong>De</strong> basis van zijn ‘rationale’<br />

11 Zie onder meer Tanselle (1995, p. 20-23).<br />

Verslag<strong>en</strong> & Mededeling<strong>en</strong> / 269


war<strong>en</strong> de observaties dat in de R<strong>en</strong>aissance drukkers zich grotere vrijhed<strong>en</strong><br />

veroorloofd<strong>en</strong> wat de spelling <strong>en</strong> de leestek<strong>en</strong>s betrof (de ‘accid<strong>en</strong>tals’) dan<br />

de woord<strong>en</strong> (de ‘substantives’) <strong>en</strong> dat auteurs bij het nakijk<strong>en</strong> van proev<strong>en</strong><br />

vooral op de woord<strong>en</strong> lett<strong>en</strong>. Greg concludeerde daaruit dat e<strong>en</strong> editeur als<br />

‘copy-text’ de tekstversie moest nem<strong>en</strong> die volg<strong>en</strong>s de overlevering het meest<br />

verwant was met het manuscript van de auteur, omdat die versie waarschijnlijk<br />

nog het grootste aantal ‘accid<strong>en</strong>tals’ van de auteur zelf bevatte. Latere<br />

geautoriseerde ‘substantives’ <strong>en</strong> correcties van de auteur di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> dan door de<br />

editeur aan de versie toegevoegd te word<strong>en</strong>. Op deze manier ontstond e<strong>en</strong><br />

eclectische tekst, e<strong>en</strong> tekst die als zodanig nooit bestaan had. Fredson Bowers<br />

nam de theorie van Greg over <strong>en</strong> ontwikkelde die verder, zodat ze ook bruikbaar<br />

zou zijn bij het opstell<strong>en</strong> van edities van werk<strong>en</strong> waarvan er naast drukk<strong>en</strong><br />

ook handschrift<strong>en</strong> overgeleverd war<strong>en</strong>.<br />

Op basis van de theorie van Greg <strong>en</strong> Bowers werd in 1963 het ‘C<strong>en</strong>ter for<br />

Editions of American Authors’ (CEAA) opgericht, waaruit in 1976 het ‘Committee<br />

on Scholarly Editions’ (CSE) ontstond. Dat wet<strong>en</strong>schappelijke orgaan<br />

gaf advies aan editeurs, voerde kwaliteitscontroles uit <strong>en</strong> waakte er over dat<br />

bepaalde norm<strong>en</strong> gehaald werd<strong>en</strong> (Nowak, 1996, p. 2). Eén van hun eis<strong>en</strong> was<br />

dat de editie e<strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong>de leestekst vrij van variant<strong>en</strong> moest bevatt<strong>en</strong>,<br />

want zoals in de beginselverklaring van het CSE stond:<br />

The CSE is by no means concerned solely with full-scale scholarly<br />

editions, multivolume editions, or editions published only in hard<br />

covers. Indeed, one of its aims is to foster the dissemination of reliable<br />

texts in single volumes appropriate for classroom use and available to<br />

the g<strong>en</strong>eral reading public. 12<br />

Met andere woord<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> editie mocht niet langer <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> beperkt <strong>publiek</strong>,<br />

meerbepaald literatuurwet<strong>en</strong>schappers, di<strong>en</strong><strong>en</strong>, ook het literatuuronderwijs <strong>en</strong><br />

geïnteresseerde lezers moest<strong>en</strong> met de editie kunn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>. Ondanks deze<br />

goede bedoeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> het revolutionaire standpunt vergelek<strong>en</strong> met de andere<br />

schol<strong>en</strong>, werd er niet bij stilgestaan dat lezers met die ‘reliable texts’ niet veel<br />

kond<strong>en</strong> aanvang<strong>en</strong>.<br />

Pas vanaf de jar<strong>en</strong> 1980 kwam daar verandering in. M<strong>en</strong> realiseerde zich dat<br />

eclectische tekst<strong>en</strong> vaak heel sterk afwek<strong>en</strong> van de versies die voor de receptie<br />

belangrijk war<strong>en</strong> geweest. Dat <strong>en</strong> de erk<strong>en</strong>ning dat de laatste int<strong>en</strong>tie van<br />

12 [26 augustus 2009]<br />

Verslag<strong>en</strong> & Mededeling<strong>en</strong> / 270


de auteur niet alle<strong>en</strong>zaligmak<strong>en</strong>d was, zorgd<strong>en</strong> ervoor dat de principes van<br />

Greg <strong>en</strong> Bowers op de helling kwam<strong>en</strong> te staan. <strong>De</strong> meest invloedrijke verteg<strong>en</strong>woordiger<br />

van deze breuk was Jerome McGann.<br />

McGann is vooral bek<strong>en</strong>d van zijn pleidooi<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> contextuele editietheorie<br />

<strong>en</strong> -praktijk. In A critique of modern textual criticism (1983) <strong>en</strong> later<br />

in The textual condition (1991) beargum<strong>en</strong>teerde hij dat literatuur in ess<strong>en</strong>tie<br />

e<strong>en</strong> sociale daad is <strong>en</strong> dat de schrijver altijd wordt beïnvloed door <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong><br />

is bij verschill<strong>en</strong>de culturele instituties van publicatie tot receptie.<br />

<strong>De</strong> auteur was met andere woord<strong>en</strong> niet de belangrijkste bron van betek<strong>en</strong>is<br />

<strong>en</strong> waarde <strong>en</strong> edities op basis van de laatste auteursint<strong>en</strong>tie creëerd<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

verkeerd beeld. Vanuit die gedachtegang begon McGann te werk<strong>en</strong> aan het<br />

Rossetti Archive, e<strong>en</strong> digitaal archief rond <strong>en</strong> met het werk van Dante Gabriel<br />

Rossetti. In Radiant textuality (2001) deed hij verslag van de werkzaamhed<strong>en</strong><br />

aan dat project <strong>en</strong> ging hij dieper in op de implicaties die aan het creër<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> digitaal archief verbond<strong>en</strong> war<strong>en</strong>.<br />

McGann (2001, p. 55-57) stelt t<strong>en</strong> eerste vast dat het boek steeds de ultieme<br />

informatiebron geweest is. Die vorm br<strong>en</strong>gt echter ook limiet<strong>en</strong> met zich mee.<br />

Omdat niet alle versies kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> de variant<strong>en</strong><br />

bijvoorbeeld in ell<strong>en</strong>lange lijst<strong>en</strong> met diakritische tek<strong>en</strong>s opgesomd. Hierdoor<br />

zijn die edities zo goed als onbruikbaar. E<strong>en</strong> andere beperking is dat <strong>en</strong>kel de<br />

semantische inhoud van de tekst kan word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Opvoering<strong>en</strong> van<br />

toneelstukk<strong>en</strong>, uitvoering<strong>en</strong> van lieder<strong>en</strong> of de bibliografische code van het<br />

boek kan m<strong>en</strong> niet aanbied<strong>en</strong>. 13 Digitale archiev<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> t<strong>en</strong> tweede toe door<br />

e<strong>en</strong> grote massa materiaal te naviger<strong>en</strong> <strong>en</strong> die docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, of del<strong>en</strong> daarvan,<br />

te verbind<strong>en</strong> via complexe structur<strong>en</strong>. <strong>De</strong> gebruiker krijgt dus heel veel materiaal<br />

direct op het scherm <strong>en</strong> moet de verschill<strong>en</strong>de tekstversies niet langer uit<br />

de variant<strong>en</strong>apparat<strong>en</strong> reconstruer<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> slotte br<strong>en</strong>gt e<strong>en</strong> archief met zich<br />

mee dat de vrijheid van de gebruiker wordt gegarandeerd. Er is ge<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale<br />

tekst waarrond de overige docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> georganiseerd zijn <strong>en</strong> de editeur voert<br />

ge<strong>en</strong> ingrep<strong>en</strong> door in de verschill<strong>en</strong>de tekstversies.<br />

McGanns opvatting<strong>en</strong> k<strong>en</strong>d<strong>en</strong> heel wat navolging, maar ook teg<strong>en</strong>standers.<br />

Dirk van Hulle (1998, p. 99-100) noemt onder meer G. Thomas Tanselle <strong>en</strong><br />

13 <strong>De</strong> bibliografische code plaatst McGann teg<strong>en</strong>over de linguïstische code (de woord<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

tekst) <strong>en</strong> is niet helemaal hetzelfde als de ‘paratekst’ zoals die onder meer wordt beschrev<strong>en</strong><br />

door G<strong>en</strong>ette. <strong>De</strong> bibliografische codes zijn de materiële <strong>en</strong> institutionele omstandighed<strong>en</strong> die<br />

e<strong>en</strong> tekst omring<strong>en</strong>.<br />

Verslag<strong>en</strong> & Mededeling<strong>en</strong> / 271


Ian Small, die erop wez<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> archief toch niet zo neutraal was als het<br />

leek. 14 Peter Shillingsburg zag dan weer andere nadel<strong>en</strong>:<br />

An archive of texts with links and annotations has the advantage of<br />

reducing the exercise of individual judgm<strong>en</strong>t to a minimum. The disadvantages<br />

of archives are that they are clumsy, daunting, tedious, and<br />

overwhelming to use. (Shillingsburg, 1998, p. 148)<br />

3. Boek of digitaal<br />

In Text Editing, Print and the Digital World zijn het vooral de artikels van<br />

Kathryn Sutherland, Edward Vanhoutte <strong>en</strong> Linda Bree <strong>en</strong> James McLaverty<br />

die zich buig<strong>en</strong> over de vraag of digitale archiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> edities voldo<strong>en</strong> aan de<br />

verwachting<strong>en</strong> van literatuurwet<strong>en</strong>schappers. 15 Sutherland (2009, p. 14) stelt<br />

vast dat vooral in het comm<strong>en</strong>taargedeelte de discrepantie tuss<strong>en</strong> editeurs <strong>en</strong><br />

de doelgroep duidelijk wordt. Editeurs gev<strong>en</strong> immers het liefste zo weinig<br />

mogelijk comm<strong>en</strong>taar, omdat dat onderdeel altijd als het minst wet<strong>en</strong>schappelijke<br />

(lees: meest interpretatieve) werd beschouwd. Literatuurwet<strong>en</strong>schappers<br />

daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> uitgebreide annotaties <strong>en</strong> e<strong>en</strong> comm<strong>en</strong>taar in e<strong>en</strong><br />

editie, omdat zij ervan uitgaan dat de editeur de uitgelez<strong>en</strong> persoon is om die<br />

informatie te verstrekk<strong>en</strong>.<br />

Sutherland vermoedt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> verandering van medium niet mete<strong>en</strong><br />

meer gebruikers zal oplever<strong>en</strong>.<br />

If we have lived through a c<strong>en</strong>tury of cheerful disregard for or simple<br />

trust in our major paper critical editions by most professional readers<br />

(and I do not think this is an exaggeration) what makes us believe that<br />

a new medium will provoke a new, <strong>en</strong>gaged response? (p. 19)<br />

En dat zal zeker niet het geval zijn als editeurs er blijv<strong>en</strong> van uitgaan dat elke<br />

gebruiker zijn of <strong>haar</strong> eig<strong>en</strong> editeur wil zijn. Integ<strong>en</strong>deel, volg<strong>en</strong>s Sutherland<br />

14 Van Hulle (1998, p. 99) schrijft: ‘Dat “docum<strong>en</strong>tary editions” of hypertext-archiev<strong>en</strong> zoals<br />

dat van McGann minder inm<strong>en</strong>ging van de editeur zoud<strong>en</strong> verg<strong>en</strong> is slechts e<strong>en</strong> indruk. Data<br />

moet<strong>en</strong> ingegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>; de keuze welke gegev<strong>en</strong>s opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke niet, <strong>en</strong> de<br />

manier waarop ze gepres<strong>en</strong>teerd zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, is bepaald door de editeur. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is elke<br />

transcriptie op zich al e<strong>en</strong> interpretatie.’<br />

15 Respectievelijk zijn dat ‘Being critical: Paper-based Editing and the Digital Environm<strong>en</strong>t’,<br />

‘Every Reader his own Bibliographer – An Absurdity?’ <strong>en</strong> ‘The Cambridge Edition of the<br />

Works of Jonathan Swift and the Future of the Scholarly Edition’.<br />

Verslag<strong>en</strong> & Mededeling<strong>en</strong> / 272


wil de gebruiker e<strong>en</strong> editie met de tekstversies geord<strong>en</strong>d <strong>en</strong> met elkaar in<br />

verband gebracht door de editeur. Sowieso lijkt Sutherland niet mete<strong>en</strong><br />

gevond<strong>en</strong> voor het nieuwe medium, omdat het nog te weinig bestudeerd is.<br />

Daarnaast kunn<strong>en</strong> facsimiles niet de volledige bibliografische code weergev<strong>en</strong>,<br />

in teg<strong>en</strong>stelling tot wat McGann beweert. Enkel het uitzicht van het boek<br />

kan nagebootst word<strong>en</strong>, maar dat is maar één aspect. Hoe e<strong>en</strong> boek voelt <strong>en</strong><br />

hoeveel het weegt, zijn volg<strong>en</strong>s Sutherland ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s cruciale elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die<br />

op e<strong>en</strong> of andere manier de betek<strong>en</strong>is van e<strong>en</strong> literair werk mee bepal<strong>en</strong>:<br />

‘A book doesn’t simply contain the inscription of a text, it is the inscription.’<br />

(p. 21)<br />

Daarom is volg<strong>en</strong>s Sutherland de literatuurwet<strong>en</strong>schapper nog steeds het<br />

meest gedi<strong>en</strong>d met e<strong>en</strong> stabiele tekst in boekvorm zonder e<strong>en</strong> weergave van<br />

de variant<strong>en</strong>. Digitaal kunn<strong>en</strong> dan wel de andere versies van de tekst kom<strong>en</strong>,<br />

zodat tekstvergelijking mogelijk wordt, maar de editie op papier blijft c<strong>en</strong>traal<br />

staan.<br />

Edward Vanhoutte, ziet daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> meer toekomst in het nieuwe medium,<br />

maar stelt in het artikel ‘Every Reader his own Bibliographer – An Absurdity?’<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s vast dat lezers van wet<strong>en</strong>schappelijke edities behoorlijk moeilijk<br />

te vind<strong>en</strong> zijn. Die lezers zijn daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> vooral geïnteresseerd in de<br />

leestekst <strong>en</strong> het comm<strong>en</strong>taargedeelte <strong>en</strong> minder in de g<strong>en</strong>ese <strong>en</strong> de variant<strong>en</strong>.<br />

Vanhoutte schrijft:<br />

[W]e are creating the wrong types of editions ev<strong>en</strong> for the obvious<br />

supporters inside the scholarly community. How did that happ<strong>en</strong>?<br />

I argue that the diverse theories of the various editorial traditions have<br />

resulted in ambiguous and ambidextrous scholarly editions that are<br />

estranged from their primary users. (Vanhoutte, 2009, p. 104)<br />

<strong>De</strong> editeur moet daarom opnieuw to<strong>en</strong>adering zoek<strong>en</strong> tot zijn <strong>publiek</strong>, <strong>en</strong> het<br />

digitale medium is daar uitermate geschikt voor. Meer opslagcapaciteit<br />

beschikbaar, toegang tot afbeelding<strong>en</strong> <strong>en</strong> facsimiles <strong>en</strong> het weergev<strong>en</strong> van alle<br />

tekstversies zijn de grote voordel<strong>en</strong>. Vanhoutte onderscheidt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> twee<br />

soort<strong>en</strong> edities: de leeseditie of de minimale editie <strong>en</strong> de historisch-kritische<br />

editie of de maximale editie (p. 100). <strong>De</strong> minimale editie biedt één leestekst<br />

aan, ev<strong>en</strong>tueel aangevuld met annotaties, met e<strong>en</strong> editeur die optreedt als<br />

bewaarder van de tekst. <strong>De</strong> maximale editie toont aan dat e<strong>en</strong> tekst altijd in<br />

beweging is, doordat e<strong>en</strong> editeur nauwgezet alle versies van e<strong>en</strong> werk aanreikt.<br />

Op deze manier is het mogelijk om e<strong>en</strong> kritisch geëditeerde leestekst<br />

aan te bied<strong>en</strong> die de gebruiker zo belangrijk vindt. En tegelijkertijd zorgt dit<br />

Verslag<strong>en</strong> & Mededeling<strong>en</strong> / 273


model ervoor dat het werk van de editeur kan gecontroleerd word<strong>en</strong> door<br />

verschill<strong>en</strong>de versies van de tekst op te roep<strong>en</strong>.<br />

Voor Linda Bree <strong>en</strong> James McLaverty ligt de oplossing om de afstand tuss<strong>en</strong><br />

de literatuurwet<strong>en</strong>schapper <strong>en</strong> de editie te verklein<strong>en</strong> in nog e<strong>en</strong> andersoortige<br />

editie. Zij trekk<strong>en</strong> voor hun project met de verzamelde werk<strong>en</strong> van Jonathan<br />

Swift nog volop de kaart van de editie in boekvorm, weliswaar aangevuld met<br />

e<strong>en</strong> elektronisch deel. Voor h<strong>en</strong> heeft zo’n editie nog steeds heel veel (vooral<br />

praktische) voordel<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van digitale edities. Er is bijvoorbeeld<br />

minder technische k<strong>en</strong>nis vereist <strong>en</strong> de editie kan per boekdeel afgewerkt<br />

word<strong>en</strong>. Daarnaast verkop<strong>en</strong> gedrukte edities beter, <strong>en</strong> is het duidelijk wie wat<br />

krijgt van de winst. Digitale edities, daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>, zijn t<strong>en</strong> eerste duurder om<br />

te producer<strong>en</strong>, <strong>en</strong> er kan ook ge<strong>en</strong> vergoeding gevraagd word<strong>en</strong> om ze te<br />

consulter<strong>en</strong>. Ze bevatt<strong>en</strong> immers vaak al materiaal dat erg<strong>en</strong>s anders vrij te<br />

vind<strong>en</strong> is (zoals bijvoorbeeld via Google). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> digitale edities<br />

ook veel onderhoud, terwijl na de publicatie van e<strong>en</strong> boek de auteur zich niets<br />

meer (of weinig) van het werk hoeft aan te trekk<strong>en</strong>. Daarnaast w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> literatuurwet<strong>en</strong>schappers<br />

nog veel meer e<strong>en</strong> gedrukte tekst <strong>en</strong> is het niet zeker of<br />

dat mete<strong>en</strong> zal verander<strong>en</strong>.<br />

We still see the value of printed volumes, in each of which a scholar,<br />

or pair of scholars, who have sp<strong>en</strong>t years working in a dedicated way<br />

with the text and its contextual information are able to pres<strong>en</strong>t the fruits<br />

of that study in a form which <strong>en</strong>ables the scholarly reader to find,<br />

within the pages of a book, a reliable text produced on principles<br />

clearly explained and with detail of variants from the chos<strong>en</strong> copy text,<br />

information on how the work was produced and with which large or<br />

small variants, and informed explanation of historical, cultural, literary<br />

and linguistic issues. And there is, after all, at the very least, something<br />

appropriate about reproducing in printed form a work originally int<strong>en</strong>ded<br />

and designed as a printed book or pamphlet. (Bree & McLaverty,<br />

2009, p. 131)<br />

Het project rond Swift zal concreet e<strong>en</strong> leestekst in boekvorm aanbied<strong>en</strong>, aangevuld<br />

met e<strong>en</strong> inleiding die het werk in e<strong>en</strong> literaire <strong>en</strong> historische context<br />

plaatst, e<strong>en</strong> lijst met em<strong>en</strong>daties <strong>en</strong> variant<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> verantwoording van de<br />

keuze van de basistekst. Het elektronische deel, opgevat als archief, zal alle<br />

versies van het werk bevatt<strong>en</strong> begeleid door e<strong>en</strong> essay dat gedetailleerd weergeeft<br />

welke plaats de versie in de ontstaansgeschied<strong>en</strong>is van het werk heeft.<br />

Dat elektronische deel zal overig<strong>en</strong>s door het CTB gerealiseerd word<strong>en</strong>.<br />

Verslag<strong>en</strong> & Mededeling<strong>en</strong> / 274


4. Welk doelpuBliek!?<br />

Dit overzicht van de geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> ontwikkeling van het editer<strong>en</strong> in de<br />

verschill<strong>en</strong>de schol<strong>en</strong> maakt e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander duidelijk. T<strong>en</strong> eerste wordt de term<br />

‘literatuurwet<strong>en</strong>schapper’ nogal achteloos aangew<strong>en</strong>d. Maar heel weinig editeurs<br />

lijk<strong>en</strong> zich af te vrag<strong>en</strong> wie achter dat begrip zou kunn<strong>en</strong> schuilgaan. 16<br />

Vrag<strong>en</strong> zoals ‘bij welk soort literatuuronderzoek zijn edities bruikbaar’ <strong>en</strong><br />

‘welke onderdel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> editie zijn w<strong>en</strong>selijk voor literatuuronderzoek’<br />

word<strong>en</strong> te weinig gesteld. <strong>De</strong> primaire doelgroep van de wet<strong>en</strong>schappelijke<br />

edities is met andere woord<strong>en</strong> niet g<strong>en</strong>oeg bestudeerd <strong>en</strong> gedefinieerd. Hier<br />

<strong>en</strong> daar word<strong>en</strong> wel verschill<strong>en</strong>de groep<strong>en</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerd, maar dan al te<br />

vaak op basis van lang geled<strong>en</strong> vastgelegde editieregels, waarbij de doelstelling<br />

van de editeur of de aard van de tekst bepaalt hoe e<strong>en</strong> tekstuitgave wordt<br />

ingericht. 17 Dat betek<strong>en</strong>t dat het nog steeds de editeurs zelf zijn die besliss<strong>en</strong><br />

hoe edities word<strong>en</strong> vormgegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke project<strong>en</strong> kans van slag<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />

Hierbij komt dat het digitale medium het probleem niet echt oplost. Integ<strong>en</strong>deel,<br />

de verschill<strong>en</strong>de bijdrag<strong>en</strong> in Text Editing, Print and the Digital World<br />

lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat heel snel wordt vervall<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> discussie over de keuze tuss<strong>en</strong><br />

het papier<strong>en</strong> <strong>en</strong> het digitale medium. Zolang er ge<strong>en</strong> cons<strong>en</strong>sus is over de<br />

vraag waar het literatuuronderzoek mee zou gedi<strong>en</strong>d zijn, is die ev<strong>en</strong>wel vrij<br />

zinloos.<br />

Er moet bijgevolg nog meer <strong>en</strong> efficiënter teruggekoppeld word<strong>en</strong> naar wat<br />

er in andere disciplines gebeurt. Dat betek<strong>en</strong>t niet dat de editie aan wet<strong>en</strong>schappelijkheid<br />

moet inboet<strong>en</strong>, nog steeds moet die sam<strong>en</strong>gesteld word<strong>en</strong><br />

volg<strong>en</strong>s de viger<strong>en</strong>de norm<strong>en</strong> van de discipline. Op deze manier hebb<strong>en</strong><br />

literatuurwet<strong>en</strong>schappers e<strong>en</strong> betrouwbare tekstuitgave voor hand<strong>en</strong>. Dat<br />

betek<strong>en</strong>t wel dat de nod<strong>en</strong> van literatuurwet<strong>en</strong>schappers beter in kaart moet<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> gebracht. E<strong>en</strong> initiatief in die zin is Bert Van Raemdoncks USERproject<br />

dat aan het CTB wordt uitgevoerd. In dit onderzoek, g<strong>en</strong>aamd Using<br />

Scholarly Editions for Research, verzamelt hij gegev<strong>en</strong>s aan de hand van e<strong>en</strong><br />

tweetalige vrag<strong>en</strong>lijst over het gebruik van digitale briev<strong>en</strong>corpora <strong>en</strong> tekstedities.<br />

Die is in het bijzonder opgesteld om e<strong>en</strong> vollediger beeld te krijg<strong>en</strong><br />

van de gebruikers van onder meer de ‘Corpusverzameling <strong>en</strong> online editie<br />

16 Vanhoutte (2009, p. 100) merkt op: ‘The audi<strong>en</strong>ce for scholarly editions of any kind is illdefined<br />

and g<strong>en</strong>erally overestimated.’<br />

17 3 Zie bijvoorbeeld Mathijs<strong>en</strong> (2003 , p. 38-40) <strong>en</strong> de bepaling<strong>en</strong> over het vaststell<strong>en</strong> van het<br />

doel<strong>publiek</strong>.<br />

Verslag<strong>en</strong> & Mededeling<strong>en</strong> / 275


van de correspond<strong>en</strong>tie rond het tijdschrift Van Nu <strong>en</strong> Straks’ die in voorbereiding<br />

is. 18<br />

E<strong>en</strong> groter probleem is dat editeurs zich al te vaak op de professionele lezer<br />

conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong>, terwijl het zeker ook de bedoeling zou moet<strong>en</strong> zijn dat met<br />

één editie zoveel mogelijk lezersgroep<strong>en</strong> bereikt word<strong>en</strong>. Er is alle<strong>en</strong> al te<br />

weinig geld om van e<strong>en</strong>zelfde werk of auteur verschill<strong>en</strong>de edities sam<strong>en</strong><br />

te stell<strong>en</strong>. <strong>Editiewet<strong>en</strong>schap</strong> moet di<strong>en</strong>stbaar zijn, <strong>en</strong> dan vooral voor de<br />

lezer, <strong>en</strong> tracht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zo breed mogelijk <strong>publiek</strong> te bereik<strong>en</strong>, te beginn<strong>en</strong> in<br />

het onderwijs. Dat <strong>publiek</strong> valt ev<strong>en</strong>wel moeilijk te bepal<strong>en</strong>. Allereerst<br />

is het lez<strong>en</strong> van klassieke, geëditeerde tekst<strong>en</strong> in het huidige cultuur- of<br />

medialandschap alles behalve e<strong>en</strong> modieuze activiteit. In het rapport<br />

‘Lez<strong>en</strong> we nog?’ stelt Ni<strong>en</strong>ke de Vries in opdracht van Stichting Lez<strong>en</strong> vast<br />

dat ‘[l]ez<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> aloude <strong>en</strong> lang geliefde bezigheid in de vrije tijd, steeds<br />

minder populair [wordt].’ (<strong>De</strong> Vries, 2007, p. 10) T<strong>en</strong> tweede is nog maar<br />

heel weinig onderzoek verricht naar het in kaart br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van lezersgroep<strong>en</strong>,<br />

ook wat de methodologie betreft. Onlangs heeft Theo Witte wel voor het<br />

bestuder<strong>en</strong> van de literaire ontwikkeling van leerling<strong>en</strong> in het voortgezet<br />

onderwijs e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t ontwikkeld, maar hij geeft zelf toe dat er nog heel<br />

veel werk moet gebeur<strong>en</strong>. 19<br />

In zijn proefschrift onderscheidt hij onder meer <strong>en</strong>kel in de tweede fase van<br />

het voortgezet onderwijs in Nederland al zes niveaus van literaire compet<strong>en</strong>tie<br />

met betrekking tot het lez<strong>en</strong> van moderne romans (Witte, 2008a, p. 107).<br />

Om de ontwikkeling van elk van die niveaus te stimuler<strong>en</strong> is het vervolg<strong>en</strong>s<br />

nodig dat ‘het juiste boek op het juiste mom<strong>en</strong>t’ wordt gelez<strong>en</strong> (p. 20). Niet<br />

elke roman is geschikt om in de bov<strong>en</strong>bouw van het secundaire onderwijs<br />

gelez<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>, zoals bijlage twee achteraan in zijn boek verduidelijkt. Dat<br />

br<strong>en</strong>gt met zich mee dat alle<strong>en</strong> al de lijstjes met te editer<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> er heel<br />

anders zoud<strong>en</strong> uitzi<strong>en</strong> als de editiewet<strong>en</strong>schap zich ook meer op het literatuuronderwijs<br />

zou conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong>.<br />

18 [7 januari 2010]<br />

19 Witte (2008b, p. 27) doet daarom <strong>en</strong>kele aanbeveling<strong>en</strong>: ‘Aanbeveling<strong>en</strong> voor verder onderzoek<br />

hebb<strong>en</strong> betrekking op de replicatie van del<strong>en</strong> van dit onderzoek. Ook is aanvull<strong>en</strong>d onderzoek<br />

nodig naar de literaire ontwikkeling van jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> van vwo-leerling<strong>en</strong> op de niveaus 4,<br />

5 <strong>en</strong> 6. Daarnaast is het van belang dat op e<strong>en</strong> vergelijkbare wijze onderzoek wordt gedaan<br />

naar het poëzieonderwijs. Er is ook e<strong>en</strong> aanbeveling gedaan voor e<strong>en</strong> onderzoek naar de didactische<br />

condities voor literatuurgeschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> het lez<strong>en</strong> van oude tekst<strong>en</strong>. Verder ligt het voor<br />

de hand om het stelsel van ontwikkelingsniveaus uit te breid<strong>en</strong> naar het basisonderwijs, de<br />

onderbouw <strong>en</strong> naar het academische literatuuronderwijs.’<br />

Verslag<strong>en</strong> & Mededeling<strong>en</strong> / 276


Minutieus lezersonderzoek is met andere woord<strong>en</strong> niet zo e<strong>en</strong>voudig uit te<br />

voer<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t ev<strong>en</strong>wel niet dat de editeur deze problematiek kan neger<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> makers van edities moet<strong>en</strong> er zich bewust van word<strong>en</strong> dat ‘de’ lezer<br />

niet bestaat <strong>en</strong> dat er verschill<strong>en</strong>de lezersgroep<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> editie bedi<strong>en</strong>d moet<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Praktisch gezi<strong>en</strong> vereist dat e<strong>en</strong> heel flexibel basismodel<br />

waarin gemakkelijk aanpassing<strong>en</strong> voor de verschill<strong>en</strong>de doelgroep<strong>en</strong> doorgevoerd<br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. <strong>De</strong> editie die het beste als gietvorm kan di<strong>en</strong><strong>en</strong> is e<strong>en</strong><br />

hybride editie.<br />

5. kloos’ Verz<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> hyBride editie 20<br />

E<strong>en</strong> hybride editie wordt door Harold Short als e<strong>en</strong> ‘ideale’ vorm omschrev<strong>en</strong>.<br />

Thus I do not see ‘hybrid’ as merely an intermediate stage betwe<strong>en</strong><br />

‘paper’ and ‘digital’; rather as something long term, perhaps ev<strong>en</strong> in<br />

some way ‘ideal’, in which a paper or material original is preserved<br />

and treasured for what it is, and the electronic is exploited for what it<br />

makes possible. (Short, 2006, p. 16)<br />

<strong>De</strong> hybride editie verschijnt met andere woord<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> op papier of niet<br />

alle<strong>en</strong> digitaal, maar bestaat <strong>en</strong>erzijds uit e<strong>en</strong> boekdeel <strong>en</strong> anderzijds uit e<strong>en</strong><br />

digitaal deel, elk met e<strong>en</strong> heel specifieke functie. <strong>De</strong>ze twee del<strong>en</strong> zijn bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

volledig complem<strong>en</strong>tair <strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> de editie. Het boekdeel noch<br />

het digitale deel kan apart bestaan <strong>en</strong> het eerste deel is ge<strong>en</strong>szins ondergeschikt<br />

aan het tweede of omgekeerd. Daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> wordt het digitale deel<br />

expliciet als e<strong>en</strong> editie opgevat <strong>en</strong> dus niet als e<strong>en</strong> archief.<br />

Hybride edities k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> nog ge<strong>en</strong> lange traditie, zoals Christian Janss (2004,<br />

p. 125) opmerkt, <strong>en</strong> nog maar weinig edities hebb<strong>en</strong> zich expliciet als e<strong>en</strong> hybride<br />

uitgave geprofileerd. Eén van de weinige edities die zich wel expliciet zo concipieert,<br />

is de editie van Stijn Streuvels’ <strong>De</strong> teleurgang van d<strong>en</strong> Waterhoek (1999-<br />

2000) door Marcel <strong>De</strong> Smedt <strong>en</strong> Edward Vanhoutte (Streuvels, 1999; <strong>De</strong> Smedt<br />

& Vanhoutte, 2000). Die editie bestaat uit e<strong>en</strong> CD-Rom die de volledige tekst<br />

van <strong>en</strong>kele versies bevat <strong>en</strong> e<strong>en</strong> boek met e<strong>en</strong> kritische leestekst. Geheel in de<br />

20 <strong>De</strong> verz<strong>en</strong> van Kloos versch<strong>en</strong><strong>en</strong> in drie bundels: Verz<strong>en</strong> (1894), Verz<strong>en</strong> II (1902) <strong>en</strong> Verz<strong>en</strong><br />

III (1913). <strong>De</strong> eerste bundel werd driemaal herdrukt (respectievelijk in 1902, 1917 <strong>en</strong> 1932),<br />

Verz<strong>en</strong> II k<strong>en</strong>de één herdruk in 1923. E<strong>en</strong> uitgebreide drukgeschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> andere bijzonderhed<strong>en</strong><br />

vooral wat die eerste druk betreft zijn te vind<strong>en</strong> in C. Cailliau (2009).<br />

Verslag<strong>en</strong> & Mededeling<strong>en</strong> / 277


traditie van de Duitse editiewet<strong>en</strong>schap ziet Janss het digitale deel ev<strong>en</strong>wel<br />

vooral geschikt voor het herberg<strong>en</strong> van de variant<strong>en</strong>. Als het apparaat immers<br />

makkelijker te ‘lez<strong>en</strong>’ valt, zal de editie meer lezers aansprek<strong>en</strong>, of daar gaat<br />

m<strong>en</strong> toch van uit. Mijns inzi<strong>en</strong>s lost dat maar t<strong>en</strong> dele de terecht aangehaalde<br />

problem<strong>en</strong> in de bundel Text Editing op, <strong>en</strong> daarom zal de op stapel staande<br />

editie van de verz<strong>en</strong> van Kloos nog net iets anders ingericht word<strong>en</strong>.<br />

Op papier komt in ieder geval e<strong>en</strong> kritisch geëditeerde leestekst <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

beknopte tekstverantwoording. Op die manier is e<strong>en</strong> citeerbare tekst, onmisbaar<br />

voor het onderzoek, binn<strong>en</strong> ieders handbereik. T<strong>en</strong> tweede kan e<strong>en</strong> boekdeel<br />

grotere project<strong>en</strong> legitimer<strong>en</strong> <strong>en</strong> lezers aanmoedig<strong>en</strong> om ook het digitale<br />

deel erbij te nem<strong>en</strong>. Tot slot is in e<strong>en</strong> boek lez<strong>en</strong> nog steeds veel aang<strong>en</strong>amer<br />

dan op e<strong>en</strong> scherm <strong>en</strong> kan met het boekdeel als uithangbord voor de hele<br />

editie e<strong>en</strong> groter <strong>publiek</strong> bereikt word<strong>en</strong>. Daarnaast komt e<strong>en</strong> monografie over<br />

Kloos’ poëtisch werk. Die zal e<strong>en</strong> receptie- <strong>en</strong> e<strong>en</strong> ontstaansgeschied<strong>en</strong>is van<br />

de verz<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele hoofdlijn<strong>en</strong> in de evolutie van Kloos als dichter<br />

aangev<strong>en</strong>. Zoals onder meer <strong>De</strong> Bruijn (2002, p. 120-121) ook vaststelt, zijn<br />

die hoofdstukk<strong>en</strong> het populairst onder lezers. Zij gaan er immers vanuit dat<br />

de editeur het werk door <strong>en</strong> door k<strong>en</strong>t. Die monografie komt op papier, om<br />

het lez<strong>en</strong> ervan aang<strong>en</strong>amer te mak<strong>en</strong>, maar ook digitaal, zodat de tekst makkelijk<br />

doorzoekbaar is op bijvoorbeeld person<strong>en</strong> of verz<strong>en</strong>.<br />

Het digitale deel zal ontwikkeld word<strong>en</strong> door het Huyg<strong>en</strong>s Instituut <strong>en</strong> online<br />

beschikbaar word<strong>en</strong> gesteld. Het op<strong>en</strong>ingsscherm zal t<strong>en</strong> eerste bestaan uit e<strong>en</strong><br />

korte inleiding op het werk <strong>en</strong> de auteur. Aan de linkerkant zull<strong>en</strong> daarnaast<br />

twee knopp<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> zijn, die elk e<strong>en</strong> specifieke ingang in de editie zull<strong>en</strong><br />

vorm<strong>en</strong>. Achter de eerste knop zull<strong>en</strong> alle versies zitt<strong>en</strong> die de auteur heeft<br />

verzorgd <strong>en</strong>/of toegestaan, maar ook de verschill<strong>en</strong>de drukk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de voorpublicaties<br />

in periodiek<strong>en</strong> <strong>en</strong> handschriftelijk materiaal uit onder meer het archief<br />

van de auteur. E<strong>en</strong> stemma, dat de versie of versies acc<strong>en</strong>tueert die op dat<br />

mom<strong>en</strong>t actief zijn, zal daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>d zichtbaar blijv<strong>en</strong> (bijvoorbeeld<br />

bov<strong>en</strong>aan in e<strong>en</strong> hoek). Met andere woord<strong>en</strong> alle versies die de auteur<br />

heeft verzorgd <strong>en</strong>/of toegestaan, word<strong>en</strong> integraal in de editie opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Elke bron wordt daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong> in facsimile. Op deze manier kan de<br />

editie e<strong>en</strong> indicatie gev<strong>en</strong> van de bibliografische code die onder meer door<br />

Jerome McGann is beschrev<strong>en</strong>. Daarnaast kan de gebruiker aan de hand van de<br />

facsimiles de verschill<strong>en</strong>de versies integraal bekijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> het werk van de editeur<br />

controler<strong>en</strong>. Die facsimiles zull<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s naast elkaar kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

geplaatst op het bureaublad, gedicht per gedicht. Zo zal de gebruiker zelf kunn<strong>en</strong><br />

Verslag<strong>en</strong> & Mededeling<strong>en</strong> / 278


epal<strong>en</strong> wat hij of zij op het scherm w<strong>en</strong>st te zi<strong>en</strong>, zelf e<strong>en</strong> hiërarchie opstell<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> het materiaal beter kunn<strong>en</strong> doorzoek<strong>en</strong>. Naast facsimiles zull<strong>en</strong> ook transcripties<br />

van de geautoriseerde tekstversies opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Die transcripties<br />

zull<strong>en</strong> kritisch word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong> gezuiverd van zetfout<strong>en</strong>. 21<br />

Kloos keek niet al te nauwgezet zijn drukk<strong>en</strong> na, wat betek<strong>en</strong>t dat er nog veel<br />

fout<strong>en</strong> zijn blijv<strong>en</strong> staan die binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> context ge<strong>en</strong> zinnige lezing<br />

toelat<strong>en</strong>. Elke geautoriseerde versie zal daarbij als basistekst kunn<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

de variant<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> vanuit elke versie kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgeroep<strong>en</strong>. <strong>De</strong> gebruiker<br />

zal tot slot ook comm<strong>en</strong>taar kunn<strong>en</strong> oproep<strong>en</strong>, als hij of zij die w<strong>en</strong>st te zi<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> de receptie- <strong>en</strong> ontstaansgeschied<strong>en</strong>is naast de verz<strong>en</strong> plaats<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> tweede knop zal de gebruiker doorverwijz<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> sterk vere<strong>en</strong>voudigde<br />

editie. Die zal <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> leestekst, gebaseerd op de eerste druk, bevatt<strong>en</strong><br />

van de drie bundels <strong>en</strong> comm<strong>en</strong>taar bij de verz<strong>en</strong>. 22 Concreet betek<strong>en</strong>t dat<br />

twee panel<strong>en</strong>, één met de tekst <strong>en</strong> één met comm<strong>en</strong>taar in de vorm van annotaties<br />

of zelfs vertaling<strong>en</strong>, die mete<strong>en</strong> op het scherm verschijn<strong>en</strong>. <strong>De</strong> annotaties<br />

zull<strong>en</strong> bijvoorbeeld ingevoegd word<strong>en</strong> bij moeilijke woord<strong>en</strong> of persoonsnam<strong>en</strong>.<br />

Maar ook daar waar Kloos zich bij het verz<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> baseerde op<br />

de Griekse mythologie zull<strong>en</strong> uitgebreide aantek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> aangebracht word<strong>en</strong>.<br />

23 <strong>De</strong> vertaling is dan weer ess<strong>en</strong>tieel bij de Franse <strong>en</strong> Duitse verz<strong>en</strong> die<br />

Kloos schreef. 24 Het is immers wat deze kwestie betreft zoals Marita Mathijs<strong>en</strong><br />

schrijft in het artikel ‘E<strong>en</strong> knieval voor de luie lezer?’<br />

[M]aak het de geïnteresseerde lezer makkelijk, anders haakt hij af nog<br />

voor hij goed <strong>en</strong> wel begonn<strong>en</strong> is. (Mathijs<strong>en</strong>, 2003, p. 119)<br />

21 Zo zal ook aan de eerste taak van de editiewet<strong>en</strong>schap word<strong>en</strong> voldaan, namelijk het restaurer<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> bewar<strong>en</strong> van tekst<strong>en</strong> voor het nageslacht.<br />

22 Dat betek<strong>en</strong>t uiteraard niet dat twee verschill<strong>en</strong>de edities moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gesteld. Al het<br />

b<strong>en</strong>odigde materiaal zal immers in ext<strong>en</strong>so aanwezig zijn achter de eerste knop. Drukt m<strong>en</strong> op<br />

de tweede dan wordt uit dat materiaal e<strong>en</strong> leestekst <strong>en</strong> comm<strong>en</strong>taar gereg<strong>en</strong>ereerd.<br />

23 Hiermee word<strong>en</strong> de drie langere, poëtische fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> Okeanos, Sappho <strong>en</strong> Rhodopis bedoeld<br />

die Kloos opnam in zijn eerste bundel Verz<strong>en</strong> (1894).<br />

24 Het gaat meerbepaald om de Duitse verz<strong>en</strong> (ook wel ‘Knab<strong>en</strong>klag<strong>en</strong>’ g<strong>en</strong>oemd) ‘W<strong>en</strong>n ich mich<br />

still auf dein<strong>en</strong> Well<strong>en</strong> wiege’, ‘Ich höre leise meine Seele sing<strong>en</strong>’, ‘Es hat die Welt viel liebliche<br />

Gestalt<strong>en</strong>,’, ‘Was soll mir noch Ihr schmeichlerisches Sing<strong>en</strong>,’, ‘O, zürnt nur nicht, Ihr Christ<strong>en</strong><br />

und Ascet<strong>en</strong>,’ gepubliceerd in Verz<strong>en</strong> (1894) van bladzijde 90 tot <strong>en</strong> met 94 <strong>en</strong> ‘Ich möchte<br />

schmieg<strong>en</strong> mich an j<strong>en</strong><strong>en</strong> Gliedern,’, ‘Mein armes Herz, wie wird es dir ergeh<strong>en</strong>,’, ‘Was mir im<br />

Herz<strong>en</strong> liegt, soll ich bek<strong>en</strong>n<strong>en</strong>:’, ‘Mein Herz, du hast ja lang und tief gesonn<strong>en</strong>,’, ‘O, Stund<strong>en</strong><br />

giebt’s im bunt<strong>en</strong> M<strong>en</strong>sch<strong>en</strong>leb<strong>en</strong>,’, ‘Ein Gott zu sein, zu lichterloh<strong>en</strong> Gluth<strong>en</strong>’, ‘Du weiszt, wie<br />

sehr Dich meine Klag<strong>en</strong> rief<strong>en</strong>,’, ‘Die Blume w<strong>en</strong>det ihr Gesicht zur Sonne,’ <strong>en</strong> ‘Da jetzt ein<br />

jeder Ochs, der kann begatt<strong>en</strong>,’ uit Verz<strong>en</strong> II (1902, p. 194-202). Overgeleverde Franse verz<strong>en</strong><br />

zijn: ‘O ma trop courte et délicate vie,’, ‘Oh, le doux bonheur d’être une fois sage,’ (Verz<strong>en</strong>,<br />

1894, p. 245-246) <strong>en</strong> ‘Me voici, mes amis! voyez donc où je suis:’ (Verz<strong>en</strong> II, 1902, p. 41).<br />

Verslag<strong>en</strong> & Mededeling<strong>en</strong> / 279


In ieder geval hoeft de editeur niet langer te kiez<strong>en</strong>, zoals Mathijs<strong>en</strong> de situatie<br />

in 2003 nog analyseerde:<br />

Ik vrees dat er nog maar twee weg<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> editeur zijn: Óf hij<br />

houdt zich aan de basistekst, zo secuur mogelijk <strong>en</strong> zonder compromis<br />

<strong>en</strong> hij maakt e<strong>en</strong> goede editie voor ti<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Óf hij zet rigoureus<br />

de oude taal overboord <strong>en</strong> hertaalt. […] Hertaling is de <strong>en</strong>ige weg naar<br />

de hed<strong>en</strong>daagse lezer. (p. 125)<br />

Hoewel Mathijs<strong>en</strong> het in <strong>haar</strong> tekst over de hertaling heeft van historische,<br />

Nederlandstalige werk<strong>en</strong>, is <strong>haar</strong> uitspraak mijns inzi<strong>en</strong>s ook toepasbaar op<br />

tekst<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> andere taal dan het Nederlands. We kunn<strong>en</strong> er niet van uitgaan<br />

dat elke gebruiker voldo<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>nis heeft van het Frans <strong>en</strong> het Duits om de<br />

volledige inhoud van de anderstalige verz<strong>en</strong> af te leid<strong>en</strong>. Daarom moet er<br />

assist<strong>en</strong>tie aanwezig zijn waar die nodig zou kunn<strong>en</strong> zijn. In e<strong>en</strong> hybride<br />

editie kan dat <strong>en</strong> hopelijk lukt het ook.<br />

Literatuurlijst<br />

Bree, L. & McLaverty, J. (2009). ‘The Cambridge Edition of the Works of<br />

Jonathan Swift and the Future of the Scholarly Edition.’ In <strong>De</strong>egan, M. & Sutherland,<br />

K. (red.), Text Editing, Print and the Digital World. Surrey: Ashgate,<br />

p. 127-136.<br />

Cailliau, C. (2009). ‘Jong bezield of oud bedaard? E<strong>en</strong> nieuwe editie van Willem<br />

Kloos’ Verz<strong>en</strong> <strong>en</strong> de keuze van de basistekst.’ Tijdschrift voor Nederlandse Taal-<br />

<strong>en</strong> Letterkunde 125/4: 404-418.<br />

CSE (2009). ‘Aims and Services of the Committee on Scholarly Editions.’ [7 januari 2010]<br />

<strong>De</strong> Bruijn, P. (1998). ‘<strong>Editiewet<strong>en</strong>schap</strong> in ontwikkeling. Rec<strong>en</strong>te literaire uitgav<strong>en</strong><br />

in Nederland.’ In Vanhoutte, E. & Van Hulle, D. (red.), <strong>Editiewet<strong>en</strong>schap</strong> . G<strong>en</strong>t: G<strong>en</strong>ese & KANTL, p. 37-50. <br />

[7 januari 2010]<br />

<strong>De</strong> Bruijn, P. (2002). ‘Dancing around the Grave. A History of Historical-Critical<br />

Editing in the Netherlands.’ In Plachta, B. & Van Vliet, H.T.M. (red.), Perspectives<br />

of Scholarly Editing/Perspektiv<strong>en</strong> der Textedition. Berlin: Weidler Buchverlag,<br />

p. 113-124.<br />

<strong>De</strong>egan, M. & Sutherland, K. (red.) (2009). Text Editing, Print and the Digital World.<br />

Surrey: Ashgate.<br />

<strong>De</strong> Smedt, M. & Vanhoutte, E. (2000) Stijn Streuvels, <strong>De</strong> Teleurgang van d<strong>en</strong> Waterhoek.<br />

Elektronisch-kritische editie/electronic-critical edition. Amsterdam: Amsterdam<br />

University Press/KANTL. (CD-Rom).<br />

Verslag<strong>en</strong> & Mededeling<strong>en</strong> / 280


<strong>De</strong> Vries, N. (2007). ‘Lez<strong>en</strong> we nog? E<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie van onderzoek op het gebied<br />

van lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> leesbevording.’ [7 januari 2010]<br />

Eggert, P. (2002). ‘The importance of Scholarly Editing, and the Question of<br />

Standards.’ In Plachta, B. & Van Vliet, H.T.M. (red.), Perspectives of Scholarly<br />

Editing/Perspektiv<strong>en</strong> der Textedition. Berlin: Weidler Buchverlag, p. 15-26.<br />

Göttsche, D. (2000). ‘Ausgab<strong>en</strong>typ<strong>en</strong> und Ausgab<strong>en</strong>b<strong>en</strong>utzer.’ In Nutt-Kofoth, R.,<br />

Plachta, B., Van Vliet, H.T.M. & Zwerschina, H. (red.), Text und Edition. Position<strong>en</strong><br />

und Perspektiv<strong>en</strong>. Berlin: Erich Schmidt Verlag, p. 37-63.<br />

Greg, W.W. (1950-1951). ‘The rationale of copy-text.’ Studies in Bibliography, 3:<br />

19-36.<br />

Huyg<strong>en</strong>s Instituut (2007). Nieuwe weg<strong>en</strong>. Onderzoeksprogramma 2007-2011.<br />

<br />

[7 januari 2010]<br />

Janns, C. (2004). ‘Zur Darstellung von Variant<strong>en</strong> in historisch-kritisch<strong>en</strong> Hybrid-Ausgab<strong>en</strong>.<br />

Mit dem Beispiel der Edition H<strong>en</strong>rik Ibs<strong>en</strong>s Schrift<strong>en</strong>.’ editio, 18: 125-144.<br />

Kloos, W. (1894). Verz<strong>en</strong>. Amsterdam: W. Versluys.<br />

Kloos, W. (1902). Verz<strong>en</strong> II. Amsterdam: W. Versluys.<br />

Mathijs<strong>en</strong>, M. (2003 3 ). Naar de Letter. Handboek <strong>Editiewet<strong>en</strong>schap</strong>. <strong>De</strong>n Haag: HI<br />

(1997).<br />

Mathijs<strong>en</strong>, M. (2003). ‘E<strong>en</strong> knieval voor de luie lezer? Hertaling als <strong>en</strong>ig redmiddel<br />

voor historische literatuur.’ Nederlandse Letterkunde, 8/2: 116-129.<br />

McGann, J. (1983). A critique of modern textual criticism. Chicago: University of<br />

Chicago Press.<br />

McGann, J. (1991). The textual condition. New Jersey: Princeton.<br />

McGann, J. (2001). Radiant textuality: literature after the world wide web. New<br />

York: Palgrave.<br />

Nowak, H. (1996). ‘Umbruch-Zeit<strong>en</strong>. Paradigm<strong>en</strong>wechsel innerhalb der anglo-amerikanisch<strong>en</strong><br />

Editionswiss<strong>en</strong>schaft.’ editio, 10: 1-24.<br />

Nutt-Kofoth, R. (2000). ‘Schreib<strong>en</strong> und Les<strong>en</strong>. Für eine produktions- und rezeptionsori<strong>en</strong>tierte<br />

Präs<strong>en</strong>tation des Werktextes in der Edition.’ In Nutt-Kofoth, R.,<br />

Plachta, B., Van Vliet, H.T.M. & Zwerschina, H. (red.), Text und Edition. Position<strong>en</strong><br />

und Perspektiv<strong>en</strong>. Berlin: Erich Schmidt Verlag, p. 165-201.<br />

Nutt-Kofoth, R. (2006). ‘Two Paradigms in 19th C<strong>en</strong>tury German Editing.’ Variants,<br />

5: 315-330.<br />

Nutt-Kofoth, R., Plachta, B., Van Vliet, H.T.M. & Zwerschina, H. (red.) (2000). Text<br />

und Edition. Position<strong>en</strong> und Perspektiv<strong>en</strong>. Berlin: Erich Schmidt Verlag.<br />

Plachta, B. (1995). ‘German Literature’. In Greetham, D.C. (red.), Scholarly Editing.<br />

A guide to research. New York: Modern Language Association of America,<br />

p. 504-529.<br />

Plachta, B. & Van Vliet, H.T.M. (2000). ‘Überlieferung, Philologie und Repräs<strong>en</strong>tation.<br />

Zum Verhältnis von Edition<strong>en</strong> und Institution<strong>en</strong>’. In Nutt-Kofoth, R.,<br />

Verslag<strong>en</strong> & Mededeling<strong>en</strong> / 281


Plachta, B., Van Vliet, H.T.M. & Zwerschina, H. (red.), Text und Edition. Position<strong>en</strong><br />

und Perspektiv<strong>en</strong>. Berlin: Erich Schmidt Verlag, p. 11-35.<br />

Shillingsburg, P. (1998). ‘A Resistance to Contemporary German Editorial Theory<br />

and Practice.’ editio, 12: 138-150.<br />

Shillingsburg, P. (2000). ‘Anglo-amerikanische Editionswiss<strong>en</strong>schaft. Ein knapper<br />

Überblick.’ In Nutt-Kofoth, R., Plachta, B., Van Vliet, H.T.M. & Zwerschina, H.<br />

(red.), Text und Edition. Position<strong>en</strong> und Perspektiv<strong>en</strong>. Berlin: Erich Schmidt Verlag,<br />

p. 143-164.<br />

Short, H. (2006). ‘The Role of Humanities Computing: Experi<strong>en</strong>ces and Chall<strong>en</strong>ges.’<br />

Literary and Linguistic Computing, 21/1: 15-27.<br />

Streuvels, S. (1999). <strong>De</strong> Teleurgang van d<strong>en</strong> Waterhoek. Tekstkritische editie door<br />

Marcel <strong>De</strong> Smedt <strong>en</strong> Edward Vanhoutte. Antwerp<strong>en</strong>: Manteau.<br />

Sutherland, K. (2009). ‘Being Critical: Paper-based Editing and the Digital Environm<strong>en</strong>t.’<br />

In <strong>De</strong>egan, M. & Sutherland, K. (red.), Text Editing, Print and the Digital<br />

World. Surrey: Ashgate, p. 13-25.<br />

Tanselle, G.T. (1995). ‘The Varieties of Scholarly Editing.’ In Greetham, D.C. (red.),<br />

Scholarly Editing. A guide to research. New York: Modern Language Association<br />

of America, p. 9-32.<br />

Vanhoutte, E. (2009). ‘Every Reader his own Bibliographer – An Absurdity?’ In<br />

<strong>De</strong>egan, M. & Sutherland, K. (red.), Text Editing, Print and the Digital World.<br />

Surrey: Ashgate, p. 99-110.<br />

Van Hulle, D. (1998). ‘<strong>De</strong>nkt aleer ge do<strong>en</strong>de zijt,… Elektronische teksteditie.’ In<br />

Vanhoutte, E. & Van Hulle, D. (red.), <strong>Editiewet<strong>en</strong>schap</strong> .<br />

G<strong>en</strong>t: G<strong>en</strong>ese & KANTL, p. 93-106. [7 januari 2010]<br />

Van Hulle, D. (2006). ‘Introductie: d<strong>en</strong>kwerk <strong>en</strong> p<strong>en</strong>n<strong>en</strong>gekras.’ In Van Hulle, D. &<br />

T’Sjo<strong>en</strong>, Y (red.), <strong>De</strong>nk<strong>en</strong> op papier. Tekstg<strong>en</strong>etische studies. Antwerp<strong>en</strong>: AMVC,<br />

p. 9-16.<br />

Van Raemdonck, B. & Vanhoutte, E. (2004). ‘Editorial Theory and Practice in Flanders<br />

and the C<strong>en</strong>tre for Scholarly Editing and Docum<strong>en</strong>t Studies.’ Literary and<br />

Linguistic Computing, 19/1: 119-127.<br />

Van Raemdonck, B. (2009). ‘USER Survey: Using Scholarly Editions for Research’<br />

[7 januari 2010]<br />

Witte, T. (2008a). Het oog van de meester. E<strong>en</strong> onderzoek naar de literaire ontwikkeling<br />

van havo- <strong>en</strong> vwo-leerling<strong>en</strong> in de tweede fase van het voortgezet onderwijs.<br />

Stichting Lez<strong>en</strong> reeks 12. <strong>De</strong>lft: Eburon.<br />

Witte, T. (2008b). Het oog van de meester. <strong>De</strong> literaire ontwikkeling van havo- <strong>en</strong><br />

vwo leerling<strong>en</strong> in de tweede fase van het voortgezet onderwijs. Sam<strong>en</strong>vatting van<br />

het proefschrift dat is verdedigd op 29 mei 2008 te Groning<strong>en</strong>. Groning<strong>en</strong>: Universitair<br />

Onderwijs C<strong>en</strong>trum.<br />

Verslag<strong>en</strong> & Mededeling<strong>en</strong> / 282

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!