De Hessencombinatie - Uitgave 9 | December 2012 - Hc 03
De Hessencombinatie - Uitgave 9 | December 2012 - Hc 03
De Hessencombinatie - Uitgave 9 | December 2012 - Hc 03
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
vaartproblemen (met Doetinchem en Doesburg) niet direct<br />
herbouwd. Het duurt tot 1636 eer Johan van Pallandt tot<br />
nieuwbouw besluit. Er komt ook een kleine sluis, waaraan<br />
Doesburg voor de helft meebetaalt vanwege het belang voor<br />
haar scheepvaart. In 1738 wordt de molen nog weer verbouwd<br />
en uitgebreid.<br />
Op twee kaarten uit het midden van de 17e eeuw (1639 en<br />
1645) zien we de watermolen afgebeeld met twee raderen.<br />
Over twee raderen wordt echter in archiefstukken niet gesproken.<br />
Mogelijk gaat het hierbij om enige fantasie van de<br />
tekenaars.<br />
Zelfs drie watermolens<br />
In de tweede helft van de 18e eeuw wordt de waterhuishouding<br />
rond Keppel sterk verbeterd door de aanleg van<br />
een nieuwe sluis in de noordelijke tak van de Oude IJssel. In<br />
combinatie met de activiteiten van 1738 betekent dit een hele<br />
verbetering voor de scheepvaart.<br />
Een en ander heeft onder meer tot gevolg dat in 1794 Olmius<br />
zijn ijzergieterij van de Bielheimerbeek bij Gaanderen<br />
verplaatst naar Laag-Keppel. Voor de aandrijving van o.a. de<br />
blaasbalgen in de nieuwe fabriek wordt ook bij de ijzergieterij<br />
een watermolen gebouwd. Een derde watermolen dus. Maar<br />
wanneer in de tweede helft van de 19e eeuw de opmars van<br />
de stoommachine begint, gaat ook de ijzergieterij over van<br />
waterkracht op stoom.<br />
Tot het eind van de 19e eeuw maalt de watermolen in Laag-<br />
Keppel nog steeds op waterkracht. Begin 1900 wordt in de<br />
Keppelse watermolen een dieselmotor geplaatst, daarmee<br />
wordt ook de watermolen gemoderniseerd. Omstreeks 1920<br />
wordt er zelfs een dynamo aan gekoppeld die de Dorpsstraat<br />
kan voorzien van stroom.<br />
Het einde van de watermolen?<br />
In de beginjaren vijftig wordt een begin gemaakt met de kanalisering<br />
van de Oude IJssel tussen Gaanderen en Doesburg.<br />
<strong>De</strong> watersituatie rond de molen verandert totaal, het water<br />
dat via de molenkolk en molenbeek langs de molen loopt<br />
wordt niet meer naar een lager punt afgevoerd. Er is geen<br />
verval meer en het molenrad komt stil te staan.<br />
In die jaren wordt nog wel gewerkt als diesel- en elektrische<br />
maalderij, maar ook dit neemt zienderogen af. Het complex<br />
raakt steeds verder in verval, met name aan de buitenzijde.<br />
Een watermolen die draait als de wind waait…<br />
Het einde van de watermolen lijkt in zicht. Er dient zich echter<br />
een unieke oplossing aan waardoor de molen toch kan blijven<br />
draaien. In diezelfde periode is namelijk de heer J.H. Rijnenberg<br />
in Laag-Keppel komen wonen. Een man met vele functies en<br />
activiteiten op het gebied van maalderijen en molens. Hij is<br />
ook lid van de Provinciale Molencommissie. Zijn plan bestaat<br />
uit het verlagen van het waterniveau in de molenkolk en het<br />
via een buis onder de weg door toelaten van water in de kolk,<br />
waardoor het rad weer kan draaien!<br />
<strong>De</strong> Pallandt van Keppel Stichting, eigenaar van de molen,<br />
reageert zeer positief en de heer Rijnenberg gaat verder met<br />
zijn plan. Planvorming, financiering en vergunningen vergen<br />
veel inspanningen en heel veel tijd. Veel problemen moeten<br />
worden overwonnen.<br />
Om het water in de molenkolk te verlagen weet de heer<br />
Rijnenberg in 1967 de hand te leggen op een spinnekopmolen,<br />
een poldermolen uit het Friese Follega. In 1969 wordt<br />
met de herbouw van deze molen in Laag-Keppel een begin<br />
gemaakt. Op 4 juni 1969 vindt de officiële opening plaats.<br />
Toch blijkt het te behalen verval in de kolk te gering voor<br />
het beoogde resultaat. Uiteindelijk wordt het waterrad wat<br />
omhoog gebracht en lijkt het plan te gaan lukken. Ook zijn er<br />
in de jaren die volgen nog andere problemen, waaronder de<br />
dijkverhoging langs de Oude IJssel en de financiële armslag<br />
voor de totale afronding van het project. Een grote tegenslag<br />
met heel veel impact vormt het overlijden van de heer<br />
Rijnenberg. Op 11 november 1972 raakt hij betrokken bij een<br />
noodlottig auto-ongeluk waarbij ook zijn vrouw later in het<br />
ziekenhuis overlijdt.<br />
Op 2 december 1974 komt het complex in bezit van de<br />
Stichting Keppelse Molens. In 1978 wordt molenaar Luttikholt<br />
(1969-1978) opgevolgd door Dirk en Ans Minor. Zij zijn nog<br />
steeds actief en vertellen u graag alles over de bijzonderheden<br />
van de Keppelse watermolen: ‘Een watermolen die draait als<br />
de wind waait…’<br />
N.B.: Voor degenen die meer willen lezen over de watermolen<br />
is het boekje ‘Slechts bij wind…’(600 jaar Keppelse molens) bij<br />
het echtpaar Minor te koop.<br />
<strong>De</strong> <strong>Hessencombinatie</strong> | december <strong>2012</strong> 41