28.09.2013 Views

download pdf

download pdf

download pdf

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Aquarellen van<br />

de Haagse School


Aquarellen van<br />

Rijksmuseum, Amsterdam<br />

Waanders Uitgevers, Zwolle


de Haagse School<br />

Wiepke Loos<br />

De collectie Drucker-Fraser


32<br />

9 ‘Een zonnig plekje’: een jonge vrouw in een Hindelooper interieur, ca. 1882-1883<br />

In een Oudfries interieur staat een jonge vrouw in<br />

klederdracht met een handwerkje naast het raam,<br />

profiterend van het zonlicht dat door de gedeeltelijk<br />

geopende luiken binnenstroomt. Deze in warme<br />

kleuren uitgevoerde aquarel is exemplarisch voor<br />

het soort genrestukken waarmee Christoffel Bisschop<br />

vanaf 1860 in binnen- en buitenland furore<br />

maakte. Het echtpaar Drucker-Fraser legateerde<br />

drie werken van zijn hand aan het Rijksmuseum:<br />

de onderhavige aquarel, een schilderij met dezelfde<br />

voorstelling uit 1882 en het figuurstuk Het verstoorde<br />

gebed. 1<br />

De meeste nadruk bij deze aquarel ligt op de<br />

lichtwerking. Het binnenvallend daglicht wordt<br />

weerkaatst in de spiegel, het valt op het warm<br />

oplichtende kleed op tafel en komt terug in het<br />

wit van het kapje en het naaiwerkje van de vrouw.<br />

De opvallend geacheveerde aquareltechniek van<br />

Bisschop werd door Vosmaer in 1885, wanneer<br />

Bisschops ‘kolossale’ herhalingen in waterverf van<br />

zijn olieverfschilderijen aan de orde komen, als<br />

volgt gekenschetst: Reeds meermalen wezen wij op<br />

zijne aquarellen. Bisschop heeft daarin al zeer spoedig<br />

na zijn eerste optreden een anderen dan vroeger<br />

gevolgden weg betreden. Hij gebruikte het middel<br />

der waterverf op geheel andere wijze en tot andere<br />

Johannes Bosboom<br />

Den Haag 1817 - 1891 Den Haag<br />

doeleinden. Hij wilde haar doen wedijveren met de<br />

olieverf in diepte en kracht en heeft het daarin<br />

gebracht tot eene nauw te overtreffen hoogte.<br />

Voortdurend kan men ze zien op de tentoonstellingen<br />

der portefeuilles van Pulchri Studio en laatstelijk<br />

op die der Hollandsche Teekenmaatschappij. 2<br />

Uit Vosmaers tekst blijkt dat bepaalde aquarellen<br />

herhalingen van succesvolle schilderijen waren,<br />

en niet andersom, zoals te verwachten was. De<br />

aquarel ‘Een zonnig plekje’ kan zodoende als een<br />

tweede versie van het schilderij worden beschouwd,<br />

waarbij het de vraag blijft waarom de<br />

Druckers van één en dezelfde voorstelling twee<br />

uitvoeringen bezaten. Overigens bestond van hun<br />

schilderij Het verstoorde gebed ook een kapitale<br />

versie in aquarel, niet uit hun bezit. 3<br />

Het bedrag van 124 Engelse ponden dat door het<br />

echtpaar Drucker-Fraser voor het blad is neergeteld,<br />

was in die tijd niet exorbitant hoog voor een<br />

dergelijke schilderij-achtige aquarel van Bisschop.<br />

De kunstenaar was een man van naam en faam –<br />

onder meer bewonderd in de kringen van het<br />

Koninklijk Huis – die in Den Haag behoorde tot de<br />

groep kunstenaars met een inkomen dat boven het<br />

gemiddelde lag. 4<br />

Mijn tweelingbroer en ik werden 18 Februari 1817 in Den Haag geboren. Als schoolknaap<br />

was de teekenles mij de liefste geworden en die lust werd niet weinig aangewakkerd,<br />

toen, omstreeks mijn twaalfde jaar, de stadsgezichtenschilder B.J. van<br />

Hove onze buurman werd. Sinds dien tijd begon ik sterk te verlangen naar het<br />

oogenblik, waarop ik de schoolbank tegen een plaatsje in zijn atelier zou mogen<br />

verwisselen. Dat verlangen werd reeds bevredigd in het najaar van 31. Aldus de<br />

beroemde schilder van kerkinterieurs Johannes Bosboom in de eerste alinea<br />

van zijn autobiografische schets Een en ander betrekkelijk mijne loopbaan als<br />

schilder. 1


102<br />

Zwart en wit krijt;<br />

530 x 785 mm<br />

Rechtsonder Jozef Israels.<br />

inv.nr. sk-a-3729<br />

herkomst<br />

Bruikleen van de heer en<br />

mevrouw J.C.J. Drucker-<br />

Fraser in 1919, waarna<br />

gelegateerd in 1944.<br />

literatuur<br />

Van Thiel e.a. 1976, p. 811.<br />

Overigens ontstonden de beide versies van Zelfportret<br />

voor David en Saul een jaar na het zionistencongres<br />

in Den Haag, waaraan Israëls als lid<br />

van het erecomité had deelgenomen. Naast zijn<br />

vermoedelijke wens om met het grote historiestuk<br />

54 Zelfportret met verbonden voet, 1898<br />

Zoals Israëls de melancholische koning Saul afbeeldde<br />

op zijn monumentale David en Saul (zie<br />

cat.nr. 53), zo portretteerde hij zichzelf op deze in<br />

warme kleuren uitgevoerde aquarel: liggend en<br />

uitermate somber. In zijn eigen geval was een geblesseerde<br />

voet hier de oorzaak van; dat hij tijdelijk<br />

niet kon werken frustreerde hem zo te zien nogal.<br />

Hij gaf het blad eind 1898 – het jaar waarin hij David<br />

en Saul voltooide – cadeau aan mevrouw Drucker-<br />

Fraser in Londen, als herinnering aan deze vervelende,<br />

maar gelukkig gepasseerde toestand, lezen<br />

we in zijn mededeling op de achterkant. Dat hij juist<br />

mevrouw Drucker met deze tekening bedacht, is<br />

niet verwonderlijk. De Druckers behoorden immers<br />

tot de belangrijkste verzamelaars van Israëls’ werk<br />

en waren met hem bevriend. Vanuit Londen volgden<br />

zij in de jaren 1895-1898 nauwgezet de totstandko-<br />

een vergelijking met Rembrandt te kunnen doorstaan<br />

(in 1898 werd diens David en Saul voor het<br />

Mauritshuis aangekocht), kan Israëls’ fascinatie<br />

met het thema derhalve ook in verband worden gebracht<br />

met zijn joodse identiteit.<br />

ming van David en Saul en mede dankzij hun financiële<br />

bijdrage kwam het grote bijbelse tafereel uiteindelijk<br />

in een openbare collectie terecht. De<br />

Druckers zullen ongetwijfeld vereerd zijn geweest<br />

met de door Israëls geschonken tekening, en ook<br />

zullen zij zeker diens knipoog naar het schilderij<br />

met de zieke koning hebben gewaardeerd.<br />

Net als Rembrandt, met wie Israëls zich graag<br />

identificeerde, heeft de beroemde 19de-eeuwse kunstenaar<br />

– naast het hier besproken gelegenheidswerkje<br />

– een niet gering aantal zelfportretten gemaakt.<br />

Dit deed hij vooral op latere leeftijd, toen zijn<br />

reputatie lang en breed gevestigd was. Zijn vroegst<br />

bekende zelfportret dateert uit 1888, zijn laatste<br />

maakte hij in 1909, twee jaar voor zijn dood. 1 Op de<br />

meeste zelfportretten toont hij zich aan het publiek<br />

zoals hij gezien wilde worden: als een voorname,


serieuze kunstenaar. Het portret dat hij in 1908 van<br />

zichzelf schilderde, staand voor zijn meesterwerk<br />

David en Saul, kwam hiervoor reeds ter sprake, en is<br />

een goede illustratie van zijn ambities. Overigens laten<br />

de zelfportretten niet altijd de man zien die hij in<br />

het dagelijks leven was; zijn tijdgenoten kenden het<br />

‘kleine mannetje’ als een levendige, beweeglijke en<br />

een tikkeltje nerveuze schilder. 2 Opmerkelijk is dat<br />

hij op een van zijn laatste zelfportretten heel informeel<br />

en ontspannen overkomt (afb. 55a).<br />

Aquarel; 240 x 340 mm<br />

Linksonder Jozef Israels.<br />

Op de achterkant de notitie<br />

van de kunstenaar: Dear<br />

Mrs Drucker, my sick foot is<br />

not quiet, till he is in your<br />

possession, therefore you will<br />

accept this souvenir of ill days<br />

with the pleasure of your<br />

recovered servant Jozef Israels<br />

en SGravenhage 19 Oct 1898<br />

inv.nr. sk-a-3733<br />

herkomst<br />

Geschenk van de kunstenaar<br />

aan mevrouw M.L. Drucker-<br />

Fraser, 19 oktober 1898;<br />

bruikleen van de heer en<br />

mevrouw J.C.J. Drucker-<br />

Fraser in 1919, waarna<br />

gelegateerd in 1944; in<br />

bruikleen aan het Groninger<br />

Museum, Groningen, sinds<br />

1924.<br />

literatuur<br />

Groningen 1924, cat.nr. 36;<br />

Groningen/Arnhem 1961-1962,<br />

cat.nr. 64; Van Thiel e.a. 1976,<br />

p. 811; Bunnig 1993, p. 126;<br />

Weiss-Blok 1993, p. 255;<br />

Dekkers e.a. 1999, pp. 113 en<br />

332, cat.nr. 97.<br />

103


130<br />

69 Een landschap met een molen in de sneeuw, ca. 1879-1880<br />

Aquarel; 170 x 325 mm<br />

Rechtsonder J Maris<br />

inv.nr. sk-a-2480<br />

herkomst<br />

Aankoop van de kunstenaar<br />

door kunsthandel Goupil &<br />

Cie, Den Haag, 30 november<br />

1880 (ƒ 200,-) (nr. 9919);<br />

aankoop van voornoemde<br />

kunsthandel door J. Staats<br />

Forbes, Londen, 20 december<br />

1880 (ƒ 450,-); aankoop<br />

(waarsch. uit diens nalaten-<br />

schap) door de heer en<br />

mevrouw J.C.J. Drucker-<br />

Fraser; bruikleen van<br />

voornoemden in 1904,<br />

waarna geschonken in 1909.<br />

literatuur<br />

Eisler 1913, p. 334; Holmes 1930,<br />

p. 167, cat.nr. 475; Van Thiel e.a.<br />

1976, p. 813.<br />

70 Een molen in de winter<br />

‘De Molen in de Sneeuw’ behoort, met zijn prachtig<br />

effect van blauwbetoond sneeuwwit tegen den nachtgloed<br />

van zonsondergang, tot de koloristische<br />

krachtproeven van het genie, waren de woorden<br />

waarmee Max Eisler, de chroniqueur van de<br />

Drucker-collectie in het Rijksmuseum, in 1913 deze<br />

virtuoze aquarel typeerde. 1<br />

Anders van opvatting dan de aquarellen met<br />

een staand formaat die het portret van een enkele<br />

molen tonen (cat.nrs. 61, 70 en 71), is dit sneeuwlandschap<br />

waarin drie molens, wat kale knotwilgen<br />

en een voor Maris’ doen vrij groot aantal in de<br />

lucht vliegende vogels figureren. Het is een weids<br />

Het portret van een molen, een van de motieven<br />

waarmee Maris het koperspubliek aan zich heeft<br />

gebonden, heeft hij eindeloos herhaald in verschillende<br />

hoedanigheden: bij grijs weer (cat.nr. 61), bij<br />

maanlicht (cat.nr. 71) en zoals op deze en de hiervoor<br />

besproken aquarel (cat.nr. 69) in de sneeuw.<br />

Gezien het feit dat Maris het niet nauw nam met<br />

een waarheidsgetrouwe weergave van de topografie<br />

en veelal op bestelling weer eens de zoveelste<br />

molen moest schilderen, is het van weinig nut om<br />

te trachten de hier afgebeelde molen te lokaliseren.<br />

sneeuwlandschap, dat een enigszins desolate sfeer<br />

ademt, bij een avondlucht waartegen het landschap<br />

paarsig-blauw afsteekt.<br />

Een landschap met een molen in de sneeuw zal in<br />

1880 of in het voorafgaande jaar zijn ontstaan, aangezien<br />

het blad in november 1880 door Goupil & Cie<br />

van de kunstenaar werd gekocht. Vervolgens kwam<br />

de aquarel in de collectie van de Londense verzamelaar<br />

James Staats Forbes terecht. Na het overlijden<br />

van hun vriend, in 1904, verkregen de Druckers<br />

onderhands een aantal werken uit diens nalatenschap.<br />

2 De hier besproken aquarel behoorde waarschijnlijk<br />

tot deze groep.<br />

Doorgaans, in de contemporaine beschrijvingen,<br />

situeerde men dit soort voorstellingen aan de vaart<br />

bij Rijswijk.<br />

Een verwante aquarel met een soortgelijke<br />

molen in de sneeuw bevindt zich in het Gemeentemuseum<br />

Den Haag. 1 Ook op die tekening is een<br />

figuurtje weergegeven, in de weer met het ruimen<br />

van sneeuw.


Aquarel; 760 x 507 mm<br />

Linksonder C. BISSCHOP<br />

inv.nr. sk-a-3632<br />

herkomst<br />

Aankoop door de heer en<br />

mevrouw J.C.J. Drucker-<br />

Fraser in 1888 (£ 124);<br />

bruikleen van voornoemden<br />

in 1919, waarna gelegateerd<br />

in 1944.<br />

literatuur<br />

Van Westrheene 1892, p. 539;<br />

Temple 1903, p. 85, cat.nr. 118;<br />

Van Thiel e.a. 1976, p. 806;<br />

Schapelhouman 1983, z.p.,<br />

cat.nr. 11.<br />

31


Aquarel; 535 x 409 mm<br />

Linksonder J Maris<br />

inv.nr. sk-a-3684<br />

herkomst<br />

Aankoop van kunsthandel<br />

Boussod, Valadon & Cie,<br />

Den Haag, door de heer en<br />

mevrouw J.C.J. Drucker-<br />

Fraser, 11 juni 1911 (£ 225);<br />

bruikleen van voornoemden<br />

in 1919, waarna gelegateerd<br />

in 1944.<br />

literatuur<br />

Holmes 1930, p. 168,<br />

cat.nr. 481; Van Thiel e.a. 1976,<br />

p. 813.<br />

131


136<br />

74 Een meisje, een dochter van de kunstenaar, met bloemen in het gras, 1878<br />

Een bevallig jong meisje in het wit, half van achteren<br />

gezien, zit in het gras met een boeketje veldbloemen,<br />

die zij kennelijk net heeft geplukt. Het<br />

blauw van de bloempjes is herhaald in de haarstrik<br />

en nog enige andere kleuraccenten. Het idyllische<br />

tafereeltje doet wat sfeer en schildertrant betreft<br />

denken aan het werk van 19de-eeuwse Franse impressionisten<br />

als Claude Monet (1840-1926) en wijkt<br />

75 Twee meisjes, dochters van de kunstenaar, bij de piano, ca. 1880<br />

In de jaren ’70 en ’80 schilderde en aquarelleerde<br />

Jacob Maris talrijke charmante tafereeltjes met zijn<br />

kinderen tijdens hun spel, of aan het musiceren<br />

(zie ook cat.nrs. 74, 76 en 77). De twee meisjes bij de<br />

piano stellen waarschijnlijk Jacobs oudste dochter<br />

Henriëtte, geboren in 1869, en zijn jongste dochter<br />

Anne voor. Het is een tedere voorstelling, die gezien<br />

de leeftijd van het oudste meisje omstreeks 1880<br />

moet worden gedateerd. Théophile de Bock* vermeldde<br />

hoe de palissanderhouten piano met het studeerende<br />

dochtertje een telkens terugkerend motief<br />

vormde. 1 Het voert te ver, in dit bestek, om alle werken<br />

met dit onderwerp op te sommen. Maar in ieder<br />

geval moeten worden genoemd het schilderijtje<br />

Meisje aan de piano in het Rijksmuseum, een geschenk<br />

van het echtpaar Drucker-Fraser, en de<br />

Op deze aandoenlijke aquarel zien we twee dochtertjes<br />

van Jacob Maris, waarschijnlijk Henriëtte,<br />

de oudste, en Tine, de tweede, aan het bellenblazen<br />

– beiden in zondagse jurkjes gestoken. Ze hebben<br />

zich geposteerd bij een blauwe kom met zeepsop,<br />

die op een pianokruk staat. Die pianokruk verwijst<br />

weer naar een andere liefhebberij binnen het gezin<br />

Maris, het musiceren: Henriëtte speelde piano,<br />

Tine en Willem Matthijs viool.<br />

De aquarel werd door Goupil & Cie op de markt<br />

gebracht als ‘Les bulles de savon’, een titel die meer<br />

naar een genretafereel dan naar een portret van de<br />

geheel af van Maris’ doorgaans grijze palet.<br />

Waarschijnlijk heeft voor dit tafereel Maris’ tweede<br />

dochtertje Tine model gestaan. We zien haar ook op<br />

voorstellingen met muzieksessies of tijdens het bellenblazen<br />

met een zusje (cat.nr. 76). Bij deze voorstellingen<br />

gaat het meer om voor de markt bestemde<br />

sfeertekeningen dan om portretten van de kinderen<br />

in letterlijke zin.<br />

aquarel Het duet (Gemeentemuseum Den Haag). 2<br />

Op het laatstgenoemde werk ziet men Henriëtte aan<br />

de piano, die een vioolspelend zusje (Tine?) begeleidt.<br />

Een qua compositie aan het Rijksmuseumexemplaar<br />

bijna identieke aquarel is afgebeeld bij<br />

het artikel over Jacob Maris van mejuffrouw<br />

Marius uit 1891. De schrijfster meldde in het bijschrift<br />

dat de afgebeelde aquarel, Aan de piano, in<br />

het bezit was van mevrouw H.G. Tersteeg, de echtgenote<br />

van de firmant van kunsthandel Goupil &<br />

Cie, die doorgaans Maris’ belangen behartigde. 3 Het<br />

zal dan ook ongetwijfeld via Tersteeg zijn geweest,<br />

dat de Druckers in 1905 voor het hoge bedrag van<br />

driehonderd Engelse ponden deze fraaie aquarel<br />

verwierven.<br />

76 Twee meisjes, dochters van de kunstenaar, aan het bellenblazen, ca. 1880-1881<br />

dochtertjes verwijst. Bij Maris’ voorstellingen van<br />

spelende of musicerende kinderen hebben zijn eigen<br />

kinderen weliswaar model gestaan, maar de<br />

uiteindelijke resultaten waren overduidelijk voor<br />

de verkoop bedoelde, anonieme portretten (zie ook<br />

cat.nrs. 74, 75 en 77). Dit fenomeen zien we ook bij<br />

een vergelijkbare aquarel met een bloemenplukkend<br />

meisje van Maris’ vakbroeder Anton Mauve*<br />

(cat.nr. 96).


Aquarel; 391 x 261 mm<br />

Linksonder J Maris<br />

inv.nr. sk-a-3680<br />

herkomst<br />

Aankoop van de kunstenaar<br />

door kunsthandel Goupil &<br />

Cie, Den Haag, waarna<br />

doorverkocht aan de<br />

vestiging van voornoemde<br />

kunsthandel te Londen,<br />

november 1878 (£ 23)<br />

(nr. 8028); waarsch. collectie<br />

J. Staats Forbes, Londen;<br />

aankoop (waarsch. uit diens<br />

nalatenschap) door de heer<br />

en mevrouw J.C.J. Drucker-<br />

Fraser in 1905 (£ 200);<br />

bruikleen van voornoemden<br />

in 1919, waarna gelegateerd<br />

in 1944.<br />

literatuur<br />

Holmes 1930, p. 168, cat.nr.<br />

480; Den Haag 1935-1936,<br />

cat.nr. 145; Bol 1955, p. 32,<br />

cat.nr. 205; De Gruyter 1965,<br />

p. 56, cat.nr. 54; De Gruyter<br />

1968-1969, dl. 2, p. 20 en<br />

afb. 26; Hefting 1970, p. 46;<br />

Van Thiel e.a. 1976, p. 814;<br />

Schapelhouman 1983, z.p.,<br />

cat.nr. 67.<br />

137


www.waanders.nl<br />

www.rijksmuseum.nl<br />

De verzameling 19de-eeuwse schilderijen en aquarellen die<br />

het echtpaar Drucker-Fraser schonk aan het Rijksmuseum,<br />

kent in Nederland geen weerga. Ze bestaat voor het grootste<br />

deel uit werken van meesters uit de Haagse School, met<br />

schitterende aquarellen van onder anderen Jozef Israëls,<br />

Johannes Bosboom, Jacob en Willem Maris, Anton Mauve en<br />

J.H. Weissenbruch. Maar ook is in de collectie ‘moderner’<br />

werk van Jongkind, Breitner, Isaac Israels en Vincent van<br />

Gogh vertegenwoordigd. Al zo’n 25 jaar worden de kwetsbare<br />

aquarellen niet meer permanent tentoongesteld.<br />

In dit boek worden voor het eerst alle Nederlandse werken op<br />

papier uit de verzameling Drucker-Fraser integraal getoond.<br />

De 125 belangrijkste aquarellen zijn in kleur afgebeeld en<br />

voorzien van uitgebreid commentaar; de overige werken<br />

worden achter in het boek beknopt beschreven.<br />

Aquarellen van de Haagse School biedt een prachtig overzicht<br />

van de kunstenaars die in het fin de siècle van de 19de eeuw<br />

de moderne kunst in Nederland vertegenwoordigden.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!