28.09.2013 Views

Module Atriumfibrilleren nivo 1 + 2 - FNT

Module Atriumfibrilleren nivo 1 + 2 - FNT

Module Atriumfibrilleren nivo 1 + 2 - FNT

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Nascholing Antistolling<br />

<strong>Atriumfibrilleren</strong> <strong>nivo</strong> 1-2<br />

Een initiatief van de Stuurgroepketen Antistollingsbehandeling<br />

versie 1 november 2011


Orale antistollingtherapie bij paroxysmaal<br />

of chronisch atriumfibrilleren<br />

Gheorghe AM Pop, Jeroen Jaspers Focks, Freek WA Verheugt<br />

Cardiologie Radboud UMC Nijmegen


Er zijn 3 essentiële factoren, die een rol spelen bij<br />

het ontstaan van (ongewenste) stolling<br />

Virchow’s Triade:<br />

1. Veranderde samenstelling van<br />

het bloed (hypercoagubiliteit)<br />

2. Verandering in stroming van het<br />

bloed (stasis, turbulentie)<br />

3. Schade aan de vaatwand<br />

(endotheelschade/dysfunctie)<br />

Rudolf Virchow (1821-1902)


<strong>Atriumfibrilleren</strong> (AF): definitie<br />

Boezemfibrilleren (oftewel atriumfibrilleren (AF)) is het niet goed<br />

samentrekken van de boezems van het hart. Dit ontstaat doordat de<br />

elektrische impulsen die de boezems normaliter golfsgewijs<br />

activeren nu chaotisch plaatsvinden. Door het ontbreken van<br />

boezemcontracties zal bloed daar langzamer gaan stromen en dit<br />

kan leiden tot stolselvorming (Factor 2 van Trias van Virchow). Dit<br />

stolsel kan leiden tot een embolie elders.


Het optreden van AF neemt sterk toe met de leeftijd<br />

Boven 75 jaar is er een incidentie van > 15%<br />

1 Wolf, Stroke 1991


Vormen van atriumfibrilleren<br />

• Paroxysmaal: aanvalsgewijs AF dat vanzelf stopt<br />

en waarbij een aanval minder dan 7 dagen duurt<br />

• Persisterend: AF dat langer dan 7 dagen duurt en<br />

met behulp van cardioversie gestopt kan worden<br />

• Permanent: continu AF waarbij cardioversie niet<br />

helpt of waarbij geen converterende behandeling<br />

wordt gegeven


Gevolgen van ongewenste stolling<br />

• Trombose is een stolsel in hart of bloedvaten<br />

• Arterieel<br />

• Coronaire vaten (hartinfarct)<br />

• Cerebrale vaten (herseninfarct)<br />

• Elders<br />

• Veneus<br />

• Beenvaten (diep veneuze trombose)<br />

• Trombusvorming in de hartboezems<br />

• Elders


• Embolie<br />

Gevolgen van ongewenste stolling<br />

• Is een stolsel dat los is geschoten<br />

• Loopt daarna vast elders in circulatie<br />

• Voorbeelden<br />

• Longembolie (losschieten van bijv. diep veneuze<br />

trombose)<br />

• Hersenembolie (stolsel uit bijv. linker hartoor)


Stase in linker atrium<br />

Trombi bij AF ontstaan vanwege het ontbreken van het goed<br />

samentrekken (contraheren) van de boezems. Hierdoor blijft het bloed<br />

enigszins stil staan (stasis).<br />

Reden van orale antistollingtherapie (OAC) bij patiënten met<br />

atriumfibrilleren (AF) is de kans op het ontstaan van trombi in het linker<br />

atrium tegen te gaan. Deze trombi kunnen namelijk los raken en naar het<br />

hoofd schieten om aldaar een beroerte te veroorzaken.<br />

Trombus in hartoor van linker atrium (TEE)<br />

Trombus in linker atrium<br />

Trombo-embolie in hersenvat


Ongewenste stolling bij atriumfibrilleren<br />

Bij AF is niet alleen sprake van storing in het<br />

stromingspatroon van bloed (stase) in de boezems,<br />

maar ook van een algeheel verhoogde stollingsneiging<br />

van het bloed. Er zijn dus volgens de Trias van Virchow<br />

al 2 factoren aanwezig, die ongewenste stolling kunnen<br />

doen optreden in de boezems van het hart.


Een trombus bij AF treedt met name op in het<br />

linker hartoor


Hoge incidentie van (ischemisch/trombotisch)<br />

CVA bij AF<br />

• De meest ernstige complicatie van AF is een trombotische<br />

beroerte (ischemisch CVA) 1<br />

• De jaarlijkse incidentie van CVA bij AF met verhoogd risico is<br />

>4,5% en 1 van elke 6 CVA’s wordt veroorzaakt door AF 1<br />

• Bij AF zijn de CVA’s in het algemeen groter en gaan ze<br />

gepaard met hogere mortaliteit in de vroege fase 2<br />

• De CVA’s bij AF treden over het algemeen op oudere leeftijd<br />

op dan de CVA’s bij patienten in sinusritme 1<br />

1 Wolf, Stroke 1991<br />

6 Hart, Stroke, 2002


Ouderen met AF krijgen vaker CVA, maar krijgen<br />

minder orale anticoagulantia (OAC)


De trend om OAC (vitamine K-antagonisten) te<br />

geven aan AF patiënten stagneert vanwege<br />

angst op bloedingscomplicaties


Aspirine bij AF verlaagt het risico op een<br />

tromboembolie met slechts 22%


OAC verlagen het risico bij AF patiënten op een<br />

tromboembolie met 62 %


OAC ter preventie van tromboembolie in AF geeft<br />

36 % meer bescherming dan aspirine


OAC zijn ook beter in preventie van CVA bij AF dan<br />

de combinatie van 2 plaatjesaggregatieremmers<br />

(aspirine plus clopidogrel)<br />

28 Active Investigators, New Engl J Med 2006


Ook ouderen (>75j) met AF hebben voordeel bij<br />

OAC therapie tov aspirine ter preventie van CVA,<br />

zonder toename van bloedingen (BAFTA-studie)<br />

OAC wordt net zo goed<br />

ingenomen als aspirine<br />

In alle subgroepen meer voordeel<br />

voor OAC dan aspirine<br />

7 Mant, Lancet 2007<br />

8 Poli, JACC 2010


In (met name oudere) AF patiënten bestaat vaak<br />

ook vaatverkalking (atherosclerose) (1)<br />

Niet alle trombotische strokes bij<br />

AF zijn daarom tgv cardioembolie<br />

(“witte” ipv “rode” trombus)<br />

“witte”embolus vanuit plaque in aorta ascendens 2<br />

“witte”embolus vanuit plaque in carotiden 20<br />

20 Tsiskaridze, Arch Neurol ,2001<br />

2 Pop, Stroke, 1992


In (met name oudere) AF patiënten bestaat vaak<br />

ook vaatverkalking (atherosclerose) (2)<br />

De frequente co-existentie<br />

van atherosclerose bij AF<br />

verklaart waarschijnlijk ook<br />

waarom er meer kans op<br />

trombose is (nl schade aan<br />

vaatwand volgens factor 3<br />

van Trias Van Virchow) .


In (met name oudere) AF patiënten bestaat vaak<br />

ook vaatverkalking (atherosclerose) (3)<br />

Ondanks het vaak tegelijk aanwezig zijn van<br />

atherosclerose bij AF wordt volgens de laatste<br />

Guidelines van de European Society of Cardiology<br />

(2010) geadviseerd om bij AF patiënten met stabiele<br />

atherosclerose niet een plaatjesremmer (aspirine,<br />

clopidogrel) toe te voegen ivm dan verhoogde kans<br />

op bloedingen en het ook al aanwezig<br />

plaatjesremmend effect van OAC.


Risicogroepen<br />

• Bepaalde groepen patiënten met AF hebben een<br />

hoger risico op het krijgen van een beroerte<br />

• Bij deze groepen is het dan ook zeer belangrijk<br />

dat ze effectief behandeld worden met antistolling<br />

• Herkennen van deze patiëntengroepen is dus<br />

essentieel


CHADS 2-risico stratificatie (1)<br />

De CHADS 2 score geeft meest nauwkeurig het<br />

risico aan bij patiënten met paroxysmaal of<br />

chronisch AF om een cardiale embolie te krijgen. 6<br />

Deze CHADS 2 score is evidence-based<br />

(gebaseerd op meerdere grote, klinische studies),<br />

maar weerspiegelt ook de pathofysiologie volgens<br />

de Trias van Virchow voor het ontstaan van<br />

(atriale) trombose, nl. naast belang van stase<br />

(hartfalen, leeftijd) ook het belang van verhoogde<br />

stollingsneiging (diabetes, leeftijd).<br />

13 Gage, Circulation 2004<br />

15 Ruiz Ortiz, Cardiology 2010


CHADS 2-risico stratificatie (2)<br />

Risk Factors Score<br />

C Recent congestive heart failure 1<br />

H Hypertension 1<br />

A Age ≥75 yrs 1<br />

D Diabetes mellitus 1<br />

S 2 History of stroke or transient<br />

ischemic attack<br />

2<br />

13 Gage, Circulation 2004<br />

15 Ruiz Ortiz, Cardiology 2010


CHADS 2 score Stroke risk per<br />

100 pt-yr<br />

CHADS 2-risico stratificatie (2)<br />

Relationship between the CHADS 2 score and the risk of stroke<br />

CHADS 2 risk<br />

level<br />

0 1.9 Low No<br />

1 2.8 Low No<br />

2 4.0 Moderate Yes<br />

3 5.9 Moderate Yes<br />

4 8.5 High Yes<br />

5 12.5 High Yes<br />

6 18.2 High Yes<br />

Warfarin<br />

recommended<br />

13 Gage, Circulation 2004<br />

15 Ruiz Ortiz, Cardiology<br />

2010


De absolute winst van OAC therapie ter preventie<br />

van CVA’s hangt af van het risicoprofiel<br />

Ischemic Stroke Rate<br />

(%/year)<br />

Absolute Reduction in Stroke with Warfarin instead of Aspirin<br />

Related to Intrinsic Stroke Risk<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

42 83<br />

250<br />

High-risk Intermediate-risk Low-risk<br />

Aspirin<br />

Warfarin<br />

Number of patients<br />

needed-to-treat<br />

to prevent<br />

1 stroke/year<br />

16 Rockson, JACC 2004


De keerzijde van OAC is de kans op bloedingen<br />

Annual rates of major hemorrhage during<br />

anticoagulation in primary prevention trials involving<br />

patients with nonvalvular AF (INR 2-3)<br />

17 Lip, Stroke 2008


De optimale INR bij AF ter preventie van cardioembolie<br />

is tussen 2 en 3<br />

Verhoogd risico op<br />

thrombus<br />

Verhoogd risico op<br />

bloedingen<br />

17 Lip, Stroke 2008<br />

18 Poli, JACC, 2010<br />

19 EAFT, NewEnglJMed, 1995


Laatste update van richtlijn voor orale<br />

antistolling bij AF (de CHA 2DS 2VASc-score)<br />

European Society of Cardiology 2010


Naast de CHA 2DS 2VASc-score nu ook score voor<br />

kans op bloeding (HAS-BLED-score)<br />

Bij HASBLED score van ≥3<br />

punten bestaat een verhoogd<br />

risico op bloedingen; dit moet<br />

worden meegenomen bij<br />

beslissing omtrent OAC bij AF<br />

European Society of Cardiology 2010


Nieuwe orale anticoagulantia voor primaire en<br />

secundaire preventie bij AF<br />

Aan de huidige vitamine K-antagonisten<br />

(acenocoumarol, fenprocoumon, warfarine) zitten enkele<br />

nadelen:<br />

• De INR is soms moeilijk stabiel in te stellen<br />

• Hierdoor regelmatige controle door trombosediensten<br />

• Veel interactie met andere medicijnen<br />

• Voeding kan invloed hebben op juiste dosering<br />

• Na stoppen werken de medicijnen nog lang<br />

(enkele dagen) door


Nieuwe orale anticoagulantia voor primaire en<br />

secundaire preventie bij AF<br />

Om deze redenen zijn er nieuwe orale<br />

antistollingsmiddelen in ontwikkeling.<br />

Deze nieuwe middelen hebben het voordeel dat er<br />

geen controle door de trombosedienst hoeft plaats te<br />

vinden. Verder zijn deze sneller uitgewerkt en zijn er<br />

minder interacties bekend met andere medicijnen of<br />

voedingsmiddelen.


RE-LY trial: dabigatran (150 mg 2x/dag) is beter dan<br />

warfarine in preventie van CVA bij AF patiënten<br />

As compared with warfarin, the 110-mg dose of dabigatran was<br />

associated with similar rates of stroke and systemic embolism and lower<br />

rates of major hemorrhage; the 150-mg dose of dabigatran was<br />

associated with lower rates of stroke and systemic embolism but with a<br />

similar rate of major hemorrhage<br />

26 Connolly, N Engl J Med 2009


ROCKET-AF trial: voorlopige resultaten zijn veelbelovend en<br />

laten zien in ieder geval net zo goed te zijn als<br />

vitamine K-antagonisten


Toekomst van de nieuwe OAC<br />

• Nog steeds nieuwe orale anticoagulantia in<br />

ontwikkeling (apixaban, edoxaban, betrixaban)<br />

• Dabigatran en rivaroxaban reeds op de<br />

Nederlandse markt<br />

• De vraag blijft of in Nederland, waar de<br />

trombosediensten zo goed geregeld zijn, veel<br />

patiënten overgezet zullen worden naar de<br />

nieuwe middelen


Enkele aandachtspunten bij de nieuwe OAC (1)<br />

• De medicatie is minder afhankelijk van voeding en<br />

geneesmiddelen, maar is daar niet geheel vrij van<br />

• Er komen maag- darmklachten voor (11-12% stoppen < 2 j bij<br />

dabigatran)<br />

• In beginsel is een vaste dosis mogelijk maar bijv. bij oudere<br />

patiënten met nierproblemen zullen dosisaanpassingen toch<br />

gewenst zijn. De patiënt is geen gemiddelde. De vraag is wie<br />

dat in de gaten gaat houden<br />

• Het is vanwege de ontbrekende controle reëel te verwachten<br />

dat de compliance mbt de medicatie-inname zich ontwikkelt<br />

zoals gebruikelijk bij hart-vaatmedicatie (50%). Dit kan<br />

consequenties hebben voor het aantal retromboses


Enkele aandachtspunten bij de nieuwe OAC (2)<br />

• Het korte termijn effect is belangrijker dan bij de cumarines en dat<br />

impliceert dat wanneer een dag geen middelen worden<br />

ingenomen de patiënt ‘niet geantistold is’<br />

• De effecten op de langere termijn zijn onduidelijk. Omdat het<br />

geheel andere medicijnen betreft valt er niets zinnigs te zeggen<br />

over de langetermijneffecten zoals bekend van de<br />

vitamine K-antagonisten (zoals meer verkalking in grote vaten)<br />

• In geval van bloedingen is er nog geen antidotum<br />

• De medicatie is veel duurder dan de huidige behandeling


De Werkgroep scholing voortkomend uit de<br />

Stuurgroep Keten Antistollingsbehandeling<br />

en bestaande uit:<br />

Dr. A.W.M.M. Koopman - van Gemert<br />

Drs. E. Wiltink<br />

Dr. F.J.M. van der Meer<br />

Dr. G.A.M. Pop<br />

Voor vragen en/of opmerkingen Mw. A. de Bruijn<br />

a.debruijn@fnt.nl<br />

Met dank aan

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!