28.09.2013 Views

Tiecelijn - Reynaertgenootschap

Tiecelijn - Reynaertgenootschap

Tiecelijn - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

voor de opvatting van Van Daele, voor wie de luipaard een fel en onhoofs dier is dat<br />

de macht van de koning overneemt. 25 Ik vind overigens de vergelijking tussen Firapeel<br />

en loodgieter Jean-Luc Dehaene schitterend gevonden. 26 Voor het overige heb<br />

ik ook bij de bijdrage van De Putter vele vragen. Op sommige kan ik niet antwoorden:<br />

is het inderdaad zoals de Putter het stelt, dat ‘pays’ en ‘vrede’ een totaal andere<br />

realiteit betreffen? De betekenissen in het Middelnederlandsch Woordenboek lijken<br />

me – ook in dertiende-eeuwse teksten – eerder tautologisch te zijn, wat ook door de<br />

uitdrukking ‘peis en vree’ wordt bevestigd. Ik ben evenwel geen rechtshistoricus en<br />

speel de discussie graag door aan specialisten ter zake.<br />

Ik kan me wel voorstellen dat binnen het verhaalsverloop (op het niveau van de<br />

personages) de zaken zich in grote lijnen hebben afgespeeld zoals De Putter het<br />

voorstelt. Voor de dieren aan het hof is de zaak tot een delicate oplossing, een ‘pays’,<br />

gekomen. Maar is het dat ook voor het geïntendeerde publiek (of voor dat deel ervan<br />

dat men in het huidige onderzoek ook wel eens ‘de fijnproevers’ noemt), m.a.w. voor<br />

die luisteraars/lezers die Willem bij het schrijven van zijn werk op het oog had? Die<br />

moeten toch beseft hebben dat het einde van de Reynaert (anders dan in Reynaert<br />

II) wezenlijk verschillend is van de afsluitende hofdag in de populaire ridderromans<br />

van die dagen. In die romans worden de onvolkomenheden van de gemeenschap,<br />

verzameld in een initiële hofdag, uiteindelijk in een grootse ‘ joie de la cour’ op het<br />

einde opgeheven, waardoor het finale hof een betere gemeenschap is geworden dan<br />

het aanvankelijke. In de Reynaert gebeurt het omgekeerde. Het verhaal eindigt niet<br />

zoals het begon: waar in het begin alle dieren, behalve de vos, aanwezig zijn (vanwege<br />

het gekrakeel overigens niet bepaald in hoofse harmonie), worden op het einde,<br />

behalve de vos, nogal wat andere dieren uitgesloten: Grimbeert en zijn verwanten<br />

(gevlucht voor de schande), Belijn en de zijnen (slachtoffers van de ‘zoen’), Cuwaert<br />

(enkel zijn kop is aanwezig). En de edelen aan het hof zijn voor het geïntendeerde<br />

publiek niet meer dezelfden als in het begin: Bruun heeft zich laten kennen als een<br />

vraatzuchtig beest, enkel hoofs in woorden, Isegrim is een aartsleugenaar, maar hij<br />

is daarin niet alleen, Nobel raakt verblind door hebzucht, enzovoort. Ik geloof met<br />

andere woorden dat Willem naar zijn publiek ‘knipoogt’ (als je dit werkwoord in<br />

deze ontnuchterende context kunt gebruiken): de ‘pays’ is enkel op het eerste gezicht<br />

geruststellend. Willem geeft dus (achter, tussen de woorden, maar dat is nu eenmaal<br />

de essentie van literatuur) een andere boodschap binnen de relatie verteller – publiek<br />

dan op het niveau van de personages. Dat is ironie (in dit geval zowel verbale, dramatische<br />

als intertekstuele). 27 Dat is uiteindelijk ook de mening van Van Daele, die door<br />

Van Oostrom terzijde wordt geschoven: ‘Toch lijkt deze visie wat te veel uit nood<br />

geboren, en ook al te modern: bedrieglijk neutrale regels die in feite zwanger zouden<br />

zijn van onheil’ (p. 478). Dat deze interpretatie te modern zou zijn, geloof ik niet: er<br />

zijn in Willems werk zo vele voorbeelden van ironie te vinden, in de meest denkbare<br />

vormen, dat het eigenlijk voor de hand ligt dat dit evenzeer in zijn conclusie het geval<br />

~ 85 ~<br />

<strong>Tiecelijn</strong> 21

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!