28.09.2013 Views

Tiecelijn - Reynaertgenootschap

Tiecelijn - Reynaertgenootschap

Tiecelijn - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Tiecelijn</strong> 21<br />

Bedoeling en functioneren<br />

Welke richtingen kan het onderzoek nu op? Voornamelijk vanuit mijn eigen belangstelling<br />

zal ik een aantal mogelijkheden aangeven. Het staat wel vast dat zowel<br />

de dichter als zijn publiek gezocht moet worden in kringen van geestelijken, meer in<br />

het bijzonder benedictijnse monniken. Tegelijk staat de Ysengrimus bol van schimpscheuten<br />

tegen monniken en andere geestelijken. De hamvraag is dan: hoe valt dat<br />

met elkaar te rijmen? Was de dichter een zwartgallige dweper die de vorm van het<br />

dierenepos gebruikte om zijn klachten over alles wat hij om zich heen zag te verwoorden?<br />

Ging het hem om delectatio (vermaak) of utilitas (nut), conform Horatius’<br />

aanbeveling in de Ars poetica om het nuttige met het aangename te verenigen?<br />

Vermakelijk is de tekst beslist, maar nuttig? De grootste stomkop, de wolfsmonnik<br />

Isegrim, legt het loodje aan het eind van het verhaal. Boontje komt om zijn loontje,<br />

goed, maar Reynaert, de grootste leugenaar, de gladste glipper, heeft uiteindelijk het<br />

laatste woord. Wat zou daar de stichtelijke boodschap van zijn? Of is er geen ‘wijze’<br />

boodschap en is de Ysengrimus enkel en alleen een uitzinnige en vooral dolkomische<br />

parodie op zo ongeveer alles en iedereen?<br />

Nauw samenhangend met de vraag naar de bedoelingen van de dichter is de vraag<br />

bij welke gelegenheden de Ysengrimus werd gelezen, voorgelezen, dan wel opgevoerd.<br />

Moeten we denken aan een monnik met een boekje in een hoekje, zuchtend om alle<br />

ellende in kerk en wereld, of broedend op de diepere betekenis van alle kloppartijen<br />

en uit hun verband gerukte Bijbelcitaten, glimlachend om een grap waarin de kloosterregel<br />

wordt verdraaid? Of keek en luisterde de hele gemeenschap, verzameld in de<br />

refter, onder het genot van een goed glas wijn naar de novicen en leerlingen van de<br />

kloosterschool die met dierenmaskers op Isegrims zoveelste pak slaag uitbeeldden?<br />

Ik denk dat hier de grootste uitdaging ligt voor toekomstig onderzoek, en dat de<br />

komische kanten van de tekst meer aandacht verdienen.<br />

Vergilius en Ovidius<br />

De dichter gebruikt te pas en te onpas uit hun verband gerukte citaten uit de Bijbel<br />

en de Regel van Benedictus om de sofistische redeneringen van met name Reynaert<br />

en Isegrim van argumenten te voorzien, vaak met een komisch effect. 26 Daarnaast<br />

verwijst hij ook meer of minder nadrukkelijk naar klassieke teksten, zoals Vergilius’<br />

Aeneis en de Metamorphosen van Ovidius. 27 Hoe deze verwijzingen in de tekst functioneren<br />

kan ons wellicht nog iets leren over het gevoel voor humor en (zelf)spot van<br />

twaalfde-eeuwse Gentse monniken, en daarmee over de intentie van de dichter. 28<br />

In De geschiedenis met de ham leidt Reynaert met allerlei schijnbewegingen een boer<br />

af, zodat Isegrim ongemerkt met de ham van de man in het bos kan verdwijnen.<br />

Vlak voor de neus van de dorper loopt de vos heen en weer om hem in de waan te<br />

~ 40 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!