Rapport - Bureau Waardenburg
Rapport - Bureau Waardenburg
Rapport - Bureau Waardenburg
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
58<br />
door er links of rechts omheen te vliegen, is het aannemelijk dat de eenden de draden<br />
ontwijken door een aanpassing van de vlieghoogte al dan niet in combinatie met<br />
uitwijkingsgedrag op korte afstand van de lijn. Dit is echter niet statistisch getoetst met<br />
de data van de verticale radar. Met behulp van deze radar kunnen echter ook alleen vrij<br />
grove veranderingen van de vlieghoogte waargenomen worden (enkele tientallen<br />
meters).<br />
4.4 Effect van draadmarkering voor kleine zwaan en smient<br />
Zowel de kleine zwaan als de smient waren gedurende de gehele winter van 2009/2010<br />
in het onderzoeksgebied aanwezig. De Wilck heeft ook deze winter voor beide soorten<br />
gediend als nacht- en respectievelijk dagrustplaats. Net als in winter 2007/2008 zijn ook<br />
deze winter draadslachtoffers onder beide soorten vastgesteld bij de 150 kV<br />
hoogspanningslijn, wat aangeeft dat deze voor beide soorten leidt tot sterfte. Voor de<br />
kleine zwaan ging het om één draadslachtoffer. Voor de smient is, rekening houdend<br />
met de vindkans en de verdwijnsnelheid, berekend dat er in de winter van 2009/2010<br />
maximaal 79 exemplaren zijn omgekomen door een aanvaring. Met de gegevens van de<br />
slachtoffertellingen van 2007/2008 is eerder, rekening houdend met dezelfde factoren,<br />
berekend dat jaarlijks in totaal 45-60 smienten draadslachtoffer worden (Prinsen et al. in<br />
prep.). De data van 2009/2010 tonen nu aan dat dit aantal in een strenge winter groter<br />
uit kan vallen.<br />
Kleine zwaan<br />
In twee winterseizoenen zijn in totaal drie kleine zwanen als draadslachtoffer<br />
aangetroffen onder de 150 kV hoogspanningslijn (2 in 2007/2008 en 1 in 2009/2010).<br />
In beide winterseizoenen was gedurende enkele weken een groep van ca. 200 kleine<br />
zwanen in de omringende polders aanwezig. In beide winters hebben van de kleine<br />
zwaan dan ook enkele honderden zo niet duizenden passages van de hoogspanningslijn<br />
plaatsgevonden. Hiervan uitgaande is een totaal van 3 draadslachtoffers gering, wat<br />
erop wijst dat de in het onderzoeksgebied aanwezige hoogspanningslijn bij kleine<br />
zwanen leidt tot incidentele in plaats van structurele sterfte. In Engeland is daarentegen<br />
aangetoond dat kleine zwanen in relatief grote aantallen sterven als gevolg van<br />
aanvaringen met hoogspanningslijnen (Rees 2006). Op basis van 3 slachtoffers kan niet<br />
bepaald worden of vogelflappen voor de kleine zwaan effectief zijn in het reduceren van<br />
het aantal draadslachtoffers.<br />
In de winter van 2009/2010 zijn verschillende passages van kleine zwanen<br />
waargenomen, altijd over de bliksemdraad heen. Slechts zelden werd een reactie<br />
waargenomen en als een kleine zwaan een reactie op de hoogspanningslijn vertoonde<br />
zag dit er altijd gecontroleerd en nooit paniekerig uit. Dit in tegenstelling tot de<br />
knobbelzwaan, die veel vaker onder of zelfs tussen de draden door passeerde en daarbij<br />
regelmatig een schikreactie op korte afstand vertoonde. Het gedrag van de kleine zwaan<br />
tijdens passage lijkt dus niet te wijzen op een verhoogd aanvaringsrisico. Daarentegen<br />
zorgt het grote/zware postuur van de zwanen voor een verminderde wendbaarheid, wat<br />
uitwijken op het laatste moment bemoeilijkt en de kans op een aanvaring juist vergroot<br />
(Renssen 1977; Rees 2006).