Rapport - Bureau Waardenburg

Rapport - Bureau Waardenburg Rapport - Bureau Waardenburg

28.09.2013 Views

40 hoogte afspeelden, dusdanig dat in de regel geen sprake was van een interactie met de hoogspanningslijn. Aangezien de meeste waargenomen passages afkomstig waren van soorten behorend tot de soortgroepen meeuwen en kraaiachtigen was voor alle soorten samen de aanvlieghoogte ook significant lager bij gemarkeerde lijnsegmenten (p < 0,001). Daarnaast is ook voor alle soorten samen aangetoond dat in aanwezigheid van draadmarkering de hoogspanningslijn significant vaker onder de fasedraden door gepasseerd is in plaats van laag over de bliksemdraad heen (p < 0,001). Figuur 3.4 De gemiddelde aanvlieghoogte (m) bij controlesegmenten (zonder markering) en impactsegmenten (met markering) is weergegeven voor de soortgroepen meeuwen, kraaiachtigen, ganzen en duiven en voor de soort spreeuw. Let op de variatie in de schaal van de verticale as. Foutbalken geven de standaarddeviatie weer.

Tabel 3.4 Het verschil in de gemiddelde aanvlieghoogte (m) tussen gemarkeerde en ongemarkeerde lijnsegmenten is weergegeven voor de soortgroepen meeuwen, kraaiachtigen, ganzen en duiven en voor de soort spreeuw. De significantie (p- waarden) van de Mann-Whitney testen is weergegeven voor iedere analyse. n.s. = niet significant; * = p < 0,050; ** = p < 0,010; *** = p ! 0,001. De laatste kolom geeft het aantal waarnemingen weer dat was opgenomen in de afzonderlijke analyses. soort(groep) hoogteverschil (m) p-waarde aantal waarnemingen meeuwen -8,5

40<br />

hoogte afspeelden, dusdanig dat in de regel geen sprake was van een interactie met de<br />

hoogspanningslijn.<br />

Aangezien de meeste waargenomen passages afkomstig waren van soorten<br />

behorend tot de soortgroepen meeuwen en kraaiachtigen was voor alle soorten samen<br />

de aanvlieghoogte ook significant lager bij gemarkeerde lijnsegmenten (p < 0,001).<br />

Daarnaast is ook voor alle soorten samen aangetoond dat in aanwezigheid van<br />

draadmarkering de hoogspanningslijn significant vaker onder de fasedraden door<br />

gepasseerd is in plaats van laag over de bliksemdraad heen (p < 0,001).<br />

Figuur 3.4 De gemiddelde aanvlieghoogte (m) bij controlesegmenten (zonder markering) en<br />

impactsegmenten (met markering) is weergegeven voor de soortgroepen meeuwen,<br />

kraaiachtigen, ganzen en duiven en voor de soort spreeuw. Let op de variatie in de<br />

schaal van de verticale as. Foutbalken geven de standaarddeviatie weer.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!