28.09.2013 Views

Rapport - Bureau Waardenburg

Rapport - Bureau Waardenburg

Rapport - Bureau Waardenburg

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

inzicht geven in de mogelijke invloed van draadmarkering op de passagefrequentie van<br />

eenden. Om het verschil in de passagefrequentie tussen gemarkeerde en ongemarkeerde<br />

lijnsegmenten te toetsen zijn gegevens gebruikt die verzameld zijn met de verticaal<br />

opgestelde radar (10 kW). Echo’s van vliegbewegingen, waar met behulp van auditieve<br />

waarnemingen met zekerheid andere soorten dan eenden aan gekoppeld konden<br />

worden, zijn weggelaten uit de analyse.<br />

Het scherm van de verticaal opgestelde radar was opgedeeld in 10 hoogteklassen (figuur<br />

2.6) en alleen de onderste twee klassen zijn voor dit onderzoek interessant. De onderste<br />

hoogteklasse besloeg de eerste 46 meter vanaf de grond en omvatte bijna het volledige<br />

verticale bereik van de hoogspanningslijn. Vogels die binnen deze hoogteklasse de<br />

hoogspanningslijn passeerden liepen risico op een aanvaring met de draden.<br />

Daarentegen is het grootste deel van de vogels die in de tweede hoogteklasse vlogen<br />

(46 tot 91 meter boven het maaiveld), de hoogspanningslijn gepasseerd met slechts een<br />

kleine kans op een aanvaring. Vogels die in de onderste laag van deze hoogteklasse de<br />

hoogspanningslijn passeerden vlogen desondanks in de risicozone, omdat de<br />

bliksemdraad op 53 meter hoogte aan de hoogspanningsmasten bevestigd is. De<br />

bliksemdraad doorsneed hier en daar dus de onderste laag van de tweede hoogteklasse<br />

wat het van belang maakt om ook vliegbewegingen uit deze klasse op te nemen in de<br />

analyse.<br />

Naast de verdeling in hoogteklassen was het radarscherm ook opgedeeld in 5<br />

vakken (figuur 2.6). Tijdens de eerste en laatste twee veldbezoeken met de radar besloeg<br />

vak 2 (een deel van) een ongemarkeerd segment en vak 4 (een deel van) een<br />

gemarkeerd segment (figuur 2.7A). Tijdens het tweede veldbezoek stond de radar zo<br />

opgesteld dat vak 3 een gemarkeerd segment weergaf en de vakken 1 en 5<br />

ongemarkeerde segmenten (figuur 2.7B). De analyse is voor de betreffende<br />

veldbezoeken uitgevoerd op vliegbewegingen door bovengenoemde vakken, aangezien<br />

alle andere vakken delen van zowel een gemarkeerd als een ongemarkeerd segment<br />

weergaven. Van het tweede veldbezoek is het totaal aantal waarnemingen van<br />

vliegbewegingen door de vakken 1 en 5 uiteindelijk door twee gedeeld om beter de<br />

vergelijking te kunnen maken met het enkele vak dat de vliegbewegingen over het<br />

gemarkeerde segment representeerde. Wanneer een enkele vliegbeweging zowel het<br />

vak dat een ongemarkeerd segment representeerde als het vak wat een gemarkeerd<br />

segment aangaf doorsneed, is hij niet opgenomen in de analyse.<br />

Het aantal passages per veldbezoek over ongemarkeerde versus gemarkeerde<br />

lijnsegmenten is voor beide hoogteklassen afzonderlijk getoetst met een t-toets voor<br />

twee onafhankelijke steekproeven. Voorafgaand is de afwijking van de data van een<br />

normale verdeling getoetst met de Shapiro-Wilk test. Omdat de data normaal verdeeld<br />

waren zijn geen transformaties uitgevoerd.<br />

25

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!