28.09.2013 Views

Rapport - Bureau Waardenburg

Rapport - Bureau Waardenburg

Rapport - Bureau Waardenburg

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

elkaar geanalyseerd, omdat de afzonderlijke jaren van elkaar verschillen in bijvoorbeeld<br />

weersomstandigheden en identiteit van de waarnemers. Deze analysemethode biedt<br />

daarnaast goede mogelijkheden voor een heldere weergave van de resultaten.<br />

Er zijn in totaal zeven analyses uitgevoerd. In de eerste analyse zijn de gevonden<br />

draadslachtoffers van alle soorten opgenomen. Om meer inzicht te krijgen in de<br />

effectiviteit van de markeringen bij nacht is vervolgens de effectiviteit van de<br />

vogelflappen apart getoetst voor soorten die voornamelijk overdag de hoogspanningslijn<br />

passeren en voor soorten die dit hoofdzakelijk ’s nachts doen. In de vierde analyse is de<br />

effectiviteit van de vogelflappen voor de soortgroep eenden onderzocht. Eenden<br />

foerageren en vliegen overwegend ’s nachts en de reactie van deze soortgroep op de<br />

vogelflappen kan daardoor extra inzicht geven in de effectiviteit van de<br />

draadmarkeringen in het donker. Aansluitend is in de vijfde analyse verder ingezoomd op<br />

de smient (Anas penelope), die van speciaal belang is binnen het onderzoeksgebied in<br />

verband met de instandhoudingsdoelen van het Natura-2000 gebied De Wilck. Tenslotte<br />

zijn ook van de meerkoet (Fulica atra) en de kievit (Vanellus vanellus) aparte analyses<br />

uitgevoerd, omdat deze soorten (net als de smient) in 2009/2010 veel gevonden zijn als<br />

draadslachtoffer en zo een beter beeld verkregen kan worden van de soortspecifieke<br />

effectiviteit van de draadmarkeringen.<br />

Voor het uitvoeren van de tweede en derde analyse zijn alle gevonden vogelsoorten<br />

verdeeld over twee groepen. De eerste groep bevatte de soorten die voornamelijk<br />

overdag vliegbewegingen vertonen (in het vervolg ook wel dagactieve soorten<br />

genoemd). De tweede groep bevatte soorten die voornamelijk in het donker en de<br />

schemering foerageren en vliegen (verder ook wel nachtactieve soorten genoemd). De<br />

verdeling van de soorten over deze twee groepen is subjectief en tot stand gekomen<br />

door middel van overleg tussen enkele (vogel)ecologen. Indeling van een soort als dag-<br />

of nachtactieve soort sluit niet uit dat de soort ook vliegbewegingen en andere<br />

activiteiten in het andere dagdeel vertoont. Een aantal (slechts sporadisch als<br />

draadslachtoffer gevonden) soorten is niet ingedeeld in één van bovenstaande groepen.<br />

Deze soorten zijn niet meegenomen in de betreffende analyses. Bijlage 1 bevat de<br />

verdeling van de gevonden vogelsoorten over bovengenoemde groepen.<br />

Alle analyses zijn in duplo uitgevoerd, ten eerste van de (vrij) zekere en mogelijke<br />

draadslachtoffers samen en ten tweede alleen van de (vrij) zekere draadslachtoffers.<br />

Voor de kievit was een analyse van alleen de (vrij) zekere draadslachtoffers niet mogelijk<br />

aangezien er in 2009/2010 binnen deze categorie slechts 2 draadslachtoffers van deze<br />

soort gevonden zijn.<br />

Voorafgaand aan het uitvoeren van de t-toetsen zijn de data met de Shapiro-Wilk<br />

test getoetst op afwijking van een normale verdeling. In enkele gevallen bleek de<br />

verdeling van de data af te wijken van normaal. Daarom is ervoor gekozen om alle data<br />

te transformeren volgens de formule: X’ = (X) 1/2 + 0,5 (Zar 1999). Deze transformatie<br />

wordt in de literatuur aangeraden voor data die voortkomen uit tellingen (Sokal & Rohlf<br />

1994; Zar 1999).<br />

23

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!