Jaarverslag 2009 Klachtenregeling Patiënt - Huisarts ... - DOKh
Jaarverslag 2009 Klachtenregeling Patiënt - Huisarts ... - DOKh
Jaarverslag 2009 Klachtenregeling Patiënt - Huisarts ... - DOKh
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2009</strong><br />
<strong>Klachtenregeling</strong> <strong>Patiënt</strong> - <strong>Huisarts</strong><br />
Noordwest-Nederland<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2009</strong> Klachtreglement <strong>Patiënt</strong> – <strong>Huisarts</strong> Noordwest-Nederland 1
STICHTING DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING EN ONDERSTEUNING KWALITEITSBELEID<br />
HUISARTSENPRAKTIJKEN NOORDWEST-NEDERLAND (St. <strong>DOKh</strong>)<br />
— JAARVERSLAG <strong>2009</strong> —<br />
— KLACHTENREGELING PATIËNT - HUISARTS NOORDWEST-NEDERLAND —<br />
Inhoud .....................................................................................................................................2<br />
Inleiding...................................................................................................................................3<br />
Hoofdstuk 1 - <strong>Klachtenregeling</strong> Noordwest-Nederland ...................................................3<br />
1.1. Deelname.........................................................................................................................3<br />
1.2. Samenwerking ................................................................................................................3<br />
1.3. Doelstelling .....................................................................................................................4<br />
1.4. Voorlichting patiënten....................................................................................................4<br />
Hoofdstuk 2 – Klachtopvang...................................................................................................4<br />
2.1. Rapportage IKG ..............................................................................................................4<br />
Hoofdstuk 3 – Klachtbemiddeling...........................................................................................5<br />
3.1. Registratie bemiddelingen.............................................................................................6<br />
3.2. Overzicht klachtbemiddelaars .......................................................................................6<br />
Hoofdstuk 4 – Klachtbehandeling......................................................................................7<br />
4.1. Samenstelling klachtencommissie ................................................................................7<br />
4.2. Werkwijze klachtencommissie ......................................................................................7<br />
4.3. Registratie klachtencommissie......................................................................................8<br />
4.4. Inhoud uitspraken klachtencommissie.........................................................................9<br />
4.5. Aanbevelingen klachtencommissie,<br />
Maatregelen aangeklaagden naar aanleiding van uitspraken............................. 16<br />
4.6. Evaluatie procedure (enquête)................................................................................... 17<br />
4.7. Kwaliteitsbevordering ................................................................................................. 18<br />
Hoofdstuk 5 - <strong>Huisarts</strong>enposten<br />
5.1. Registratie huisartsenposten...................................................................................... 19<br />
Verklaring afkortingen ...................................................................................................... 20<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2009</strong> Klachtreglement <strong>Patiënt</strong> – <strong>Huisarts</strong> Noordwest-Nederland 2
Inleiding<br />
Vanaf 1 november 1995 is de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ) van kracht. Op grond van<br />
deze wet moeten alle zelfstandig werkzame huisartsen, huisartsen in dienst van huisartsen (HIDHA’s)<br />
en huisartswaarnemers beschikken over een regeling, waarbij patiënten zich kunnen wenden tot een<br />
klachtencommissie. Destijds is een aanbod ontwikkeld, waarbij klachtopvang, klachtbemiddeling en<br />
klachtbehandeling in een logisch verband geplaatst zijn. Over het ontstaan van de klachtenregeling en<br />
de uitvoering daarvan in voorgaande jaren wordt verwezen naar de jaarverslagen 1995 t/m 2008.<br />
1. <strong>Klachtenregeling</strong> Noordwest-Nederland<br />
1.1. Deelname<br />
In totaal zijn 1047 huisartsen werkzaam in het werkgebied van <strong>DOKh</strong> (Noord-Holland met<br />
uitzondering van Amsterdam en ’t Gooi). Daarvan hebben er 857 te kennen gegeven hun wettelijke<br />
verplichting via de St. <strong>DOKh</strong> te willen afdekken; de overige huisartsen hebben ofwel elders een<br />
klachtenregeling getroffen ofwel van hen is niet bekend hoe zij hebben voorzien in hun wettelijke<br />
verplichting om een klachtenregeling te treffen.<br />
Daarnaast waren in <strong>2009</strong> de volgende huisartsenposten aangesloten bij de <strong>DOKh</strong>-klachtenregeling:<br />
Alkmaar (Alkmaar), West-Friesland (Hoorn), Zaanstreek (Zaandam), Waterland (Purmerend), Midden-<br />
Kennemerland (Beverwijk), Amstelland (Amstelveen), Haarlemmermeer (Hoofddorp) en Zuid-<br />
Kennemerland/Spoedpost Noord en Zuid (Haarlem).<br />
1.2. Samenwerking<br />
De klachtenregeling omvat, indien gewenst, een traject van klachtopvang, klachtbemiddeling en klacht-<br />
behandeling. Hierbij zijn verschillende partners betrokken. De klachtenregeling is voorbereid in<br />
samenwerking met het Regionaal <strong>Patiënt</strong>en/Consumenten Platform (RPCP) Noord-Holland Noord en het<br />
RPCP Zaanstreek/Waterland. In 1998 is tevens met het Kennemer <strong>Patiënt</strong>en Platform een<br />
samenwerkingsovereenkomst aangegaan. Op 1 juli 2006 is uit een fusie van het RPCP Amstelland en de<br />
Meerlanden, het RPCP Gooi en Vechtstreek, het RPCP Kennemerland, het RPCP Zaanstreek/Waterland en<br />
het Samenwerkingsverband NHPP de vereniging Zorgbelang Noord-Holland ontstaan. Zorgbelang<br />
Noord-Holland werkt voor de hele provincie, met uitzondering van Amsterdam. Voor wat betreft<br />
uitvoering van de klachtenregeling betekent dit dat in tegenstelling tot voorgaande jaren de Stichting<br />
<strong>DOKh</strong> qua klachtopvang met maar één patiëntenorganisatie te maken heeft, te weten Zorgbelang Noord-<br />
Holland. De klachtenregeling is destijds afgestemd met de coördinatoren van de bureaus Informatie- en<br />
Klachtenopvang Gezondheidszorg (IKG’s). Het IKG maakt onderdeel uit van Zorgbelang. Van meerdere<br />
IKG’s in het werkgebied is gezien voormelde fusie van de RPCP’s dus ook geen sprake meer. Het IKG<br />
verzorgde de klachtopvang; vertegenwoordigers van de voormalige RPCP’s participeerden samen met<br />
een huisartsenvertegenwoordiging in de klachtencommissie. Er zijn overeenkomsten gesloten met de<br />
afzonderlijke klachtbemiddelaars en leden van de klachtencommissie.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2009</strong> Klachtreglement <strong>Patiënt</strong> – <strong>Huisarts</strong> Noordwest-Nederland 3
1.3. Doelstelling<br />
Onder een klacht wordt verstaan: Het kenbaar maken van onvrede, komende van de patiënt van de<br />
huisarts over de organisatie van de praktijk, de bejegening of behandeling door de huisarts,<br />
de waarnemer of personen werkzaam voor de huisarts.<br />
De klachtenregeling vermeldt in artikel 2 de doelstellingen:<br />
- Het creëren van de mogelijkheid voor herstel van de relatie, gebaseerd op onderling vertrouwen<br />
tussen en gelijkwaardigheid van de klager en de aangeklaagde<br />
- Recht doen aan de belangen van de individuele klager<br />
- Het bevorderen van de kwaliteit van de huisartsenzorg<br />
- Een beter inzicht te krijgen, door middel van het onder meer systematisch verzamelen van<br />
klachten op tekortkomingen in de huisartsenzorg en het daardoor beter kunnen inspelen op de<br />
behoefte van de hulpvrager in het algemeen<br />
- Controle op en evaluatie van hierboven verkregen gegevens, welke worden aangewend in het kader<br />
van de beleidsvorming ten aanzien van de bewaking en bevordering van de kwaliteit van zorg<br />
Het jaar <strong>2009</strong> is het veertiende jaar waarin de klachtenregeling operationeel is.<br />
1.4. Voorlichting patiënten<br />
<strong>Huisarts</strong>en die zich aansluiten bij de klachtenregeling ontvangen folders Heeft u een klacht over uw<br />
huisarts? U kunt hier iets mee doen!, bestemd voor de wachtruimte in de praktijk.<br />
2. Klachtopvang<br />
Onder klachtopvang wordt verstaan: Het geven van informatie en advies naar aanleiding van vragen en<br />
klachten alsmede het bieden van ondersteuning bij eventuele verdere aanpak van de klacht.<br />
Ook in <strong>2009</strong> heeft klachtopvang plaatsgevonden. Dit gebeurde bij het IKG. Het IKG hanteert hiervoor een<br />
standaard registratieformulier.<br />
2.1. Rapportage IKG<br />
Het aantal aanmeldingen bij het IKG in <strong>2009</strong> bedroeg 352.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2009</strong> Klachtreglement <strong>Patiënt</strong> – <strong>Huisarts</strong> Noordwest-Nederland 4
Fig. 1. Aantal klachten geregistreerd door IKG’s 1996 – <strong>2009</strong><br />
400<br />
350<br />
300<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
161<br />
202<br />
287 313<br />
242<br />
333<br />
255 277<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2009</strong> Klachtreglement <strong>Patiënt</strong> – <strong>Huisarts</strong> Noordwest-Nederland 5<br />
46<br />
137<br />
331 344<br />
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 <strong>2009</strong><br />
Aantal klachten geregistreerd door IKG's<br />
Onduidelijk is hoeveel huisartsen in <strong>2009</strong> waren betrokken. Er zijn immers huisartsen tegen wie<br />
meerdere malen is geklaagd, terwijl ook klachten geregistreerd zijn waarbij niet specifiek één huisarts<br />
betrokken is of klachten waarvan de klager wenst dat de aangeklaagde anoniem blijft.<br />
In verband met de faillietverklaring van het voormalige IKG Noord-Holland Noord zijn géén cijfers over<br />
2004 verstrekt. Het destijds gehanteerde registratieformulier is bovendien in de jaren 1996 tot en met<br />
1998 door de IKG’s op verschillende manieren geïnterpreteerd. Door een aantal IKG’s werd het aantal<br />
klachten genoteerd (dit kunnen bijvoorbeeld twee klachten betreffen, die maar één huisarts aangaan),<br />
terwijl weer door andere IKG’s het aantal contacten werd geregistreerd (één klager kan bijvoorbeeld<br />
meerdere klachten hebben over één huisarts). Een en ander is in 1999 kortgesloten met de IKG’s.<br />
Bij de jaarcijfers over 1999 tot en met <strong>2009</strong> is uitgegaan van het aantal contacten.<br />
Het IKG registreerde de aard van de klachten in <strong>2009</strong> als volgt:<br />
Organisatorisch 83 Vaktechnisch/medisch inhoudelijk 160<br />
Relationeel 60 Overig 32<br />
Er moet rekening worden met het feit dat een klacht betrekking kan hebben op meerdere aspecten<br />
van zorg.<br />
3. Klachtbemiddeling<br />
Wanneer een klager dit wenst, kan klachtbemiddeling plaatsvinden. Onder klachtbemiddeling wordt<br />
verstaan: De door een daartoe benoemde bemiddelaar ontplooide activiteiten die ertoe strekken dat<br />
klager en aangeklaagde zodanig tot inzicht en begrip komen omtrent de gebeurtenissen en<br />
beweegredenen dat de klacht als afgehandeld kan worden beschouwd. Het resultaat van de<br />
bemiddeling leidt niet tot bindende uitspraken of uitspraken over gegrondheid van de klacht.<br />
Klachtbemiddelaars worden desgewenst ingeschakeld door het IKG. Klachtbemiddelaars hanteren een<br />
standaard registratieformulier. Daarnaast wordt het IKG door middel van een rapportageformulier na<br />
de bemiddeling geïnformeerd of de klacht al dan niet naar tevredenheid van de klager is afgerond.<br />
313<br />
352
3.1. Registratie bemiddelingen<br />
In <strong>2009</strong> zijn 5 bemiddelingen afgerond. In fig. 2 is een overzicht te zien van het aantal bemiddelingen van<br />
1996 – <strong>2009</strong>.<br />
18<br />
16<br />
14<br />
15<br />
16<br />
12<br />
10<br />
8<br />
6<br />
4<br />
2<br />
0<br />
8<br />
6<br />
9<br />
3<br />
7<br />
1<br />
11<br />
9<br />
10<br />
5<br />
1<br />
5<br />
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 <strong>2009</strong><br />
Fig. 2.<br />
Aantal bemiddelingen klachtbemiddelaars 1996 - <strong>2009</strong><br />
In <strong>2009</strong> is bij 1,5% van de door het IKG ontvangen klachten een klachtbemiddelaar ingezet. In 2008<br />
was dit bij 0,3% het geval. In 2007 bij 1%. In de jaren 2004 en 2006 kon dit percentage niet precies<br />
worden berekend (onvolledige registratie IKG in verband met faillietverklaring en fusie). Voor de<br />
overige jaren geldt het volgende: in 2005 is bij 7% van de door het IKG ontvangen klachten een<br />
klachtbemiddelaar ingezet, in zowel 2003 als in 2002 6%, in 2001 was dit 0,3%, in 2000 3%, in 1999<br />
1%, in 1998 en 1997 3% en in 1996 5%.<br />
De aard van de klachten in <strong>2009</strong> zoals door de patiënt beleefd betrof:<br />
Organisatorische aspecten van zorg (samenwerking, beschikbaarheid/bereikbaarheid) 2<br />
Relationele aspecten van zorg (onvoldoende informatie, bejegening) 6<br />
Vaktechnisch/medisch inhoudelijke aspecten van zorg (foutieve behandeling of diagnostiek,<br />
niet of te laat doorverwijzen c.q. consulteren) 1<br />
Een klacht kan betrekking hebben op meerdere aspecten van zorg.<br />
3.2. Overzicht klachtbemiddelaars<br />
De klachtbemiddelaars in <strong>2009</strong> waren:<br />
Werkgebied Naam klachtbemiddelaar<br />
Kop Noord-Holland G.B. Nowicki, D.J. Martin<br />
Noord-Kennemerland D. Plat, H. den Engelsen<br />
West-Friesland E.W. Hudig<br />
Zaanland H.J.M. Vink<br />
Waterland P.P.A. Macco, V.H. van Andel<br />
Haarlemmermeer, Midden-Kennemerland D.H. Arentz en I. Kranenburg<br />
Amstelland, Zuid-Kennemerland K. Dekker<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2009</strong> Klachtreglement <strong>Patiënt</strong> – <strong>Huisarts</strong> Noordwest-Nederland 6
4. Klachtbehandeling<br />
Onder klachtbehandeling wordt verstaan: Het onderzoek naar de oorzaak van een klacht, zonodig<br />
naar het oordeel van de klachtencommissie resulterend in een niet-juridisch afdwingbare uitspraak<br />
over de klacht en – indien aan de orde – een advies aan de huisarts over door deze te nemen<br />
maatregelen naar aanleiding van de klacht.<br />
4.1. Samenstelling klachtencommissie<br />
De klachtencommissie bestaat uit drie leden: een onafhankelijke voorzitter, niet werkzaam voor of bij de<br />
zorgaanbieder (de voorzitters van de klachtencommissie zijn juristen/rechters), een lid namens de<br />
beroepsgroep huisartsen en een op voordracht van de patiëntenorganisatie. De drie leden hebben<br />
plaatsvervangers. Wanneer een klacht de organisatie van een huisartsenpost betreft, wordt de<br />
klachtencommissie uitgebreid met een extern deskundig lid. In <strong>2009</strong> bestond de klachtencommissie uit:<br />
mr. M.E.J. van Lieshout-Segers Onafhankelijk voorzitter (tot 01-11-09)<br />
mr. M.M. van Weely Onafhankelijk voorzitter (per 01-11-09)<br />
mr. E.C. Smits Onafhankelijk voorzitter<br />
mr. M.C.M. Weimar-Helsloot Onafhankelijk voorzitter (per 24-03-09)<br />
A. van de Vusse, huisarts Lid namens beroepsgroep<br />
M. Japenga, huisarts Lid namens beroepsgroep (tot 18-05-09)<br />
A.M. Renkema-de Boer, huisarts Lid namens beroepsgroep<br />
M. Koopmans Lid namens patiëntenorganisatie<br />
H. Vis Lid namens patiëntenorganisatie<br />
A.M. van Dok Lid namens patiëntenorganisatie<br />
mr. R.W.J. Buys Extern lid namens de huisartsenposten<br />
De klachtencommissie werd ondersteund door K. Riepen, ambtelijk secretaris (<strong>DOKh</strong>) en E. Luinge,<br />
secretaresse (<strong>DOKh</strong>).<br />
4.2. Werkwijze klachtencommissie<br />
De werkwijze van de klachtencommissie is (samengevat) als volgt.<br />
• De klacht wordt schriftelijk bij de klachtencommissie ingediend.<br />
• Gecontroleerd wordt of aangeklaagde is aangesloten bij de klachtenregeling; is aangeklaagde lid<br />
van de klachtencommissie of een bekende van een van de leden, dan wordt het betreffende lid<br />
vervangen door de plaatsvervanger.<br />
• Klager ontvangt een bevestiging en machtiging tot eventuele inzage in medische gegevens.<br />
• De klacht wordt beoordeeld op ontvankelijkheid; eventueel wordt klager om nadere informatie<br />
verzocht.<br />
• Aangeklaagde wordt verzocht om een schriftelijke reactie (verweerschrift).<br />
• Als de klacht ‘zittingsrijp’ is, volgt er een mondelinge behandeling (zitting) in het bijzijn van zowel<br />
klager als aangeklaagde en eventuele adviseurs (één per partij).<br />
• De klachtencommissie bepaalt of de klacht gegrond is of niet, doet hiervan schriftelijk en<br />
gemotiveerd uitspraak en kan eventueel een aanbeveling doen; er is geen beroepsmogelijkheid.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2009</strong> Klachtreglement <strong>Patiënt</strong> – <strong>Huisarts</strong> Noordwest-Nederland 7
• Aangeklaagde wordt verzocht binnen een maand na de uitspraak door de klachtencommissie<br />
schriftelijk te reageren op de beslissing of hij/zij maatregelen zal treffen en zo ja, welke.<br />
• Ongeveer drie maanden na de uitspraak ontvangen partijen een enquête.<br />
Voor een uitgebreide werkwijze wordt verwezen naar het klachtreglement.<br />
4.3. Registratie klachtencommissie<br />
De klachtencommissie heeft in <strong>2009</strong> 28 klachten afgerond, waarvan 5 al eind 2008 waren ingediend.<br />
Van de in <strong>2009</strong> afgeronde 28 klachten zijn er uiteindelijk 16 klachten ter zitting behandeld door de<br />
klachtencommissie. De overige klachten waren ofwel niet-ontvankelijk (bijv. huisarts niet aangesloten bij<br />
klachtenregeling), zijn weer ingetrokken (klager gaat alsnog in gesprek met aangeklaagde, verwezen naar<br />
het IKG), enz. In 2008 bleken de klachten met betrekking tot de huisartsenzorg explosief gestegen.<br />
Hiervoor zijn geen duidelijke verklaringen buiten de door Zorgbelang Noord-Holland/IKG destijds gedane<br />
PR-werkzaamheden. In de loop van 2008 is het aantal klachten weer gestabiliseerd.<br />
In onderstaande grafiek (fig. 3) wordt aangetoond hoe het aantal ingediende klachten bij de<br />
klachtencommissie zich verhoudt tot het aantal zittingen.<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
16<br />
10<br />
19<br />
14<br />
38<br />
15<br />
21<br />
13<br />
19 20<br />
10<br />
15<br />
24<br />
18<br />
20<br />
14<br />
31<br />
19<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2009</strong> Klachtreglement <strong>Patiënt</strong> – <strong>Huisarts</strong> Noordwest-Nederland 8<br />
15<br />
9<br />
21<br />
13<br />
26<br />
10<br />
Aantal klachten<br />
Aantal zittingen<br />
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 <strong>2009</strong><br />
Fig. 3. Verhouding aantal klachten – aantal zittingen klachtencommissie 1996 – <strong>2009</strong><br />
Van de in <strong>2009</strong> bij het IKG aangemelde aantal klachten is 8% door de klachtencommissie in<br />
behandeling genomen. In 2008 was dit 17%. In 2007 8%. De cijfers over 2006 en 2004 kunnen in dit<br />
kader niet worden berekend (vanwege resp. faillietverklaring en fusie IKG’s). Voor de overige jaren<br />
geldt het volgende: 7% van de in 2005 bij het IKG aangemelde klachten zijn door de<br />
klachtencommissie in behandeling zijn genomen, in 2003 betrof dit ook 7%, in 2002 9%, in 2001 6%,<br />
in 2000 8%, in 1999 7%, in 1998 13% en in 1997 9%.<br />
Van de 16 in <strong>2009</strong> behandelde klachten door de klachtencommissie zijn er 11 klachten binnen de in het<br />
reglement gestelde periode van 4½ maand behandeld en afgerond. Afronding van de overige klachten<br />
heeft meer tijd gekost. Oorzaken hiervoor zijn onder andere geweest het opvragen van nadere<br />
informatie, verhindering van partijen bij het bepalen van een zittingsdatum, opschorting op verzoek van<br />
partijen en vakantieperiode.<br />
54<br />
33<br />
28<br />
16
In de tabel (fig. 4) is met betrekking tot het aantal ingediende klachten bij de klachtencommissie<br />
aangegeven: het aantal betrokken klagers en aangeklaagden, de hoedanigheid van de aangeklaagde<br />
partij en de afhandeling van de klacht. Deze gegevens zijn door <strong>DOKh</strong> bijgehouden.<br />
Fig. 4.<br />
Ontvangen klachten vóór<br />
01-01-<strong>2009</strong>,<br />
afgerond in <strong>2009</strong><br />
Ontvangen klachten tussen<br />
01-01-<strong>2009</strong> en 31-12-<strong>2009</strong>,<br />
afgerond in <strong>2009</strong><br />
Ontvangen klachten<br />
eind <strong>2009</strong>,<br />
af te ronden in 2010<br />
Totaal 5 23 5<br />
Betrokken HV’en 5 9 4<br />
Betrokken klagers 5 25 8<br />
Betrokken aangeklaagden: 5 22 8<br />
• Eigen huisarts 2 12 2<br />
• Assistent eigen huisarts 0 0 1<br />
• Waarnemend huisarts 0 5 3<br />
• Voormalig huisarts 0 2 2<br />
• Dienstdoende arts op HAP 2 3 0<br />
• Assistent op HAP 0 0 0<br />
• Organisatie HAP 0 0 0<br />
• Overig 0 2 0<br />
Klachttraject niet-ontvankelijk 0 1 n.v.t.<br />
Aangeklaagde niet aangesloten 0 1 n.v.t.<br />
Alsnog IKG/klachtbemiddelaar 0 6 n.v.t.<br />
Klacht ingetrokken 0 4 n.v.t.<br />
Behandeld door klachtencommissie 5 11 n.v.t.<br />
Van de 16 klachten die tot een uitspraak door de klachtencommissie leidden, werden er 4 gegrond,<br />
11 ongegrond en 1 deels gegrond bevonden. De aard van deze klachten, waarbij rekening moet<br />
worden gehouden dat een klacht betrekking kan hebben op meerdere aspecten van zorg, betrof:<br />
Organisatorisch 4<br />
Relationeel 8<br />
Vaktechnisch 14<br />
4.4. Inhoud uitspraken klachtencommissie<br />
In dit jaarverslag wordt in geanonimiseerde vorm een selectie (3) van uitspraken van de<br />
klachtencommissie in <strong>2009</strong> weergegeven.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2009</strong> Klachtreglement <strong>Patiënt</strong> – <strong>Huisarts</strong> Noordwest-Nederland 9
Klacht 1 (geanonimiseerd)<br />
Situatie De moeder van klager (78) ondervond in september 2008 pijnklachten in de rug met uitstraling<br />
naar haar rechterbeen. Korte tijd later is bij de moeder van klager longkanker geconstateerd, klein cellig,<br />
stadium 4 met metastases in botten, hersenen en klieren met een zeer korte levensverwachting.<br />
De ouders van klager zijn door medewerking van klager overgestapt naar een andere huisartsenpraktijk.<br />
De moeder van klager is eind 2008 overleden.<br />
Klacht Aangeklaagde wordt verweten dat er onvoldoende zorg en aandacht is besteed aan de ouders<br />
van klager. Ook is er sprake geweest van een onheuse bejegening door aangeklaagde en het niet<br />
nakomen van afspraken. Allereerst verwijt klager aangeklaagde dat hij meer aandacht voor zijn eigen<br />
problemen had dan voor zijn patiënten. Voorts verwijt hij aangeklaagde dat hij de klachten van de<br />
moeder van klager niet voldoende serieus heeft genomen en daar niet adequaat op heeft gereageerd.<br />
De moeder van klager werd voor rugklachten in september 2008 verwezen naar het ziekenhuis, alwaar bij<br />
een echo een mogelijk verkeerd gepositioneerde rugwervel werd geconstateerd. Aangeklaagde heeft<br />
vervolgens pijnbestrijding (paracetamol en zaldiar) voorgeschreven en manuele therapie verricht en de<br />
moeder van klager heeft fysiotherapie gekregen. Omdat de pijnklachten verergerden, moeder in bed<br />
belandde, steeds minder dronk en er sprake was van gewichtsverlies (10 kg) in een heel korte tijd,<br />
is medio/eind oktober 2008 een visite aangevraagd. Aangeklaagde arriveerde diezelfde dag aan het eind<br />
van de middag hoewel afgesproken was dat aangeklaagde eerder zou komen. Tijdens dit consult zou<br />
aangeklaagde na een korte blik om de moeder van klager alleen maar hebben voorgesteld om de<br />
pijnbestrijding te intensiveren in de vorm van het verhogen van de dosering paracetamol. Toen de<br />
moeder van klager de volgende ochtend nog verder verzwakt was, heeft aangeklaagde pas<br />
bewerkstelligd dat zij kon worden opgenomen in het ziekenhuis. Toen werd vastgesteld dat de moeder<br />
van klager verzwakt was en dat zij uitdrogingsverschijnselen vertoonde. Eveneens werd geconstateerd<br />
dat er sprake was van te veel paracetamol in het bloed, waarbij is aangegeven dat het<br />
pijnbestrijdingsmiddel en deze hoeveelheid paracetamol samen niet voorgeschreven konden worden.<br />
Klager verwijt aangeklaagde dus ook onzorgvuldig handelen dan wel nalatigheid.<br />
Een ander verwijt aan aangeklaagde is dat hij nadien nooit meer contact met de familie van zijn patiënt<br />
heeft opgenomen en een afspraak (gemaakt door zijn assistente) om terug te bellen, niet is nagekomen.<br />
Klager heeft ter zitting opgemerkt dat aangeklaagde naar zijn mening weinig verantwoordelijkheid neemt<br />
en de nodige zaken ten onrechte aan het functioneren van zijn assistente wijt. Ook het meerdere keren<br />
ongevraagd van de persoonlijke situatie van aangeklaagde op de hoogte stellen of problemen met<br />
betrekking tot de automatisering bij zijn patiënten onder de aandacht brengen, acht klager<br />
onprofessioneel.<br />
Verweer Aangeklaagde heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat hij vanwege privé-<br />
omstandigheden een turbulente periode heeft meegemaakt en dat hij zijn patiënten – wanneer<br />
hiervoor belangstelling was – dienaangaande informeerde. Aangeklaagde heeft zijn excuses<br />
aangeboden voor het feit dat hij destijds mogelijk de indruk heeft gewekt dat zijn privéproblemen<br />
belangrijker waren dan de problemen van zijn patiënten.<br />
Met betrekking tot het voorschrijven van de pijnstilling heeft aangeklaagde gesteld dat de paracetamol<br />
niet effectief was en nsaids niet in aanmerking kwamen gezien het bijwerkingsprofiel. Aangeklaagde<br />
heeft voor wat betreft de hoeveelheid medicatie geadviseerd om extra paracetamol te nemen naast<br />
de voorgeschreven zaldiar. Hij wijt de overdosering aan de uitdroging en slechte detoxificatie. Onder<br />
normale omstandigheden zou hiervan geen sprake zijn geweest.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2009</strong> Klachtreglement <strong>Patiënt</strong> – <strong>Huisarts</strong> Noordwest-Nederland 10
Het feit dat aangeklaagde niet op het afgesproken tijdstip voor de visite verscheen, is te wijten aan<br />
twee andere dringende huisbezoeken die moesten worden afgelegd. Volgens aangeklaagde heeft de<br />
assistente verzuimd aangeklaagde hiervan op de hoogte te stellen.<br />
Aangeklaagde heeft tijdens de visite voorgesteld om de moeder van klager te laten opnemen;<br />
dit wilde moeder niet. Zodoende is afgesproken dat er de volgende ochtend weer contact zou worden<br />
opgenomen voor presentatie in het ziekenhuis.<br />
Toen de assistente begin november 2008 aan huis een griepprik heeft gegeven werd haar door de<br />
vader van klager meegedeeld dat hij aangeklaagde niet meer wilde zien en geen prijs stelde op een<br />
gesprek of een visite. Het verzoek van klager om contact op te nemen is door de assistente niet goed<br />
met aangeklaagde gecommuniceerd. Aangeklaagde heeft erkend dat ook het ophalen van de dossiers<br />
door klager bij overgang naar de nieuwe huisartsenpraktijk niet met aangeklaagde is<br />
gecommuniceerd. Aangeklaagde heeft inmiddels werkafspraken hieromtrent gemaakt.<br />
Beoordeling Naar het oordeel van de klachtencommissie is de klacht gegrond voor zover deze<br />
betrekking heeft op de bejegening. Aangeklaagde had als huisarts te maken met een doodzieke<br />
patiënte en met een echtgenoot van die patiënte die zijn ontevredenheid over het optreden van<br />
aangeklaagde uitte, beiden mensen op leeftijd. Vaststaat dat aangeklaagde op de in deze zaak<br />
bedoelde visite uren later kwam dan afgesproken en dat daarvan geen mededeling aan de familie is<br />
gedaan. Voldoende aannemelijk is geworden dat aangeklaagde op dat moment niet duidelijk heeft<br />
gemaakt waarom hij zo veel later dan afgesproken kwam. Uit dat wat ter zitting door beide partijen<br />
naar voren is gebracht kan worden afgeleid dat de communicatie tussen aangeklaagde en de vader<br />
van klager tijdens die visite bepaald niet optimaal is verlopen. Vervolgens is de dag daarna de moeder<br />
van klager opgenomen in het ziekenhuis, waar vastgesteld werd dat zij longkanker had in een bijna<br />
terminaal stadium. Aangeklaagde heeft nog wel bewerkstelligd dat de moeder van klager werd<br />
opgenomen, maar hij heeft daarna in het geheel niet meer geïnformeerd naar zijn patiënte, zelfs niet<br />
nadat klager van zijn kant had geprobeerd contact met aangeklaagde te krijgen. De assistente van<br />
aangeklaagde zou – en dit is door aangeklaagde niet gemotiveerd bestreden – klager hebben<br />
toegezegd dat hij door aangeklaagde zou worden teruggebeld. Vaststaat ook dat aangeklaagde geen<br />
contact met de familie heeft opgenomen nadat hem een overlijdensbericht betreffende de moeder van<br />
klager is gestuurd en nadat de assistente te horen had gekregen van de vader van klager dat hij geen<br />
contact met aangeklaagde meer wilde hebben en evenmin ter gelegenheid van het ophalen van het<br />
medisch dossier. Deze hele gang van zaken leidt ertoe dat de klacht gegrond is. Van aangeklaagde<br />
mag als redelijk handelend huisarts een opstelling worden verwacht die getuigt van meer<br />
betrokkenheid bij het wel en wee van een ernstig zieke patiënte en haar familieleden. Tijdens de visite<br />
op de avond voordat de moeder van klager werd opgenomen heeft haar echtgenoot al blijk gegeven<br />
van zijn onvrede met de opstelling van aangeklaagde. Dat aangeklaagde er toen voor heeft gekozen<br />
om daar op dat moment niet op in te gaan is gezien de omstandigheden alleszins te billijken, maar het<br />
had op zijn weg gelegen daar op een later tijdstip, nadat de moeder van klager was opgenomen,<br />
op terug te komen. Uit dat wat beide partijen naar voren hebben gebracht leidt de commissie af dat<br />
aangeklaagde na opname van de moeder van klager geen enkele belangstelling in zijn patiënte meer<br />
heeft getoond. De commissie onderkent dat aangeklaagde weliswaar te kennen is gegeven dat hij als<br />
huisarts niet meer welkom was bij de vader van klager, maar dat laat gezien de omstandigheden van<br />
dit geval onverlet dat van hem mocht worden verwacht dat hij in elk geval op enig moment contact<br />
zou zoeken om van zijn betrokkenheid blijk te geven.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2009</strong> Klachtreglement <strong>Patiënt</strong> – <strong>Huisarts</strong> Noordwest-Nederland 11
Alle kansen die hij daarvoor had, heeft hij ongebruikt gelaten, hetgeen bij de familie tot de conclusie<br />
heeft geleid dat hij op het punt van bejegening klachtwaardig heeft gehandeld. De discussie tussen<br />
partijen over de vraag of aangeklaagde nu wel of niet heeft voorgesteld om de moeder van klager al<br />
’s avonds te laten opnemen is daarbij niet van doorslaggevend belang.<br />
Voor alle duidelijkheid: de commissie is niet van oordeel dat een huisarts in zijn algemeenheid<br />
gehouden zou zijn om een in het ziekenhuis opgenomen patiënt te bezoeken of om met patiënten die<br />
hebben gemeld dat zij geen contact meer wensen, te allen tijde nog contact op te nemen voor een<br />
laatste gesprek. In de omstandigheden die in deze klacht aan de orde zijn geweest en zijn gebleken<br />
heeft de commissie evenwel aanleiding gezien om de klacht gegrond te achten, naar de kern<br />
genomen wegens ernstig gebrek aan getoonde betrokkenheid, hetgeen als een bejegeningskwestie<br />
kan worden aangemerkt. Verder staat vast dat er bij meerdere situaties geen sprake is geweest van<br />
een goede onderlinge communicatie tussen aangeklaagde en zijn assistente(n). Dit wordt ook niet<br />
door aangeklaagde weersproken. Aangeklaagde heeft dienaangaande aangegeven hierover<br />
werkafspraken met zijn assistente(n) te hebben gemaakt. Om deze reden ziet de klachtencommissie<br />
geen aanleiding om aangeklaagde op dit punt aanbevelingen te doen.<br />
Beslissing De klacht is gegrond.<br />
Klacht 2 (geanonimiseerd)<br />
Situatie Klager heeft in oktober 2008 een bezoek gebracht aan aangeklaagde in verband met diverse<br />
griepachtige klachten; door aangeklaagde is onderzoek verricht en een maagzuurremmer (Omeprazol)<br />
voorgeschreven. Begin december heeft een consult plaatsgevonden, naar aanleiding waarvan door<br />
aangeklaagde een antibioticumkuur (Doxycycl) is voorgeschreven en een Flixotide inhalator aan klager is<br />
verstrekt. Eind december 2008 is door een collega van aangeklaagde telefonisch medicatie (Paracetamol/<br />
Codeïne) voorgeschreven. Begin januari <strong>2009</strong> bezocht klager wederom het spreekuur van<br />
aangeklaagde. Zij schreef toen Prednisolon en Ventolin voor. Ze liet toen tevens aanvullend<br />
laboratoriumonderzoek doen en een longfoto maken. Daarna is klaagster door de collega van<br />
aangeklaagde telefonisch geïnformeerd over de uitslag van de onderzoeken. Op de longfoto was het<br />
beeld rechts basaal wat druk met een dubieus klein infiltraat aldaar. Het laboratoriumonderzoek gaf geen<br />
aanwijzingen voor ernstige infectie. Door de collega van aangeklaagde is telefonisch antibiotica<br />
(Clarithromycine) voorgeschreven. Vervolgens is klager nogmaals bij aangeklaagde verschenen. Medio<br />
januari <strong>2009</strong> is klager via de huisartsenpost doorverwezen naar het ziekenhuis. Klager is opgenomen met<br />
een sinusitis (bijholteontsteking), waarvoor de kaak is gespoeld. Daarnaast heeft klager antibiotica, een<br />
Prednisonkuur en een Salbutamolinhaler gekregen. Begin februari <strong>2009</strong> hebben klagers hun medische<br />
gegevens opgehaald en zijn zij overgestapt naar een andere huisartsenpraktijk.<br />
Klacht Klager heeft zich niet gehoord gevoeld door aangeklaagde in verband met de hoest- en<br />
benauwdheidklachten, pijn in de kaakholtes en koortsaanvallen. Volgens klager zijn voormelde medische<br />
klachten ten onrechte door aangeklaagde afgedaan als griep. Ook zou klager door de apotheker zijn<br />
meegedeeld – toen hij zich bij de apotheek meldde in verband met het ophalen van de door<br />
aangeklaagde voorgeschreven medicatie (Prednisolon en Ventolin) – dat aangeklaagde het voorschrijven<br />
van Ventolin niet nodig vond. Klaagster heeft naar haar mening ten onrechte ook moeten aandringen op<br />
het voorschrijven van antibiotica bij een collega van aangeklaagde.<br />
Daarnaast is de bejegening door de assistenten van aangeklaagden door klagers als onheus ervaren;<br />
klagers zijn afgehouden en onvriendelijk behandeld.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2009</strong> Klachtreglement <strong>Patiënt</strong> – <strong>Huisarts</strong> Noordwest-Nederland 12
Tenslotte hebben klagers bij de overstap naar een andere huisartsenpraktijk hun medische gegevens<br />
opgehaald. Bij het inzien hiervan hebben zij geconstateerd dat zowel bij het dossier van klager als dat van<br />
klaagster sprake is van het door aangeklaagde noteren van onheuse opmerkingen, onjuistheden en<br />
onzorgvuldige dossiervorming. Separaat wordt aangeklaagde dienaangaande onzorgvuldigheid en het niet<br />
serieus omgaan met patiënten verweten.<br />
Verweer Aangeklaagde heeft bestreden dat zij klagers niet serieus heeft genomen of tekort is<br />
geschoten in haar medisch handelen.<br />
Toen klager zich in oktober 2008 op haar spreekuur meldde, was er sprake van klachten van spierpijn,<br />
maagzuur, perioden met koorts, hoofd- en buikpijn. Aangeklaagde heeft lichamelijk onderzoek verricht<br />
en een bovenste luchtweginfectie en geïrriteerde maag vastgesteld, waarvoor een maagzuurremmer is<br />
voorgeschreven. Begin december 2008 is aangeklaagde voor het eerst door klager geïnformeerd over<br />
klachten van hoesten, piepen en koorts. Op verdenking van bronchitis is door aangeklaagde een<br />
antibioticumkuur en een Flixotide inhalator voorgeschreven. In verband met prikkelhoest is door de<br />
collega van aangeklaagde eind december <strong>2009</strong> Paracetamol/Codeïne voorgeschreven. In verband met<br />
de voortdurende hoestklachten en naar aanleiding van medisch onderzoek begin januari <strong>2009</strong> werd<br />
door aangeklaagde besloten klager te behandelen met Prednison en werd een Salbutamol inhalator<br />
voorgeschreven. Verder werd door aangeklaagde nader aanvullend onderzoek aangevraagd om<br />
longontsteking of andere longpathologie uit te sluiten. De collega van aangeklaagde heeft klaagster de<br />
uitslag van de onderzoeken meegedeeld en geadviseerd om de volgende dag op het spreekuur van<br />
aangeklaagde te verschijnen. Op aandringen van klaagster is door die collega eveneens antibiotica<br />
voorgeschreven. Klager meldde zich weer voor een consult bij aangeklaagde; de koorts was<br />
verdwenen en bij lichamelijk onderzoek werden geen afwijkingen meer vastgesteld. De bij de<br />
ziekenhuisopname in januari <strong>2009</strong> vastgestelde klachten van een bandgevoel om het hoofd en<br />
fotofobie waren niet eerder bij aangeklaagde aangegeven, zodat door aangeklaagde niet is gedacht<br />
aan een sinusitis. Dit had voor de behandeling echter niet uitgemaakt. Eveneens was in dat geval door<br />
aangeklaagde antibiotica en Prednison voorgeschreven. Ook nu werd – zoals al eerder door<br />
aangeklaagde bepaald – een bronchitis vastgesteld.<br />
Naar aanleiding van de separaat door klagers naar voren gebrachte feiten/klachten aangaande<br />
opmerkingen en notities in hun medische dossiers heeft aangeklaagde zich schriftelijk verweerd.<br />
Aangeklaagde heeft bij ieder consult serieus een anamnese afgenomen en lichamelijk onderzoek<br />
verricht. De voorgeschreven medicatie (ook Ventolin) is aan klager verstrekt.<br />
Aangeklaagde heeft met de assistenten gesproken over de bejegening zoals door klagers in hun brief<br />
gesteld. Volgens de assistenten was er geen sprake van moeizame gesprekken met klagers.<br />
Aangeklaagde heeft de klachtencommissie geattendeerd op bestaande protocollen, waaronder die met<br />
betrekking tot het maken van afspraken. Tenslotte heeft aangeklaagde gesteld dat zij het betreurt dat<br />
zij gedurende de ziekteperiode van klager niet door klagers is aangesproken over hun onvrede.<br />
Zij was hierover graag met klagers in gesprek gegaan. Desondanks zijn door aangeklaagde geen<br />
initiatieven dienaangaande genomen.<br />
Beoordeling De klachtencommissie constateert dat in de onderhavige kwestie sprake is van een<br />
discrepantie tussen de beleving van klagers en aangeklaagde. Klagers stellen zich door aangeklaagde<br />
en de assistenten niet gehoord te hebben gevoeld, terwijl aangeklaagde aangeeft dat de medische<br />
klachten van klagers wel degelijk serieus zijn genomen.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2009</strong> Klachtreglement <strong>Patiënt</strong> – <strong>Huisarts</strong> Noordwest-Nederland 13
De klachtencommissie is van oordeel dat aangeklaagde medisch gezien geen verwijt kan worden<br />
gemaakt. Vaststaat dat zij naar aanleiding van de gepresenteerde medische klachten van klager<br />
adequaat onderzoek heeft verricht en een correcte medische behandeling is aangegaan.<br />
Aangeklaagde heeft gesteld dat zij het betreurt dat klagers hun onvrede niet eerder kenbaar hebben<br />
gemaakt. Hoewel niet gesproken kan worden van klachtwaardig handelen door aangeklaagde of de<br />
assistenten, is de klachtencommissie van mening dat aangeklaagde wel een mogelijkheid om met<br />
klagers in gesprek te komen heeft laten liggen toen zij kenbaar hadden gemaakt van praktijk te willen<br />
wisselen.<br />
Met betrekking tot de separaat door klagers naar voren gebrachte klacht met betrekking tot hun<br />
medische dossiers stelt de klachtencommissie dat klagers onvoldoende feiten en omstandigheden<br />
hebben gesteld.<br />
Beslissing De klacht is ongegrond.<br />
Klacht 3 (geanonimiseerd)<br />
Situatie Klaagster heeft begin mei <strong>2009</strong> in de nacht een aantal keren telefonisch contact gehad met de<br />
huisartsenpost in verband met hevige pijn in de onderbuik. Er heeft ‘s nachts urineonderzoek<br />
plaatsgevonden, waarbij werd vastgesteld dat er geen sprake was van een blaasontsteking. Er is geen<br />
verdere actie ondernomen.<br />
Klacht De eerste klacht van klaagster heeft betrekking op het 1 e waarneembericht. Tijdens de procedure<br />
is gebleken dat op dit waarneembericht sprake is van een foutieve naamsvermelding van de dienst-<br />
doende huisarts door het niet uit-/inloggen bij wisseling van dienst. Gedurende de procedure is gebleken<br />
dat aangeklaagde het betreffende telefoongesprek met klaagster heeft gevoerd. In de betreffende nacht<br />
ondervond klaagster hevige buikpijnklachten. Na ongeveer twee uur besloot klaagster telefonisch contact<br />
op te nemen met de huisartsenpost. Klaagster werd teruggebeld door aangeklaagde. Klaagster heeft<br />
aangeklaagde verzocht om een visite. Aangeklaagde heeft klaagster verzocht om bij de post langs te<br />
komen en urine in te leveren op verdenking van een blaasontsteking. Klaagster heeft aangegeven dat zij<br />
niet in staat was naar de post te komen vanwege de hevige pijnklachten. Aangeklaagde heeft klaagster<br />
vervolgens geadviseerd om aanvullende pijnstilling te nemen en om 08.00 uur contact op te nemen met<br />
de eigen huisarts. Klaagster bestrijdt de mededeling van aangeklaagde in haar verweerschrift dat zij<br />
akkoord zou zijn geweest met de door aangeklaagde gedane voorstellen. Klaagster verwijt aangeklaagde<br />
dat zij geen visite heeft afgelegd. In dat geval had aangeklaagde de pijnklachten zelf in ogenschouw<br />
kunnen nemen en gerichte pijnstilling kunnen geven.<br />
Ten tweede betreft de klacht van klaagster het 2 e waarneembericht van dezelfde ochtend. Klaagster heeft<br />
opnieuw telefonisch contact opgenomen met de huisartsenpost. Ter zitting heeft klaagster gesteld dat zij<br />
daarbij wederom om een visite heeft gevraagd, hetgeen niet werd gehonoreerd. Aangeklaagde<br />
vermoedde een blaasontsteking en vroeg klaagster de post te bezoeken voor nader onderzoek. Klaagster<br />
had te veel pijn om de reis naar de huisartsenpost te maken en heeft daarop gevraagd of haar<br />
schoondochter urine kon langsbrengen. Klaagster dacht zelf niet aan een blaasontsteking, omdat zij al<br />
eens eerder een blaasontsteking had gehad en de huidige pijnklachten niet overeenkwamen. Onderzoek<br />
wees uit dat er geen sprake was van een blaasontsteking. Klaagster verwijt aangeklaagde dat er geen<br />
verdere actie werd ondernomen toen een blaasontsteking was uitgesloten en de enorme pijnklachten<br />
onverminderd waren.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2009</strong> Klachtreglement <strong>Patiënt</strong> – <strong>Huisarts</strong> Noordwest-Nederland 14
Verweer Tijdens het eerste telefoongesprek heeft aangeklaagde navraag gedaan naar eventuele<br />
pijnstillers die klaagster had ingenomen. Klaagster had op dat moment twee stuks paracetamol<br />
geslikt. Bij verder doorvragen naar eventuele andere pijnstillers in huis, bleek klaagster wegens een<br />
eerdere aderontsteking aan het been te beschikken over ascal (600 mg). Aangeklaagde heeft<br />
geadviseerd het effect van de paracetamol af te wachten en zo nodig de ascal erbij te nemen.<br />
Klaagster heeft gemeld geen mictieklachten te ondervinden, maar bij de veronderstelling van<br />
aangeklaagde dat er mogelijk sprake zou kunnen zijn van een blaasontsteking kon klaagster zich dit<br />
wel voorstellen. Klaagster heeft vergelijkbare klachten in het verleden gehad als gevolg van een<br />
blaascatheter. Aangeklaagde heeft daarop voorgesteld dat er bij de huisartsenpost urine langs<br />
gebracht zou worden, hetgeen ook is gebeurd. Klaagster is akkoord gegaan met de voorstellen van<br />
aangeklaagde. Ter zitting heeft aangeklaagde gesteld dat zij geen visite heeft afgelegd, omdat zij de<br />
klachten naar haar mening voldoende heeft uitgevraagd en er geen aanleiding was voor een visite.<br />
Wanneer aangeklaagde wel zou hebben besloten om een visite af te leggen, dan had zij alleen andere<br />
pijnstillers voorgeschreven, hetgeen voor het verdere verloop van de situatie niets had uitgemaakt.<br />
Wat betreft het vervolgbeleid – toen na urineonderzoek bleek dat er geen sprake was van een<br />
blaasontsteking maar nog wel van pijnklachten – heeft aangeklaagde ter zitting gesteld dat zij<br />
hiernaar destijds niet is gevraagd. Zij was ofwel aan het slapen ofwel visites aan het rijden.<br />
Desondanks heeft aangeklaagde erkend dat de huisarts actief moet zijn bij het vervolg van een klacht,<br />
daarbij aangetekend dat ook de patiënt kenbaar moet maken als er nog klachten zijn.<br />
Beoordeling De klachtencommissie overweegt of aangeklaagde kan worden verweten dat zij onder<br />
de huidige omstandigheden eerder een diagnose had moeten stellen door een visite bij klaagster af te<br />
leggen en of aangeklaagde tekort is geschoten in haar vervolgbeleid toen bleek dat er geen sprake<br />
was van een blaasontsteking. Aangeklaagde heeft naar het oordeel van de klachtencommissie de<br />
pijnklachten van klaagster voldoende uitgevraagd en naar aanleiding hiervan correcte pijnbestrijding<br />
geadviseerd. Het feit of de pijnklachten van klaagster minder hevig en/of langdurig zouden zijn<br />
geweest wanneer deze eerder (bij een visite) zouden zijn gediagnosticeerd, is niet te beoordelen.<br />
De klacht is voor wat betreft dit onderdeel dan ook niet gegrond.<br />
Vaststaat dat klaagster ten tijde van de pijnklachten erg ongerust was. Aangeklaagde heeft deze<br />
ongerustheid van klaagster niet weggenomen. Toen bleek dat er geen sprake was van een<br />
blaasontsteking, is door aangeklaagde geen vervolgbeleid bepaald. De klachtencommissie is dan ook<br />
van oordeel dat aangeklaagde de situatie onvoldoende heeft afgerond. Naar de mening van de<br />
klachtencommissie had het op de weg van de huisartsenpost (in casu aangeklaagde) gelegen om<br />
(bij de schoondochter) te informeren naar de pijnklachten bij klaagster. De klacht is voor wat betreft<br />
dit onderdeel dan ook gegrond. De klachtencommissie heeft vastgesteld dat aangeklaagde dit laatste<br />
als een leermoment ziet. Omdat hier sprake is van een waarneemsituatie op de huisartsenpost, meent<br />
de klachtencommissie de volgende aanbeveling aan de huisartsenpost te moeten doen.<br />
Aanbeveling De patiënt dient vooraf te worden voorgelicht wat het te volgen beleid is bij een<br />
eventuele niet afwijkende urine en in welke omstandigheden weer contact gezocht moet worden met<br />
de arts.<br />
Beslissing De klacht is gegrond voor wat betreft het nalaten van het bepalen van een vervolgbeleid en<br />
voor wat betreft het overige ongegrond.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2009</strong> Klachtreglement <strong>Patiënt</strong> – <strong>Huisarts</strong> Noordwest-Nederland 15
4.5. Aanbevelingen klachtencommissie en reacties aangeklaagden naar aanleiding van uitspraken<br />
Zoals gezegd, zijn in <strong>2009</strong> door de klachtencommissie 16 klachten ter zitting afgehandeld; 4 keer<br />
luidde de uitspraak gegrond, 11 keer ongegrond en 1 klacht werd deels gegrond bevonden.<br />
De klachtencommissie zag in 3 van de 16 klachten waarin uitspraken zijn gedaan aanleiding om te<br />
komen tot de volgende aanbevelingen:<br />
1. Zie klacht 3 (geanonimiseerd) pagina 15.<br />
2. Een bejaarde patiënt heeft sinds een jaar obstipatieklachten; later is een ovariumcarcinoom<br />
vastgesteld met uitzaaiingen in andere organen. Er waren geen alarmsignalen, zoals bloed in<br />
ontlasting, gezwollen buik etc. aanwezig om patiënt direct door te verwijzen. De problemen met<br />
betrekking tot de stoelgang zijn terloops bij consulten ter sprake gebracht. Onduidelijk is wanneer de<br />
medische klachten zijn begonnen, maar vaststaat dat deze al langer bestonden en dat er tot drie keer<br />
toe medicatie is voorgeschreven. De NHG-standaard adviseert om bij herhaalde melding van een<br />
veranderd defecatiepatroon bij oudere patiënten lichamelijk onderzoek te doen. De klachtencommissie<br />
heeft geoordeeld dat aangeklaagde naar haar mening op enig moment wel onderzoek aan de buik<br />
had moeten verrichten en dit had moeten noteren in het journaal, maar dat dit voor het eindresultaat<br />
niet had uitgemaakt. Dit is ook gebleken toen een collega later bij een verricht buikonderzoek geen<br />
bijzonderheden heeft kunnen vaststellen. De klacht is ongegrond, maar de klachtencommissie heeft<br />
aanleiding gezien de volgende aanbeveling te geven: bij herhaalde klachten van obstipatie wordt<br />
geadviseerd onderzoek naar de buik te doen, ook bij het ontbreken van alarmsignalen.<br />
3. Een consult tussen een patiënt en een vaste waarnemer heeft een moeizaam verloop gekend,<br />
hetgeen heeft geleid tot miscommunicatie. Aangeklaagde heeft erkend dat de wijze van<br />
communiceren weinig invoelend en wellicht kortaf is geweest, ondanks dat hij geen enkele kwade<br />
bedoeling heeft gehad. De klachtencommissie heeft geoordeeld dat aangeklaagde tekort is geschoten<br />
in zijn taak om nadere uitleg te geven over een gestelde diagnose. Aangeklaagde is niet verschenen<br />
ter zitting; klaagster heeft aldaar kenbaar gemaakt dat zij alsnog bereid is om met aangeklaagde in<br />
gesprek te gaan. De klacht is gegrond en de klachtencommissie heeft de volgende aanbeveling<br />
gedaan: mede gelet op de toekomstige waarneemsituaties, adviseert de klachtencommissie<br />
aangeklaagde om alsnog met klaagster in gesprek te gaan. Indien gewenst kan dit gesprek<br />
gefaciliteerd worden door de Stichting <strong>DOKh</strong> door het inschakelen van een onafhankelijk persoon<br />
(klachtbemiddelaar).<br />
Artikel 2 lid 5 van de WKCZ bepaalt dat de zorgaanbieder binnen een maand na de ontvangst van de<br />
uitspraak aan de klager en de klachtencommissie dient mee te delen of hij naar aanleiding van de<br />
uitspraak maatregelen zal nemen en zo ja, welke.<br />
Bij alle 16 uitspraken van de klachtencommissie is verzocht om een reactie van de aangeklaagde<br />
huisarts naar aanleiding van de beslissing van de klachtencommissie.<br />
In 1 geval is door de aangeklaagde huisarts – ondanks meerdere verzoeken hiertoe – niet op de<br />
uitspraak gereageerd.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2009</strong> Klachtreglement <strong>Patiënt</strong> – <strong>Huisarts</strong> Noordwest-Nederland 16
Door 4 aangeklaagden is aangegeven (in verband met het beëindigen van de praktijk) dat zij geen<br />
verdere maatregelen zullen nemen en 4 aangeklaagden hebben aangegeven zich met de uitspraak te<br />
kunnen verenigen.<br />
Bij 5 aangeklaagden heeft de klachtprocedure leerpunten opgeleverd en ervoor gezorgd dat er<br />
maatregelen zijn doorgevoerd, zoals meer aandacht aan voorlichting aan patiënten, termijnbewaking,<br />
gesprek met de patiënt aangaan, initiatief tonen bij onvrede van patiënten, nadrukkelijker verzoeken<br />
om zelf te bellen voor uitslagen, het aanscherpen van werkafspraken (met assistenten), etc.<br />
Een aangeklaagde heeft een aantal dagen na de mondelinge behandeling een uitgebreid consult<br />
gehad met de klager; een ander heeft een uitnodiging tot een gesprek gedaan.<br />
4.6. Evaluatie procedure (enquête)<br />
Ongeveer drie maanden na de uitspraak van de klachtencommissie (tot. 16) hebben alle klagers en<br />
aangeklaagden een enquêteformulier van het ambtelijk secretariaat van de klachtencommissie<br />
ontvangen. 11 Klagers en 12 aangeklaagden retourneerden de enquête.<br />
Klagers<br />
Met uitzondering van 2 klagers vonden de overige klagers wiens klachten ongegrond waren verklaard<br />
de motivering van de klacht door klachtencommissie onvoldoende. Ook geven diezelfde klagers aan<br />
dat zij met het indienen van hun klacht niet of gedeeltelijk hebben bereikt wat zij wilden. De klagers<br />
wiens klachten gegrond zijn verklaard (5) vonden de motivering van de klachtencommissie wel<br />
voldoende. Echter, niet iedereen heeft met het indienen van de klacht bereikt wat men wilde. In 2<br />
gevallen heeft de aangeklaagde niet gereageerd op de uitspraak en 1 aangeklaagde heeft aangegeven<br />
geen maatregelen te zullen treffen naar aanleiding van de uitspraak.<br />
Op de vraag wat klagers met het indienen van de klacht wilden bereiken hebben de meeste klagers<br />
aangegeven dat niemand anders dit zou overkomen. Een aantal wilden ook een oordeel of erkenning<br />
van een onafhankelijke instantie en hun boosheid kwijt. Daarnaast is aangegeven dat zij excuses<br />
wensten, dat zij hoopten dat de arts ervan zou leren en dat er een waarschuwing zou worden<br />
gegeven.<br />
De meeste klagers wisten van het bestaan van de klachtencommissie via het IKG en via internet.<br />
Van de klagers die de enquête retourneerden zijn de meesten tevreden over het voorgestelde traject<br />
(klachtopvang door IKG, klachtbemiddeling, klachtbehandeling door klachtencommissie) en voldeed<br />
de klachtencommissie (gedeeltelijk) aan hun verwachtingen.<br />
Met uitzondering van 1 klager acht de rest zich vooraf en tijdens de procedure voldoende<br />
geïnformeerd over het verloop ervan. De klagers vonden de duur van de periode tussen het indienen<br />
van de klacht en het moment dat de klachtencommissie hen informeerde over het oordeel van de<br />
klacht normaal tot redelijk lang.<br />
De meeste klagers zijn tevreden over de wijze waarop zij hun mening konden geven. Door sommigen<br />
is aangegeven dat zij liever uitsluitend mondeling of uitsluitend schriftelijk hun mening kenbaar<br />
hadden gemaakt.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2009</strong> Klachtreglement <strong>Patiënt</strong> – <strong>Huisarts</strong> Noordwest-Nederland 17
Aangeklaagden<br />
Met uitzondering van 1 aangeklaagde vonden de overigen de motivering van de klacht door de<br />
klachtencommissie voldoende, voldeed de klachtencommissie (gedeeltelijk) aan de verwachtingen en<br />
is men vooraf en tijdens de procedure voldoende geïnformeerd.<br />
Bijna alle aangeklaagden waren tevreden over de manier waarop zij hun mening konden geven,<br />
vinden dat de beroepsnormen (standaarden, protocollen, gedragsregels enz.) juist zijn toegepast bij<br />
de beoordeling van de klacht en zijn van mening dat de mogelijkheid om een klacht in te dienen<br />
(gedeeltelijk) bijdraagt aan verbetering van de zorgverlening.<br />
7 van de 12 aangeklaagden geven aan dat zij maatregelen hebben getroffen naar aanleiding van het<br />
oordeel van de klachtencommissie en/of dat de klachtbehandeling en eventuele aanbeveling van<br />
invloed zijn geweest op het handelen ten opzichte van andere patiënten.<br />
Op de vraag of men iets gemist heeft bij de behandeling door de klachtencommissie en/of suggesties<br />
heeft voor verbetering zijn de voldoende reacties gegeven: beroepsmogelijkheid, meer aandacht voor<br />
impact op hulpverlener, meer nadruk op bemiddeling, duur uitspraak van 6 weken is te lang.<br />
De helft van het aantal aangeklaagden heeft de folder “Heeft u een klacht over uw huisarts…” in de<br />
wachtruimte liggen.<br />
4.7. Kwaliteitsbevordering<br />
Alle geanonimiseerde uitspraken van de klachtencommissie zijn in het kader van eventuele nascholing<br />
ter beschikking gesteld aan <strong>DOKh</strong>.<br />
In maart hebben drie leden van de klachtencommissie deelgenomen aan een studiebijeenkomst<br />
“Hoorzitting” van de Stichting Ondersteuning Klachtopvang Gezondheidszorg (SOKG).<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2009</strong> Klachtreglement <strong>Patiënt</strong> – <strong>Huisarts</strong> Noordwest-Nederland 18
5. <strong>Huisarts</strong>enposten<br />
In <strong>2009</strong> waren 9 huisartsenposten bij de klachtenregeling aangesloten, te weten de posten Alkmaar<br />
(Alkmaar), West-Friesland (Hoorn), Zaanstreek (Zaandam), Waterland (Purmerend), Amstelland<br />
(Amstelveen), Midden-Kennemerland (Beverwijk), Haarlemmermeer (Hoofddorp) en Zuid-<br />
Kennemerland/Spoedpost Noord en Zuid (Haarlem).<br />
In <strong>2009</strong> is als volgt gerapporteerd:<br />
Fig. 5. Overzicht rapportage huisartsenposten <strong>2009</strong>*<br />
Aantal aanmeldingen bij huisartsenpost 180<br />
- Waarvan aantal jegens huisartsen werkzaam op de huisartsenpost 124<br />
- Waarvan aantal jegens assistenten werkzaam op de huisartsenpost 36<br />
- Waarvan aantal met betrekking tot de organisatie van de huisartsenpost 28<br />
- Overig 6<br />
Aantal keren verwezen naar klachtencommissie 1<br />
* Een klacht kan betrekking hebben op zowel het handelen van de huisarts als bijv. de organisatie<br />
Fig. 6. Aard van de klacht zoals door patiënt beleefd (klacht kan betrekking hebben op meerdere<br />
aspecten van zorg)<br />
- Organisatorische aspecten van zorg 36<br />
- Relationele aspecten van zorg 43<br />
- Vaktechnisch/medisch inhoudelijke aspecten van zorg 91<br />
- Overig 0<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2009</strong> Klachtreglement <strong>Patiënt</strong> – <strong>Huisarts</strong> Noordwest-Nederland 19
Afkortingen<br />
DHV-HN Districts <strong>Huisarts</strong>en Vereniging Holland Noord<br />
<strong>DOKh</strong> Stichting Deskundigheidsbevordering en Ondersteuning Kwaliteitsbeleid<br />
HAP <strong>Huisarts</strong>enpost<br />
<strong>Huisarts</strong>enpraktijken Noordwest-Nederland<br />
HIDHA <strong>Huisarts</strong> in dienst van huisarts<br />
HV <strong>Huisarts</strong>envereniging<br />
IKG Informatie- en Klachtenbureau Gezondheidszorg<br />
KAM Kennemerland, Amstelland en de Meerlanden<br />
NHG Nederlands <strong>Huisarts</strong>en Genootschap<br />
SOH-HN Stichting Ondersteuning <strong>Huisarts</strong>en Holland Noord<br />
RPCP Regionaal <strong>Patiënt</strong>en en Consumenten Platform<br />
WKCZ Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2009</strong> Klachtreglement <strong>Patiënt</strong> – <strong>Huisarts</strong> Noordwest-Nederland 20