download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift

download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift

tijdschriftholland.nl
from tijdschriftholland.nl More from this publisher
28.09.2013 Views

‘Copers’ of krakers? Een bijdrage aan het ontginningsdebat 101 dertiende eeuw, met name onder de vaak afwezige graaf Willem II. Als belangrijke omstandigheid zie ik daarnaast de ontbinding van de grafelijke domeinen en hun reorganisatie op feodale leest, waarbij als (onbedoeld) neveneffect de begrippen ‘vrijheid’ en ‘onvrijheid’ geproblematiseerd raakten. In ambachten zoals Aarlanderveen (dat vermoedelijk deel heeft uitgemaakt van het grafelijke domein Alphen 24 ) werden de perifere ontginningen onder het leenstelsel gebracht. In een enkel geval werden ‘wilde’ ontginners verleid met een schikking: een cope naar het model van 1081. De hierbij bedongen vrijheden omvatten doorgaans vrije eigendom of belastingvrijstelling. In een enkel geval (Rijnsaterwoude) werd een geschil tussen ontginners onderling in de vorm van zo’n cope geschikt. Van enig stelselmatig grafelijk ontginningsbeleid lijkt geen sprake: wel van politiek realisme. Het is ook niet vreemd dat de beloofde vrijheden soms werden herroepen. Dat overkwam bijvoorbeeld de Vrijhoeven in Aarlanderveen. In 1355 werden deze alsnog leenroerig na een herenakkoord tussen de verarmde graaf Willem V en zijn geldschieter Arend van IJsselstein, die het gebied kreeg. 25 Hier zal ook de stijgende vraag naar turf hebben meegespeeld. In 1479 gold voor de Vrijhoeven een turfwinningsconcessie en op de kaart uit 1571 is Aarlanderveen bezaaid met petgaten. Van de dertiende-eeuwse ‘vrijheid’ moeten we ons blijkbaar ook in Holland niet te veel voorstellen. Liberalisering van het grondbeleid was ook niet wat de graven voor ogen stond: wel feodalisering. In die context werd hier en daar met ondernemende veenbazen in de periferie onderhandeld over ‘vrijheden’, maar dan ging het over concessies om verdere inbreuken op het wildernisregaal te voorkomen. Ik zie de cope in dit verband niet als een materiële rechtsvorm maar als een vorm van conflictbeslechting of mediatie die in Holland bruikbaar bleek bij de overgang van domaniaal naar feodaal beheer. De cope vormde zo de eerste stap naar het ‘poldermodel’. 26 24 Van der Linden, ‘Rijnstreek’ 25-27, 39; OV 21 (1966) 197 nr. 60. 25 Als noot 11. 26 K. Kuiken, ‘Van ‘copers’ tot compagnons’, Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie 57 (2003) 79-80.

Buitendijks met Piet de Rooy “Alles van waarde krijgt vorm in Amsterdam” In de reeks Buitendijks interviewen onze redacteuren Maarten Hell en Annemarieke Willemsen onderzoekers die over Holland schreven. De laatste twee delen van de nieuwe, grote Geschiedenis van Amsterdam worden geredigeerd door Piet de Rooy (of Rooij, zoek bij twijfel altijd op allebei!), hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam – vooral bekend van de Commissie De Rooy. Op zijn kamer in het PC Hoofthuis hangt een uitgeknipte krantenadvertentie met in allerlei talen de tekst houdt moed. Ook ligt er een gele bouwhelm met ‘bijzondere collecties’ erop, wellicht voor tussentijdse toegang tot de bouwlocatie van de universiteitsbibliotheek? Het interview heeft wel wat weg van een les: De Rooy is een ware onderwijzer als hij spreekt, en als hij schrijft. Gelukkig is hij ook een van de laatste rokers van het PC Hoofthuis, zodat hij de maartse kou graag trotseert om aan het Singel een echt Amsterdamse portretfoto te laten maken. Afb. 1 Piet de Rooy aan het Singel. Foto: A. Willemsen.

‘Copers’ of krakers? Een bijdrage aan het ontginnings<strong>de</strong>bat 101<br />

<strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw, met name on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vaak afwezige graaf Willem II.<br />

Als belangrijke omstandigheid zie ik daarnaast <strong>de</strong> ontbinding van <strong>de</strong> grafelijke domeinen<br />

en hun reorganisatie op feodale leest, waarbij als (onbedoeld) neveneffect <strong>de</strong> begrippen<br />

‘vrijheid’ en ‘onvrijheid’ geproblematiseerd raakten. In ambachten zoals Aarlan<strong>de</strong>rveen (dat<br />

vermoe<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong>el heeft uitgemaakt van het grafelijke domein Alphen 24 ) wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> perifere<br />

ontginningen on<strong>de</strong>r het leenstelsel gebracht. In een enkel geval wer<strong>de</strong>n ‘wil<strong>de</strong>’ ontginners<br />

verleid met een schikking: een cope naar het mo<strong>de</strong>l van 1081. De hierbij bedongen vrijhe<strong>de</strong>n<br />

omvatten doorgaans vrije eigendom of belastingvrijstelling. In een enkel geval (Rijnsaterwou<strong>de</strong>)<br />

werd een geschil tussen ontginners on<strong>de</strong>rling in <strong>de</strong> vorm van zo’n cope geschikt.<br />

Van enig stelselmatig grafelijk ontginningsbeleid lijkt geen sprake: wel van politiek realisme.<br />

Het is ook niet vreemd dat <strong>de</strong> beloof<strong>de</strong> vrijhe<strong>de</strong>n soms wer<strong>de</strong>n herroepen. Dat overkwam<br />

bijvoorbeeld <strong>de</strong> Vrijhoeven in Aarlan<strong>de</strong>rveen. In 1355 wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze alsnog leenroerig<br />

na een herenakkoord tussen <strong>de</strong> verarm<strong>de</strong> graaf Willem V en zijn geldschieter Arend van IJsselstein,<br />

die het gebied kreeg. 25 Hier zal ook <strong>de</strong> stijgen<strong>de</strong> vraag naar turf hebben meegespeeld.<br />

In 1479 gold voor <strong>de</strong> Vrijhoeven een turfwinningsconcessie en op <strong>de</strong> kaart uit 1571 is<br />

Aarlan<strong>de</strong>rveen bezaaid met petgaten.<br />

Van <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong>-eeuwse ‘vrijheid’ moeten we ons blijkbaar ook in <strong>Holland</strong> niet te veel<br />

voorstellen. Liberalisering van het grondbeleid was ook niet wat <strong>de</strong> graven voor ogen stond:<br />

wel feodalisering. In die context werd hier en daar met on<strong>de</strong>rnemen<strong>de</strong> veenbazen in <strong>de</strong> periferie<br />

on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>ld over ‘vrijhe<strong>de</strong>n’, maar dan ging het over concessies om ver<strong>de</strong>re inbreuken<br />

op het wil<strong>de</strong>rnisregaal te voorkomen. Ik zie <strong>de</strong> cope in dit verband niet als een materiële<br />

rechtsvorm maar als een vorm van conflictbeslechting of mediatie die in <strong>Holland</strong><br />

bruikbaar bleek bij <strong>de</strong> overgang van domaniaal naar feodaal beheer. De cope vorm<strong>de</strong> zo <strong>de</strong><br />

eerste stap naar het ‘pol<strong>de</strong>rmo<strong>de</strong>l’. 26<br />

24 Van <strong>de</strong>r Lin<strong>de</strong>n, ‘Rijnstreek’ 25-27, 39; OV 21 (1966) 197 nr. 60.<br />

25 Als noot 11.<br />

26 K. Kuiken, ‘Van ‘copers’ tot compagnons’, Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie 57 (2003) 79-80.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!